KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Cultuur En Ontspanning - 1
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning - 2
Artikel 6 Groen - 1
Artikel 7 Groen - 2
Artikel 8 Maatschappelijk
Artikel 9 Verkeer
Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 11 Water
Artikel 12 Wonen - 1
Artikel 13 Wonen - 2
Artikel 14 Wonen - 3
Artikel 15 Wonen (Uit Te Werken)
Artikel 16 Waarde - Archeologie
Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen
Artikel 17 Antidubbeltelbepaling
Artikel 18 Algemene Bouwregels
Artikel 19 Algemene Gebruiksregels
Artikel 20 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 21 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 23 Overgangsrecht
Artikel 24 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Doelstelling
1.3 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.4 Vigerende Bestemmingsplannen
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Relevante Beleidskaders
2.1 Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
Hoofdstuk 3 Bestaande En Nieuwe Situatie
3.1 Inleiding
3.2 Bestaande Situatie
3.3 Nieuwe Situatie
Hoofdstuk 4 Onderzoek En Randvoorwaarden
4.1 Inleiding
4.2 Het Akoestisch Onderzoek
4.3 Mobiliteitsonderzoek
4.4 Luchtkwaliteit
4.5 Milieu-effectrapportage
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 6 Juridische Planopzet
6.1 Inleiding
6.2 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht
6.3 Planvorm
6.4 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
6.5 Lijst Van Horeca-activiteiten
6.6 Handhaving
Bijlage 1 Lijst Van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Lijst Van Bedrijven - Functiemenging
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek 2015
Bijlage 2 Mobiliteitsplan
Bijlage 3 Beoordeling Luchtkwaliteit
Bijlage 4 Memo Parkeren Jan 2016
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek 2017
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek 2018

Hoge Woerd, 1e Herziening

Bestemmingsplan - gemeente Utrecht

Vastgesteld op 05-07-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:

beroep of bedrijf dat in een woning wordt uitgeoefend waarvan de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie verenigbaar is en waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en degene die het beroep of het bedrijf uitoefent ook bewoner van de woning is;

hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, een afhaalzaak, een horecabedrijf, een belhuis en een (raam)prostitutiebedrijf; hieronder wordt wel verstaan: een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang.

1.2 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 additionele horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca, waarbij de additionele horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie qua uitstraling, dienen ter ondersteuning van de hoofdfunctie en niet zelfstandig worden uitgeoefend en/of toegankelijk zijn los van de hoofdfunctie.

1.5 afhaalzaak:

een specifieke vorm van detailhandel waar in hoofdzaak kant en klare maaltijden en kleine etenswaren,
alsmede alcoholvrije drank en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie anders dan ter plaatse.

1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.7 antennedrager:

installatie of andere constructie bedoeld voor bevestiging van een antenne.

1.8 archeologische waarde en verwachting:

de aan een gebied toegekende waarde of verwachting in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 bebouwingspercentage:

het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen.

1.11 bed & breakfast:

het tegen betaling verstrekken van logies met ontbijt binnen de (bedrijfs) woning

1.12 bedrijf:

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, produceren, bewerken/herstellen, installeren en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop en/of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.13 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.14 brutovloeroppervlak:

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of halfverdiept gelegen) parkeervoorzieningen.

1.15 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.16 belhuis:

een bedrijf die in de sfeer van publiekgerichte dienstverlening in hoofdzaak is gericht op het aanbieden van diensten op het gebied van telecommunicatie, zoals telefoon- en internetverbindingen.

1.17 besluit Hogere waarde:

besluit van het bevoegd gezag waarin de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld.

1.18 bestaand bouwwerk:

een bouwwerk, dat op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

1.19 bestaand gebruik:

het op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan aanwezige gebruik.

1.20 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.21 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD1EHERZ-VA03.gml met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.22 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.23 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.24 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.25 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.26 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, kap en bijzondere bouwlaag.

1.27 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.28 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.29 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.30 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.31 castellum:

het gebouwde complex van het castellumpaviljoen, inclusief poorten en wallen, als onderdeel van het castellumpark.

1.32 castellumactiviteit

een activiteit behorend bij het educatief, cultureel en archeologisch park zonder versterkt geluid.

1.33 castellumpark:

een educatief, cultureel en archeologisch park, met bijbehorende voorzieningen en functies.

1.34 castellumpaviljoen:

een gebouwde voorziening ten behoeve van het castellumpark met een maatschappelijke, culturele, recreatieve en/of educatieve functie, onderdeel uitmakend van het castellum.

1.35 castellumpoort:

een gebouwde voorziening ten behoeve van het castellum in de vorm van een poortgebouw, geplaatst in de castellumwal.

1.36 castellumwal:

een gebouwde voorziening ten behoeve van het castellum, in de vorm van een lange muur/wal.

1.37 culturele voorzieningen:

voorzieningen gericht op kunst, ontspanning, vrijetijdsbesteding en vermaak, zoals theaters, bioscopen, musea en muziekcentra.

1.38 dak:

een bovenbeëindiging van een gebouw.

1.39 dakopbouw:

een ondergeschikte opbouw op het dakvlak van een gebouw, ten behoeve van voorzieningen zoals trappenhuizen, luchtbehandelings- en liftinstallaties.

1.40 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder worden niet verstaan afhaalzaken.

1.41 dienstverlening:

dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus e.d.. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.

1.42 evenementen:

een georganiseerde, publieke en bijzondere gebeurtenis.

1.43 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.44 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.45 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.

1.46 kantoor:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat dient voor de bedrijfsmatige uitoefening van administratieve werkzaamheden en voor zakelijke dienstverlening.

1.47 kap:

een gesloten en (gedeeltelijk) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk.

1.48 kassen:

bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.

1.49 kelder:

het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of vrijwel gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen wordt begrensd en dat geheel onder het (straat)peil is gelegen.

1.50 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van recreatieve activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.

1.51 Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging':

de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van bedrijfsactiviteiten aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende woonomgeving.

1.52 Lijst van Horeca-activiteiten:

de Lijst van Horeca-activiteiten (LvH) die onderdeel uitmaakt van deze regels, die een onderverdeling van horeca-activiteiten aangeeft, die een gelijke of nagenoeg gelijke invloed hebben op een nabij gelegen of omringende woonomgeving.

1.53 maatschappelijke voorzieningen:

voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs, kinderopvang, buitenschoolse opvang, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.54 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.55 onderbouw:

een kelder of een souterrain.

1.56 parasite:

een flexibel en verplaatsbaar bouwwerk, ontworpen door beeldend kunstenaars en architecten.

1.57 peil:

  1. a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
  2. b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  3. c. voor gebouwen die grenzen aan een dijk: de hoogte van de kruin van de dijk ter plaatse van het bouwwerk.

1.58 plan:

het bestemmingsplan Hoge Woerd, 1e Herziening van de gemeente Utrecht.

1.59 platte afdekking:

een (min of meer) horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw of bijzondere bouwlaag, dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw dan wel de bijzondere bouwlaag beslaat.

1.60 plattelandswinkel:

winkel waarin verkoop plaatsvindt van agrarische producten die ter plekke of in de directe omgeving van de plattelandswinkel vervaardigd of bewerkt worden en vergelijkbare producten van elders om tot een compleet assortiment te komen.

1.61 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.62 (raam)prostitutiebedrijf:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin prostitutie plaatsvindt, bij een raamprostitutiebedrijf voorzien van één of meer vitrines. Hieronder vallen ook erotische massagesalons en prostitutiehotels.

1.63 seksinrichting:

een inrichting waaronder in ieder geval wordt verstaan een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.

1.64 Verordening op de Archeologische Monumentenzorg:

de sedert 22 december 2009 van kracht zijnde Verordening op de Archeologische Monumentenzorg van de gemeente Utrecht.

1.65 voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.66 vrijstaand bijbehorend bouwwerk:

een niet aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak, dat functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw is verbonden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de hoogte van een kap:

vanaf de bovenkant goot, c.q de druiplijn, boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot het hoogste punt van de kap.

2.5 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsbepalingen

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. weide-, akker- of tuinbouw (al dan niet met glas) en fruitteelt, kassen, ketelhuizen en trekruimten ten behoeve van een tuinbouwbedrijf;
  2. b. opslag van grond, bodemspecie, afbraak- en bouwmaterialen en puin ten behoeve van het normale onderhoud van gronden en bouwwerken;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - boerderijen en tuinderijen' voor een agrarisch bedrijf met daarbij behorende bedrijfsgebouwen en bedrijfsterreinen, en bij elk agrarisch bedrijf één voor dat bedrijf noodzakelijke bedrijfswoning met daartoe behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken, en kassen, ketelhuizen, hooiberging en silo;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch technisch hulpbedrijf' voor een agrarisch technisch hulpbedrijf, waarbij bedrijven toelaatbaar zijn waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten die ten behoeve van agrarische bedrijven, zoals loonbedrijven, bedrijven ter vervaardiging voor de reparatie of het onderhoud van landbouwmachines of - werktuigen, en maximaal één bedrijfswoning voor toezicht en beheer;
  5. e. de bij deze bestemming behorende groenvoorzieningen, water, tuinen, erven en terreinen.

3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in

  1. a. 3.2.1 lid f en toestaan dat een tweede bedrijfswoning wordt opgericht, mits de bedrijfswoning noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering en een inhoud heeft van maximaal 400 m3, de bouwhoogte van de bedrijfswoning maximaal 8.50 meter bedraagt en de goothoogte maximaal 5.50 meter bedraagt;
  2. b. 3.2.1 lid g en toestaan dat een tweede bedrijfswoning wordt opgericht, mits de bedrijfswoning noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering, de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 400 m3 bedraagt, de bouwhoogte van de bedrijfswoning maximaal 8.50 meter bedraagt en de goothoogte maximaal 5.50 meter bedraagt, en het bouwperceel tot maximaal 80% wordt bebouwd;
  3. c. 3.2.1 lid h indien dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
  4. d. dit artikel in die zin dat mag worden afgeweken van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen ten behoeve van de vergroting met maximaal 10% van het bouwperceel en wanneer het een bouwperceel betreft van een veeteeltbedrijf tot maximaal 1.50 hectare, indien dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering.

3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone- wijzigingsgebied' de bestemming 'Agrarisch' te wijziging ten behoeve van woningen.

Artikel 4 Cultuur En Ontspanning - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspanning - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een educatief, cultureel en archeologisch park met bijbehorende dierenweiden, dierenverblijven, (moes)tuinen, speeltuinen, tweetal parasites, schuren, kassen, schuilstallen, en daarmee gelijk te stellen functies;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - castellumpaviljoen' voor een castellumpaviljoen ten behoeve van kunstzinnige vorming, theater, museum, recreatieve en/of educatieve voorzieningen, of daarmee gelijk te stellen functies, en daarmee ondergeschikte en samenhangende vergadervoorzieningen, en een castellumwal en -poort;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - castellumwal' voor:
  • een castellumwal ten behoeve van kunstzinnige vorming, theater, museum, vergader- en/of educatieve voorzieningen, of daarmee gelijk te stellen functies, dierenverblijven en een viertal castellumpoorten;
  • horeca die samenhangend is met de functies, zoals genoemd onder b, in de categorie A2 van de Lijst van Horeca-activiteiten tot een oppervlakte van maximaal 115m2 en in de categorie D1 van de Lijst van Horeca-activiteiten met een oppervlakte van maximaal 300m2, met bijbehorende terrassen tot een maximale oppervlakte van 300m2;
  • detailhandel die ondergeschikt is aan en samenhangend is met de functies zoals genoemd in lid b tot een oppervlakte van maximaal 50m2;
  • evenementen met inachtneming van het bepaalde in artikel 4.4 met dien verstande dat evenementen, horeca en zaalverhuur niet zijn toegelaten boven op de open omloop van de castellumwal.
  1. d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' voor een onderdoorgang onder de castellumpoorten, toegelaten zijn een poort met entreedeuren aan beide zijden;
  2. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - wachttoren' voor een wachttoren met bijbehorende omheining;
  3. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer -1' zijn de gronden mede bestemd voor een doorgaande voetgangersroute (Het Romeinse pad) en een openbare ruimte.
  4. g. de bij deze bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, fiets- en wandelpaden, nutsvoorzieningen, water, waterbeheer en waterberging, tuinen, erven en terreinen.

4.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken gebruiksregels

Burgemeester en wethouders mogen afwijken van lid 4.4.2 onder a en maximaal 1500 bezoekers per dag toestaan in de volgende gevallen:

  1. a. de verkeersaantrekkende werking en de parkeerbehoefte van een evenement is gezien de aard of de doelgroep van het evenement laag;
  2. b. er is voorzien in voldoende parkeergelegenheid binnen een straal van 1 km van het Castellum.

Artikel 5 Cultuur En Ontspanning - 2

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en ontspanning - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (moes)tuinen, kleinschalige fruitteelt, speeltuinen, educatieve voorzieningen en daarmee gelijk te stellen functies;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor een plattelandswinkel, tot een oppervlakte van maximaal 150 m2 en aan deze functie gerelateerde additionele horeca, en ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor de bij deze bestemming behorende opslag;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'kassen' voor (onder andere cultuurhistorische) kassen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - schoorsteen' voor een schoorsteen, met bijbehorend stookhuis en brandstofopslag;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal één bedrijfswoning;
  6. f. de bij deze bestemming behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water, erven en terreinen.

5.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

5.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.1 a lid a en toestaan dat een gebouw geheel of gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m2 bedraagt;
  2. b. de hoogte van de gebouwen maximaal 3 meter bedraagt;
  3. c. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    1. 1. de milieusituatie;
    2. 2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Groen - 1

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. ontsluitingswegen;
  4. d. in- en uitritten;
  5. e. bermen en bermsloten;
  6. f. nutsvoorzieningen;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. parkeren;
  9. i. water, waterbeheer en waterberging;
  10. j. recreatief gebruik;
  11. k. ongebouwde parkeervoorzieningen;
  12. l. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen, kunstwerken waaronder duikers, bruggen en faunapassages.

6.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

Artikel 7 Groen - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Groen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, gazons en beplantingen;
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. bermen en bermsloten;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. water, waterbeheer en waterberging;
  7. g. recreatief gebruik;
  8. h. bestaande ontsluitingswegen ten behoeve van kruisend autoverkeer;
  9. i. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen en kunstwerken waaronder duikers, bruggen en faunapassages.

7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de sociale veiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'ambachtelijke leerwerkbedrijven' tevens voor een aan deze bestemming gerelateerd ambachtelijk leerwerkbedrijf tot maximaal categorie B1 uit de Lijst van Bedrijven functiemenging, en aan deze functie gerelateerde additionele horeca;
  3. c. de daarbij behorende verkeers-, en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, water, erven en terreinen en in- en uitritten.

8.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. fiets- en voetpaden;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. waterbeheer en waterberging;
  6. f. water en kruisingen met water;
  7. g. hoogwaardig openbaar vervoerbanen;
  8. h. geluidwerende voorzieningen;
  9. i. de daarbij behorende groenvoorzieningen, ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen en kunstwerken waaronder duikers, bruggen en faunapassages.

9.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

Artikel 10 Verkeer - Verblijfsgebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verkeers- en verblijfsgebied voor gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. fiets- en voetpaden;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. waterbeheer en waterberging;
  6. f. water en kruisingen met water;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. de bij deze bestemming behorende groenvoorzieningen, ondergrondse afvalinzamelvoorzieningen, fietsenstallingen en kunstwerken, waaronder duikers, bruggen en faunapassages.

10.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

10.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder a en b voor:

  1. a. gebouwen met een oppervlakte van maximaal 20 m2;
  2. b. gebouwen met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen met bijbehorende taluds;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterbeheer en waterberging;
  4. d. kruisingen met wegverkeer;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. bermen;
  7. g. kademuren, steigers en kunstwerken zoals duikers, bruggen en faunapassages.

11.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

Artikel 12 Wonen - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed & breakfast;
  2. b. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

12.3 Specifieke gebruiksregels

12.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 12.3.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemening', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.

Artikel 13 Wonen - 2

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed & breakfast;
  2. b. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

13.3 Specifieke gebruiksregels

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 13.3.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.

Artikel 14 Wonen - 3

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen al dan niet in combinatie met een aan- huis- verbonden beroep- of bedrijf dan wel een bed & breakfast;
  2. b. de bij deze bestemming behorende tuinen, erven, water en parkeervoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

14.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.

14.4 Specifieke gebruiksregels

14.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 14.4.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'.

Artikel 15 Wonen (Uit Te Werken)

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen (uit te werken) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. de daarbij behorende verkeers-, parkeer- en groenvoorzieningen, water en kruisingen met water, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

15.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 15.1 bedoelde bestemming uit met inachtneming van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, het gestelde in artikel 20 lid 20.1 'geluidzone - weg', en de volgende uitwerkingsregels:

  1. a. het aantal woningen mag maximaal 18 bedragen;
  2. b. de bouwhoogte van de woningen mag maximaal 15 meter bedragen;
  3. c. de inhoud van de woning mag maximaal 800 m3 bedragen;
  4. d. in afwijking van het bepaalde onder c. mag de inhoud van ten hoogste één woning maximaal 1.000 m3 bedragen;
  5. e. op de gevel(s) van een woning mag de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder of de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (hogere waarde) ingevolge het besluit Hogere waarde, met inachtneming van de in dit besluit gestelde voorwaarde(n), niet overschrijden;
  6. f. een bouwperceel mag tot maximaal 35% worden bebouwd, inclusief bijbehorende bouwwerken;
  7. g. de afstand tussen de perceelsgrens grenzend aan de weg, wegen en/of groen en de voorgevel van het hoofdgebouw, mag niet minder bedragen dan 2 meter;
  8. h. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per hoofdgebouw met een inhoud van maximaal 800 m3 niet meer bedragen dan 50 m2, en per hoofdgebouw met een inhoud van maximaal 1.000 m2 niet meer bedragen dan 75 m2;
  9. i. de bijbehorende bouwwerken dienen gesitueerd te worden minimaal 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde hiervan;
  10. j. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen, vermeerderd met 0.25 meter en met een maximum van 4 meter;
  11. k. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag maximaal 4.5 meter bedragen en de goothoogte maximaal 3 meter;
  12. l. op de gronden gelegen vóór (het verlengde van) en tot 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw, mogen uitsluitend erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 1 meter worden gebouwd; de bouwhoogte van de overige erfafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen;
  13. m. in afwijking van het gestelde onder k. mag de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter bedragen;
  14. n. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:
    1. 1. het vloeroppervlak ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, tot een maximum van 60 m²;
    2. 2. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', dan wel bedrijfsactiviteiten waarvoor geen milieuvergunning is vereist;
    3. 3. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
    4. 4. geen sprake is van detailhandel, horeca, afhaalzaken en/of belhuizen.

15.3 Bouwregels

  1. a. Binnen deze bestemming mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft verkregen en krachtens het in een zodanig plan bepaalde.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.3 onder a. ten behoeve van het oprichten van bouwwerken voordat de bestemming overeenkomstig lid 15.2 is uitgewerkt en onherroepelijk is geworden mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. a. de op te richten bebouwing in overeenstemming is met een reeds vastgestelde uitwerkingsplan of met een daarvoor gemaakt ontwerp, ofwel met een document zoals een concept-uitwerkingsplan, waaruit de inpasbaarheid in de integrale uitwerking redelijkerwijs overzienbaar is;
  2. b. belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijzen tegen het ontwerp van het uitwerkingsplan dan wel het bouwplan mondeling en/of schriftelijk kenbaar te maken.

Artikel 16 Waarde - Archeologie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden en verwachting.

16.2 Specifieke gebruiksregel

Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen, het handelen in strijd met de Verordening op de Archeologische Monumentenzorg.

Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen

Artikel 17 Antidubbeltelbepaling


Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 18 Algemene Bouwregels

  1. a. Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappenhuizen, hellingbanen, entreeportalen, veranda's en afdaken en andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde genoemd onder a. voor het overschrijden van bouw- en/of bestemmingsgrenzen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels door tot gebouwen behorende balkons, afdaken, erkers e.d., mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 meter en waarbij de vrije hoogte tot aan het peil minimaal 2,2 meter bedraagt.
  3. c. De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende bepalingen:
    1. 1. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
    2. 2. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
    3. 3. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
    4. 4. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
    5. 5. de ruimte tussen bouwwerken.

Artikel 19 Algemene Gebruiksregels

Onder met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruik van of het laten gebruiken van:

  1. a. onbebouwde gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
  2. b. onbebouwde gronden en/of bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
  3. c. stacaravans en recreatiewoningen voor permanente bewoning;
  4. d. onbebouwde gronden als kampeerterrein;
  5. e. vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  6. f. onbebouwde gronden als opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  7. g. onbebouwde gronden als stortplaats voor puin en afvalstoffen, voor zover dit niet betreft het storten of opslaan in bij gebouwen behorende tuinen van geringe hoeveelheden afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van die tuinen.

Artikel 20 Algemene Aanduidingsregels

20.1 geluidzone - weg

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg' mogen geen woningen worden gerealiseerd.

Artikel 21 Algemene Afwijkingsregels


Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de bestemmingsbepalingen voor het toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. het plaatsen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van vlucht- en/of noodtrappen;
  4. d. het overschrijden van de maximale bouwhoogte van gebouwen voor het plaatsen van hekwerken of borstweringen ten behoeve van dakterrassen, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte met niet meer dan 1,50 meter mag worden overschreden;
  5. e. de bestemmingsbepalingen voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
  6. f. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
  7. g. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 55 meter;
  8. h. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtkokers, liftkokers, trappenhuizen, lichtkappen en andere ondergeschikte bouwdelen.

Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels

  1. a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van het vestigen van een kinderdagverblijf, mits deze geen onevenredige nadelige gevolgen voor de omgeving heeft, in de vorm van geluids-, verkeers- of parkeeroverlast en is aangetoond dat er voor de realisatie van het kinderdagverblijf geen milieutechnische belemmeringen zijn van de milieuaspecten luchtkwaliteit, externe veiligheid, milieuzonering en verkeerslawaai.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 23 Overgangsrecht

23.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
  3. 3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

23.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 24 Slotregel


Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Hoge Woerd, 1e Herziening.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

In juli 2011 is het bestemmingsplan “Hoge Woerd” vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft tot doel om in het gebied Hoge Woerd in de wijk Leidsche Rijn een groen, cultureel/ archeologisch park te ontwikkelen. De gronden hebben een rijke geschiedenis en de plek zal plaats bieden aan verschillende publieke functies, zoals een archeologiepaviljoen, een museum, een centrum voor Natuur- en milieueducatie, een theater, zalenverhuur en horeca en het cultuurhuis. Deze functies krijgen een plek in het Castellum.

Het bestemmingsplan “Hoge Woerd” is op 12 juli 2012 onherroepelijk geworden. Hierin heeft het Castellum de bestemming 'Cultuur en Ontspanning – 1' gekregen. Op basis van deze bestemming zijn een educatief, cultureel en archeologisch park toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'castellumpaviljoen' zijn theater, museum, recreatieve en/of educatieve voorzieningen toegelaten. Binnen de bestemmingen Groen-2 zijn in zijn algemeenheid evenementen toegelaten.

De gemeente Utrecht heeft in overleg met exploitanten onderzocht hoe de uitwerking van het Castellum er uit komt te zien. Daarbij wordt zowel gekeken naar het belang van de exploitanten als naar het belang van de omwonenden. Om te voorkomen dat bewoners gedurende vele malen per jaar geconfronteerd worden met geluidsoverlast is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat er regels gesteld moeten gaan worden met betrekking tot hetgeen er aan evenementen aanvaardbaar is en welke geluidsniveaus geproduceerd mogen worden. In beginsel is geluid in de openlucht geregeld via een evenementenvergunning op basis van de APV. In beginsel zal per evenement een vergunning moeten worden aangevraagd. Echter om te komen tot een goede afweging voor de vergunningverlening APV is het gewenst om in beeld te hebben hoeveel evenementen per jaar in totaal gewenst zijn bij het Castellum. Besloten is om een dergelijke regeling ook in een bestemmingsplan te verankeren.

Tot slot bleek dat er een omissie in het bestemmingsplan "Hoge Woerd" staat met betrekking tot bouwwerken binnen de bestemming Groen-2.

1.2 Doelstelling

De hoofddoelstelling van het bestemmingsplan is om het bestemmingsplan "Hoge Woerd" aan te passen, zodat het aantal evenementen bij het Castellum gemaximeerd wordt evenals de bijbehorende productie van geluid.
Door het opnemen van een regeling ten aanzien van evenementen en geluidsplafonds wordt duidelijkheid gegeven aan zowel de exploitanten als de omwonenden.

Daarnaast is het doel om een omissie in de regels van de bestemming Groen te herstellen en evenementen binnen deze bestemming te schrappen.

Het bestemmingsplan sluit voor het overige zo veel mogelijk aan bij het moederplan "Hoge Woerd".

1.3 Ligging En Begrenzing Plangebied

1.3.1 Ligging

Het plangebied Hoge Woerd is de meest zuidoostelijke punt van het Maxima Park, in het hart van het nieuwe stadsdeel Leidsche Rijn, gelegen aan de westkant van Utrecht. Het plangebied is exact gelijk aan het vigerende bestemmingsplan "Hoge Woerd".

afbeelding "i_NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD1EHERZ-VA03_0001.png"

Afbeelding 1: ligging

1.3.2 Begrenzing

Het plangebied ligt ten noorden van de rivierloop Leidsche Rijn en woongebied De Woerd, ten zuiden van het spoor tussen Utrecht en Den Haag, ten westen van de woongebieden Parkwijk en Langerak en ten oosten van de wijk Vleuterweide en de kern De Meern.

1.4 Vigerende Bestemmingsplannen

Binnen het gebied vigeert het volgende bestemmingsplan:

bestemmingsplan Vastgesteld door raad Onherroepelijk
Hoge Woerd 28 juni 2011 12 juli 2012

1.5 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 bevat een verwijzing naar de relevante beleidskaders. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de bestaande en de nieuwe juridische situatie. Het uitgevoerde akoestisch onderzoek komt in hoofdstuk 4 aan bod. Hoofdstuk 5 gaat in op de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 6 komt de juridische toelichting op de planregels aan bod.

Hoofdstuk 2 Relevante Beleidskaders

In het vigerende bestemmingsplan "Hoge Woerd" zijn alle relevante beleidskaders uitvoerig beschreven. Aan het Rijksbeleid en provinciaal beleid is in 2012 de Ladder voor duurzame verstedelijking toegevoegd.

Onderhavig bestemmingsplan is opgesteld om het aantal evenementen per jaar te reguleren. Daarbij worden ook grenzen gesteld aan de maximaal toegestane geluidsproductie.

Gezien het bovenstaande wordt voor de beschrijving van de relevante beleidskaders verwezen naar het bestemingsplan "Hoge Woerd" (NL.IMRO.0344.BPHOGEWOERD-0601) met uitzondering van de hieronder opgenomen Ladder van duurzame verstedelijking.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking (Bro 3.1.6 tweede lid) (2012)

De 'ladder voor duurzame verstedelijking' is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en vastgelegd als procesvereiste in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro bepaalt dat voor onder meer bestemmingsplannen de treden van de ladder moet worden doorlopen. Doel van de ladder voor duurzame verstedelijking is een goede ruimtelijke ordening in de vorm van een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. Met de ladder voor duurzame verstedelijking wordt een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten nagestreefd.

De ladder bestaat uit het doorlopen en motiveren van de volgende stappen:

  1. a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  2. b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door be-nutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anders-zins, en;
  3. c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

In de provinciale ruimtelijke structuurvisie heeft de provincie Utrecht de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen en uitgewerkt in de Utrechtse ladder voor duurzaam ruimtegebruik. Voor de toetsing van dit beleid wordt daarom verwezen naar paragraaf 2.2.1.2.

Dit bestemmingsplan voorziet in een planologische functieverbreding op een bestaand perceel. Voor dit initiatief is in de SVIR geen specifiek ruimtelijk beleid van toepassing. Het initiatief is niet in strijd met de uitganspunten uit de SVIR.

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028 (2013)

Hoofdstuk 3 Bestaande En Nieuwe Situatie

3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de huidige en toekomstige situatie. Onderhavige herziening van het bestemmingsplan "Hoge Woerd" betreft slechts een aanpassing van de regels met betrekking tot het toestaan van evenementen en de aanpassing van de bouwregels in de bestemming Groen-2.

3.2 Bestaande Situatie

Bestemming Cultuur en ontspanning

Het bestemmingsplan “Hoge Woerd” is 12 juli 2012 onherroepelijk geworden. In dit bestemmingsplan heeft het Castellum de bestemming 'Cultuur en Ontspanning – 1' gekregen. Op basis van deze bestemming zijn een educatief, cultureel en archeologisch park toegelaten. Ter plaatse van de aanduiding 'castellumpaviljoen' zijn theater, museum, recreatieve en/of educatieve voorzieningen toegelaten. Binnen de bestemming Groen zijn in zijn algemeenheid evenementen toegelaten.

De mogelijkheid om evenementen toe te staan binnen de bestemming Groen is niet gekwanticeerd. In het bestemmingsplan is niet aangegeven hoeveel evenementen per jaar er georganiseerd mogen worden en van welke omvang. Tevens is niet bepaald welke hoeveelheid geluid mag worden geproduceerd. De beschreven wijze van bestemmen levert (rechts)onzekerheid op voor omwonenden en ondernemers. Een en ander zou kunnen leiden tot aanvragen om tegemoetkoming van planschade.

Doeleindenomschrijving 'Groen - 1' en bestemming 'Groen - 2'

Het huidige bestemmingsplan maakt onderscheid tussen Groen 1 en Groen 2. Het grootste verschil is dat binnen 'Groen - 1' functies gerelateerd aan verkeersdoeleinden zijn toegelaten, zoals ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen. Verder zijn in 'Groen - 2' evenementen toegelaten, die niet in 'Groen - 1' zijn toegelaten.

Bouwregels 'Groen - 1' en 'Groen - 2'

Ten aanzien van de bouwregels zit er in het bestemmingsplan "Hoge Woerd" een verschil in de regeling van de bestemmingen Groen-1 en Groen-2. Hieronder zijn beide regelingen weergegeven:

Bestemming Groen-1

6.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen.

Bestemming Groen-2
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

7.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke niet meer dan 1.80 meter hoog mogen zijn.

In de regeling van van de bestemming 'Groen 2' kan bij een letterlijke lezing de conclusie worden getrokken dat binnen deze bestemming niet alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan, maar ook gebouwen, waarbij uitsluitend voor de categorie bouwwerken, geen gebouwen zijnde een maximale hoogte is vastgesteld.

3.3 Nieuwe Situatie

Bestemming Cultuur en ontspanning - 1

Op de verbeelding zal de bestemming Groen-2 worden uitgebreid op de gronden waar thans de bestemming Cultuur- en ontspanning - 1 ligt ter plaatse van het castellum. Dit gebeurt aan de westzijde evenwijdig aan de Tyfoon en aan de zuidzijde evenwijdig aan de Vicuslaan. Door het opnemen van een groenbestemming wordt duidelijk aangegeven dat het castellum en hierbij behorende gronden tot het park behoren.

Op de verbeelding zal de aanduiding castellumwal worden opgenomen om de buitenkant van muren van het castellum. Het binnenterrein, de castellumwal en het paviljoen vallen binnen deze aanduiding. Het is de bedoeling dat binnen deze aanduiding alle activiteiten toegelaten zijn. De aanduiding horeca uit het vorige plan is komen te vervallen, want horeca valt nu ook binnen de aanduiding castellumwal. Buiten het castellum zijn de gronden bedoeld voor de aanleg van het park.

Gezien hetgene gesteld in paragraaf 3.2 is het gewenst om het bestemmingsplan “Hoge Woerd” aan te passen. Door het opnemen van een regeling t.a.v. evenementen en geluidsplafonds wordt duidelijkheid gegeven aan zowel exploitanten als omwonenden.

In de planregels zal worden aangegeven hoeveel evenementen er jaarlijks mogen worden georganiseerd. Daarbij zal een onderscheid worden gemaakt naar kleine en grote evenementen. Tevens wordt aangegeven wat de maximale geluidbelasting mag zijn op 15 meter van het podium en ter hoogte van de gevels van de omliggende woningen.

Maximaal 60 dagen per jaar zijn maximaal 1000 bezoekers per dag toegelaten. Dit zijn zowel bezoekers aan een evenement als aan het Castellum. De locatie is geschikt om circa 1000 bezoekers gelijktijdig op te vangen. Tot 1000 bezoekers, zijn er in de reguliere situatie voldoende parkeerplaatsen bij het Castellum aanwezig.

Daarnaast zijn maximaal 15 dagen per jaar evenementen toegelaten met maximaal 3500 bezoekers per dag.

Maximaal 2 dagen per jaar zijn maximaal 7000 bezoekers per dag toegelaten. Ook hierbij gaat het om bezoekers aan het Castellum en het evenement tezamen. Dit aantal is gebaseerd op de verwachting van de exploitanten tezamen tijdens een groot evenement. Verder is het doel van deze herziening de eventuele overlast van evenementen te beperken. Het is ook denkbaar dat er evenementen worden georganiseerd die geen geluid produceren, maar waar wel veel bezoekers aantrekken. Het is daarom gewenst om ook het maximum aantal bezoekers per dag en per jaar vast te leggen.

Bij wijkgebonden midden-grote en grote evenementen geldt dat er aanvullende maatregelen verkeer en parkeren in het gebied genomen zullen worden.

Verder is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om in plaats van 1000 bezoekers 1500 bezoekers toe te laten. Deze afwijkingsmogelijkheid is opgenomen, omdat niet alle evenementen evenveel parkerende auto's aan zullen trekken.

Daarnaast wordt de regeling met betrekking tot horeca aangepast. Er is een restaurant (categorie D1) toegelaten met een oppervlakte van maximaal 300m2. Daarnaast is in de torens zaalverhuur toegelaten (categorie A2). De totale oppervlakte van de zaalverhuur is maximaal 115 m2. Daarnaast is additionele horeca toegestaan, bijvoorbeeld in de vorm van drank schenken in de foyer ten behoeve van theaterbezoekers. Tot slot is een terras toegelaten op het binnenterrein met een maximale oppervlakte van 300m2.

Tot slot wordt maximaal 50m2 detailhandel toegelaten, zodat een museumwinkel o.i.d. mogelijk is.

Doeleindenomschrijving 'Groen - 2'

In de bestemming 'Groen - 2' worden evenementen geschrapt.

In de bestemming 'Groen - 2' worden ontsluitingswegen beperkt tot bestaande ontsluitingswegen.

Bouwregels 'Groen - 2'

Ten aanzien van de bouwregels in de bestemmingen Groen-1 en Groen-2 wordt dezelfde regeling gehanteerd. De bouwregels van Groen - 2 komen te luiden:

"Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd onder de voorwaarde dat de hoogte maximaal 3 meter bedraagt, met uitzondering van terrein- en erfafscheidingen welke maximaal 1.80 meter mogen bedragen."

Lijst van horeca-activiteiten

In dit bestemmingsplan is de 'nieuwe' lijst van horeca-activiteiten opgenomen. Het voornaamste verschil ten opzicht van de 'oude' lijst is dat categorie A is gesplitst in A1 en A2. Onder categorie A2 valt uitsluitend zaalverhuur.

Hoofdstuk 4 Onderzoek En Randvoorwaarden

4.1 Inleiding

In het kader van het bestemmingsplan Hoge Woerd zijn reeds de nodige onderzoeken uitgevoerd. In dit bestemmingsplan zijn aanvullende onderzoeken uitgevoerd: akoestisch onderzoek en een mobiliteitsonderzoek.

4.2 Het Akoestisch Onderzoek

In opdracht van de gemeente Utrecht is een onderzoek uitgevoerd naar het geluid in de (woon)omgeving ten gevolge van mogelijke evenementen die worden gehouden op het binnenterrein van het Castellum. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de uitgevoerde onderzoeken, de conclusies en de aanbevelingen. De onderzoeken zijn toegevoegd als bijlagen 1, 5 en 6 bij deze toelichting.

In het Castellum zullen voornamelijk kleinschalige evenementen gaan plaatsvinden. Enkele keren per jaar zal er een groter evenement plaatsvinden waarbij enkele duizenden (maximaal 7000) bezoekers aanwezig kunnen zijn. Voor de evenementen die op het binnenterrein van het Castellum gaan plaatsvinden dienen vergunningen in het kader van de Algemeen Plaatselijke Verordening te worden aangevraagd.

Bij een evenement kan sprake zijn van geluid ten gevolge van menselijk stemgeluid, bijvoorbeeld een braderie waarbij geen versterkt geluid is, maar wel stemgeluid. Uit het aangepaste akoestische onderzoek blijkt dat de geluidbelasting door het stemgeluid binnen acceptabele grenzen blijft.

In de akoestische onderzoeken is uitgegaan van versterkt geluid vanaf het binnenterrein met een ommuring van 5,5 meter hoog. Op het moment dat versterkt geluid wordt gemaakt vanaf de muur is de geluidbelasting op de gevels van de woningen in de buurt hoger dan wanneer geluid afkomstig is van het binnenterrein. Naast het geluid via een versterker kan er ook geluid komen van mensen die op de muur lopen. De muur heeft enige afscherming, maar als er veel mensen tegelijk op de omloop zijn kan er geluidhinder optreden. De bestemmingsregeling beoogt dergelijke hinder te voorkomen door de functies die zo'n situatie laten ontstaan, namelijk horeca, zaalverhuur en evenementen, niet op de muur toe te staan. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.

Om te borgen dat er na 23.00 uur geen versterkt geluid ten gehore wordt gebracht, is een eindtijd opgenomen in de regels.

4.2.1 Aantal evenementen en bezoekersaantallen

Er zijn per jaar maximaal 77 dagen met evenementen toegelaten. Maximaal 60 dagen per jaar zijn maximaal 1000 bezoekers per dag toegelaten. Dit zijn zowel bezoekers aan een evenement als aan het Castellum. Wel is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om in plaats van 1000 bezoekers 1500 bezoekers toe te laten. Deze afwijkingsmogelijkheid is opgenomen, omdat niet alle evenementen evenveel parkerende auto's aan zullen trekken.

Daarnaast zijn maximaal 15 dagen per jaar evenementen toegelaten met maximaal 3500 bezoekers per dag. Tot slot zijn maximaal 2 dagen per jaar maximaal 7000 bezoekers per dag toegelaten. Ook hierbij gaat het om bezoekers aan het Castellum en het evenement tezamen.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan is een inschatting gemaakt van het voor de exploitanten van het Castellum en voor derden benodigde aantal buitenevenementen. Daarbij is rekening gehouden met het gegeven dat Utrecht een van de belangrijkste Nederlandse evenementensteden is en dat een spreiding van het aantal evenementen over de stad noodzakelijk is.

4.2.2 Versterkt geluid

Het geluidniveau van evenementen mag in de periode tussen 09.00 uur en 23.00 uur gedurende maximaal 37 dagen per jaar meer dan 40 dB(A) bedragen. Gezien de reeds bestaande vaste evenementen in het Castellum (Romeinendag, Leidsche Rijn Festival, Uitfeest, Avondvierdaagse, Lazy Sunday Afternoon en Zomerse Zondagen) zijn wij van mening dat de toegestane 37 dagen per jaar aansluiten bij de behoefte aan het aantal evenementendagen in het Castellum. In overleg met de exploitanten van het Castellum is besloten het aantal evenementen met een toegelaten geluidbelasting van 45 dB(A) op de gevels van woningen rond het Castellum in de avondperiode (tussen 19.00 uur en 23.00 uur) te verminderen van maximaal 25 naar maximaal 15 avonden per jaar.

Bij de grote evenementen (95 dB(A) op 15 m afstand van het podium) bedraagt het immissieniveau ter hoogte van de woningen ten hoogste 67 dB(A) en 81 dB(C). Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de geluidgrenswaarden zoals deze zijn opgenomen “Beleidsregel Geluidsnormen bij buitenevenementen” van de gemeente Utrecht van 80 dB(A) en 95 dB(C). Ook wordt voldaan aan de maximale grenswaarde die volgt uit de nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van 70 à 75 dB(A). Omdat reeds bij grote evenementen wordt voldaan aan de geluidgrenswaarden, wordt er automatisch voldaan aan de grenswaarden bij situaties van middelgrote en kleine evenementen. Indien uitsluitend de “Beleidsregel Geluidsnormen bij buitenevenementen” zou worden toegepast bij de beoordeling van de evenementen die op het binnenterrein van het Castellum geprojecteerd zijn, zou dat kunnen leiden tot een situatie dat wekelijks een groot en luidruchtig evenement zou plaatsvinden. Dit lijkt een voor de woonomgeving niet gewenste en voor de beoogde exploitatie niet benodigde situatie.

Daarom zijn in dit bestemmingsplan specifieke gebruiksregels opgenomen voor versterkt geluid.

Naar aanleiding van de tussenuitspraak van de Raad van State van 13 december 2017 is ervoor gekozen de volgende verdeling te hanteren waarbij meer dan 40dB op de gevel wordt verwacht:

Evenementen laag geluidsniveau
- maximaal 25 maal per jaar, maximaal 15 avonden per jaar
- maximaal geluidsniveau van 73 dB(A) en 79 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 45 dB(A) en 59 dB(C) ter hoogte van gevels van de woningen

Evenementen gemiddeld geluidsniveau
- maximaal 10 maal per jaar
- maximaal geluidsniveau van 85 dB(A) en 91 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 57 dB(A) en 71 dB(C) ter hoogte van de gevels van de woningen

Evenementen hoog geluidsniveau
- maximaal 2 maal per jaar
- maximaal geluidsniveau van 95 dB(A) en 101 dB(C) op 15 m afstand van het podium
- maximaal 67 dB(A) en 81 dB(C) ter hoogte van de gevels van de woningen

De akoestische impact voor de woonomgeving kan als volgt kort worden omschreven:

- Bij evenementen met een laag geluidsniveau treedt een geluidsniveau van maximaal 45 dB(A) op bij de gevels van woningen. Een dergelijke geluidsniveau sluit aan bij de waarden voor de avondperiode (tussen 19.00 uur en 23.00 uur) zoals opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit betekent dat deze geluidbelasting in (de tuinen van) de woningen rond Castellum beperkt waarneembaar zal zijn. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat deze geluidbelasting is beperkt tot maximaal 25 dagen per jaar (maximaal 15 avonden per jaar), achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 45 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

- Bij een evenement met een gemiddeld geluidsniveau treedt buiten een geluidsniveau van maximaal 57 dB(A) op. Binnen in woningen zal het geluidsniveau maximaal 40 dB(A) bedragen. Daarbij is uitgegaan van een geluidwering van ten minste 20 dB(A) bij de modernere woningen in de omgeving van het Castellum en van een geluidwering van ten minste 15 dB(A) bij de oudere woningen. Bij geopende ramen of luchtroosters zal het geluidniveau binnen hoger zijn (maximaal gelijk aan het geluidniveau buiten). Gezien de hoogte van de te verwachten geluidbelasting en in aanmerking genomen dat het aantal evenementen in deze categorie is beperkt tot maximaal 10 dagen per jaar tussen 09.00 uur en 23.00 uur, achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 57 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

- Bij een evenement met een hoog geluidsniveau treedt buiten op de gevels een geluidsniveau op van maximaal 67 dB(A). Binnen in woningen zal het geluidsniveau ten hoogste 50 dB(A) bedragen. Ook daarbij is uitgegaan van een geluidwering van ten minste 20 dB(A) bij de modernere woningen in de omgeving van het Castellum en van een geluidwering van ten minste 15 dB(A) bij de oudere woningen. Bij geopende ramen of luchtroosters zal het geluidniveau binnen hoger zijn (maximaal gelijk aan het geluidniveau buiten). Gezien de hoogte van de te verwachten geluidbelasting en in aanmerking genomen dat het aantal evenementen in deze categorie is beperkt tot maximaal 2 dagen per jaar tussen 09.00 uur en 23.00 uur, achten wij een maximaal toelaatbare geluidbelasting van 67 dB(A) in dit geval aanvaardbaar.

Bij het akoestisch onderzoek is uitgegaan van geluid vanaf het binnenterrein, met een geluidwerende werking van de castellummuur. Hierbij is geen rekening gehouden met geluid vanaf de open omloop van de castellummuur. Dit is ook niet gewenst. De functies evenementen, horeca en zaalverhuur zijn daarom niet toegestaan op de omloop van de castellummuur.

Tot slot wordt de eindtijd van een evenement met versterkt geluid via het bestemmingsplan nader beperkt. Op basis van de APV geldt een maximale eindtijd van 23.00 uur op een doordeweekse dag en een eindtijd van 1.00 uur op avonden voorafgaand aan een weekenddag. Bij het Castellum is een eindtijd van 23.00 uur meer passend.

4.3 Mobiliteitsonderzoek

Er is een mobiliteitsonderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in de hoeveelheid te verwachten verkeer en de verschillende mogelijkheden om deze verkeersstromen te sturen en spreiden.

In het integraal mobiliteitsplan (Bijlage 2 van de toelichting) voor Castellum Hoge Woerd staat vanuit mobiliteit aangegeven op welke manier evenementen goed georganiseerd kunnen worden en bezoekersstromen in goede banen worden geleid. In dit mobiliteitsonderzoek worden maatregelen voorgesteld om overlast van parkeren in omliggende wijken te voorkomen. Daarnaast is aangegeven welke voorzieningen nodig zijn om bezoekersstromen in de dagelijkse situatie te faciliteren.

Hieronder staan de conclusies van het mobiliteitsonderzoek:

Er is onderzocht wat de parkeerbehoefte is in de reguliere situatie, zonder evenementen en wat de parkeerbehoefte is als sprake is van een combinatie van een drukke reguliere situatie en een evenement.

Het Castellum ligt in het hart van Leidsche Rijn. De locatie is goed bereikbaar via de A12 en de A2. De doorstroming op de hoofd- en gebiedsontsluitingswegen in Leidsche Rijn is goed. Alleen in de ochtend- en avondspits kan een file ontstaan rond de op- en afritten van de snelwegen. Bij evenementen vormt de verkeersdoorstroming geen probleem.

Ten behoeve van het Castellum zijn 126 parkeerplaatsen aangelegd. Daarnaast zijn in de directe omgeving van het Castellum 71 openbare parkeerplaatsen aanwezig. Deze 71 parkeerplaatsen worden onder meer gebruikt door een kinderdagverblijf. Het piekmoment voor deze functie ligt rond de spits, alleen op een doordeweekse dag. Verder zal het Islamitisch cultureel centrum gebruik maken van deze parkeerplaatsen. De piek van die functie ligt op vrijdagmiddag. Ook worden de parkeerplaatsen gebruikt door de Hindoetempel met een piekgebruik op zondagochtend.

Voor de reguliere situatie op het Castellum, zonder evenement is uitgegaan van maximaal 450 bezoekers per dag. Verkeersbewegingen bij dit aantal passen goed in de omgeving: er zijn voldoende parkeerplaatsen, er ontstaan geen files.


Bij evenementen hangt de hoeveelheid autoverkeer af van het soort evenement, maar ook bijvoorbeeld van het weer. Over het algemeen zullen bij wijkgerichte evenementen meer mensen met de fiets of te voet komen dan bij regionaal gerichte evenementen. Er is bij regionaal gerichte evenementen ook een andere verdeling van mobiliteitsvormen (openbaar vervoer, auto, fiets, voet), ook wel modal split genoemd.


Uit het mobiliteitsplan 2015 blijkt dat bij een wijkgericht evenement met 1000 bezoekers er voldoende parkeerplaatsen zijn.


Bij een regionaal evenement waarbij 1000 bezoekers verspreid over de dag komen zijn er ook voldoende parkeerplaatsen. In het geval van een regionaal evenement waar 1000 bezoekers gelijktijdig komen, is het aantal parkeerplaatsen niet voldoende. Bij een regionaal evenement waar 800 bezoekers gelijktijdig komen, is het aantal parkeerplaatsen wel voldoende.


Voor evenementen waar maximaal 3500 of 7000 bezoekers per dag komen zijn extra verkeersmaatregelen nodig en is het aantal parkeerplaatsen ontoereikend. Het autoverkeer zal dan aan de rand van Leidsche Rijn moeten worden afgevangen. De parkeercapaciteit bij het Castellum is beschikbaar voor verkeer uit Leidsche Rijn zelf. Het overige verkeer zal vanaf de snelwegen en omliggende wegen geleid moeten worden naar alternatieve parkeerplaatsen (bijvoorbeeld bij het AC-restaurant De Meern) eventueel met pendelvervoer.

Op basis van het mobiliteitsonderzoek is door de afdeling Verkeer nog apart een beoordeling gemaakt van de parkeerbehoefte bij een wijkgebonden evenement met maximaal 3500 bezoekers. De conclusie is dat ook bij een wijkgebonden evenement met maximaal 3500 bezoekers er niet voldoende parkeerplaatsen in de directe omgeving zijn en dat er extra maatregelen nodig zijn met aanvullende parkeergelegenheid. Dit wordt geregeld via de evenementenvergunning op basis van de APV.

4.4 Luchtkwaliteit


Het plangebied maakt onderdeel uit van het NSL-project IB-1310 (Ontwikkeling Leidsche Rijn Utrecht), zodat de luchtkwaliteit niet afzonderlijk in beschouwing behoefde te worden genomen.

Desondanks is inmiddels een luchtbeoordeling uitgevoerd op basis waarvan kan worden geconcludeerd dat het bestemmingsplan Hoge Woerd, 1e Herziening voldoet aan artikel 5.16 eerste lid 1, onder a, c en d, van de Wet milieubeheer. Er zijn dus vanuit de Wet milieubeheer geen belemmeringen om het bestemmingsplan vast te stellen. De luchtbeoordeling is opgenomen in Bijlage 3 van deze toelichting.

4.5 Milieu-effectrapportage

Bij onderdeel C van de Bijlage van het Besluit milieueffectrapportage staat aangeven voor welke activiteiten een milieueffectrapportage noodzakelijk zou kunnen zijn. Evenementen staan hier niet meer op. Voor recreatieve activiteiten zoals jachthavens, hotels, vakantiedorpen en dergelijke geldt een drempel van 250.000 bezoekers of meer per jaar. Deze bezoekersaantallen zullen niet gehaald worden bij evenementen in het Castellum. Een milieu-effectrapportage is niet verplicht en ook niet nodig, want de belangrijkste milieueffecten zijn onderzocht.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Onderhavig bestemmingsplan betreft een herziening van de planregels met betrekking tot het toelaten van evenementen. Dit heeft in beginsel geen financiële consequenties. Bovendien kunnen met de aangepaste regeling mogelijk claims ter tegemoetkoming van planschade worden voorkomen. Daarmee is onderhaving bestemmingsplan economisch uitvoerbaar.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

5.2.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Er zijn geen reacties ontvangen van de vooroverlegpartners, zoals het Waterschap of de provincie.

5.2.2 Advies wijkraad

Op 17 december 2014 is het voorontwerp per email verzonden aan de Wijkraad Vleuten De Meern. De wijkraad heeft geen gehoor gegeven aan de uitnodiging om advies uit te brengen over het bestemmingsplan,

5.2.3 Inspraakresultaten

Het voorontwerpbestemmingsplan is gepresenteerd tijdens een informatie-avond op 22 september 2014.

Hoofdstuk 6 Juridische Planopzet

6.1 Inleiding

Het bestemmingsplan is opgesteld volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012). De SVBP 2012 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker en draagt zo bij aan een effectiever en efficiëntere dienstverlening.

6.2 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Hierdoor vervallen diverse gebruikelijke termen voor vergunningen zoals bouwvergunning, sloopvergunning, aanlegvergunning, ontheffing et cetera.

Hieronder worden de meest voorkomende termen weergegeven:

  • De term bouwvergunning wordt omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen; hierna te noemen 'omgevingsvergunning bouwen'.
  • De term sloopvergunning wordt 'omgevingsvergunning voor de activiteit slopen' ;hierna te noemen 'omgevingsvergunning slopen'.
  • De term aanlegvergunning wordt 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'; hierna te noemen 'omgevingsvergunning aanleggen'.
  • De term 'ontheffing' of 'het verlenen van een ontheffing' wordt 'afwijking' of 'afwijken bij omgevingsvergunning'.

6.3 Planvorm


Dit bestemmingsplan is opgesteld aan de hand van de verplichte standaarden. In het geval van deze gedeeltelijke herziening worden alleen de regels gewijzigd. Dat betekent dat de verbeelding (plankaart) ongewijzigd blijft.

De opbouw van de hoofdstukken en de bestemmingsregels is gelijk aan de opbouw van het bestemmingsplan Hoge Woerd. Ten opzichte van dit bestemmingsplan is aan de bestemming 'Cultuur- en ontspanning -1' een lid 4.4 toegevoegd dat specifieke gebruiksregels bevat. Deze specifieke gebruiksregels voorzien in een regeling die evenementen met een muziekgeluidemissie beperkt.

Daarnaast is in de bestemming 'Groen -2' artikel 7.2 bouwregels aangepast, zodat duidelijk is dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten binnen deze bestemming.

6.4 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten

Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. In de bijlagen bij de regels is een toelichting opgenomen op de Lijst van Bedrijfsactiviteiten.

6.5 Lijst Van Horeca-activiteiten

Bij dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de Utrechtse standaardlijst voor horeca-inrichtingen.
Uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor het woon- en leefklimaat kunnen meebrengen, in een bestemmingsplan bij het toelaten van horecabedrijven aan de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden in categorieën horecabedrijven.

In dit bestemmingsplan is een functionele differentiatie in ‘harde’ tot ‘zachte’ typen van horecabedrijven opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type/de categorie horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogt de nadelige invloeden van de vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.

In de bijlagen bij de regels is een toelichting opgenomen op de Lijst van Horeca-activiteiten.

6.6 Handhaving

Door handhaving controleert de overheid of burgers, bedrijven en bijvoorbeeld overheidsorganen zich aan de wet- en regelgeving houden. Onder handhaving wordt verstaan het door controle (toezicht en opsporing) en het toepassen (of dreigen daarmee) van bestuursrechtelijke sancties, bereiken dat het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift wordt nageleefd. De handhaving van de van toepassing zijnde regeling binnen de gemeente Utrecht, wordt uitgevoerd door diverse diensten en afdelingen. Zo wordt namens het college onder andere gehandhaafd op de regels van voorliggend bestemmingsplan. Dit betekent dat de regels voor wat betreft het gebruik en de bebouwingsregels worden gehandhaafd. Dit gebeurt veelal door toetsing tijdens het behandelen van de aanvragen om omgevingsvergunning, maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uitvoering van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Indien er bijvoorbeeld sprake is van illegale ingebruikname van gemeentelijke grond, dan zal hiertegen worden opgetreden.

Doel handhavend optreden

Het doel van het handhavend optreden van de gemeente is niet direct gekoppeld aan de noodzaak van een actueel bestemmingplan. Voor de bewoners van het plangebied is duidelijk waar zij aan toe zijn (qua bouwen, zoals bijvoorbeeld uitbreiding van de woning, en qua gebruik), maar het niet handhaven haalt de effectiviteit van een actueel bestemmingsplan onderuit. De toegevoegde waarde van het verlenen van een omgevingsvergunning voor een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet groot, indien er op andere plaatsen - zonder vergunning - vrijstaande bijbehorende bouwwerken zijn geplaatst. Dit wordt nog eens problematischer zodra een omgevingsvergunning wordt geweigerd, terwijl diverse vergelijkbare bouwwerken reeds illegaal zijn geplaatst. In dit laatste geval is de roep om handhavend op te treden dan ook het grootst.


Wijze van handhaven

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten tot haar beschikking: bestuursdwang en dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk dan wel gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de overtreder. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente wordt afgebroken en de kosten van bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald. Het is tevens mogelijk om, indien er zonder omgevingsvergunning wordt gebouwd en de bouw wordt stilgelegd door middel van een bouwstop, de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan. Het opleggen van een last onder dwangsom betekent bijvoorbeeld dat het illegale gebruik moet worden gestaakt binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn, dan zal de dwangsom in rekening worden gebracht bij de overtreder. Doel van de dwangsom is het onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overtreding. De dwangsom zal dan ook in relatie moeten staan aan (en zal derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat de overtreder heeft bij het voortzetten van de illegaliteit. In het plangebied zal handhavend worden opgetreden tegen het illegale gebruik van bouwwerken en percelen. Bijvoorbeeld het verhuren van opslagruimte ten behoeve van de stalling van caravans, maar ook het gebruik van een winkel als café. Verder zal er bij de bouw worden gecontroleerd op de uitvoering van verleende omgevingsvergunningen. Uiteraard zal er ook gecontroleerd worden of, in het geval van een geweigerde omgevingsvergunning voor een woning, de betreffende woning niet alsnog wordt gebouwd. Voorts zal de gemeente toezien op - onder de Wet milieubeheer vallende - bedrijven. Dit vloeit voort uit de regels van het bestemmingsplan. Indien er immers ter plaatse een bedrijfsactiviteit plaats mag vinden, zal dit qua gebruik (intensiteit en hinder) gehandhaafd worden.

6.6.1 Handhaving evenementen

Het evenementenbeleid van Utrecht staat in de nota "…'t Bruis an alle kant, nota evenementen en festivals in Utrecht, beleid en actieplan 2009-2014". Hierin zijn toezicht en handhaving als aandachtspunten meegenomen. In deze nota staat hierover het volgende:

"De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor de organisatie van een goed en veilig evenement. De organisator is ook verantwoordelijk voor 'schoon, heel en veilig' op het evenemententerrein. Ieder evenement moet voldoen aan de gestelde regels en normen op het gebied van openbare orde en veiligheid, fysieke en sociale veiligheid en overlast voor derden. Het maakt hierbij niet uit welk (beleidsmatig) belang dit evenement voor Utrecht heeft. Uit de vergunning- aanvraag moet blijken op welke manier de organisator aan die verantwoordelijkheid invulling geeft. In de aanvraag staat de opzet van het evenement, de locatie, op te richten bouwwerken (b.v. podia), verwacht aantal bezoekers, voorzieningen voor service en veiligheid (zoals extra toiletten, hekwerk en de inzet van beveiliging). Bij de vergunningverlening (op grond van de APV) wordt op deze elementen getoetst.


Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden.

De organisator is verantwoordelijk voor de organisatie van het evenement, in overeenstemming met de vergunningsaanvraag en de verleende evenementenvergunning. Dit wordt nader toegelicht in de 'Toelichting aanvraagformulier Evenementen in Utrecht' uit 2008.


De gemeente ziet toe op de naleving van de vergunningsvoorwaarden door de organisator.

De politie richt zich bij evenementen op haar kerntaken: de handhaving van de openbare orde en de opsporing van strafbare feiten. Deze verantwoordelijkheden zijn de laatste jaren tot stand gekomen. Het is niet de bedoeling hier de komende jaren veranderingen in aan te brengen."


Geluidsoverlast is de belangrijkste aanleiding voor klachten bij evenementen. Handhaving van overlast bij evenementen heeft prioriteit binnen het gemeentelijk handhavingsbeleid. Hiermee is veel ervaring opgedaan de afgelopen jaren.


Zo nodig kunnen via de evenementenvergunning extra maatregelen worden vereist. Als exploitanten zich niet houden aan de regels van de evenementenvergunning, kunnen nieuwe vergunningen worden geweigerd.

Bijlage 1 Lijst Van Horeca-activiteiten

Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening kan, in verband met de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen, in het bestemmingsplan of een beheersverordening bij het toelaten van horecabedrijven aan de hand van ruimtelijk relevante criteria als aard, omvang en parkeerdruk een onderscheid gemaakt worden in categorieën horecabedrijven. Deze categorieën zijn vastgelegd in het op
18 juni 2012 in werking getreden Ontwikkelingskader horeca Utrecht 2012 en overgenomen in onderstaande Lijst van Horeca-activiteiten.

In de Lijst van Horeca-activiteiten is een functionele differentiatie in 'harde' tot 'zachte' typen van horecabedrijven opgenomen. De regeling geeft een kwalitatieve beperking ten aanzien van het type horecabedrijf dat zich mag vestigen in de woonomgeving. De regeling beoogd de nadelige invloeden van de vestiging van horecabedrijven op het woon- en leefklimaat in de omgeving te voorkomen.

De Lijst van Horeca-activiteiten kent een indeling in vier categorieën. De categorieën van A tot en met D lopen af in de zwaarte van de overlast die horecabedrijven voor omwonenden kunnen meebrengen. In geval van meerdere soorten activiteiten in één inrichting telt de activiteit in de zwaarste categorie voor de type-indeling van de inrichting.

De volgende categorieën van horecabedrijven zullen voortaan worden onderscheiden met als uitgangspunt hun invloed op het woon- en leefklimaat:

categorie A1 discotheek, bar-dancing
categorie A2 zaalverhuur
categorie B café, bar, brasserie
categorie C cafetaria, snackbar, grill-room, fastfood-restaurant, automatiek, snelbuffet
categorie D1 restaurant, bistro, crêperie
categorie D2 lunchroom, ijssalon, koffiebar, koffie/theehuis


Onderscheid café-disco

Het verschil tussen een café en een disco zit in het gelegenheid geven tot dansen als wezenlijk onderdeel van de inrichting.

Onderscheid cafetaria-snackbar

Het verschil tussen een lunchroom en een cafetaria/snackbar zit in het feit dat cafetaria al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren verstrekt. Het betreft hier laagdrempelige inrichtingen met veel in- en uitgaande bewegingen, die veelal laat open zijn. Deze zaken zijn hoofdzakelijk ingericht voor het meenemen dan wel snel nuttigen ter plaatse van etenswaren. De aantasting van het woon- en leefklimaat wordt vooral veroorzaakt door afval op straat van buiten de inrichting geconsumeerde spijzen en de daarbij behorende stank- en geluidsoverlast.

Afhaalcentrum

Een afhaalcentrum valt bestemmingsplantechnisch onder de detailhandelsfunctie. Hierbij kan worden gedacht aan een pizzeria die enkel pizza's verkoopt en geen gelegenheid biedt om ter plaatse de pizza te nuttigen. Ook hier geldt dat het horeca-aspect een ondergeschikt deel uitmaakt van het geheel. Hiermee wordt voorkomen dat het probleem van branchevervaging leidt tot het vestigen van winkelfuncties die in de loop van de tijd veranderen in horecafuncties.

Definitie van een afhaalcentrum: 'detailhandelsvestiging met een horeca-exploitatievergunning op grond van de horeca-exploitatieverordening Utrecht'.

Additionele horeca

Bij additionele horeca gaat het om horeca-activiteiten die ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie die ter plaatse is toegestaan. Deze activiteiten worden juridisch-planologisch gezien niet onder de functie 'horeca' begrepen, maar gerekend tot de bestemming van de hoofdfunctie van de instelling waar sprake is van sociaal-culturele, maatschappelijke, en (sportief-) recreatieve doeleinden. Hiermee worden onder meer bedoeld de kantines bij buurthuizen, scholen en sportfaciliteiten, of horecavoorzieningen bij musea en dergelijke.

Bij additionele horeca gaat het erom dat:

  • de uitstraling van deze horeca moet passen bij de hoofdfunctie. Passend betekent dat deze horeca hoort bij de hoofdfunctie en open is tijdens de openingstijden van de hoofdfunctie. Daar bij is het niet toegestaan dat de additionele horecaruimte wordt verhuurd of anderszins in gebruik wordt gegeven aan derden ten behoeve van feesten en partijen;
  • de gelegenheid ondergeschikt moet zijn aan de hoofdfunctie en de hoofdfunctie moet ondersteunen. Ondersteunend wil zeggen dat de additionele horeca de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of completeert. Ondergeschikt betekent dat er duidelijk sprake moet zijn van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie, waarbij een percentage van 30% van de bebouwde vloeroppervlakte van de hoofdfunctie absoluut als maximum geldt. Dit maximum geldt voor kleinschalige functies; voor grootschalige functies kan door de gemeente een maximumomvang in vierkante meters worden vastgesteld. Er moet duidelijk sprake zijn van een waarneembare ondergeschiktheid van de horecafunctie qua vloeroppervlak, inzet van personeel en onderdeel van de begroting;
  • de horeca niet zelfstandig mag worden uitgeoefend of toegankelijk los van de hoofdfunctie. Wanneer sprake is van zelfstandige toegankelijkheid of van uitoefening los van de hoofdfunctie, is er geen directe relatie meer met de hoofdfunctie, maar gaat het om zelfstandige horeca-activiteiten die vallen onder de horecacategorieën.


Detailhandel met horeca

In de detailhandel is een groeiende behoefte aan ondersteunende horeca. Hierbij moet worden gedacht aan een winkel waar een klein deel van het vloeroppervlak gebruikt wordt voor het nuttigen van ter plaatse bereide en verkochte etenswaren. Dergelijke ondersteunende horeca kan buitenplans worden geregeld middels de zogeheten 'Kruimelgevallenregeling'. Randvoorwaarden hierbij zijn:

  • het horecadeel mag niet direct vanaf de straatzijde zichtbaar zijn en het pand moet het aanzicht behouden van een winkel;
  • voor winkels tot 1.000 m2 bvo geldt in principe een maximale ratio tussen horeca en publiekstoegankelijke winkelvloeroppervlak van 30:70 en er moet een directe relatie zijn met de producten die in de winkel verkocht worden; het gaat primair om het proeven van producten die in de winkel worden verkocht;
  • voor winkels boven de 1.000 m2 bvo geldt dat een ondersteunende horecafunctie kan worden toegestaan tot maximaal 20% van het bebouwd oppervlak; dit geldt ook voor de non-food, zoals kledingwinkels, boekwinkels, schoenenzaken et cetera;
  • de vestiging moet zich houden aan de algemene gehanteerde winkeltijden.


Daar waar sprake is van een bestaande, vergunde ondersteunende horeca, zal dit in de regels en op de verbeelding worden vastgelegd.

Coffeeshops

Coffeeshops worden gereguleerd middels de Algemene Politieverordening (APV). In de Lijst van Horeca-activiteiten vallen coffeeshops in de horecacategorie D. In de APV is de regulering van coffeeshops opgenomen die voorziet in maximaal aantal gedoogde vestigingen. De vestigingsvereisten zijn vastgelegd in het Cannabisbeleid.

Lijst van Horeca-activiteiten

Voor de toepassing van deze Lijst van Horeca-activiteiten wordt onder een horecabedrijf begrepen:
een bedrijf of instelling waar:

  • bedrijfsmatig drank en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, en/of;
  • bedrijfsmatig zaal accommodatie wordt geëxploiteerd.
Categorie: Inrichting: Activiteiten:
A1 discotheek
bardancing
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van drank en kleine etenswaren, alsmede de verstrekking van (alcoholhoudende) drank ter plaatse, al dan niet met levende muziek en al dan niet met kleine etenswaren.

Het accent ligt op het ten gehore brengen van muziek en het gelegenheid geven tot dansen.
A2 zaalverhuur Een horecabedrijf dat voorziet in zaalverhuur voor grootschalige, besloten feesten zoals bruiloften. Al dan niet met muziek, verstrekking van (alcoholhoudende) drank en etenswaren.
B café
bar
brasserie
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) drank voor consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden.

Het accent ligt op de verstrekking van drank.
C cafetaria
snackbar
grill-room
fastfoodrestaurantautomatiek
snelbuffet
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (al dan niet voor consumptie ter plaatse) bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije drank.

Het accent ligt op de verstrekking van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide, kleine etenswaren.
D1 restaurant
bistro
crêperie
Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije drank. Geen dansen na restauranttijden.

Het accent ligt op de verstrekking van etenswaren voor consumptie ter plaatse.
D2 lunchroom
ijssalon
koffiebar
koffie-/theehuis
Een horecabedrijf waarbij de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of bewerkte etenswaren en drank, en waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit past binnen een overwegend winkelgebied (centrumgebied) en geheel of overwegend is gebonden aan c.q. ondersteunend is voor de (winkel)functie van dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere gebruiksvormen in en het karakter van het gebied.

Daghoreca is gebonden aan de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel, conform de winkeltijdenwet en de gemeentelijke regelgeving aangaande winkeltijden.

Bijlage 2 Lijst Van Bedrijven - Functiemenging

Toelichting regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten

Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:

  • geluid;
  • geur;
  • stof;
  • gevaar (met name brand- en explosiegevaar).

Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.

Toepassing Lijst van Bedrijven "functiemenging"

Algemeen

In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee Voorbeeldstaten voor milieuzonering opgenomen, namelijk de 'Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de ' Voorbeeldstaat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'.

De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte Lijst van Bedrijven 'functiemenging' (LvB 'functiemenging') is gebaseerd op de tweede VoorbeeldStaat in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). De LvB 'functiemenging' wordt gehanteerd in gebieden waar bedrijven of andere milieubelastende functies verspreid zijn gesitueerd tussen woningen en/of andere gevoelige functies. Onderstaand wordt hier meer in detail op ingegaan. Het gaat in dergelijke gebieden in het algemeen om relatief kleinschalige bedrijvigheid die op korte afstand van woningen kan worden toegestaan. De toelaatbaarheid van activiteiten wordt voor dergelijke gebieden in de VNG-publicatie (en de LvB 'functiemenging') bepaald met behulp van op deze situaties toegesneden toelatingscriteria.

Functiemengingsgebieden

In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), wordt de LvB 'functiemenging' toegepast. Zoals in de VNG-publicatie reeds is aangegeven kan bij functiemengingsgebieden gedacht worden aan:

  • stadscentra, dorpskernen en winkelcentra;
  • horecaconcentratiegebieden;
  • zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen;
  • (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid.


Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de LvB 'functiemenging' worden toegepast.

Kenmerken van de activiteiten

De activiteiten in dergelijke gebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om:

  • kleinschalige, meest ambachtelijke bedrijvigheid;
  • bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden alleen in de dagperiode plaatsvindt;
  • activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden.

De toegepaste Lijst van Bedrijven 'functiemenging'

De bovengenoemde criteria liggen mede ten grondslag aan de selectie van activiteiten die zijn opgenomen in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging'. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' zijn de aspecten geluid, geur, stof en gevaar en de index voor verkeersaantrekkende werking (zoals aangegeven onder het kopje 'Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering') in de categorisering opgenomen. Deze Lijst is samengesteld volgens dezelfde methodiek als de betreffende Voorbeeldstaat uit de VNG-publicatie. Op twee punten is een andere werkwijze toegepast:

  1. 1. In dit plan wordt alleen de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Lijst. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan. De toelaatbaarheid van andere functies wordt in dit plan indien nodig op een andere wijze in de regels en op de plankaart van dit bestemmingsplan geregeld (bijvoorbeeld horecabedrijven via een afzonderlijke Lijst van Horeca-activiteiten). Toegevoegd zijn enkele regelmatig voorkomende bedrijfsactiviteiten die in de lijst van de VNG-publicatie niet specifiek zijn opgenomen, maar wel aan de genoemde criteria voldoen zoals een ambachtelijke glas-in-loodzetterij en caravanstalling. Voor aannemers, SBI-code 45, heeft een nadere specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op de verwachte milieueffecten van deze activiteiten.
  2. 2. In de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is in de categorie-indeling een nader onderscheid gemaakt tussen categorie B1 en B2. Voor de toepassing in dit bestemmingsplan blijkt het onderscheid tussen categorie A en categorie B zoals beschreven in de VNG-publicatie te groot om de toelaatbaarheid van activiteiten voldoende af te kunnen stemmen op de kenmerken van de functiemengingsgebieden en het daarin te volgen beleid.

Categorie-indeling

Zoals in de VNG-publicatie is aangegeven kan, vanwege de bijzondere kenmerken van gebieden met enige vorm van functiemenging, niet worden gewerkt met een systematiek van richtafstanden en afstandsstappen: vanwege de zeer korte afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies is een dergelijke systematiek niet geschikt voor functiemengingsgebieden. De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' hanteert vier categorieën A, B1, B2 en C met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid die onderstaand uiteen zijn gezet.

Categorie A
Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies zijn toegestaan, desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.

Categorie B1
Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn.

Categorie B2
Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter bouwkundig afgescheiden van woningen/andere gevoelige functies. Bouwkundig afgescheiden betekent dat de panden los van elkaar dienen te staan. Uitzondering hierop vormen binnenterreinen omringd door voornamelijk woningen: ook al zijn bedrijven bouwkundig afgescheiden van woningen, op deze locaties zijn hooguit categorie B1 bedrijven toegestaan.

Categorie C
Activiteiten genoemd onder categorie B2, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst is.

Flexibiliteit

De Lijst van Bedrijven 'functiemenging' blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het college van burgemeester en wethouders een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B1 in plaats van A of categorie B2 in plaats van B1). Om te kunnen afwijken moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie.

Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de Lijst van Bedrijven 'functiemenging' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het college van burgemeester en wethouders kan afwijken en vestiging van een dergelijk bedrijf kan toestaan. Om te kunnen afwijken moet op basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven.

Lijst van afkortingen in de Lijst van Bedrijven "functiemenging"

- niet van toepassing of niet relevant
< kleiner dan
> groter
= gelijk aan
cat. categorie
e.d. en dergelijke
kl. klasse
n.e.g. niet elders genoemd
o.c. opslagcapaciteit
p.c. productiecapaciteit
p.o. productieoppervlak
b.o. bedrijfsoppervlak
v.c. verwerkingscapaciteit
u uur
d dag
w week
j jaar
SBI-CODE
1993
SBI-CODE 2008 OMSCHRIJVING
nummer CATEGORIE
01 01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014 016 0 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014 016 2 - algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m² B1
014 016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m² B1
15 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:
151 101 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m² B2
1552 1052 2 Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² B1
1581 1071 1 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, v.c. < 7.500 kg meel/week B1
1584 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584 10821 3 - cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² B1
1584 10821 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² B1
1593 t/m 1595 1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke B1
17 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
174, 175 139 Vervaardiging van textielwaren B2
176, 177 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen B2
18 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 141 Vervaardiging kleding van leer B2
20 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
203, 204, 205 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² B2
205 162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken B1
22 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2222.6 18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen B1
2223 1814 A Grafische afwerking A
2223 1814 B Binderijen B1
2224 1813 Grafische reproductie en zetten B1
2225 1814 Overige grafische activiteiten B1
223 182 Reproductiebedrijven opgenomen media A
24 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2442 2120 0 Farmaceutische productenfabrieken:
2442 2120 2 - verbandmiddelenfabrieken B1
26 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
2615 231 Glasbewerkingsbedrijven B2
262, 263 232, 234 0 Aardewerkfabrieken:
262, 263 232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW B1
267 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267 237 2 - zonder breken, zeven en drogen indien p.o. < 2.000 m² B2
2681 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken B2
28 25 - VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/ TRANSPORTMIDDELEN)
281 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² B2
284 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² B2
2852 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² B2
287 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² B2
30 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparaties B1
33 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke, inclusief reparaties B
36 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² A
362 321 Fabricage van munten, sieraden en dergelijke B1
363 322 Muziekinstrumentenfabrieken B1
3663.1 32991 Sociale werkvoorziening B1
40 35 - PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40 35 C1 - < 10 MVA B1
40 35 D0 Gasdistributiebedrijven:
40 35 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A A
40 35 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C B1
40 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40 35 E2 - blokverwarming B1
41 36 - WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
41 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41 36 B1 - < 1 MW B1
45 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID
45 41, 42, 43 3 Aannemersbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m² B1
50 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504 451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven B1
5020.4 45204 B Autobeklederijen A
5020.5 45205 Autowasserijen B1
503, 504 453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires B1
51 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5134 4634 Groothandel in dranken C
5135 4635 Groothandel in tabaksproducten C
5136 4636 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk C
5137 4637 Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen C
514 464, 46733 Groothandel in overige consumentenartikelen C
5148.7 46499 0 Groothandel in vuurwerk en munitie:
5148.7 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton B1
5153 4673 0 Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153 5153 1 - algemeen C
5153 4673 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1
5153.4 5153.4 4 Zand en grind:
5153.4 46735 6 - indien b.o. < 200 m² B1
5154 4674 0 Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154 5154 1 - algemeen C
5154 4674 2 - indien b.o. < 2.000 m² B1
5156 4676 Groothandel in overige intermediaire goederen C
52 47 - DETAILHANDEL EN REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
527 952 Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) A
60 49 - VERVOER OVER LAND
6022 493 Taxibedrijven B1
6024 494 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m² C
603 495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen B1
63 52 - DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
64 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE
641 531, 532 Post- en koeriersdiensten C
71 77 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 7711 Personenautoverhuurbedrijven B2
712 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) C
713 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen C
72 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 62 A Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke A
72 58, 63 B Datacentra B1
73 72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732 722 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek A
74 63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
7481.3 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales C
7484.4 82992 Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke A
90 37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING
9001 3700 B Rioolgemalen B1
93 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.3 96013 A Wasverzendinrichtingen B1

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek 2015

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek 2015

Bijlage 2 Mobiliteitsplan

Bijlage 2 Mobiliteitsplan

Bijlage 3 Beoordeling Luchtkwaliteit

Bijlage 3 Beoordeling luchtkwaliteit

Bijlage 4 Memo Parkeren Jan 2016

Bijlage 4 Memo Parkeren jan 2016

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek 2017

Bijlage 5 Akoestisch onderzoek 2017

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek 2018

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek 2018