Bedrijventerrein, Broekweg-Noord
Bestemmingsplan - gemeente Wijk bij Duurstede
Vastgesteld op 22-11-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein, Broekweg-Noord' met identificatienummer NL.IMRO.0352.bgbbroekwegnoord-bva1 van de gemeente Wijk bij Duurstede;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.6 bestaand
- 1. met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; - 2. met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning;
1.7 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.9 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.10 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.11 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.12 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
1.13 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.14 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.15 bruto vloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of andere voorziening, met inbegrip van de eventueel daartoe behorende magazijnen, technische ruimten en overige dienstruimten, met uitzondering van gebouwde parkeervoorzieningen, gemeten (op alle bouwlagen) tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of de het hart van de scheidingsmuren;
1.16 buitenopslag
het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van bedrijfspercelen, daaronder mede begre-pen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke;
1.17 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen, aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Een internetwinkel of webshop wordt alleen als detailhandel aangemerkt als de mogelijkheid bestaat ter plaatse producten af te halen;
1.18 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.19 geluidzoneringsplichtige inrichtingen
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.20 hoofdgebouw
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.21 kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
1.22 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen een transformatorstation, een rioolgemaal, een pompstation, een gasdrukregelstation, een telefooncentrale en een zendmast;
1.23 ondergeschikte activiteiten van een bedrijf
activiteiten die functioneel verbonden zijn aan en voortvloeiende uit de hoofdactiviteit;
1.24 onzelfstandig kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, werkzaamheden en ter plaatse rechtstreeks verbonden is aan en ten dienste staat van een bedrijf;
1.25 parkeergelegenheid
elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van motorvoertuigen;
1.26 parkeernorm
het aantal benodigde parkeerplaatsen per eenheid van een bepaalde functie;
1.27 peil
- 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein;
1.28 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.29 risicovolle inrichting
een inrichting waarvoor op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.30 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht. Onder seksinrichting wordt mede begrepen:
- 1. seksclub:
een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; - 2. seksautomaat:
een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard; - 3. sekswinkel:
een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en videobanden, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker; - 4. prostitutiebedrijf:
een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie;
1.31 Staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage 1 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.32 steiger
een geheel of gedeeltelijk boven het water en oever aangebrachte of op het water drijvende constructie, multifunctioneel te gebruiken als loopzone naar een vaartuig of zwemwater, maar ook als open zitplek in de buitenlucht;
1.33 voorgevel
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling gezichtsbepalende gevel van het hoofdgebouw, gekeerd naar de weg; gebouwen welke met meer dan één zijde naar de weg gekeerd zijn hebben meerdere voorgevels;
1.34 voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
1.35 zijdelingse bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel die loodrecht of nagenoeg loodrecht staat op de voorste bouwperceelgrens.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Algemeen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
- a. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; - b. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; - c. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; - d. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; - e. het bebouwingspercentage:
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwonderdelen als ventilatievoorzieningen, balkons, antennes, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, luifels en liftschachten, schoorstenen en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedraagt. Voor ventilatievoorzieningen en schoorstenen geldt dat de overschrijding van de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven behorende tot en met categorie 3.2 van de in bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- b. een servicepoint ten behoeve van centrale gezamenlijke voorzieningen zoals een afvalverzamelingspunt, vergaderruimte, kantine, informatiebalie en daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- c. een zelfstandig kantoor, met dien verstande dat binnen het hele plangebied maximaal één zelfstandig kantoor is toegestaan met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 1.500 m2;
- d. onzelfstandige kantoren als onderdeel van en grenzend aan de bedrijven als genoemd in sub a en b, met dien verstande dat het oppervlak van deze kantoren maximaal 50% van de totale bruto vloeroppervlakte van het bedrijf mag bedragen met een maximum van 2.000 m2;
- e. parkeervoorzieningen en laad- en losmogelijkheden;
met de daarbij behorende:
- f. groenvoorzieningen;
- g. verkeersvoorzieningen- en verblijfsvoorzieningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied uitgesloten' op onbebouwde gronden uitsluitend incidenteel, kortstondig verblijf is toegestaan;
- h. waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen gebouwen en bijbehorende bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- 1. het bebouwingspercentage mag niet meer dan 80% per bouwperceel bedragen;
- 2. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
- 3. gebouwen worden minimaal 5 m uit de zijdelingse bouwperceelgrens gebouwd;
- 4. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven, met dien verstande dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' de bouwhoogte maximaal 12,5 m mag bedragen over een lengte van niet meer dan 30% van de lengte van de voorgevellijn;
- 5. buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' zijn uitsluitend bijbehorende bouwwerken toegestaan waarvan per bouwperceel de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 20 m2, en de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m en 5 m;
- 6. in aanvulling op het bepaalde onder 1 tot en met 5 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' voor het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken de volgende regels:
- een gevelopening richting het direct aangrenzende bestemmingsvlak met de bestemming 'Water' is niet toegestaan;
- een dakopening is niet toegestaan;
- een ventilatiekanaal is niet toegestaan;
- b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- 1. voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelden de volgende regels:
- de bouwhoogte voor de voorgevellijn mag maximaal 1 m bedragen;
- de bouwhoogte achter de voorgevellijn mag maximaal 3 m bedragen;
- 2. de bouwhoogte van lichtmasten en bedrijfsbeveiligingsmasten mag maximaal 6 m bedragen;
- 3. het aantal vlaggenmasten mag per bouwperceel maximaal 5 bedragen, waarvan de bouwhoogte maximaal 10 m mag bedragen;
- 4. de bouwhoogte van kranen en silo's mag maximaal 25 m bedragen;
- 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 4 m bedragen.
- 1. voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen gelden de volgende regels:
3.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2, sub a, onder 6 voor het toestaan van gebouwen en bijbehorende bouwwerken met gevelopeningen, dakopeningen en ventilatiekanalen, mits:
- a. op basis van onderzoek is aangetoond dat het woon- en leefklimaat en/of het verblijfsklimaat van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies niet onevenredig wordt aangetast.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. kabels en leidingen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. paden;
- e. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en geldt de volgende regel:
- 1. de bouwhoogte mag maximaal 12 m bedragen.
Artikel 5 Verkeer
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten, met daarbij inbegrepen, voet- en fietspaden, bermen, bruggen, bushaltes en dergelijke;
- b. parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en geldt de volgende regel:
- 1. de bouwhoogte mag maximaal 12 m bedragen.
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen en waterpartijen;
- b. bruggen;
- c. schouwpaden;
- d. waterhuishouding en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. waterberging;
- f. oeverbeschoeiing;
- g. natuur;
- h. recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende:
- i. groenvoorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen geen gebouwen en steigers worden gebouwd.
- b. Op deze gronden mogen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte mag maximaal 1,5 m bedragen;
- 2. de oppervlakte mag maximaal 10 m2 bedragen.
Artikel 7 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding en het in stand houden en het onderhoud van de watergang.
7.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde in de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), mogen op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van het in artikel 7.1 genoemde functies onder de volgende voorwaarden:
- a. de bebouwing mag niet strijdig zijn met de belangen van de watergang en het onderhoud daarvan;
- b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen van bouwwerken die op grond van het elders in deze regels bepaalde zijn toegestaan, mits dit niet strijdig is met de belangen van de waterkering en hierover vooraf advies van de beheerder is ingewonnen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Vervangende bouwregel
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van de in deze regels gegeven voorschriften ten aanzien van:
- a. de goot- en bouwhoogte;
- b. de oppervlakte;
- c. de inhoud;
- d. de afdekking van gebouwen;
- e. de afstand tot de voorgevelrooilijn;
- f. de afstand tot de bouwperceelgrens;
zijn de bestaande maten, hellingen, dan wel afstanden eveneens toegestaan.
9.2 Ondergronds bouwen
Onderkeldering is uitsluitend toegestaan onder gebouwen en in maximaal één laag waarvan de diepte niet meer dan 3 m mag bedragen.
9.3 Afdekking gebouwen
Voor zover ter plaatse van de aanduidingen 'maximum goothoogte (m)' en 'maximum bouwhoogte (m)' goot- en bouwhoogten zijn aangegeven geldt de regel dat, indien gebouwen worden afgedekt met een plat dak, de bouwhoogte van de gebouwen niet meer mag bedragen dan de aangegeven goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'.
9.4 Goothoogte aan- en uitbouwen
Daar waar in dit plan het bouwen van aan- en uitbouwen is toegestaan, geldt in aanvulling op de regels dat de goothoogte van aan- en uitbouwen tevens de hoogte van de eerste verdiepingsvloer vermeerderd met maximaal 30 cm mag bedragen.
9.5 Nutsvoorzieningen
Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens mogen worden gebruikt voor nutsvoorzieningen mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze -indien het gebouwen betreffen- geen grotere inhoud hebben dan 70 m3 en geen grotere goothoogte dan 4 m, en -indien het bouwwerken, geen gebouwen zijnde betreffen- geen grotere oppervlakte hebben dan 10 m2 en geen grotere bouwhoogte dan 4 m.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Onder een gebruik strijdig met het plan wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
- b. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor bewoning.
Artikel 11 Overige Regels
11.1 Voorwaardelijke verplichting parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
12.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
12.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 13 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein, Broekweg-Noord'.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Bodemonderzoek
Bijlage 2 Deelsaneringsplan
Bijlage 3 Watertoets
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek
Bijlage 5 Onderzoek Luchtkwaliteit
Bijlage 5 Onderzoek luchtkwaliteit
Bijlage 6 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 6 Quickscan flora en fauna
Bijlage 7 Soortgericht Onderzoek En Voortoets
Bijlage 7 Soortgericht onderzoek en voortoets
Bijlage 8 Nader Onderzoek Steenuil
Bijlage 8 Nader onderzoek steenuil
Bijlage 9 Toets Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Bijlage 9 Toets Ladder voor duurzame verstedelijking
Bijlage 10 Rud Utrecht Beschikking Deelsaneringsplan Broekweg Noord
Bijlage 10 RUD Utrecht beschikking deelsaneringsplan Broekweg Noord