KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 5 Recreatie - Jachthaven 3
Artikel 6 Recreatie - Jachthaven 6
Artikel 7 Recreatie - Kampeerterrein
Artikel 8 Water
Artikel 9 Water - Meren
Artikel 10 Water - Waterkering
Artikel 11 Waarde - Archeologie 5
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
Artikel 17 Slotregel
Bijlage 1 Toetsingscriteria
Bijlage 1 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 2 Natuurtoets
Bijlage 3 Luchtkwaliteit Onderzoek
Bijlage 4 Vooroverleg- En Inspraakrapportage
Bijlage 5 Raadsvoorstel Vaststelling En Ingediende Zienswijzen

Bremerbaai (8061)

Bestemmingsplan - gemeente Dronten

Vastgesteld op 27-11-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Bremerbaai (8061) met identificatienummer NL.IMRO.0303.8061-VA01van de gemeente Dronten;

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 de verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 bebouwingspercentage

een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.9 bestaand

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime;

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.13 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.14 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.15 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.16 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.18 dagrecreatie

het recreëren / vrijetijdsbesteding buiten de woning zonder dat daar een overnachting mee gemoeid is;

1.19 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.20 educatief medegebruik

een educatief gebruik van gronden en bouwwerken dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit educatieve gebruik is toegestaan;

1.21 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.22 (extensief) dagrecreatief medegebruik

een (extensief) dagrecreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, de aanleg van een vissteiger of een picknickplaats of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;

1.23 geluidsbelasting

de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een weg of een spoorweg;

1.24 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 geluidsbelasting vanwege het wegverkeer

de gemiddelde geluidsbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode (Lden) uitdrukt in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.26 geluidsgevoelige objecten

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;

1.27 hogere grenswaarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;

1.28 horecabedrijf en/of -instelling

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.29 kampeermiddel

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.30 kleinschalig evenement

een kleinschalige publieke activiteit, die een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter heeft, plaats vindt in de bestaande bebouwing, open lucht of in tijdelijke onderkomens, bedoeld is ter ontspanning en/of vermaak en die functioneel is verbonden met dagrecreatie;

1.31 kunstobject

voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.32 kunstwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.33 landschappelijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;

1.34 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied;

1.35 normaal onderhoud

het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;

1.36 omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.37 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.38 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.39 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;

1.40 pand

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.41 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de bouwhoogte van die weg ter bouwhoogte van de hoofdingang;
  2. b. in andere gevallen: de gemiddelde bouwhoogte van het afgewerkte terrein;

1.42 permanente bewoning

bewoning binnen de vaste woonplaats;

1.43 plaatsgebonden kampeermiddel

een kampeermiddel of een gebouw dat als doel heeft om permanent op één plek te blijven staan of langer dan 7 maanden op een kampeerterrein is geplaatst, en dat kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, zoals een chalet, een tenthuisje, een trekkershut en een stacaravan of een naar de aard daarmee gelijk te stellen kampeermiddel;

1.44 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.45 recreatieve bewoning

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de verblijfsrecreatie;

1.46 stacaravan

een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grotere afstanden, als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, en dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.47 standplaats voor kampeermiddel

het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere al dan niet plaatsgebonden kampeermiddelen, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in:

  1. a. permanente standplaats: een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel, inclusief daarbij behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn;
  2. b. niet-permanente standplaats: een standplaats bestemd voor het plaatsen van één of meerdere kampeermiddelen, niet zijnde een plaatsgebonden kampeermiddel, gedurende de periode van 1 april tot en met 31 oktober;

1.48 verblijfsrecreatie

een vorm van recreatie gericht op verblijf van recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben, en voor een bepaalde periode waarbij tenminste één overnachting plaatsvindt;

1.49 voorkeurgrenswaarde

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor 'de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.50 zware horeca

een bedrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een bar-dancing, discotheek of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

Bij onduidelijkheden of interpretatieverschillen betreffende de wijze van meten, is de uitleg van de NEN 2580 (oppervlakten en inhouden van gebouwen, termen, definities en voorschriftenmethoden) bepalend.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Natuur

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;
  2. b. waterhuishoudkundige doeleinden;
  3. c. sloten, poelen, en daarmee gelijk te stellen waterlopen en waterpartijen;

en mede bestemd voor:

  1. d. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';

met de daarbij behorende:

  1. e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatie;
  2. b. strand;
  3. c. een horecabedrijf ter plaatse van de aanduiding 'horeca', met dien verstande dat zware horeca niet is toegestaan;
  4. d. gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen;
  5. e. kleinschalige evenementen ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met dien verstande dat:
    1. 1. het aantal evenementen per kalenderjaar maximaal 8 bedraagt;
    2. 2. de duur van een evenement maximaal 7 dagen bedraagt inclusief op- en afbouw;
  6. f. waterkering;
  7. g. waterhuishoudkundige doeleinden;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

en mede bestemd voor:

  1. h. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  2. i. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbij behorende:

  1. j. groenvoorzieningen;
  2. k. een aanleggelegenheid voor een veerpont ten behoeve van langzaam verkeer alsmede voor maximaal 10 vaartuigen ten behoeve van het horecabedrijf zoals bedoeld onder c ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats';
  3. l. erven en terreinen;
  4. m. wegen en paden ten behoeve van het onderhoud;
  5. n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. b. een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het gebruik van gebouwen voor permanente bewoning;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel;
  4. d. het gebruik van de gronden en opstallen voor dagrecreatie buiten de periode 1 april tot en met 31 oktober.

Artikel 5 Recreatie - Jachthaven 3

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. jachthaven al dan niet in combinatie met sport- en recreatieve voorzieningen;
  2. b. gebouwen, voor zover ten dienste van de jachthaven met inbegrip van horeca en detailhandel, voor zover ondergeschikt aan de jachthaven;
  3. c. sport- en wellnessvoorzieningen;
  4. d. standplaatsen voor kampeermiddelen met inbegrip van plaatsgebonden kampeermiddelen en daarbij behorende bijgebouwen, alsmede voor trekkershutten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - plaatsgebonden kampeermiddelen';
  5. e. caravanstalling;
  6. f. aanleggelegenheid voor vaartuigen;
  7. g. waterkering;
  8. h. waterhuishoudkundige doeleinden;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

en mede bestemd voor:

  1. i. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  2. j. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbij behorende:

  1. k. wegen en paden;
  2. l. parkeervoorzieningen;
  3. m. aanleggelegenheid;
  4. n. erven en terreinen;
  5. o. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. b. een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden voor meer dan 550 ligplaatsen;
  2. b. het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - plaatsgebonden kampeermiddelen' voor meer dan 15 kampeermiddelen;
  3. c. het gebruik van gebouwen en vaartuigen voor permanente bewoning.

Artikel 6 Recreatie - Jachthaven 6

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. aanleggelegenheid voor vaartuigen, al dan niet in combinatie met sport- en recreatieve voorzieningen;
  2. b. gebouwen, voor zover ten dienste van de jachthaven;
  3. c. maximaal 30 kampeermiddelen, niet zijnde plaatsgebonden kampeermiddelen;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

en mede bestemd voor:

  1. d. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  2. e. de bescherming van de bestaande natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'natuur';

met de daarbij behorende:

  1. f. paden;
  2. g. erven en terreinen;
  3. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. b. een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden voor meer dan 50 ligplaatsen;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van zelfstandige detailhandel en horeca;
  3. c. het gebruik van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf buiten de periode van 1 april tot en met 31 oktober;
  4. d. het gebruik van de gebouwen en kampeermiddelen voor permanente bewoning.

Artikel 7 Recreatie - Kampeerterrein

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. standplaatsen voor kampeermiddelen met uitzondering van plaatsgebonden kampeermiddelen;
  2. b. standplaatsen voor kampeermiddelen met inbegrip van plaatsgebonden kampeermiddelen en daarbij behorende bijgebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - plaatsgebonden kampeermiddelen';
  3. c. trekkershutten;
  4. d. maximaal twee gebouwen, voor zover ten dienste van het kampeerterrein;
  5. e. waterkering;
  6. f. waterhuishoudkundige doeleinden;

waarbij de instandhouding van de natuurlijke en landschappelijke waarden wordt nagestreefd;

en mede bestemd voor:

  1. g. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  2. h. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbij behorende:

  1. i. wegen en paden;
  2. j. parkeervoorzieningen;
  3. k. erven en terreinen;
  4. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. b. een goede waterhuishouding c.q. de waterkerende functie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van zelfstandige detailhandel en horeca;
  2. b. het gebruik van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief verblijf buiten de periode van 1 april tot en met 31 oktober;
  3. c. het gebruik van de gebouwen en kampeermiddelen voor permanente bewoning;
  4. d. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor recreatieve bewoning.

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. vaarten, tochten, sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen ten behoeve van de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging, het behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke waarden, het vervoer te water en de recreatievaart;
  2. b. water ten behoeve van de dagrecreatie;
  3. c. kaden, dijken, (duurzame) oeverstroken en oeverbescherming;
  4. d. bruggen, dammen, duikers, stuwen, aanlegsteigers, hevels en sluizen;
  5. e. paden;
  6. f. recreatief medegebruik;

en mede bestemd voor:

  1. g. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  2. h. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  3. i. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met de daarbij behorende:

  1. j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten.

8.2 Bouwregels

8.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.

Artikel 9 Water - Meren

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Meren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water, waarbij de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden leidend is;

en mede bestemd voor:

  1. b. het tegengaan van geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  2. c. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';
  3. d. de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering, ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk';

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. vaarwegen;
  2. f. dagrecreatie;
  3. g. beroepsscheepvaart;
  4. h. beroepsvisserij;
  5. i. zandwinning;
  6. j. aanleggelegenheid;

met de daarbij behorende:

  1. k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 Bouwregels

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de natuurlijke en landschappelijke waarden.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en/of woonschepen.

Artikel 10 Water - Waterkering

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Waterkering' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. werken ten behoeve van de waterkering, waarbij het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden wordt nagestreefd;
  2. b. wegen en paden;
  3. c. maximaal 150 parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. havens;
  2. e. het extensief agrarisch medegebruik;
  3. f. het extensief dagrecreatief medegebruik;

en mede bestemd voor:

  1. g. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege een weg, ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg';
  2. h. de bescherming van de grondwaterkwaliteit, ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied';

met de daarbij behorende:

  1. i. groenvoorzieningen;
  2. j. terreinen;
  3. k. water;
  4. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen, alsmede kunstwerken.

10.2 Bouwregels

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de waterkerende functie;
  2. b. de landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel;
  3. c. het gebruik van de gronden en voor het parkeren buiten de periode 1 april tot en met 31 oktober.

Artikel 11 Waarde - Archeologie 5

11.1 Bestemmingsomschrijving

11.2 Bouwregels

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  1. a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt gewijzigd in de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' indien de gronden op basis van deskundig archeologisch (voor-)onderzoek archeologische waarden blijken te bevatten die op grond van de gangbare waarderingssystematiek door burgemeester en wethouders als behoudenswaardig zijn bevonden (positief selectiebesluit), met inachtneming van het gestelde in Bijlage 1 onder 1.5;
  2. b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt gewijzigd in de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' indien de gronden op basis van deskundig archeologisch (voor-)onderzoek een hoge archeologische verwachting blijken te hebben, met inachtneming van het gestelde in Bijlage 1 onder 1.5;
  3. c. de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd, indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden, met inachtneming van het gestelde in Bijlage 1 onder 1.5.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor:

  1. a. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
  2. b. de opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
  3. c. het opslaan van gebruiksklare of gebruiksonklare voer-, vaar- of vliegtuigen of onderdelen hiervan;
  4. d. risicovolle inrichtingen;
  5. e. prostitutiedoeleinden;
  6. f. een inrichting die behoort tot een categorie van inrichtingen die is aangewezen in de in bijlage II van de Verordening voor de fysieke leefomgeving 2012 van de provincie Flevoland.

13.2 Uitzondering op het strijdig gebruik

Het bepaalde in lid 13.1 is niet van toepassing voor zover het betreft:

  1. a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
  2. b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en andere open terreinen.

Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels

14.1 geluidzone - weg

14.2 milieuzone - waterwingebied

14.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

14.4 vrijwaringszone - dijk

Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor:

  1. a. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen, met niet meer dan 10%;
  2. b. de bestemmingsbepalingen in die zin dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot tot ten hoogste 45,00 m, mits:
    1. 1. bij de plaatsing wordt aangesloten bij bestaande hoge elementen, zoals gebouwen of masten;
    2. 2. bij de plaatsing rekening wordt gehouden met een goede bereikbaarheid en landschappelijke inpasbaarheid;
    3. 3. de noodzaak van de plaatsing wordt aangetoond, waarbij het principe geldt dat er voorkeur bestaat voor de plaatsing van één grote antenne boven meerdere kleine antennes;
    4. 4. aangetoond is dat er geen onevenredige schade wordt gedaan aan de veiligheid en de gezondheid;
    5. 5. met name rekening zal worden gehouden met het gestelde in Bijlage 1 onder 1.1.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken

16.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bremerbaai (8061)'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2014.

Bijlage 1 Toetsingscriteria

Bijlage 1 Toetsingscriteria

Bijlage 1 Quickscan Flora En Fauna

Bijlage 1 Quickscan flora en fauna

Bijlage 2 Natuurtoets

Bijlage 2 Natuurtoets

Bijlage 3 Luchtkwaliteit Onderzoek

Bijlage 3 Luchtkwaliteit onderzoek

Bijlage 4 Vooroverleg- En Inspraakrapportage

Bijlage 4 Vooroverleg- en inspraakrapportage

Bijlage 5 Raadsvoorstel Vaststelling En Ingediende Zienswijzen

Bijlage 5 Raadsvoorstel vaststelling en ingediende zienswijzen