Buitengebied Boskoop - vierde actualisatie
Bestemmingsplan - gemeente Alphen aan den Rijn
Vastgesteld op 18-04-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop - vierde actualisatie van de gemeente Boskoop.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0484.B168buigebbosk4act-VA01 met de bijbehorende regels.
1.3 voldoende parkeergelenheid
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels over parkeren en laden en lossen, die zijn vastgesteld door het bevoegd gezag.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Herziening Artikel 1
Deze actualisatie vervangt artikel 1.8 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) voor het volgende:
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
- 1. een grondgebonden veehouderijbedrijf: een bedrijf dat gericht is op het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond, waaronder tevens een paardenfokkerij wordt verstaan, zulks met uitzondering van een geitenhouderij;
- 2. een sierteeltbedrijf: een volwaardig sierteeltbedrijf dat gericht is op de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen
Deze actualisatie voegt het volgende toe aan artikel 1 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie).
1.94 agrarisch handelsbedrijf
een bedrijf dat is gericht op de handel in en de export van boom- en sierteelt- en sierteeltgerelateerde producten en dat beschikt over daarvoor benodigde faciliteiten ten behoeve van het vervoer, de opslag, en/of de afzet.
Artikel 3 Herziening Artikel 3.1
1. Met deze actualisatie wordt artikel 3.1 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie), na sub f, aangevuld met:
f1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch handelsbedrijf': een handels- en exportbedrijf voor boom- en sierteelt- en sierteeltgerelateerde producten.
f2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - landschapstuin': een erf/tuin die in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van wonen.
f3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - extensieve sierteelt': extensieve teelten, zoals veenbes, siertakken, energie producerende gewassen.
2. Deze actualisatie vervangt de tabel behorende bij artikel 3.1 sub g van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie):
Tabel 3.1 Toegestane nevenfuncties
Nevenfunctie | Max. oppervlakte gronden in gebruik | Max. oppervlakte bebouwing in gebruik |
Agrarisch handels- en exportbedrijf (transport- en opslagbedrijven, koelhuizen, veehandelsbedrijf, foeragehandel, handel in zaai- en/of pootgoed) | 200 m2 | 300 m2 |
Hobbymatig houden van paarden en/of ander vee | 1.000 m2 | 100 m2 |
Inpandige opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering) | - | 500 m2 |
Hoveniersbedrijf behorende tot de categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 500 m2 |
Verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 500 m2 |
Rondleidingen op het agrarische bedrijf (voorzieningen hiertoe als ontvangstruimte) | Gehele bedrijf | 100 m2 |
Aan-huis-gebonden beroepen | - | 60 m2 |
Agrarisch loonbedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten | - | 500 m2 |
Kano-, boot- en/of fietsenverhuur | - | 100 m2 |
Kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie | 500 m2 | 100 m2 |
Bed & breakfast | 200 m2 | 200 m2 |
Kleinschalig kampeerterrein (minicamping) | 3.000 m2 | 300 m2 max. 15 kampeermiddelen |
Recreatief nachtverblijf/kampeerboerderij/ trekkershutten | 500 m2 | 200 m2 |
Ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten | - | 200 m2 |
Kinderboerderij | 1.000 m2 | 100 m2 |
Incidentele evenementen | - | - |
Artikel 4 Herziening Artikel 3.2
Met deze actualisatie wordt artikel 3.2 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie), na l, aangevuld met het volgende:
m. in afwijking van het bepaalde onder b en l zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch handelsbedrijf ':
1. ten behoeve van het handels- en exportbedrijf overige bedrijfsgebouwen toegestaan tot ten hoogte 1/3 van het netto aaneengesloten bedrijfsoppervlak met een goothoogte van maximaal 6m en een bouwhoogte van maximaal 10m, waarbij deze gebouwen op een afstand van meer dan 150 meter van de as van de weg, waaraan de toerit van het bedrijf gelegen is, mogen worden gebouwd;
2. ten behoeve van het handels- en exportbedrijf geen kassen en teeltondersteunende voorzieningen toegestaan.
n. in afwijking van het bepaalde onder l is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing uitgesloten' geen bebouwing toegestaan.
Artikel 5 Herziening Artikel 3.4.5
Deze actualisatie vervangt artikel 3.4.5 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) voor het volgende:
3.4.5 Afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van het bouwen dichterbij een watergang
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub c, e en g voor wat betreft het bouwen van bedrijfsgebouwen, kassen dan wel andere sierteeltondersteunende voorzieningen direct nabij een watergang met inachtneming van het volgende:
- 1. hieraan voorafgaand overleg is gevoerd met de waterbeheerder;
- 2. in aansluiting op de watergang geen houtakker gelegen is met de bestemming Natuur.
Artikel 6 Herziening Artikel 3.4.7
Deze actualisatie voegt artikel 3.4.7 toe aan het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie). Dit artikel luidt als volgt:
3.4.7. Afwijkingsbevoegdheid ten behoeve van de maximale oppervlakte van kassen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub l opgenomen maximale oppervlak voor kassen en teeltondersteunende voorzieningen van ten hoogste 3.000 m², met inachtneming van het volgende:
a. de afwijkingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en uitbreiding van het oppervlak aan kassen en teeltondersteunende voorzieningen voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is;
b. ten hoogste 1/3 van het netto aaneengesloten bedrijfsoppervlak - zijnde het bedrijfsoppervlak waarover het bedrijf beschikt op de locatie waar de kassen en teeltondersteunende voorzieningen worden opgericht - mag bebouwd worden met kassen en teeltondersteunende voorzieningen;
c. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
d. de kassen mogen uitsluitend worden gebouwd indien is voorzien in voldoende watercompensatie;
e. een besluit tot het afwijking van het bestemmingsplan wordt pas genomen indien de waterbeheerder een positief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatregelen als gevolg van eventuele demping van sloten en/of toename van verharding;
f. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de toename aan kassen niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, hiervoor wordt de afwijking getoetst aan de Waarderingskaart;
g. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder a, c en f van deze regel wordt voldaan;
h. in de omgevingsvergunning kunnen nadere voorwaarden worden opgenomen voor het gebruik van assimilatie verlichting;
i. voor het overige dient te worden voldaan aan de regels ten aanzien van kassen zoals opgenomen in artikel 3.2.
Artikel 7 Herziening Artikel 3.6
Deze actualisatie vervangt artikel 3.6 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie):
3.6.Afwijking van de gebruiksregels
3.6.1 Ten behoeve van nevenfuncties
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 sub g ten behoeve van het toestaan van één of meerdere nevenfuncties zoals opgenomen in tabel 3.2, met inachtneming van de tabel en het volgende:
- 1. nevenfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
- 2. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
- 3. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de nevenfunctie niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- 4. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking;
- 5. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
- 6. een verzoek om toepassing van deze ontheffingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder a, b en c van deze regel wordt voldaan.
Tabel 3.2 Nevenfuncties
Nevenfunctie | Max. oppervlakte gronden in gebruik | Max. oppervlakte bebouwing in gebruik |
Huisdierenpension/hondenfokkerij | - | 100 m2 |
Kinderdagopvang | - | 100 m2 |
Museum/tentoonstelling | 500 m2 | 200 m2 |
Agrarisch verwante sociale functie (resocialisatie, therapie, zorgboerderij) | Gehele bedrijf | 200 m2 |
3.6.2 Algemene afwijkingsbevoegdheid nevenfuncties
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
a. de categorieën nevenfuncties zoals genoemd in tabellen 3.1 en 3.2, teneinde nevenfuncties toe te laten die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge deze tabellen toelaatbare nevenfuncties, met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.6.1;
b. een verruiming van de voor de nevenfuncties in de tabellen 3.1 en 3.2 weergegeven oppervlakte van in gebruik te nemen gronden en/of bebouwing, met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3.6.1.
Artikel 8 Herziening Artikel 3.7.5
Deze actualisatie vervangt artikel 3.7.5 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) voor het volgende:
Artikel 3.7.5 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vervolgfuncties
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van een vervolgfunctie zoals opgenomen in tabel 3.3, indien sprake is van een algehele bedrijfsbeëindiging van een ter plaatse gevestigd agrarisch bedrijf, met inachtneming van de tabel en het volgende:
a. het agrarische gebruik is beëindigd;
b. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
c. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
d. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de vervolgfunctie niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, hiervoor wordt het wijzigingsplan getoetst aan de Waarderingskaart;
e. er mag geen sprake zijn van een onevenredige vergroting van de publieks- en/of de verkeersaantrekkende werking;
f. ten behoeve van vervolgfuncties gelden de volgende bouwregels:
1. vervolgfuncties maken gebruik van de bestaande en/of onherroepelijk vergunde bebouwing;
2. indien de resterende bebouwing niet functioneel is in te zetten voor de vervolgfunctie, mag nieuw gebouwd worden nadat sloop van bedrijfsbebouwing heeft plaatsgevonden, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het oppervlak aan gesloopte gebouwen mag worden herbouwd met een maximum van 400 m2;
3. burgemeester en wethouders kunnen afzien van bepaalde onder 2 en algehele nieuwbouw toestaan indien hierdoor een ruimtelijke en landschappelijke verbetering ontstaat en de gemeenteraad hierover een positief advies heeft afgegeven.
g. in het wijzigingsplan wordt de vervolgfunctie door middel van een specifieke aanduiding weergegeven, waarbij het aantal te bebouwen m2 wordt vastgelegd en het bouwvlak wordt aangepast aan de resterende bebouwing;
h. vervolgfuncties die naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge tabel 3.3 toelaatbare vervolgfuncties zijn eveneens toegestaan, mits binnen het sierteeltconcentratiegebied sprake is van sierteeltgerelateerde en/of sierteeltondersteunende functies en indien voldaan wordt aan de onder a t/m g genoemde voorwaarden.
Tabel 3.3 Vervolgfuncties ter plaatse van vrijkomende agrarische bedrijfscomplexen
vervolgfuncties |
hobbykweker |
agrarisch loon-/grond-/-hulptechnisch bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
inpandige opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing |
hoveniersbedrijf behorende tot ten hoogste categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
museum/tentoonstellingsruimte |
extensieve teelten (veenbes, siertakken, energie producerende gewassen) |
enterijen |
boom- en sierteelt verwante bedrijven, vallende onder categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten |
Artikel 9 Herziening Artikel 3.7.7
Met deze actualisatie wordt artikel 3.7.7 van het het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) geschrapt.
Artikel 10 Herziening Artikel 3.8
Deze actualisatie voegt artikel 3.8 toe aan het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie). Dit artikel luidt als volgt:
3.8 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8.1 Aanlegverbod
Het is verboden op of in gronden met de bestemming Agrarisch zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders om de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
3.8.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
Het verbod van artikel 3.8.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
b. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende aanlegvergunning;
3.8.3 Voorwaarde voor de aanlegvergunning
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.8.1 zijn slechts toelaatbaar, indien
a. het belang dat met de ingreep is gediend, aangetoond wordt;
b. daardoor de natuur-, cultuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
c. de werken of werkzaamheden (toekomstige) schaalvergroting of herstructurering, bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven, mede gehoord de agrarische deskundige, niet in de weg staan.
3.8.4 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van artikel 3.8.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Artikel 11 Herziening Artikel 5.1
Met deze actualisatie wordt artikel 5.1 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie), onder a, aangevuld met het volgende:
a1 het uitoefenen van sierteeltbedrijven, zoals bedoeld in artikel 3.1 onder a, voor zover het betrokken perceel is gelegen binnen het sierteeltconcentratiegebied. Artikel 3 is hierop van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12 Herziening Artikel 15
Deze actualisatie vervangt artikel 15 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) voor het volgende:
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verkeer te water;
b. de wateraanvoer en -afvoer en de waterberging;
c. water ten behoeve van de waterhuishouding;
d.het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden;
e ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': woonschepenligplaatsen;
f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zonneweide': tevens drijvende zonnepanelen;
g. met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals kades, oevers en schouwpaden, nutsvoorzieningen, bruggen, dammen en duikers.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag ten dienste van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en zonnepanelen zijnde, worden gebouwd, alsmede bruggen, duikers en keerwanden met een maximale bouwhoogte van 3 m;
b. in afwijking van het gestelde onder a mogen op de gronden met de functieaanduiding 'woonschepenligplaats' woonschepen worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 4 m en een onderlinge afstand van ten minste 3 m. Per woonschip mag ten hoogste 1 bijgebouw worden gebouwd met een oppervlakte van 6 m² en met een bouwhoogte van ten hoogste 4 m.
15.3 Afwijking van bouwregels
15.3.1 Lagere doorvaarthoogte
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 onder 2 teneinde een lagere doorvaarthoogte toe te laten, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ter plaatse aanwezige doorvaart.
15.3.2 Plaatsen zonnepanelen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 onder a teneinde op de gronden met de aanduiding 'zonneweide' drijvende zonnepanelen met een hoogte van maximaal 2 m en een tranformatorstation ondersteunend aan de zonneweide met een hoogte van maximaal 4 toe te staan, zulks met inachtneming van het volgende:
a. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke inpassing, waarbij de plaatsing van de zonnepanelen niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
b. de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mag geen onevenredige schade worden toegebracht vanwege de refectie van de zonnepanelen;
c. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van deze regel wordt voldaan.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Aanlegverbod
Het is verboden op of in gronden met deze bestemming zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders om de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren
a. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van water;
b. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
c. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur;
d. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
e. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse van de gronden die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant.
15.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod
Het bepaalde in artikel 15.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
a. het normale onderhoud betreffen;
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.
15.4.3 Voorwaarden voor de aanlegvergunning
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 wordt uitsluitend verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ter plaatse aanwezige:
a. doorvaart;
b. waterstructuur;
c. waterhuishoudkundige situatie.
15.4.44 Strafbaar feit
Overtreding van het verbod van artikel 15.4.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
15.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden als permanente ligplaats voor vaartuigen en andere voorwerpen.
Artikel 13 Herziening Artikel 27.5
Deze actualisatie vervangt artikel 27.5 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie) voor het volgende:
Artikel 27.5 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van Ruimte-voor-Ruimte regeling
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen', 'Agrarisch' (onbebouwd/zonder bouwvlak)', 'Agrarisch met waarden (onbebouwd/zonder bouwvlak)' en/of 'Water', onder toepassing van de Ruimte-voor-Ruimte regeling ter compensatie daarvan één of meerdere compensatiewoningen toekennen. Hierbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- a. Het bestaande agrarische bedrijf is/wordt ter plaatse volledig beëindigd en de bestaande agrarische bestemming wordt van het perceel afgehaald en de aanwezige milieurechten (melding/vergunning) die op het bedrijf rusten, worden beëindigd;
- b. Initiatiefnemer toont aan dat een bedrijf op de huidige locatie onvoldoende bestaansrecht en ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Hierover kan advies worden ingewonnen bij een agrarisch deskundige;
- c. Initiatiefnemer toont aan dat de toepassing van de Ruimte-voor-Ruimte regeling leidt tot een 'verbetering van de ruimtelijke kwaliteit';
- d. 'Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit' betekent voor boom -en sierteeltpercelen dat wordt voldaan aan de beleidsregels zoals opgenomen in de door de raad op 23 februari 2017 vastgestelde 'Ruimte-voor-Ruimte regeling binnen het boom- en sierteeltconcentratiegebied Greenport Regio Boskoop' dan wel een opvolgende herziening van deze beleidsregels;
- e. Compensatie vindt plaats in de vorm van woningbouw. Eventueel is medewerking mogelijk aan een combinatie van wonen-werken of recreatie(woning). Bij woningbouw dient rekening te worden gehouden met de gemeentelijke woonvisies. Daarnaast worden in principe niet meer woningen toegestaan dan noodzakelijk is om het amoveren (of eventueel verplaatsen) van de bedrijfsactiviteiten te kunnen realiseren;
- f. Voor de sloop of sanering op één of meerdere percelen mag één compensatiewoning (met een inhoud van maximaal 750 m3) worden gebouwd voor iedere te saneren 1.000 m2 gebouwen (boven peil), 5.000 m2 kassen of 2,25 ha boom-en sierteeltgrond dan wel het aantal compensatiewoningen op basis van een op dat moment gangbare berekeningswijze die recht doet aan de daardoor te verkrijgen ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
- g. Bij een (sierteelt)perceel dat geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het sierteeltconcentratiegebied, komen voor de bouw van compensatiewoningen uitsluitend de locaties in aanmerking, zoals rood omkaderd weergegeven op bijlage 1 van deze regels. In aanvulling daarop gelden de volgende voorwaarden:
- 1. De bestemming 'Wonen' kan niet worden toegekend aan een perceelgedeelte dat binnen het sierteeltconcentratiegebied is gesitueerd, tenzij daarmee geen courant areaal boom- en sierteeltgebied verloren gaat en de nieuwe functie geen onevenredige beperkingen oplegt aan het functioneren van het boom- en sierteeltgebied. Het aantal woningen dat binnen in het sierteeltconcentratiegebied van het plangebied mag worden gerealiseerd bedraagt voorts maximaal 15;
- 2. De bestemming 'Agrarisch met waarden (onbebouwd/zonder bouwvlak)' kan alleen worden toegekend aan een perceelgedeelte dat buiten het sierteeltconcentratiegebied is gelegen;
- 3. Er mogen maximaal 25 compensatiewoningen worden gerealiseerd, met een maximum van 8 woningen per jaar;
- 4. Percelen binnen het sierteeltconcentratiegebied komen niet in aanmerking voor de bouw van een of meerdere compensatiewoningen die ontstaan door sanering van percelen en/of daarop aanwezige bebouwing buiten het sierteeltconcentratiegebied;
- h. Bij de toekenning van de bestemming 'Water' ten behoeve van geclusterde waterberging zijn de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 27.7, tevens van toepassing;
- i. Het verkrijgen van een bouwrecht voor een compensatiewoning via saldering (het samenvoegen van bebouwing/bedrijfsoppervlak op afzonderlijke percelen) is mogelijk.
Artikel 14 Herziening Artikel 27.7
Deze actualisatie voegt artikel 27.7 toe aan het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (incl. eerste, tweede en derde actualisatie). Dit artikel luidt als volgt:
Artikel 27.7 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van Geclusterde waterberging
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het realiseren van een geclusterde waterberging. Hierbij moet worden voldaan de volgende voorwaarden:
a. het nut en de noodzaak van de waterberging dient te zijn aangetoond;
b. de waterbeheerder heeft een positief advies over de aanleg van de waterberging uitgebracht;
c. er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
d. er dient sprake te zijn van een goede inpassing in het landschap, waarbij de waterberging niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de in het gebied voorkomende natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
e. de waterberging staat (toekomstige) schaalvergroting of herstructurering, bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven niet in de weg;
f. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een deskundige inzake natuur en landschap en/of cultuurhistorie omtrent de vraag of aan het gestelde onder c en d van deze regel wordt voldaan;
g. artikel 15 is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 15 Overige Zone - Parkeren
15.1 Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - parkeren' geldt dat het bevoegd gezag pas een omgevingsvergunning kan verlenen voor de activiteit bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in regels strijd met ruimtelijke ordening, met inachtneming van het volgende:
a. in het geval van nieuwbouw, uitbreiding of functiewijziging van gebouwen en/of voorzieningen, dient op eigen terrein te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losvoorzieningen;
b. er is sprake van voldoende parkeergelegenheid en laad- en losvoorzieningen, indien:
1. voldaan wordt aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren en laden en lossen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning;
2. de parkeerplaatsen voldoen aan de verdere eisen (maatvoering en ontwerp) die zijn neergelegd in de door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.
15.2 Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.1, indien:
a. aanpassing van het bouwplan om alsnog te kunnen voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein redelijkerwijs niet kan worden verlangd en;
b. op een andere wijze is of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losvoorzieningen om de toename van de parkeerbehoefte op te vangen.
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 15.1, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het Buitengebied Boskoop - vierde actualisatie' .
Bijlage 1 Behorende Bij De Wijzigingsbevoegdheid Artikel 27.5
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Binnen het sierteeltgebied van Boskoop en Hazerswoude speelt een aantal zaken die planologisch moeten worden vertaald naar een bestemmingsplan. Hierbij gaat het enerzijds om locatiegebonden ontwikkelingen en anderzijds om ontwikkelingen die het gehele sierteeltgebied (inclusief Hazerswoude-Dorp) betreffen. Om deze ontwikkelingen mogelijk te maken worden de bestemmingsplannen Buitengebied Boskoop- vierde actualisatie en Sierteeltgebied - tweede herziening opgesteld.
1.2 Plangebied
Het plangebied heeft voor een aantal ontwikkelingen betrekking op het totale plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop. Een aantal ontwikkelingen zijn locatiegebonden, zie hoofdstuk 3.
1.3 Geldende Bestemmingsplannen
Het geldende bestemmingsplan is Buitengebied Boskoop, inclusief de eerste, tweede en derde actualisatie en eerste en tweede wijziging.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt het relevante Europees-, rijks-, regionaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke structuur en de functionele structuur opgenomen.
2.1 Rijksbeleid
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. De structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de structuurvisie schetst het rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028.
De leidende gedachte in de SVIR is ruimte maken voor groei en beweging. De SVIR is de eerste rijksnota die de onderwerpen infrastructuur en ruimte integraal behandelt. In de SVIR richt het Rijk zich vooral op decentralisatie. De verantwoordelijkheid wordt verplaatst van rijksniveau naar provinciaal en gemeentelijk niveau. Dit betekent minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota's, onder andere de Nota Ruimte, Structuurvisie Randstad 2040, de Nota Mobiliteit, de MobiliteitsAanpak, de structuurvisie voor de Snelwegomgeving, de agenda Landschap, de agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta.
Het Rijk stelt heldere ambities voor Nederland in 2040, die inspelen op de (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven bepalen richting 2040. Het Rijk zet het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid in voor een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Het Rijk formuleert in de Structuurvisie drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
1. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
2. Het verbeteren, in standhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
3. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.
2.2 Provinciaal En Regionaal Beleid
2.2.1 Visie Ruimte en Mobiliteit
De Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) is de provinciale Structuurvisie zoals in de Wet ruimtelijke ordening is voorgeschreven. De VRM biedt geen vast omlijnd ruimtelijk eindbeeld, maar wel een perspectief voor de gewenste ontwikkeling van Zuid-Holland als geheel. De visie geeft zekerheid over een mobiliteitsnetwerk dat op orde is en de reiziger en de vervoerder keuzevrijheid biedt, en bevat voldoende flexibiliteit om in de ruimtelijke ontwikkeling te reageren op maatschappelijke initiatieven.
In de visie zijn 4 rode draden te onderscheiden die richting geven aan de gewenste ontwikkeling en het handelen van de provincie:
- Beter benutten en opwaarderen van wat er is;
- Vergroten van de agglomeratiekracht
- Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit
- Bevorderen van een water- en energie-efficiënte samenleving
De VRM bevat een nieuwe sturingsfilosofie. De kern daarvan is:
- Ruimte bieden aan ontwikkelingen.
- Aansluiten bij de maatschappelijke vraag naar woningen, bedrijfsterreinen, kantoren, winkels en mobiliteit.
- Allianties aangaan met maatschappelijke partners.
- Minder toetsen op regels en meer sturen op doelen.
Het sturen op ruimtelijke kwaliteit vormt een rode draad in het beleid van de provincie. Deze rode draad bepaalt in hoge mate de keuzes in de groene ruimte. Ruimtelijke ontwikkelingen die maatschappelijk en economisch gewenst zijn, moeten bijdragen aan de balans tussen de instandhouding, benutting en versterking van de bestaande gebiedskwaliteiten. Deze vinden hun grondslag in de drie onderscheiden deltalandschappen. De kwaliteitskaart en de bijbehorende richtpunten geven richting aan de wijze waarop ontwikkelingen kunnen inspelen op ruimtelijke gebiedskwaliteiten.
Voor wat betreft zonne-energie is specifiek aangegeven dat in het buitengebied de voorkeur van de provincie uitgaat naar meervoudig ruimtegebruik.
2.2.2 Verordening Ruimte 2014
De verdere ontwikkeling van de Greenport Boskoop tot een economisch concurrerende en duurzame Greenport is van provinciaal belang. In verband hiermee heeft de provincie concentratiegebieden aangewezen voor boom- en sierteelt.
Kassen bij boom- en sierteeltbedrijven
Bij volwaardig boom- en sierteeltbedrijven binnen het boom- en sierteeltgebied zijn kassen toegestaan. Vanuit landschappelijke overwegingen is dit beperkt tot ten hoogste een derde deel van het bedrijfsoppervlak. Bij volwaardige boom- en sierteeltbedrijven binnen het PCT-terrein gelden ruimere bebouwingsmogelijkheden voor kassen, namelijk tot de helft van het beteelbare oppervlak per bedrijf.
Bestaande andere functies en bebouwing
Uitgangspunt is dat binnen de begrenzing van het boom- en sierteeltgebied (zgn. sierteeltconcentrategebied) en het PCT-terrein alleen boom- en sierteeltbedrijven en de daarbij behorende voorzieningen worden toegelaten. De begrenzing van het boom- en sierteeltgebied en het PCT-terrein is vastgelegd in de verordening op kaart 3 Teeltgebieden (zie afbeelding 1). Toch komen binnen de begrenzing van deze gebieden ook bestaande andere functies voor (niet zijnde boom-en sierteelt), vaak ook met bijbehorende bebouwing. Het kan zowel gaan om een geïsoleerde afwijkende functie als om geclusterde afwijkende functies, zoals een bebouwingslint met een menging van bedrijven, woningen en andere functies. Vaak gaat het om situaties waarbij een ontwikkeling naar boom- en sierteelt ook in de toekomst praktisch gezien vrijwel niet mogelijk is. Het wegbestemmen en amoveren van een rechtmatig aanwezig afwijkende functie is veelal geen reële optie. Maar het kan ook gaan om een restperceel of een overhoek die (toch) niet benut kan worden voor boom- en sierteelt.
In het bestemmingsplan kunnen bestaande rechtmatig aanwezige afwijkende functies daarom positief worden bestemd. Beperkte uitbreiding is ook mogelijk, evenals wijziging naar een andere afwijkende functie. Voorwaarde is wel dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het boom- en sierteeltgebied en het PCT-terrein. Daarbij moet ook worden gekeken naar de toekomstige situatie van het teeltgebied, dus ook naar de herstructureringsmogelijkheden.
Afbeelding 1.: Teeltgebieden (Bron: Verordening Ruimte 2014)
Afwijkingsbevoegdheid voor maatwerk
In de verordening is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen welke bepaalt dat een bestemmingsplan kan voorzien in een bestemming waarbij in relatief beperkte mate wordt afgeweken van de regels in deze verordening, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de doelstelling van de desbetreffende regels.
2.2.3 Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Regio Boskoop
De Greenport regio Boskoop - het netwerk van bedrijven in de boomsierteelt - heeft een echte centrumpositie. Om die positie te kunnen vasthouden en uitbouwen, hebben de betrokken gemeenten met overtuiging gekozen voor ontwikkeling van de Greenport. De Intergemeentelijke Structuurvisie is gemaakt om de ruimtelijke keuzes in samenhang te kunnen bepalen. Kernbegrippen zijn: compactheid, bereikbaarheid en duurzaamheid. De ruimtelijke ontwikkelingen binnen de Greenport Boskoop worden al langer beperkt door het ruimtelijke beleid in het Groene Hart. Mede daardoor is een achterstand ontstaan. Nieuwe ontwikkelingen moeten in balans met de omgeving plaatsvinden. Daarnaast zijn aanzienlijke investeringen in de infrastructuur nodig. Als gevolg van de aanwijzing als Greenport zal er ook schaalvergroting plaatsvinden.
De ambitie van de structuurvisie ligt in een sterke, duurzame en beleefbare Greenport in een leefbare omgeving. Een sterke Greenport wordt bereikt door de centrumfunctie te versterken, de eigen identiteit te versterken en door een betrouwbare bereikbaarheid te waarborgen. Duurzaamheid ontstaat allereerst door efficiënt ruimtegebruik: bundelen, concentreren en herstructureren. Ook moet de wateropgave structureel geregeld worden, met duurzaam waterbeheer en voldoende zoet watervoorziening. De Greenport moet beleefbaar zijn, een uitstraling krijgen die aantrekkelijk is voor inwoners en bezoekers van het Groenen Hart. Op die manier vormt de Greenport een schakel tussen de stedelijke gebieden en het open veenweidegebied. De leefbaarheid van de omgeving wordt vergroot door verkeersoverlast te voorkomen. Daarnaast kan ook de woonfunctie worden versterkt met de ontwikkeling van de Greenport.
2.2.4 Visie Transformatie van bedrijven buiten de sierteeltcontour
De provincie Zuid-Holland heeft samen met de Greenportgemeenten de visie Transformatie van bedrijven buiten de sierteeltcontour opgesteld. De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn heeft deze visie op 13 oktober 2016 vastgesteld.
De visie gaat uit van het saneren van sierteeltbedrijven buiten het sierteeltconcentratiegebied, inclusief eventuele verplaatsing naar het sierteeltconcentratiegebied. Om de sanering en eventuele verplaatsing rendabel te maken kan gebruik worden gemaakt van de zogenaamde Ruimte-voor-Ruimte regeling. Via deze regeling wordt in ruil voor de beëindiging van de bedrijfsactiviteiten de bouw van (compensatie)woningen toegestaan. Vaak kan dat op de locatie zelf. Er zijn echter ook locaties waar dat niet of niet geheel mogelijk en/of gewenst is. Voor deze locaties kunnen de (overige) compensatierechten elders worden ingezet.
2.2.5 Economische Strategische visie 2020
Begin 2015 is vanuit de Stichting Belangenbehartiging Greenport Regio Boskoop door het in de stichting vertegenwoordigde boomsierteeltbedrijfsleven alsmede de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven -Reeuwijk en Waddinxveen, de provincie Zuid -Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland opdracht gegeven voor het opstellen van een lange termijn economische visie voor het boomkwekerijcluster in de regio. De fragiele economische situatie van de afgelopen jaren, maar zeker ook de sterke opkomst van internethandel en IT ontwikkelingen, de veranderingen op de (inter)nationale markt en de veranderende rol van financiële instellingen maken een heldere visie op de kansen en bedreigingen noodzakelijk. Oude concepten zijn soms achterhaald, nieuwe dienen zich aan zonder dat volledig duidelijk is, wat daarvan de impact is en zal zijn. Er bestaat een breed gedeeld gevoel in de Greenport dat hierop alert en voortvarend moet worden ingespeeld.
Ambities kunnen niet zonder een helder plan om deze ook daadwerkelijk te realiseren. Om de strategie 2020 werkelijkheid te maken, zijn drie doorbraken noodzakelijk:
1. Sterke ondernemers en krachtige samenwerking binnen de Greenport: Het succes van de Greenport staat of valt met sterke ondernemers met visie op hun eigen bedrijf en die bereid én in staat zijn om met andere bedrijven samen te werken. De Greenportorganisatie kan hierbij faciliteren en coördineren. Daarnaast mag ook innovatie niet ontbreken.
Deze innovaties beperken zich niet alleen tot product- en procesinnovatie, maar bevatten juist ook marktinnovatie en business model innovatie: slimme product-marktcombinaties met hoge toegevoegde waarde en nieuwe manieren om met sierteelt en daaraan gerelateerde diensten geld te verdienen. Boskoop heeft het in zich om zich te profileren door voorop te lopen in verduurzaming en door bijzondere (niche)producten.
2. 'Green Innovation & Concept Center' als inspiratiebron en trekpleister:
Een toonaangevende one-stop-shop heeft een passende etalage nodig: een 'Green Innovation & Concept Center'. Er zullen fysieke plekken én digitale voorzieningen binnen de Greenport komen, waar de nieuwe inzichten op tuin- en groenbeleving in de volle breedte zichtbaar worden gemaakt. Dit wordt de ontmoetingsplek tussen kweker(combinatie)s en hun klanten en de fysieke locatie waar de kruisbestuiving tussen de Greenport en ketenpartners (hoveniers, landschapsarchitecten, tuincentra, tuinmeubelmakers, kennisinstellingen en andere sectoren) plaatsvindt. Een plek om de wereld te tonen wat de Greenport is, de enorme diversiteit in (innovatieve) producten te laten zien, te inspireren, zaken te doen en samen met anderen nieuwe concepten te ontwikkelen.
3. Versterken van ruimte, logistiek, handel en verbindingen:
Kleinschaligheid en de grote diversiteit van de Boskoopse boomkwekerijsector hoeven in de strategie voor 2020 geen drempels te zijn voor de verdere ontwikkeling van het cluster. Mits er slagen worden gemaakt op het gebied van effectief ruimtegebruik zodat bedrijven voldoende schaalgrootte hebben, verbeterde bereikbaarheid, het efficiënter maken van de (lokale) logistiek. Essentieel is verder dat er sterke handelspartijen aan het cluster worden gebonden en de verbindingen met ketenpartners en andere productiegebieden in Nederland en Europa worden gemaakt. Binnen de economische strategie voor 2020 wordt ingezet op efficiëntere en duurzame logistieke ontwikkeling. Er is behoefte aan versterking van de handelsfunctie in het gebied. In de toekomst zal deze voor een deel via virtuele kanalen ingevuld worden en dat vraagt investeringen van ondernemers. Anderzijds blijft er voorlopig ook behoefte aan 'fysieke' aanwezigheid van sterke handelsbedrijven in de regio. Het vergt een extra inspanning van (primair) overheden en (secundair) het cluster om deze bedrijven aan te trekken en te binden aan de Greenport.
Om deze ambities te kunnen bereiken is het nodig bepaalde activiteiten uit te voeren. Deze activiteiten zijn, op basis van de geformuleerde economische strategie en bijbehorende ambities, samengebracht in het Uitvoeringsprogramma ESV2020. Dit uitvoeringsprogramma bestaat uit 6 actie-agenda's: Ondernemerschap & Nieuwe verdienmodellen, Handel, logistiek & internationalisering, Promotie, toerisme & recreatie, Onderwijs, kennis & innovatie, Ruimte & Bereikbaarheid en Water & Duurzaamheid. In het uitvoeringsprogramma wordt tevens de samenhang geregeld tussen de diverse projecten en prioriteiten gesteld in onderling overleg tussen overheid en bedrijfsleven (wat eerst, wat later, wie investeert waarin?) zodat tot uitvoering kan worden overgegaan.
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.3.1 Uitvoeringsprogramma Greenport-West
Op 16 juni 2016 heeft de raad het 'Uitvoeringsprogramma 2016-2020 Greenport Regio Boskoop West' vastgesteld. Met dit Uitvoeringsprogramma wordt concreet invulling gegeven aan de thema's Ruimte & Bereikbaarheid én Water & Duurzaamheid die op de actieagenda van de 'Economische Strategie Greenport Boskoop 2020' staan vermeld.
Om de gewenste ambities en maatregelen in het westelijk deel van de Greenport Regio Boskoop te realiseren, is er een uitvoeringsagenda nodig. Deze agenda is thematisch opgebouwd, mede om de verantwoordelijkheid voor de diverse benodigde ontwikkelingen goed te kunnen adresseren. De thema's dienen niet alleen het economisch belang, want ook andere functies, zoals omgevingskwaliteit, leefbaarheid en beleefbaarheid, spelen een belangrijke rol in het vitaal en toekomstbestendig houden van het gebied.
De belangrijkste thema's voor deze uitvoeringsagenda, zijn:
a. Bereikbaarheid en Infrastructuur;
b. Waterhuishouding;
c. Verkaveling /schaalvergroting;
d. Wonen;
e. Recreatie;
f. Landschap.
Waterhuishouding
Zowel uit de inventarisatie-resultaten als uit de eigen ervaring van de deelnemers aan de klankbordgroep is bij de verschillende thema's een aantal uitdagingen benoemd die aangepakt moet worden. Eén van de thema's is waterhuishouding. De onderliggende noodzaak hiertoe is de volgende:
- In enkele kleinere polders c.q. peilvakken is geen vervangend water beschikbaar indien er een sloot moet worden gedempt. De verwachting is dat er in verband met schaalvergroting een of meerdere sloten gedempt moeten worden, waardoor er behoefte komt aan (geclusterd) vervangend water.
- Watercompensatie wordt in sommige gevallen individueel door de kweker zelf gerealiseerd op het eigen perceel en daardoor ontstaan ‘watergaten’ in het gebied op plekken die toekomstige herstructurering kunnen frustreren. Bovendien wordt hiervoor sierteeltgrond in het productiegebied opgeofferd die nog functioneel kan worden ingezet voor sierteelt.
Uit de inventarisatie-resultaten als uit de eigen ervaring van de deelnemers aan de klankbordgroep blijkt dat een goede waterhuishouding, zowel kwalitatief als kwantitatief, voor de Greenport Regio Boskoop van levensbelang is. Om de toekomst met vertrouwen tegemoet te kunnen zien, is een aantal maatregelen gewenst en nodig. In het uitvoeringsprogramma is aangegeven dat de volgende maatregelen zijn gewenst:
- Organiseren van watercompensatievoorraad;
- Bepaal waar geclusterde watercompensatievoorraad kan worden aangelegd en maak transformatie naar passende functies planologisch mogelijk.
Verkaveling/schaalvergroting
Gezien de trend die zich voordoet in de agrarische sector, is verdergaande schaalvergroting en automatisering voor veel bedrijven noodzakelijk om economisch perspectief te kunnen behouden. Dit heeft impact op de verkaveling en daarom is een aantal maatregelen gewenst en nodig. Schematisch is per uitdaging aangegeven welke maatregel gewenst is, waar deze moet worden uitgevoerd, wie verantwoordelijk en trekker is, wanneer dit kan worden uitgevoerd of gepland en hoe dit gerealiseerd kan worden.
2.3.2 Ruimte-voor-Ruimte regeling
Op 23 februari 2017 heeft de raad de notitie Ruimte-voor-Ruimte regeling binnen het boom- en sierteeltconcentratiegebied Greenport Regio Boskoop vastgesteld. Een Ruimte-voor-Ruimte regeling is gericht op het verbeteren de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. De notitie voorziet in het gemeentelijke beoordelingskader voor het toepassen van de Ruimte-voor-Ruimte regeling voor locaties binnen het boom- en sierteeltconcentratiegebied Greenport Boskoop. De notitie beoogt een bijdrage te leveren aan de herstructurering(sopgaven) binnen de Greenport Regio Boskoop, specifiek voor wat betreft de transformatiegebieden. De wijze waarop dit wordt vertaald naar het bestemmingsplan komt hierna in hoofdstuk 3 aan de orde.
2.3.3 Landschapsvisie Zuidwijk
Op 26 januari 2012 heeft de raad van de gemeente Boskoop de Landschapsvisie Zuidwijk vastgesteld. De landschapsvisie is opgesteld in samenwerking met de andere Greenportgemeenten, de provincie Zuid-Holland, het Hoogheemraadschap van Rijnland. Het doel van deze visie is de herstructurering van het sierteeltgebied rondom het Zuidwijk in gang te zetten. In de visie is onder meer een locatie aangewezen voor een kleinschalige woningbouw ontwikkeling (zng. locatie Ravestein). Eén van andere onderdelen van de visie betreft het 'bouwen op de grens van het natuurgebied'. Er zijn enkele kavels aan de zuidzijde van de oostelijke rondweg, grenzend aan het natuurontwikkelingsgebied de Lansing, waarop bebouwing mogelijk is (zie ook afbeelding 2) .
Afbeelding 2: Landschapsvisie Zuidwijk, 11 november 2011
Voor zowel de landschappelijke inpassing als de architectuur van deze bebouwing wordt een hoger uitwerkingsniveau gevraagd, zodat dit past binnen de omgeving van het natuurontwikkelingsgebied en de kwaliteit van Zuidwijk als duurzaam visitekaartje van de sector op de kaart zet.
2.3.4 Visie op Transformatiegebieden (concept)
In een aantal sierteeltgebieden binnen de Greenport regio Boskoop ervaren sierteeltbedrijven de nodige (ruimtelijke) problemen waardoor zij in hun bedrijfsvoering worden belemmerd. De problemen worden o.a. veroorzaakt door de groeiende woonkern, verminderde bereikbaarheid (bijv. door wijziging naar 30 km woonstraten) en beperkte schaalgrootte, vorm of ligging van een perceel. Investeringen blijven achterwege en er treedt 'slijtage' op, waardoor zo'n gebied in toenemende mate verrommelt
In de Visie op Transformatiegebieden (Een Nieuwe Waarde) wordt een ontwikkelingsperspectief geboden voor de bedrijven in deze gebieden met als doel de ruimtelijke kwaliteit en toekomstwaarde in deze gebieden in stand te houden en zo mogelijk zelfs te versterken. Sierteelt blijft leidend, maar kan verweven worden met functies die aan sierteelt gerelateerd of ondersteunend zijn en/of het imago van de Greenport regio Boskoop versterken.
Afbeelding 3: Transformatiegebieden Greenport Boskoop
2.4 Conclusie
De ontwikkelingen die binnen het bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt, zijn niet in strijd met rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid.
Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen Plan
3.1 Algemene Zaken
3.1.1 Ruimte-voor-Ruimte regeling
In het geldende bestemmingsplan Buitengebied Boskoop zit, in de vorm van een wijzigingsbevoegdheid, een Ruimte-voor-Ruimte regeling voor locaties buiten het sierteeltconcentratiegebied. Zoals in paragraaf 2.3.2 aangegeven, heeft de raad op 23 februari 2017 de beleidsnotitie 'Ruimte-voor-Ruimte regeling binnen het boom- en sierteeltconcentratiegebied Greenport Regio Boskoop' vastgesteld. Met inachtneming van deze regeling is een aangepaste wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hierbij geldt dat aan de wijzigingsbevoegdheid algemene voorwaarden zijn gesteld. Voor de specifieke voorwaarden, die gerelateerd zijn aan ruimtelijke kwaliteit, wordt in de wijzigingsregels verwezen naar de genoemde beleidsregels.
Wijzigingsbevoegdheid (bestaande regeling)
In het geldende bestemmingsplan is de volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de bouw van één of meer compensatiewoningen. Hierbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. alle voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, kassen of andere gebouwen dienen gesloopt te worden;
- b. voor de sloop of sanering op één of meerdere percelen van iedere 1.000 m2 gebouwen, iedere 5.000 m2 kassen of iedere 2,25 ha boom- en sierteelt, gelegen buiten het sierteeltconcentratiegebied, mag één compensatiewoning worden gebouwd;
- c. het aantal compensatiewoningen bedraagt maximaal drie;
- d. de nieuwe woningen brengen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee voor de bedrijfsvoering van de omliggende agrarische bedrijven;
- e. de te slopen gebouwen of kassen zijn opgericht voor de peildatum van 1 januari 2003;
- f. op de saneringslocatie geen bebouwingsrechten overblijven en indien het betreft de sanering van sierteeltgronden deze bestemming van de gronden afgehaald wordt;
- g. dat het wijzigingsplan economisch uitvoerbaar is;
- h. verhaal van gemeentelijke (plan-)kosten is zekergesteld;
- i. dat het wijzigingsplan stedenbouwkundig inpasbaar is.
Wijzigingsbevoegdheid (nieuwe regeling)
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen naar de bestemmingen 'Wonen', 'Agrarisch' (onbebouwd/zonder bouwvlak)', 'Agrarisch met waarden (onbebouwd/zonder bouwvlak)' en/of 'Water', onder toepassing van de Ruimte-voor-Ruimte regeling ter compensatie daarvan één of meerdere compensatiewoningen toekennen. Hierbij moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- a. Het bestaande agrarische bedrijf is/wordt ter plaatse volledig beëindigd en de bestaande agrarische bestemming wordt van het perceel afgehaald en de aanwezige milieurechten (melding/vergunning) die op het bedrijf rusten, worden beëindigd;
- b. Initiatiefnemer toont aan dat een bedrijf op de huidige locatie onvoldoende bestaansrecht en ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Hierover kan advies worden ingewonnen bij een agrarisch deskundige;
- c. Initiatiefnemer toont aan dat de toepassing van de Ruimte-voor-Ruimte regeling leidt tot een 'verbetering van de ruimtelijke kwaliteit';
- d. 'Verbetering van de ruimtelijke kwaliteit' betekent voor boom -en sierteeltpercelen dat wordt voldaan aan de beleidsregels zoals opgenomen in de door de raad op 23 februari 2017 vastgestelde 'Ruimte-voor-Ruimte regeling binnen het boom- en sierteeltconcentratiegebied Greenport Regio Boskoop' dan wel een opvolgende herziening van deze beleidsregels;
- e. Compensatie vindt plaats in de vorm van woningbouw. Eventueel is medewerking mogelijk aan een combinatie van wonen-werken of recreatie(woning). Bij woningbouw dient rekening te worden gehouden met de gemeentelijke woonvisies. Daarnaast worden in principe niet meer woningen toegestaan dan noodzakelijk is om het amoveren (of eventueel verplaatsen) van de bedrijfsactiviteiten te kunnen realiseren;
- f. Voor de sloop of sanering op één of meerdere percelen mag één compensatiewoning (met een inhoud van maximaal 750 m3) worden gebouwd voor iedere te saneren 1.000 m2 gebouwen (boven peil), 5.000 m2 kassen of 2,25 ha boom-en sierteeltgrond dan wel het aantal compensatiewoningen op basis van een op dat moment gangbare berekeningswijze die recht doet aan de daardoor te verkrijgen ruimtelijke kwaliteitsverbetering;
- g. Bij een (sierteelt)perceel dat geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen het sierteeltconcentratiegebied, komen voor de bouw van compensatiewoningen uitsluitend de locaties in aanmerking, zoals rood omkaderd weergegeven op een bijlage 1 van de regels. In aanvulling daarop gelden de volgende voorwaarden:
- 1. De bestemming 'Wonen' kan niet worden toegekend aan een perceelgedeelte dat binnen het sierteeltconcentratiegebied is gesitueerd, tenzij daarmee geen courant areaal boom- en sierteeltgebied verloren gaat en de nieuwe functie geen onevenredige beperkingen oplegt aan het functioneren van het boom- en sierteeltgebied. Het aantal woningen dat binnen in het sierteeltconcentratiegebied van het plangebied mag worden gerealiseerd bedraagt voorts maximaal 15;
- 2. De bestemming 'Agrarisch met waarden (onbebouwd/zonder bouwvlak)' kan alleen worden toegekend aan een perceelgedeelte dat buiten het sierteeltconcentratiegebied is gelegen;
- 3. Er mogen maximaal 25 compensatiewoningen worden gerealiseerd, met een maximum van 8 woningen per jaar;
- 4. Percelen binnen het sierteeltconcentratiegebied komen niet in aanmerking voor de bouw van een of meerdere compensatiewoningen die ontstaan door sanering van percelen en/of daarop aanwezige bebouwing buiten het sierteeltconcentratiegebied;
- h. Bij de toekenning van de bestemming 'Water' ten behoeve van geclusterde waterberging zijn de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid voor geclusterde waterberging (zie paragraaf 3.1.2), tevens van toepassing;
- i. Het verkrijgen van een bouwrecht voor een compensatiewoning via saldering (het samenvoegen van bebouwing/bedrijfsoppervlak op afzonderlijke percelen) is mogelijk.
Beleidsregels
In lid d van de wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde opgenomen dat de toepassing van de regeling moet leiden tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Hierbij wordt verwezen naar een beleidsregel. Deze beleidsregel betreft hoofdstuk 3 (Beoordelingskader) van de hiervoor genoemde door de raad vastgestelde Ruimte- voor-Ruimte regeling. Het verwijzen naar beleidsregels is mogelijk op grond van artikel 3.1.2, lid 2 onder a van het Besluit ruimtelijke ordening. Dat artikel bepaalt dat een bestemmingsplan ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening regels kan bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Deze beleidsregel maakt geen deel uit van de onderghavige herziening. Voor de duidelijkheid en leesbaarheid is de beleidsregel als bijlage 1 opgenomen.
Verordening Ruimte 2014
De wijzigingsbevoegdheid is voor zover betrekking hebbende op het sierteeltconcentratiegebied volgens de provincie niet geheel in lijn van met de provinciale verordening. De regels zijn echter met de provincie afgestemd (zie ook bijlage 5: Nota van overleg) en er is, voor zover er strijd met deze verordening zou bestaan, sprake van een relatief beperkte mate van afwijking van de regels in deze verordening, waarbij, met in achtneming van de daarvoor gestelde voorwaarden, geen onevenredige afbreuk plaatvindt aan de doelstelling van de desbetreffende regels.
Uitgangspunt is dat contingent dat vrijkomt via sanering van bebouwing en/of sierteeltgronden binnen het sierteeltconcentratiegebied alleen mag worden ingezet voor de bouw van woningen buiten het sierteeltconcentratiegebied. Uitzonderingen daarop zijn mogelijk indien sprake is van incourante percelen. Dat kan gaan om percelen die reeds een andere (niet-sierteelt) bestemming hebben of sierteeltpercelen die niet meer voor sierteelt geschikt zijn.
Daarenboven mogen de betreffende woningen alleen gebouwd worden op locaties die in
de Visie op Transformatiegebieden zijn weergegeven als mogelijke locaties voor Ruimte-voor-Ruimte woningen. Ook een eerder reedss aangewezen wijzigingslocatie aan de Goudse Rijweg komt hiervoor in aanmerking. Voor dit laatstgenoemde gebied is in het geldende bestemmingsplan Buitengebied Boskoop reeds een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die ruimte biedt voor het (ver)plaatsen/omzetten van bedrijfswoningen die elders in de weg staan.
Voorts geldt er een maximaal aantal woningen die binnen deze gebieden gerealiseerd mag worden binnen de planperiode van het bestemmingsplan. Dit aantal is afgestemd op reeds bestaande initiatieven en de mogelijkheden binnen de Visie op Transformatiegebieden (incl. omvang van de locaties). Ook is rekening gehouden met het woningbouwprogramma. Voorschrijdend inzicht kan inhouden dat bij een eventuele volgende actualisatie van het plan een aanpassing van dit aantal plaatsvindt.
De aanpassing van de wijzigingsbevoegdheid en het mogelijk maken van deze bevoegdheid in het sierteeltconcentratiegebied wordt van belang geacht in het kader van het vereenvoudigen van procedures.
3.1.2 Waterbergingen
In het kader van een goede waterhuishouding zijn binnen het sierteeltgebied een aantal maatregelen gewenst. Deze hebben betrekking op zelfstandige en collectieve watercompensatie en -berging. Binnen het op 16 juni 2016 door de raad vastgestelde Uitvoeringsprogramma Greenport-West is dit reeds benoemd en aangegeven dat de mogelijkheid van geclusterde waterberging planologisch mogelijk moet worden gemaakt.
Bij collectieve compensatie is sprake van geclusterde waterberging op daarvoor bestemde locaties. Voor geclusterde watercompensatie komen in beginsel de volgende locaties in aanmerking:
1. Transformatiegebieden;
2. Aansluitend aan of nabij een woonkern;
3. Aansluitend aan bestaand oppervlaktewater.
Geclusterde waterberging
Om geclusterde waterberging mogelijk te maken, is in onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Hierin wordt geregeld dat geclusterde waterberging mogelijk is onder de navolgende voorwaarden:
a. Nut en noodzaak is aangetoond;
b. Geen onevenredige beperking voor omliggende bestaande agrarische bedrijven;
c. Er dient sprake te zijn van een goede inpassing in het landschap;
d. De waterberging staat schaalvergroting niet in de weg;
e. Een verzoek om wijziging wordt voorgelegd aan een agrarisch deskundige en een landschapsdeskundige.
Zelfstandige waterberging
Voor wat betreft zelfstandige waterberging is een aanlegvergunningstelsel voor gronden met een sierteeltbestemming opgenomen. Hierin is geregeld dat het zonder omgevingsvergunning verboden is om de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren: het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren. Voor het verlenen van een omgevingsvergunning geldt dat genoemde werkzaamheden slechts toelaatbaar zijn als het belang dat met de ingreep is gediend, is aangetoond en de werkzaamheden schaalvergroting/herstructurering of andere ruimtelijke opgaven, mede gehoord de agrarische deskundige, niet in de weg staan.
3.1.3 Vervolgfuncties
In het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die mogelijkheden biedt voor vervolgfuncties bij algehele bedrijfsbeëindiging van een agrarisch bedrijf.
Deze mogelijkheden worden als te ruim ervaren, vooral daar waar het gaat om het veranderen van de agrarische functie naar een algemene bedrijfsbestemming. Dit wordt als een serieuze bedreiging voor het boom- en sierteeltgebied annex het buitengebied beschouwd. In verband hiermee wordt de wijzigingsbevoegdheid aangepast zodat alleen nog vervolgfuncties mogelijk worden gemaakt die sierteeltgerelateerd en/of -ondersteunend zijn.
3.1.4 Nevenfuncties
Tussen de planologische regimes voor het boom- en sierteeltgebied bestaat overlap, maar er zijn ook verschillen. De verschillen hebben betrekking op onder meer de toegestane nevenfuncties (het ene regime laat een nevenfunctie wel toe en het andere niet) en de maximale daarvoor in gebruik te nemen oppervlakten (bebouwing/gronden). Ook zijn er verschillen tussen nevenfuncties die zonder meer en via binnenplanse afwijking zijn toegestaan.
Met de vierde actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop en de tweede herziening van het bestemmingsplan Sierteeltgebied vindt uniformering plaats van de mogelijkheden voor nevenfuncties bij sierteeltbedrijven.
Onderstaand een overzicht van de huidige situatie en de nieuwe situatie.
Bij recht toegestaan
Via binnenplanse afwijking mogelijk
Daarnaast kan via een binnenplanse afwijking medewerking worden verleend aan:
a. Nevenfuncties die naar aard, omvang en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de ingevolge hiervoor genoemde nevenfuncties;
b. Een verruiming van de voor de voornoemde nevenfuncties weergegeven maximale oppervlakte van in gebruik te nemen gronden en/of bebouwing.
3.1.5 Dichter bouwen zijdelingse perceelgrens
In artikel 3.4.5 van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop, na derde actualisatie, is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarmee kassen dichter op een watergang kunnen worden gebouwd. Deze afwijkingsmogelijkheid wordt uitgebreid zodat deze ook van toepassing is op andere teeltondersteunende bouwwerken/voorzieningen.
3.1.6 Het maximale oppervlak voor kassen
In het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop is een mogelijkheid opgenomen voor het realiseren van een oppervlak van meer dan 3.000 m2 voor kassen. In tegensteling tot andere Greenportbestemmingsplannen betreft dit een wijzigingsbevoegdheid in plaats van een afwijkingsbevoegdheid. Met de vierde actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop wordt de betreffende wijzigingsbevoegdheid veranderd in een afwijkingsbevoegdheid.
3.2 Locatiegebonden Zaken
3.2.1 Woningen Omloop (rondweg)
Met de pilot Duurzaam Zuidwijk hebben de (toenmalige) Greenportgemeenten, het Hoogheemraadschap van Rijnland en de provincie vanuit een integrale aanpak gezamenlijk een visie voor het Zuidwijk-gebied ontwikkeld. Dit betreft de Landschapsvisie Zuidwijk en deze visie is onderdeel van het proces om het Zuidwijkgebied naar een succesvol geherstructureerd sterk, duurzaam, leefbaar en beleefbaar sierteeltgebied te brengen. De visie voorziet in onder meer de ontwikkeling van het gebied de Lansing in een gebied waar de natuur de ruimte krijgt, de landschappelijke waarden zichtbaar zijn, versterkt worden en toegankelijk worden gemaakt én waarbinnen het verplichte compensatiewater wordt geïntegreerd. Ook voorziet de visie in het realiseren van bebouwing aan de noordzijdegrens van het gebied de Lansing en ten zuiden van de inmiddels gerealiseerde rondweg. De onderhavige kavels maken deel uit van deze locatie. Aan de bebouwing zijn in de visie kwaliteitseisen gesteld.
Afbeelding 4: Woningbouwkavels aan de Omloop
Bij de op deze kavels te realiseren bebouwing werd ten tijde van het opstellen van de voornoemde visie uitgegaan van de bouw van bedrijfsbebouwing/-woningen (alsook recreatiebebouwing). Bij de 3e actualisatie van bestemmingsplan Buitengebied Boskoop (en de 1e herziening van het bestemmingsplan Sierteeltgebied) is de bouw van nieuwe agrarische bedrijfswoningen echter niet meer mogelijk. In dit kader heeft ook de agrarische beoordelingscommissie desgevraagd nog aangegeven dat de gestelde noodzaak voor agrarische bedrijfswoningen, mede gelet op de thans bestaande technische hulpmiddelen, (eigenlijk) niet meer aangetoond kan worden.
De kavels liggen op de grens van het boom- en sierteeltgebied, zoals weergegeven in de provinciale verordening en hebben een omvang waardoor ze voor sierteelt/sierteeltbebouwing niet langer bruikbaar kunnen zijn. Rekening houdende met de kwaliteitseisen uit de Landschapsvisie Zuidwijk zijn de de kavels uitermate geschikt voor het realiseren van Ruimte-voor-Ruimte woningen.
Bij een van de kavels wordt gebruikgemaakt van het bouwrecht dat vrijkomt aan de Reijerskoop. Dit perceel, voorheen een bestaande niet-sierteeltfunctie met woning binnen het boom- en siereeltgebied, is inmiddels veranderd tot een verkeerlus/entree ten behoeve van de sierteeltbedrijven (zie ook paragraaf 3.2.2). Voor de andere kavel wordt gebruikt gemaakt van woningbouwcontingenten dat vrijkomt uit het project Transformatie van bedrijven buiten de sierteeltcontour. Contractueel is tussen de gemeente en initiatiefnemer vastgelegd dat met de bouw van de woning pas gestart mag worden op het moment dat er overeenstemming bestaat over het in te brengen woningbouwcontingent voor de bouw van de woning en sanering van de locatie(s) en/of de eventuele daarop aanwezige bebouwing, waar dit contingent ontstaat, heeft plaatsgevonden.
Gelet op het vorenstaande is sprake van een relatief beperkte mate van afwijking van de regels van de provinciale verordening, waarbij geen onevenredige afbreuk plaatvindt aan de doelstelling van de desbetreffende regels.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 5: Bestaande en nieuwe situatie percelen Omloop
3.2.2 Keerlus Reijerskoop
Enkele jaren geleden heeft de toenmalige gemeenteraad van Boskoop het besluit genomen om een gedeelte van
het Reijerskoop vrachtwagenluw te maken en in te richten als woonerf. Dit komt de leefbaarheid van het gebied ten goede. Het vrachtverkeer kan dan alleen nog via de Middelburgseweg naar de bedrijven aan het Reijerskoop. Het Reijerskoop wordt daardoor een doodlopende weg voor vrachtverkeer waar aan het eind van de weg geen keerlus is. De aanliggende bedrijven hebben daarop ingesproken tijdens vergaderingen waarin dit onderwerp werd behandeld. Hier is toegezegd dat wordt gezocht naar een oplossing waarbij de bedrijven bereikbaar blijven.
De oplossing is gevonden door de verplaatsing van het garagebedrijf naar de voormalige gemeentewerf aan de A.P. van Neslaan. Op de vrijgekomen locatie is inmiddels een keerlus aangelegd met een voldoende ruime ingang naar de aanliggende siereteeltbedrijven. Daarnaast is ook een parkeerplek aangelegd voor een vrachtauto en voor 3 parkeerplaatsen voor personenwagens ten behoeve van het tegenover de locatie gelegen bedrijf.
De keerlus wordt in deze actualisatie planologisch vastgelegd. De huidige bestemmingen Bedrijf worden gewijzigd naar Verkeer. Boven het genoemde garagebedrijf was een, ook als zodanig bestemde, bedrijfswoning aanwezig. Dit bouwrecht wordt ingezet voor de bouw van een woning op een van de locaties aan de Omloop (zie paragraaf 3.2.1).
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 5: Bestaande en nieuwe situatie Reijerskoop
3.2.3 Biezen 90
Op het perceel Biezen 90 is in het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop ten onrechte een strookje bestemd met Wonen. Dit wordt in dit plan gewijzigd naar de bestemming Agrarisch.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 7: Bestaande en nieuwe situatie perceel Biezen 90
3.2.4 Rijneveld 136
Het bouwrecht voor het bouwen van een woning op het perceel Rijneveld 136 wordt verplaatst naar het perceel Biezen tussen 149 en 155 (zie ook paragraaf 3.2.5).
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 8: Bestaande en nieuwe situatie perceel Rijneveld 136
3.2.5 Biezen tussen 149 en 155
Op het perceel Rijneveld 136 wordt het bouwrecht voor de bouw van een woning wegbestemd. Dit bouwrecht wordt verplaatst naar het perceel Biezen tussen 149 en 155 en op dit perceel wordt de bestemming Agrarisch gewijzigd naar Wonen (zie ook paragraaf 3.2.4).
Bestaand
Afbeelding 9: Bestaande en nieuwe situatie perceel Biezen tussen 149 en 155
3.2.6 Insteek 82
Tot zo'n 10 jaar geleden was dit perceel niet voor sierteelt in gebruik en had het een bestemming veehouderij. Die bestemming is met de vestiging van het huidge bedrijf gewijzigd. Het perceel heeft in het huidige bestemmingsplan een agrarische sierteelt bestemming, met tevens ook een functieaanduiding grondgebonden veehouderij. Het perceel mag dus voor zowel sierteelt als veehouderij gebruikt worden.
Inmiddels heeft de bedrijfsactiviteit van het bedrijf zich ter plaatse ontwikkeld c.q. gespecialiseerd tot een agrarisch handels- en exportbedrijf.
Vanwege de groei staat het bedrijf voor een keuze uit de onderstaande twee mogelijkheden:
a. uitbreiding op de huidige locatie, óf;
b.verhuizen naar een andere locatie in Nederland. Gelet op de strategische ligger gaat de voorkeur dan uit naar een vertrek vanuit Boskoop naar Bleiswijk.
Grotere handelsbedrijven worden bij voorkeur gevestigd om het ITC/PCT-terrein maar zijn daarbuiten niet uitgesloten. In de toelichting van het moederplan is reeds aangegeven dat locaties lang de oostelijke rondweg daarvoor ook geschikt kunnen zijn. Indien wordt vasthouden aan de bestaande bouwregels voor wat betreft bedrijfsgebouwen dan kan dit bedrijf op het onderhavige perceel nauwelijks uitbreiden en wordt het belemmerd in z'n groei. Bovendien bestaat daarmee de kans dat het bedrijf zich voor zijn groei buiten het boom- en sierteeltgebied zal gaan vestigen, wat betreurenswaardig zou zijn omdat juist grotere handelsbedrijven een belangrijke functie hebben binnen de Greenport Boskoop.
Om in Boskoop te blijven moet het bedrijf uitbreiden op de huidige locatie.Op het perceel, dat een oppervlak kent van bijna 3 ha., is reeds een bedrijfsgebouw aanwezig van ca. 2750 m2. Het bedrijf wenst het oppervlakte aan bedrijfsgebouwen tot maximaal 1/3 van het perceeloppervlak uit te breiden. Daarbij worden bestaande kas(bouw)rechten ingeleverd. Voor medewerking aan de uitbreiding is een herziening van het bestemmingsplan nodig omdat de bouwregels de mogelijkheid bieden om maximaal 10% van het netto aaneengesloten bebouwde en onbebouwde bedrijfsoppervlak tot een maximum van 3.000 m2 aan bedrijfsgebouwen te realiseren. Ook voor het inleveren van de bouwrechten voor kas is een herziening nodig.
Het bestemmingsplan biedt thans alleen de mogelijkheid om 1/3 van een sierteeltperceel te bebouwen met kassen. Met de inlevering van de bouwrechten voor kassen zal met de onderhavige uitbreiding geen toename van de bouwmogelijkheden plaatsvinden. Wel wordt van belang geacht dat de nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen een uitstraling verkrijgen die past bij de kwaliteit van het gebied. Ook zal een er goede landschappelijke inpassing moeten plaatsvinden.
Het perceel ligt in het boom- en sierteeltgebied, zoals weergegeven in de provinciale verordening. Gelet op de bestaande bestemming, de historisch gegroeide situatie en het belang van het bedrijf voor de Greenport Boskoop is sprake van een relatief beperkte mate van afwijking van de regels in deze verordening, waarbij geen onevenredige afbreuk plaatvindt aan de doelstelling van de desbetreffende regels. Daarenboven zij volledigheidshalve nog het volgende opgemerkt. In het bestemmingsplan wordt een sierteeltbedrijf omschreven als een bedrijf gericht is op de teelt van tuin- en potplanten en/of bomen, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in deze gewassen. Het onderhavige bedrijf is onderdeel van een concern dat ook op andere locaties in Boskoop is gevestigd. Op die andere locaties is sprake teelt van tuin- en potplanten en/of bomen. In het geheel gezien is derhalve nog steeds sprake van een sierteeltbedrijf in de zin van het bestemmingsplan.
Via een aanpassing van de verbeelding en bouwregels wordt deze ontwikkeling mogelijk gemaakt.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 10: Bestaande en nieuwe situatie Insteek 82
3.2.7 Otweg 15 - De Oude Wijk
Het perceel Otweg 15 - De Oude Wijk heeft in het bestemmingsplan (goeddeels) een agrarische bestemming, met gedeeltelijk een functieaanduiding grondgebonden veehouderij. De eigenaar heeft verzocht medewerking te verlenen aan:
- het realiseren van een waterberging i.c.m. landschap;
- toepassen van Ruimte-voor-Ruimte t.b.v. woningcontingenten die elders (buiten het sierteeltconcentratiegebied) kunnen worden ingezet;
- wijzigen bestaande bedrijfswoning naar burgerwoning (De Oude Wijk 15).
Afbeelding 11: Initiatiefplan Otweg 15 - De Oude Wijk
Het perceel maakt deel uit van een gebied dat in het kader van het Uitvoeringsprogramma Greenport-West reeds als transformatiegebied (De Oude Wijk) is aangeduid. Dit gebied ligt in de Nessepolder en wordt omsloten door het Paddegat, Oude Wijk, Lombok en de Otweg. Het gebied herbergt een aantal percelen die door het slotenpatroon qua vorm en afmeting niet geschikt is voor modernisering van teeltareaal. Een aantal percelen is sterk gerend en bij een aantal percelen is schaalvergroting onmogelijk door de breedte van de tussenliggende watergangen. Binnen het peilgebied van de Nessepolder bestaat een tekort aan watercompensatie voor kwekers die willen uitbreiden. Op dit moment hebben onderstaande bedrijven bij Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop een vraag neergelegd naar watercompensatierechten:
- Gebr. Van der Salm B.V.
Kooiweg 32 in Boskoop, peilvak 'Nessepolder'
Circa 300 m2
- Salixkwekerij Bontekoe
Oude Wijk 7 in Boskoop, peilvak 'Nessepolder'
Circa 1.700 m2
- J. Moerings
Oude Wijk 18 in Boskoop, peilvak 'Nessepolder'
Circa 200 m2
Daarnaast neemt Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop graag compensatierechten in voorraad zodat bij eventuele vraag naar dempingsrechten of compensatie bij toename verhardoppervlak de bedrijven in dit gebied direct kunnen worden bediend. De Nessepolder is een teeltgebied met veel grotere en goed geoutilleerde bedrijven waarvan in de toekomst meer vraag naar compensatierechten wordt verwacht.
Het aanleggen van nieuwe waterberging is derhalve een gewenste ontwikkeling, die goed aansluit op de behoefte van sierteeltbedrijven in het gebied die willen uitbreiden.
De omvang van het te saneren sierteeltareaal en de daarop aanwezige bebouwing (kassen en loods) levert 2,7 woningcontingent op. Dit is als volgt berekend:
Perceel | Oppervlakte bebouwing | Contingent | Totaal |
Otweg 15 - De Oude Wijk | 6.580 m2 kassen | 5.000 m2 | 1,32 |
3,13 ha. sierteeltgrond | 2,25 ha | 1,39 | |
Totaal contingent | 2,71 |
Dit woningcontingent zal elders (buiten het sierteeltconcentratiegebied) worden ingezet.
De omzetting van de bedrijfswoning voldoet voorts aan de regels die daarvoor bij de derde actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop zijn vastgesteld.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 12: Bestaande en nieuwe situatie Otweg 15 - De Oude Wijk
3.2.8 Perceel Ravenstein
Dit perceel maakt deel uit van de zogenaamde 'Ravenstein locatie', waarvan de opbrengst na aftrek van de plankosten wordt ingebracht als cofinanciering in het project Waterberging Lansing. Bij de tweede actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop is reeds medewerking verleend aan 3 woonkavels op deze locatie middels Ruimte-voor-Ruimte. Voor het onderhavige perceel wordt gebruik gemaakt van 0.5 van het woningbouwcontingent dat vrij is gekomen bij het project Waterberging De Lansing (zie ook 2e actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop). Het resterend contingent komt uit het project Sierteelt buiten de contour. Contractueel is tussen de gemeente en initiatiefnemer vastgelegd dat met de bouw van de woning pas gestart mag worden op het moment dat er overeenstemming bestaat over het in te brengen woningbouwcontingent voor de bouw van de woning en sanering van de locatie(s) en/of de eventuele daarop aanwezige bebouwing, waar dit contingent ontstaat, heeft plaatsgevonden.
Het perceel ligt in het boom- en sierteeltgebied, zoals weergegeven in de provinciale verordening. Er is sprake van een relatief beperkte mate van afwijking van de regels in deze verordening, waarbij geen onevenredige afbreuk plaatvindt aan de doelstelling van de desbetreffende regels. Het perceel betreft immers een restperceel die, door de ligging en omvang, niet meer geschikt is voor de sierteeltfunctie. De voorgestane ontwikkeling past bovendien in de in samenwerking met de provincie opgestelde Landschapsvisie Zuidwijk.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 13: Bestaande en nieuwe situatie locatie Ravestein
3.2.9 Rijneveld 68-70
Op de locatie Rijneveld 68-70 is de natuurbestemming vanwege een rij met beschermde boomsoorten te breed ingetekend op de verbeelding van het huidige bestemmingsplan. In deze actualisatie wordt dit hersteld en ingetekend zoals de feitelijke situatie is.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 14: Bestaande en nieuwe situatie Rijneveld 68-70
3.2.10 Zuidwijk 18a
Via deze actualisatie wordt de verplaatsing van de woonark op het perceel Zuidwijk 18a met ca. 20 meter in oostelijke richting mogelijk gemaakt. Daarbij wordt ook een omissie in de bestemming/aanduiding gecorrigeerd.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 15: Bestaande en nieuwe situatie Zuidwijk 18a
3.2.11 Laag Boskoop tussen 3 - 11
De eigenaar wenst in samenspraak met Stichting Molenkolk en Stichting Belangenbehartiging Greenport Boskoop de siereeelt op het perceel Laag Boskoop tussen 3 - 11 te saneren en een waterberging te realiseren met de mogelijkheid om op het water drijvende zonnepanelen aan te brengen (meervoudige ruimtegebruik).Afbeelding 16: Initiatiefplan Laag Boskoop tussen 3 -11
De onderhavige locatie leent zich voor watercompensatie voor de polder Laag Boskoop. Vanuit ruimtelijke en landschappelijke overwegingen wordt een functiewijziging van het perceel als positief ervaren. Met het initiatief wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan het verrommelde overgangsgebied naar het boom- en sierteeltgebied, waarbij de waterberging met mogelijkheden voor opwekking van duurzame energie een win-winsituatie oplevert.
De bestemming van het perceel zal via de actualisatie worden veranderd van Agrarisch naar Water. Een reststrook tussen de waterberging en de woningen aan de Badhuisweg behoudt sierteeltbestemming, maar met de mogelijkheid om tevens te worden aangewend als landschapstuin. Dit zijn percelen, of een gedeelte daarvan, die in feitelijk opzicht al zijn of worden ingericht als erf/tuin ten dienste van de aangrenzende woningen aan de Badhuisweg.
De omvang van het te saneren sierteeltareaal en de daarop aanwezige bebouwing (kassen en loods) levert 1,67 woningcontingent op. Dit is als volgt berekend:
Perceel | Oppervlakte bebouwing | Contingent | Totaal |
Laag Boskoop 3 en 11 | 275 m2 bedrijfsgebouwen | 1.000 m2 | 0,27 |
2.286 m2 kassen | 5.000 m2 | 0,45 | |
2,14.ha sierteeltgrond | 2,25 ha | 0,95 | |
Totaal contingent | 1,67 |
Dit woningcontingent zal elders (buiten het sierteeltconcentratiegebied) worden ingezet.
Bestaand
Nieuw
Afbeelding 17: Bestaande en nieuwe situatie Laag Boskoop 3-11
3.2.12 Burgemeester Colijnstraat, achter nr. 74
Het bedrijf op het perceel Burgemeester Colijnstraat wordt gesaneerd. Hierdoor hoeft niet langer gebruik te worden gemaakt van de in 2007 aan het bedrijf verstrekte ontheffing van de gesloten verklaring van de Burgemeester Colijnstraat (wegvlak Torenpad/Laag Boskoop). Het woon-en leefklimaat ter plaatse wordt hiermee verbeterd.
Het perceel verkrijgt een extensieve sierteeltbestemming, waarop geen bebouwing is toegestaan. De aanwezige bebouwing wordt gesaneerd. Dit levert 0,73 woningbouwcontingent op:
Perceel | Oppervlakte bebouwing | Contingent | Totaal |
Burgemeester Colijnstraat, achter nr. 74 | 136 m2 bedrijfsgebouwen | 1.000 m2 | 0,13 |
3.000 m2 kassen | 5.000 m2 | 0,60 | |
Totaal contingent | 0,73 |
Dit woningcontingent zal elders worden ingezet.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Milieu- En Andere Planologische Aspecten
De beoogde ontwikkelingen worden toelaatbaar geacht vanuit het kader van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, bodem, ondergrond, ecologie en archeologie. In bijlagen 2 tot en met 4 is een en ander nader onderbouwd. Uit het akoestisch onderzoek van bijlage 3 blijkt wel dat voor de woningen aan het Omloop en op de locatie Ravestein een Hogere waarde Wet geluidhinder vastgesteld moet worden.
Enkele ontwikkelingen kunnen beperkte negatieve effecten hebben op de waterkwantiteit en –kwaliteit. Bij de locatiegebonden ontwikkelingen dient een initiatiefnemer te voldoen aan diverse watergerelateerde randvoorwaarden en eisen, zoals onder meer verwoord in het Keur en de uitvoeringsregels van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Bij verschillende flexibiliteitsbepalingen is voorts nadrukkelijk de voorwaarde opgenomen dat een schriftelijk advies van de waterbeheerder noodzakelijk is.
Hiermee is uitgesloten dat er voor wat betreft water relevante negatieve effecten optreden als gevolg van de ontwikkelingen die in de 4e actualisatie van het bestemmingsplan Buitengebied Boskoop mogelijk worden gemaakt.
Overeenkomstig het paraplubestemmingsplan Parkeren wordt de eis voor het realiseren van voldoende parkeerplaatsen bij een (bouw)ontwikkeling geborgd via algemene regels.
4.2 Economische Uitvoerbaarheid
Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening moet bij vaststelling van een bestemmingsplan het verhaal van plankosten zeker zijn gesteld. Hierdoor kan afgezien worden van het opstellen van een exploitatieplan.
De actualisatie voorziet in een aantal planaanpassingen welke geen bouwplannen betreffen in de zin van de Wet ruimtelijke ordening. Voor aantal van deze aanpassingen is een vaststellingsovereenkomst vastgesteld waarin het verhaal van plankosten en planschade is geregeld. Voor een aantal ontwikkelingen (wel bouwplannen zijnde) geldt dat hiervoor een anterieure overeenkomst is gesloten.
Het vorenstaande betekent dat geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld. De economische uitvoerbaarheid van de actualisatie is hiermee gewaarborgd.
Hoofdstuk 5 Inspraak En Vooroverleg
5.1 Vooroverleg
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 Wet ruimtelijke ordening sub c overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het plan is naar de volgende vooroverleginstanties verzonden:
1. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
2. Hoogheemraadschap van Rijnland.
Beide instanties hebben gereageerd. In bijlage 5 is een Nota van overleg opgenomen, waarbij de overlegreacties van beantwoording zijn voorzien.
5.2 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft, conform artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, van 8 november tot en met 19 december 2018 ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn van terinzagelegging was het voor een ieder mogelijk om zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan in te dienen. In totaal zijn er in deze periode 14 zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan binnengekomen.
De ingediende zienswijzen zijn verwerkt in de Nota van zienswijzen. Deze nota bevat een samenvatting van de zienswijzen en de gemeentelijke beantwoording daarvan. De Nota van zienswijzen is als bijlage 6 toegevoegd
aan dit bestemmingsplan.