KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd - 1
Artikel 4 Gemengd - 2
Artikel 5 Gemengd - 3
Artikel 6 Gemengd - 4
Artikel 7 Groen
Artikel 8 Maatschappelijk
Artikel 9 Verkeer
Artikel 10 Verkeer - Railverkeer
Artikel 11 Verkeer - Weg
Artikel 12 Water
Artikel 13 Wonen
Artikel 14 Leiding - Hoogspanning
Artikel 15 Leiding - Leidingstrook
Artikel 16 Waarde - Archeologie 3
Artikel 17 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Antidubbeltelregel
Artikel 19 Algemene Gebruiksregels
Artikel 20 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 21 Algemene Aanduiding Regels
Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 23 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
Artikel 25 Slotregel
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 1
Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 2
Bijlage 4 Kaart Gsm En Umts Masten
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.3 Geldende Plannen
1.4 Aanpak
1.5 Functie Van Dit Bestemmingsplan
1.6 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Toelichting Op De Veegactie
3.2 Overzicht Van Aanpassingen In Het Plangebied
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Standaard En Plansystematiek
4.2 Toelichting Op De Regels
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 6 Toelichting Op Bijlagen
6.1 Inhoudsopgave Bijlagen
Bijlagen
Bijlage 1 Zienswijzennota Holland Park 2023
Bijlage 2 Bestemmingsplan Bergwijkpark 2015
Bijlage 3 Ladder Van Duurzame Verstedelijking
Bijlage 4 Verkeersonderzoek
Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 6 Advies Externe Veiligheid
Bijlage 7 Flora En Fauna Onderzoek
Bijlage 8 Ecologisch Werkprotocol
Bijlage 9 Ontheffing Ff-wet
Bijlage 10 Afwegingskader Holland Park
Bijlage 11 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 12 Akoestisch Onderzoek 1
Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek 2
Bijlage 14 Akoestisch Onderzoek 3
Bijlage 15 Geuronderzoek
Bijlage 16 Waterparagraaf
Bijlage 17 Onderzoek Geohydrologie
Bijlage 18 Overzicht Toegestane Voorzieningen
Bijlage 19 Notitie Vergelijking Sp Met Masterplan
Bijlage 20 Memo Gemeente Vergelijking Sp En Masterplan
Bijlage 21 Bezonningsstudie
Bijlage 22 Bezonningsonderzoek
Bijlage 23 Hinderbeleving Metropassage
Bijlage 24 Trillingsmetingen Metropassage
Bijlage 25 Analyses Trillingscherm Metropassage
Bijlage 26 Reactienota Inspraak En Vooroverleg Bergwijkpark 2015
Bijlage 27 Hogere Waarden Besluit
Bijlage 28 Geluidsonderzoek
Bijlage 29 Hogere Waarden Besluit Diemervijver
Bijlage 30 Akoestisch Onderzoek Campus Diemen Zuid
Bijlage 31 Hogere Waarden Besluit
Bijlage 32 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 33 Bodemonderzoek
Bijlage 34 Bodemonderzoek
Bijlage 35 Regionale Behoefteraming Voorzieningen Bergwijkpark
Bijlage 36 Hogere Waarden Besluit Reconstructie Bergwijkdreef
Bijlage 37 Akoestisch Onderzoek Reconstructie Bergwijkdreef
Bijlage 38 Reactienota Zienswijzen Ontwerp Chw Bp Bergwijkpark
Bijlage 39 Milieueffectrapport Bergwijkpark
Bijlage 40 Toetsingsadvies Mer
Bijlage 41 Aanvulling Mer Bergwijkpark
Bijlage 42 Bestemmingsplan Bergwijkpark Noord
Bijlage 43 Nota Vooroverleg
Bijlage 44 Wijzigingsplan 1e Wijziging Bergwijkpark 2015 (Infrastructuur En Openbare Ruimte)
Bijlage 45 Inrichtingsplan
Bijlage 46 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 47 Bijlagenrapport Akoestisch Onderzoek
Bijlage 48 Besluit Hogere Waarden
Bijlage 49 Geluidsonderzoek Studentenhuisvesting
Bijlage 50 Notitie Aanwezigheid Orchissen
Bijlage 51 Watervergunning
Bijlage 52 Waterbalans
Bijlage 53 Kaart Waterbergingssituatie
Bijlage 54 Afwateringsplan

Holland Park 2023

Bestemmingsplan - Gemeente Diemen

Vastgesteld op 19-10-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Holland Park 2023 van de gemeente Diemen.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0384.BPhollandpark2023-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

bestemmingsplan met verbrede reikwijdte op grond van artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening in samenhang met artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet (Chw) en artikel 7c van het Besluit uitvoering Chw, zijnde de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aan- en uitbouw

een aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in functioneel en/of bouwkundig opzicht één geheel vormt met het hoofdgebouw, terwijl het in bouwkundig opzicht herkenbaar is als een ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw.

1.7 aan-huis-gebonden beroep of bedrijf

beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit die door de bewoner(s) wordt uitgeoefend en die door zijn aard, omvang en intensiteit ondergeschikt is aan en passend is bij de woonfunctie.

1.8 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.9 antenne-installatie

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.11 bebouwingspercentage

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat maximaal mag worden bebouwd.

1.12 bed & breakfast

een bedrijf, dat met behoud van de woonfunctie door ten minste de hoofdbewoner van de woning wordt uitgeoefend en die voorziet in een ondergeschikte, kortdurende, onzelfstandige verblijfsvoorziening voor uitsluitend logies al dan niet met ontbijt.

1.13 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.14 bedrijfswoning

één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.

1.15 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo)

de totale vloeroppervlakte van een ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.16 bestaand

ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht toegestaan en aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik, bestaand ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan;

1.17 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 bijgebouw

een op een bouwperceel gelegen vrijstaand gebouw, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.20 bouwen

het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.21 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder of kap.

1.23 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.27 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.28 dakopbouw/gevelopbouw

een toevoeging aan de bouwmassa door wijziging van het dak, al dan niet gepaard gaand met het verhogen van de nok- of goothoogte, waardoor het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert.

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.30 dienstverlening

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.

1.31 dove gevel

een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering dan wel een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. De karakteristieke geluidwering - als bedoeld in het Bouwbesluit - van de dove gevel dient – rekening houdend met de cumulatie- 34 dB te bedragen om te waarborgen dat de binnengrenswaarde van 28 dB voor leslokalen en 33 dB voor de overige verblijfsruimten in acht wordt genomen.

1.32 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond.

1.33 erf

de oppervlakte van het achter de voorgevelrooilijn gelegen gedeelte van het bouwperceel, uitgezonderd de oppervlakte van het hoofdgebouw.

1.34 escortbedrijf

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).

1.35 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.36 geluidgevoelige functies

bewoning of andere geluidgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.

1.37 geluidgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.

1.38 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.39 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.40 hospitaverhuur

de inwoning van ten hoogste 1 persoon in een woning waarbij de woonvoorzieningen worden gedeeld met de hoofdbewoner die tevens verhuurder is en waarbij de hoofdbewoner ten minste 50% van het gebruiksoppervlak bewoont (hospitaregeling);

1.41 kantoor

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.42 kap of kapverdieping

een ruimte in een gebouw, die door overwegend schuine dakvlakken wordt begrensd.

1.43 kelder

een ondergronds (gedeelte van een) gebouw.

1.44 kleinschalige windturbine

windturbine die door de relatief beperkte effecten op de omgeving (gevaar, hinder, visuele uitstraling) in de directe leefomgeving kan worden geplaatst.

1.45 maatschappelijke voorziening

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.46 nutsvoorziening

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling (inclusief de aan deze voorzieningen bevestigde reclameobjecten).

1.47 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.48 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een geheel of gedeeltelijk gesloten dak.

1.49 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd:
    1. 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
  1. a. in alle andere gevallen de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwwerk.

1.50 prostitutie

het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.

1.51 raamprostitutie

het etaleren van prostituees achter vensters, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie.

1.52 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.53 short stay

het structureel aanbieden van een zelfstandige woning voor tijdelijke bewoning aan een huishouden voor een aaneensluitende periode van ten minste een (1) maand en maximaal twaalf (12) maanden. Voor het overige wordt de woning als woonruimte gebruikt.

1.54 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2 en 3) die van deze regels deel uitmaakt.

1.55 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 1) die van deze regels deel uitmaakt.

1.56 straatmeubilair

bouwwerken van beperkte omvang en met een openbare functie, zoals lantaarnpalen, abri's, telefooncellen, zitbanken, rijwielstandaards, speelwerktuigen, gedenktekens, informatiezuilen (inclusief de aan deze bouwwerken bevestigde reclameobjecten).

1.57 straatprostitutie

het op de openbare weg door handeling, houding, woord, gebaar of op andere wijze benaderen van het publiek, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie.

1.58 unit

een ruimte- of vestigings-eenheid voor voorzieningen.

1.59 verblijfsgebied

gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg.

1.60 verkoopvloeroppervlakte

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

1.61 volkstuinen

gronden voor particulier gebruik waarop onder meer op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.

1.62 voorgevel

de voorgevel zoals deze bij de bouw van het betrokken gebouw oorspronkelijk is gerealiseerd. Van een woning op de hoek van twee straten is slechts één gevel de voorgevel. Voor de bepaling van de voorgevel geldt in eerste instantie de naar de weg toegekeerde zijde of indien deze nog geen duidelijkheid geeft, de gevel waar de voordeur of hoofdingang van de woning is gelegen of in laatste instantie de zijde waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gesitueerd.

1.63 voorgevelrooilijn

de lijn aangegeven op de verbeelding als 'gevellijn' danwel in afwezigheid daarvan in een bouwblok de denkbeeldige lijn door de voorgevel, welke lijn bij hoekwoningen wordt geacht te zijn doorgetrokken tot de zijdelingse perceelsgrens.

1.64 waterhuishoudkundige voorziening

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit.

1.65 werk

een werk, geen gebouw of bouwwerk zijnde.

1.66 Wgh-inrichtingen

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.67 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.68 woningdelen

wijze van onzelfstandige bewoning van een woning waarbij meerdere personen die geen onderlinge duurzame relatie hebben een woning delen, wat wordt aangemerkt als één afzonderlijk huishouden, en zich onderscheidt van kamerverhuur door onder andere het gebruik van één huurcontract voor alle bewoners;

1.69 woongebouw

een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

1.70 zakelijke dienstverlening

commerciële dienstverlening op het gebied van computerservice- en informatietechnologie, speur- en ontwikkelingswerk, rechtskundige en administratieve dienstverlening, ontwerp, technische advisering, reclame- en uitzendbranche beveiliging en opsporing, reiniging en daarmee gelijk te stellen gebieden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 ondergeschikte bouwdelen

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.

2.9 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren (of, bij afwezigheid van

gevelvlakken, tussen de buitenzijden van het dak), neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.10 verticale diepte van een gebouw

vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. studentenwoningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - fietsenstalling': een fietsenstalling;
  3. c. voorzieningen tot een gezamenlijk maximum van 4.644 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.), bestaande uit:
    1. 1. detailhandel tot een gezamenlijk maximum van 765 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.), waaronder maximaal 1 supermarkt met een maximum van 720 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.);
    2. 2. bedrijven tot en met milieucategorie 2 van de Bedrijvenlijst Gemengd 4 (bijlage 3), met een maximum van 300 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging;
    3. 3. horeca tot en met horecacategorie 2, met uitzondering van hotels, alsmede cafés uit categorie 3 volgens de Staat van Horeca-activiteiten van de gemeente Diemen (bijlage 1) tot een gezamenlijk maximum van 1.270 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.), en met een maximum van 600 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging;
    4. 4. cultuur en ontspanning tot een gezamenlijk maximum van 645 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.), waaronder maximaal één dansschool met een maximum van 645 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.);
    5. 5. dienstverlenende bedrijven, met een maximum van 300 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging;
    6. 6. kantoren, met een maximum van 300 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging;
    7. 7. maatschappelijke voorzieningen, met een maximum van 300 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging;
    8. 8. sportvoorzieningen, met een maximum van 1.250 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) per vestiging.

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan huis gebonden beroep of bedrijf;

met daarbij behorende:

  1. e. ontsluitingswegen;
  2. f. fiets- en voetpaden;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. nutsvoorzieningen;
  5. i. pv-panelen (zonnepanelen);
  6. j. voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag;
  7. k. groenvoorzieningen;
  8. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Gemengd - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen;
  2. b. voorzieningen tot een gezamenlijk maximum van 3.000 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
    1. 1. detailhandel, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 150 m2 en een supermarkt is niet toegestaan;
    2. 2. horeca tot en met horecacategorie 2, alsmede cafés uit categorie 3 volgens de Staat van Horeca-activiteiten, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m2;
    3. 3. dienstverlening, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2.
    4. 4. kleinschalige kantoren, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2 bvo;
    5. 5. bedrijven tot en met milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2 bvo;
    6. 6. sportvoorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 300 m2 bvo;
    7. 7. maatschappelijke voorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 750 m2.
  3. c. ter plaatse van de aanduiding' parkeergarage', een parkeergarage;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan huis gebonden beroep of bedrijf

met daarbij horende:

  1. e. fietsenstallingen;
  2. f. ontsluitingswegen;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. nutsvoorzieningen;
  5. i. pv-panelen (zonnepanelen);
  6. j. voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag;
  7. k. groenvoorzieningen;
  8. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Gemengd - 3

De gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. medische voorzieningen;
  3. c. hotels;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - onderwijs' op de eerste en tweede verdieping tevens voor onderwijs;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een parkeergarage;

met daaraan ondergeschikt:

  1. f. maximaal 3 bedrijfswoningen;

met daarbij horende:

  1. g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' tevens een parkeergarage;
  2. h. ontsluitingswegen;
  3. i. parkeervoorzieningen;
  4. j. nutsvoorzieningen;
  5. k. pv-panelen (zonnepanelen);
  6. l. voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag;
  7. m. groenvoorzieningen;
  8. n. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.1 Bouwregels

5.2 Afwijken van de bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Gemengd - 4

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. kantoren;
  2. b. parkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. nevenactiviteiten behorende bij de betreffende functie;

met daarbij behorende:

  1. d. kelders;
  2. e. kleinschalige windturbines;
  3. f. erftoegangswegen;
  4. g. groenvoorzieningen;
  5. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. i. nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in lid 6.2.1.a teneinde het bouwen buiten het bouwvlak toe te staan van:
    1. 1. aan- en uitbouwen en overkappingen ten behoeve van ingangsportalen met een bouwhoogte van ten hoogste de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan wordt aangebouwd;
    2. 2. fietsenstallingen met een bouwhoogte van maximaal 3 meter;
    3. 3. een parkeergarage uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeergarage' onder de volgende voorwaarden:
      • de parkeervoorziening dient aan te sluiten bij de stedenbouwkundige en groenstructuur van de directe omgeving;
      • voor de stedenbouwkundige structuur aansluiting dient te worden gezocht bij de bouwhoogte van de aangrenzende kantoorbebouwing van 5 bouwlagen;
      • voor de groenstructuur dient aansluiting te worden gezocht bij de groenstructuur langs de Dalsteindreef en Gooiseweg die ecologisch relevant is.

6.4 Specifieke gebruiksregels

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. het bepaalde in lid 6.4, mits aangetoond kan worden dat een lagere parkeernorm voor voldoende parkeergelegenheid zorgt.

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. park;
  3. c. voet- en fietspaden

met daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  1. d. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals geluid- en luchtkwaliteitschermen;
  2. e. parkeervoorzieningen;
  3. f. straatmeubilair;
  4. g. speelvoorzieningen;
  5. h. nutsvoorzieningen;
  6. i. kademuren, bruggen en duikers;
  7. j. steigers;
  8. k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, waaronder een kinderopvang, met daarbij behorende:

  1. a. ontsluitingswegen;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen;
  4. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van bouwregels

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen (tot in totaal maximaal 3 rijstroken);
  2. b. voet- en fietspaden;
  3. c. verblijfsgebieden;

met daarbij behorende:

  1. d. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals: geluid- en luchtkwaliteitschermen;
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. speelvoorzieningen;
  4. g. parkeervoorzieningen;
  5. h. kademuren,
  6. i. bruggen en viaducten;
  7. j. straatmeubilair;
  8. k. nutsvoorzieningen;
  9. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Artikel 10 Verkeer - Railverkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. spoorwegen voor trein- en metroverkeer;
  2. b. stationsvoorzieningen;

met daarbij behorende voorzieningen, zoals:

  1. c. bermen;
  2. d. taluds;
  3. e. (ontsluitings)wegen;
  4. f. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals: geluid- en luchtkwaliteitschermen;
  5. g. groenvoorzieningen;
  6. h. parkeervoorzieningen;
  7. i. bruggen en viaducten;
  8. j. straatmeubilair;
  9. k. nutsvoorzieningen;
  10. l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  11. m. overige voorzieningen ten behoeve van het (trein- en metro)verkeer.

10.2 Bouwregels

Artikel 11 Verkeer - Weg

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Weg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met meerdere doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, en op- en afritten (met in totaal maximaal 6 rijstroken);

met daarbij behorende:

  1. b. voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit zoals: geluid- en luchtkwaliteitsschermen;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. bruggen en viaducten;
  5. f. nutsvoorzieningen;
  6. g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  7. h. reclameborden;
  8. i. overige voorzieningen ten behoeve van het verkeer.

11.2 Bouwregels

Artikel 12 Water

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. a. groenvoorzieningen
  2. b. nutsvoorzieningen
  3. c. kademuren, damwanden, bruggen en duikers,
  4. d. steigers en vlonders

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  1. a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 5 meter;

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen en woongebouwen;
  2. b. woningdelen, met een maximum van 2 personen per woning;
  3. c. hospitaverhuur

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. aan huis gebonden beroep of bedrijf;

met daarbij behorende:

  1. e. tuinen en erven;
  2. f. ontsluitingswegen;
  3. g. parkeervoorzieningen;
  4. h. nutsvoorzieningen;
  5. i. pv-panelen (zonnepanelen);
  6. j. voorzieningen ten behoeve van warmte-/koude opslag;
  7. k. groenvoorzieningen;
  8. l. speelvoorzieningen;
  9. m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  10. n. voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van hieronder genoemde functieaanduidingen waarbij geldt:
    1. 1. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 5' zijn op de begane grond voorzieningen toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 507 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
      • kleinschalige kantoren, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 350 m2
      • bedrijven tot en met milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen 100 m2.
      • maatschappelijke voorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 350 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 507 m2 bvo;
      • dienstverlening, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 100 m2.
    2. 2. ter plaatse van de functieaanduiding ''specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 3' zijn op de begane grond voorzieningen toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 400 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
      • detailhandel, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 150 m2 bvo, en een supermarkt is niet toegestaan;
      • horeca tot en met horecacategorie 2, alsmede cafés uit categorie 3 volgens de Staat van Horeca-activiteiten, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 400 m2 bvo;
      • dienstverlening, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 400 m2 bvo m2';
      • kleinschalige kantoren, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 400 m2 bvo;
      • bedrijven tot en met milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten 1, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 400 m2 bvo;
      • sportvoorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 400 m2 bvo;
    3. 3. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorzieningen toren 3' zijn op de begane grond voorzieningen toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 40 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
      • maatschappelijke voorzieningen, waaronder een kunstgalerie;
      • detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
    4. 4. ter plaatse van de functieaanduidingen 'specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 8'' op de begane grond en 'specifieke vorm van wonen- voorzieningen toren 6' tevens op de eerste verdieping voorzieningen toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 3000 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
      • detailhandel, waarbij geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak per unit niet meer mag bedragen dan 150 m2 bvo en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 410 m2 bvo, en een supermarkt niet is toegestaan;
      • horeca tot en met horecacategorie 2, alsmede cafés uit categorie 3 volgens de Staat van Horeca-activiteiten, waarbij geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak per unit niet meer mag bedragen dan 200 m2 bvo en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2;
      • dienstverlening, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2 bvo m2';
      • kleinschalige kantoren, waarbij geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak per unit niet meer mag bedragen dan 250 m2 en het totale bvo niet meer dan 750 m2 mag bedragen;
      • bedrijven tot en met milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten 1, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak per unit niet meer mag bedragen dan 250 m2 en het totale bvo niet meer dan 500 m2 mag bedragen;
      • sportvoorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 300 m2.
      • maatschappelijke voorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 710 m2,
    5. 5. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 22 en 23' zijn op de begane grond en eerste verdieping voorzieningen toegestaan tot een gezamenlijk maximum van 2.500 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.) bestaande uit:
      • detailhandel, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 150 m2 bvo per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 400 m2, en een supermarkt niet is toegestaan;
      • horeca tot en met horecacategorie 2, alsmede cafés uit categorie 3 volgens de Staat van Horeca-activiteiten, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 200 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 600 m2 bvo;
      • kleinschalige kantoren, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2 bvo;
      • bedrijven tot en met milieucategorie 2 volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten 1, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 250 m2 per unit en het totale bvo niet meer mag bedragen dan 500 m2 bvo;
      • sportvoorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 300 m2 bvo;
      • maatschappelijke voorzieningen, waarbij geldt dat het brutovloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 750 m2.

13.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

13.3 Afwijken van de bouwregels

13.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 14 Leiding - Hoogspanning

14.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een ondergrondse hoogspanningsleidingen van 150 kV;

met de daarbij behorende:

  1. 1. belemmeringsstroken;
  2. 2. voorzieningen.
  1. b. Het bepaalde in artikel 23.4 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.

14.2 Bouwregels

14.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 15 Leiding - Leidingstrook

15.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor ondergrondse transportleidingen, uitgezonderd leidingen waarop het Besluit externe veiligheid buisleidingen van toepassing is, en zijn niet bestemd voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen.

met de daarbij horende:

  1. 1. belemmeringsstroken;
  2. 2. voorzieningen.
  1. b. Het bepaalde in artikel 23.4 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.

15.2 Bouwregels

15.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 16 Waarde - Archeologie 3

16.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Archeologie 3' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en het behoud van archeologische waarden.
  2. b. Het bepaalde in artikel 23.4 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.

16.2 Bouwregels

16.3 Nadere eisen

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 17 Waterstaat - Waterkering

17.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waterstaat - Waterkering' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie en de hierbij behorende voorzieningen en inrichtingsaspecten.
  2. b. Het bepaalde in artikel 23.4 Voorrangsregels dubbelbestemmingen is van overeenkomstige toepassing.

17.2 Bouwregels

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 18 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 19 Algemene Gebruiksregels

19.1 Verboden gebruik

Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:

  1. a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie;
  3. c. voor het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie;
  4. d. voor ligplaatsen voor woonschepen;
  5. e. voor speelautomatenhallen.

Artikel 20 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en er op grond van de regels in hoofdstuk 2 niet eerder kon worden afgeweken, bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor:

  1. a. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 5 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
  2. b. het oprichten van bouwwerken voor infrastructurele en openbare voorzieningen met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 6 meter en de oppervlakte van een gebouw ten hoogste 20 m² bedraagt;
  3. c. het overschrijden van bestemmingsgrenzen en van de goot- en/of bouwhoogten van gebouwen met ten hoogste 10%;
  4. d. het overschrijden van de bouwhoogten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met ten hoogste 20%;
  5. e. het overschrijden van de bouw- en/of bestemmingsgrenzen voor balkons, galerijen, erkers, luifels, entreepartijen, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, van gebouwen met niet meer dan 3 meter;
  6. f. het oprichten van voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluids- en luchtkwaliteitschermen;
  7. g. de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrens met maximaal 1,5 meter ten behoeve van een overbouwing, mits op een hoogte boven de eerste verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
  8. h. het plaatsen van een vrijstaande antenne-installatie met dien verstande dat:
    1. 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijvoorbeeld in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties;
    2. 2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 40 meter;
    3. 3. de beoogde locatie is gesitueerd zoals aangegeven op de kaart “Plaatsingsmogelijkheden van GSM en UMTS antenne-installaties” (vastgesteld d.d. 5 maart 2009) zoals opgenomen in Bijlage 4 “Kaart GSM en UMTS masten”;
  9. i. het plaatsen van een vrijstaande prikmast met dien verstande dat:
    1. 1. uit een onderbouwing van de aanvrager blijkt dat er geen redelijk alternatief voorhanden is, bijvoorbeeld in de vorm van een vergunningsvrije installatie, dan wel in de vorm van sitesharing bij bestaande, reeds vergunde, installaties of het oprichten van een installatie met de mogelijkheid van sitesharing;
    2. 2. de bouwhoogte ten hoogste 22 meter bedraagt;
    3. 3. de beoogde locatie is gesitueerd binnen de bij letter h, onder 3 bedoelde gebieden of langs de hoofdinfrastructuur, waaronder wordt verstaan: gelegen langs rijkswegen, spoorwegen, waterwegen met bijbehorende bermen en taluds alsmede de Gooiseweg en de Daalwijkdreef met bijbehorende bermen en taluds;
    4. 4. de beoogde locatie niet is gelegen binnen een straal van 100 meter van een andere, omgevingsvergunningplichtige, antenne-installatie.

Artikel 21 Algemene Aanduiding Regels

21.1 Geluidszone - industrie

21.2 Veiligheidszone - Externe Veiligheid

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid' mogen geen functies voor langdurig verblijf van groepen beperkt zelfredzame personen, zoals kinderdagverblijven, verpleegfuncties, e.d., worden gesitueerd, tenzij uit een nadere motivering, waarvan het advies van de Brandweer Amsterdam - Amstelland deel moet uitmaken, blijkt dat dit verantwoord is.

21.3 Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.

21.4 Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 2' zijn geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.

21.5 Wetgevingszone- wijzigingsgebied

21.6 CHW gebied

Het gebied ter plaatse van de aanduiding 'CHW gebied' is aangewezen als CHW gebied als besloten in artikel 1, sub C, onderdeel s in het Besluit van 14 augustus 2015 tot aanvulling van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet en van de bijlagen I en II bij de Crisis- en herstelwet (tiende tranche) en tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 22 Algemene Wijzigingsregels

22.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter ten hoogste 5 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

22.2 Technische uitvoerbaarheid

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen, ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen en/of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 5 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

22.3 Wijziging staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan de van deze planregels deel uitmakende Staat van bedrijfsactiviteiten wijzigen door het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven en daardoor geen aanwezige bedrijven in een hogere milieucategorie worden gebracht.

Artikel 23 Overige Regels

23.1 Parkeernormen

23.2 Verwijzing naar andere regelgeving

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de vaststelling van dit plan.

23.3 Bestaande maten regeling

  1. a. In die gevallen dat bestaande hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten als vergund sinds 2015 en meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande maatvoeringen als ten hoogste toelaatbaar aangehouden.
  2. b. In die gevallen dat bestaand gebruik, als vergund sinds 2015, niet is overgenomen in deze regels, al dan niet in combinatie met een aanduiding op de verbeelding, wordt dit afwijkende gebruik als bestaand en toelaatbaar beschouwd op grond van dit bestemmingsplan.
  3. c. In geval van heroprichting van bouwwerken na sloop is het bepaalde in sub a uitsluitend van toepassing indien dit geschiedt op dezelfde plaats als waar de sloop plaatsvindt.
  4. d. De regels in sub a t/m c van artikel 28.3 zijn niet van toepassing voor gevallen waarbij sprake is van een toestemming of vergunning van tijdelijke aard.

23.4 Voorrangsregels dubbelbestemmingen


In geval van strijdigheid van de regels van (met elkaar samenvallende) dubbelbestemmingen wordt de volgende voorrangsvolgorde aangehouden:

  1. a. Artikel 17 Waterstaat - Waterkering;
  2. b. Artikel 14 Leiding - Hoogspanning
  3. c. Artikel 15 Leiding - Leidingstrook;
  4. d. Artikel 16 Waarde - Archeologie 3.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

24.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 24.1 onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 24.1 onder a met maximaal 10%.
  3. c. Lid 24.1 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

24.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 24.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 24.2 onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. Lid 24.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 25 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het bestemmingsplan Holland Park 2023' van de gemeente Diemen.

Bijlagen Bij De Regels

Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 1

Bijlage 3 Staat Van Bedrijfsactiviteiten 2

Bijlage 4 Kaart Gsm En Umts Masten

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel

In 2019 is gestart met de zogenoemde “”Veegactie'. In deze Veegactie worden de geldende ruimtelijke plannen in één keer zoveel mogelijk geüpdatet/geactualiseerd en op elkaar afgestemd wat betreft bestemmingen en de systematiek. Het gaat in totaal om 8 grotere bestemmingsplannen en 15 kleinere postzegelplannen. Deze plannen beslaan samen verreweg het hele grondgebied van de gemeente. De huidige ruimtelijke plannen dateren uit de jaren 2008-2009 en behoeven aanpassing omdat er onvolkomenheden in zitten die mogelijk ongewenste ontwikkelingen kunnen veroorzaken. Het gaat hierbij om juridische, tekentechnische en redactionele onvolkomenheden en om relatief kleine wijzigingen in de regels en/of de verbeelding. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren een groot aantal omgevingsvergunningen verleend waarbij is afgeweken van de betreffende bestemmingsplannen

Het doel van de Veegactie is ervoor te zorgen dat de gemeente Diemen bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet (gepland op 1 januari 2023) over een actuele set ruimtelijke plannen beschikt. Deze actuele set ruimtelijke plannen maakt vanaf het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet deel uit van het Omgevingsplan van rechtswege. Deze plannen zullen overzichtelijker, publieksvriendelijker en beter werkbaar zijn.

Er worden in totaal acht nieuwe bestemmingsplannen opgesteld. Het gaat om de volgende plannen:

  1. 1. Bestemmingsplan Noord;
  2. 2. Bestemmingsplan Centrum;
  3. 3. Bestemmingsplan Zuid;
  4. 4. Bestemmingsplan Buitengebied
  5. 5. Bestemmingsplan Bergwijkpark
  6. 6. Bestemmingsplan Bedrijventerreinen
  7. 7. Bestemmingsplan Plantage De Sniep
  8. 8. Bestemmingsplan Holland Park

Het gaat om een omvangrijke maar vooral ook een administratieve en juridisch-technische exercitie, waarbij uitgangspunt is dat de actualisatie beleidsneutraal wordt uitgevoerd. Dat laatste wil zeggen dat in deze bestemmingsplannen de feitelijke (vergunde) bestaande situatie wordt overgenomen en er voort wordt geborduurd op het bestaande beleid. Er worden dus geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Voorliggend bestemmingsplan Holland Park 2023 maakt onderdeel uit van deze actie.

De doelstelling van dit bestemmingsplan is in één keer meerdere correcties/wijzigingen in de bestemmingsplannen aan te brengen.

1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied

Het plangebied betreft de nieuwbouwwijk Holland Park in Diemen. Het plangebied wordt globaal omsloten door de Gooiseweg in het westen, de Daalwijkdreef in het zuiden en de spoorlijn in het noorden en oosten. Met uitzondering van de plangebieden Holland Park West en Holland Park Zuid, die momenteel in ontwikkeling of gerealiseerd zijn. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied van het bestemmingsplan Holland Park 2023 aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0384.BPhollandpark2023-VG01_0001.png"

Figuur 1-1 Ligging plangebied

1.3 Geldende Plannen

Binnen het plangebied gelden - tot aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Holland Park 2023 - de volgende bestemmingsplannen:

  1. 1. Bestemmingsplan Bergwijkpark Noord, vastgesteld op 20 mei 2013.
  2. 2. Chw bestemmingsplan Bergwijkpark 2015, vastgesteld op 21 januari 2016.
  3. 3. Wijzigingsplan 1e wijziging Bergwijkpark 2015 (infrastructuur en openbare ruimte), vastgesteld op 21 augustus 2018.

De bovenstaande links verwijzen naar de toelichting van de betreffende plannen. In de bijlagen van deze toelichting zijn de toelichtingen van deze plannen te vinden. Zie tevens Hoofdstuk 6 Toelichting opbijlagen.

Tevens maakt een groot aantal afwijkingsbesluiten deel uit van het geldende planologische kader. Deze zijn in hoofdstuk 3 van deze toelichting vermeld.

1.4 Aanpak

In het bestemmingsplan Holland Park 2023 zijn alle bestemmingsplannen die in paragraaf 1.3 samengevoegd tot 1 bestemmingsplan. Daarnaast zijn alle vergunningen die zijn verleend om de diverse gebouwen te realiseren in het bestemmingsplan verwerkt. De toegestane functies, bouwhoogtes, en locaties van gebouwen zijn in de regels van dit bestemmingsplan opgenomen.

Zie hieronder een overzicht van de enkelbestemmingen met de globale locatie/omschrijving die daarbij hoort.

Overzicht enkelbestemmingen

  • Gemengd - 1 (campus oud)
  • Gemengd - 2 (campus nieuw)
  • Gemengd - 3 (kantoor Regus en Zorginstituut)
  • Gemengd - 4 (parkeergarage)
  • Groen
  • Maatschappelijk (kerk in Holland Park zuid)
  • Verkeer
  • Verkeer - Railverkeer
  • Verkeer - Weg
  • Water
  • Wonen

Op deze enkelbestemmingen zijn op diverse locaties tevens dubbelbestemmingen, gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen en functieaanduidingen van kracht.

Tevens zijn in het bestemmingsplan Holland Park 2023 zijn de volgende zaken gecorrigeerd c.q. hersteld:

  • De wijzigingsplannen, partiële herzieningen en buitenplanse afwijkingen die na 2011 in het plangebied gerealiseerd zijn;
  • Ambtshalve zijn correcties doorgevoerd die nodig werden geacht naar aanleiding van wensen vanuit de (toetsings)praktijk. Redactionele onduidelijkheden of gebleken onduidelijkheid over begripsomschrijvingen zijn in de praktijk opgelost bij vergunning verlening. In dit veegbestemmingplan wordt dit 1 op 1 beleidsneutraal vertaald ;
  • Verwerking van jurisprudentie en gewijzigde wetgeving, de Monumentenwet is bijvoorbeeld grotendeels opgegaan in de Erfgoedwet.


In het bestemmingsplan is de feitelijke bestaande situatie overgenomen en er is voort geborduurd op het bestaande beleid. Er is sprake van een beleidneutrale aanpassing. Hieronder wordt het begrip beleidsneutraliteit nader omschreven.

Definitie beleidsneutraliteit

Een beleidsneutraal bestemmingsplan is een plan waarin alleen ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd die gericht zijn op het beheer van de feitelijke situatie (gebruik en bouwen). In een beleidsneutraal bestemmingsplan worden geen wezenlijke nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Wel worden vergunde ontwikkelingen, die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, positief bestemd. Hiermee wordt een bestaande legale ontwikkeling in het bestemmingsplan geborgd.

Regeltechnisch worden de bestemmingsplannen geactualiseerd en afgestemd op het gemeentelijke handboek digitale bestemmingsplannen. Onderling komt daardoor meer samenhang tussen de verschillende bestemmingsplannen.

Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dat bestaande planologische mogelijkheden, inclusief de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, niet (wezenlijk) worden aangetast. Om te kunnen bepalen of een voorgenomen wijziging nog kan worden beschouwd als 'beleidsneutraal' wordt een voorgenomen wijziging steeds getoetst aan het onderscheidende criterium “of deze wijziging redelijkerwijs was te verwachten”. Bij die toetsing wordt op zichzelf beoordeeld of er sprake is van een wijziging die kan worden beschouwd als liggend in de lijn der verwachtingen en passend in het door de gemeente gevoerde planologische beleid.

Veegactie bestemmingsplan
Bij een veegactie bestemmingsplan gaat het vaak om redactionele wijzigingen, maar het gaat ook om correctie van binnenplanse en buitenplanse afwijkingsbesluiten (inclusief zogenaamde kruimelafwijkingen) waarvoor een omgevingsvergunningsvergunning is verleend, bijvoorbeeld voor uitbouwen, erkers en dakopbouwen.


Deze besluiten zijn overigens niet in alle gevallen individueel in de regels en/of op de verbeelding (verbeelding) verwerkt, maar soms ook via een algemene regel in dit bestemmingsplan wel als toegelaten gebruik en/of (bouw-)werk aangemerkt. Dat betekent dat ook deze afwijkingen via de veegactie positief zijn bestemd


In Hoofdstuk 3 van deze plantoelichting worden deze afwijkingsprocedures en andere aanpassingen vermeld en (waar nodig) toegelicht.

1.5 Functie Van Dit Bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan fungeert als een bestemmingsplan dat de tot voorheen ter plaatse van het plangebied geldende bestemmingsplannen vervangt. De bestemming en bijbehorende regels in dit plan zijn van toepassing op die (gedeelten van) bestemmingsplannen.

1.6 Leeswijzer

Het bestemmingsplan Holland Park 2023 bestaat uit een toelichting, de planregels en een verbeelding.

De toelichting is als volgt opgebouwd:

  • Hoofdstuk 1: inleiding op de veegactie
  • Hoofdstuk 2: beschrijving van het actuele beleidskader (rijk, regionaal, provincie en gemeente).
  • Hoofdstuk 3: beschrijving van de onderdelen van de veegactie voor plangebied Holland Park 2023.
  • Hoofdstuk 4: artikelsgewijze toelichting op de regels.
  • Hoofdstuk 5: uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
  • Hoofdstuk 6: Toelichting op de bijlagen

Na de toelichting volgen de (uit meerdere plannen samengestelde) regels, inclusief de daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

Dit bestemmingsplan is beleidsneutraal opgesteld. Een uitvoerige toetsing aan het beleid is daarom niet aan de orde. Niettemin moet inzicht worden geboden in de actuele beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie Noord-Holland en de gemeente Diemen. Daartoe worden de belangrijkste beleidsdocumenten in samenvatting weergegeven. Aan het einde van iedere paragraaf wordt overwogen of er uitgangspunten zijn die bij deze veegactie moeten worden betrokken.

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

De Nationale Omgevingsvisie is vastgesteld op 11 september 2020. De NOVI komt voort uit de Omgevingswet, die naar verwachting per 1 januari 2024 in werking treedt. Het uitgangspunt van de nieuwe aanpak van deze wet is dat ingrepen in de leefomgeving in samenhang plaatsvinden. Zo kunnen bij (gebieds)ontwikkelingen betere en meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt.

Vier prioriteiten

Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld. Het Rijk wil op nationale belangen sturing en richting geven. Dit komt samen in vier prioriteiten:

1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie

Nederland moet zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering en moet in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. Om dit te bereiken moeten er maatregelen in de leefomgeving getroffen worden zoals het behouden en aanleggen van voldoende groen en wateropslag in de steden. Ook moet Nederland in 2050 een duurzame energievoorziening hebben. Dit kan onder andere gerealiseerd worden door de aanleg van zonnepanelen en windmolens. Windmolens op zee hebben de voorkeur, maar ook op het land zijn ze nodig. Door de windmolens waar mogelijk zo veel mogelijk te clusteren wordt versnippering over het landschap voorkomen en kan de ruimte zo efficiënt mogelijk worden benut. Participatie en invloed van bewoners is daarbij erg belangrijk. Zonnepanelen moeten eerst op daken en gevels worden geplaatst voordat er over wordt gegaan op het plaatsen van zonnepanelen in het landschap. Ook zet het Rijk zich in voor het maken van ruimtelijke reserveringen voor het hoofdenergiesysteem op nationale schaal.

2. Duurzaam economisch groeipotentieel

Nederland werkt toe naar een duurzame, circulaire, kennisintensieve en internationaal concurrerende economie in 2050. Om deze positie te bereiken en te handhaven zijn goede verbindingen via weg, spoor, lucht, water en digitale netwerken vereist. Ook zijn nauwe samenwerkingsverbanden met internationale partners belangrijk, ook op defensieterrein. Het Rijk zet in op het creëren van een innovatief vestigingsklimaat, met een gezonde leefomgeving die inwoners volop voorzieningen biedt op het gebied van wonen, bewegen, recreëren, ontmoeten en ontspannen. Het uitgangspunt is wel dat de economie toekomst bestendig wordt, oftewel concurrerend, duurzaam en circulair. Dit moet worden bereikt door duurzame energiebronnen te gebruiken en productieprocessen te veranderen zodat men niet langer afhankelijk is van fossiele bronnen.

3.Sterke en gezonde regio's

In steden en stedelijke regio's zijn veel nieuwe locaties nodig voor wonen en werken. De voorkeur is om deze locaties binnenstedelijk te realiseren, zodat de open ruimten tussen stedelijke regio's behouden blijven. Dit vraagt optimale afstemming op en investeringen in mobiliteit. Tegelijk moet de leefbaarheid en klimaatbestendigheid in steden en dorpen verbeterd worden. Dit houdt in: schone lucht, voldoende groen, water en publieke voorzieningen waar mensen kunnen bewegen, ontspannen en samenkomen.

Daarbij hoort een uitstekende bereikbaarheid en toegankelijkheid, ook voor mensen met een handicap. De leefomgevingskwaliteit- en veiligheid moet toenemen. Dit betekent dat voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen helder moet zijn welke randvoorwaarden de leefomgevingskwaliteit- en veiligheid stelt en elke maatregelen er nodig zijn wanneer er voor nieuwe ontwikkelingslocaties wordt gekozen. Zo blijft de gezondheid geborgen. Niet alleen groei heeft aandacht in de NOVI. Er wordt ook aandacht besteed aan het versterken van de vitaliteit en leefbaarheid in krimpregio's.

4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied

Er ontstaat een nieuw perspectief voor de Nederlandse landbouwsector als koploper in de duurzame

kringlooplandbouw. Een goed verdienpotentieel voor de bedrijven wordt gecombineerd met een minimaal effect op de omgevingskwaliteit van lucht, bodem en water. Dit levert ook een noodzakelijke positieve bijdrage aan het verbeteren van de biodiversiteit. Bodemdaling moet worden aangepakt. Verhoging van het waterpeil is in bepaalde veenweidegebieden op termijn noodzakelijk. Met de betrokken regio's en gebruikers wordt afgesproken waar en hoe deze aanpassingen zorgvuldig moeten worden uitgevoerd. In alle gevallen wordt er ingezet op ontwikkeling van de karakteristieke eigenschappen van het Nederlandse landschap. Dit vertegenwoordigt een belangrijke cultuurhistorische waarde. Verrommeling en versnippering, bijvoorbeeld door wildgroei van distributiecentra, is ongewenst en wordt tegengegaan.

Afwegingsprincipes

De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven is

combinaties te maken en win-win situaties te creëren, maar dit is niet altijd mogelijk. Soms zijn er

scherpe keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie

afwegingsprincipes:

  1. 1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies: In het verleden is scheiding van functies vaak te rigide gehanteerd. Met de NOVI zoekt het Rijk naar maximale combinatiemogelijkheden tussen functies, gericht op een efficiënt en zorgvuldig gebruik van onze ruimte.
  2. 2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal: wat de optimale balans is tussen bescherming en ontwikkeling, tussen concurrentiekracht en leefbaarheid, verschilt van gebied tot gebied. Sommige opgaven en belangen wegen in het ene gebied zwaarder dan in het andere.
  3. 3. Afwentelen wordt voorkomen: het is van belang dat de leefomgeving zoveel mogelijk voorziet in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie van inwoners zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties.

2.1.2 Structuurvisie infrastructuur en ruimte (SVIR)

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De SVIR is de Structuurvisie van het Rijk op het gebied van Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit. Als belangrijkste doelen voor de periode tot 2028 vermeldt de SVIR:

  • verbetering concurrentiekracht;
  • verbetering bereikbaarheid;
  • verbetering leefomgeving, milieu en water.

De Rijksoverheid wil de concurrentiekracht van Nederland onder meer vergroten door een aantrekkelijk vestigingsbeleid voor buitenlandse bedrijven. Hiervoor moeten genoeg woningen, bedrijventerreinen en kantoren beschikbaar zijn, vooral in stedelijke gebieden. Conform het systeem van de Wro heeft het SVIR geen directe doorwerking naar lagere overheden. Dat laatste wordt geregeld via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en daarnaast het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Een toets van dit plan aan genoemde besluiten volgt direct hierna. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het Rijk legt met het Barro de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast. Het Barro bevat echter geen regels die concreet van toepassing zijn op dit plangebied dan wel op de daarin beoogde ontwikkeling. Het Barro vormt derhalve geen belemmering voor dit bestemmingsplan. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Bij alle ruimtelijke plannen streeft het Rijk naar zorgvuldige afwegingen en heldere besluitvorming. Dit doet het Rijk via het Bro. Het besluit bevat bepalingen over de inrichting en de beschikbaarstelling van bestemmingsplannen. Daarnaast bevat het besluit onder andere bepalingen over de vormgeving, inhoud en motivering van ruimtelijke plannen, de watertoets, overgangsrecht voor bestaande gebouwen, bouwwerken of bestaand gebruik, het afhandelen van planschadeverzoeken alsmede bepalingen over het exploitatieplan en subsidieregelingen. Indien en voor zover deze bepalingen mede relevant zijn voor dit bestemmingsplan wordt hieraan voldaan.

Gevolgen voor de veegactie

Het ruimtelijk beleid van het Rijk en de daartoe door het Rijk gestelde regels leiden niet tot het doorvoeren van aanpassingen in het plan. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het rijksbeleid ten goede komt.

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Noord-Holland 2050

Op 19 november 2018 hebben de Provinciale Staten de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 vastgesteld. In de Omgevingsvisie geeft de provincie aan welke provinciale belangen een rol spelen bij de ruimtelijke ordening in Noord-Holland. De visie laat in algemene zin zien wat de ontwikkelprincipes zijn voor de hele provincie om een hoge leefomgevingskwaliteit te bieden.

Ambities

Het leidende principe van de Omgevingsvisie NH2050 is de balans tussen economische groei en

leefbaarheid. Een gezonde en veilige leefomgeving die goed is voor mens, plant én dier. Onder de

hoofdambitie, balans tussen economische groei en leefbaarheid, zijn samenhangende ambities

geformuleerd. Hierbij komen de volgende thema's aan bod:

Leefomgeving:

  • Klimaatverandering: een klimaatbestendig en waterrobuust Noord-Holland.
  • Gezondheid en veiligheid: het behouden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving. Dit betreft bodem,water, lucht, omgevingsveiligheid, geluidsbelasting en ontwikkeling in de ondergrond.
  • Biodiversiteit en natuur: biodiversiteit in Noord-Holland vergroten, ook omdat daarmee andere doelen zoals een gezonde leefomgeving kan worden bereikt.

Gebruik van leefomgeving:

  • Economische transitie: een duurzame economie, met innovatie als belangrijke motor. De provincie biedt ruimte aan ontwikkeling van circulaire economie, duurzame landbouw, energietransitie en experimenten.
  • Wonen en werken: vraag en aanbod van woon- en werklocaties moeten beter met elkaar in overeenstemming zijn. Woningbouw moet vooral in en aansluitend op de bestaande verstedelijkte gebieden worden gepland, in overeenstemming met de kwalitatieve behoeften en trends.
  • Duurzaamheid van de totale voorraad is het uitgangspunt.
  • Mobiliteit: Inwoners en bedrijven van de provincie Noord-Holland verplaatsen producten of personen effectief, veilig en efficiënt waarbij negatieve gevolgen van mobiliteit op het klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk meegewogen worden. De provincie zet zich in voor het verwerken van mobiliteitsopties die hieraan bijdragen zoals goede OV-verbindingen, uitstekende infrastructuur voor alle modaliteiten en technologische innovatie.
  • Landschap: het benoemen, behouden en versterken van unieke kwaliteiten van diverse landschappen en cultuurhistorie.

Energietransitie:

De ambitie voor de energietransitie is dat Noord-Holland als samenleving in 2050 volledig

klimaatneutraal en gebaseerd is op hernieuwbare energie. De provincie biedt de ruimte aan

noodzakelijke energietransitie en de daarvoor benodigde infrastructuur. Daarbij wordt tevens rekening

gehouden met de ambities voor verstedelijking en landschap.

2.2.2 Provinciale omgevingsverordening Noord-Holland 2020

De belangrijkste onderwerpen uit de Omgevingsvisie Noord-Holland 2050 worden verankerd in de nieuwe Omgevingsverordening Noord-Holland. Deze vervangt alle bestaande verordeningen die betrekking hebben op de leefomgeving zoals de Provinciale Ruimtelijke Verordening, de Provinciale Milieuverordening, de Waterverordeningen en de Wegenverordening. De provincie wil een eenvoudiger, duidelijker en meer integraal systeem van regels. Met meer ruimte voor lokaal en regionaal maatwerk en bestuurlijke afwegingsruimte. Om dat te bereiken stelt de provincie samen met haar partners de Omgevingsverordening op.

Voor de provincie betekent dit een andere, nieuwe manier van werken. Ook de regels worden op een nieuwe manier opgesteld. De nieuwe regels richten zich op het ‘hoe’: hoe kom je tot een goede fysieke leefomgeving? De fysieke leefomgeving staat voor alles wat mensen zien, voelen en ruiken zoals gebouwen, wegen, parken, bossen, rivieren en een schone lucht. Voorheen richtten de regels zich vooral op het ‘wat’: wat mag niet en welke uitzonderingen gelden? Het gaat dus meer om het doel en minder om het middel. In de Omgevingsverordening NH2020 worden daarvoor de eerste stappen gezet.

Op 26 april 2021 hebben Gedeputeerde Staten de Ontwerp - Omgevingsverordening NH2022 vastgesteld.

Gevolgen voor de veegactie

Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland en de daartoe door de provincie gestelde (bestaande en toekomstige) regels geven geen aanleiding tot het doorvoeren van aanpassingen in het plan. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het provinciaal beleid ten goede komt.

2.3 Gemeentelijk Beleid

2.3.1 Omgevingsvisie Diemen 2040

In de Omgevingsvisie 2040 kiest Diemen tot 2040 voor een heldere scheiding tussen het stedelijke

gezonde dorp en het groene buitengebied. In het stedelijke gezonde dorp wordt ruimte gezocht voor

verschillende maatschappelijke opgaven, zoals de grote behoefte aan betaalbare woningen en tevens

voorzieningen zoals sportvoorzieningen, scholen, recreatieve voorzieningen en zorgvoorzieningen.

Ingezet wordt op een gezonde, leefbare en duurzame leefomgeving met voldoende ruimte voor groen en water in de wijken die gebruikt kunnen worden door mens, plant en dier. Verder is de inzet gericht op ontmoeting en verbinding door het maken en verbeteren van ontmoetingsplekken in elke buurt en

aantrekkelijke wandel- en fietsroutes. Diemen vindt het belangrijk dat het buitengebied groen en rustig

blijft en geen onderdeel gaat worden van het bebouwde gebied. In het buitengebied van Diemen kun je namelijk juist aan de stedelijke drukte ontsnappen, recreëren, rust vinden en ontspannen in het groen

en de natuur. In het buitengebied wordt gezocht naar de balans tussen natuur, kleinschalige recreatie, bereikbaarheid, klimaatadaptatie en energieopwekking.

Gevolgen voor de veegactie

De bestaande plannen voldoen reeds aan de Omgevingsvisie. Wel worden de plannen op

ondergeschikte onderdelen aangepast aan de beleidsuitvoering in de praktijk, bijvoorbeeld door het

wegnemen van onjuistheden en omissies. Door de veegactie wordt de bruikbaarheid van de plannen

vergroot, hetgeen ook de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten goede komt.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Toelichting Op De Veegactie

Zoals in paragraaf 1.4 is gezegd heeft dit bestemmingsplan tot doel in één keer diverse correcties en wijzigingen aan te brengen. In deze paragraaf worden de betreffende correcties/wijzigingen toegelicht. Er wordt gemotiveerd aangegeven wat in het bestemmingsplan geregeld wordt en op welke wijze. Het plangebied is niet gelijk aan het onderliggende plan CHW bestemmingsplan Bergwijkpark 2015. De twee plangebieden van CHW bestemmingsplan Holland Park West en CHW bestemmingsplan Holland Park Zuid worden uitgesloten van dit veegplan, gezien de hoeveelheid ontwikkelingen die nog plaatsvinden.

In deze paragraaf volgt eerst een algemene toelichting op de totstandkoming van het nieuwe bestemmingsplan.

Verbeelding

De verbeelding is gemaakt op basis van de bestaande verbeeldingen van de bestemmingsplannen in het plangebied. Tot de bestaande bestemmingsplannen behoren het oorspronkelijk vastgestelde (gebieds-)bestemmingsplan binnen een gebied, maar ook herzieningen, wijzigingen en/of uitwerkingen die daarna zijn vastgesteld. Al deze plannen zijn samengevoegd tot een nieuwe verbeelding. Vervolgens zijn buitenplanse afwijkingsbesluiten binnen het plangebied, en die nog niet in een bestemmingsplan waren opgenomen, ingetekend op de verbeelding. Ook zijn enkele grondtransacties op de verbeelding verwerkt, zoals de nieuwe grondeigendom situatie bij de uitbreiding van Campus Diemen Zuid. Tot slot zijn enkele (ambtshalve geconstateerde) correcties en omissies verwerkt.

Regels

Net als bij de verbeelding zijn de regels van de verschillende, samen te voegen bestemmingsplannen (inclusief herzieningen, wijzigingen en uitwerkingen) geïntegreerd aangepast tot één nieuwe set aan regels. Uiteraard zijn ook de bij de regels behorende bijlagen hierbij opgenomen. Daar waar er nog geen regels van toepassing waren, zoals in het geval van buitenplanse afwijkingsbesluiten, zijn de besluiten gedetailleerd in bestaande en/of nieuwe regels verwerkt. Daarbij is zo dicht mogelijk aangesloten op de detaillering, systematiek en terminologie van de andere regels. Ook in de regels zijn op enkele onderdelen correcties doorgevoerd en omissies weggenomen. Op deze wijze is een volledige, actuele set aan regels ontstaan die nauw correspondeert met de nieuwe verbeelding, zowel vanuit juridisch oogpunt als uit oogpunt van digitale raadpleegbaarheid. Daarnaast zijn bepaalde onderdelen uit de regels aangepast om meer uniformiteit te bereiken. Het gaat hier om de aan- en bijgebouwenregeling, begripsbepalingen en algemene regels van de woonbestemmingen binnen het plangebied.

De wijzigingsbevoegdheid op het gedeelte langs de Gooiseweg blijft behouden. Het wijzigingsgebied 9 is niet meer overgenomen, omdat hierin grotendeels is voorzien via het eerste wijzigingsplan Bergwijkpark 2015 (Infrastructuur en openbare ruimte). Hiermee is de infrastructuur en de direct aangrenzende openbare ruimte, alsmede het centrale park, bestemd zoals beoogd. De wijzigingsbevoegdheid van perceel D 1906 is ook niet meer overgenomen, aangezien er voor dit perceel geen ontwikkeling wordt voorzien.

Toelichting

Normaal is het gebruikelijk en doelmatig om de bestaande verbeeldingen en bestaande regels volledig te integreren. Voor de voorliggende plantoelichting is er een andere keuze gemaakt. Een volledige integratie is niet doelmatig. Het draagt ook niet bij aan de doelstelling van de gemeente om het planologisch-juridisch kader op een overzichtelijk en publieksvriendelijke manier beschikbaar te stellen. Verder is het ook juridisch niet strikt noodzakelijk. Daarom is gekozen voor een pragmatische en publieksvriendelijke oplossing. Voor ieder nieuw bestemmingsplan is een nieuwe, compacte plantoelichting opgesteld, met daarin:

  • een algemene beschrijving van de veegactie;
  • een duidelijk overzicht van de aanpassingen (samenvoegingen, aanpassingen en correcties), waar nodig voorzien van toelichtende beschrijvingen;
  • een actuele artikelsgewijze toelichting, waarin alle opgenomen regels zijn voorzien van nadere uitleg;
  • Bijlagen waarin alle toelichtingen van de moederplannen en postzegelplannen zijn opgenomen.


Op die manier bevat de toelichting in beginsel alle wezenlijke informatie voor de meeste raadplegers. De behoefte aan het raadplegen van de (oude) toelichtingen en bijlagen van de bestaande plannen is naar verwachting beperkt. Niettemin worden raadplegers die daarin geïnteresseerd zijn via de hyperlinks toch gefaciliteerd. Uiteraard kan contact met de gemeente worden opgenomen indien een raadpleger ondersteuning wenst bij het raadplegen van de bestaande toelichtingen.

Jurisprudentie en gewijzigde wetgeving

Bij het integreren van plannen en verwerken van besluiten en correcties is recente jurisprudentie en gewijzigde wetgeving waar nodig en waar mogelijk meegenomen. Hierbij is er wel voor gewaakt dat een aanpassing zou (kunnen) leiden tot niet-beleidsneutrale aanpassingen.

3.2 Overzicht Van Aanpassingen In Het Plangebied

In deze paragraaf zijn de belangrijkste aanpassingen aangegeven die op dit bestemmingsplan betrekking hebben. De meest specifieke aanpassingen zijn met het oog op efficiënte verwijzing uniek genummerd.

Daar waar wordt verwezen naar een artikel- of lidnummer wordt het (nieuwe) artikel- of lidnummer bedoeld zoals opgenomen in dit plan. Dit nieuwe artikel- of lidnummer kan afwijken van het artikel- of lidnummer in het bestaande bestemmingsplannen.

Samenvoeging bestaande plannen

  1. 1. Bestemmingsplan Bergwijkpark Noord (NL.IMRO.0384.BPbergwijkparknrd-VG01), vastgesteld door de gemeenteraad op 20 mei 2013.
  2. 2. CHW Bestemmingsplan Bergwijkpark 2015 (NL.IMRO.0384.BPbergwijkpark2015-VG01), vaststgesteld door de gemeenteraad op 21 januari 2016 en onherroepelijk na uitspraak beroep op 18 augustus 2016
  3. 3. Wijzigingsplan 1e wijziging Bergwijkpark 2015 (NL.IMRO.0384.WP1Bergwijkpark-VG01) (infrastructuur en openbare ruimte), vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 21 augustus 2018.

Verwerking vergunde buitenplanse afwijkingen

  1. 1. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van Toren 2, bestaande uit 28 appartementen met bijbehorende ruimten, Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwktoren2-VG01
  2. 2. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van Blok 3 Bergwijkpark Diemen, bestaande uit 110 appartementen, commerciële ruimten, 90 parkeerplaatsen in een stallingsgarage en een uitrit. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok3-VG01.
  3. 3. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 3, toren 3, bestaande uit 37 appartementen, een galerie en een passage bij het Waterhoenpad. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwktoren3-VG01.
  4. 4. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 3, toren 4 bestaande uit 39 appartementen. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwktoren4-VG01
  5. 5. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van blok 5, bestaande uit 113 appartementen, 450 m2 commerciële ruimten en een stallingsgarage met 74 parkeerplaatsen. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok5-VG01
  6. 6. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 3, blok 6, bestaande uit 164 appartementen. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok6-VG01.
  7. 7. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 3, blok 7, bestaande uit 118 appartementen. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok7-VG01.
  8. 8. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van blok 8, toren 5 en 6. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVblok8toren5en6-VG01
  9. 9. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van blok 16,17, 20 en 21. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok16tm21-VG01
  10. 10. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 2, blok 18, bestaande uit 120 appartementen met een stallingsgarage met 72 parkeerplaatsen en de daaraan gelegen kademuren voor de watergangen en de aansluitende weg. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok18-VG01
  11. 11. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van fase 2, blok 19, bestaande uit 85 appartementen met een stallingsgarage met 51 parkeerplaatsen en de daaraan gelegen kademuren voor de watergangen en de aansluitende weg. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok19-VG01
  12. 12. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van blok 21 (herziening van eerdere vergunning). Zie toelichting:NL.IMRO.0384.OVbergwkblok21-VG01
  13. 13. Het realiseren en planologisch mogelijk maken van toren 22 en 23 . Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVbergwkblok22en23-VG01
  14. 14. Het realiseren en mogelijk maken van uitbreiding aan de oostelijke kant van Campus Diemen Zuid (CDZ) met drie woongebouwen, commerciële /maatschappelijke voorzieningen op de begane grond en een parkeerkelder onder deze uitbreiding, als ook een aanvullende parkeerlocatie ten westen van de Gooiseweg). Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OVcampusdzuitbr-VG01
  15. 15. Gewijzigde omgevingsvergunning voor het realiseren en planologisch mogelijk maken van blok 8, toren 5 en 6. Zie toelichting: NL.IMRO.0384.OV2blok8toren5en6-VG01

Belangrijke aanpassingen vanuit wetgeving en jurisprudentie

  1. 16. In de regels waar wonen is toegestaan is de term wonen vervangen door woningen.

Verwerking overige aanpassingen

  1. 17. In bestemmingen waarin woningen zijn toegestaan is in de regeling voor aan huis gebonden beroep en bedrijf aangegeven dat een 'bed en breakfast' voor maximaal 4 personen is toegestaan.
  2. 18. De 150 kV ondergrondse hoogspanningsleidingen alsmede een rioolpersleiding zijn opgenomen in de verbeelding en verwerkt in de regels
  3. 19. In artikel 23.3 is een bestaande maten regeling opgenomen waardoor de verleende vergunningen op grond van dit plan rechtens zijn toegelaten.

Overige aanpassingen van ondergeschikte aard

  • Stroomlijnen begripsomschrijvingen, meetomschrijvingen en algemene regels (aan de hand van het handboek regels).
  • Tekstuele correcties.
  • Aanpassing (door-)nummering als gevolg van de veegactie.
  • Correcties op de verbeelding.

Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet

4.1 Standaard En Plansystematiek

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (kaart), regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridische plan. De plantoelichting heeft geen bindende rechtskracht.

Standaard

Het bestemmingsplan Holland Park 2023 is opgesteld en ingericht conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012).

Systematiek

Dit bestemmingsplan is een gedetailleerd bestemmingsplan, dat wil zeggen dat aan de meeste percelen en gebieden specifieke bestemmingen zijn toegekend, in plaats van globale bestemmingen. In het kader van de veegactie zijn de bestemmingen en regels uit de bestaande bestemmingsplannen voor het overgrote deel onverkort gehandhaafd. In hoofdstuk 3 is aangegeven op welke onderdelen dit bestemmingsplan van de bestaande bestemmingsplanen afwijkt.

4.2 Toelichting Op De Regels

Deze paragraaf bevat een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven. Daarnaast wordt in deze paragraaf ingegaan op de overige regels uit het bestemmingsplan. Conform SVBP2012 zijn de regels onderverdeeld in vier hoofdstukken.

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.

Hoofdstuk 2 Bestemmingen

Artikel 3 Gemengd - 1

Op de locatie met deze bestemming is de Campus Diemen Zuid gevestigd. Binnen de bestemming "Gemengd - 1" zijn studentenwoningen, met voorzieningen tot een maximum van 4.644 m2 brutovloeroppervlak (b.v.o.), mogelijk. Deze voorzieningen zijn bedoeld voor de bewoners van de Campus. Gebouwen mogen tot een op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage en bouwhoogte alleen worden opgericht binnen het bouwvlak. Buiten het bouwvlak zijn ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Artikel 4 Gemengd - 2

In de bestemming 'Gemengd - 2' is de uitbreiding van Campus Diemen Zuid opgenomen die initieel mogelijk is gemaakt met de omgevingsvergunning met kenmerk 20170516. In deze bestemming zijn naast woningen ook diverse voorzieningen mogelijk. Voor de locatietoedeling van deze voorzieningen zijn in de verbeelding de functieaanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - voorzieningen Blok A, -B-, en C' opgenomen in de verbeelding.

Gebouwen mogen tot een op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage en bouwhoogte alleen worden opgericht binnen het bouwvlak. Buiten het bouwvlak zijn ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Artikel 5 Gemengd - 3

Binnen de bestemming "Gemengd - 3" is een kantoorgebouw aangrenzend aan de Campus Diemen Zuid en een kantoorgebouw aan de Eekholt 4 opgenomen. Binnen de bestemming zijn kantoren, medische voorzieningen, hotels en maximaal drie bedrijfswoningen mogelijk. Daarnaast zijn ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, pv panelen (zonnepanelen), voorzieningen t.b.v. warmte-/koudeopslag, groenvoorzieningen, en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, toegestaan.

Gebouwen mogen tot een op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage en bouwhoogte alleen worden opgericht binnen het bouwvlak. Buiten het bouwvlak zijn ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Artikel 6 Gemengd - 4

Binnen de bestemming "Gemengd - 4" zijn parkeervoorzieningen ten behoeve van de Campus bestemd. Binnen de bestemming zijn kantoren mogelijk en parkeervoorzieningen. Daarnaast zijn kelders, kleinschalige windturbines, erftoegangswegen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Buiten het bouwvlak zijn ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.


Artikel 7 Groen

De gronden die in het oude bestemmingsplan Bergwijkpark 2015 en het 1e wijzigingsplan Bergwijkpark 2015 zijn bestemd als 'Groen" zijn ook in dit bestemmingsplan opgenomen als de bestemming 'Groen". Op grond van de groenbestemming zijn naast groenvoorzieningen en een park, en voet- en fietspaden, ook geluid- en luchtkwaliteitsschermen, alsmede parkeervoorzieningen, straatmeubilair, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kademuren, bruggen, duikers, steigers, en water en waterhuishoudkundige voorzieningen, mogelijk.

Artikel 8 Maatschappelijk

Binnen de bestemming Maatschapelijk zijn maatschappelijke functies waaronder ook een kinderdagverblijf toegestaan. Het maximale bebouwingspercentage is 60% en de maximale bouwhoogte is 8 meter. Voor deze bouwhoogte is een specifieke afwijkingsmogelijkheid met bijbehorende voorwaarden opgenomen.

Artikel 9 Verkeer

De wegen, met uitzondering van de rijkswegen, in het plangebied hebben de bestemming Verkeer. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.


Artikel 10 Verkeer - Railverkeer

De gronden aangewezen voor 'Verkeer - Railverkeer' zijn bestemd voor spoorwegen voor trein- en metroverkeer en bijbehorende (stations)voorzieningen. Hierin zijn ook mogelijkheden opgenomen voor de bouw van geluids- en luchtkwaliteitsschermen.

Artikel 11 Verkeer - Weg

De Gooiseweg is bestemd als “Verkeer – Weg”. Binnen deze bestemming zijn wegen met doorgaande rijstroken, alsmede parallelrijbanen, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, open afritten toegestaan. Het aantal rijstroken is gemaximeerd op zes. (Dit laatste is vastgelegd met het oog op de Wet geluidhinder [Wgh], en voor de op basis daarvan te verrichten akoestische onderzoeken).

Ook bijbehorende voorzieningen ter bevordering van de milieukwaliteit, zoals geluidschermen en luchtkwaliteit schermen zijn mogelijk.

Verder zijn toegestaan de bij de bestemming behorende parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, bruggen en viaducten, nutsvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, reclameborden, en overige voorzieningen t.b.v. het verkeer.

Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan

Artikel 12 Water

Voor het in het plan bevindende water en waterpartijen zijn voor de gronden van de oude bestemmingsplannen Bergwijkpark 2015 de bestemming 'water' opgenomen. Behalve water en waterhuishoudkundige voorzieningen zijn binnen deze bestemmingen ook groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kademuren, damwanden, bruggen en duikers, en steigers en vlonders, mogelijk.


Artikel 13 Wonen

Op de voor 'Wonen' bestemde gronden zijn woningen toegestaan die initieel mogelijk zijn gemaakt met bestemmingsplan 'Bergwijkpark 2015'. Daarnaast zijn binnen de gebiedsontwikkeling Holland Park diverse blokken en torens gerealiseerd, die elk met een eigen omgevingsvergunning zijn mogelijk gemaakt.

Binnen deze bestemming zijn woningen en woongebouwen en ter plaatse van de functieaanduidingen ' specifieke vorm van wonen- voorzieningen + locatie' ook voorzieningen mogelijk. Hieronder staat een overzicht van deze functieaanduidingen.

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 3

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 5

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen toren 3

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 8

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen toren 6

Specifieke vorm van wonen - voorzieningen blok 22 en 23

Bijbehorende functies zijn: tuin en erf, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, pv-panelen (zonnepanelen), voorzieningen t.b.v. warmte-/koudeopslag, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. De afmetingen van de gebouwen zijn begrensd door de in de verbeelding aangegeven bouwaanduidingen en maatvoeringen.

Onder de woonblokken zijn tevens parkeergarages toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-binnenterrein' zijn gebouwen en erfafscheidingen niet toegestaan.

Artikel 14 Leiding - Hoogspanning

De dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), voor de aangewezen gronden voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding. Binnen deze dubbelbestemming dient er voor het uitvoeren van werkzaamheden of bouwen van bouwwerken of gebouwen toestemming gevraagd te worden van de leidingbeheerder.

Artikel 15 Leiding - Leidingstrook
De dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), voor de aangewezen gronden voor ondergrondse transportleidingen.

Binnen deze dubbelbestemming dient er voor het uitvoeren van werkzaamheden of bouwen van bouwwerken of gebouwen toestemming gevraagd te worden van de leidingbeheerder.

Artikel 16 Waarde - Archeologie 3

De dubbelbestemming “Waarde – Archeologie 3” geldt voor de gronden waar ingevolge de

gemeentelijke archeologiekaart een middelmatige verwachting geldt voor het aantreffen van

archeologische waarden. Hier is het bouwen en aanleggen afhankelijk gesteld van een

omgevingsvergunning, waarbij een archeologisch rapport moet worden overlegd. Dit is pas aan

de orde bij werkzaamheden met een oppervlakte, groter dan 500 m2 en een diepte van 0,5

meter of meer.

Artikel 17 Waterstaat - Waterkering

De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' geldt, naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en), ter bescherming van de in het plangebied aanwezige waterkeringen, waaronder de dijk waar de Daalwijkdreef op ligt.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.

Artikel 18 Antidubbeltelregel
Een antidubbeltelregel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro).

Artikel 19 Algemene gebruiksregels
In dit artikel worden de vormen van verboden gebruik van gronden en/of water genoemd.

Artikel 20 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels om bij een omgevingsvergunning af te wijken.

Artikel 21 Algemene aanduiding regels

Aanvullend op de (algemene) bouwregels gelden enkele bijzondere bouwbepalingen die met

een aanduiding in de geometrische plaatsbepaling zijn weergegeven. Het betreffen de volgende zones:

  • Geluidszone - Industrie
  • Veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation - 1 en 2
  • CHW-Gebied
    1. 1. Het gebied van CHW-plan Bergwijkpark is opgenomen in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet. Dat betekent dat in aanvulling op de Wro nadere regels gesteld kunnen worden voor het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. In dit bestemmingsplan zijn voor dit gebied daarom regels opgenomen die hiernaar verwijzen.

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels
In dit artikel is opgenomen dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen en/of wijzigingsbevoegdheden uit te voeren.

Artikel 23 Overige regels

In deze bepaling is geregeld dat alle wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

Ook staan in dit artikel de parkeernormen zoals deze in dit plan worden en zijn gerealiseerd en zijn hier regels opgenomen over duurzaamheid en verdeling van kosten.

Hoofdstuk 4 Overgangsrecht en slotregel

Artikel 24 Overgangsrecht

De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).

Artikel 25 Slotregel
Deze regel bevat de titel van de regels van het plan.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Financiële uitvoerbaarheid

Dit bestemmingsplan maakt onderdeel uit van de veegactie 2023 en is beleidsmatig neutraal van aard. Dit plan consolideert voor het overgrote deel de reeds toegekende bestemmingen uit de bestaande bestemmingsplannen. Tevens worden een aantal eerder verleende vergunningen en genomen toestemmingsbesluiten in het plan verwerkt. Er is geen sprake van feiten of omstandigheden die een nadere overweging vergen inzake de uitvoerbaarheid van dit plan.

Grondexploitatiewet

Artikel 6.12 lid 2 Wet ruimtelijke ordening (hierna: 'Wro') bepaalt dat de gemeenteraad, als er sprake is van één of meerdere aangewezen bouwplannen, verplicht is een exploitatieplan vast te stellen, dan wel het kostenverhaal anderszins te verzekeren door gronduitgifte of het sluiten van anterieure overeenkomsten.

Voor onderhavig bestemmingsplan is dit niet meer aan de orde aangezien er geen nieuwe (exploitatieplanplichtige) ontwikkelingen zijn voorzien die niet reeds eerder bestemd dan wel vergund zijn. Voor alle, in het verleden in dit bestemmingplan uitgevoerde bouwplannen, was het kostenverhaal reeds anderszins verzekerd door gesloten anterieure overeenkomsten.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Inspraak

Op grond van artikel 3.1.6 onder e van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt een bestemmingsplan alsmede een ontwerp hiervoor gepubliceerd in het gemeenteblad en op ruimtelijkeplannen.nl. Middels de zienswijzen procedure kunnen belanghebbenden inspraak uitoefenen op het plan. Het bestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is één zienswijze binnengekomen. De zienswijzennota is toegevoegd aan bijlage 1 van de toelichting van dit bestemmingsplan. In de nota wordt antwoord gegeven op de zienswijzen en daarnaast zijn een aantal abtelijke wijzigingen opgenomen.

Overleg met andere overheden

Op grond van artikel 3.1.1, lid 1 juncto artikel 3.1.6, lid 1 onder c Bro pleegt het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan, daarbij overleg met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Vooroverleg-
partner
Samenvatting vooroverleg reactie Beantwoording
Liander In het plangebied liggen twee gasdrukmeet- en regelstations, zie hieronder locaties.
afbeelding "i_NL.IMRO.0384.BPhollandpark2023-VG01_0002.png"
In eerdere inspraakreactie over de bestemmingsplannen Holland Park Zuid en West heeft Liander verzocht veiligheidszones op te nemen rond deze gasdrukmeet- en regelstations.
De groene locatie ligt binnen het plangebied van Holland Park 2023. Overeenkomstig het opnemen van deze veiligheidszones bij ander bestemmingsplannen als onderdeel van de veegactie worden een veiligheidszone 1 en 2 opgenomen rond het gasdrukmeet- en regelstation.
De rode locatie ligt buiten het plangebied en is geen onderdeel van Holland Park 2023.
Provincie Noord-Holland Het werkingsgebied 'Wonen binnen de LIB 5 zone Schiphol' is van toepassing op een deel van het plangebied. Als in het plan geen nieuwe woningen zijn toegestaan, hoeft er geen rekenschap inzake het LIB 5 gegeven te worden. Er worden in dit plan geen nieuwe woningen toegestaan, dus er wordt geen rekenschap opgenomen in dit bestemmingsplan.
NS NS geeft geen inhoudelijke reactie op plan, gezien het feit dat er geen ontwikkelingen zijn die het station raken. Als er in de toekomst ontwikkelingen zijn die het station wel raken, is er wel behoefte hieraan. De reactie voor ter kennisname aangenomen.
ProRail Geen opmerkingen.

Naar aanleiding van de vooroverlegreactie van Liander wordt in de verbeelding twee veiligheidszones opgenomen. In de regels wordt onder artikel 21 Algemene aanduiding regels regels opgenomen dat kwetsbare, en voor een deel beperkt kwetsbare objecten, niet zijn toegestaan binnen deze zones. De overige reacties geven geen aanleiding tot wijzigen van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Toelichting Op Bijlagen

Met de komst van de omgevingswet worden alle bestemmingsplannen van de gemeente Diemen samengevoegd tot één groot omgevingsplan. Dit heeft als gevolg dat er veel informatie waar in dit bestemmingsplan naar verwezen wordt verloren kan gaan. Daarom is alle relevante broninformatie als bijlage bij dit bestemmingsplan toegevoegd. Hieronder volgt een inhoudsopgave van de bijlagen.

6.1 Inhoudsopgave Bijlagen

  1. 1. Zienswijzennota Holland Park 2023
  1. 2. Toelichting Bestemmingsplan Bergwijkpark 2015
  1. 3. Toelichting Bestemmingsplan Bergwijkpark Noord
  1. 4. Toelichting Wijzigingsplan 1e Wijziging Bergwijkpark 2015 (Infrastructuur en openbare ruimte)

Bijlagen

Bijlage 1 Zienswijzennota Holland Park 2023

Bijlage 2 Bestemmingsplan Bergwijkpark 2015

Bijlage 3 Ladder Van Duurzame Verstedelijking

Bijlage 4 Verkeersonderzoek

Bijlage 5 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 6 Advies Externe Veiligheid

Bijlage 7 Flora En Fauna Onderzoek

Bijlage 8 Ecologisch Werkprotocol

Bijlage 9 Ontheffing Ff-wet

Bijlage 10 Afwegingskader Holland Park

Bijlage 11 Luchtkwaliteitsonderzoek

Bijlage 12 Akoestisch Onderzoek 1

Bijlage 13 Akoestisch Onderzoek 2

Bijlage 14 Akoestisch Onderzoek 3

Bijlage 15 Geuronderzoek

Bijlage 16 Waterparagraaf

Bijlage 17 Onderzoek Geohydrologie

Bijlage 18 Overzicht Toegestane Voorzieningen

Bijlage 19 Notitie Vergelijking Sp Met Masterplan

Bijlage 20 Memo Gemeente Vergelijking Sp En Masterplan

Bijlage 21 Bezonningsstudie

Bijlage 22 Bezonningsonderzoek

Bijlage 23 Hinderbeleving Metropassage

Bijlage 24 Trillingsmetingen Metropassage

Bijlage 25 Analyses Trillingscherm Metropassage

Bijlage 26 Reactienota Inspraak En Vooroverleg Bergwijkpark 2015

Bijlage 27 Hogere Waarden Besluit

Bijlage 28 Geluidsonderzoek

Bijlage 29 Hogere Waarden Besluit Diemervijver

Bijlage 30 Akoestisch Onderzoek Campus Diemen Zuid

Bijlage 31 Hogere Waarden Besluit

Bijlage 32 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 33 Bodemonderzoek

Bijlage 34 Bodemonderzoek

Bijlage 35 Regionale Behoefteraming Voorzieningen Bergwijkpark

Bijlage 36 Hogere Waarden Besluit Reconstructie Bergwijkdreef

Bijlage 37 Akoestisch Onderzoek Reconstructie Bergwijkdreef

Bijlage 38 Reactienota Zienswijzen Ontwerp Chw Bp Bergwijkpark

Bijlage 39 Milieueffectrapport Bergwijkpark

Bijlage 40 Toetsingsadvies Mer

Bijlage 41 Aanvulling Mer Bergwijkpark

Bijlage 42 Bestemmingsplan Bergwijkpark Noord

Bijlage 43 Nota Vooroverleg

Bijlage 44 Wijzigingsplan 1e Wijziging Bergwijkpark 2015 (Infrastructuur En Openbare Ruimte)

Bijlage 45 Inrichtingsplan

Bijlage 46 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 47 Bijlagenrapport Akoestisch Onderzoek

Bijlage 48 Besluit Hogere Waarden

Bijlage 49 Geluidsonderzoek Studentenhuisvesting

Bijlage 50 Notitie Aanwezigheid Orchissen

Bijlage 51 Watervergunning

Bijlage 52 Waterbalans

Bijlage 53 Kaart Waterbergingssituatie

Bijlage 54 Afwateringsplan