Sion - 't Haantje, eerste herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Rijswijk
Vastgesteld op 30-09-2014 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Sion - 't Haantje, eerste herziening" met identificatienummer NL.IMRO.0603.bpsionhaantjeherz1-VA01 van de gemeente Rijswijk.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 bestemmingsplan "Sion - 't Haantje"
het bestemmingsplan "Sion - 't Haantje" met identificatienummer NL.IMRO.0603.bpsionthaantje-VA02 van de gemeente Rijswijk;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan huis gebonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals medische, paramedische, juridische, kunstzinnige, ontwerptechnische en/of administratieve beroepen, alsmede daarmee gelijk te stellen beroepen;
1.7 archeologische waarde:
de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
1.8 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven. Voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid;
1.9 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.10 bebouwingspercentage:
een percentage dat aangeeft welk deel van het bestemmingsvlak of aanduidingsvlak maximaal mag worden bebouwd.
1.11 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.12 bedrijfsactiviteiten:
bedrijfsmatige activiteiten gericht op de productie, distributie, verwerking en opslag van goederen;
1.13 beperkt kwetsbaar object:
objecten zoals bedoeld in artikel 1 sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.14 bestaand gebouw
een gebouw, dat op de eerste dag van de inwerkingtreding van het plan bestaat, dan wel in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een bouwvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd;
1.15 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 Bevi-inrichtingen
inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (27 mei 2004);
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.19 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwlaag, laag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.21 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelsgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.26 duurzaamheidsprofiel op locatie (DPL):
een computermodel dat een bijdrage kan leveren aan het totstandbrengen van duurzame wijken en dat werkt met behulp van indicatoren;
1.27 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.28 geluidsgevoelig object:
gebouw, dat dient ter bewoning of een ander geluidsgevoelig gebouw en geluidsgevoelige terreinen, als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
1.29 geurgevoelig object:
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt;
1.30 handel in en verkoop van goederen via internet:
bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder niet begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegen anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waar vrijwel uitsluitend een elektronische transactie tot stand komt, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.31 horecabedrijf:
een bedrijf dat gericht is op het tegen vergoeding verstrekken van nachtverblijf, het exploiteren van zaalaccommodatie, het verstrekken van drank en het voor direct consumptie bereiden en verstrekken van spijzen; in dit plan worden de volgende horecabedrijven onderscheiden:
- 1. horecabedrijven categorie 1 'lichte horeca':
- a. aan de detailhandelsfunctie verwante horeca zoals:
- automatiek;
- broodjeszaak;
- cafetaria;
- croissanterie;
- koffiebar;
- lunchroom;
- snackbar;
- tearoom;
- traiteur;
- b. overige lichte horeca zoals:
- bistro;
- restaurant met uitzondering van bezorg- en/of afhaalservice;
- hotel, pension, logeerhuis;
- bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking zoals:
- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
- restaurants;
- a. aan de detailhandelsfunctie verwante horeca zoals:
- 2. horecabedrijven categorie 2 'middelzware horeca': bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:
- a. bar;
- b. bierhuis;
- c. biljartcentrum;
- d. café;
- e. proeflokaal;
- f. shoarma/grillroom;
- g. zalenverhuur;
- 3. horecabedrijven categorie 3 'zware horeca': bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en/of die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals:
- dancing;
- discotheek;
- nachtclub;
- partycentrum.
1.32 kantoor:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.33 kwetsbaar object:
objecten zoals bedoeld in artikel 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.34 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte horeca en detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
1.35 peil:
- a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.36 prostitutie:
het zich in bedrijfsmatige zin beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.37 recreatieve voorzieningen:
kleinschalige voorzieningen voor het verenigingsleven op het cultureel gebied, zoals een creativiteitsstudio, een dansstudio of een hobbyzaal;
1.38 seksinrichting:
de voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaats vinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop een seksautomatenhal en een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.39 tuincentrum
een bedrijf waarbinnen bedrijfsmatig bomen, heesters en andere siergewassen worden gekweekt en/of waarbinnen detailhandel in tuininrichtingsartikelen plaatsvindt;
1.40 verhuurbedrijf in roerende goederen
Een verhuurbedrijf in goederen die relatief gemakkelijk te verplaatsen zijn en niet duurzaam met de grond verbonden zijn;
1.41 voorerf:
gedeelte van het erf dat is gelegen tussen de openbare weg en de lijn die 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel gelegen is.
1.42 voorgevel:
de naar de openbare wegzijde gekeerde gevel; in geval meerdere gevels zijn aan te merken als voorgevel, is de gevel die meetelt in de huisnummering de voorgevel;
1.43 woning:
een (zelfstandig gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.44 zijerf:
gedeelte van een aan de zijkant op het openbaar gebied georiënteerd erf dat is gelegen tussen de zijdelingse perceelsgrens en de lijn die op 1 m afstand van de zijdelingse perceelsgrens gelegen is.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald;
2.2 brutovloeroppervlakte:
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte ten dienste van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten worden opgeteld;
2.3 dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
2.6 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.7 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.8 ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw-, c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 2 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- b. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- d. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- e. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG-installatie is niet toegestaan.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat - na beëindiging van de specifiek bestemde activiteiten, zoals genoemd middel de functieaanduidingen in lid 3.1.1 onder a en b - deze functieaanduidingen komen te vervallen, waarna de algemene toelaatbare milieucategorieën 1 en 2 gelden, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij deze regels).
Artikel 4 Bedrijf - Garagebedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Garagebedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een garagebedrijf;
met daaraan ondergeschikt:
- b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. groen;
- d. parkeervoorzieningen,
met de daarbij behorende:
- e. terreinen;
- f. gebouwen;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 4.2.1 afwijken voor een afwijking van de toegestane bouwhoogte met ten hoogste 1,50 m, mits geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen wordt veroorzaakt.
4.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
- a. in de bestemming 'Wonen - 1' zoals bedoeld in artikel 15 indien de gronden niet meer voor de bestemming 'Bedrijf - Garagebedrijf' worden gebruikt, waarbij het aantal woningen niet mag worden vergroot;
- b. ten behoeve van bedrijfsactiviteiten van de in de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de regels) opgenomen categorieën tot en met categorie 2.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- b. terreinen;
- c. gebouwen;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijking van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder b voor een afwijking van de toegestane bouwhoogte met ten hoogste 1,50 m, mits geen onevenredige hinder voor aangrenzende percelen wordt veroorzaakt.
Artikel 6 Gemengd
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. actieve recreatie, met daarbij behorende en daaraan ondergeschikte horeca en bijbehorende voorzieningen;
- b. wonen;
- c. kantoor- en opslagruimten en vergaderfaciliteiten,
met daaraan ondergeschikt:
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. groen, tuinen en erven;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. laad- en losvoorzieningen,
met de daarbij behorende:
- h. terreinen;
- i. gebouwen;
- j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 20 m voor palen, lichtmasten, vlaggenmasten, installaties ten behoeve van recreatie, beeldende kunstwerken en reclame-installaties;
- b. 40 m voor installaties ten behoeve van (tele)communicatie;
- c. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- d. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
- a. het vervallen van de functieaanduiding 'sport' indien de gronden niet meer voor deze afwijkende functie worden gebruikt;
- b. het wijzigen van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' in de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 2' ten behoeve van in totaal niet meer dan 200 gestapelde woningen, waarbij voor het overige het bepaalde in artikel 20 van toepassing is, met dien verstande dat:
- 1. deze bevoegdheid, voor zover het betreft de gronden langs de Prinses Beatrixlaan, uitsluitend mag worden toegepast indien zulks vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, waaronder in ieder geval begrepen ruimtelijk relevante aspecten, zoals geur, stof, geluid, gevaar, verkeer, ruimtelijke kwaliteit en sociale veiligheid, noodzakelijk wordt geacht;
- 2. deze wijzigingsbevoegdheid, voor zover het betreft de gronden langs de spoorlijn, uitsluitend mag worden toegepast nadat de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 13.3 onder a is toegepast;
- 3. ten minste 50% van de gronden ten behoeve van groenvoorzieningen, paden en water gerealiseerd worden;
- c. het toelaten van niet meer dan twee horecabedrijven uit categorie 1a zoals opgenomen in de Staatvan Horeca-activiteiten, opgenomen als bijlage 3 bij deze regels, met uitzonering van cafetaria, automatiek en traiteur, en uit categorie 1b, met uitzondering van hotel, pension en logeerhuis.
Artikel 8 Groen - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. bermen en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
- c. speelvoorzieningen;
- d. wegen en parkeervoorzieningen;
- e. paden en bruggen voor langzaam verkeer;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen, waaronder leidingen;
met de daarbij behorende:
- h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan:
- a. 10 m voor palen, lichtmasten, vlaggenmasten, beeldende kunstwerken en reclame-installaties;
- b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
- c. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen.
8.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
- a. het wijzigen van de bestemming in de bestemming 'Wonen - 2' ten behoeve van in totaal niet meer dan 1 woning, waarbij voor het overige het bepaalde in artikel 'Wonen - 2' van toepassing is.
Artikel 9 Sport
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport en recreatie, niet zijnde verblijfsrecreatie;
met daaraan ondergeschikt:
- b. water;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. horeca;
- e. groen;
- f. buitenschoolse opvang, indien en voor zover toepassing is gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 31 onder b;
met de daarbij behorende:
- g. terreinen;
- h. gebouwen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
9.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. de oppervlakte aan sportvelden en sportvoorzieningen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.
Artikel 10 Verkeer - 1
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Verkeer - 2
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Verkeer - 3
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. erftoegangswegen en verblijfsgebieden;
- b. bruggen;
- c. bermen en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
- d. speelvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen, al dan niet (half) ondergronds;
- f. paden;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen, waaronder leidingen;
- i. geluidwerende voorzieningen,
met de daarbij behorende:
- j. gebouwen;
- k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het wijzigen van snippergroen binnen de bestemming 'Verkeer - 3' in de bestemming 'Wonen - 1' of 'Woongebied', onder de voorwaarde dat:
- 1. het snippergroen direct grenst aan het betreffende woonperceel waar het toe gaat behoren;
- 2. de regels van het betreffende artikel 'Wonen - 1' of 'Woongebied' naderhand van toepassing zijn.
Artikel 13 Verkeer - Railverkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
- a. het overkluizen dan wel overkappen van de spoorbaan over een lengte van ten hoogste 800 m, grenzend aan de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemengd' en de bestemming "Groen". Deze bevoegdheid mag niet eerder worden toegepast dan nadat de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 31 onder d. is toegepast.
- b. het toevoegen van de bestemming "Wonen - Uit te werken - 2" en de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemengd', waarbij tevens de regels van artikel 20 van toepassing zijn.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
14.3 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de gronden te gebruiken als ligplaats voor woonschepen.
Artikel 15 Wonen - 1
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 15.4 en toestaan dat hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden gebruikt voor:
- a. voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, met dien verstande dat:
- 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- 2. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- 3. het vloeroppervlak voor de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m²;
- 4. de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- 5. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;
- 6. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
- 7. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
- 8. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet;
- b. bedrijfsactiviteiten, voor zover het een bouwperceel betreft dat is gelegen langs Haantje en/of de Sionsweg, uitsluitend in de vorm van ambachtelijke bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en het kweken van gewassen, met daarbij behorende ondergeschikte detailhandel en horeca activiteiten, met dien verstande dat:
- 1. de woonfunctie gehandhaafd blijft;
- 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- 3. de oppervlakte van het bouwperceel 1000 m² of meer bedraagt;
- 4. de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 80 m²;
- 5. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
- 6. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn.
15.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het veranderen van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' in:
- 1. de bestemming 'Woongebied' als bedoeld in artikel 17, waarbij het bepaalde in artikel 17.2.1 onder a niet geldt;
- 2. de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 1' als bedoeld in artikel 19, waarbij het bepaalde in artikel 19.5 onder a niet geldt;
- b. het bouwen van nieuwe woningen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' waarvoor het volgende geldt:
- 1. per wijzigingsgebied mogen niet meer dan 4 woningen worden gebouwd;
- 2. voldaan moet worden aan de Wet geluidhinder;
- 3. gebouwd dient te worden op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan;
- 4. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
- 5. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 10 m bedragen;
- 6. het bepaalde in artikel 15 is voor het overige van toepassing.
Artikel 16 Wonen - 2
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van:
- a. het bepaalde in lid 16.2.1 sub d voor het toestaan van een andere dakhelling;
- b. het bepaalde in lid 16.2.3 sub f voor het aanleggen van een zwembad.
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 16.4.4 en toestaan dat hoofdgebouwen en/of erfbebouwing wordt/worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, met dien verstande dat:
- a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
- b. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
- c. het vloeroppervlak voor de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en/of de erfbebouwing, met een maximum van 40 m²;
- d. op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
- e. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;
- f. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
- g. de onderneming wordt gedreven door degene(n) die op het perceel woonachtig is of zijn;
- h. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet.
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. een andere situering en/of grootte van de opgenomen bouwvlakken, indien dit vanuit stedenbouwkundig en/of ruimtelijk-functioneel oogpunt noodzakelijk of wenselijk is;
- b. het vergroten van het aantal toegestane woningen, uitsluitend op gronden waar op grond van lid 16.2.1 sub c per perceel maximaal één woning is toegestaan; waarbij alsdan per perceel maximaal twee twee-onder-één-kapwoningen zijn toegestaan.
Artikel 17 Woongebied
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
17.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 onder e ten behoeve van een afwijking van niet meer dan 2 m.
17.5 Specifieke gebruiksregels
17.6 Afwijking van de gebruiksregels
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
- a. het afwijken van de bouwhoogte van gestapelde woningen met ten hoogste 20%;
- b. het verruimen van het brutovloeroppervlakte ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen tot maximaal 3000 m2;
- c. het onderling uitwisselen van woningaantallen binnen de bestemmingen 'Woongebied' en 'Wonen -Uit te werken - 1', met dien verstande dat het totale aantal woningen binnen beide bestemmingen niet meer bedraagt dan 1575.
Artikel 18 Bedrijventerrein - Uit Te Werken
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Uitwerkingsregels
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden gelden de volgende uitwerkingsregels:
- a. de oppervlakte per bouwperceel dient minimaal 1000 m2 te bedragen;
- b. per bouwperceel mag niet meer dan 70% worden bebouwd;
- c. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer bedragen dan 12 m;
- d. de goot- en bouwhoogte van woningen (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - te handhaven woonfunctie' mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
- e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen;
- f. de waterbergingscapaciteit in de gezamenlijke bestemmingen als bedoeld in de artikelen 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19 en 20 dient ten minste 325 m³ per hectare te bedragen;
- g. ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied groen" is mede het bepaalde in artikel 'Groen' van toepassing;
- h. de bestemming mag niet eerder worden uitgewerkt dan nadat een actueel duurzaamheidsprofiel (DPL 2011) voor het gebied, waar de gronden deel van uitmaken is opgesteld. De gemiddelde duurzaamheidsscore van de gezamenlijke bestemmingen in het deelgebied dient minimaal 7 te zijn. Bij de voorbereiding van een duurzaamheidsprofiel voor een gebied worden de betrokken overheidsdiensten om advies gevraagd;
- i. bij de uitwerking van de bestemming moet in verband met externe veiligheid, ter beheersing van uitpandige vluchtroutes en de bereikbaarheid voor de brandweer rekening worden gehouden met de realisatie van voldoende:
- 1. vluchtmogelijkheden in verband met de situering van bouwwerken;
- 2. vluchtmogelijkheden in verband met de inrichting van terreinen/openbare ruimte;
- 3. vluchtmogelijkheden in verband met het bebouwd oppervlak van gebouwen;
- 4. vluchtmogelijkheden in verband met het vloeroppervlak van gebouwen;
- j. bij de uitwerking van de bestemming worden met het oog op het aspect externe veiligheid, ter bescherming van de blootstelling aan toxische gassen, zo nodig regels gesteld aan de afsluitbaarheid van mechanische ventilatie;
- k. bij de uitwerking van de bestemming worden met het oog op het aspect externe veiligheid, ter bescherming tegen plasbrand, zo nodig regels gesteld aan een bouwwerk om te voorkomen dat zich brandbare vloeistoffen in de ruimten onder de bouwwerken kunnen verzamelen en aan de gevels om bescherming te bieden tegen de stralingswarmte ten gevolge van een plasbrand;
- l. artikel 13 van het Bevi wordt gehanteerd, wat kan leiden tot maatregelen in het kader van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid;
- m. met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- 1. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- 2. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
- 3. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
- 4. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
- 5. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met LPG-installatie is niet toegestaan.
18.3 Bouwregels
18.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.3 zolang de uitwerking nog niet in werking is getreden onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen het ontwerp, dan wel een door een burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.
Artikel 19 Wonen - Uit Te Werken - 1
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
19.3 Nadere eisen
19.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2 zolang de uitwerking nog niet in werking is getreden onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen het ontwerp, dan wel een door een burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.
19.5 Uitwerkingsregels
Ten aanzien van de in lid 19.1.1 bedoelde gronden gelden de volgende uitwerkingsregels:
- a. binnen de bestemming mogen ten hoogste 1000 woningen worden gebouwd, waarvan maximaal 30% gestapelde woningen;
- b. van het aantal woningen binnen de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 17, 19 en 20 worden ten minste 10% sociale huurwoningen gebouwd;
- c. de bouwhoogte van de grondgebonden woningen mag maximaal 12 m bedragen;
- d. de bouwhoogte van de gestapelde woningen mag ten hoogste 16 m bedragen;
- e. in afwijking van het bepaalde onder c. en d. mogen de goot- en bouwhoogte van woningen (ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - te handhaven woonfunctie' niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
- f. in afwijking van het bepaalde onder e. en d. mag ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - hoogteaccent" de bouwhoogte van gebouwen, waaronder gestapelde woningen, niet meer bedragen dan 25 meter;
- g. binnen de bestemming dient aansluitend aan de historische waterstructuur ten minste 0,75 ha watergangen op boezempeil gerealiseerd te worden met een open verbinding naar open water via de Zweth en de Vliet;
- h. de waterbergingscapaciteit in de gezamenlijke bestemmingen als bedoeld in de artikelen 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19 en 20 dient ten minste 325 m³ per hectare te bedragen;
- i. ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied fietspad" is mede het bepaalde in artikel 28.1 van toepassing;
- j. de bestemming mag niet eerder worden uitgewerkt dan nadat een actueel duurzaamheidsprofiel (DPL 2011) voor het gebied, waar de gronden deel van uitmaken, is opgesteld. De gemiddelde duurzaamheidsscore van de gezamenlijke bestemmingen in het deelgebied dient minimaal 7 te zijn. Bij de voorbereiding van een duurzaamheidsprofiel voor een gebied worden de betrokken overheidsdiensten om advies gevraagd;
- k. de bodemkwaliteit van de gronden moet geschikt zijn voor de bij de uitwerking van het plan toegelaten doeleinden;
- l. bij de uitwerking en realisatie van de bestemming dient met name in het gebied Sion voorkomen te worden dat aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden worden verstoord;
- m. artikel 13 van het Bevi wordt gehanteerd, wat kan leiden tot maatregelen in het kader van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.
19.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het vervallen van de functies "detailhandel en dienstverlening" in artikel 19.1.4. na de daadwerkelijke beëindiging van deze functies;
- b. het onderling uitwisselen van woningaantallen binnen de bestemmingen 'Woongebied' en 'Wonen -Uit te werken - 1', met dien verstande dat het totale aantal woningen binnen beide bestemmingen niet meer bedraagt dan 1575.
Artikel 20 Wonen - Uit Te Werken - 2
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Uitwerkingsregels
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden gelden de volgende uitwerkingsregels:
- a. binnen de bestemming Wonen - Uit te werken - 2 mogen gezamenlijk ten hoogste 1825 woningen worden gebouwd, waarvan maximaal 30% gestapelde woningen;
- b. van het aantal woningen binnen de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 17, 19 en 20 worden ten minste 10% sociale huurwoningen gebouwd;
- c. de bouwhoogte van de grondgebonden woningen mag maximaal 12 m bedragen;
- d. de bouwhoogte van gestapelde woningen mag maximaal 35 m bedragen;
- e. de waterbergingscapaciteit in de gezamenlijke bestemmingen als bedoeld in de artikelen 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19 en 20 dient ten minste 325 m³ per hectare te bedragen.
- f. ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied groen" is mede het bepaalde in artikel 28.2 van toepassing.
- g. de bestemming mag niet eerder worden uitgewerkt dan nadat een actueel duurzaamheidsprofiel (DPL 2011) voor het gebied, waar de gronden deel van uitmaken is opgesteld. De gemiddelde duurzaamheidsscore van de gezamenlijke bestemmingen in het deelgebied dient minimaal 7 te zijn. Bij de voorbereiding van een duurzaamheidsprofiel voor een gebied worden de betrokken overheidsdiensten om advies gevraagd;
- h. de bodemkwaliteit van de gronden moet geschikt zijn voor de bij de uitwerking van het plan toegelaten doeleinden;
- i. artikel 13 van het Bevi wordt gehanteerd, wat kan leiden tot maatregelen in het kader van hulpverlening, zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid;
- j. voor zover de bestemming samenvalt met de primaire bestemming als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 23, werken burgemeester en wethouders de bestemming niet eerder uit dan nadat de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk te adviseren;
- k. bij het uitwerken van de bestemming dient rekening gehouden te worden met het bepaalde in artikel 27.5.
20.3 Bouwregels
20.4 Nadere eisen
20.5 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.3 zolang de uitwerking nog niet in werking is getreden onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen het ontwerp, dan wel een door een burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.
20.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
- a. het afwijken van de bouwhoogte van gestapelde woningen met ten hoogste 20%;
- b. het vergroten van de brutovloeroppervlakte voor detailhandel en dienstverlening met niet meer dan 900 m². Deze bevoegdheid mag niet eerder worden toegepast dan nadat de toepassing is gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 19.6;
- c. het vergroten van de brutovloeroppervlakte voor detailhandel en dienstverlening met niet meer dan 2300 m², indien uit een actueel distributieplanologisch onderzoek blijkt, dat de detailhandelsstructuur niet onevenredig wordt aangetast. Deze bevoegdheid mag niet eerder worden toegepast dan nadat het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden omtrent hiermee verbonden distributieplanologische aspecten is gehoord.
Artikel 21 Leiding - Gas
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, onder de volgende voorwaarden:
- a. door het bouwen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
- b. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de leidingbeheerder.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Leiding - Hoogspanning
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, onder de volgende voorwaarden:
- a. door het bouwen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
- b. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de leidingbeheerder.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Riool
23.1 Bestemmingsomschrijving
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 23.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, onder de volgende voorwaarden:
- a. door het bouwen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
- b. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de leidingbeheerder.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 24 Waarde - Archeologie
24.1 Bestemmingsomschrijving
24.2 Bouwregels
Op of de in lid 24.1 bedoelde gronden mag niet worden gebouwd.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 voor bebouwing ten dienste van andere daar voorkomende bestemmingen, indien:
- a. uit een door de aanvrager van een reguliere bouwvergunning te overleggen rapport of andere beschikbare informatiebron de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld en hieruit blijkt dat de bouw geen onevenredige gevolgen heeft voor deze archeologische waarden;
- b. uit een door de aanvrager van een reguliere bouwvergunning te overleggen rapport of andere informatiebron de archeologische waarden van gronden die blijkens de aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld en hieruit blijkt dat de bouw wel gevolgen heeft voor deze archeologische waarden, mits aan de bouwvergunning één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde -Archeologie geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.
Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
(PM ligging waterkeringen wijzigt mogelijk nog bij vaststelling)
25.1 Bestemmingsomschrijving
25.2 Bouwregels
25.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, onder de volgende voorwaarden:
- a. door het bouwen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de belangen van de waterkering en de waterhuishouding;
- b. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de beheerder van de waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 27 Algemene Bouwregels
27.1 Geluidzone - industrie 1
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie 1' is de bouw van geluidsgevoelige objecten uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder gestelde grenswaarden of de verleende hogere waarden.
27.2 Geluidzone - industrie 2
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie 2' is de bouw van geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, niet toegestaan.
27.3 Milieuzone - geurzone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' mogen geen geurgevoelige objecten, waaronder woningen, worden gerealiseerd.
27.4 Veiligheidszone - bevi
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zoals bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen worden gerealiseerd.
27.5 Veiligheidszone - munitie
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie' mogen, tot 1 januari 2021, geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.
27.6 Veiligheidszone - vuurwerk
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vuurwerk' mogen geen kwetsbare objecten als bedoeld in het Vuurwerkbesluit worden gerealiseerd.
27.7 Milieuzone - glastuinbouwbedrijf
Ter plaatse van de aanduiding ‘milieuzone – glastuinbouwbedrijf’ mogen geen woningen worden gerealiseerd.
27.8 Nutsvoorzieningen
- a. Binnen het plangebied zijn nutsvoorzieningen toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 15 m2 en tot een bouwhoogte van maximaal 3 m.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de sociale veiligheid;
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- c. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in sub a voor een nutsvoorziening tot een oppervlakte van maximaal 25 m2 en tot een bouwhoogte van maximaal 4 m, waarbij in elk geval de aspecten als genoemd in sub b, onder 1 t/m 5 overwogen dienen te worden.
27.9 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de parkeergelegenheid.
27.10 Waterdicht bouwen
Indien wordt gebouwd onder peil, dient waterdicht gebouwd te worden.
27.11 Waterveilig bouwen
Bij het bouwen van bouwwerken ten behoeve van kwetsbare functies voor wateroverlast, zoals energievoorzieningen en communicatievoorzieningen, dienen deze op voldoende hoogte (+0,2 NAP) te worden gebouwd teneinde bij falend watersysteem of dijkdoorbraak te kunnen blijven functioneren.
Artikel 28 Algemene Aanduidingsregels
28.1 Fietspad
Ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied fietspad" wordt bij de uitwerking van het plan een doorgaande verbinding voor langzaamverkeer met een breedte van ten minste 3,5 m gerealiseerd.
28.2 Groen
Ter plaatse van de aanduiding "zoekgebied groen" dient ten minste 50% van de gronden ten behoeve van groenvoorzieningen, paden en water gerealiseerd te worden.
Artikel 29 Algemene Gebruiksregels
Als verboden gebruik, als bedoeld in artikel 2.1. van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval beschouwd:
- a. het gebruik van gronden als opslag-, stort, lozings-, of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
- c. het gebruik van bouwwerken voor seksinrichtingen.
Artikel 30 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor:
- a. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen, met maximaal 10%;
- b. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met maximaal 20%;
- c. het bouwen van installaties ten behoeve van (tele)communicatie tot maximaal 40 m.
Artikel 31 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien wijziging betrekking heeft op:
- a. het aanpassen van de onderlinge begrenzing tussen bestemmingen voor geringe afwijkingen van een weg, groenstrook of terrein, indien bij de definitieve uitmeting en verkaveling blijkt dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn, met dien verstande, dat de aanpassing van de bestemmingsgrens niet meer mag bedragen dan 10 m;
- b. indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen, verkleinen of verwijderen van een zone als bedoeld in artikel 27.1 t/m 27.7. Van de wijzigingsbevoegdheid mag slechts gebruik worden gemaakt indien de bedrijfsvoering ter plaatse geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd. De wijzigingsbevoegdheid mag ten aanzien van ‘Geluidzone - industrie 1’, ‘Geluidzone - industrie 2’, ‘Milieuzone - geurzone’ vanwege DSM uitsluitend worden toegepast naar aanleiding van een geldende milieuvergunning van DSM. De wijzigingsbevoegdheid mag ten aanzien van de ‘Milieuzone- glastuinbouwbedrijf’ uitsluitend worden toegepast indien de bedrijfsvoering van het aangrenzende glastuinbouwbedrijf, gelegen op het perceel kadastraal bekend gemeente Rijswijk, sectie I, nummer 2037, geheel definitief is beëindigd. De wijzigingsbevoegdheid ten aanzien van de ‘Veiligheidszone -munitie’ mag uitsluitend worden toegepast indien de onderzoeksactiviteiten op het gebied van explosieven en munitie ter plaatse definitief zijn beëindigd.
- c. het wijzigen van de begrenzing en/of ligging van de gebiedsaanduiding 'zoekgebied groen', met inachtname van het bepaalde in lid 28.2;
- d. het wijzigen van de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' in de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' en het verleggen van het figuur 'as van de weg', waarbij het bepaalde in artikel 13 van toepassing is;
- e. het vervallen van de bestemming 'Leiding - Gas' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' en het wijzigen van de bestemming in de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 7, 13 en 20. Deze bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast indien de gastransportleiding buiten gebruik is gesteld of is verwijderd;
- f. het vervallen of verplaatsen van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - te handhaven woonfunctie" indien bij definitieve verkaveling blijkt dat de woonfunctie niet gehandhaafd kan worden;
- g. de bestemming 'Waterstaat - Waterkering':
- te verleggen binnen een afstand van 25 m, indien zulks in verband met de definitieve verkaveling van het woongebied noodzakelijk blijkt;
- te wijzigen dan wel te laten vervallen indien zulks in verband met de definitieve verkaveling van het woongebied noodzakelijk blijkt;
- te wijzigen dan wel te laten vervallen indien bij definitieve verkaveling blijkt dat de waterkerende functie niet meer van toepassing is en afstemming met de noodzakelijke wijziging van de waterschapsregeling plaatsgevonden heeft.
Deze bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast indien de instandhouding van een gesloten waterkeringssysteem is verzekerd;
- h. het wijzigen van het in artikel 17.2.1 onder b, artikel 19.5 onder b en artikel 20.2 onder b genoemde percentage voor sociale woningbouw, indien het woningbouwbeleid hiertoe noodzaakt;
- i. het wijzigen van de situering van de aanduiding “specifieke vorm van verkeer - ongelijkvloerse kruising” met ten hoogste 25 m;
- j. het plaatsen van een installatie voor reclamedoeleinden, met een bouwhoogte van niet meer dan 25 m;
- k. het wijzigen van de bestemming 'Verkeer - 2' met ten hoogste 20 m;
- l. het wijzigen van het tracé van een leiding met ten hoogste 25 m.
Artikel 32 Algemene Procedureregels
32.1 Afwijking
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking, zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geregelde procedure van toepassing.
32.2 Uitwerking of wijziging
Op de voorbereiding van een besluit tot uitwerking of wijziging zoals opgenomen in dit plan, is de in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
33.1 Overgangsrecht bouwwerken
33.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 34 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Sion - 't Haantje, eerste herziening".
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging
Bijlage 3 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 3 Staat van Horeca-activiteiten
Bijlage 1 Duurzaamheidsprofiel
Bijlage 1 Duurzaamheidsprofiel
Bijlage 2 Planregels Bp Sion - 'T Haantje
Bijlage 2 Planregels BP Sion - 't Haantje
Bijlage 3 Luchtkwaliteit
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Sion-thaantje 1e Herziening
Bijlage 4 Akoestisch onderzoek Sion-tHaantje 1e herziening
Bijlage 5 Tussenrapportages Archeologisch Onderzoek
Bijlage 5 Tussenrapportages archeologisch onderzoek
Bijlage 6 Externe Veiligheid
Bijlage 7 Millieueffectrapport Rijswijk-zuid 14 Dec 2010
Bijlage 7 Millieueffectrapport Rijswijk-Zuid 14 dec 2010