De Geelvinck
Bestemmingsplan - gemeente Heemskerk
Vastgesteld op 19-10-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan De Geelvinck met identificatienummer NL.IMRO.0396.BPdegeelvinck2022-VA01 van de gemeente Heemskerk;
1.2 bestemmingsplan:
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-gebonden beroep:
een beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming zijn. Hieronder worden begrepen: advocaat, accountant-administratieconsulent, alternatieve genezer, belastingconsulent, bouwkundige, architect, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, leraar, logopedist, notaris, organisatie-adviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, redacteur, registeraccountant, stedenbouwkundige, tolkvertaler, tuin- en landschaparchitect, verloskundig, webshop en daarmee vergelijkbare beroepen. De bedrijfsmatige activiteiten als opgenomen in de bijlage bij deze planregels vallen niet onder aan huis gebonden beroep;
1.6 archeologisch onderzoek:
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
1.7 archeologische waarde:
aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9 bebouwingspercentage:
een op de verbeelding of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.10 bedrijf:
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.11 bedrijfsmatige activiteit aan huis:
een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis die niet valt onder aan-huis-gebonden beroep, maar wel onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten als opgenomen in Bijlage 1 Categorie I uit de VNG bedrijvenlijst van deze planregels;
1.12 begane grond:
een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,2 m boven (straat)peil ligt;
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bevoegd gezag:
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.16 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijke omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder;
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.22 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.23 deskundige:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie;
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit,
1.25 erf:
de grond, deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden gebouwd krachtens de vigerende woonbestemming;
1.26 extensieve dagrecreatie:
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie;
1.27 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.28 gestapelde woning:
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen;
1.29 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken en waarbij de hoofdfunctie ingevolge de bestemming is of wordt ondergebracht;
1.30 horeca(bedrijf):
het bedrijfsmatig produceren en/ of verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, alsmede het bezorgen dan wel afhalen van deze middelen en/of het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie
1.31 huishouden:
hiervan is sprake als één of meer personen in vast verband samenleven en er sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en van onderlinge verbondenheid.
1.32 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie;
1.33 nutsvoorziening:
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
1.34 ondergeschikte nevenactiviteiten:
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
1.35 overig bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.36 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
1.37 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.38 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privéhuis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.39 souterrain of kelderverdieping:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 2 m boven (straat)peil ligt;
1.40 voorgevel:
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.41 voorgevelrooilijn:
de langs de weg gelegen bouwgrens waarin zich de voorgevel van het hoofdgebouw bevindt.
1.42 webshop:
een website die speciaal ingericht is om de bezoeker producten of diensten te laten kopen via on-line transacties.
1.43 wonen:
het verblijven van één huishouden, al dan niet in combinatie met zorgverlening, binnen een woning, woonboot, woonwagen of andere voor wonen bedoelde voorziening van waaruit wordt deelgenomen aan het maatschappelijk leven;
1.44 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn;
2.2 bebouwingspercentage:
het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat ten hoogste bebouwd mag worden;
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, dakopbouwen ten behoeve van liften, trappen en/of technische installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk:
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren;
2.5 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.9 peil:
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
2.10 verticale diepte:
van het peil tot het laagste punt van het bouwwerk, fundering niet meegerekend;
2.11 vloeroppervlakte:
totale oppervlakte aan bebouwing binnen een bestemmingsvlak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen, water, speelvoorzieningen, in- en uitritten en voet- en fietspaden;
- b. extensieve dagrecreatie;
- c. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- d. voorzieningen ten behoeve van regenwateropvang;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, vlonders, bruggen en kunstobjecten.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Tuin
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, waaronder inritten, uitritten en paden.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- b. voorzieningen ten behoeve van regenwateropvang;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, kunstobjecten, nutsvoorzieningen, ondergrondse vuilcontainers, voet- en fietspaden, in- en uitritten, verharding en water.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-gebonden beroepen;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, parkeervoorzieningen en water.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan:
- a. bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1 om een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis toe te laten, mits:
- 1. de bedrijfsmatige activiteit voldoet aan de criteria uit lid 6.3.1, sub a tot en met h;
- 2. de activiteit valt onder de selectie van bedrijfsmatige activiteiten van de VNG bedrijvenlijst als opgenomen in Bijlage 1 Categorie I uit de VNG bedrijvenlijst van deze planregels;
- 3. geen bedrijfsmatige opslag plaatsvindt in de open lucht;
- 4. wordt uitgeweken naar een andere locatie, zodra de uitoefening van de bedrijfsmatige activiteit aan huis hinderlijk wordt voor de woonomgeving.
- b. omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.3.1, sub e, onder 1 tot een oppervlak van maximaal 55 m², mits:
- 1. de uitoefening van het aan huis gebonden beroep blijft voldoen aan de criteria uit lid 6.3.1, met uitzondering van lid 6.3.1, sub, e, onder.1;
- 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 7 Leiding - Riool
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolleiding met een diameter van ten hoogste 100 cm en de bijbehorende belemmeringenstrook.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2,5 meter;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 7.2, sub b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waarde - Archeologie - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie - 2" aangewezen gronden zijn – naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde sub b, onder 1 en 2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 60 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder boor- en graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Waarde - Archeologie - 4
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie - 4" aangewezen gronden zijn – naast de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
9.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde sub b, onder 1 en 2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2.500 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder boor- en graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's, afdaken en balkons, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 meter bedraagt.
11.2 Parkeren
- a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen kan pas worden verleend als is verzekerd dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen en fietsen. De parkeerbehoefte wordt berekend op basis van de Parkeerbeleidsplan Heemskerk 2017 dat op 5 oktober 2017 door de gemeenteraad.
- b. Indien gedurende de planperiode een nieuwe versie van het sub a bedoelde Parkeerbeleidsplan wordt vastgesteld, wordt deze nieuwe versie in acht genomen.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting;
- b. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. het gebruik van de gronden voor het opslaan van kampeermiddelen, roei-, motor- en zeilboten en al of niet gedemonteerde strandhuisjes.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
13.1 Afwijkingen
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is – bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:
- a. de planregels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstobjecten, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter;
- b. de planregels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter.
13.2 Voorwaarden
De in lid 13.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen afbreuk wordt gedaan aan:
- a. een goede woonsituatie;
- b. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- d. de milieusituatie;
- e. de verkeersveiligheid;
- f. de sociale veiligheid.
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
14.1 Wijzigingsbevoegdheid Waarde - Archeologie
Het bevoegd gezag is bevoegd, met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemmingen "Waarde - Archeologie - 2" en/of "Waarde - Archeologie - 4" geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;
- c. de terreinen als archeologisch monument zijn aangewezen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
15.1 Bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
15.2 Gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 16 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als "Regels bestemmingsplan De Geelvinck".
Bijlage 1 Categorie I Uit De Vng Bedrijvenlijst
VNG bedrijvenlijst: selectie van bedrijfsmatige activiteiten die vallen onder categorie 1 van de VNG bedrijvenlijst en in aanmerking komen voor afwijken van de gebruiksregels als kleinschalige bedrijfsmatige activiteit aan huis ingevolge van artikel 6, lid 6.4, sub a, onder 2 van deze regels.
Omschrijving bedrijfsmatige activiteit | Onderstaande afstanden in meters | ||||||
Geur | Stof | Geluid | Gevaar | Verkeer | Afstand | Cat. | |
Uitgeverijen (kantoren) | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Grafische afwerking | 10 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Reproduktiebedrijven opgenomen media | 10 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Handelsbemiddeling (kantoren) | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 10 | 0 | 10 | 10 | 1 | 10 | 1 |
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) | 0 | 0 | 10 | 0 | 2 | 10 | 1 |
Reisorganisaties | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Verhuur van en handel in onroerend goed | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Computerservice- en informatietechnologie-bureaus e.d. | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven | 10 | 0 | 10 | 0 | 2 | 10 | 1 |
Consultatiebureaus | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. | 0 | 0 | 10 | 0 | 2 | 10 | 1 |
Schoonheidsinstituten en kappers | 0 | 0 | 10 | 0 | 1 | 10 | 1 |
Bijlage 1 Memo Parkeren
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Skatepark En Cruyff Court
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Skatepark en Cruyff Court
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Wet Geluidhinder Wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Wet geluidhinder Wegverkeerslawaai
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 5 Vleermuis- En Vogelonderzoek
Bijlage 5 Vleermuis- en vogelonderzoek
Bijlage 6 Onderzoek Stikstofdepositie
Bijlage 6 Onderzoek stikstofdepositie
Bijlage 7 Archeologisch Bureauonderzoek
Bijlage 7 Archeologisch bureauonderzoek
Bijlage 8 Verslag Participatieproces
Bijlage 8 Verslag participatieproces