Haviksdijkje 6
Bestemmingsplan - Gemeente Alkmaar
Vastgesteld op 18-12-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
Het bestemmingsplan "Haviksdijkje 6 Grootschermer" met identificatienummer NL.IMRO.0361.BP00192-0305 van de gemeente Alkmaar.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.4 archeologisch onderzoek
Diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
1.5 archeologisch rapport
In rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
1.6 archeologische waarde
Een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.7 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
1.8 bed and breakfast
Een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie zonder eigen kookvoorziening die zich met name richt op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken.
1.9 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.10 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.11 bevoegd gezag
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.12 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.13 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.14 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.15 bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.16 dakkapel
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
1.17 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.18 erker
Uitbouw in één bouwlaag aan de voor en/of zijgevel van een woning die ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.19 erfbebouwing
Bebouwing op het erf niet zijnde een hoofdgebouw.
1.20 erfplan
Een op het bouwplan afgestemd inrichtingsplan voor het erf met (o.a.) parkeerplekken, karakteristieke beplanting als een boomgaard en aanvullende erfbeplanting als hagen en groenvakken.
1.21 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.22 hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.23 huishouden
Persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
1.24 kapberg
Een voor de regio karakteristiek, van oorsprong agrarisch bouwwerk met een vierkante grondvorm en voorzien van een kap, dat oorspronkelijk diende als opslag voor graan, stro of hooi.
1.25 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.26 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)
De binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
1.27 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.28 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.29 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.30 seksinrichting
Een (gedeelte van een) gebouw waarin handelingen en/ of vertoningen plaatsvinden van erotische en/ of pornografische aard, waaronder mede worden begrepen:
- a. seksbioscoop, -theater of -automatenhal: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin al dan niet door middel van automaten filmvoorstellingen of vertoningen van erotische aard worden gegeven;
- b. sekswinkel: een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/ of leveren van seksartikelen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;
- c. seksclub: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin de mogelijkheid wordt geboden tot seksueel vertier.
1.31 stolp
Van oorsprong agrarisch hoofdgebouw, karakteristiek voor Noord-Holland, met een (vrijwel) vierkante plattegrond en een piramidevormig dak.
1.32 watergang
Een werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede begrepen.
1.33 wonen
huisvesting in een woning waarbij de bewoner(s) gezamenlijk één afzonderlijk huishouden vormen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor
- a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- b. erkers.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
- b. in afwijking van sub a zijn erkers toegestaan, mits:
- 1. de diepte, gemeten vanuit de voor- en zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 1,5 m;
- 2. de breedte van de erker bedraagt ten hoogste 2/3 van de breedte van de gevel;
- 3. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
- c. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
- d. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2,5 m;
- e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 4 Wonen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen daaronder mede begrepen aan huis verbonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatigeactiviteiten;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en gelden de volgende regels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Waarde - Archeologie - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een archeologisch rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 35 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Archeologie - 3
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming, het behoud en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
6.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 3.16.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een archeologisch rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waterstaat - Waterkering
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
- c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.2 onder c. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad ten behoeve waarvan schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 9 Algemene Bouwregels
9.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
- b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
- c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Verboden gebruik
Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 2 gelden in ieder geval de volgende regels ten aanzien van het gebruik:
- a. het gebruiken van bouwwerken voor seksinrichting of prostitutie is niet toegestaan;
- b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
Artikel 11 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard en de bereikbaarheidseisen van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voor zover het betreft:
- a. bereikbaarheid van bouwwerken voor wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. de ruimte tussen bouwwerken;
- d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
12.1 Maten en bouwgrenzen
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
- a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
- b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover:
- 1. de overschrijdingen uitsluitend plaatsvinden in de richting van het achtererf;
- 2. de overschrijding ten hoogste 3 m bedraagt;
- 3. het bouwvlak met ten hoogste 10% wordt vergroot.
- c. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken of aan ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten.
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
13.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
13.2 Waarde - archeologie
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie - 2, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn en het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid onder artikel 14.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- 3. Het eerste lid onder artikel 14.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is,mag worden voortgezet;
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 14.2, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid onder artikel 14.2, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- 4. Het eerste lid onder artikel 14.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Haviksdijkje 6 Grootschermer.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Voor Het Bestemmingsplan
Aanleiding voor het voorliggende bestemmingsplan voor het perceel Haviksdijkje 6 is het voornemen om een nieuwe toekomstbestendige invulling aan de voormalige agrarische kavel te geven door de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen te slopen en naast de bestaande woning één extra woning te bouwen. Op het voormalig agrarisch perceel is in het verleden een melkveehouderij gevoerd waarvan de bedrijfsvoering reeds enige tijd geleden is beëindigd.
Bij de gemeente Alkmaar is door de initiatiefnemer een principeverzoek ingediend dat vanwege de ligging in het landelijke gebied ook is voorgelegd aan de provincie Noord-Holland. Op 5 januari 2021 heeft de provincie met het voornemen ingestemd.
Het voorliggende bestemmingsplan heeft als doel om de gewenste situatie juridisch planologisch te verankeren. De basis voor het bestemmingsplan vormt een Erfplan dat al met de Welstand en monumentencommissie van de gemeente Alkmaar is afgestemd. In het erfplan is de ligging en de omvang van de te realiseren woningen bepaald.
1.2 Ligging Plangebied
Het perceel Haviksdijkje 6 in Grootschermer ligt aan het bestaande bebouwingslint van het dorp Grootschermer (gemeente Alkmaar). Het achterland staat bekend als de Eilandspolder, onderdeel van het Natura 2000 gebied. Op de luchtfoto's is de ligging in de (wijde) omgeving weergegeven.
Het perceel Haviksdijkje 6 in Grootschermer staat kadastraal bekend als SMR01-V-1627 en SMR01 - V – 1459, zie onderstaande kadastrale kaart.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
1.3.1 Bestemmingsplan Dorpskernen 2011
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Dorpskernen 2011, dat op 26 juni 2012 door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Schermer is vastgesteld. Gemeente Schermer maakt sinds 1 januari 2015 onderdeel uit van de gemeente Alkmaar. Het perceel is bestemd als "Agrarisch" en voorzien van een archeologische dubbelbestemming en, aan de zijde van het Haviksdijkje, een dubbelbestemming "Waterstaat – waterkering".
Afbeelding: screenshot www.ruimtelijkeplannen.nl
Agrarisch - Toegestane functies
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van agrarische bedrijfsdoeleinden en de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, nutsvoorzieningen en voet- en fietspaden. In de plantoelichting (paragraaf 6.2.3) is ten aanzien van bedrijfswoningen aangegeven:
Ter plaatse van percelen waarop de agrarische bedrijfsbebouwing is gevestigd, is een bouwvlak op de verbeelding ingetekend. Bebouwing is uitsluitend binnen dit bouwvlak toegestaan. Per bedrijf is een bedrijfswoning met een inhoud van ten hoogste 750 m³. Deze inhoudsmaat is inclusief de bij de woning behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Van oudsher verkopen agrariërs ter ondersteuning van de bedrijfsvoering soms eigen producten zoals zuivel, eieren en groenten. Zolang deze verkoop als nevenactiviteit plaatsvindt, is het toegestaan.
Agrarisch - Bouwregels
Een groot deel van het perceel is voorzien van een bouwvlak. Daar zijn hoofdgebouwen en erfgebouwen met een goothoogte van 4 meter toegestaan. Erfbebouwing is gedefinieerd als "bebouwing op het erf niet zijnde een hoofdgebouw".
Afbeelding: ligging van het bouwvlak
Er is geen maximale bouwhoogte bepaald op de planverbeelding. In gevolge de planregels geldt dan het volgende: indien geen bouwhoogte is aangegeven bedraagt de bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste 9 m. Hoofdgebouwen zijn niet omvang (m²) beperkt. Erfbebouwing (bijbehorende bouwwerken, niet zijnde hoofdgebouwen) zijn toegestaan op het zij- en achtererf. De totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 40 m².
Voor erfbebouwing op maximaal 2,5 meter van het hoofdgebouw geldt:
- goothoogte: maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
- de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen: maximaal 4 m;
- de bouwhoogte van bijgebouwen: maximaal 4,5 m.
Voor erfbebouwing op meer dan 2,5 meter van het hoofdgebouw geldt:
- de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
- de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
- de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m.
Voor bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn de volgende bouwregels bepaald:
- de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste:
- 1. 1 m indien geplaatst op ten hoogste 1 m afstand van openbaar gebied;
- 2. 2 m indien elders geplaatst;
- de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2,5 m;
- de bouwhoogte van silo's en hooibergen bedraagt ten hoogste 15 m;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Agrarisch - Specifieke gebruiksregels
In de gebruiksregels zijn de volgende punten bepaald:
- ondergeschikte detailhandel als nevenactiviteit is toegestaan;
- detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan;
- opslag van goederen op onbebouwde gronden is uitsluitend toegestaan achter de voorgevel, de totale stapelhoogte bedraagt ten hoogste 4 m;
- het gebruik of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
- in de bedrijfswoning is aan-huis-verbonden beroep of bedrijf toegestaan.
Agrarisch - Wijzigingsbevoegdheid
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming “Agrarisch” te wijzigen naar “Wonen” en “Tuin”. De wijzigingsbevoegdheid is opgenomen zodat agrarische bedrijfswoningen een bestemming als burgerwoning krijgen. De voormalige agrarische bedrijfsgebouwen kunnen hobbymatig worden gebruikt.
Dubbelbestemming “Waarde – archeologie 4”
Voor bouwwerkzaamheden is archeologisch onderzoek nodig, tenzij dit betreft:
- vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
- een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
Een omgevingsvergunning is voor een aantal werkzaamheden nodig, onder andere voor: het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte of hoogte dan 40 cm, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage.
Dubbelbestemming “Waterstaat – waterkering”
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen. Het bouwen binnen deze zone mag alleen als het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Toets bouwvoornemen
Op de volgende punten wijkt het voornemen af van het geldende bestemmingsplan Dorpskernen 2011:
- 1. Het voornemen gaat uit van het omzetten van de sloop van de bestaande bedrijfswoning en de bouw van een nieuwe burgerwoning. Dat is op grond van de planregels niet mogelijk, maar past wel binnen de kaders van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid.
- 2. Het voornemen gaat daarnaast uit van het slopen van de bestaande bedrijfsbebouwing (circa 615 m²) en het ter plaatse van de huidige loods bouwen van een nieuwe burgerwoning. De nieuwbouw van deze tweede burgerwoning is op grond van het geldende bestemmingsplan niet mogelijk.
- 3. Situering nieuwe woningen: de nieuwe woningen worden gerealiseerd in de voorgevelrooilijn van de bestaande loods, dat ligt binnen het bouwvlak en is dus geen afwijking van het geldende bestemmingsplan.
Onbenutte bouwmogelijkheden
Op het perceel is een groot bouwvlak opgenomen waar agrarische bedrijfsgebouwen (inclusief een bedrijfswoning) en erfbebouwing is toegestaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen “hoofdgebouwen” en “erfbebouwing”. Hoofdgebouwen zijn in geval van agrarische bedrijven de gebouwen waar in hoofdzaak of in grootste mate de bedrijfsvoering overeenkomstig de bestemming wordt gerealiseerd. De bedrijfswoning is niet per se nodig voor de bedrijfsvoering en is daarmee geen hoofdgebouw.
Hoofdgebouwen zijn in het geldende bestemmingsplan toegestaan op het gehele bouwvlak zonder beperking in omvang (m²). Wel geldt voor hoofdgebouwen een maximale goothoogte van 4 meter en een maximale nokhoogte van 9 meter. In de huidige situatie is slechts een klein deel van het bouwvlak bebouwd met bedrijfsgebouwen, zie onderstaande afbeelding. Voor de huidige situatie geldt derhalve dat een deel van de planologische bouwmogelijkheden voor wat betreft de agrarische hoofdgebouwen nog onbenut zijn. Anders gezegd; op basis van het geldende bestemmingsplan mag een groot deel van het bouwvlak nog worden bebouwd met hoofdgebouwen.
1.3.2 Parapluplan Parkeren (2018)
Het "Parapluplan Parkeren 2018" is op 13 april 2018 door de gemeenteraad van Alkmaar vastgesteld.
In de planregels is bepaald: Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van de functie dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen. Dit dient plaats te vinden op eigen terrein dat bij dat bouwwerk of terrein waarvoor vergunning wordt verleend hoort. Daarbij moet worden voldaan aan het geldende parkeernormen beleid. Indien het beleid wijzigt dient rekening te worden gehouden met de wijzigingen.
Momenteel geldt de "Parkeernormennota 2020-2027" van de gemeente Alkmaar. Voor grote woningen (> 125 m² BVO conform NEN 2580) geldt een norm van 1,7 parkeerplaats per woning. Voor het Haviksdijkje 6 moeten op eigen terrein op basis hiervan 3,4 parkeerplaatsen worden beschikbaar zijn voor de te slopen en nieuw te bouwen bestaande bedrijfswoning (wordt burgerwoning) en de nieuw te bouwen burgerwoning. Op het terrein van het Haviksdijkje 6 is voldoende plek om de benodigde 4 parkeerplaatsen te realiseren.
Hoofdstuk 2 Het Initiatief
2.1 Huidige Situatie
Omgeving perceel
Het plangebied bevindt zich in de Eilandspolder. De polder kenmerkt zich door de fijnmazige zeer onregelmatige veenpolderverkaveling met brede sloten en staat in contrast met de naastgelegen grote droogmakerijen de Schermer en Beemster. De verkaveling van de Eilandspolder is nog vrijwel intact. De polder ligt ingesloten tussen de ringdijken van de droogmakerijen de Schermer en de Beemster. De Eilandspolder is een zeer open landschap met brede sloten en erven langs de buitenranden/ dijken van de polder. Het plangebied is gelegen aan het dorpslint van Grootschermer. In het Erfplan Haviksdijkje 6,03.10.2022 is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de karkterisitieken van het omliggende landschap en het bebouwingslint waar het perceel onderdeel van is.
Huidige situatie perceel
Binnen de percelen gelegen aan Haviksdijkje 6 in Grootschermer ligt op twee percelen met een gezamenlijk oppervlak van 3.738 m2 een bedrijfswoning met agrarische bedrijfsbebouwing, bestaande uit een stal en een loods. Eén van de bedrijfsgebouwen is in bouwkundig zeer slechte staat. Het zuidelijk deel van het perceel is onbebouwd en begroeid Zie onderstaande luchtfoto en foto's vanaf de straat.
De bestaande bedrijfsbebouwing heeft een oppervlakte van circa 615 m² en bestaat uit een loods, stal (samen circa 550 m2) en een kapberg (64 m2).
2.2 Toekomstige Situatie
Voor de nieuwe situatie is door Erven Consulenten een erfplan opgesteld, zie Erfplan Haviksdijkje 6,03.10.2022. Dit erfplan is besproken in de Welstand en monumentencommissie van de gemeente Alkmaar. De commissie heeft ingestemd met het plan, en heeft geadviseerd "te voorkomen dat er vergunningsvrij in de breedte aangebouwd wordt, om te voorkomen dat het doorzicht in het gedrang komt. Wel dient het bouwvlak dan voldoende diepte te hebben, voor eventuele latere aanbouwen aan de achterzijde. Daarnaast adviseert zij om onderscheid tussen de beide gebouwen aan te brengen in rooilijn, goot- en nokhoogte. Ook dient er in het bestemmingsplan opgenomen te worden dat terrein- en erfinrichting meegenomen dient te worden. De indicatieve voetprint dient in de breedte exact vastgelegd te worden en in de lengte is het mogelijk om een marge aan te geven. De meest noordelijke woning kan naar mening van de commissie ook een stolp zijn".
Voor de nieuwe situatie wordt uitgegaan van het slopen van de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen, de bedrijfswoning en de kapberg en de bouw van 2 woningen met bijbehorende tuinen en erven.
Stedenbouwkundige opzet
Uitgangspunt is de bouw van 2 vrijstaande burgerwoningen. Deze woningen worden haaks op het Haviksdijkje gebouwd. Bij het bepalen van de plek van de voorgevel is rekening gehouden met de voorgevelrooilijn van omliggende woningen, de plek van de huidige bebouwing en de ligging van het perceel aan de waterkering.
De positie van de woningen is zodanig gekozen dat er voldoende ruimte tussen de woningen is voor onderlinge privacy en zodanig dat er doorzichten blijven en ontstaan naar het karakteristieke Noord-Hollandse landschap dat zich aan de achterzijde van de percelen bevindt. Stedenbouwkundig uitgangspunt is daarom het hanteren van 2 rechthoekige bouwvlakken Zie onderstaande inrichtingsplan.
Op onderstaande afbeelding zijn de doorzichten in de nieuwe situatie weergegeven.
Voor de nieuwe woningen wordt uitgegaan van een goothoogte van 4 meter, en een maximale nokhoogte van 9 meter. Het parkeren kan volledig op eigen erf worden opgelost, hier is ruim voldoende plek voor. De bestaande boomgaard op het zuidelijk deel van het perceel blijft behouden, evenals de omliggende watergangen en het bruggetje naar het achtergelegen land.
Voor de noordelijke woning kan worden gekozen om deze te bouwen als een kap(hooi)berg woning, waarbij de maximale goothoogte 6 meter en de nokhoogte 9 meter bedraagt. Zie onderstaande referentie.
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijksbeleid
Nationale omgevingsvisie
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in werking getreden. Deze visie bevat de hoofdzaken van het strategisch rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving. Dit is een combinatie van beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, en nieuw strategisch beleid. De grote en complexe opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland gaan veranderen. De NOVI bevat een toekomstperspectief met de ambities van het Rijk. In de NOVI zijn 21 nationale belangen met bijbehorende opgaven geformuleerd. Deze nationale belangen komen samen in vier prioriteiten:
- ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
- duurzaam economisch groeipotentieel;
- sterke en gezonde steden en regio's;
- toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
Voor de vier NOVI-prioriteiten geldt steeds dat zowel voor de lange als de korte termijn maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen dienen in de praktijk voortdurend op elkaar in te spelen. Bij de afweging van de belangen staat een evenwichtig gebruik van de fysieke leefomgeving centraal voor zowel de boven- als de ondergrond.
Het bouwen van drie woningen in het bestaande bebouwde gebied van Grootschermer past binnen het Rijksbeleid om waar mogelijk binnenstedelijk nieuwe woningen toe te voegen.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Het Barro is op 22 augustus 2011 vastgesteld en op 30 december 2011 in werking getreden, daarna zijn beide regelingen meermaals gewijzigd. In het Barro zijn bepalingen opgenomen ter bescherming van nationale belangen, zoals de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, de uitoefening van defensietaken en bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam.
Met het vervangen van bestaande agrarische bedrijfsbebouwing door één nieuwe woning en het vervangen van de bestaande bedrijfswoning door een nieuw te bouwen burgerwoning aan het Haviksdijkje 6 in Grootschermer worden geen Rijksbelangen geraakt.
Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'. Of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling wordt bepaald door de aard en omvang van die ontwikkeling, in relatie tot de omgeving. Voor wonen geldt, dat voor woningbouwlocaties vanaf twaalf woningen sprake is van een stedelijke ontwikkeling die Ladderplichtig is. In geval van het Haviksdijkje worden 2 woningen toegevoegd, zodat er in dit geval geen sprake is van een "stedelijke ontwikkeling". Geconcludeerd kan worden dat het voorgenomen initiatief niet nader getoetst hoeft te worden aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
3.2 Provinciaal Beleid
3.2.1 Omgevingsvisie NH2050
De Omgevingsvisie NH2050 is op 19 november 2018 door Provinciale Staten (PS) vastgesteld. Met de Omgevingsvisie richt de provincie zich op lange termijn ambities en –doelen, met oog voor kwaliteiten die de provincie langjarig willen koesteren en die probeert in te spelen op veranderingen en transities die tijd nodig hebben. In het Visiedeel zijn de ambities uitgewerkt in zogenaamde samenhangende bewegingen naar de toekomst.
Uitgangspunt is dat wonen en werken zoveel mogelijk binnenstedelijk worden gerealiseerd en geconcentreerd. De provincie geeft in de Omgevingsvisie aan dat de metropool zich snel ontwikkelt. De vraag naar woningen en ruimte voor bedrijven houdt aan, evenals de ruimtevraag voor recreatie en andere functies. Tegelijkertijd wil de provincie de landschappen in de metropool sparen. De bebouwingsopgave moet dan ook zoveel mogelijk binnen de bestaande kernen plaatsvinden. Verdichting vraagt steeds meer inventiviteit en bestuurskracht. De bebouwde omgeving wordt steeds intensiever gebruikt, de plancapaciteit binnenstedelijk blijkt door een andere kijk op stad en stedelijkheid een stuk groter te zijn dan gedacht. En zowel bij bestaande bouw als nieuwbouw moeten wil de provincie inzetten op besparing van energie, een klimaatadaptieve ruimtelijke inrichting en bij nieuwbouw ook op circulair bouwen. Dit alles moet samengaan met de verdere verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving.
Het bouwen van twee woningen in het bestaande bebouwingslint van Grootschermer past binnen de provinciale visie om zoveel mogelijk binnen bestaand bebouwd gebied woningen bij te bouwen en daarmee het open landschap te sparen.
3.2.2 Omgevingsverordening Noord-Holland (NH2020)
3.3 Gemeentelijk Beleid
3.3.1 Omgevingsvisie Alkmaar 2040
In de gemeentelijke Structuurvisie Alkmaar 2040 (2017) zijn de gemeentelijke ambities tot 2027 geformuleerd voor het stedelijke en landelijke gebied. Het Haviksdijkje 6 ligt in het "dorp" aan de "hoofdstraat dorp", zie onderstaande afbeelding
Afbeelding: visiekaart "landelijk gebied" (bron: Omgevingsvisie Alkmaar 2040)
De leesbaarheid van het landschap wordt in de ruimtelijke beleving steeds belangrijker. Bij een keuze voor een compacte stad, ligt het voor de hand dat ook het landelijk gebied in de toekomst goed beleefbaar blijft. Het landelijk gebied vormt niet alleen een agrarisch productiegebied, maar ook de voortuin van de stad. Een aantrekkelijk landelijk gebied om de stad heen is een van de factoren waarop bewoners hun stad waarderen. Daarom zet de gemeente Alkmaar in op het ontwikkelen van nieuwe recreatieve routes om het landelijk gebied beter toegankelijk te maken.
In de Omgevingsvisie is aangegeven dat de dorpen in het landelijk gebied allemaal beschikken over hun eigen kenmerken. Kleinschalige woonontwikkelingen binnen de dorpen kunnen op grond van de Omgevingsvisie de bestaande dorpsstructuur bekrachtigen. Als leidraad geldt het dorpseigen ontwikkelen: de oorspronkelijke dorpsstructuur is leidend als ruimtelijk uitgangspunt voor nieuwe kleinschalige ontwikkelingen.
Het slopen van de bestaande bedrijfsgebouwen en de bestaande bedrijfswoning op het perceel Haviksdijkje 6 en het ter plaatse realiseren van twee nieuwe woningen die passen binnen het stedenbouwkundig weefsel van het bestaande dorpslint van Grootschermer, past binnen de gemeentelijke visie om de oorspronkelijke dorpsstructuur als uitgangspunt aan te houden.
3.3.2 Parkeernormennota Alkmaar 2020-2027
De Parkeernormennota Alkmaar 2020-2027 is vastgesteld op 25 juni 2020. Parkeernormen zijn in de gemeente Alkmaar van kracht via het Paraplubestemmingsplan Parkeren (2018). In dit bestemmingsplan wordt verwezen naar het vigerend beleid voor parkeernormen, de Parkeernormennota 2017-2027. Dit is ook conform het advies van het KpVV (Kennisplatform voor Verkeer en Vervoer) die ervoor pleit om voor het hele gemeentelijk grondgebied algemene parkeernormen te stellen in een beleidsnota. In bestemmingsplannen kan worden volstaan met een kwalitatieve normstelling als ‘voldoende parkeergelegenheid’ met een verwijzing naar de meest recente parkeernormen.
In 2012 heeft het kenniscentrum voor verkeer en vervoer (CROW) de landelijke parkeercijfers vernieuwd uitgebracht. Het gros van die parkeernormen zijn één op één overgenomen en komen terug in deze nota. De hoofdregel voor de bepaling van de parkeernorm is dat nieuwe ontwikkelingen voorzien in hun eigen parkeerbehoefte. Bij nieuwbouw wordt altijd de parkeernorm gehanteerd.
Voor grote woningen (>125 m2) wordt in het buitengebied ("overig") uitgegaan van 1,7 parkeerplaats per woning. Bij het Haviksdijkje 6 krijgt elke woning een eigen inrit en er is naast de woning ruim voldoende plek om parkeerplaatsen te maken overeenkomstig de gemeentelijke parkeernorm.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Verkeer En Parkeren
Verkeer
Uitgangspunt is het vervangen van de bestaande agrarische bedrijfsgebouwen met bedrijfswoning door twee burgerwoningen. Voor zover dit al leidt tot extra verkeer is de hoeveelheid extra verkeer te verwaarlozen. Vanuit verkeerskundig oogpunt zijn er geen belemmeringen voor deze ontwikkeling.
Parkeren
Voor de woningen geldt conform het gemeentelijk beleid een parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per woning, te realiseren op eigen terrein. Er is op eigen erf ruim voldoende plek om de benodigde parkeerruimte te realiseren.
4.2 Geluid
Kader
De Wet geluidhinder (Wgh) beoogt de burger te beschermen tegen hoge geluidbelastingen. In deze wet zijn onder meer normen voor geluid van wegverkeers- en spoorweglawaai vastgelegd. Bij ruimtelijke plannen dient daarom rekening te worden gehouden met de in de Wgh genoemde grenswaarden en bepalingen.
In de Wgh gelden voorkeursgrenswaarden en maximaal toelaatbare grenswaarden voor de gevelbelastingen op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen, zoals in dit geval nieuw te bouwen woningen. Overschrijding van de voorkeursgrenswaarde is toegestaan, mits voldoende onderbouwd. Het bevoegd gezag, in dit geval het college van burgemeester en wethouders van Alkmaar, bepaalt of een overschrijding daadwerkelijk mag plaatsvinden. Dit wordt 'het verlenen van een ontheffing van de voorkeurswaarde' of 'het vaststellen van een hogere grenswaarde' genoemd. Het gaat hierbij om het vaststellen van een hogere grenswaarde dan de voorkeurswaarde en is mogelijk indien maatregelen om de geluidbelasting te reduceren aan de bron of tussen bron en ontvanger niet doelmatig zijn of financiële of stedenbouwkundige bezwaren ondervinden.
Indien hogere grenswaarden worden aangevraagd en een locatie is gelegen binnen de zones van meerdere geluidbronnen, dient tevens onderzoek gedaan te worden naar de effecten van de samenloop van de verschillende geluidsbronnen (de cumulatieve geluidbelasting). Er dient te worden aangegeven op welke wijze met de samenloop rekening is gehouden bij het bepalen van de te treffen maatregelen. Wanneer ook de maximaal te verlenen ontheffingswaarde wordt overschreden is in principe geen bouw van woningen of andere geluidgevoelige gebouwen mogelijk tenzij deze worden voorzien van dove gevels of andere maatregelen.
Situatie Haviksdijkje
Het Haviksdijkje ligt binnen de geluidzone van de Molendijk waar een maximum snelheid van 60 km/u geldt. Op grond van de Wet geluidhinder is voor de beoogde woningen aan het Haviksdijkje akoestisch onderzoek verricht, zie Bijlage 9 Akoestisch onderzoek 05.07.2022. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat voor het prognosejaar 2032 op de voorgevel (west) woning 1 op 4,5 meter hoogte de hoogste geluidbelasting inclusief aftrek art. 110 g wordt berekend. Deze bedraagt 48 dB als gevolg van het wegverkeer op de Molendijk. De voorkeursgrenswaarde wordt niet overschreden, waarmee voldaan wordt aan de Wet geluidhinder. Op ditzelfde punt wordt ook de hoogste cumulatief geluidniveau (zonder aftrek) berekend, deze bedraagt 53 dB.
Conclusie
Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat bij de nieuwe woningen wordt voldaan aan de voorkeurgrenswaarde van de Wet geluidhinder. Nader onderzoek of een hogere waarde procedure is in het kader van dit bestemmingsplan niet nodig.
4.3 Bodem
Kader
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een ruimtelijke ontwikkeling rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit in beginsel voldoende is voor de beoogde functie. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Situatie Haviksdijkje
Door GRS Milieu is een verkennend bodem- en asbest onderzoek uitgevoerd, zie Bijlage 1 Verkennendbodem- en asbestonderzoek 07.07.2021. Op basis van de onderzoeksresultaten dient de hypothese verdacht te worden aangenomen. De licht verhoogde gehalten in de grond zijn te relateren aan de bodemvreemde bijmengingen. Het grondwater is licht verontreinigd met naftaleen. De oorzaak van de lichte verontreiniging is onduidelijk. Lichte verontreinigingen zijn in het kader van de Wet bodembescherming geen aanleiding tot het laten uitvoeren van een nader bodemonderzoek.
In de asbestmengmonsters MMASB01 en MMASB02 van het puin uit de asbestinpectiesleuven is
geen asbest boven de detectiegrens aangetoond. Tevens is geen asbestverdacht materiaal in
de grove fractie (> 20 mm) aangetroffen. Derhalve is het puin niet asbesthoudend. Met het onderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem bepaald.
Geconcludeerd is dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem voldoende is voor de beoogde functie (wonen) en dat geen vervolgonderzoek nodig is.
4.4 Luchtkwaliteit
Kader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een ruimtelijk plan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang.
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:
- 1. een project heeft een effect van minder dan 3% toename van concentratie NO2 (stikstof dioxide) en PM10 (fijn stof) in de buitenlucht;
- 2. een project valt in een categorie die is vrijgesteld aan toetsing aan de grenswaarden; deze categorieën betreffen onder andere woningbouw met niet meer dan 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg of kantoorlocaties met maximaal 100.000 m² bvo bij één ontsluitingsweg.
Situatie Haviksdijkje
In geval van het Haviksdijkje worden 2 woningen gerealiseerd op een kavel waar in gevolge het geldende bestemmingsplan een agrarisch bedrijf met bijbehorende bedrijfswoning is toegestaan. De bouw van 2 woningen kan gelet op het Besluit NIBM worden beschouwd als "niet in betekenende mate". Een toets aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer is daarmee niet nodig.
4.5 Bedrijven- En Milieuzonering
Kader
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De 'Vereniging van Nederlandse Gemeenten' (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' uit. In deze publicatie is een lijst opgenomen met daarin de aan te houden richtafstanden tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. Indien van deze richtafstand afgeweken wordt dient een nadere motivatie gegeven te worden waarom dat wordt gedaan. Het zo scheiden van milieubelastende en –gevoelige functies dient twee doelen:
- 1. het reeds in het ruimtelijk spoor voorkómen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij gevoelige functies (bijvoorbeeld woningen);
- 2. het bieden van voldoende zekerheid aan de milieubelastende activiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) zodat zij de activiteiten duurzaam, en binnen aanvaardbare voorwaarden, kunnen uitoefenen.
Situatie Haviksdijkje
Rondom het perceel aan het Haviksdijkje zijn uitsluitend woningen gerealiseerd. Het perceel op nummer 6 is tot op heden het enige perceel met een afwijkende bestemming met potentiële milieuhinder. Na realisatie van de woonbestemming zijn er geen bedrijfsmatige activiteiten meer in de nabije omgeving die van invloed kunnen zijn op het woon- en leefklimaat.
4.6 Externe Veiligheid
Kader
Externe veiligheid gaat over de beheersing van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Die activiteiten kunnen bestaan uit het opslaan, verwerken of transporteren van gevaarlijke stoffen. Deze activiteiten kunnen een risico veroorzaken voor de leefomgeving. Daarnaast worden de risico's van het opstijgen en landen op vliegvelden ook onder het thema externe veiligheid gevangen. De risico's worden uitgedrukt in twee risicomaten; het plaatsgebonden (hierna: PR) en het groepsrisico (hierna: GR).
Voor de beoordeling van een ruimtelijk plan moet voor externe veiligheid worden vastgesteld of dit plan is gelegen binnen het invloedsgebied van een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarnaast wordt gekeken of het plan ligt binnen het invloedsgebied van de transportroute (weg, spoor, water of buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen (o.a. LPG en benzine) worden vervoerd.
Situatie Haviksdijkje
Op grond van de openbare informatie van de Risicokaart kan worden vastgesteld dat de planlocatie niet binnen de invloedssfeer van inrichtingen of transportroutes ligt waar gevaarlijke stoffen worden vervoerd of opgeslagen. De meest nabij gelegen transportroute betreft een ondergrondse gasleiding op ruim 1,5 km. Zie onderstaande uitsnede van de risicokaart.
De Omgevingsdienst Noord-Holland Noord heeft aangegeven dat de nabij gelegen hoogspanningsleidingen op voldoende afstand liggen.
4.7 Water
Algemeen
In het Besluit ruimtelijke ordening is de 'watertoets' opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen de gemeente en waterbeheerder tot stand. Het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer binnen het plangebied wordt gevoerd door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de riolering.
Situatie Haviksdijkje
Hoeveelheid bebouwing en verharding
In geval van het Haviksdijkje is er in de huidige situatie sprake van bestaande bebouwing (circa 615 m2) en een bedrijfserf om de bestaande bebouwing. Het oppervlak van de bebouwing plus verharding in de huidige situatie bedraagt ongeveer 1.500 m2. Het zuidelijk deel van het terrein is onbebouwd en onverhard.
Voor de nieuwe situatie wordt uitgegaan van twee bouwvlakken waarop in totaal twee woningen gebouwd kunnen worden. Het gezamenlijk oppervlak van de bouwvlakken bedraagt 580 m2. Daarnaast zijn nog inritten en parkeervoorzieningen voor de woningen mogelijk. Voor de twee woningen samen gaat het om ongeveer 400 m2,. Het totale bebouwde en verharde oppervlak (circa 980 m2) wordt in de nieuwe situatie dus minder dan de bestaande situatie (1.500 m2).
Waterkering
Het perceel ligt naast een regionale waterkering. De grens van het "Waterstaatswerk" loopt over het perceel. Daarnaast is een groot deel van het perceel onderdeel van beschermingszone A, aan de achterzijde van het perceel is beschermingszone B van toepassing. Zie onderstaande leggerkaart.
In de huidige situatie is een kelder onder de bebouwing aanwezig die vooral dient als fundering voor de bestaande bebouwing. Voor de nieuwe situatie zullen deze bestaande funderingen niet meer worden gebruikt. Onder de nieuwe woningen komt geen kelder of souterrain.
Vooroverleg 2018
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is op 24 mei 2018 reeds op locatie gaan kijken. Toen is aangegeven dat vanwege de waterkering de voorzijde van de groene schuur als uiterste bebouwingslijn moest worden aangehouden. Daar is met de locatie van de nieuwbouw rekening mee gehouden: de uiterste rooilijn van beide woningen is gelijk aan de voorgevelrooilijn van de bestaande groene schuur, zie onderstaande afbeelding:
Watertoets
Op 20 juni 2022 is via de website www.dewatertoets.nl een check gedaan. Aangezien er onder andere geen sprake is van een toename van de varharding is een "normale" procedure aan de orde. Zie Bijlage3 Watertoets 20.06.2022.
4.8 Ecologie
Kader
Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving. De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden, te weten: Natura-2000 gebieden en Natuurnetwerk Nederland (NNN).
Situatie Haviksdijkje
Soortenbescherming
Door ecologisch adviesbureau Els & Linde B.V. is beoordeeld of op de planlocatie beschermde plant- en diersoorten aanwezig zijn binnen de planlocatie en of deze soorten schade ondervinden van de gewenste ontwikkelingen. Zie Bijlage 4 Ecologisch onderzoek 24.06.2022 - update 18.10.2022.
Op de planlocatie kan de aanwezigheid van gierzwaluw, vleermuizen en huismus in het woonhuis op voorhand niet worden uitgesloten. Het woonhuis bied voldoende mogelijkheden voor deze soorten om zich te vestigen. De aanwezigheid van marterachtigen kan op voorhand niet worden uitgesloten. De planlocatie ligt aan een natuurgebied en bied voldoende dekking voor deze soorten om zich er te vestigen.
Een afdoend onderzoek naar genoemde soorten is uitgevoerd, zie Bijlage 5 Afdoend ecologischonderzoek november 2023. Uit de resultaten van het afdoend onderzoek blijkt dat er binnen de planlocatie geen nestplekken van huismussen en gierzwaluwen aanwezig zijn. Wel is er een verblijfplaats van gewone dwergvleermuizen aangetroffen. Een ontheffing van de Wet natuurbescherming is noodzakelijk. Met de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van algemene broedvogels in de begroeiing rondom het pand. Er moet rekening gehouden worden met het broedseizoen voor en tijdens de werkzaamheden. Geadviseerd wordt om de werkzaamheden buiten de broedperiode te starten.
Gebiedsbescherming - stikstofdepositie
Gezien de aard van de werkzaamheden, de nieuwe bestemming van het pand en de afstand tot het dichtstbijzijnde natuurgebied is separaat een stikstofberekening uitgevoerd. Omdat het Natura 2000 gebied direct aan de planlocatie ligt dienen er een aantal maatregelen in acht genomen te worden. Het natura 2000 gebied mag onder geen omstandigheden verlicht worden. Er mogen geen trillingen worden gemaakt tijdens of door de werkzaamheden. Werken met een ecologisch werkprotocol wordt aanbevolen.
De planlocatie ligt eveneens direct aan het Natuurnetwerk Nederland. Gelet op de aard en de omvang van de geplande werkzaamheden, wordt echter geen effect verwacht.
Door bureau Els & Linde is aan de hand van de AERIUS calculator een stikstofberekening uitgevoerd. Zie Bijlage 6 Stikstofonderzoek memo 27 november 2023. Uit de berekening blijkt dat er tijdens de gebruiksfase en de bouwfase geen verhoogde depositie ontstaat op de Natura 2000. Er is geen sprake van een significante verhoging van de depositie. Er is geen vergunning van de wet natuurbescherming nodig.
Conclusie
Voor een aantal diersoorten moet nader onderzoek worden gedaan (en mogelijk ontheffing worden aangevraagd) alvorens de gebouwen kunnen worden gesloopt. Dit staat de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan in beginsel niet in de weg. Uit de stikstofberekening blijkt dat er geen toename is van een toename van stikstofdepositie.
4.9 Archeologie
Kader
De Nederlandse bodem zit vol met archeologische waarden. Met de ondertekening van het Europese verdrag van Valletta in 1992, een verdrag over behoud en beheer van het archeologische erfgoed, hebben de lidstaten zich tot doel gesteld het bodemarchief te beschermen. Met ingang van 1 september 2007 is het Verdrag van Valletta geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving door middel van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz), waardoor het verdrag een juridisch fundament kreeg. Deze Wijzigingswet heeft onder meer wijzigingen aangebracht in de Monumentenwet 1988. De Monumentenwet is op 1 juli 2016 deels (met een overgangstermijn tot de Omgevingswet) vervangen door de Erfgoedwet. Deze wet handelt over het aanwijzen van te beschermen cultureel erfgoed. Naast de Monumentenwet vervangt de Erfgoedwet ook andere wetten zoals de Wet tot behoud van cultuurbezit.
Situatie Haviksdijkje
In het geldende bestemmingsplan geldt op in de in 2016 door de raad vastgestelde archeologische verwachtingskaart aan het Haviksdijkje de archeologische dubbelbestemming "Waarde - Archeologie - B" en "Waarde - Archeologie - C". Voor werkzaamheden in waarde archeologie B geldt dat er over een oppervlak van 50 m2 en dieper dan 0,35m onder maaiveld een onderzoekplicht en een omgevingsvergunningplicht, bij waarde C over een oppervlak van 500 m2 en dieper dan 0,4m onder maaiveld. In de fase van de omgevingsvergunning moet afhankelijk van de voorgenomen bodemingrepen al dan niet nader onderzoek worden gedaan. Dit wordt bepaald door de gemeentelijk archeologen op basis van de ingediende tekeningen.
Afbeelding: Uitsnede uit de archeologische verwachtingskaart, met aan de straatzijde (voorzijde perceel) categorie B en aan de achterzijde categorie C (bron: https://www.arcgis.com/apps/mapviewer/index.html?layers=fabca369d108420fa63d63024e73fa04
Deze archeologische beleidszones zijn in voorliggend bestemmingsplan vertaald door het gebied met de archeologische beleidszone B te voorzien van een dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 en het gebied met archeologische beleidszone C te voorzien van een dubbelbestemming Waarde - Archeologie- 3.
4.10 Milieueffectrapportage (M.e.r.)
Een verplichting om een (vormvrije) m.e.r.-beoordelingsprocedure of volledige m.e.r.-procedure uit te voeren kan ontstaan op basis van art 7.2 en 7.2A van de Wet milieubeheer. Het voorliggende bestemmingsplan ziet op bouwen van 2 woningen ter plaatse van een voormalig agrarisch bedrijf met bedrijfswoning in het bestaande bebouwingslint van Grootschermer. Dit bebouwingslint wordt gekenmerkt door woningen met enkele stedelijke functies. De woonfunctie is een functie die qua aard passend is in het bebouwingslint van het Haviksdijkje. Op basis van het voorgaande kan worden gesteld dat er naar aard en omvang geen sprake is van een nieuw “stedelijk ontwikkelingsproject” waarvoor een m.e.r. beoordeling aan de orde is. Zie in dit verband ook Bijlage 11 Aanmeldnotitie m.e.r. 09.06.2023.
4.11 Economische Uitvoerbaarheid
Voorliggend bestemmingsplan voorziet in de bouw van één extra woning. Er is derhalve sprake van een bouwplan als bedoeld in het Bro en dus is kostenverhaal aan de orde. De kosten voor het bouwplan alsmede de plankosten worden gedragen door de ontwikkelaar van het plan. Hetzelfde geldt voor eventuele kosten als gevolg van planschade. Hiervoor is een (anterieure) overeenkomst tussen de initiatiefnemer en de gemeente gesloten. De ambtelijke kosten voor de realisatie van het plan zijn voor de gemeente anderszins verzekerd in deze overeenkomst. Om deze reden is een exploitatieplan niet nodig. De financiële uitvoerbaarheid van het plan is voldoende gewaarborgd.
4.12 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
4.12.1 Overleg in een vroeg stadium
In 2020 is aan de hand van het opgestelde motiveringsdocument overleg gevoerd met de provincie Noord-Holland over de wijze van inpasbaarheid van de nieuwe woningen binnen de kaders van de toen vastgestelde Omgevingsverordening NH2020. Op 5 januari 2021 heeft de provincie schriftelijk aangegeven in te kunnen stemmen met het initiatief.
Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is op 24 mei 2018 reeds op locatie gaan kijken. Toen is aangegeven dat vanwege de waterkering de voorzijde van de groene schuur als uiterste bebouwingslijn moest worden aangehouden. Daar is met de locatie van de nieuwbouw rekening mee gehouden.
4.12.2 Participatie
Met de direct omwonenden is overleg gevoerd over het bouwvoornemen. Daarbij is het plan gepresenteerd en toegelicht. De reacties die zijn ontvangen van de bewoners van Haviksdijkje 1 t/m 9 over de plannen voor de bestemmingswijziging van Haviksdijkje 6 waren allemaal uitsluitend positief. Vanwege de positieve reacties was het niet nodig om aanpassingen te doen aan het plan voor de bestemmingswijziging. Zodra de plannen concreter en verder uitgewerkt zijn zal opnieuw contact worden gezocht met de bewoners van Haviksdijkje 1 t/m 9 om ze zo adequaat mogelijk te informeren. Van het doorlopen participatieproces is een verslag gemaakt, zie Bijlage 10 Participatieverslag (anoniem)12.01.2023
4.12.3 Vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro
In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan voor advies worden toegezonden aan:
- 1. het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwarier
- 2. Provincie Noord-Holland.
- 3. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
Van de provincie Noord-Holland is geen reactie ontvangen. Wel heeft de provincie in een eerder stadium schriftelijk ingestemd met het plan (zie kopje "overleg in een vroeg stadium). De reacties van het Hoogheemraadschap (1) en Veiligheidsregio (3) zijn hieronder weergegeven en voorzien van een antwoord.
Ad.1 Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwarier
Opmerking 1.1
Het Hoogheemraadschap geeft aan dat er in 2018 reeds overleg is geweest en dat kan worden ingestemd met het plan. Wel is opgemerkt dat de noordelijke bouwvlek in lijn met de rooilijn van de huidige groene loods moet worden gebracht, dus dat deze verder naar achteren verschoven of kleiner moet worden gemaakt.
Reactie 1.1
Naar aanleiding van de opmerking is de verbeelding in het ontwerpbestemmingsplan aangepast en is het noordelijke bouwvlak aan de zijde van de waterkering verkleind zodat deze in de rooilijn van de huidige groene loods ligt.
Ad.3 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
Opmerking 3.1
De Veiligheidsregio concludeert dat het plangebied niet isgelegen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen, hogedruk aardgastransportleidingen en/of transportroutes voor gevaarlijke stoffen. De bereikbaarheid van alle woningen en gebouwen aan het Haviksdijkje is kwetsbaar. Het Haviksdijkje is een smalle asfaltdijk, die na ongeveer 1 km over gaat in een grasdijk. Passeren kan alleen met gebruikmaken van de berm en dat is alleen voor lichte voertuigen verantwoord. Ambulance of brandweervoertuigen zijn voor passeren, keren en manoeuvreren aangewezen op de aangelegen erven en een eventueel lege parkeer-, of passeerstrook. Zorgdragen voor voldoende ruimte op erven is daardoor gewenst voor effectieve hulpverlening.
Reactie
Op eigen erf is voldoende ruimte voor ambulances of andere hulpverlening om te keren.
Opmerking 3.2
De Veiligheidsregio heeft ingeschat dat de drinkwaterleiding ten gevolge van de nieuwbouw gedeeltelijk moet worden verlegd. Vooropgesteld dat het technisch uitvoerbaar is, heeft het onze voorkeur dat een
brandkraan gepositioneerd wordt daar waar het leidingtracé en de nieuwe oprit (gelegen tussen beide
nieuwe woningen) elkaar kruisen. Bluswater uit een brandkraan is vorst bestendig, dit in tegenstelling
tot bluswater uit de ringvaart. De Schermerringvaart is bruikbaar voor de brandweer mits de bestaande oeverinrichting en het gebruik gewaarborgd blijft.
Reactie
Het verleggen van drinkwaterleidingen valt buiten de strekking van het bestemmingsplan. Aan de inrichting van de oever van de Schermerringvaart wordt in het kader van dit plan niks gewijzigd.
4.12.4 Ontwerpbestemmingsplan ter visie
In overeenstemming artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro) jo. Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft het ontwerpbestemmingsplan voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen, van 17 augustus t/m 27 september 2023. De kennisgeving is gepubliceerd in het gemeenteblad. Het ontwerpbestemmingsplan is met bijbehorende stukken digitaal raadpleegbaar gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende de termijn van terinzagelegging (6 weken) heeft een ieder naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan schriftelijk een zienswijze naar voren kunnen brengen. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Juridische Regeling
Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op het Haviksdijkje 6 in Grootschermer waar de agrarische bestemming wordt gewijzigd naar een woonbestemming met bijbehorende tuin. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Dorpskernen 2011. Uitgangspunt voor de planregeling van voorliggend bestemmingsplan is de planregeling zoals opgenomen is in het geldende bestemmingsplan. Op deze wijze ontstaat voor het perceel Haviksdijkje een planregel die gelijk is aan de omliggende percelen met een woon- en tuinbestemming.
Artikel 3 Tuin
Net als bij de andere woningen aan het bebouwingslint van Grootschermer is het gedeelte van het perceel aan de straatzijde (tot een meter achter de voorgevel) bestemd als Tuin. Bouwwerken zijn daarbij in zeer beperkte mate toegestaan tot een hoogte van 1m. Erkers zijn toegestaan met inachtneming van bepalingen met betrekking tot de omvang van de erkers.
Artikel 4 Wonen
Het grootste gedeelte van het perceel Haviksdijkje (dat zal worden gesplitst in twee percelen) is bestemd als Wonen. Naast wonen zijn ook huisgebonden beroepen en bedrijven toegestaan. Voor de hoofdgebouwen wordt uitgegaan van woningen die worden gebouwd in één laag met een kapverdieping. Dat mag een vrij hoge kap zijn, tot een hoogte van maximaal 9 meter. De goothoogte bedraagt maximaal 4 meter.
Voor de noordelijke woning kan van deze regels worden afgeweken ten behoeve van een kap(hooi)berg woning waarbij de maximale goothoogte op maximaal 50% van het bouwvlak wordt overschreden tot 6 meter. De bouwvlakken die aangeven waar de hoofdgebouwen gebouwd mogen worden zijn zodanig gepositioneerd dat er doorzichten ontstaan/behouden blijven vanaf het Haviksdijkje naar het achterliggende landschap. Het gaat om langgerekte bouwvlakken die haaks liggen op de weg.
Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd ten behoeve van hoofdgebouwen. Voor erfbebouwing (aanbouwen, bijgebouwen) is de regeling overgenomen van het geldende bestemmingsplan, met dien verstande dat is bepaald dat deze erfbebouwing alleen in het bouwvlak mag worden gebouwd. Daarmee wordt bereikt dat, in overeenstemming met het advies van de welstandcommissie van de gemeente Alkmaar, eventuele erfbebouwing (aanbouwen, bijgebouwen) aan de achterzijde worden gebouwd en daarmee de doorzichten behouden blijven.
De overige regels zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan Dorpskernen 2011 zoals de afwijkingsmogelijkheid om een kapberg te bouwen en dakkapellen te realiseren.
Waarde - Archeologie - 2 en Waarde - Archeologie - 3
Overeenkomstig de archeologische beleidskaart van de gemeente Alkmaar geldt voor het perceel een archeologische verwachting. Aan de zijde van de weg is er sprake van een hoge verwachting, aan de achterzijde van het perceel een middelhoge verwachting. In deze regels is bepaald bij welke werkzaamheden aanvullend onderzoek naar mogelijke archeologische resten nodig is.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Erfplan Haviksdijkje 6 - 03.10.2022
Bijlage 2 Erfplan Haviksdijkje 6 - 03.10.2022
Bijlage 1 Verkennend Bodem- En Asbestonderzoek 07.07.2021
Bijlage 1 Verkennend bodem- en asbestonderzoek 07.07.2021
Bijlage 2 Erfplan Haviksdijkje 6, 03.10.2022
Bijlage 2 Erfplan Haviksdijkje 6, 03.10.2022
Bijlage 3 Watertoets 20.06.2022
Bijlage 3 Watertoets 20.06.2022
Bijlage 4 Ecologisch Onderzoek 24.06.2022 - Update 18.10.2022
Bijlage 4 Ecologisch onderzoek 24.06.2022 - update 18.10.2022
Bijlage 5 Afdoend Ecologisch Onderzoek November 2023
Bijlage 5 Afdoend ecologisch onderzoek november 2023
Bijlage 6 Stikstofonderzoek Memo 27 November 2023
Bijlage 6 Stikstofonderzoek memo 27 november 2023
Bijlage 7 Stikstofonderzoek November 2023 - Gebruiksfase
Bijlage 7 Stikstofonderzoek november 2023 - gebruiksfase
Bijlage 8 Stikstofonderzoek November 2023 - Bouwfase
Bijlage 8 Stikstofonderzoek november 2023 - bouwfase
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek 05.07.2022
Bijlage 9 Akoestisch onderzoek 05.07.2022
Bijlage 10 Participatieverslag (Anoniem) 12.01.2023
Bijlage 10 Participatieverslag (anoniem) 12.01.2023