KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - Strand
Artikel 4 Verkeer - Erffunctie
Artikel 5 Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Plangebied
1.3 Vigerend Bestemmingsplan
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beschrijving Herziening
2.1 Huidige Situatie
2.2 Gewenste Situatie
Hoofdstuk 3 Relevant Beleid
3.1 Rijksbeleid
3.2 Provinciaal Beleid
3.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Milieuaspecten
4.1 Inleiding
4.2 Bedrijven En Milieuzonering
4.3 Verkeer En Parkeren
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Inleiding
5.2 Planregels
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Rapportage Parkeren Zomerkade Huizen
Bijlage 2 Overzicht Ambtshalve Wijzigingen

Zomerkade

Bestemmingsplan - Gemeente Huizen

Vastgesteld op 02-06-2022 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het Zomerkade van de gemeente Huizen.

1.2 bestemmingsplan:

het Zomerkade als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01 van de gemeente Huizen.

1.3 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw aanwezig gebouw dat niet rechtstreeks vanuit dat gebouw toegankelijk is.

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 bebouwd oppervlak:

een deel van het horizontale vlak van een bouwvlak op maaiveldniveau dat is bebouwd of overbouwd.

1.6 bebouwing:

eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen:

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.10 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.11 centrumdoeleinden

een mengsel van primair detailhandel, diverse dienstverlenende bedrijven, met daarbij wonen en kantoren.

1.12 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.13 horecabedrijf

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.14 kunstobjecten

voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.15 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.16 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en van ten hoogste één wand.

1.17 peil:

de hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.

1.18 plantsoenen

kleinschalige groenvoorziening, soms met wandel- en speelmogelijkheden, temidden van bebouwing, ter verfraaiing en verlevendiging van de openbare ruimte.

1.19 reddingspost

een maatschappelijke hulpverleningpost op het strand in de vorm van niet permanente bebouwing en die het gehele jaar op het strand mag staan en als zodanig mag worden gebruikt, al dan niet op palen gebouwd, waaronder begrepen EHBO- en politieposten.

1.20 straatmeubulair

De op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals gedenktekens, reclamezuilen of -vitrines, gasregelkastjes, schakelkastjes, brandkranen, straatverlichtingpalen, bloembakken, zitbanken, parkeermeters, stadsplattegronden, verkeerszuilen, brievenbussen, richtingaanwijzers, bushalte-aanduidingen, verkeerslichten, verkeerslichtinstallaties, verkeerstekens, bewegwijzeringen, brandmelders, rijwielstandaards of -klemmen, papierbakken, spelstimulerende objecten, speeltoestellen, reddingsmateriaal en glasbakken.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie

  1. a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  2. b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne–installatie.

2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Strand

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie - Strand aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sport-, verenigings- en recreatieactiviteiten;
  2. b. een reddingspost, met daaraan ondergeschikte horeca-activiteiten zoals opgenomen in categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels en Sanitaire voorzieningen.

Op en in deze gronden zijn in verband met de bestemmingen toelaatbaar:

  1. c. gebouwen;
  2. d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kademuren;
  3. e. verhardingen;
  4. f. plantsoenen , water en strand;
  5. g. kunstobjecten;
  6. h. sportvelden.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Verkeer - Erffunctie

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer - Erffunctie aangewezen gronden zijn bestemd voor woonstraten en straten met een beperkte verkeersfunctie, voet- en fietspaden, groen en bijbehorende voorzieningen.

Op en in deze gronden zijn in verband met de bestemming toelaatbaar:

  1. a. verhardingen, parkeerplaatsen, -stroken en/of -vakken;
  2. b. plantsoenen en speelplaatsen;
  3. c. ter plaatsen van de functieaanduiding 'terras' zijn tevens terrassen behorende bij de aangrenzende horecafunctie toegestaan;
  4. d. duikers en bruggen ten behoeve van waterlopen;
  5. e. erf- en/of terreinafscheidingen;
  6. f. vlaggenmasten;
  7. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die behoren tot het straatmeubulairof kunstobjecten, nutsvoorzieningenof luifels ten behoeve van centrumdoeleinden.

4.2 Bouwregels

  1. a. de bouwhoogte van erf- en/of terreinafscheidingen mag niet meer dan 1,5 meter bedragen;
  2. b. luifels zijn toegestaan tot maximaal 2 meter uit de grens met gronden die zijn aangewezen voor 'Gemengd';
  3. c. Onverminderd het vorige lid mag de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer zijn dan 3,5 meter, met uitzondering van verkeerslichten en licht- of vlaggenmasten en verkeersaanduidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 9 meter mag zijn.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de bouwregels en het bepaalde onder 4.1 voor het bouwen van kustwerken.

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor de waterhuishouding, waterrecreatie en voor de bijbehorende groenvoorzieningen.

Op en in deze gronden zijn in verband met de bestemming toelaatbaar:

  1. a. water;
  2. b. groen;
  3. c. zwemsteigers en speeltoestellen;
  4. d. oeververbindingen en verhardingen voor zover gelegen onder en nabij bruggen als bescherming van het talud;
  5. e. beschoeiingen en andere oeverbeschermingen
  6. f. bruggen, duikers, stuwen, en dergelijke;
  7. g. de op of bij de zwemsteiger behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals reddingsmateriaal en zitbaken en/of zitelementen

5.2 Bouwregels

Voor het bouwen geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag zijn dan 3,5 meter.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels

7.1 Geringe afwijkingen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor:

  1. a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10% indien dit in het belang is van een doelmatiger of esthetisch of technisch beter verantwoorde uitvoering van bouwwerken;
  2. b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover dat van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover dat noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De bevoegdheid tot afwijken wordt niet gebruikt indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden (volgens de geldende bestemming) van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

7.2 Nutsvoorzieningen

Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor het bouwen van nutsvoorzieningen met een maximum oppervlakte van 20 m² en waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 meter mag zijn, alsmede voor het bouwen van ondergrondse containers (met de daarbij behorende bovengrondse inworpzuilen) voor de opvang van huishoudelijk- en/of bedrijfsafval.

7.3 Kunstobjecten

Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van dit plan voor kunstobjecten, reclame- en informatieborden tot een maximale hoogte van 5 meter.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Zomerkade'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Naar aanleiding van de in december 2019 vastgestelde Integrale Kustvisie Huizen en de in januari 2020 vastgestelde prioritering werkt de gemeente Huizen aan een herinrichting van de Zomerkade (strandzone) en Wedekuil. Met de herinrichting wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het gebied.

De herinrichting bestaat onder meer uit aanpassingen in het openbaar gebied, het wijzigen van parkeervoorzieningen, extra ruimte voor terrassen ten behoeve van horeca, het verplaatsen van de bestaande EHBO post en de aanleg van een zwemsteiger. Enkele onderdelen zijn niet mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Het gaat om de herinrichting van de terrassen, de aanleg van een zwemsteiger en het verplaatsen van een kunstwerk en de EHBO post en de uitbreiding daarvan met daghoreca. Om de herinrichting mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan te worden herzien. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet hierin.

1.2 Plangebied

Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit het gebied Zomerkade en Wedekuil te Huizen (Noord-Holland). De exacte ligging van de aanpassingen die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt is weergegeven op figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0001.png"

Figuur 1.1 Plangebied (bron: google earth)

1.3 Vigerend Bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan voor het plangebied is het bestemmingsplan Huizermaat Noord Oost.

Hierin heeft het plangebied de bestemmingen: 'Recreatie - Strand', 'Verkeer - Erffunctie' en 'Water'.

De uitsnede van het vigerende bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied is weergegeven op figuur 1.2.

Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan is rood omkaderd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0002.png"

Figuur 1.2 uitsnede vigerend bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl).

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting bevat de volgende hoofdstukken. Na deze inleiding (hoofdstuk 1) wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:

  • een beschrijving van de huidige situatie en de uitgangspunten van het bestemmingsplan (hoofdstuk 2);
  • het Rijksbeleid, provinciale en gemeentelijke beleid als kader voor dit bestemmingsplan (hoofdstuk 3);
  • de randvoorwaarden vanuit de milieu- en omgevingsaspecten (hoofdstuk 4);
  • de juridische toelichting (hoofdstuk 5);
  • een toelichting op de uitvoerbaarheid van het plan (hoofdstuk 6).

Hoofdstuk 2 Beschrijving Herziening

2.1 Huidige Situatie

In de huidige situatie bestaat het plangebied uit een recreatiestrand met kustverdedigingswerken en verharding.

2.2 Gewenste Situatie

De herinrichting bestaat onder meer uit aanpassingen in het openbaar gebied, het wijzigen van parkeervoorzieningen, extra ruimte voor terrassen ten behoeve van horeca, de aanleg van een zwemsteiger en het verplaatsen van de bestaande EHBO post en de verplaatsing van een kunstwerk. De uitbreiding van de terrassen, het aanleggen van de zwemsteiger, en het verplaatsen van het kunstwerk en de EHBO post passen niet in het vigerende bestemmingsplan. Hiertoe is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0003.png"

Figuur 2.2 Gedeelte van de DO Kustvisie Huizen

EHBO Post met ondergeschikte horeca

Omdat de exacte locatie voor de EHBO post nog niet vastligt, wordt er op dit deel van het strand één post mogelijk gemaakt met een bouwhoogte van 3,5 meter en een oppervlakte van 75 m², met een uitkijkpost van maximaal 7 meter. Naast de functie als EHBO post wordt in het gebouw de verkoop van ijs, koffie/thee en blikjes drinken mogelijk gemaakt. Het gaat hierbij om ondergeschikte horeca, ook zijn er in dit gebouw sanitaire voorzieningen wenselijk. De plattegrond van het bouwwerk is weergegeven op figuur 2.3, op figuur 2.4 is een impressie weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0004.jpg"

Figuur 2.3 plattegrond EHBO Post met ondergeschikte horeca

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0005.jpg"

Figuur 2.4 impressie EHBO Post met ondergeschikte horeca

Zwemsteiger

Het gaat om 1 zwemsteiger met een lengte van ca. 80 meter in het water, de breedte is 2 tot 7,5 meter. Op figuur 2.5 is het ontwerp van de zwemsteiger weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0406.BPZOMERKADE-VG01_0006.png"

Figuur 2.5 Beoogde zwemsteiger

Terrassen

Ter hoogte van de gemengde voorzieningen aan de Zomerkade is het wenselijk om meer terrassen toe te staan. Om ervoor te zorgen dat het verkeer over de Zomerkade geen overlast ondervindt van deze terrassen, zijn concrete gebieden aangewezen waarbinnen de terrassen mogelijk zijn. Hiervoor gelden de gebruikelijke voorwaarden zoals opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening.

Kunstwerk De Elementen

Het kunstwerk 'De Elementen' staat nu op het bastion. Door de herinrichting verdwijnt het bastion en moet het kunstwerk worden verplaatst. In overleg met de maker is een locatie op het strand gevonden. Dit bestemmingsplan maakt het planologisch mogelijk het kunstwerk te verplaatsen naar een locatie op het strand.

Hoofdstuk 3 Relevant Beleid

3.1 Rijksbeleid

3.1.1 Nationale Omgevingsvisie en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De Nationale Omgevingsvisie, kortweg NOVI, loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet en vervangt op rijksniveau de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.

Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kunnen in gebieden betere, meer geïntegreerde keuzes worden gemaakt. Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie van het Rijk in beeld.

In wat voor Nederland willen we graag leven in 2050

Als alle wensen naast elkaar worden gelegd, ontstaat het volgende beeld. Het kabinet wil een land:

  1. a. dat gezond en klimaatbestendig is, met schone lucht, schoon water en een schone bodem en veel ruimte voor groen en water;
  2. b. met een uitstekend functionerende economie, die duurzaam en circulair is. Nauw verbonden met onze buurlanden en de rest van de wereld, als onderdeel van de internationale gemeenschap;
  3. c. waar het goed wonen en werken is. Met aangename en vitale steden en dorpen, en een productief en aantrekkelijk platteland;
  4. d. met uitstekende bereikbaarheid, waar iedereen snel en gemakkelijk van A naar B komt, met zo min mogelijk schadelijke uitstoot en overlast;
  5. e. waar we voldoende ruimte hebben om te kunnen bewegen, ontspannen en tot onszelf te komen; zowel in de stad als daarbuiten;
  6. f. dat veilig is en ons beschermt tegen overstromingen en andere gevaren;
  7. g. waar een goede balans is tussen gebouwde omgeving en open landschap, tussen natuur en cultuur, tussen land en water;
  8. h. dat openstaat voor verandering, en waar de kracht van zijn traditie, cultuur en identiteit wordt weerspiegeld in de inrichting van de leefomgeving.

Nationale belangen

Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Dit zijn de 'nationale belangen'. Het Rijk heeft voor alle nationale belangen een zogenaamde systeem-verantwoordelijkheid. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de meede overheden.

De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen, en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen die nationale belangen.

Barro

Voor de doorwerking van de Rijksbelangen in plannen van lagere overheden, is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) opgesteld. Het Barro omvat alle ruimtelijke Rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van ruimtelijke plannen.

Toetsing beoogde ontwikkeling

De ontwikkelingen die met voorliggend bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt hebben geen raakvlakken met de NOVI en zijn niet strijdig met h Barro.

3.1.2 Ladder voor duurzame

In artikel 3.1.6, lid 2 Bro is voorgeschreven dat indien een bestemmingsplan 'een nieuwe stedelijke ontwikkeling' mogelijk maakt, in de toelichting een verantwoording daarvan moet plaatsvinden volgens de systematiek van de ladder voor duurzame verstedelijking. In dat geval is een beschrijving van de behoefte noodzakelijk.

Gelet op de beperkte verruiming van reeds bestaande functies is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling zoals bedoeld in artikel 3.1.6, lid 2 Bro.

3.2 Provinciaal Beleid

3.2.1 Omgevingsvisie NH2050 - Balans tussen economische groei en leefbaarheid

De provincie wil balans tussen economische groei en leefbaarheid. Dit betekent dat in heel Noord-Holland een basiskwaliteit van de leefomgeving wordt gegarandeerd. Er zijn randvoorwaarden geformuleerd hoe om te gaan met klimaatverandering. De provincie ontwikkelt zoveel mogelijk natuur inclusief en met behoud van (karakteristieke) landschappen, clustert ruimtelijke economische ontwikkelingen rond infrastructuur en houdt rekening met de ondergrond.

In de visie zijn 5 bewegingen met ontwikkelprincipes beschreven voor de ontwikkeling van de leefomgeving.

  1. 1. Dynamisch schiereiland. Hierin is het benutten van de unieke ligging van Noord-Holland, te midden van water, leidend.
  2. 2. Metropool in ontwikkeling. Hierin wordt beschreven hoe de Metropoolregio Amsterdam steeds meer als één stad functioneert.
  3. 3. Sterke kernen, sterke regio’s, gaat over de ontwikkeling van centrumgemeenten die de gehele regio waarin ze liggen vitaal houden.
  4. 4. Nieuwe energie, benut de economische kansen van de energietransitie.
  5. 5. Natuurlijk en vitaal landelijke omgeving, staan het ontwikkelen van natuurwaarden en een economisch duurzame agrarische sector centraal.

Voor het voorliggende bestemmingsplan is met name punt 3 van belang. De beweging 'Sterke kernen, sterke regio's' beoogt handvatten te geven om de werkgelegenheid, het voorzieningenniveau en de bereikbaarheid op peil te houden. En om dorpen, steden en regio's de krachtige identiteit die ze zo kenmerkt te laten behouden of te ontwikkelen. In het regionale netwerk zijn de verschillende typen kernen complementair aan elkaar. Daarbij zijn krachtige centrumsteden van cruciale betekenis voor de leefbaarheid van de hele regio vanwege de regionale voorzieningen en de stedelijke woon- en werkmilieus die er te vinden zijn. Zij kunnen jonge mensen en bedrijven aantrekken, wat leidt tot dynamiek en gezonde regio's. Door de centrumsteden te versterken, verbetert het vestigingsklimaat en worden deze steden nog interessanter voor woonconsumenten en bedrijven die zich in een stedelijke omgeving willen vestigen.

Toetsing

Voorliggend bestemmingsplan voorziet in beperkte ontwikkelingen die bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en leefbaarheid van het kustgebied van Huizen.

3.3 Gemeentelijk Beleid

3.3.1 Integrale Kustvisie Huizen

Naar aanleiding van de in december 2019 vastgestelde Integrale Kustvisie Huizen en de in januari 2020 vastgestelde prioritering is de gemeente bezig met de herinrichting van het gebied Zomerkade en Wedekuil. Met de herinrichting wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het gebied.

Het voorliggende bestemmingsplan is een concrete(re) vertaling van dit beleidsdocument om de gewenste ontwikkelingen juridisch planologisch mogelijk te maken.

3.3.2 Algemene plaatselijke verordening

De regels ten aanzien van geluid(soverlast), sluitingstijden, stand periode e.d. van de terrassen wordt niet geregeld in voorliggend bestemmingsplan. Deze regels maken conform de algemene plaatselijke verordening deel uit van de vergunning. De APV van de gemeente Huizen is te raadplegen via: https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Huizen/34458/34458_4.html.

Hoofdstuk 4 Milieuaspecten

4.1 Inleiding

Gelet op de zeer beperkte gevolgen voor het milieu die door dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt, wordt in dit bestemmingsplan enkel ingegaan op de milieuaspecten die beïnvloed worden door de ontwikkelingen zoals omschreven in paragraaf 2. De overige milieuaspecten zijn niet relevant voor de ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt.

4.2 Bedrijven En Milieuzonering

Beleidskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  1. a. ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd
  2. b. rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en nieuwe woningen in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit plan gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

Toetsing

Er zijn geen bedrijfsbestemmingen in en in de directe omgeving van het plangebied.

Binnen de milieuzonering wordt gewerkt met richtafstanden die bepaald zijn in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009). In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaatsgevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Bij een 'gemengd gebied' mag met 1 afstandsstap afgeweken worden van de richtafstanden.

Onderzoek en conclusie

Horeca (terrassen)

De EHBO-post met ondergeschikte horeca krijgt een horecafunctie van categorie D van de Staat van Horeca-activiteiten De richtafstand voor horeca 1 bedraagt 10 meter voor geluid, de afstand tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt minimaal (afhankelijk van de daadwerkelijke plaatsing) x meter.

Voor de terrassen geldt dat zij behorende bij de inrichting en de daar bij behorende richtafstand.

4.3 Verkeer En Parkeren

Zowel de reddingspost met ondergeschikte horeca activiteiten als de terrassen kennen een verkeersgeneratie en een parkeerbehoefte. Echter zullen deze functies niet leiden tot extra bewegingen maar zullen bezoekers ook gebruikmaken van deze functies.

Onderzoek

Uit het verkeer- en parkeeronderzoek van Goudappel, dat in opdracht van de gemeente is uitgevoerd, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze toelichting, die ten behoeve van de kustvisie zijn uitgevoerd, is gebleken dat de parkeerdruk in en om het plangebied voldoende ruimte biedt. Daarnaast worden enkele aanbevelingen gedaan om op drukke dagen de verkeerssituatie te bevorderen.

Conclusie

Bij de huidige parkeercapaciteit voldoet het beschikbare aantal parkeerplaatsen dus net om aan de berekende vraag te voldoen. Het kleine positieve saldo van 19 parkeerplaatsen betekent dat op drukke dagen wel duidelijk moet zijn welke parkeermogelijkheden vol bezet zijn en waar nog vrije parkeerplaatsen zijn.

Naast dit bestemmingsplan loop nog een traject om binnen de planologische kaders in meer- en beter toegankelijke parkeergelegenheid te voorzien.

Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving

5.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan gaat over het mogelijk maken van een extra voorziening bestaande uit een EHBO post met ondergeschikte horecafunctie en het toestaan van terrassen op vastgelegde locaties. Dit is aanvullend op het geldende bestemmingsplan. Er wordt voorzien in enige flexibiliteit, daar waar ruimtelijk verantwoord is. Om de gebruiksmogelijkheden van de gronden niet onnodig te beperken, worden de huidige bestemmingsplanmogelijkheden behouden en een verruiming geboden waar het gaat om de nieuwe beoogde functie.

5.2 Planregels

5.2.1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen die in de planregels worden gebruikt gedefinieerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de betekenis die in dit artikel aan de betreffende begrippen wordt toegekend.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die men bij het bouwen in acht moet nemen, moeten worden gemeten. Ondergeschikte bouwdelen worden daarbij niet meegerekend.

5.2.2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - Strand

De regels in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit het bestemmingsplan 'Huizermaat Noord Oost', naast de vigerende regeling is het mogelijk gemaakt om één reddingspost met ondergeschikte horeca tot categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten mogelijk te maken. Het gebouw mag binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd en mag maximaal een oppervlakte van 75 m² met een bouwhoogte van 3,5 meter hebben. Daarnaast is het toegestaan een kunstwerk van maximaal 9 meter hoog te plaatsen.

Artikel 4 Verkeer - Erffunctie

De regels in dit artikel zijn grotendeels afkomstig uit het bestemmingsplan 'Huizermaat Noord Oost', naast de vigerende regeling is het mogelijk gemaakt om op de gronden met de aanduiding 'terras' terrassen behorende bij de aangrenzende gemengdefuncties toe te staan.

Artikel 5 Water

De bestemming 'Water' is opgenomen voor het water in het plangebied, hier zijn naast water, ook groen en water gerelateerde functies toegestaan zoals kustbeschermingswerken, bruggen en duikers en kustwerken. In dit bestemmingsplan worden hier tevens een zwemsteiger en water gerelateerde speeltoestellen aan toegevoegd.

5.2.3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Deze regel dient om te voorkomen dat, indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog eens meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan zijn algemene afwijkingsregels opgenomen. De regeling die hier is opgenomen voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de afwijking.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

Het overgangsrecht voor bouwen is neergelegd in artikel 21 lid 1 Wro. Voor gebouwen die afwijken van het plan en die zijn of worden gebouwd bij of krachtens de Woningwet blijven er enkele bouwmogelijkheden in afwijking van de regels bestaan.

Bestaande afwijkingen mogen niet worden vergroot. Uitbreiding is slechts mogelijk met een omgevingsvergunning voor het afwijken.

Lid 2 gaat over de overgangsregels voor het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het gebruik is slechts toegestaan wanneer de afwijking hierdoor niet wordt vergroot.

Artikel 9 Slotregel

Het laatste artikel van de planregels betreft de slotregel van het bestemmingsplan bestemmingsplan Zomerkade.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. de ontwikkelaar.

De kosten die worden gemaakt voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan worden gefinancierd uit de gemeentelijke middelen.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.2.1 Participatie

In het kader van de Integrale Kustvisie is reeds uitvoerig geparticipeerd met alle belanghebbenden in het plangebied. Omdat het voorliggende bestemmingsplan uitvoering geeft aan deze visie wordt het participatietraject in het kader van het voorliggende bestemmingsplan niet overgedaan.

6.2.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

Het concept-ontwerpbestemmingsplan is toegezonden aan de overlegpartners in het kader van het wettelijk overleg op grond van artikel 3.1.1 Bro. De reacties zijn verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan

6.2.3 Zienswijzen

De formele bestemmingsplanprocedure start met het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Belanghebbenden hebben binnen deze periode een zienswijze in kunnen dienen. De gemeenteraad heeft geen zienswijze mogen ontvangen op het ontwerpbestemmingsplan. Wel zijn er enkele ambtshalve ondergeschikte wijzigingen doorgevoerd, het overzicht hier van is opgenomen in bijlage 2.

Bijlage 1 Staat Van Horeca-activiteiten

Bijlage 1 Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 1 Rapportage Parkeren Zomerkade Huizen

Bijlage 1 Rapportage parkeren Zomerkade Huizen

Bijlage 2 Overzicht Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 2 Overzicht ambtshalve wijzigingen