KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein - 1
Artikel 4 Bedrijventerrein - 2
Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 6 Waarde - Archeologie
Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Artikel 10 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 15 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
Artikel 17 Slotregel
Bijlagen
Bijlage 1 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'
Bijlage 3 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Bedrijventerrein'
Bijlage 4 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten
Bijlage 5 Parkeernormen
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Begrenzing Plangebied
1.3 Geldend Bestemmingsplan
1.4 Opzet Bestemmingsplan En Toelichting
Hoofdstuk 2 Reikwijdte En Doel
2.1 Beschrijving Bestaande Situatie
2.2 Reactieve Aanwijzing
2.3 Overige Wijzigingen
2.4 Cultuurhistorisch Waardevolle Bebouwing
Hoofdstuk 3 Beleidskader En Milieu
3.1 Beleidskader
3.2 Milieu
Hoofdstuk 4 Juridische Aspecten
4.1 Herziening Planregels
4.2 Parkeren, Laden, Lossen En Stallen
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Nieuw-Mathenesse, eerste herziening

Bestemmingsplan - Gemeente Schiedam

Vastgesteld op 13-09-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse, eerste herziening met identificatienummer NL.IMRO.0606.BP0034-0002 van de gemeente Schiedam.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 archeologisch waardevol gebied:

gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.

1.6 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bedrijf:

elke volwaardige onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken en/of installeren van goederen.

1.9 bedrijfsgebonden kantoor:

(een gedeelte van) een bedrijfsgebouw welke wordt gebruikt voor het verlenen van administratieve, financiële, ontwerptechnische, juridische of andere daarmee gelijk te stellen diensten ten behoeve van dat bedrijf.

1.10 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan.

1.11 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.

1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.16 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.17 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.19 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.20 (bruto) vloeroppervlakte:

totale oppervlakte van kantoren, winkels, horeca, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen met inbegrip van de daartoe behorende inpandige ruimten, zoals gemeenschappelijke ruimten, magazijnen en dienstruimten.

1.21 cultuurhistorische waarden:

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.22 detailhandel:

het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondergeschikte horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.

1.23 erf:

het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.

1.24 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.25 geluidgevoelig object:

een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.26 geluidzoneringsplichtige bedrijven:

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.27 gezoneerd industrieterrein:

terrein waarop bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, zijn toegelaten, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.28 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.

1.29 ondergeschikte detailhandel:

niet-zelfstandige detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf, welke wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.

1.30 overig bouwwerk:

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.31 pand:

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.32 overkapping:

een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.

1.33 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de (ontwerp- of streef-)hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein of dak van een parkeervoorziening ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil.

1.34 prostitutie:

het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.

1.35 raamprostitutie:

het etaleren van prostituees achter vensters.

1.36 risicovolle inrichting:

een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand moet worden aangehouden tot op grond van het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.37 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.38 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d..

1.39 straatprostitutie:

het zich op de openbare weg, in de openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig door middel van handeling, houding, woord, gebaar of op een andere wijze beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.40 verblijfsgebied:

het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen.

1.41 volumineuze detailhandel:

detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben, zijnde detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen, inclusief bij het hoofdassortiment passende nevenassortimenten mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van het nevenassortiment wordt gebruikt.

1.42 voorgevel:

de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.43 woning:

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één of meerdere huishouden(s) of een niet als huishouden samenwonende groep van personen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.

2.2 bebouwingspercentage:

percentage van de oppervlakte van een bouwperceel of ander vlak, dat mag worden bebouwd.

2.3 (bouw)hoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.6 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.7 oppervlakte van een overkapping:

tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.

2.8 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden:

  1. a. ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, dan wel daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1,0 meter;
  2. b. een liftschacht, liftkoker en (ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van) een technische installatie buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding van de maximaal toegelaten hoogte niet meer bedraagt dan 3,0 meter.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  2. b. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2', tevens een glasfabriek met SBI-code 231 uit ten hoogste categorie 3.2, als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten'gezoneerd industrieterrein';
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels', tevens volumineuze detailhandel en volumineuze detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering, mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van dit nevenassortiment wordt gebruikt;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens één bedrijfswoning;
  6. f. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. g. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  2. h. groenvoorzieningen;
  3. i. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. j. ondergeschikte detailhandel;
  5. k. laad- en losvoorzieningen;
  6. l. nutsvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:

  1. a. het bepaalde in lid 3.2.1, onder c en een bouwhoogte voor gebouwen toestaan van ten hoogste 45,0 meter, mits:
    1. 1. de op grond van lid 3.2.1, onder c toegelaten bouwhoogte over niet meer dan 10% van het bouwperceel wordt overschreden;
    2. 2. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
    3. 3. de verhoging zodanig wordt gesitueerd dat deze geen onevenredige invloed heeft op in de omgeving gelegen woningen.
  2. b. het bepaalde in lid 3.2.3, onder b en een bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan van ten hoogste 60,0 meter.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m²;
  2. b. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  3. c. met betrekking tot het bestaand gebruik van de als 'bedrijfswoning' aangeduide bedrijfswoningen geldt dat afsplitsing van de bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) niet is toegestaan, alsmede dat na beëindiging van het gebruik van de bedrijfswoning voor een periode langer dan 1 jaar dit gebruik niet mag worden hervat, waarbij deze situatie zich niet voordoet indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt;
  4. d. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder a t/m b voor:

  1. a. een bedrijfsmatige activiteit uit ten hoogste twee categorieën hoger dan genoemd in lid 3.1, onder a t/m b, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  2. b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten.

Artikel 4 Bedrijventerrein - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
  2. b. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
  3. c. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens volumineuze detailhandel;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels', tevens volumineuze detailhandel en volumineuze detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering, mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van dit nevenassortiment wordt gebruikt;
  6. f. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. g. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  2. h. groenvoorzieningen;
  3. i. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. j. ondergeschikte detailhandel;
  5. k. laad- en losvoorzieningen;
  6. l. nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder c en een bouwhoogte voor gebouwen toestaan van ten hoogste 16,0 meter, mits:

  1. a. de op grond van lid 4.2.1, onder c toegelaten bouwhoogte over niet meer dan 20% van het bouwperceel wordt overschreden;
  2. b. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  1. a. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m²;
  2. b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  3. c. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  4. d. geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn niet toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1, onder a t/m c voor:

  1. a. een bedrijfsmatige activiteit uit ten hoogste twee categorieën hoger dan genoemd in lid 4.1, onder a t/m c, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
  2. b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein' genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten.

Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding van maximaal 150 kV.

5.2 Bouwregels

In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' samenvallende bestemming, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', tot een hoogte van maximaal 3,0 meter.

5.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' samenvalt.
  2. b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder, waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de leiding is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de leidingbeheerder.

Artikel 6 Waarde - Archeologie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

6.2 Bouwregels

In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en), geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd:

  1. a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 1,0 meter beneden het maaiveld;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 3,0 meter beneden het maaiveld.

6.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 6.2, voor bouwwerken voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt.
  2. b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen.
  3. c. Aan de afwijking van de bouwregels kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse, op basis van archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor

  1. a. het behoud en herstel van actuele cultuurhistorische waarden;
  2. b. het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden.

7.2 Bouwregels

In het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden geldt, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' samenvallende bestemming(en) dat:

  1. a. de bestaande bebouwing uitsluitend mag worden vergroot en/of veranderd voor zover de vergroting en/of verandering niet zichtbaar is vanaf de openbare weg en voorts met inachtneming van het bepaalde in de met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' samenvallende bestemming;
  2. b. de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 7.2, voor het veranderen en/of vergroten van gebouwen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw, gelet op de bouwmassa, dakvorm en gevelindeling.

7.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 8 Waterstaat - Waterkering

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. het beheer van waterstaatsdoeleinden.

8.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterstaatsdoeleinden;
  2. b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5,0 meter bedragen.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 8.2, met inachtneming van de volgende regels:

  1. a. afwijken van de bouwregels voor andere bouwwerken is mogelijk, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen, waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
  2. b. voordat een besluit over het afwijken van de bouwregels wordt genomen horen burgemeester en wethouders de beheerder van de waterkering.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de waterkerende functie is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Bouwregels

10.1 Bestaande afwijkingen

Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte of oppervlakte in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte of oppervlakte, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.

10.2 Aangrenzende terreinen

Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)

Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.

11.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)

Het is verboden de gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.

11.3 Parkeren, laden, lossen en stallen

  1. 1. Het gebruik op grond van de regels in Hoofdstuk 2 (oprichting van een gebouw, verandering van een functie en uitbreiding of wijziging van bestaand gebruik) is slechts toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in:
    1. a. voldoende parkeergelegenheid, met in achtneming van de als Bijlage 5 bij deze regels opgenomen Parkeernormen;
    2. b. voldoende ruimte voor het laden en lossen en/of het stallen van fietsen.
  2. 2. Het bepaalde in lid 1, onder b geldt niet ten behoeve van het wonen.
  3. 3. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
    1. a. het bepaalde in lid 1, onder a indien:
      1. 1. aantoonbaar op een andere wijze aan de vereiste te voorzien in voldoende parkeergelegenheid wordt voldaan;
      2. 2. de vereiste parkeergelegenheid financieel gecompenseerd wordt door een storting in het gemeentelijk parkeerfonds;
      3. 3. het bepaalde in sub 1 zich niet voordoet, storting van een financiële compensatie in het gemeentelijk parkeerfonds naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet redelijk is en met de verwezenlijking van het plan een bijzonder gemeentelijk belang gemoeid is.
    1. a. het bepaalde in lid 1, onder b en c indien aantoonbaar op een andere wijze aan de vereiste te voorzien in ruimte voor laden en/of lossen en stallingsvoorziening voor fietsen wordt voldaan, of het gebruik geen aanleiding geeft tot het aanwezig zijn van dergelijke voorzieningen.
  1. 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de aard, plaats en inrichting van de lid 1 genoemde voorzieningen.
  2. 5. Burgemeester en wethouders kunnen de bij de regels met betrekking tot het parkeren behorende bijlage Parkeernormen wijzigen indien deze parkeernormen of de bijbehorende gebiedsindeling worden herzien.

Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels

12.1 Geluidzone

  1. a. Binnen de 'Geluidzone' is nieuwbouw ten behoeve van de uitbreiding van het aantal woningen en de nieuwvestiging van geluidgevoelige objecten niet toegelaten, tenzij voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan hiervoor een omgevingsvergunning is verleend.
  2. b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Geluidzone', voor zover een wijziging van de bij een industrieterrein behorende geluidzone als bedoeld in de Wet geluidhinder daartoe aanleiding geeft.

12.2 Gezoneerd industrieterrein

  1. a. Geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn, tenzij in de planregels anders is bepaald, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Gezoneerd industrieterrein'.
  2. b. Binnen de 'Gezoneerd industrieterrein' zijn geen nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten toegelaten.
  3. c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het wijzigen of geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Gezoneerd industrieterrein' ten behoeve van het wijziging of (gedeeltelijke) opheffen van een gezoneerd industrieterrein.

Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels van het plan, voor:

  1. a. het oprichten van bouwwerken van algemeen nut, mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 3,5 meter;
  2. b. het overschrijden van in deze regels genoemde maten en percentages, zoals goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken en bebouwingspercentages, met niet meer dan 10%;
  3. c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
  4. d. beneden peil gelegen kelders alsmede erkers, balkons, galerijen, luifels, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, waarbij de grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,0 meter mogen worden overschreden;
  5. e. geluidwerende voorzieningen;

mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate worden beperkt en de ter plaatse aanwezige waarden niet op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het in geringe mate, doch met niet meer dan 10,0 meter, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.

Artikel 15 Overige Regels

15.1 Bevoegd gezag

Indien op grond van de wet Gedeputeerde Staten of de Minister is aangewezen als het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt waar op grond van dit bestemmingsplan burgemeester en wethouders bevoegd zijn om:

  1. a. af te wijken van het bestemmingsplan;
  2. b. een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden;
  3. c. een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een bouwwerk;

in plaats van 'burgemeester en wethouders' gelezen 'Gedeputeerde Staten' dan wel 'de Minister'.

15.2 Verwijzing naar andere regelgeving

Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 16 Overgangsrecht

16.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 16.1, onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Lid 16.1, onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

16.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 16.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verklein.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 16.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Lid 16.2, onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 17 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

"Regels van het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse, eerste herziening van de gemeente Schiedam".

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam

in de openbare vergadering van

de griffier, de voorzitter,

Bijlagen

Bijlage 1 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'

SBI-code Omschrijving Grootste afstand Categorie
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
0111, 0113 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 10 1
011, 012, 013, 016 Tuinbouw:
011, 012, 013 - bedrijfsgebouwen 10 1
011, 012, 013 - kassen zonder verwarming 10 1
011, 012, 013 - kassen met gasverwarming 10 1
0113 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 2
0113 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 3.2
0163 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 2
011 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 2
016 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
016 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 2
016 - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500 m² 30 2
016 - algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55
016 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven 30 2
0162 KI-stations 30 2
10, 11 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANK
1031 Aardappelproductenfabrieken:
1031 - vervaardiging van aardappelproducten 300 4.2
1031 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 3.1
1032, 1039 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1032, 1039 - jam 50 3.1
1032, 1039 - groente algemeen 50 3.1
1032, 1039 - met koolsoorten 100 3.2
1032, 1039 - met drogerijen 300 4.2
1032, 1039 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 4.2
104101 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104101 - p.c. < 250.000 ton / jaar 200 4.1
104101 - p.c. >= 250.000 ton / jaar 300 4.2
104102 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104102 - p.c. < 250.000 ton / jaar 200 4.1
104102 - p.c. >= 250.000 ton / jaar 300 4.2
1042 Margarinefabrieken:
1042 - p.c. < 250.000 ton / jaar 100 3.2
1042 - p.c. >= 250.000 ton / jaar 200 4.1
1051 Zuivelproductenfabrieken:
1051 - gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton / uur 200 4.1
1051 - geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton / uur 200 4.1
1051 - melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton / jaar 50 3.1
1051 - melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton / jaar 100 3.2
1051 - overige zuivelproductenfabrieken 50 3.1
1052 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 3.1
1052 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 1
1061 Meelfabrieken:
1061 - p.c. >= 500 ton / uur 200 4.1
1061 - p.c. < 500 ton / uur 100 3.2
1061 Grutterswarenfabrieken 100 3.2
1062 Zetmeelfabrieken:
1062 - p.c. < 10 ton / uur 200 4.1
1062 - p.c. >= 10 ton / uur 300 4.2
1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 4.1
1071 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1071 - v.c. < 7.500 kg meel / week, bij gebruik van charge-overs 30 2
1071 - v.c. >= 7.500 kg meel / week 100 3.2
1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 3.2
10821 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
10821 - cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 500 5.1
10821 - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 3.2
10821 - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 30 2
10821 - suikerwerkfabrieken met suikerbranden 300 4.2
10821 - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. > 200 m² 100 3.2
10821 - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. <= 200 m² 30 2
1073 Deegwarenfabrieken 50 3.1
1083 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1083 - koffiebranderijen 500 5.1
1083 - theepakkerijen 100 3.2
108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 4.1
1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 4.1
1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 4.1
1089 Soep- en soeparomafabrieken:
1089 - zonder poederdrogen 100 3.2
1089 - met poederdrogen 300 4.2
1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 4.1
110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 4.2
110102 Vervaardiging van ethylalcoholdoorgisting:
110102 - p.c. < 5.000 ton / jaar 200 4.1
110102 - p.c. >= 5.000 ton / jaar 300 4.2
1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke 10 1
1105 Bierbrouwerijen 300 4.2
1106 Mouterijen 300 4.2
1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 50 3.1
12 VERWERKING VAN TABAK
120 Tabakverwerkende industrie 200 4.1
13 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
131 Bewerken en spinnen van textielvezels 50 3.1
132 Weven van textiel:
132 - aantal weefgetouwen < 50 10 1
132 - aantal weefgetouwen >= 50 50 3.1
133 Textielveredelingsbedrijven 50 3.1
139 Vervaardiging van textielwaren 10 1
1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 3.2
139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 10 1
14 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141 Vervaardiging kleding van leer 30 2
141 Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer) 10 1
142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 3.1
15 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
151, 152 Lederfabrieken 300 4.2
151 Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) 50 3.1
152 Schoenenfabrieken 50 3.1
16 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
16101 Houtzagerijen 50 3.1
16102 Houtconserveringsbedrijven:
16102 - met creosootolie 200 4.1
16102 - met zoutoplossingen 30 2
1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 3.2
162 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 30 2
162 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² 30 2
162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 1
17 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
1711 Vervaardiging van pulp 200 4.1
1712 Papier- en kartonfabrieken:
1712 - p.c. < 3 ton / uur 50 3.1
1712 - p.c. 3 - 15 ton / uur 100 3.2
1712 - p.c. >= 15 ton / uur 200 4.1
172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 2
17212 Golfkartonfabrieken:
17212 - p.c. < 3 ton / uur 30 2
17212 - p.c. >= 3 ton / uur 50 3.1
58 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
1811 Drukkerijen van dagbladen 30 2
1812 Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen) 30 2
18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 1
1814 Grafische afwerking 0 1
1814 Binderijen 30 2
1813 Grafische reproductie en zetten 30 2
1814 Overige grafische activiteiten 30 2
182 Reproductiebedrijven opgenomen media 0 1
19 AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
19202 Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 3.1
19202 Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 4.2
19202 Aardolieproductenfabrieken n.e.g. 300 4.2
20 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2011 Vervaardiging van industriële gassen:
2011 - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton / dag lucht 100 3.2
2011 - overige gassenfabrieken, niet explosief 100 3.2
2011 - overige gassenfabrieken, explosief 300 4.2
2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 4.1
2012 Anorganische chemische grondstoffenfabrieken:
2012 - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' 300 4.2
2012 - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' 700 5.2
20141 Organische chemische grondstoffenfabrieken:
20141 - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' 300 4.2
20141 - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' 1000 5.3
20141 Methanolfabrieken:
20141 - p.c. < 100.000 ton / jaar 100 3.2
20141 - p.c. >= 100.000 ton / jaar 200 4.1
20149 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische):
20149 - p.c. < 50.000 ton / jaar 300 4.2
20149 - p.c. >= 50.000 ton / jaar 500 5.1
2015 Kunstmeststoffenfabrieken 500 5.1
2016 Kunstharsenfabrieken en dergelijke 700 5.2
202 Landbouwchemicaliënfabrieken:
202 - fabricage 1000 5.3
202 - formulering en afvullen 500 5.1
203 Verf, lak en vernisfabrieken 300 4.2
2110 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2110 - p.c. < 1.000 ton / jaar 300 4.2
2110 - p.c. >= 1.000 ton / jaar 500 5.1
2120 Farmaceutische productenfabrieken:
2120 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 3.1
2120 - verbandmiddelenfabrieken 10 1
2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 4.2
2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 4.2
2052 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2052 - zonder dierlijke grondstoffen 100 3.2
2052 - met dierlijke grondstoffen 500 5.1
205902 Fotochemische productenfabrieken 50 3.1
205903 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 3.1
205903 Overige chemische productenfabrieken n.e.g. 200 4.1
2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 4.2
22 VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
221101 Rubberbandenfabrieken 300 4.2
221102 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
221102 - vloeroppervlak < 100 m² 50 3.1
221102 - vloeroppervlak >= 100 m² 200 4.1
2219 Rubberartikelenfabrieken 100 3.2
222 Kunststofverwerkende bedrijven:
222 - zonder fenolharsen 200 4.1
222 - met fenolharsen 300 4.2
222 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 3.1
23 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
231 Glasfabrieken:
231 - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton / jaar 30 2
231 - glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton / jaar 100 3.2
231 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton / jaar 300 4.2
231 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton / jaar 500 5.1
231 Glas-in-loodzetterij 30 2
231 Glasbewerkingsbedrijven 30 2
232, 234 Aardewerkfabrieken:
232, 234 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 1
232, 234 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 50 3.1
233 Baksteen en baksteenelementenfabrieken 200 4.1
233 Dakpannenfabrieken 200 4.1
2351 Cementfabrieken:
2351 - p.c. < 100.000 ton / jaar 300 4.2
2351 - p.c. >= 100.000 ton / jaar 500 5.1
235201 Kalkfabrieken:
235201 - p.c. < 100.000 ton / jaar 200 4.1
235201 - p.c. >= 100.000 ton / jaar 500 5.1
235202 Gipsfabrieken:
235202 - p.c. < 100.000 ton / jaar 200 4.1
235202 - p.c. >= 100.000 ton / jaar 500 5.1
23611 Betonwarenfabrieken:
23611 - zonder persen, triltafels en bekistingtriller 100 3.2
23611 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton / dag 100 3.2
23611 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton / dag 200 4.1
23612 Kalkzandsteenfabrieken:
23612 - p.c. < 100.000 ton / jaar 50 3.1
23612 - p.c. >= 100.000 ton / jaar 200 4.1
2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 3.1
2363, 2364 Betonmortelcentrales:
2363, 2364 - p.c. < 100 ton / uur 100 3.2
2363, 2364 - p.c. >= 100 ton / uur 200 4.1
2365, 2369 Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips:
2365, 2369 - p.c. < 100 ton / dag 50 3.1
2365, 2369 - p.c. >= 100 ton / dag 200 4.1
237 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
237 - zonder breken, zeven en drogen 30 2
237 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton / jaar 100 3.2
237 - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton / jaar 200 4.1
2391 Slijp- en polijstmiddelenfabrieken 30 2
2399 Bitumineuze materialenfabrieken:
2399 - p.c. < 100 ton / uur 300 4.2
2399 - p.c. >= 100 ton / uur 500 5.1
2399 Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol):
2399 - steenwol, p.c. >= 5.000 ton / jaar 200 4.1
2399 - overige isolatiematerialen 200 4.1
2399 Minerale productenfabrieken n.e.g. 50 3.1
2399 Asfaltcentrales: p.c. < 100 ton / uur 100 3.2
2399 Asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton / uur 200 4.1
24 VERVAARDIGING VAN METALEN
241 Ruwijzer- en staalfabrieken:
241 - p.c. < 1.000 ton / jaar 700 5.2
241 - p.c. >= 1.000 ton / jaar 1500 6
245 Ijzeren- en stalenbuizenfabrieken:
245 - p.o. < 2.000 m² 30 2
245 - p.o. >= 2.000 m² 100 3.2
243 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
243 - p.o. < 2.000 m² 30 2
243 - p.o. >= 2.000 m² 50 3.1
244 Non-ferro-metaalfabrieken:
244 - p.c. < 1.000 ton / jaar 100 3.2
244 - p.c. >= 1.000 ton / jaar 300 4.2
244 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke:
244 - p.o. < 2.000 m² 50 3.1
244 - p.o. >= 2.000 m² 200 4.1
2451, 2452 Ijzer- en staalgieterijen / -smelterijen:
2451, 2452 - p.c. < 4.000 ton / jaar 100 3.2
2451, 2452 - p.c. >= 4.000 ton / jaar 200 4.1
2453, 2454 Non-ferro-metaalgieterijen / -smelterijen:
2453, 2454 - p.c. < 4.000 ton / jaar 100 3.2
2453, 2454 - p.c. >= 4.000 ton / jaar 200 4.1

25, 31
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES / TRANSPORTMIDDELEN)
251, 331 Constructiewerkplaatsen:
251, 331 - gesloten gebouw 30 2
251, 331 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² 30 2
251, 331 - in open lucht, p.o. < 2.000 m² 50 3.1
251, 331 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m² 200 4.1
2529, 3311 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2529, 3311 - p.o. < 2.000 m² 50 3.1
2529, 3311 - p.o. >= 2.000 m² 100 3.2
2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 2
255, 331 Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 30 2
255, 331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke 50 3.1
255, 331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² 30 2
2561, 3311 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2561, 3311 - algemeen 50 3.1
2561, 3311 - stralen 200 4.1
2561, 3311 - metaalharden 50 3.1
2561, 3311 - lakspuiten en moffelen 100 3.2
2561, 3311 - scoperen (opspuiten van zink) 50 3.1
2561, 3311 - thermisch verzinken en thermisch vertinnen 100 3.2
2561, 3311 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 50 3.1
2561, 3311 - anodiseren, eloxeren en chemische oppervlaktebehandeling 50 3.1
2561, 3311 - emailleren 100 3.2
2561, 3311 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) 50 3.1
2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie 30 2
2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² 30 2
259, 331 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
259, 331 - p.o. < 2.000 m² 50 3.1
259, 331 - p.o. >= 2.000 m² 100 3.2
259, 331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 2
259, 331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² 30 2
27, 28, 33 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
27, 28, 33 Machine- en apparatenfabrieken, inclusief reparatie:
27, 28, 33 - p.o. < 2.000 m² 30 2
27, 28, 33 - p.o. >= 2.000 m² 50 3.1
28, 33 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 3.1
27, 28, 33 - reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren = 1 MW motoren 30 2
26, 28, 33 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
26, 28, 33 Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie 30 2
26, 27, 33 VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken en dergelijke, inclusief reparatie 200 4.1
271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 4.1
273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 3.2
272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 3.2
274 Lampenfabrieken 300 4.2
293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 2
2790 Koolelektrodenfabrieken 1500 6
26, 33 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN
261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke inclusief reparatie 30 2
2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 3.1
26, 32, 33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
26, 32, 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke inclusief reparatie 30 2
29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
291 Autofabrieken en assemblagebedrijven:
291 - p.o. < 10.000 m² 100 3.2
291 - p.o. >= 10.000 m² 200 4.1
29201 Carrosseriefabrieken 100 3.2
29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 2
293 Auto-onderdelenfabrieken 30 2
30 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS)
301, 3315 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
301, 3315 - houten schepen 30 2
301, 3315 - kunststof schepen 100 3.2
301, 3315 - metalen schepen < 25 m 100 3.2
301, 3315 - metalen schepen >= 25 m en / of proefdraaien motoren >= 1 MW 100 3.2
301, 3315 - onderhoud / reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen 50 3.1
3831 Scheepssloperijen 200 4.1
302, 317 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
302, 317 - algemeen 50 3.1
302, 317 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 3.1
303, 3316 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
303, 3316 - zonder proefdraaien motoren 50 3.1
303, 3316 - met proefdraaien motoren 100 3.2
309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 2
3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 2
31 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
310 Meubelfabrieken 50 3.1
9524 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² 10 1
321 Fabricage van munten, sieraden en dergelijke 30 2
322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 2
323, 324 Sportartikelenfabrieken en speelgoedartikelenfabrieken 30 2
32991 Sociale werkvoorziening 30 2
32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 2
38 VOORBEREIDING TOT RECYCLING
383201 Metaal- en autoschredders 100 3.2
383202 Puinbrekerijen en -malerijen:
383202 - v.c. < 100.000 ton / jaar 100 3.2
383202 - v.c. >= 100.000 ton / jaar 200 4.1
383202 Rubberregeneratiebedrijven 300 4.2
383202 Afvalscheidingsinstallaties 200 4.1
35 PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
35 Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe)
35 - kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 700 5.2
35 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 100 3.2
35 - gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 100 3.2
35 - warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 100 3.2
35 Bio-energie-installaties elektrisch vermogen < 50 MWe:
35 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie 100 3.2
35 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 3.1
35 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
35 - < 10 MVA 10 1
35 - 10 - 100 MVA 30 2
35 - >= 100 MVA 50 3.1
35 Gasdistributiebedrijven:
35 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 100 3.2
35 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW 200 4.1
35 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A 10 1
35 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 10 1
35 - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D 50 3.1
35 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
35 - stadsverwarming 50 3.1
35 - blokverwarming 10 1
36 WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
36 Waterwinning-/bereidingbedrijven:
36 - met chloorgas 1000 5.3
36 - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling 30 2
36 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 10 1
41, 42, 43 BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43 Bouwbedrijven / aannemers algemeen
41, 42, 43 - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. > 1.000 m² 30 2
41, 42, 43 - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m² 10 1
432 Bouwinstallatie algemeen 30 2
4322 Installatie sanitair / centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij 50 3.1
4321 Elektrotechnische installatie 10 1
45, 47 HANDEL / REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
451, 452, 454 Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 1
451 Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) 10 1
45204 Autoplaatwerkerijen 30 2
45204 Autobeklederijen 10 1
45204 Autospuitinrichtingen 50 3.1
45205 Autowasserijen 10 1
453 Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 10 1
46 GROOTHANDEL EN OPSLAG
4621 Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders 30 2

4621
Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton / uur of meer 100 3.2
4622 Groothandel in bloemen en planten 10 1
4623 Groothandel in levende dieren 50 3.1
4624 Groothandel in huiden, vellen en leder 50 3.1
46217, 4631 Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen 50 3.1
4632, 4633 Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën 50 3.1
4634 Groothandel in dranken 0 1
4635 Groothandel in tabaksproducten 10 1
4636 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 10 1
4637 Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen 30 2
4638, 4639 Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen 10 1
464, 46733 Groothandel in overige consumentenartikelen 10 1
46499 Groothandel in vuurwerk en munitie:
46499 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 1
46499 - munitie 30 2
46711 Groothandel in vaste brandstoffen:
46711 - klein, lokaal verzorgingsgebied 50 3.1
46711 - kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m² 500 5.1
46712 Groothandel in vloeibare brandstoffen:
46712 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 1
46712 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ 50 3.1
46712 - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ 100 3.2
46712 - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ 10 1
46712 - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ 50 3.1
46712 - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ 200 4.1
46712 - o.c. >= 100.000 m³ 500 5.1
46712 - tot vloeistof verdichte gassen 300 4.2
46712 Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)):
46712 - bovengronds, < 2 m³ 30 2
46712 - bovengronds, 2 - 8 m³ 50 3.1
46712 - bovengronds, 8 - 80 m³ 100 3.2
46712 - bovengronds, 80 - 250 m³ 300 4.2
46712 - ondergronds, < 80 m³ 50 3.1
46712 - ondergronds, 80 - 250 m³ 200 4.1
46712 - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ 200 4.1
46712 - o.c. >= 100.000 m³ 500 5.1
46712 Gasvormige brandstoffen in gasflessen
46712 - kleine hoeveelheden < 10 ton 10 1
46712 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau 30 2
46712 - grote hoeveelheden (> 150 ton) en / of laag beschermingsniveau 500 5.1
46712 Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld 50 3.1
46713 Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) 100 3.2
46721 Groothandel in metaalertsen:
46721 - opslag oppervlak < 2.000 m² 300 4.2
46721 - opslag oppervlak >= 2.000 m² 700 5.2
46722, 46723 Groothandel in metalen en -halffabrikaten 10 1
4673 Groothandel in hout en bouwmaterialen:
4673 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 1
4673 - algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 1
46735 Zand en grind:
46735 - algemeen: b.o. > 200 m² 30 2
46735 - algemeen: b.o. <= 200 m² 10 1
4674 Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
4674 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 1
4674 - algemeen: b.o. <= 2.000 m² 0 1
46751 Groothandel in chemische producten 100 3.2
46752 Groothandel in kunstmeststoffen 30 2
46752 Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of in gasflessen
46752 - kleine hoeveelheden < 10 ton 10 1
46752 - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau 30 2
46752 - grote hoeveelheden (>150 ton) en / of laag beschermingsniveau 500 5.1
4676 Groothandel in overige intermediaire goederen 10 1
4677 Autosloperijen: b.o. > 1.000 m² 30 2
4677 - autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² 10 1
4677 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m² 30 2
4677 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m² 10 1
466 Groothandel in machines en apparaten:
466 - machines voor de bouwnijverheid 10 1
466 - overige 10 1
466 - overig met oppervlak <= 2.000 m² 10 1
466, 469 Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke) 0 1
47 REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
4791 Postorderbedrijven 0 1
952 Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) 10 1
49 VERVOER OVER LAND
493 Taxibedrijven 0 1
493 Touringcarbedrijven 10 1
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m² 30 2
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m² 30 2
52 DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
522 Loswal 30 2
52241 Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen:
52241 - containers 100 3.2
52241 - stukgoederen 100 3.2
52241 - ertsen, mineralen en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m² 700 5.2
52241 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur 500 5.1
52241 - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m² 700 5.2
52241 - olie, lpg, en dergelijke 1000 5.3
52241 - tankercleaning 300 4.2
52242 Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van binnenvaart:
52242 - containers 50 3.1
52242 - tankercleaning 300 4.2
52242 - stukgoederen 50 3.1
52242 - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak < 2.000 m² 200 4.1
52242 - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m² 700 5.2
52242 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 ton / uur 300 4.2
52242 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur 500 5.1
52242 - steenkool, opslagoppervlak < 2.000 m² 300 4.2
52242 - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m² 500 5.1
52242 - olie, lpg, en dergelijke 700 5.2
52102, 52109 Distributie, pak- en koelhuizen 50 3.1
52109 Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 10 1
5221 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 30 2
53 POST EN TELECOMMUNICATIE
531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 1
61 Telecommunicatiebedrijven 0 1
77 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
7711 Personenautoverhuurbedrijven 10 1
7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) 10 1
773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 1
7733 Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers 10 1
62 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
62 Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines 0 1
58, 63 Datacentra 0 1
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 3.1
74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 1
82991 Veilingen voor landbouw- en visserijproducten 50 3.1
82992 Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke 0 1
37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING
3700 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
3700 - < 100.000 i.e. 200 4.1
3700 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 4.2
3700 - >= 300.000 i.e. 500 5.1
3700 Rioolgemalen 30 2
381 Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke 50 3.1
381 Gemeentewerven (afvalinzameldepots) 30 2
381 Vuiloverslagstations 200 4.1
382 Afvalverwerkingsbedrijven:
382 - mestverwerking / korrelfabrieken 500 5.1
382 - kabelbranderijen 100 3.2
382 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 3.1
382 - oplosmiddelterugwinning 100 3.2
382 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 4.2
382 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 30 2
382 Composteerbedrijven:
382 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton / jaar 300 4.2
382 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton / jaar 700 5.2
382 - belucht v.c. < 20.000 ton / jaar 100 3.2
382 - belucht v.c. > 20.000 ton / jaar 200 4.1
382 - gft in gesloten gebouw 200 4.1
59 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
591, 592, 601, 602 Studio's (film, TV, radio, geluid) 10 1
96 OVERIGE DIENSTVERLENING
96011 Wasserijen en linnenverhuur 30 2
96011 Tapijtreinigingsbedrijven 30 2
96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 2
96013 Wasverzendinrichtingen 30 2

Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant o.c. : opslagcapaciteit
< : kleiner dan p.c. : productiecapaciteit
> : groter dan p.o. : productieoppervlak
= : gelijk aan b.o. : bedrijfsoppervlak
cat. : categorie v.c. : verwerkingscapaciteit
e.d. : en dergelijke u : uur
i.e. : inwonereenheden d : dag
kl. : klasse w : week
n.e.g. : niet elders genoemd j : jaar

Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'

De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.

Richafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

De Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt gehanteerd om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op een gezoneerd industrieterrein te regelen. Het milieuaspect geluid is niet in de milieuzonering opgenomen, omdat geluid, vanwege de status als gezoneerd industrieterrein, is gereguleerd via de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer (onder andere met behulp van een zonebeheermodel en de omgevingsvergunning milieu).

Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de drie verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de drie. In de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt de grootste afstand genoemd.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.

Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden (in meters).

Milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
Richtafstand 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000 1.500

Bestemmingsplantoetsing

De in dit bestemmingsplan opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.

Het milieuaspect geluid is niet in de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' opgenomen. Het aspect geluid wordt op een gezoneerd industrieterrein via de Wet geluidhinder gereguleerd. De milieuzonering via de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' heeft om deze reden geen betrekking op het aspect geluid. Hiermee wordt een dubbele regeling via zowel de Wet ruimtelijke ordening als de Wet geluidhinder voorkomen. Tevens wordt enerzijds voorkomen dat de milieuzonering met richtafstanden onnodige geluidsbeperkingen opleveren ten opzichte van de specifieke geluidsmogelijkheden die de Wet geluidhinder voor het industrieterrein biedt. Anderzijds wordt voorkomen dat de te hanteren richtafstanden voor andere milieuaspecten in de verdrukking komen wanneer in de milieuzonering zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de geluidsmogelijkheden conform de Wet geluidhinder.

De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.

Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.

Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.

Bijlage 3 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Bedrijventerrein'

SBI-code Omschrijving Grootste afstand Categorie
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
011, 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 30 2
011, 012, 013, 016 Tuinbouw:
011, 012, 013 - bedrijfsgebouwen 30 2
011, 012, 013 - kassen zonder verwarming 30 2
011, 012, 013 - kassen met gasverwarming 30 2
0113 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 2
0113 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 3.2
0163 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 2
011 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 2
016 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
016 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 50 3.1
016 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 30 2
016 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 50 3.1
016 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 30 2
0162 KI-stations 30 2
10, 11 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
1031 Aardappelprodukten fabrieken:
1031 - vervaardiging van aardappelproducten 300 4.2
1031 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 3.1
1032, 1039 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1032, 1039 - jam 100 3.2
1032, 1039 - groente algemeen 100 3.2
1032, 1039 - met koolsoorten 100 3.2
1032, 1039 - met drogerijen 300 4.2
1032, 1039 - met uienconservering (zoutinleggerij) 300 4.2
104101 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104101 - p.c. < 250.000 t/j 200 4.1
104101 - p.c. >= 250.000 t/j 300 4.2
104102 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104102 - p.c. < 250.000 t/j 200 4.1
104102 - p.c. >= 250.000 t/j 300 4.2
1042 Margarinefabrieken:
1042 - p.c. < 250.000 t/j 200 4.1
1042 - p.c. >= 250.000 t/j 300 4.2
1051 Zuivelprodukten fabrieken:
1051 - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u 500 5.1
1051 - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u 500 5.1
1051 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 100 3.2
1051 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 300 4.2
1051 - overige zuivelprodukten fabrieken 300 4.2
1052 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 100 3.2
1052 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 30 2
1061 Meelfabrieken:
1061 - p.c. >= 500 t/u 300 4.2
1061 - p.c. < 500 t/u 200 4.1
1061 Grutterswarenfabrieken 200 4.1
1062 Zetmeelfabrieken:
1062 - p.c. < 10 t/u 200 4.1
1062 - p.c. >= 10 t/u 300 4.2
1091 Veevoerfabrieken:
1091 - destructiebedrijven 700 5.2
1091 - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 700 5.2
1091 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 300 4.2
1091 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 700 5.2
1091 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 4.1
1091 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 4.2
1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 4.1
1071 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1071 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 2
1071 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 3.2
1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 3.2
10821 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
10821 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 500 5.1
10821 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 3.2
10821 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 30 2
10821 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 300 4.2
10821 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 3.2
10821 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 30 2
1073 Deegwarenfabrieken 50 3.1
1083 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1083 - koffiebranderijen 500 5.1
1083 - theepakkerijen 100 3.2
108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 4.1
1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 4.1
1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 4.1
1089 Soep- en soeparomafabrieken:
1089 - zonder poederdrogen 100 3.2
1089 - met poederdrogen 300 4.2
1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 4.1
110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 300 4.2
110102 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
110102 - p.c. < 5.000 t/j 200 4.1
110102 - p.c. >= 5.000 t/j 300 4.2
1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 30 2
1105 Bierbrouwerijen 300 4.2
1106 Mouterijen 300 4.2
1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 100 3.2
12 VERWERKING VAN TABAK
120 Tabakverwerkende industrie 200 4.1
13 VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
131 Bewerken en spinnen van textielvezels 100 3.2
132 Weven van textiel:
132 - aantal weefgetouwen < 50 100 3.2
132 - aantal weefgetouwen >= 50 300 4.2
133 Textielveredelingsbedrijven 50 3.1
139 Vervaardiging van textielwaren 50 3.1
1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 200 4.1
139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 50 3.1
14 VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141 Vervaardiging kleding van leer 50 3.1
141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 30 2
142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 3.1
15 VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
151,152 Lederfabrieken 300 4.2
151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 3.1
152 Schoenenfabrieken 50 3.1
16 HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
16101 Houtzagerijen 100 3.2
16102 Houtconserveringsbedrijven:
16102 - met creosootolie 200 4.1
16102 - met zoutoplossingen 50 3.1
1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 3.2
162 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 100 3.2
162 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 50 3.1
162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 30 2
17 VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
1711 Vervaardiging van pulp 200 4.1
1712 Papier- en kartonfabrieken:
1712 - p.c. < 3 t/u 50 3.1
1712 - p.c. 3 - 15 t/u 200 4.1
1712 - p.c. >= 15 t/u 300 4.2
172 Papier- en kartonwarenfabrieken 100 3.2
17212 Golfkartonfabrieken:
17212 - p.c. < 3 t/u 100 3.2
17212 - p.c. >= 3 t/u 200 4.1
58 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
1811 Drukkerijen van dagbladen 100 3.2
1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 100 3.2
18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 30 2
1814 Grafische afwerking 10 1
1814 Binderijen 30 2
1813 Grafische reproduktie en zetten 30 2
1814 Overige grafische aktiviteiten 30 2
182 Reproduktiebedrijven opgenomen media 10 1
19 AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
19202 Smeeroliën- en vettenfabrieken 100 3.2
19202 Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 4.2
19202 Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 4.2
20 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2120 Farmaceutische produktenfabrieken:
2120 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 3.1
2120 - verbandmiddelenfabrieken 30 2
2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 4.2
2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 4.2
2052 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2052 - zonder dierlijke grondstoffen 100 3.2
2052 - met dierlijke grondstoffen 500 5.1
205902 Fotochemische produktenfabrieken 100 3.2
205903 Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 3.1
205903 Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 4.1
2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 4.2
22 VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
221101 Rubberbandenfabrieken 300 4.2
221102 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
221102 - vloeropp. < 100 m2 50 3.1
221102 - vloeropp. >= 100 m2 200 4.1
2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 3.2
222 Kunststofverwerkende bedrijven:
222 - zonder fenolharsen 200 4.1
222 - met fenolharsen 300 4.2
222 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 3.1
23 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
231 Glasfabrieken:
231 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 100 3.2
231 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 300 4.2
231 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 4.2
231 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 500 5.1
231 Glasbewerkingsbedrijven 50 3.1
232, 234 Aardewerkfabrieken:
232, 234 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 30 2
232, 234 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 100 3.2
233 Baksteen en baksteenelementenfabrieken 200 4.1
233 Dakpannenfabrieken 200 4.1
2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 100 3.2
2365, 2369 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2365, 2369 - p.c. < 100 t/d 100 3.2
2365, 2369 - p.c. >= 100 t/d 300 4.2
237 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
237 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 100 3.2
237 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 50 3.1
237 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 300 4.2
237 - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j 700 5.2
2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 50 3.1
2399 Bitumineuze materialenfabrieken:
2399 - p.c. < 100 t/u 300 4.2
2399 - p.c. >= 100 t/u 500 5.1
2399 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2399 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 300 4.2
2399 - overige isolatiematerialen 200 4.1
2399 Minerale produktenfabrieken n.e.g. 100 3.2
24 VERVAARDIGING VAN METALEN
243 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
243 - p.o. < 2.000 m2 300 4.2
243 - p.o. >= 2.000 m2 700 5.2
244 Non-ferro-metaalfabrieken:
244 - p.c. < 1.000 t/j 300 4.2
244 - p.c. >= 1.000 t/j 700 5.2
25, 31 VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
251, 331 Constructiewerkplaatsen
251, 331 - gesloten gebouw 100 3.2
251, 331 - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 50 3.1
251, 331 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 200 4.1
251, 331 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 300 4.2
2529, 3311 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2529, 3311 - p.o. < 2.000 m2 300 4.2
2529, 3311 - p.o. >= 2.000 m2 500 5.1
2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 200 4.1
255, 331 Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 200 4.1
255, 331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 100 3.2
255, 331 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 50 3.1
2561, 3311 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2561, 3311 - algemeen 100 3.2
2561, 3311 - stralen 200 4.1
2561, 3311 - metaalharden 100 3.2
2561, 3311 - lakspuiten en moffelen 100 3.2
2561, 3311 - scoperen (opspuiten van zink) 100 3.2
2561, 3311 - thermisch verzinken 100 3.2
2561, 3311 - thermisch vertinnen 100 3.2
2561, 3311 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 100 3.2
2561, 3311 - anodiseren, eloxeren 100 3.2
2561, 3311 - chemische oppervlaktebehandeling 100 3.2
2561, 3311 - emailleren 100 3.2
2561, 3311 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 100 3.2
2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie 100 3.2
2562, 3311 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 50 3.1
259, 331 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
259, 331 - p.o. < 2.000 m2 200 4.1
259, 331 - p.o. >= 2.000 m2 500 5.1
259, 331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 100 3.2
259, 331 Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 50 3.1
27, 28, 33 VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
27, 28, 33 Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
27, 28, 33 - p.o. < 2.000 m2 100 3.2
27, 28, 33 - p.o. >= 2.000 m2 200 4.1
28, 33 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 300 4.2
26, 28, 33 VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
26, 28, 33 Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 2
26, 27, 33 VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 4.1
271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 4.1
273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 200 4.1
272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 3.2
274 Lampenfabrieken 300 4.2
293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 2
26, 33 VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 50 3.1
2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 3.1
26, 32, 33 VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
26, 32, 33 Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 2
29
29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
291 Autofabrieken en assemblagebedrijven
291 - p.o. < 10.000 m2 200 4.1
291 - p.o. >= 10.000 m2 300 4.2
29201 Carrosseriefabrieken 200 4.1
29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 200 4.1
293 Auto-onderdelenfabrieken 100 3.2
30 VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
301, 3315 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
301, 3315 - houten schepen 50 3.1
301, 3315 - kunststof schepen 100 3.2
301, 3315 - metalen schepen < 25 m 200 4.1
301, 3315 - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 500 5.1
3831 Scheepssloperijen 700 5.2
302, 317 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
302, 317 - algemeen 100 3.2
302, 317 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 300 4.2
303, 3316 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
303, 3316 - zonder proefdraaien motoren 200 4.1
303, 3316 - met proefdraaien motoren 1000 5.3
309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 100 3.2
3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 100 3.2
31 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
310 Meubelfabrieken 100 3.2
9524 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 10 1
321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 2
322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 2
323 Sportartikelenfabrieken 50 3.1
324 Speelgoedartikelenfabrieken 50 3.1
32991 Sociale werkvoorziening 30 2
32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 50 3.1
38 VOORBEREIDING TOT RECYCLING
383202 Rubberregeneratiebedrijven 300 4.2
383202 Afvalscheidingsinstallaties 300 4.2
36 WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
36 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
36 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 50 3.1
41, 42, 43 BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 100 3.2
41, 42, 43 Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 50 3.1
41, 42, 43 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 50 3.1
41, 42, 43 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 30 2
45, 47 HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 30 2
451 Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) 100 3.2
45204 Autoplaatwerkerijen 100 3.2
45204 Autobeklederijen 10 1
45204 Autospuitinrichtingen 50 3.1
45205 Autowasserijen 30 2
453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 30 2
46 GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
4621 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 50 3.1
4621 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer 300 4.2
4622 Grth in bloemen en planten 30 2
4623 Grth in levende dieren 100 3.2
4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 3.1
46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 50 3.1
4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 50 3.1
4634 Grth in dranken 30 2
4635 Grth in tabaksprodukten 30 2
4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 30 2
4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 2
4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 30 2
464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 30 2
46499 Grth in vuurwerk en munitie:
46499 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 30 2
46499 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 50 3.1
46499 - munitie 30 2
46711 Grth in vaste brandstoffen:
46711 - klein, lokaal verzorgingsgebied 50 3.1
46711 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 500 5.1
46712 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
46712 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 200 4.1
46712 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 500 5.1
46712 - tot vloeistof verdichte gassen 300 4.2
46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 3.2
46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 100 3.2
4673 Grth in hout en bouwmaterialen:
4673 - algemeen: b.o. > 2000 m² 50 3.1
4673 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 30 2
46735 Grth in zand en grind:
46735 - algemeen: b.o. > 200 m² 100 3.2
46735 - algemeen: b.o. <= 200 m² 30 2
4674 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
4674 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 50 3.1
4674 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 30 2
46751 Grth in chemische produkten 100 3.2
46752 Grth in kunstmeststoffen 30 2
4676 Grth in overige intermediaire goederen 30 2
466 Grth in machines en apparaten:
466 - machines voor de bouwnijverheid 100 3.2
466 - overige 50 3.1
466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 30 2
47 DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
4791 Postorderbedrijven 50 3.1
952 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 10 1
55 LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
562 Cateringbedrijven 30 2
49 VERVOER OVER LAND
493 Taxibedrijven 30 2
493 Touringcarbedrijven 100 3.2
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 100 3.2
494 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 50 3.1
495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 30 2
52 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
52241 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:
52241 - containers 500 5.1
52241 - stukgoederen 300 4.2
52241 - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 1000 5.3
52241 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 500 5.1
52241 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 700 5.2
52241 - olie, LPG, e.d. 1000 5.3
52241 - tankercleaning 300 4.2
52242 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
52242 - containers 300 4.2
52242 - tankercleaning 300 4.2
52242 - stukgoederen 100 3.2
52242 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 300 4.2
52242 - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 700 5.2
52242 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 300 4.2
52242 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 500 5.1
52242 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 300 4.2
52242 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 500 5.1
52242 - olie, LPG, e.d. 700 5.2
52102, 52109 Distributiecentra, pak- en koelhuizen 50 3.1
52109 Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 30 2
5221 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 100 3.2
5222 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 10 1
5229 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 10 1
53 POST EN TELECOMMUNICATIE
531, 532 Post- en koeriersdiensten 30 2
61 Telecommunicatiebedrijven 10 1
77 VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
7711 Personenautoverhuurbedrijven 30 2
7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 50 3.1
773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 50 3.1
772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 30 2
62 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
62 Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 10 1
58, 63 Datacentra 30 2
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 3.1
74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 30 2
82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 10 1
37, 38, 39 MILIEUDIENSTVERLENING
381 Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 50 3.1
381 Vuiloverslagstations 300 4.2
382 Afvalverwerkingsbedrijven:
382 - mestverwerking/korrelfabrieken 500 5.1
382 - kabelbranderijen 100 3.2
382 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 3.1
382 - oplosmiddelterugwinning 100 3.2
382 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 4.2
382 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 30 2
59 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
591, 592, 601, 602 Studio's (film, TV, radio, geluid) 30 2
96 OVERIGE DIENSTVERLENING
96011 Wasserijen en strijkinrichtingen 50 3.1
96011 Tapijtreinigingsbedrijven 50 3.1
96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 2
96013 Wasverzendinrichtingen 30 2
96013 Wasserettes, wassalons 10 1

Verklaring gebruikte afkortingen

- : niet van toepassing / niet relevant o.c. : opslagcapaciteit
< : kleiner dan p.c. : productiecapaciteit
> : groter dan p.o. : productieoppervlak
= : gelijk aan b.o. : bedrijfsoppervlak
cat. : categorie v.c. : verwerkingscapaciteit
e.d. : en dergelijke u : uur
i.e. : inwonereenheden d : dag
kl. : klasse w : week
n.e.g. : niet elders genoemd j : jaar

Bijlage 4 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten

De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.

Richafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar

Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. In de Staat van milieubelastende activiteiten wordt de grootste afstand genoemd.

Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.

Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.

Categorie

De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden:

Milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
Richtafstand 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000 1.500

Bestemmingsplantoetsing

De in dit bestemmingsplan opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.

De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.

Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten; in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.

Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.

Bijlage 5 Parkeernormen

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeenteraad van Schiedam heeft op 18 juli 2013 voor het gehele bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' vastgesteld. Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is ten aanzien van dit bestemmingsplan op het onderdeel detailhandel een reactieve aanwijzing gegeven. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 hierover uitspraak gedaan. Deze uitspraak geeft aanleiding het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' voor wat betreft volumineuze detailhandel te herzien. Daarnaast worden enkele kleine planologische wijzigingen meegenomen in het plan.

1.2 Begrenzing Plangebied

Het bestemmingsplan betreft de volgende percelen op het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse:

  1. a. de binnen het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' gelegen percelen met detailhandel in volumineuze goederen: Buitenhavenweg 132 en 140, Van Deventerstraat 26-30, Nieuw-Mathenesserstraat 11-13 en Gustoweg 81-83 (geel).
  2. b. de bedrijfswoningen Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60 (blauw).
  3. c. de voormalige Calex gloeilampenfabriek aan de Nieuw-Mathenesserstraat 46 (groen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0606.BP0034-0002_0001.png"

Ligging locaties herziening binnen plangebied 'Nieuw-Mathenesse'

1.3 Geldend Bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt momenteel het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'. Aanvullend hierop geldt de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 30 juli 2013, voor zover deze niet is vernietigd door de Afdeling Bestuursrechtspraak in haar uitspraak van 16 april 2014.

Vastgesteld IMRO-identificatie
Nieuw-Mathenesse 18 juli 2013 NL.IMRO.0606.BP0024-0002
Reactieve aanwijzing Nieuw-Mathenesse (GS) 30 juli 2013 NL.IMRO.9928.DOSx2013x0005770AW-VA01

1.4 Opzet Bestemmingsplan En Toelichting

Het bestemmingsplan bestaat uit drie delen:

  • de toelichting: hierin worden de overwegingen beschreven die hebben geleid tot het geven van een bepaalde bestemming, evenals een uitleg van de gebruikte bestemmingen en de uitvoerbaarheid van het plan;
  • de regels: hierin wordt per bestemming een omschrijving gegeven van het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing van de in dit plan begrepen gronden, en;
  • een verbeelding, met daarop aangegeven de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden.

Hoofdstuk 2 Reikwijdte En Doel

2.1 Beschrijving Bestaande Situatie

Nieuw-Mathenesse ligt direct ten zuidoosten van de Schiedamse binnenstad en is het oudste bedrijventerrein in Schiedam. Over het algemeen is Nieuw-Mathenesse te karakteriseren als een regulier, stedelijk bedrijventerrein met een grote variatie aan bedrijvigheid. De gemeente is een proces van herstructurering gestart, met als doel om in nauwe samenwerking met de ondernemers op het bedrijventerrein het verval te keren en tot vernieuwing en herstructurering te komen (Masterplan Nieuw-Mathenesse, 2008). Voor de algemene beschrijving van het gehele gebied wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'.

2.2 Reactieve Aanwijzing

Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is ten aanzien van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' op 30 juli 2013 een reactieve aanwijzing als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening gegeven. In de reactieve aanwijzing werd gesteld dat de in het bestemmingsplan gehanteerde definitie voor volumineuze detailhandel te ruim is ten opzichte van de door de provincie in de verordening Ruimte gehanteerde definitie. Aanvullend werd het toelaten van ondergeschikte detailhandel bij bedrijven in strijd met de provinciale verordening geacht. De reactieve aanwijzing had tot gevolg dat de regeling inzake ondergeschikte detailhandel en (gedeeltelijk) de definitiebepaling van volumineuze detailhandel geen onderdeel meer uitmaakten van het bestemmingsplan.

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 (proc.nr. 201308137/1/R4) uitspraak gedaan in het beroep tegen de reactieve aanwijzing. De Raad van State heeft de reactieve aanwijzing voor zover het betrekking had op de ondergeschikte detailhandel vernietigd, omdat dit geen onderdeel vormde van de eerder door Gedeputeerde Staten ingediende zienswijze. De reactieve aanwijzing is in stand gelaten voor zover dit het gedeeltelijk buiten toepassing verklaren van de definitiebepaling voor volumineuze detailhandel betreft.

De systematiek van de wet bepaalt dat met een reactieve aanwijzing uitsluitend onderdelen uit een bestemmingsplan kunnen worden verwijderd en geen onderdelen kunnen worden toegevoegd of gewijzigd. Door het verwijderen van onderdelen uit de definitie van volumineuze detailhandel luidt deze thans: "detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling detailhandel in auto's, kampeermiddelen, boten". Deze definitiebepaling is beperkter dan wat op grond van de provinciale verordening onder toegelaten vormen van volumineuze detailhandel mag worden verstaan. Om de begripsbepaling van het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de provinciale verordening dient het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' op dit onderdeel te worden herzien. Het niet aanpassen van de definitiebepaling zou de gebruiksmogelijkheden van de panden onevenredig beperken, wat leegstand in de hand kan werken. Daarnaast zou, voor zover sprake is van de verkoop van meubelen, het bestaande, legale gebruik onder het overgangsrecht worden gebracht, terwijl beëindiging van dit gebruik binnen de planperiode van 10 jaar niet is voorzien.

Op het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse bevinden zich de volgende bedrijven waar sprake is van detailhandel in volumineuze goederen:

  • Buitenhavenweg 132 en 140: Meubeltoonkamers Modern (meubelen);
  • Van Deventerstraat 26-30: Masko Meubels (meubelen);
  • Nieuw-Mathenesserstraat 11-13: Kriek & Van der Kruit's Automobielbedrijf B.V. (auto's);
  • Gustoweg 81-83: Algemene Bedrijfsauto Combinatie B.V. (auto's).

2.3 Overige Wijzigingen

Geïnventariseerd is of er ten opzichte van het moment van vaststelling van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' ontwikkelingen of wijzigen zijn in het gebied welke meegenomen kunnen worden in deze herziening van het bestemmingsplan. De volgende ontwikkelingen en/of wijzigingen worden meegenomen in deze herziening:

  • De gloeilampenfabriek 'Calex' is gevestigd aan de Nieuw-Mathenesserstraat 46. Aan dit bedrijf was in het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' een maatbestemming gegeven omdat de bedrijfsactiviteiten (milieucategorie 4.2) zwaarder waren dan ter plekke is toegelaten op grond van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. De productie van gloeilampen in dit bedrijfspand is gestaakt en daarmee de noodzaak voor een maatbestemming welke ter plekke een gloeilampenfabriek toelaat. Gelet hierop komt de maatbestemming te vervallen en geldt qua toegelaten bedrijvigheid de hoofdregel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse', op grond waarvan bedrijfsactiviteiten tot maximaal milieucategorie 3.2 zijn toegelaten.
  • In het plangebied bevinden zich bedrijfswoningen op de adressen Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60. De bedrijfswoningen bevinden zich allen op de verdieping en behoren tot het op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf. De aanwezigheid van bedrijfswoningen op het bedrijventerrein is uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet (langer) wenselijk. Enerzijds kan de aanwezigheid van bedrijfswoningen leiden tot een ongewenste beperking van de bedrijfsvoering van bedrijven, anderzijds kan bewoners geen goed woon- en leefklimaat worden gegarandeerd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn om deze reden niet toegelaten in het plangebied. Voor de bestaande bedrijfswoningen, welke op de verbeelding allen zijn aangeduid als 'bedrijfswoning', geldt een beperkende regeling op grond waarvan de woningen als bedrijfswoning kunnen blijven functioneren, maar welke het verbiedt de woning af te splitsen van het bedrijf waartoe deze behoort. Aanvullend bevat de regeling een uitsterfconstructie waarbij het gebruik van de bedrijfswoning niet mag worden hervat op het moment dat deze voor een ander doel dan het wonen in gebruik is genomen. Deze bepaling geldt daarbij niet op het moment dat de bedrijfswoning (voor langere tijd) te koop wordt aangeboden.

2.4 Cultuurhistorisch Waardevolle Bebouwing

De voormalige branderij aan de Buitenhavenweg 132 is een cultuurhistorisch waardevol bouwwerk. Deze branderij stamt uit 1853 en is het laatste voorbeeld in zijn soort aan de Buitenhavenweg. Na 1850 ontstond aan dit gedeelte van de Buitenhavenweg een vrijwel aaneengesloten gevelrij met vergelijkbare panden. Het gebouw heeft een eenvoudige gevel in een classicistische opzet. In de gewijzigde begane grond is nog een getoogde inrijpoort aanwezig met een sluitsteen met het jaartal 1855. Het gebouw heeft een hoge cultuurhistorische waarde samenhangend met de brandersgeschiedenis van Schiedam. Ter bescherming van deze waarde is de voormalige branderij op de verbeelding aangeduid met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 (proc.nr. 201309389/1/R4) deze wijze van bestemmen geaccordeerd.

Hoofdstuk 3 Beleidskader En Milieu

3.1 Beleidskader

In deze paragraaf wordt een beknopt overzicht gegeven van het relevante ruimtelijk beleid met betrekking tot (volumineuze) detailhandel. Voor wat betreft het overige ruimtelijk beleid op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau welke van toepassing is op het plangebied en het bedrijventerrein 'Nieuw-Mathenesse' als geheel wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'.

3.1.1 Provinciaal detailhandelsbeleid

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening moeten gemeenten, provincies en Rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. De provincie Zuid-Holland heeft op 9 juli 2014 voor de gehele provincie de structuurvisie 'Ruimte en Mobiliteit' vastgesteld. De structuurvisie gaat uit van structurele, maar ook onzekere, veranderingen in de samenleving, economie en het milieu. Veranderingen die er toe leiden dat de voorspelbaarheid van ontwikkelingen vermindert. Binnen dit dynamische speelveld zet de provincie in op het beter benutten en verder opwaarderen van bovenlokale netwerken, landschapsstructureren en verstedelijkingspatronen. De behoefte van de gebruikers staat daarbij centraal; het aanbod moet zijn afgestemd op hun vraag.

In 2012 heeft de provincie Zuid-Holland de notitie 'Detailhandel in Zuid-Holland' vastgesteld, welke is opgenomen in de provinciale structuurvisie. Het provinciaal beleid is er op gericht om de hoofdstructuur (hoofd- en ondersteunende centra, aangevuld met de belangrijkste clusters van perifere detailhandel) zoveel mogelijk te versterken, zonder de dynamiek in de sector te willen verminderen. Het beleid ten aanzien van perifere detailhandel blijft restrictief en beperkt tot een aantal in de verordening aangewezen locaties. De sturing wordt wel losgelaten ten aanzien van een aantal branches die de detailhandelsstructuur niet versterken en zelden voorkomen op locaties voor de vestiging van perifere detailhandel.

Samen met de structuurvisie is de verordening 'Ruimte' vastgesteld. In deze verordening vindt een juridische vertaling plaats van het beleid uit de structuurvisie. De verordening stelt regels met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking hebben in het bestemmingsplan. De provinciale verordening is voor wat betreft het onderwerp detailhandel van toepassing op dit bestemmingsplan.

Nieuwe detailhandel moet op grond van artikel 2.1.4, eerste lid van de verordening gevestigd worden binnen of direct aansluitend aan een bestaande winkelconcentratie in de centra van steden, dorpen en wijken. Bij Kroonbesluit van 21 november 2015 (Staatsblad 2015/454, d.d. 2 december 2015) is de uitzonderingsregel in het derde lid van dit artikel geschorst. De Kroon heeft geoordeeld dat het limitatieve karakter van de uitzonderingsregel zich niet verdraagt met een goede ruimtelijke ordening en er twijfel is of de hieruit voortvloeiende vestigingsbeperkingen kunnen worden gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang en of, indien dit zo is, de beperkingen in concrete gevallen geschikt, evenredig en noodzakelijk zijn. In dat kader wordt ook verwezen naar de van toepassing zijnde Europese regelgeving. Naar aanleiding hiervan heeft de Kroon een voorziening getroffen, welke in de plaats treedt van de uitzonderingsregel. Op grond hiervan is de het bepaalde met betrekking tot de vestiging van detailhandel in de centra is niet van toepassing op:

  • detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen en detailhandel die zich uit oogpunt van ruimtelijke ordening niet onderscheidt van de hiervoor genoemde detailhandel.
  • tuincentra en bouwmarkten (groter dan 1.000 m² bvo);
  • grootschalige meubelbedrijven (groter dan 1.000 m² bvo) en detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi’s gelegen op een aangewezen perifere detailhandelslocatie.

Voor de onder 2 en 3 genoemde perifere detailhandel geldt de aanvullende verplichting dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast, geen onaanvaardbare leegstand ontstaat en advies gevraagd is aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.

Het bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op die locaties waar reeds volumineuze detailhandelsbedrijven aanwezig zijn en biedt geen ruimte voor uitbreiding of wijziging naar een vorm van detailhandel welke niet expliciet is toegelaten op grond van het provinciaal beleid. Overeenkomstig de provinciale verordening is op alle locaties waar reeds volumineuze detailhandel aanwezig is detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen toegelaten.

Aan de Buitenhavenweg 132 en 140 en de Van Deventerstraat 26-30 bevindt zich een tweetal meubelbedrijven. Deze bedrijven zijn op de verbeelding, overeenkomstig het bepaalde in de reactieve aanwijzing van 30 juli 2013, aangeduid als 'specifiek vorm van detailhandel - meubels'. Ter plekke van deze aanduiding is detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering toegelaten.

3.1.2 Gemeentelijk detailhandelsbeleid

In 2009 is de 'Detailhandelsnota 2010-2020' vastgesteld. De nota tracht door middel van een onderlinge afstemming tussen de winkelgebieden en geplande ontwikkeling een sterk detailhandelsapparaat op te bouwen. Doel is te komen tot een evenwichtige en duurzame voorzieningenstructuur voor de consument waarin de markt met vertrouwen durft te investeren. Schiedam heeft geen grootschalige perifere detailhandelsconcentratie, al zijn wel enkele solitaire aanbieders aanwezig op de bedrijventerreinen. Vanwege het grote aanbod in de omgeving (o.a. Alexandrium III, Ikea Delft) is er geen aanleiding om dit aanbod in de periferie substantieel uit te breiden. Om deze reden wordt detailhandel in het bestemmingsplan beperkt tot de bestaande detailhandelsvestigingen.

3.2 Milieu

In het kader van het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' zijn alle relevante milieuaspecten voor het gehele bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse beoordeeld en is een milieueffectrapport opgesteld. Dit bestemmingsplan betreft uitsluitend een herziening van de planologische regeling inzake de bestaande volumineuze detailhandel en aanpassing van de regels naar aanleiding van enkele ontwikkelingen. Het bestemmingsplan heeft geen milieueffecten anders dan reeds beoordeeld in het kader van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'. Gelet hierop wordt voor wat betreft het aspect milieu verwezen naar hoofdstuk 4 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' en het bijbehorende milieueffectrapport.

Hoofdstuk 4 Juridische Aspecten

De planologische regeling uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse is in dit bestemmingsplan, voor zover van toepassing op het plangebied, overgenomen in deze herziening. In vergelijking tot dat bestemmingsplan zijn de planregels aangepast. Daarnaast is een regeling met betrekking tot het parkeren, stallen, laden en lossen opgenomen aangezien dit aspect niet meer via de gemeentelijke Bouwverordening wordt gereguleerd.

4.1 Herziening Planregels

De planregels en verbeelding zijn op de volgende wijze herzien:

  1. 1. De definitie van volumineuze detailhandel is in overeenstemming gebracht met de provinciale verordening en luidt: "Detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben, zijnde detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen, inclusief bij het hoofdassortiment passende nevenassortimenten mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van het nevenassortiment wordt gebruikt".
  2. 2. Aan de Buitenhavenweg 132-140 en de Van Deventerstraat 26-30 bevindt zich een tweetal meubelbedrijven. Beide detailhandelsbedrijven vallen, gelet op de producten die worden verkocht, niet onder de reikwijdte van het begrip 'volumineuze detailhandel'. Deze bedrijven zijn in dit bestemmingsplan beiden positief bestemd door toevoeging van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels' op de verbeelding. Op grond van de planregels is ter plekke van deze aanduiding volumineuze detailhandel en detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering toegelaten.
  3. 3. Het gebruik van het pand Nieuw-Mathenesserstraat 46 voor de productie van gloeilampen is gestaakt. De aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3', op grond waarvan ter plekke een lampenfabriek was toegelaten is om deze reden verwijderd.
  4. 4. Aan de Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60 bevindt zich een drietal bedrijfswoningen. De regel met betrekking tot bedrijfswoningen is op de volgende wijze aangevuld: "met betrekking tot het bestaand gebruik van de als 'bedrijfswoning' aangeduide bedrijfswoningen geldt dat afsplitsing van de bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) niet is toegestaan, alsmede dat na beëindiging van het gebruik van de bedrijfswoning voor een periode langer dan 1 jaar dit gebruik niet mag worden hervat, waarbij deze situatie zich niet voordoet indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt".

4.2 Parkeren, Laden, Lossen En Stallen

Parkeren

Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt de vereiste dat, om parkeerproblemen te voorkomen, voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Deze vereiste vond voorheen zijn grondslag in de gemeentelijke bouwverordening. Door een wijziging in de wet heeft de gemeentelijke bouwverordening op dit punt zijn werking verloren. Dit neemt niet weg dat het wenselijk blijft dat bij nieuwe ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Om deze reden is in de planregels een regeling met betrekking tot parkeren opgenomen.

De hoofdregel is dat bij nieuwe ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd op eigen terrein. Onder een nieuwe ontwikkeling wordt daarbij zowel het oprichten van bebouwing verstaan, als het veranderen, wijzigen of uitbreiden van bestaand gebruik. De vraag of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid wordt beantwoord op basis van de bij de regels gevoegde parkeernormen, de berekenwijze van de parkeerbehoefte uit het op 13 mei 2014 door het college vastgestelde 'Beleid toepassing verordening op de parkeerbijdrageregeling en parkeernormen' en de uitgebreide jurisprudentie die op dit onderdeel is ontstaan. De bij de regel gevoegde parkeernormen zijn de normen zoals deze op 13 mei 2014 door het college zijn vastgesteld. Daarbij geldt aanvullend dat de parkeerplaatsen qua aard, plaats en inrichting bruikbaar en bereikbaar moeten zijn. De bepalingen en voorschriften uit het Handboek Openbare Ruimte vormen hierbij het uitgangspunt.

De regeling kent een afwijkingsbevoegdheid voor die gevallen dat het niet mogelijk of wenselijk is de parkeergelegenheid (volledig) op eigen terrein te realiseren, en op een 'andere wijze' wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Deze situatie doet zich voor indien:

  1. a. nieuwe parkeerplaatsen worden aangelegd in het openbaar gebied. Hierbij geldt dat dit niet ten koste mag gaan van bestaande of geplande parkeervoorzieningen, de aanvrager geen uniek gebruiksrecht heeft op deze nieuwe parkeerplaatsen en de bijbehorende aanlegkosten voor de aanvrager zijn.
  2. b. bestaande parkeerplaatsen worden gebruikte in het openbaar gebied. Dit is mogelijk indien in de bestaande situatie sprake is van een overschot aan parkeerplaatsen, waarbij eveneens geldt dat de aanvrager geen uniek gebruiksrecht verkrijgt voor deze parkeerplaatsen en ter compensatie voor deze reeds door de gemeente aangelegde en betaalde parkeerplaatsen een bedrag dient te betalen van € 7.500,-- per parkeerplaats.
  3. c. duurzaam gebruik van parkeerplaatsen in een al dan niet zelf gerealiseerd naburige parkeervoorziening. Voorwaarde hierbij is dat aangetoond moet worden dat deze parkeerplaatsen langdurig (minimaal 10 jaar) ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling gebruikt kunnen worden.

Indien het niet mogelijk is om voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te realiseren en ook op een 'andere wijze' niet in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien bestaat de mogelijkheid het tekort aan parkeerplaatsen financieel te compenseren door storting van een bedrag in het gemeentelijk parkeerfonds. De hoogte van de financiële bijdrage wordt bepaald op grond van de op 6 maart 2014 door de gemeenteraad vastgestelde 'Verordening op de parkeerbijdrageregeling Schiedam 2014'.

Tot slot kent de regeling een afwijkingsbevoegdheid voor die situaties dat niet kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid en een bijdrage in het parkeerfonds ook niet mogelijk is, maar naar het oordeel van het college sprake is van een ontwikkeling met een bijzonder gemeentelijk belang. Het gaat hierbij om zeer uitzonderlijke situaties, waarbij met gegronde redenen is aangetoond, dat het niet mogelijk is de vereiste parkeergelegenheid te realiseren. Het betreft hierbij ontwikkelingen die zodanig gewenst zijn dat het uit economisch oogpunt of uit het oogpunt van milieu, hinder of woonomgeving, gedeeltelijk of volledig vrijstelling van de parkeernorm wordt gegeven.

Laden en lossen

Voor diverse gebruiksfuncties is, uit het oogpunt van doorstroming en gebruik van de openbare weg, een voorziening voor het laden en lossen vereist. De bepaling met betrekking tot laden en lossen uit de gemeentelijke bouwverordening heeft op dit punt haar aanvullende werking verloren. Het blijft wenselijk om een dergelijke voorziening te hebben, mits de aard en omvang van een ruimtelijke ontwikkelingen daar aanleiding toe geeft. Gelet op de grote verscheidenheid aan ontwikkelingen is het niet mogelijk hiervoor op voorhand normen op te nemen. De aard, omvang, situering en noodzaak van deze voorziening wordt om deze reden op basis van de specifieke eigenschappen van een ruimtelijke ontwikkeling bepaald. Deze vereiste geldt niet voor woonfuncties.

Fietsparkeren

Het gebruik van de fiets maakt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen ook ruimte moet worden gereserveerd voor het stallen van fietsen. Deze vereiste gold voorheen op grond van het Bouwbesluit. Gelet op het hoge fietsgebruik en om wildparkeren van fietsen te voorkomen is het wenselijk dergelijke stallingsvoorzieningen te hebben. Gelet op de grote verscheidenheid aan ontwikkelingen is het niet mogelijk hiervoor op voorhand normen op te nemen. De aard, omvang, situering en noodzaak van deze voorziening wordt om deze reden op basis van de specifieke eigenschappen van een ruimtelijke ontwikkeling bepaald. Deze vereiste geldt niet voor woonfuncties, omdat daarvoor op grond van het Bouwbesluit een verplichting geldt voor het hebben van een (fietsen)berging.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de gemeente bekostigd worden. De economische uitvoerbaarheid van dit conserverende plan kan daarom als aangetoond worden beschouwd.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Bestuurlijk vooroverleg

In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven dat de diverse bestuurlijke partners worden betrokken bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Dit vooroverleg heeft in het kader van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' reeds plaatsgevonden. Aangezien het bestemmingsplan uitsluitend ziet op het in overeenstemming brengen van de planologische regeling met de provinciale verordening is het plan uitsluitend voorgelegd aan de provincie Zuid-Holland en de betreffende ondernemingen. De provincie heeft op 3 juli 2015aangegeven in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan.

Zienswijzen

Het bestemmingsplan heeft vanaf 26 mei 2016 gedurende zes weken als ontwerp ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om zienswijzen tegen het plan in te dienen. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen ontvangen.

Beroep

De vaststelling van het bestemmingsplan is op de in artikel 3.8, derde lid van de Wro voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Belanghebbenden kunnen binnen de wettelijke beroepstermijn tegen het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.