1e Herziening Bestemmingsplan Woonarken - Uiterweg 180
Bestemmingsplan - gemeente Aalsmeer
Vastgesteld op 30-06-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.2 Aanlegplaats
Plaats, waar een pleziervaartuig kan aanmeren, niet zijnde een woonark.
1.3 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.4 Bedrijf aan huis
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten niet zijnde de uitoefening van een beroep aan huis, dan wel het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, niet vallend onder de vergunningsplicht van de Wet Milieubeheer, door (één van) de hoofdbewoners, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door de beperkte omvang ervan in de woonark en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 Beroep aan huis
Het uitoefenen van een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op het terrein van de administratieve, juridische, medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerp-technische dienstverlening of hiermee gelijk te stellen dienstverlening door (één van) de hoofdbewoners, dat door de beperkte omvang ervan in diens woonark en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken kan worden uitgeoefend met overwegend behoud van de woonfunctie en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.6 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0358.11B-VG01 met de bijbehorende regels.
1.7 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.8 Bijbehorend bouwwerk bij woonarken
Uitbreiding van woonark, dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend gebouw, of een ander bouwwerk, met een dak, al of niet op de oever.
1.9 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.10 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.11 Ecologische oever
Een door de mens ingerichte oever waarbij ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie expliciet wordt gestimuleerd en waarbij een geleidelijke overgang aanwezig is van nat naar droog.
1.12 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.13 Huishouden
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
1.14 Insteek van het water
De insteek van het water is de snijlijn van het schuine oevertalud (oeverhelling) met het horizontaal gelegen maaiveld.
1.15 Jachthaven
Een haven waar bedrijfsmatig voor pleziervaartuigen ligging, berging en onderhoud wordt geboden.
1.16 Kantoor
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in zeer beperkte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan dan wel wordt geholpen.
1.17 Kunstwerken
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
1.18 Ligplaats
Een gedeelte van het openbaar water door een woonark of woonboot ingenomen of bestemd om door een woonark of woonboot met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen.
1.19 Loopplank
Voorziening om op de wal te komen.
1.20 Oever
Aan het water grenzende strook land bestaande uit een oevertalud en een horizontaal gelegen oever.
1.21 Oevergebruik
Het gebruik van de oever ten behoeve van de buitenruimte bij een woonark en entree tot de woonark.
1.22 Openbaar water
Alle wateren die voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn.
1.23 Peil
-
Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
-
In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.24 Plan
Het bestemmingsplan 'Eerste herziening bestemmingsplan Woonarken' van de gemeente Aalsmeer.
1.25 Pleziervaartuig
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
1.26 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.27 Voorzieningen voor woonarken
Een voorziening voor een woonark is een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen of verblijven op de woonark, zoals een loopplank of steiger, een vlot, een vlonder (al of niet boven water), een drijvende tuin of drijvend terras.
1.28 Waterhuishoudkundige voorzieningen
Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
1.29 Waterlijn
Het grensvlak tussen water en lucht.
1.30 Wonen
De huisvesting van één afzonderlijke huishouding op een woonark en daardoor is aan te merken als wooneenheid, niet zijnde een bijzondere woonvorm, dan wel voor de huisvesting van niet meer dan drie personen naast de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.
1.31 Woonark
Drijvend object, in het algemeen niet bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een betonnen casco met vierkante of rechthoekige opbouw, waaronder begrepen een drijvende woning zowel ten behoeve van permanente als niet-permanente bewoning.
1.32 Woonark voor niet-permanente bewoning
Gelijk aan woonarken voor permanente bewoning, met dien verstande dat er geen sprake is van een permanent verblijf, maar van recreatief gebruik, dat periodiek dient als verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben en uitsluitend tussen de voorgeschreven periode, zoals bepaald in de Woonarkenverordening Aalsmeer.
1.33 Woonark voor permanente bewoning
Woonarken die uitsluitend of hoofdzakelijk als woning worden gebezigd of tot woning worden bestemd en dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding en daardoor is aan te merken als wooneenheid, niet zijnde een bijzondere woonvorm, dan wel voor de huisvesting van niet meer dan drie personen naast de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in woonark is ondergebracht;
1.34 Woonboot
Drijvend of varend object dat herkenbaar is aan casco, romp en opbouw als een (van origine) varend schip zowel ten behoeve van permanente als niet-permanente bewoning. Indien een woonboot voldoet aan voorgeschreven maatvoering, geldt het bepaalde voor woonarken ook voor woonboten.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De hoogte van een bouwwerk op het land
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.3 De lengte en breedte van een woonark
Tussen de langste lengte en de langste breedte (buitenkant bak) exclusief overstekken, loopranden, gangboorden, stootranden e.d..
2.4 De hoogte van een woonark
Vanaf de waterlijn tot aan het hoogste punt van het woonark, met uitzondering van onderschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie-jachthaven
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
ligplaatsen ten behoeve van woonarken voor niet-permanente bewoning;
-
pleziervaartuigen;
-
water behorende bij jachthavens;
-
waterberging;
-
waterhuishouding;
-
kunstwerken;
met de daarbij behorende:
-
voorzieningen van algemeen nut;
-
voorzieningen voor woonarken;
-
voorzieningen voor pleziervaartuigen.
3.2 bouwregels
3.3 specifieke gebruiksregels
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Bouwregels
5.1 Maximaal aantal ligplaatsen
Het maximale aantal ligplaatsen voor woonarken voor niet-permanente bewoning in de gemeente bedraagt 184.
5.2 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
Ondergrondse bouwwerken zijn niet toegestaan.
5.3 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als zonnepanelen, plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons, overstekende daken, overstekken, loopranden, gangboorden en stootranden bij woonarken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwregels aan iedere zijde van het bouwwerk niet meer dan 0,5 meter bedraagt.
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 Luchtvaartverkeerzone IV
1. Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone - LIB art 2.2.1 nr 4' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegverkeer van en naar Schiphol.
2. In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone LIB art 2.2.1 nr 4' volgende regel:
1. een op grond van de andere aangewezen bestemmingen toelaatbaar gebouw, of de uitbreiding daarvan, welk aangemerkt kan worden als een nieuw gebouw desbetreffende bouwplan een verklaring van geen bezwaar is verleend zoals bedoeld in artikel 8.9 van de Wet luchtvaart.
Artikel 7 Geluidzone - Industrie 50db
7.1 Bouwregels
Op gronden met de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - Industrie 50 dB' geldt, dat nieuwe geluidsgevoelige objecten niet mogen worden gerealiseerd vanwege een hoge geluidsbelasting ten gevolge van industrielawaai afkomstig van het industriegebied Schiphol Oost.
7.2 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan geluidbelasting op de gevel, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 7.1 van dit artikel, en worden toegestaan dat nieuwe geluidsgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geluidsbelasting vanwege het industrielawaai op de gevel van deze geluidsgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door bevoegd gezag verleende hogere grenswaarde.
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels afgeweken kan worden, is het College van Burgemeester en Wethouders bevoegd om in afwijking van de desbetreffende bepalingen van dit bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen voor:
1. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 meter en een bruto vloeroppervlakte van ten hoogste 25 m²;
2. afwijkingen van deze regels voor gedenktekens, beeldende kunstwerken, geluidwerende en windhinder beperkende voorzieningen, riool-overstortkelders, informatie- en reclameborden, en plastieken en vrijstaande muren;
3. overschrijding van de maximale toegestane oppervlakte en hoogte van bijbehorende bouwwerken op de oever met maximaal 10% ten behoeve van een betere, technische realiseerbaarheid.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
3. Het bepaalde onder 1. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Woonarken - Uiterweg 180.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 juni 2016
De griffier, de voorzitter,
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doelstelling
Het actuele beheerkader voor de regulering van de woonarken voor permanente en voor niet-permanente bewoning in de gemeente is neergelegd in het bestemmingsplan “Woonarken”. Het bestemmingsplan is conserverend van aard en de vertaling van het beleid om het aantal ligplaatsen voor woonarken binnen de gemeente niet verder uit te breiden dan op basis van reeds uitgegeven ligplaatsvergunningen mogelijk is.
Van de eigenaren van de jachthaven aan de Uiterweg 180 is het verzoek ontvangen om twee ligplaatsen voor permanente bewoning vanuit een smalle sloot voor op het perceel te verplaatsen naar een perceel direct achter de jachthaven. De locatie van de nieuwe ligplaatsen valt buiten het plangebied van het bestemmingsplan “Woonarken” en zal daarom met een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure worden geregeld.
De onderhavige herziening beoogt te voorkomen dat de bestaande ligplaatsen in de jachthaven zelf opnieuw kunnen worden benut en hierdoor feitelijk een uitbreiding van het aantal ligplaatsen plaatsvindt.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Alle ligplaatsen voor permanente bewoning zijn in het bestemmingsplan “Woonarken” met een afzonderlijke aanduiding op de planverbeelding opgenomen. Met de herziening wordt beoogt de twee oorspronkelijke ligplaatsen voor permanente bewoning in de jachthaven aan de Uiterweg 180 van de verbeelding te verwijderen. De herziening betreft dus slechts een wijziging van de verbeelding zoals die geldt op de locatie Uiterweg 180. Het plangebied van deze herziening omvat het bestemmingsvlak “Recreatie-Jachthaven” ter plaatse van de Uiterweg 180.
1.3 Geldende Planologische Regeling
Het geldende bestemmingsplan “Woonarken” is op 19 december 2013 door de raad van de gemeente vastgesteld. Naar aanleiding van de uitspraak van 29 juli 2015 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de beroepen die tegen dit besluit zijn ingesteld, heeft de gemeenteraad op 29 oktober 2015 het bestemmingsplan “Woonarken” opnieuw vastgesteld. Hierbij is in overeenstemming met de overwegingen van de Afdeling een calamiteitenregeling aan de in het bestemmingsplan opgenomen beëindigingsregeling voor afwijkende objecten (woonarken met een te grote maatvoering) toegevoegd. Tegen deze gewijzigde vaststelling is geen beroep ingesteld, zodat het bestemmingsplan in die vorm op 25 december 2015 onherroepelijk is geworden.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 gaat nader in op het beleidskader en de planvisie. Hoofdstuk 3 handelt over de uitvoerbaarheid van het plan. In hoofdstuk 4 wordt de technische vormgeving van het bestemmingsplan nader toegelicht.
Hoofdstuk 2 Beleidskaders En Planvisie
Eén van de uitgangspunten van het woonarkenbeleid is dat het aantal ligplaatsen niet mag toenemen. Daartoe is in het bestemmingsplan “Woonarken” bepaald hoeveel ligplaatsen er maximaal binnen de gemeenten mogen zijn. Er is een maximum gesteld aan het aantal ligplaatsen voor arken voor niet-permanente bewoning en aan ligplaatsen voor arken voor permanente bewoning. Voor alle ligplaatsen voor permanente bewoning geldt bovendien dat deze elk afzonderlijk op de planverbeelding zijn aangeduid. De plantoelichting van het bestemmingsplan “Woonarken” bevat een uitgebreide motivering van het conserverende beleid.
De beoogde ontwikkeling op het perceel aan de Uiterweg ziet er feitelijk op, dat er buiten het plangebied van het bestemmingsplan ‘Woonarken” twee nieuwe ligplaatsen voor permanente bewoning worden gecreëerd. Bij een ongewijzigde instandhouding van het bestemmingsplan “Woonarken” betekent dit dat het aantal woonarken met een aantal van twee zou kunnen worden uitgebreid ten opzichte van het maximale aantal van 192 waartoe in het kader van het bestemmingsplan was besloten.
In overeenstemming met het conserverende beleid wordt daarom in samenhang met de planprocedure om de nieuwe ligplaatsen planologisch mogelijk te maken, het bestemmingsplan “Woonarken” herzien. Hierbij wordt de aanduiding ter plaatse van de huidige ligplaatsen van de planverbeelding verwijderd. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat het aantal ligplaatsen voor permanente bewoning niet kan uitbreiden, ook al worden er buiten het plangebied van het bestemmingsplan “Woonarken” twee nieuwe ligplaatsen gerealiseerd. Het totaal aantal ligplaatsen voor permanente bewoning blijft gehandhaafd op 192. Dit getal is ook in de Woonarkenverordening vastgelegd.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
De herziening is van dien aard, dat in het kader van de Wro geen aanvullende onderzoeken dan wel onderbouwingen noodzakelijk zijn. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Slechts worden in verband met de verplaatsing van een tweetal ligplaatsen naar een locatie buiten het plangebied van het bestemmingsplan “Woonarken” de bestaande aanduidingen op de planverbeelding geschrapt. De inrichting van twee nieuwe ligplaatsen elders op het perceel is te beschouwen als een nieuwe ontwikkeling waarvan de uitvoerbaarheid dient te worden aangetoond. Dat valt buiten de reikwijdte van deze herziening en vindt plaats in het kader van de procedure van het betreffende (postzegel-) plan.
Hoofdstuk 4 Juridische Planbeschrijving
Deze herziening betreft enkel een wijziging van de planverbeelding.
De wijziging van de planverbeelding betreft het bestemmingsvlak “recreatie-Jachthaven” ter plaatse van het perceel aan de Uiterweg 180. De hierin opgenomen functieaanduidingen “specifieke vorm van recreatie – ligplaats permanent wonen in jachthaven” worden van de verbeelding verwijderd. Dit betekent dat binnen het bestemmingsvlak geen ligplaatsen voor arken voor permanente bewoning meer mogelijk zijn. Arken voor niet-permanente bewoning blijven binnen het bestemmingsvlak onverminderd mogelijk binnen de regelgeving van het bestemmingsplan “Woonarken”. De planregels worden verder niet gewijzigd.
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met de voorschriften van de Standaard.