Bedrijventerreinen
Bestemmingsplan - gemeente Hillegom
Vastgesteld op 23-01-2014 - deels onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen' van de gemeente Hillegom.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0534.BPBedrijventerrein-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan-huis-verbonden-beroep
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ontwerptechnisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch of daarmee naar de aard gelijk te stellen gebied, dat ondergeschikt aan de woonfunctie kan plaatsvinden.
1.6 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant,
op meer dan 1 meter van de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw.
1.7 achtergevel
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.8 afhankelijke woonruimte
een aanbouw, uitbouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.9 andere bouwwerken
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geen overkappingen zijnde.
1.10 archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.11 archeologisch rapport
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden.
1.12 archeologische verwachting
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten.
1.13 archeologische waarde
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten.
1.14 bebouwing
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken.
1.15 bebouwingspercentage
het in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft, dat ten hoogste bebouwd mag worden met gebouwen.
1.16 bedrijfswoning
een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
1.17 bedrijfsvloeroppervlakte/bruto vloeroppervlakte
de totale oppervlakte van alle bouwlagen van gebouwen met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.18 begane grond
de eerste bouwlaag van een gebouw.
1.19 (beperkt) kwetsbaar object
een object zoals genoemd in artikel 1 onder b respectievelijk onder l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.20 bestaand
- a. ten aanzien van bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan of mag worden gebouwd;
- b. ten aanzien van gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
1.21 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.22 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.23 bijbehorende bouwwerken
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak en ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
1.24 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.25 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.26 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van de begane grond. Hieronder wordt niet begrepen:
- een onderbouw: een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen;
- een vide, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50% van de onderliggende laag;
- een zolder waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag.
1.27 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.28 bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel.
1.29 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en andere bouwwerken, zijn toegelaten.
1.30 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.31 dakkapel
een op een schuin dakvlak uitgebouwde uitstulping met een eigen dak, met dien verstande dat de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter boven de dakvoet is gelegen.
1.32 daknok
hoogste punt van een schuin dak.
1.33 dakopbouw
de ophoging van de goothoogte en/of bouwhoogte en/of de dakhelling.
1.34 dakvoet
het laagste punt van een schuin dak.
1.35 deskundige
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
1.36 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.37 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano's surfplanken en tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen.
1.38 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, niet zijnde detailhandel of kantoren.
1.39 erf
zie achtererfgebied en voorerfgebied.
1.40 erker
uitbouw in één bouwlaag aan de voor en/of zijgevel van een woning die ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.41 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.42 geluidsgevoelig object
woningen, alsmede gebouwen en terreinen als bedoeld in artikel 4, lid 2 en artikel 7, lid 3 van het 'Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen' zoals die gold ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp plan;
1.43 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting waarbij ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging een zone moet worden vastgesteld, waarbij de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
1.44 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.45 horeca
een bedrijf, dat in zijn algemeenheid is gericht op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het verstrekken van nachtverblijf als hoofdzaak. In deze regels worden de volgende indeling in categorieën aangehouden:
- 1. Horecabedrijven met geen of beperkte invloed op de woon- en leefomgeving, waaronder:
- a. daghoreca: winkelondersteunende horecabedrijven, die als regel dezelfde openingstijden hebben als winkels en zich richten op het winkelend publiek, zoals croissanteries, ijssalons, tearooms en daarmee gelijk te stellen bedrijven;
- b. avondhoreca: restaurants, bedrijven die zich in hoofdzaak richten op het ter plaatse nuttigen van ter plaatse bereide etenswaren en voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische dranken;
- 2. Nachthoreca: horecabedrijven die zich in hoofdzaak richten op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of gelegenheid bieden voor dansen en waarvan de sluitingstijd na middernacht ligt, waaronder cafés, bars, partycentra, dancings, discotheken en daarmee gelijk te stellen bedrijven;
- 3. Verblijfshoreca: horecabedrijven die zich in hoofdzaak richten op het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is, zoals hotels en pensions;
- 4. Fastfoodrestaurant: een restaurant dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van fastfood (automatieken, snackbars, loketverkoop en fastfoodrestaurants) met een in het algemeen gespreide bezoekersfrequentie gedurende een groot deel van de dag, avond en nacht waarbij het verstrekken van drank daaraan ondergeschikt is.
1.46 internetwinkel
specifieke vorm van detailhandel, waarbij de transactie via internet (of postorder) tot stand komt en waarbij afhalen, tonen en afrekenen van goederen niet ter plaatse gebeurt.
1.47 inpandige bedrijfswoning
een bedrijfswoning die onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw van de bedrijfsbebouwing.
1.48 kantoor
een ruimte welke door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden.
1.49 kunstwerk
een dragende bouwconstructie in op of over een weg, spoorlijn of watergang, waaronder begrepen zijn viaducten, bruggen, tunnels alsmede hiermee vergelijkbare bouwwerken. Vliesconstructies en duikers daaronder niet begrepen. Niet te verwarren met voorwerp vanbeeldende kunst.
1.50 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
1.51 maatschappelijke voorziening
overheidsvoorzieningen en voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, kinderopvang, cultuur, sport, onderwijs, verenigingsleven, (overige) openbare dienstverlening en daarmee gelijk te stellen voorzieningen, met dien verstande dat religieuze voorzieningen hier niet onder worden verstaan.
1.52 mantelzorg
zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak en op vrijwillige basis.
1.53 nutsvoorziening
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, elektrische oplaadpunten, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie al dan niet ondergronds.
1.54 ondergeschikt bouwdeel
een buiten de gevel of dakvlak uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak.
1.55 ondergeschikte horeca
een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit.
1.56 overkapping
een bijbehorend bouwwerk, geen gebouw zijnde, losstaand of aangebouwd aan het hoofdgebouw voor het stallen van voertuigen of goederen en/of schuilen van personen tegen weersomstandigheden.
1.57 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
1.58 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.59 Programma van Eisen
een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders.
1.60 religieuze voorziening
gebedshuizen en/of geloofsgebouwen.
1.61 risicovolle inrichting
- a. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico dan wel een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
- b. een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer regels gelden met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden bij de opslag en/ of het gebruik van gevaarlijke stoffen.
1.62 seks- en/of pornobedrijf
een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard. Onder seks- en of pornobedrijf wordt mede begrepen:
- a. seksbioscoop: een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
- b. seksclub: een inrichting, bestemd voor vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard;
- c. seksautomaat: een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van films- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;
- d. sekswinkel: een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van seksartikelen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker.
1.63 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zijn bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub al dan niet in combinatie met elkaar.
1.64 silo
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden.
1.65 straatmeubilair
- a. verkeersgeleiders, bewegwijzering, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken, bloembakken en afvalbakken;
- b. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame en overige voorzieningen;
- c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening (alsmede oplaadpunten voor elektrische voertuigen) en brandkranen en overige voorzieningen van openbaar nut;
- d. afvalinzamelsystemen;
- e. parkeerregulerende constructies, rijwielstandaards en gedenktekens.
1.66 transportbedrijf
bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervoer van goederen over de weg.
1.67 verkooppunt voor motorbrandstoffen
een inrichting die dient tot het afleveren van brandstoffen aan motorvoertuigen voor het wegverkeer, al dan niet in combinatie met ondergeschikte detailhandel.
1.68 voorerfgebied
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.69 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.70 voorgevel(bouw)grens
de grens van een bouwvlak aan de zijde(n) vanwaar een gebouw of ander bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of aan de zijde(n) die op openbaar gebied georiënteerd is (zijn), al dan niet aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.
1.71 voorgevelrooilijn
de snijlijn van de voorgevel van een woning of hoofdgebouw en het grondvlak waarop de woning of het hoofdgebouw zich bevindt alsmede de verlengde (denkbeeldige doorgetrokken lijn) ervan binnen het bouwperceel.
1.72 voorwerp van beeldende kunst
het product van creatieve menselijke uitingen die een duurzaam, optisch waarneembaar object voortbrengt en onafhankelijk van zijn schepper voort bestaat, bijvoorbeeld een beeldhouwwerk; niet te verwarren met kunstwerk.
1.73 woning
een hoofdgebouw dat opgericht is op een bouwperceel waarvan de bestemming wonen van kracht is.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de breedte en diepte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.4 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.7 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.2 zoals opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' uitsluitend een zend- en ontvangstinstallatie met bijbehorend bouwwerk;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder insteekwegen, opslagvoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, geluidafschermende voorzieningen, groen, voorzieningen ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, erven en paden.
3.2 Bouwregels
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de milieusituatie;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 3.1 bedoelde gronden geldt dat:
- a. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- b. geluidzoneringsplichtinge inrichtingen niet zijn toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - geluidzoneringsplichtige inrichting';
- c. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
- d. verkooppunten voor motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
- e. detailhandel is niet toegestaan;
- f. de opslag van brand- en explosiegevaarlijke stoffen, munitie en vuurwerk niet is toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a en toestaan dat bedrijfsactiviteiten worden toegelaten die niet genoemd zijn als categorie 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd, mits die bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in milieucategorie 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 van de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' te wijzigen, in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voorzover een wijziging van de milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe aanleiding geeft.
Artikel 4 Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 zoals opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a: bedrijfsactiviteiten tot en met de categorie zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie' en zoals opgenomen in de 'Staat van bedrijfsactivitieiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd;
- c. in afwijking van het bepaalde onder a en b: tevens bedrijfsactiviteiten met de SBI-code 2562, 3311.1 uit ten hoogste categorie 3.2 zoals opgenomen in de 'Staat van bedrijfsactivitieiten' die als bijlage bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
- d. bedrijfsgebonden kantoren tot 50% van het bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf en tot een bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf van maximaal 2000 m2;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus' tevens voor detailhandel in volumineuze goederen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens een horecabedrijf uit categorie 4;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' uitsluitend een nutsvoorziening;
- i. in afwijking van het bepaalde onder d: ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens zelfstandige kantoren;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'sport' tevens sportvoorzieningen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' tevens een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoshowrooms' tevens voor autoshowrooms;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmarkt' tevens voor bestaande bouwmarkten;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf 1' tevens een constructiebedrijf van categorie 3.2 zoals opgenomen in de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' ;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf 2' tevens een constructiebedrijf van categorie 4.1 zoals opgenomen in de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten';
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel vloeibare en gasvormige brandstoffen' tevens een groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen tot en met categorie 4.1 zoals opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage is gevoegd bij deze regels;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kalkzandsteenfabriek' tevens een kalkzandsteenfabriek tot en met categorie 4.2 zoals opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage is gevoegd bij deze regels;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kookstudio' tevens een kookstudio;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' tevens een transportbedrijf tot en met categorie 3.2 zoals opgenomen in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' die als bijlage is gevoegd bij deze regels;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - koikarpers' tevens voor detailhandel in koikarpers en aanverwante artikelen;
- u. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
4.2 Bouwregels
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 4.1 bedoelde gronden geldt dat:
- a. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan, behoudens ter plaatse van bestaande risicovolle inrichtingen;
- b. verkooppunten voor motorbrandstoffen niet zijn toegestaan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg';
- c. transportbedrijven zijn niet toegestaan, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
- d. tuincentra en bouwmarkten zijn niet toegestaan, behoudens bestaande bouwmarkten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwmarkt';
- e. geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan;
- f. detailhandelsbedrijven niet zijn toegestaan:
- 1. behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - koikarpers';
- 2. behoudens ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus';
- 3. behoudens ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoshowrooms';
- g. de opslag op onbebouwde gronden uitsluitend tot een hoogte van 7 m is toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Cultuur En Ontspanning
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een speeltuin, met daarbij behorende ondergeschikte horeca;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, water, erven, tuinen en paden.
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 5.1 bedoelde gronden geldt dat maximaal 10% van de oppervlakte van het hoofdgebouw ten behoeve van ondergeschikte horeca gebruikt mag worden.
Artikel 6 Gemengd - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. kantoren;
- c. horecabedrijven uit categorie 1 tot een bedrijfsvloeroppervlakte van 500 m2;
- d. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder voorzieningen voor verkeer en verblijf, parkeervoorzieningen, water waterhuishoudkundige voorzieningen, erven en tuinen.
6.2 Bouwregels
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
6.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 6.1 bedoelde gronden geldt dat:
- a. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
Artikel 7 Gemengd - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een praktijkruimte met kantoor in de eerste bouwlaag;
- b. wonen in de tweede en derde bouwlaag;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
7.2 Bouwregels
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 7.1 bedoelde gronden geldt dat:
- a. het aantal bestaande woningen mag niet worden uitgebreid.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen(voorzieningen) en water;
- b. voet- en fietspaden;
- c. ontsluitingswegen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. voorwerpen van beeldende kunst;
- f. geluidwerende voorzieningen;
- g. kunstwerken;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tevens een onderdoorgang voor een transportband;
- i. bij de bestemming behorende voorzieningen waaronder nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding en straatmeubilair.
8.2 Bouwregels
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.2.2 onder a voor het bouwen van voorwerpen van beeldende kunst waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m.
Artikel 9 Horeca
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horecabedrijven uit categorie 1b;
- b. wonen, uitsluitend ter plaatse van de bestaande woningen;
- c. aan-huis-verbonden beroepen;
- d. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder magazijnen en bergingen, parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
9.2 Bouwregels
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
9.3 Specifieke gebruiksregel
Met betrekking tot het gebruik van de in lid 9.1 bedoelde gronden geldt dat:
- a. het aantal bestaande woningen mag niet worden uitgebreid;
- b. detailhandel is niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel zoals bedoeld in sub c onder 3;
- c. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 40 m2;
- 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- 3. detailhandel is niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel;
- 4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
Artikel 10 Kantoor
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren;
- b. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
10.2 Bouwregels
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Artikel 11 Maatschappelijk
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - ambulancestandplaats' uitsluitend een ambulancestandplaats;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'religie' uitsluitend religieuze voorzieningen;
- c. bij de bestemming behorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven en paden.
11.2 Bouwregels
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegverkeer voor ten hoogste twee rijstroken;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. kruisende infrastructuur;
- e. duikers;
- f. bruggen;
- g. geluidwerende voorzieningen;
- h. kunstwerken;
- i. voorwerpen van beeldende kunst;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' tevens een onderdoorgang ten behoeve van een transportband;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg en daarbij behorende ondergeschikte detailhandel;
- l. bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen en water, nutsvoorzieningen en straatmeubilair met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
12.2 Bouwregels
Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonerven, wijkontsluitingswegen (30 km/u), pleinen;
- b. voet- en fietspaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. kruisende infrastructuur;
- e. geluidwerende voorzieningen;
- f. duikers;
- g. bruggen;
- h. speelvoorzieningen;
- i. kunstwerken;
- j. voorwerpen van beeldende kunst;
- k. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals groen, water nutsvoorzieningen en straatmeubilair.
13.2 Bouwregels
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. duikers;
- c. bermen en beplanting;
- d. oevers en tijdelijke waterberging;
- e. bruggen ter plaatse van de aanduiding 'brug';
- f. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen zoals groen en paden.
14.2 Bouwregels
Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende bouwregels gelden.
Artikel 15 Wonen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. aan-huis-verbonden beroepen;
- c. kantoordoeleinden ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- d. bij deze bestemming behorende voorzieningen waaronder parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en paden.
15.2 Bouwregels
Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. binnen deze bestemming is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- 1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 40 m2;
- 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- 3. detailhandel (waaronder internetwinkels) is niet toegestaan, behoudens productiegebonden detailhandel;
- 4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' de bestemming 'Wonen' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' onder de voorwaarde dat:
- a. de woonfunctie duurzaam is beëindigd;
- b. de bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 worden uitgeoefend.
Artikel 16 Leiding - Gas
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een gasleiding, met de daarbij behorende andere bouwwerken.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd.
16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 17 Leiding - Riool
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een riooltransportleiding, met de daarbij behorende andere bouwwerken.
17.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Riool' worden gebouwd.
17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden
18.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 bedoelde bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek (opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van lid 18.3 vooraf in acht zijn genomen.
- b. Tevens mogen op deze gronden gebouwen/bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht voor de primaire bestemming(en) als bedoeld in het betreffende bestemmingsplan, mits de bepalingen van artikel 18.3 vooraf in acht zijn genomen.
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning (voorheen archeologische aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m².
- 1. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
- 2. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
- 3. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
- 4. het verlagen van het waterpeil;
- 5. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
- 6. het heien van palen en slaan van damwanden;
- b. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, dient bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, in voldoende mate is vastgesteld.
- c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a t/m f zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze door die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.
18.4 Omgevingsvergunning niet vereist
Het verbod zoals bedoeld in artikel 18.3 is niet van toepassing indien:
- 1. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
- 2. de werken of werkzaamheden:
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingenvergunning;
18.5 Voorwaarden omgevingsvergunning
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het doen van archeologisch bureauonderzoek;
- 2. de verplichting tot het doen van inventariserend en/of waarderend archeologisch onderzoek zoals boringen, proefsleuven en non-destructief onderzoek (zoals bijvoorbeeld grondradar- en weerstandsonderzoek);
- 3. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden kunnen worden behouden (behoud in situ);
- 4. de verplichting tot definitief archeologisch onderzoek (opgraven) en het conserveren van de archeologische resten en het opstellen van een eindrapportage;
- 5. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties (archeologische begeleiding);
18.6 Programma van eisen
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 18.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
18.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- b. aan gronden alsnog de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 toe te kennen indien uit inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
18.8 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Op de voorbereiding van een wijziging als bedoeld in artikel 18.7 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden
19.2 Bouwregels
- a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 19.1 bedoelde bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek (opgraven) noodzakelijk zijn, mits de bepalingen van lid 19.3 vooraf in acht zijn genomen.
- b. Tevens mogen op deze gronden gebouwen/bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht voor de primaire bestemming(en) als bedoeld in het betreffende bestemmingsplan, mits de bepalingen van artikel 19.3 vooraf in acht zijn genomen.
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- a. Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning (voorheen archeologische aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 500 m².
- 1. grondwerkzaamheden, waartoe wordt gerekend het ophogen, afgraven, verwijderen van oude funderingen, woelen en mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
- 2. het aanleggen of rooien van bomen en diepwortelende struiken waarbij stobben worden verwijderd;
- 3. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
- 4. het verlagen van het waterpeil;
- 5. het werken met opsporingsapparatuur (waaronder vallen metaaldetectoren, grondradar en ander detectieapparatuur), gevolgd door het opgraven van archeologische vondsten en relicten;
- 6. het heien van palen en slaan van damwanden;
- b. De aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, dient bij het indienen van de aanvraag een archeologisch rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, in voldoende mate is vastgesteld.
- c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a t/m f zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze door die werken of werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de desbetreffende gronden.
19.4 Omgevingsvergunning niet vereist
Het verbod zoals bedoeld in artikel 19.3 is niet van toepassing indien:
- 1. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplanting en werkzaamheden binnen bestaande tracés van kabels en leidingen;
- 2. de werken of werkzaamheden:
- reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning of ontgrondingenvergunning;
19.5 Voorwaarden omgevingsvergunning
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het doen van archeologisch bureauonderzoek;
- 2. de verplichting tot het doen van inventariserend en/of waarderend archeologisch onderzoek zoals boringen, proefsleuven en non-destructief onderzoek (zoals bijvoorbeeld grondradar- en weerstandsonderzoek);
- 3. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische waarden kunnen worden behouden (behoud in situ);
- 4. de verplichting tot definitief archeologisch onderzoek (opgraven) en het conserveren van de archeologische resten en het opstellen van een eindrapportage;
- 5. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties (archeologische begeleiding);
19.6 Programma van eisen
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in artikel 19.5 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
19.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- b. aan gronden alsnog de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' toe te kennen indien uit inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
19.8 Procedure wijzigingsbevoegdheid
Op de voorbereiding van een wijziging als bedoeld in artikel 19.7 is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing
Artikel 20 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor (de bescherming van) waterkeringen, watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen en waterbergingsgebieden.
20.2 Bouwregels
Op de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3,5 m.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 20.1 en toe te staan dat ten behoeve van en volgens de regels van onderliggende bestemming gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterhuishouding en de waterkering, en er vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende watergang en waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 22 Algemene Bouwregels
22.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, loggia's, keldertoegangen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
- b. andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
22.2 Bestaande maatvoering
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, diepte, oppervlakte, inhoud van bouwwerken en/of afstand van bouwwerken tot enige grens, die in overeenstemming met op dat moment geldende wet- of regelgeving tot stand zijn gekomen, meer of minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, diepte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als maximaal dan wel minimaal toelaatbaar.
Artikel 23 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden de gronden en/of bouwwerken zoals bedoeld in hoofdstuk 2 opgenomen regels te gebruiken ten behoeve van:
- a. een seks- en/of pornobedrijf;
- b. een prostitutiebedrijf;
- c. raamprostitutie;
- d. een escortbedrijf.
Artikel 24 Algemene Aanduidingsregels
24.1 Geluidzone - industrie
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt de rond het betrokken industrieterrein gelegen geluidzone waarbinnen geen geluidgevoelige bestemmingen mogen worden opgericht, tenzij voldaan wordt aan het gestelde in de Wet geluidhinder.
24.2 Veiligheidszone - bevi
Ten aanzien van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-bevi' geldt dat:
- a. geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af wijken van het bepaalde onder a ten behoeve van het toelaten van beperkt kwetsbare objecten mits sprake is van gewichtige redenen.
24.3 Rijksmonumenten
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument 1' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van cultuurhistorische waardevolle bebouwing waarbij primair de Monumentenwet 1988 van toepassing is.
24.4 Gemeentelijke monumenten
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument 2' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud van cultuurhistorische waardevolle bebouwing waarbij primair de geldende Erfgoedverordening van de gemeente Hillegom van toepassing is.
24.5 Karakteristiek
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is sprake van beeldbepalende bebouwing.
Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels
25.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met een omgevingsvergunning af te wijken van:
- a. de gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 15% van die maten, afmetingen, en percentages;
- b. de gegeven maatvoering van een bouwvlak tot niet meer dan 15% van dat bouwvlak;
- c. de bouwregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mag worden vergroot mits:
- 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 5 m2 bedraagt;
- 2. de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
- e. de bouwregels voor de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken met een inhoud van ten hoogste 50 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 5 m ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening, voor zover het betreft een bouwwerk ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg-, spoorweg, water- of luchtverkeer;
- f. de bouwregels ten aanzien van de (bouw)hoogte van andere bouwwerken, en toestaan dat de bouwhoogte van ander bouwwerken ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m, gemeten tussen het peil van het aansluitende terrein en het hoogste punt van de antenne-installatie;
- g. het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen, mits:
- 1. het evenement maximaal 3 maal per jaar plaatsvindt;
- 2. het evenement maximaal 15 aaneengesloten dagen duurt, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement;
- h. het gebruiken van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, mits wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- 1. het maximaal brutovloeroppervlak is 1.500 m2;
- 2. het bestaande gebruik van het bouwwerk geen wonen betreft;
- 3. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
- 4. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie;
- 5. de activitieiten mogen geen beperking opleveren voor omliggende functies;
- 6. de activiteiten mogen geen detailhandel, horeca of exploitatie van een seksinrichting betreffen;
- i. van het bepaalde in artikel 23 omtrent de toelaatbaarheid van seksinrichtingen, met dien verstande, dat:
- 1. raamprostitutie niet is toegestaan;
- 2. de vestiging van een seks- en/of pornobedrijf, een prostitutiebedrijf of een escortbedrijf niet is toegestaan in bebouwing met een woon- en/of horeca- en/of detailhandelbestemming;
- 3. de vestiging van een bedrijf als bedoeld onder 2 niet is toegestaan in of aan een winkelstraat;
- 4. een bedrijf als bedoeld onder 2 in de nabijheid van een uitvalsweg dient te worden gevestigd;
- 5. de afstand van een bedrijf als bedoeld onder 2 tot de meest nabij gelegen woning ten minste 100 m dient te bedragen;
- 6. de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf als bedoeld onder 2 maximaal 500 m2 mag bedragen;
- 7. voldaan dient te worden aan de regels behorende tot de bestemming waarbinnen het bedrijf wordt gerealiseerd;
- 8. parkeren uitsluitend op eigen erf is toegestaan;
- 9. er geen sprake mag zijn van een onevenredige aantasting van het aanwezige woon- en leefklimaat.
25.2 Randvoorwaarden toepassing voor afwijken
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het verleggen dan wel verwijderen van de zonegrens ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' als bedoeld in artikel 24 lid 24.1.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 27 Overgangsrecht
27.1 Overgangsrecht bouwwerken
27.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 28 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bedrijventerreinen.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Qra Lpg-tankstation
Bijlage 2 Kwantitatieve Risicoanalyse Qra Gasleiding W-532-12;
Bijlage 2 Kwantitatieve Risicoanalyse QRA gasleiding W-532-12;
Bijlage 3 Nota Van Beantwoording Inspraak- En Overlegreacties
Bijlage 3 Nota van beantwoording inspraak- en overlegreacties
Bijlage 4 Veiligheidsregio Hollandsmidden, Advies Bestemmingsplan Bedrijventerreinen,
Bijlage 4 Veiligheidsregio HollandsMidden, advies bestemmingsplan Bedrijventerreinen,