Nieuw-Mathenesse, eerste herziening
Bestemmingsplan - Gemeente Schiedam
Vastgesteld op 13-09-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse, eerste herziening met identificatienummer NL.IMRO.0606.BP0034-0002 van de gemeente Schiedam.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 archeologisch waardevol gebied:
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.
1.6 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8 bedrijf:
elke volwaardige onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken en/of installeren van goederen.
1.9 bedrijfsgebonden kantoor:
(een gedeelte van) een bedrijfsgebouw welke wordt gebruikt voor het verlenen van administratieve, financiële, ontwerptechnische, juridische of andere daarmee gelijk te stellen diensten ten behoeve van dat bedrijf.
1.10 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat noodzakelijk is voor de uitoefening van ter plaatse toegestane (bedrijfs-)activiteiten, hieronder wordt geen bedrijfs- of dienstwoning verstaan.
1.11 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht.
1.12 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.13 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.15 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.16 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.17 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.18 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.19 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.20 (bruto) vloeroppervlakte:
totale oppervlakte van kantoren, winkels, horeca, bedrijven of maatschappelijke voorzieningen met inbegrip van de daartoe behorende inpandige ruimten, zoals gemeenschappelijke ruimten, magazijnen en dienstruimten.
1.21 cultuurhistorische waarden:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending, alsmede ondergeschikte horeca 1 (lichte horeca) waarbij geen mogelijkheid wordt geboden tot het ter plekke consumeren van etenswaren en maaltijden.
1.23 erf:
het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.
1.24 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25 geluidgevoelig object:
een geluidgevoelig object als bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.26 geluidzoneringsplichtige bedrijven:
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.27 gezoneerd industrieterrein:
terrein waarop bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, zijn toegelaten, welke in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.28 nutsvoorziening:
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals voorzieningen ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, drinkwater en telecommunicatienetwerken, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling.
1.29 ondergeschikte detailhandel:
niet-zelfstandige detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen bij een productiebedrijf, welke wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar zowel functioneel als naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is.
1.30 overig bouwwerk:
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.31 pand:
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.32 overkapping:
een overdekte constructie met maximaal drie wanden waarvan er maximaal twee tot de constructie behoren.
1.33 peil:
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de (ontwerp- of streef-)hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein of dak van een parkeervoorziening ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil.
1.34 prostitutie:
het zich ten behoeve van een ander tegen vergoeding beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten.
1.35 raamprostitutie:
het etaleren van prostituees achter vensters.
1.36 risicovolle inrichting:
een inrichting waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand moet worden aangehouden tot op grond van het bestemmingsplan toegelaten kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.37 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.38 straatmeubilair:
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's e.d..
1.39 straatprostitutie:
het zich op de openbare weg, in de openbare ruimte of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig door middel van handeling, houding, woord, gebaar of op een andere wijze beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.40 verblijfsgebied:
het tot de openbare ruimte behorende gebied hoofdzakelijk bestemd en ingericht voor (ontsluitings)wegen, fiets- en voetpaden, water, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen.
1.41 volumineuze detailhandel:
detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben, zijnde detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen, inclusief bij het hoofdassortiment passende nevenassortimenten mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van het nevenassortiment wordt gebruikt.
1.42 voorgevel:
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.43 woning:
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één of meerdere huishouden(s) of een niet als huishouden samenwonende groep van personen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
2.2 bebouwingspercentage:
percentage van de oppervlakte van een bouwperceel of ander vlak, dat mag worden bebouwd.
2.3 (bouw)hoogte van een bouwwerk:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 oppervlakte van een overkapping:
tussen de (neerwaarts geprojecteerde) buitenzijde van de afdekking van de overkapping.
2.8 ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden:
- a. ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken, dan wel daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- en bestemmingsgrenzen niet meer bedraagt dan 1,0 meter;
- b. een liftschacht, liftkoker en (ondergeschikte dakopbouwen ten behoeve van) een technische installatie buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding van de maximaal toegelaten hoogte niet meer bedraagt dan 3,0 meter.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- b. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2', tevens een glasfabriek met SBI-code 231 uit ten hoogste categorie 3.2, als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten'gezoneerd industrieterrein';
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels', tevens volumineuze detailhandel en volumineuze detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering, mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van dit nevenassortiment wordt gebruikt;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens één bedrijfswoning;
- f. parkeervoorzieningen;
met daarbij behorende:
- g. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. ondergeschikte detailhandel;
- k. laad- en losvoorzieningen;
- l. nutsvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 3.2.1, onder c en een bouwhoogte voor gebouwen toestaan van ten hoogste 45,0 meter, mits:
- 1. de op grond van lid 3.2.1, onder c toegelaten bouwhoogte over niet meer dan 10% van het bouwperceel wordt overschreden;
- 2. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
- 3. de verhoging zodanig wordt gesitueerd dat deze geen onevenredige invloed heeft op in de omgeving gelegen woningen.
- b. het bepaalde in lid 3.2.3, onder b en een bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde toestaan van ten hoogste 60,0 meter.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m²;
- b. nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
- c. met betrekking tot het bestaand gebruik van de als 'bedrijfswoning' aangeduide bedrijfswoningen geldt dat afsplitsing van de bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) niet is toegestaan, alsmede dat na beëindiging van het gebruik van de bedrijfswoning voor een periode langer dan 1 jaar dit gebruik niet mag worden hervat, waarbij deze situatie zich niet voordoet indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt;
- d. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.1, onder a t/m b voor:
- a. een bedrijfsmatige activiteit uit ten hoogste twee categorieën hoger dan genoemd in lid 3.1, onder a t/m b, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
- b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten.
Artikel 4 Bedrijventerrein - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
- b. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.1 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- c. bedrijfsmatige activiteiten die een milieubelasting kennen die niet hoger is dan categorie 3.2 als bedoeld in de als bijlage opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein', ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- d. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens volumineuze detailhandel;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels', tevens volumineuze detailhandel en volumineuze detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering, mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van dit nevenassortiment wordt gebruikt;
- f. parkeervoorzieningen;
met daarbij behorende:
- g. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. ondergeschikte detailhandel;
- k. laad- en losvoorzieningen;
- l. nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder c en een bouwhoogte voor gebouwen toestaan van ten hoogste 16,0 meter, mits:
- a. de op grond van lid 4.2.1, onder c toegelaten bouwhoogte over niet meer dan 20% van het bouwperceel wordt overschreden;
- b. dit noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:
- a. bedrijfsgebonden kantoren zijn toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, tot een oppervlakte van maximaal 3.000 m²;
- b. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
- c. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
- d. geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn niet toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 4.1, onder a t/m c voor:
- a. een bedrijfsmatige activiteit uit ten hoogste twee categorieën hoger dan genoemd in lid 4.1, onder a t/m c, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten;
- b. een bedrijfsmatige activiteit die niet in de Staat van milieubelastende activiteiten 'bedrijventerrein' genoemd is, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met de in de afzonderlijke leden toegelaten bedrijfsactiviteiten.
Artikel 5 Leiding - Hoogspanningsverbinding
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding van maximaal 150 kV.
5.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de ter plekke aanwezige leiding mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' samenvallende bestemming, op deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', tot een hoogte van maximaal 3,0 meter.
5.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' samenvalt.
- b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder, waaruit blijkt dat de belangen van de leidingbeheerder niet worden geschaad.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de leiding is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de leidingbeheerder.
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
6.2 Bouwregels
In het belang van de archeologische monumentenzorg mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvallende bestemming(en), geen bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) worden gebouwd:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 1', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 1,0 meter beneden het maaiveld;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Archeologie 2', waarvan de gezamenlijke oppervlakte groter is dan 200 m² en die dieper reiken dan 3,0 meter beneden het maaiveld.
6.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 6.2, voor bouwwerken voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen waarmee de bestemming 'Waarde - Archeologie' samenvalt.
- b. Er kan slechts afgeweken worden van de bouwregels indien op basis van een archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn, dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarden veilig te stellen.
- c. Aan de afwijking van de bouwregels kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:
- 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
- 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waarde - Archeologie' wijzigen door de betreffende bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse, op basis van archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor
- a. het behoud en herstel van actuele cultuurhistorische waarden;
- b. het benutten van potentiële cultuurhistorische waarden.
7.2 Bouwregels
In het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden geldt, in afwijking van het bepaalde bij de andere met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' samenvallende bestemming(en) dat:
- a. de bestaande bebouwing uitsluitend mag worden vergroot en/of veranderd voor zover de vergroting en/of verandering niet zichtbaar is vanaf de openbare weg en voorts met inachtneming van het bepaalde in de met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' samenvallende bestemming;
- b. de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.
7.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 7.2, voor het veranderen en/of vergroten van gebouwen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw, gelet op de bouwmassa, dakvorm en gevelindeling.
7.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. het beheer van waterstaatsdoeleinden.
8.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:
- a. uitsluitend toegelaten zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterstaatsdoeleinden;
- b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5,0 meter bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bouwregels, als bedoeld in lid 8.2, met inachtneming van de volgende regels:
- a. afwijken van de bouwregels voor andere bouwwerken is mogelijk, voor zover deze zijn toegelaten op grond van de regels van de andere bestemmingen, waarmee de dubbelbestemming samenvalt;
- b. voordat een besluit over het afwijken van de bouwregels wordt genomen horen burgemeester en wethouders de beheerder van de waterkering.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' wijzigen door de bestemmingsaanduiding geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien ter plaatse de waterkerende functie is komen te vervallen, blijkens een schriftelijke verklaring van de beheerder van de waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Bestaande afwijkingen
Een bestaand bouwwerk, waarvan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de feitelijk aanwezige hoogte of oppervlakte in strijd is met een in dit plan voorgeschreven maximum dan wel minimum hoogte of oppervlakte, mag worden gehandhaafd, veranderd en/of vernieuwd, maar niet worden vergroot of anders gesitueerd.
10.2 Aangrenzende terreinen
Het is verboden enig terrein of bouwperceel zodanig te bebouwen, dat daardoor op een aangrenzend terrein, bouwvlak of bouwperceel een toestand zou ontstaan, die aldaar niet meer met de regels van dit plan zou overeenstemmen, of voor zover er reeds aldaar een afwijking van de regels bestaat, zodanig te bebouwen, dat deze afwijking zou worden vergroot.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)
Het is verboden de gronden te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.
11.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)
Het is verboden de gebouwen te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, of tot een doel, strijdig met het bestemmingsplan. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gebouwen ten behoeve van het (doen) exploiteren van een seksinrichting of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie.
11.3 Parkeren, laden, lossen en stallen
- 1. Het gebruik op grond van de regels in Hoofdstuk 2 (oprichting van een gebouw, verandering van een functie en uitbreiding of wijziging van bestaand gebruik) is slechts toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in:
- a. voldoende parkeergelegenheid, met in achtneming van de als Bijlage 5 bij deze regels opgenomen Parkeernormen;
- b. voldoende ruimte voor het laden en lossen en/of het stallen van fietsen.
- 2. Het bepaalde in lid 1, onder b geldt niet ten behoeve van het wonen.
- 3. Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van:
- a. het bepaalde in lid 1, onder a indien:
- 1. aantoonbaar op een andere wijze aan de vereiste te voorzien in voldoende parkeergelegenheid wordt voldaan;
- 2. de vereiste parkeergelegenheid financieel gecompenseerd wordt door een storting in het gemeentelijk parkeerfonds;
- 3. het bepaalde in sub 1 zich niet voordoet, storting van een financiële compensatie in het gemeentelijk parkeerfonds naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet redelijk is en met de verwezenlijking van het plan een bijzonder gemeentelijk belang gemoeid is.
- a. het bepaalde in lid 1, onder b en c indien aantoonbaar op een andere wijze aan de vereiste te voorzien in ruimte voor laden en/of lossen en stallingsvoorziening voor fietsen wordt voldaan, of het gebruik geen aanleiding geeft tot het aanwezig zijn van dergelijke voorzieningen.
- 4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de aard, plaats en inrichting van de lid 1 genoemde voorzieningen.
- 5. Burgemeester en wethouders kunnen de bij de regels met betrekking tot het parkeren behorende bijlage Parkeernormen wijzigen indien deze parkeernormen of de bijbehorende gebiedsindeling worden herzien.
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 Geluidzone
- a. Binnen de 'Geluidzone' is nieuwbouw ten behoeve van de uitbreiding van het aantal woningen en de nieuwvestiging van geluidgevoelige objecten niet toegelaten, tenzij voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan hiervoor een omgevingsvergunning is verleend.
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Geluidzone', voor zover een wijziging van de bij een industrieterrein behorende geluidzone als bedoeld in de Wet geluidhinder daartoe aanleiding geeft.
12.2 Gezoneerd industrieterrein
- a. Geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn, tenzij in de planregels anders is bepaald, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'Gezoneerd industrieterrein'.
- b. Binnen de 'Gezoneerd industrieterrein' zijn geen nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten toegelaten.
- c. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door het wijzigen of geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'Gezoneerd industrieterrein' ten behoeve van het wijziging of (gedeeltelijke) opheffen van een gezoneerd industrieterrein.
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels van het plan, voor:
- a. het oprichten van bouwwerken van algemeen nut, mits de oppervlakte van een gebouw niet meer bedraagt dan 20 m² en de bouwhoogte van de bouwwerken niet meer zal bedragen dan 3,5 meter;
- b. het overschrijden van in deze regels genoemde maten en percentages, zoals goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen en bouwwerken en bebouwingspercentages, met niet meer dan 10%;
- c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%;
- d. beneden peil gelegen kelders alsmede erkers, balkons, galerijen, luifels, buitentrappen en soortgelijke onderdelen, waarbij de grenzen van het bouwvlak met niet meer dan 1,0 meter mogen worden overschreden;
- e. geluidwerende voorzieningen;
mits de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen niet in onevenredige mate worden beperkt en de ter plaatse aanwezige waarden niet op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het in geringe mate, doch met niet meer dan 10,0 meter, afwijken van een bestemmingsgrens of van het profiel van een weg, voor zover dit noodzakelijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Bevoegd gezag
Indien op grond van de wet Gedeputeerde Staten of de Minister is aangewezen als het bevoegd gezag bij het verlenen van een omgevingsvergunning, wordt waar op grond van dit bestemmingsplan burgemeester en wethouders bevoegd zijn om:
- a. af te wijken van het bestemmingsplan;
- b. een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden;
- c. een omgevingsvergunning te verlenen voor het slopen van een bouwwerk;
in plaats van 'burgemeester en wethouders' gelezen 'Gedeputeerde Staten' dan wel 'de Minister'.
15.2 Verwijzing naar andere regelgeving
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 16.1, onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Lid 16.1, onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 16.2, onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verklein.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 16.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 16.2, onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplan Nieuw-Mathenesse, eerste herziening van de gemeente Schiedam".
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam
in de openbare vergadering van
de griffier, de voorzitter,
Bijlagen
Bijlage 1 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'
SBI-code | Omschrijving | Grootste afstand | Categorie |
01 | LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW | ||
0111, 0113 | Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) | 10 | 1 |
011, 012, 013, 016 | Tuinbouw: | ||
011, 012, 013 | - bedrijfsgebouwen | 10 | 1 |
011, 012, 013 | - kassen zonder verwarming | 10 | 1 |
011, 012, 013 | - kassen met gasverwarming | 10 | 1 |
0113 | - champignonkwekerijen (algemeen) | 30 | 2 |
0113 | - champignonkwekerijen met mestfermentatie | 100 | 3.2 |
0163 | - bloembollendroog- en prepareerbedrijven | 30 | 2 |
011 | - witlofkwekerijen (algemeen) | 30 | 2 |
016 | Dienstverlening ten behoeve van de landbouw: | ||
016 | - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. > 500 m² | 30 | 2 |
016 | - algemeen (onder andere loonbedrijven): b.o. <= 500 m² | 30 | 2 |
016 | - algemeen met opslag bestrijdingsmiddelen > 10 ton: zie SBI-code 51.55 | ||
016 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven | 30 | 2 |
0162 | KI-stations | 30 | 2 |
10, 11 | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANK | ||
1031 | Aardappelproductenfabrieken: | ||
1031 | - vervaardiging van aardappelproducten | 300 | 4.2 |
1031 | - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
1032, 1039 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | ||
1032, 1039 | - jam | 50 | 3.1 |
1032, 1039 | - groente algemeen | 50 | 3.1 |
1032, 1039 | - met koolsoorten | 100 | 3.2 |
1032, 1039 | - met drogerijen | 300 | 4.2 |
1032, 1039 | - met uienconservering (zoutinleggerij) | 300 | 4.2 |
104101 | Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | ||
104101 | - p.c. < 250.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
104101 | - p.c. >= 250.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
104102 | Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | ||
104102 | - p.c. < 250.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
104102 | - p.c. >= 250.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
1042 | Margarinefabrieken: | ||
1042 | - p.c. < 250.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
1042 | - p.c. >= 250.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
1051 | Zuivelproductenfabrieken: | ||
1051 | - gedroogde producten, p.c. >= 1,5 ton / uur | 200 | 4.1 |
1051 | - geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >= 20 ton / uur | 200 | 4.1 |
1051 | - melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 ton / jaar | 50 | 3.1 |
1051 | - melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
1051 | - overige zuivelproductenfabrieken | 50 | 3.1 |
1052 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² | 50 | 3.1 |
1052 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² | 10 | 1 |
1061 | Meelfabrieken: | ||
1061 | - p.c. >= 500 ton / uur | 200 | 4.1 |
1061 | - p.c. < 500 ton / uur | 100 | 3.2 |
1061 | Grutterswarenfabrieken | 100 | 3.2 |
1062 | Zetmeelfabrieken: | ||
1062 | - p.c. < 10 ton / uur | 200 | 4.1 |
1062 | - p.c. >= 10 ton / uur | 300 | 4.2 |
1092 | Vervaardiging van voer voor huisdieren | 200 | 4.1 |
1071 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | ||
1071 | - v.c. < 7.500 kg meel / week, bij gebruik van charge-overs | 30 | 2 |
1071 | - v.c. >= 7.500 kg meel / week | 100 | 3.2 |
1072 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 100 | 3.2 |
10821 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | ||
10821 | - cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² | 500 | 5.1 |
10821 | - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² | 100 | 3.2 |
10821 | - cacao- en chocoladefabriek en vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
10821 | - suikerwerkfabrieken met suikerbranden | 300 | 4.2 |
10821 | - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. > 200 m² | 100 | 3.2 |
10821 | - suikerwerkfabrieken zonder suikerbranden: p.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
1073 | Deegwarenfabrieken | 50 | 3.1 |
1083 | Koffiebranderijen en theepakkerijen: | ||
1083 | - koffiebranderijen | 500 | 5.1 |
1083 | - theepakkerijen | 100 | 3.2 |
108401 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 200 | 4.1 |
1089 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 200 | 4.1 |
1089 | Bakkerijgrondstoffenfabrieken | 200 | 4.1 |
1089 | Soep- en soeparomafabrieken: | ||
1089 | - zonder poederdrogen | 100 | 3.2 |
1089 | - met poederdrogen | 300 | 4.2 |
1089 | Bakmeel- en puddingpoederfabrieken | 200 | 4.1 |
110101 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 300 | 4.2 |
110102 | Vervaardiging van ethylalcoholdoorgisting: | ||
110102 | - p.c. < 5.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
110102 | - p.c. >= 5.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
1102 t/m 1104 | Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke | 10 | 1 |
1105 | Bierbrouwerijen | 300 | 4.2 |
1106 | Mouterijen | 300 | 4.2 |
1107 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 50 | 3.1 |
12 | VERWERKING VAN TABAK | ||
120 | Tabakverwerkende industrie | 200 | 4.1 |
13 | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | ||
131 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 50 | 3.1 |
132 | Weven van textiel: | ||
132 | - aantal weefgetouwen < 50 | 10 | 1 |
132 | - aantal weefgetouwen >= 50 | 50 | 3.1 |
133 | Textielveredelingsbedrijven | 50 | 3.1 |
139 | Vervaardiging van textielwaren | 10 | 1 |
1393 | Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken | 100 | 3.2 |
139, 143 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 10 | 1 |
14 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | ||
141 | Vervaardiging kleding van leer | 30 | 2 |
141 | Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief van leer) | 10 | 1 |
142, 151 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 50 | 3.1 |
15 | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING) | ||
151, 152 | Lederfabrieken | 300 | 4.2 |
151 | Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) | 50 | 3.1 |
152 | Schoenenfabrieken | 50 | 3.1 |
16 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE | ||
16101 | Houtzagerijen | 50 | 3.1 |
16102 | Houtconserveringsbedrijven: | ||
16102 | - met creosootolie | 200 | 4.1 |
16102 | - met zoutoplossingen | 30 | 2 |
1621 | Fineer- en plaatmaterialenfabrieken | 100 | 3.2 |
162 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout | 30 | 2 |
162 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m² | 30 | 2 |
162902 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 10 | 1 |
17 | VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN | ||
1711 | Vervaardiging van pulp | 200 | 4.1 |
1712 | Papier- en kartonfabrieken: | ||
1712 | - p.c. < 3 ton / uur | 50 | 3.1 |
1712 | - p.c. 3 - 15 ton / uur | 100 | 3.2 |
1712 | - p.c. >= 15 ton / uur | 200 | 4.1 |
172 | Papier- en kartonwarenfabrieken | 30 | 2 |
17212 | Golfkartonfabrieken: | ||
17212 | - p.c. < 3 ton / uur | 30 | 2 |
17212 | - p.c. >= 3 ton / uur | 50 | 3.1 |
58 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | ||
1811 | Drukkerijen van dagbladen | 30 | 2 |
1812 | Drukkerijen (vlak- en rotatiediepdrukkerijen) | 30 | 2 |
18129 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 10 | 1 |
1814 | Grafische afwerking | 0 | 1 |
1814 | Binderijen | 30 | 2 |
1813 | Grafische reproductie en zetten | 30 | 2 |
1814 | Overige grafische activiteiten | 30 | 2 |
182 | Reproductiebedrijven opgenomen media | 0 | 1 |
19 | AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN | ||
19202 | Smeeroliën- en vettenfabrieken | 50 | 3.1 |
19202 | Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie | 300 | 4.2 |
19202 | Aardolieproductenfabrieken n.e.g. | 300 | 4.2 |
20 | VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN | ||
2011 | Vervaardiging van industriële gassen: | ||
2011 | - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 ton / dag lucht | 100 | 3.2 |
2011 | - overige gassenfabrieken, niet explosief | 100 | 3.2 |
2011 | - overige gassenfabrieken, explosief | 300 | 4.2 |
2012 | Kleur- en verfstoffenfabrieken | 200 | 4.1 |
2012 | Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: | ||
2012 | - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' | 300 | 4.2 |
2012 | - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' | 700 | 5.2 |
20141 | Organische chemische grondstoffenfabrieken: | ||
20141 | - niet vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' | 300 | 4.2 |
20141 | - vallend onder 'post-Seveso-richtlijn' | 1000 | 5.3 |
20141 | Methanolfabrieken: | ||
20141 | - p.c. < 100.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
20141 | - p.c. >= 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
20149 | Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetische): | ||
20149 | - p.c. < 50.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
20149 | - p.c. >= 50.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
2015 | Kunstmeststoffenfabrieken | 500 | 5.1 |
2016 | Kunstharsenfabrieken en dergelijke | 700 | 5.2 |
202 | Landbouwchemicaliënfabrieken: | ||
202 | - fabricage | 1000 | 5.3 |
202 | - formulering en afvullen | 500 | 5.1 |
203 | Verf, lak en vernisfabrieken | 300 | 4.2 |
2110 | Farmaceutische grondstoffenfabrieken: | ||
2110 | - p.c. < 1.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
2110 | - p.c. >= 1.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
2120 | Farmaceutische productenfabrieken: | ||
2120 | - formulering en afvullen geneesmiddelen | 50 | 3.1 |
2120 | - verbandmiddelenfabrieken | 10 | 1 |
2041 | Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken | 300 | 4.2 |
2042 | Parfumerie- en cosmeticafabrieken | 300 | 4.2 |
2052 | Lijm- en plakmiddelenfabrieken: | ||
2052 | - zonder dierlijke grondstoffen | 100 | 3.2 |
2052 | - met dierlijke grondstoffen | 500 | 5.1 |
205902 | Fotochemische productenfabrieken | 50 | 3.1 |
205903 | Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken | 50 | 3.1 |
205903 | Overige chemische productenfabrieken n.e.g. | 200 | 4.1 |
2060 | Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken | 300 | 4.2 |
22 | VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF | ||
221101 | Rubberbandenfabrieken | 300 | 4.2 |
221102 | Loopvlakvernieuwingsbedrijven: | ||
221102 | - vloeroppervlak < 100 m² | 50 | 3.1 |
221102 | - vloeroppervlak >= 100 m² | 200 | 4.1 |
2219 | Rubberartikelenfabrieken | 100 | 3.2 |
222 | Kunststofverwerkende bedrijven: | ||
222 | - zonder fenolharsen | 200 | 4.1 |
222 | - met fenolharsen | 300 | 4.2 |
222 | - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen | 50 | 3.1 |
23 | VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN | ||
231 | Glasfabrieken: | ||
231 | - glas en glasproducten, p.c. < 5.000 ton / jaar | 30 | 2 |
231 | - glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
231 | - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
231 | - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
231 | Glas-in-loodzetterij | 30 | 2 |
231 | Glasbewerkingsbedrijven | 30 | 2 |
232, 234 | Aardewerkfabrieken: | ||
232, 234 | - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW | 10 | 1 |
232, 234 | - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW | 50 | 3.1 |
233 | Baksteen en baksteenelementenfabrieken | 200 | 4.1 |
233 | Dakpannenfabrieken | 200 | 4.1 |
2351 | Cementfabrieken: | ||
2351 | - p.c. < 100.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
2351 | - p.c. >= 100.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
235201 | Kalkfabrieken: | ||
235201 | - p.c. < 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
235201 | - p.c. >= 100.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
235202 | Gipsfabrieken: | ||
235202 | - p.c. < 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
235202 | - p.c. >= 100.000 ton / jaar | 500 | 5.1 |
23611 | Betonwarenfabrieken: | ||
23611 | - zonder persen, triltafels en bekistingtriller | 100 | 3.2 |
23611 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 ton / dag | 100 | 3.2 |
23611 | - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 ton / dag | 200 | 4.1 |
23612 | Kalkzandsteenfabrieken: | ||
23612 | - p.c. < 100.000 ton / jaar | 50 | 3.1 |
23612 | - p.c. >= 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
2362 | Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken | 50 | 3.1 |
2363, 2364 | Betonmortelcentrales: | ||
2363, 2364 | - p.c. < 100 ton / uur | 100 | 3.2 |
2363, 2364 | - p.c. >= 100 ton / uur | 200 | 4.1 |
2365, 2369 | Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: | ||
2365, 2369 | - p.c. < 100 ton / dag | 50 | 3.1 |
2365, 2369 | - p.c. >= 100 ton / dag | 200 | 4.1 |
237 | Natuursteenbewerkingsbedrijven: | ||
237 | - zonder breken, zeven en drogen | 30 | 2 |
237 | - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
237 | - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
2391 | Slijp- en polijstmiddelenfabrieken | 30 | 2 |
2399 | Bitumineuze materialenfabrieken: | ||
2399 | - p.c. < 100 ton / uur | 300 | 4.2 |
2399 | - p.c. >= 100 ton / uur | 500 | 5.1 |
2399 | Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): | ||
2399 | - steenwol, p.c. >= 5.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
2399 | - overige isolatiematerialen | 200 | 4.1 |
2399 | Minerale productenfabrieken n.e.g. | 50 | 3.1 |
2399 | Asfaltcentrales: p.c. < 100 ton / uur | 100 | 3.2 |
2399 | Asfaltcentrales: p.c. >= 100 ton / uur | 200 | 4.1 |
24 | VERVAARDIGING VAN METALEN | ||
241 | Ruwijzer- en staalfabrieken: | ||
241 | - p.c. < 1.000 ton / jaar | 700 | 5.2 |
241 | - p.c. >= 1.000 ton / jaar | 1500 | 6 |
245 | Ijzeren- en stalenbuizenfabrieken: | ||
245 | - p.o. < 2.000 m² | 30 | 2 |
245 | - p.o. >= 2.000 m² | 100 | 3.2 |
243 | Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: | ||
243 | - p.o. < 2.000 m² | 30 | 2 |
243 | - p.o. >= 2.000 m² | 50 | 3.1 |
244 | Non-ferro-metaalfabrieken: | ||
244 | - p.c. < 1.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
244 | - p.c. >= 1.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
244 | Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke: | ||
244 | - p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
244 | - p.o. >= 2.000 m² | 200 | 4.1 |
2451, 2452 | Ijzer- en staalgieterijen / -smelterijen: | ||
2451, 2452 | - p.c. < 4.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
2451, 2452 | - p.c. >= 4.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
2453, 2454 | Non-ferro-metaalgieterijen / -smelterijen: | ||
2453, 2454 | - p.c. < 4.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
2453, 2454 | - p.c. >= 4.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
25, 31 | VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES / TRANSPORTMIDDELEN) | ||
251, 331 | Constructiewerkplaatsen: | ||
251, 331 | - gesloten gebouw | 30 | 2 |
251, 331 | - gesloten gebouw, p.o. < 200 m² | 30 | 2 |
251, 331 | - in open lucht, p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
251, 331 | - in open lucht, p.o. >= 2.000 m² | 200 | 4.1 |
2529, 3311 | Tank- en reservoirbouwbedrijven: | ||
2529, 3311 | - p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
2529, 3311 | - p.o. >= 2.000 m² | 100 | 3.2 |
2521, 2530, 3311 | Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels | 30 | 2 |
255, 331 | Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven | 30 | 2 |
255, 331 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke | 50 | 3.1 |
255, 331 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m² | 30 | 2 |
2561, 3311 | Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: | ||
2561, 3311 | - algemeen | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | - stralen | 200 | 4.1 |
2561, 3311 | - metaalharden | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | - lakspuiten en moffelen | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - scoperen (opspuiten van zink) | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | - thermisch verzinken en thermisch vertinnen | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | - anodiseren, eloxeren en chemische oppervlaktebehandeling | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | - emailleren | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen en dergelijke) | 50 | 3.1 |
2562, 3311 | Overige metaalbewerkende industrie | 30 | 2 |
2562, 3311 | Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m² | 30 | 2 |
259, 331 | Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: | ||
259, 331 | - p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
259, 331 | - p.o. >= 2.000 m² | 100 | 3.2 |
259, 331 | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. | 30 | 2 |
259, 331 | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m² | 30 | 2 |
27, 28, 33 | VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN | ||
27, 28, 33 | Machine- en apparatenfabrieken, inclusief reparatie: | ||
27, 28, 33 | - p.o. < 2.000 m² | 30 | 2 |
27, 28, 33 | - p.o. >= 2.000 m² | 50 | 3.1 |
28, 33 | - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW | 50 | 3.1 |
27, 28, 33 | - reparatie van machines en apparaten, zonder proefdraaien verbrandingsmotoren = 1 MW motoren | 30 | 2 |
26, 28, 33 | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | ||
26, 28, 33 | Kantoormachines- en computerfabrieken, inclusief reparatie | 30 | 2 |
26, 27, 33 | VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN | ||
271, 331 | Elektromotoren- en generatorenfabrieken en dergelijke, inclusief reparatie | 200 | 4.1 |
271, 273 | Schakel- en installatiemateriaalfabrieken | 200 | 4.1 |
273 | Elektrische draad- en kabelfabrieken | 100 | 3.2 |
272 | Accumulatoren- en batterijenfabrieken | 100 | 3.2 |
274 | Lampenfabrieken | 300 | 4.2 |
293 | Elektrotechnische industrie n.e.g. | 30 | 2 |
2790 | Koolelektrodenfabrieken | 1500 | 6 |
26, 33 | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOMMUNICATIEAPPARATEN EN -BENODIGDHEDEN | ||
261, 263, 264, 331 | Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur en dergelijke inclusief reparatie | 30 | 2 |
2612 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 50 | 3.1 |
26, 32, 33 | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | ||
26, 32, 33 | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke inclusief reparatie | 30 | 2 |
29 | VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS | ||
291 | Autofabrieken en assemblagebedrijven: | ||
291 | - p.o. < 10.000 m² | 100 | 3.2 |
291 | - p.o. >= 10.000 m² | 200 | 4.1 |
29201 | Carrosseriefabrieken | 100 | 3.2 |
29202 | Aanhangwagen- en opleggerfabrieken | 30 | 2 |
293 | Auto-onderdelenfabrieken | 30 | 2 |
30 | VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S, AANHANGWAGENS) | ||
301, 3315 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: | ||
301, 3315 | - houten schepen | 30 | 2 |
301, 3315 | - kunststof schepen | 100 | 3.2 |
301, 3315 | - metalen schepen < 25 m | 100 | 3.2 |
301, 3315 | - metalen schepen >= 25 m en / of proefdraaien motoren >= 1 MW | 100 | 3.2 |
301, 3315 | - onderhoud / reparatie metalen schepen < 25 m, incidenteel bouwen | 50 | 3.1 |
3831 | Scheepssloperijen | 200 | 4.1 |
302, 317 | Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: | ||
302, 317 | - algemeen | 50 | 3.1 |
302, 317 | - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW | 50 | 3.1 |
303, 3316 | Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: | ||
303, 3316 | - zonder proefdraaien motoren | 50 | 3.1 |
303, 3316 | - met proefdraaien motoren | 100 | 3.2 |
309 | Rijwiel- en motorrijwielfabrieken | 30 | 2 |
3099 | Transportmiddelenindustrie n.e.g. | 30 | 2 |
31 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | ||
310 | Meubelfabrieken | 50 | 3.1 |
9524 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m² | 10 | 1 |
321 | Fabricage van munten, sieraden en dergelijke | 30 | 2 |
322 | Muziekinstrumentenfabrieken | 30 | 2 |
323, 324 | Sportartikelenfabrieken en speelgoedartikelenfabrieken | 30 | 2 |
32991 | Sociale werkvoorziening | 30 | 2 |
32999 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 30 | 2 |
38 | VOORBEREIDING TOT RECYCLING | ||
383201 | Metaal- en autoschredders | 100 | 3.2 |
383202 | Puinbrekerijen en -malerijen: | ||
383202 | - v.c. < 100.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
383202 | - v.c. >= 100.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
383202 | Rubberregeneratiebedrijven | 300 | 4.2 |
383202 | Afvalscheidingsinstallaties | 200 | 4.1 |
35 | PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER | ||
35 | Elektriciteitsproductiebedrijven (elektrisch vermogen >= 50 MWe) | ||
35 | - kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth | 700 | 5.2 |
35 | - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth | 100 | 3.2 |
35 | - gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth | 100 | 3.2 |
35 | - warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth | 100 | 3.2 |
35 | Bio-energie-installaties elektrisch vermogen < 50 MWe: | ||
35 | - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, gft en reststromen voedingsindustrie | 100 | 3.2 |
35 | - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa | 50 | 3.1 |
35 | Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: | ||
35 | - < 10 MVA | 10 | 1 |
35 | - 10 - 100 MVA | 30 | 2 |
35 | - >= 100 MVA | 50 | 3.1 |
35 | Gasdistributiebedrijven: | ||
35 | - gascompressorstations vermogen < 100 MW | 100 | 3.2 |
35 | - gascompressorstations vermogen >= 100 MW | 200 | 4.1 |
35 | - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties, categorie A | 10 | 1 |
35 | - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C | 10 | 1 |
35 | - gasontvang- en -verdeelstations, categorie D | 50 | 3.1 |
35 | Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: | ||
35 | - stadsverwarming | 50 | 3.1 |
35 | - blokverwarming | 10 | 1 |
36 | WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER | ||
36 | Waterwinning-/bereidingbedrijven: | ||
36 | - met chloorgas | 1000 | 5.3 |
36 | - bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling | 30 | 2 |
36 | Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: | 10 | 1 |
41, 42, 43 | BOUWNIJVERHEID | ||
41, 42, 43 | Bouwbedrijven / aannemers algemeen | ||
41, 42, 43 | - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. > 1.000 m² | 30 | 2 |
41, 42, 43 | - bouwbedrijven / aannemers algemeen: b.o. <= 1.000 m² | 10 | 1 |
432 | Bouwinstallatie algemeen | 30 | 2 |
4322 | Installatie sanitair / centrale verwarmingsapparatuur indien met spuiterij | 50 | 3.1 |
4321 | Elektrotechnische installatie | 10 | 1 |
45, 47 | HANDEL / REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | ||
451, 452, 454 | Groothandel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 10 | 1 |
451 | Groothandel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) | 10 | 1 |
45204 | Autoplaatwerkerijen | 30 | 2 |
45204 | Autobeklederijen | 10 | 1 |
45204 | Autospuitinrichtingen | 50 | 3.1 |
45205 | Autowasserijen | 10 | 1 |
453 | Groothandel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 10 | 1 |
46 | GROOTHANDEL EN OPSLAG | ||
4621 | Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders | 30 | 2 |
4621 | Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton / uur of meer | 100 | 3.2 |
4622 | Groothandel in bloemen en planten | 10 | 1 |
4623 | Groothandel in levende dieren | 50 | 3.1 |
4624 | Groothandel in huiden, vellen en leder | 50 | 3.1 |
46217, 4631 | Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen | 50 | 3.1 |
4632, 4633 | Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën | 50 | 3.1 |
4634 | Groothandel in dranken | 0 | 1 |
4635 | Groothandel in tabaksproducten | 10 | 1 |
4636 | Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk | 10 | 1 |
4637 | Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen | 30 | 2 |
4638, 4639 | Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen | 10 | 1 |
464, 46733 | Groothandel in overige consumentenartikelen | 10 | 1 |
46499 | Groothandel in vuurwerk en munitie: | ||
46499 | - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton | 10 | 1 |
46499 | - munitie | 30 | 2 |
46711 | Groothandel in vaste brandstoffen: | ||
46711 | - klein, lokaal verzorgingsgebied | 50 | 3.1 |
46711 | - kolenterminal, opslag oppervlak >= 2.000 m² | 500 | 5.1 |
46712 | Groothandel in vloeibare brandstoffen: | ||
46712 | - ondergronds, K1/K2/K3-klasse | 10 | 1 |
46712 | - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. < 10 m³ | 50 | 3.1 |
46712 | - bovengronds, K1/K2-kl.: o.c. 10 - 1.000 m³ | 100 | 3.2 |
46712 | - bovengronds, K3-klasse: o.c. < 10 m³ | 10 | 1 |
46712 | - bovengronds, K3-klasse: o.c. 10 - 1.000 m³ | 50 | 3.1 |
46712 | - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ | 200 | 4.1 |
46712 | - o.c. >= 100.000 m³ | 500 | 5.1 |
46712 | - tot vloeistof verdichte gassen | 300 | 4.2 |
46712 | Groothandel in gasvormige brandstoffen (butaan, propaan, lpg (in tanks)): | ||
46712 | - bovengronds, < 2 m³ | 30 | 2 |
46712 | - bovengronds, 2 - 8 m³ | 50 | 3.1 |
46712 | - bovengronds, 8 - 80 m³ | 100 | 3.2 |
46712 | - bovengronds, 80 - 250 m³ | 300 | 4.2 |
46712 | - ondergronds, < 80 m³ | 50 | 3.1 |
46712 | - ondergronds, 80 - 250 m³ | 200 | 4.1 |
46712 | - o.c. > 1.000 m³, < 100.000 m³ | 200 | 4.1 |
46712 | - o.c. >= 100.000 m³ | 500 | 5.1 |
46712 | Gasvormige brandstoffen in gasflessen | ||
46712 | - kleine hoeveelheden < 10 ton | 10 | 1 |
46712 | - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau | 30 | 2 |
46712 | - grote hoeveelheden (> 150 ton) en / of laag beschermingsniveau | 500 | 5.1 |
46712 | Niet-reactieve gassen (inclusief zuurstof), gekoeld | 50 | 3.1 |
46713 | Groothandel minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) | 100 | 3.2 |
46721 | Groothandel in metaalertsen: | ||
46721 | - opslag oppervlak < 2.000 m² | 300 | 4.2 |
46721 | - opslag oppervlak >= 2.000 m² | 700 | 5.2 |
46722, 46723 | Groothandel in metalen en -halffabrikaten | 10 | 1 |
4673 | Groothandel in hout en bouwmaterialen: | ||
4673 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 10 | 1 |
4673 | - algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 10 | 1 |
46735 | Zand en grind: | ||
46735 | - algemeen: b.o. > 200 m² | 30 | 2 |
46735 | - algemeen: b.o. <= 200 m² | 10 | 1 |
4674 | Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | ||
4674 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 10 | 1 |
4674 | - algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 0 | 1 |
46751 | Groothandel in chemische producten | 100 | 3.2 |
46752 | Groothandel in kunstmeststoffen | 30 | 2 |
46752 | Groothandel in bestrijdingsmiddelen in emballage of in gasflessen | ||
46752 | - kleine hoeveelheden < 10 ton | 10 | 1 |
46752 | - beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog beschermingsniveau | 30 | 2 |
46752 | - grote hoeveelheden (>150 ton) en / of laag beschermingsniveau | 500 | 5.1 |
4676 | Groothandel in overige intermediaire goederen | 10 | 1 |
4677 | Autosloperijen: b.o. > 1.000 m² | 30 | 2 |
4677 | - autosloperijen: b.o. <= 1.000 m² | 10 | 1 |
4677 | Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1.000 m² | 30 | 2 |
4677 | Overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1.000 m² | 10 | 1 |
466 | Groothandel in machines en apparaten: | ||
466 | - machines voor de bouwnijverheid | 10 | 1 |
466 | - overige | 10 | 1 |
466 | - overig met oppervlak <= 2.000 m² | 10 | 1 |
466, 469 | Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke) | 0 | 1 |
47 | REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN | ||
4791 | Postorderbedrijven | 0 | 1 |
952 | Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) | 10 | 1 |
49 | VERVOER OVER LAND | ||
493 | Taxibedrijven | 0 | 1 |
493 | Touringcarbedrijven | 10 | 1 |
494 | Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1.000 m² | 30 | 2 |
494 | Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1.000 m² | 30 | 2 |
52 | DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER | ||
522 | Loswal | 30 | 2 |
52241 | Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen: | ||
52241 | - containers | 100 | 3.2 |
52241 | - stukgoederen | 100 | 3.2 |
52241 | - ertsen, mineralen en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m² | 700 | 5.2 |
52241 | - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur | 500 | 5.1 |
52241 | - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m² | 700 | 5.2 |
52241 | - olie, lpg, en dergelijke | 1000 | 5.3 |
52241 | - tankercleaning | 300 | 4.2 |
52242 | Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van binnenvaart: | ||
52242 | - containers | 50 | 3.1 |
52242 | - tankercleaning | 300 | 4.2 |
52242 | - stukgoederen | 50 | 3.1 |
52242 | - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak < 2.000 m² | 200 | 4.1 |
52242 | - ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlak >= 2.000 m² | 700 | 5.2 |
52242 | - granen of meelsoorten , v.c. < 500 ton / uur | 300 | 4.2 |
52242 | - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 ton / uur | 500 | 5.1 |
52242 | - steenkool, opslagoppervlak < 2.000 m² | 300 | 4.2 |
52242 | - steenkool, opslagoppervlak >= 2.000 m² | 500 | 5.1 |
52242 | - olie, lpg, en dergelijke | 700 | 5.2 |
52102, 52109 | Distributie, pak- en koelhuizen | 50 | 3.1 |
52109 | Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) | 10 | 1 |
5221 | Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) | 30 | 2 |
53 | POST EN TELECOMMUNICATIE | ||
531, 532 | Post- en koeriersdiensten | 0 | 1 |
61 | Telecommunicatiebedrijven | 0 | 1 |
77 | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | ||
7711 | Personenautoverhuurbedrijven | 10 | 1 |
7712, 7739 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) | 10 | 1 |
773 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 10 | 1 |
7733 | Verhuurbedrijven voor kantoormachines en computers | 10 | 1 |
62 | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | ||
62 | Onderhoud en reparatie computers en kantoormachines | 0 | 1 |
58, 63 | Datacentra | 0 | 1 |
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | ||
812 | Reinigingsbedrijven voor gebouwen | 50 | 3.1 |
74203 | Foto- en filmontwikkelcentrales | 10 | 1 |
82991 | Veilingen voor landbouw- en visserijproducten | 50 | 3.1 |
82992 | Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke | 0 | 1 |
37, 38, 39 | MILIEUDIENSTVERLENING | ||
3700 | RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: | ||
3700 | - < 100.000 i.e. | 200 | 4.1 |
3700 | - 100.000 - 300.000 i.e. | 300 | 4.2 |
3700 | - >= 300.000 i.e. | 500 | 5.1 |
3700 | Rioolgemalen | 30 | 2 |
381 | Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven en dergelijke | 50 | 3.1 |
381 | Gemeentewerven (afvalinzameldepots) | 30 | 2 |
381 | Vuiloverslagstations | 200 | 4.1 |
382 | Afvalverwerkingsbedrijven: | ||
382 | - mestverwerking / korrelfabrieken | 500 | 5.1 |
382 | - kabelbranderijen | 100 | 3.2 |
382 | - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) | 50 | 3.1 |
382 | - oplosmiddelterugwinning | 100 | 3.2 |
382 | - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW | 300 | 4.2 |
382 | - verwerking fotochemisch en galvano-afval | 30 | 2 |
382 | Composteerbedrijven: | ||
382 | - niet-belucht v.c. < 5.000 ton / jaar | 300 | 4.2 |
382 | - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton / jaar | 700 | 5.2 |
382 | - belucht v.c. < 20.000 ton / jaar | 100 | 3.2 |
382 | - belucht v.c. > 20.000 ton / jaar | 200 | 4.1 |
382 | - gft in gesloten gebouw | 200 | 4.1 |
59 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | ||
591, 592, 601, 602 | Studio's (film, TV, radio, geluid) | 10 | 1 |
96 | OVERIGE DIENSTVERLENING | ||
96011 | Wasserijen en linnenverhuur | 30 | 2 |
96011 | Tapijtreinigingsbedrijven | 30 | 2 |
96012 | Chemische wasserijen en ververijen | 30 | 2 |
96013 | Wasverzendinrichtingen | 30 | 2 |
Verklaring gebruikte afkortingen
- : niet van toepassing / niet relevant | o.c. : opslagcapaciteit |
< : kleiner dan | p.c. : productiecapaciteit |
> : groter dan | p.o. : productieoppervlak |
= : gelijk aan | b.o. : bedrijfsoppervlak |
cat. : categorie | v.c. : verwerkingscapaciteit |
e.d. : en dergelijke | u : uur |
i.e. : inwonereenheden | d : dag |
kl. : klasse | w : week |
n.e.g. : niet elders genoemd | j : jaar |
Bijlage 2 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Gezoneerd Industrieterrein'
De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.
Richafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
De Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt gehanteerd om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten op een gezoneerd industrieterrein te regelen. Het milieuaspect geluid is niet in de milieuzonering opgenomen, omdat geluid, vanwege de status als gezoneerd industrieterrein, is gereguleerd via de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer (onder andere met behulp van een zonebeheermodel en de omgevingsvergunning milieu).
Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de drie verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de drie. In de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wordt de grootste afstand genoemd.
Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.
Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.
Categorie
De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden (in meters).
Milieucategorie | 1 | 2 | 3.1 | 3.2 | 4.1 | 4.2 | 5.1 | 5.2 | 5.3 | 6 |
Richtafstand | 10 | 30 | 50 | 100 | 200 | 300 | 500 | 700 | 1.000 | 1.500 |
Bestemmingsplantoetsing
De in dit bestemmingsplan opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.
Het milieuaspect geluid is niet in de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' opgenomen. Het aspect geluid wordt op een gezoneerd industrieterrein via de Wet geluidhinder gereguleerd. De milieuzonering via de Staat van milieuactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' heeft om deze reden geen betrekking op het aspect geluid. Hiermee wordt een dubbele regeling via zowel de Wet ruimtelijke ordening als de Wet geluidhinder voorkomen. Tevens wordt enerzijds voorkomen dat de milieuzonering met richtafstanden onnodige geluidsbeperkingen opleveren ten opzichte van de specifieke geluidsmogelijkheden die de Wet geluidhinder voor het industrieterrein biedt. Anderzijds wordt voorkomen dat de te hanteren richtafstanden voor andere milieuaspecten in de verdrukking komen wanneer in de milieuzonering zo veel mogelijk tegemoet wordt gekomen aan de geluidsmogelijkheden conform de Wet geluidhinder.
De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.
Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein', in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.
Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten 'gezoneerd industrieterrein' weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.
Bijlage 3 Staat Van Milieubelastende Activiteiten 'Bedrijventerrein'
SBI-code | Omschrijving | Grootste afstand | Categorie |
01 | LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW | ||
011, 012, 013 | Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) | 30 | 2 |
011, 012, 013, 016 | Tuinbouw: | ||
011, 012, 013 | - bedrijfsgebouwen | 30 | 2 |
011, 012, 013 | - kassen zonder verwarming | 30 | 2 |
011, 012, 013 | - kassen met gasverwarming | 30 | 2 |
0113 | - champignonkwekerijen (algemeen) | 30 | 2 |
0113 | - champignonkwekerijen met mestfermentatie | 100 | 3.2 |
0163 | - bloembollendroog- en prepareerbedrijven | 30 | 2 |
011 | - witlofkwekerijen (algemeen) | 30 | 2 |
016 | Dienstverlening t.b.v. de landbouw: | ||
016 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² | 50 | 3.1 |
016 | - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² | 30 | 2 |
016 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² | 50 | 3.1 |
016 | - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² | 30 | 2 |
0162 | KI-stations | 30 | 2 |
10, 11 | VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN | ||
1031 | Aardappelprodukten fabrieken: | ||
1031 | - vervaardiging van aardappelproducten | 300 | 4.2 |
1031 | - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² | 50 | 3.1 |
1032, 1039 | Groente- en fruitconservenfabrieken: | ||
1032, 1039 | - jam | 100 | 3.2 |
1032, 1039 | - groente algemeen | 100 | 3.2 |
1032, 1039 | - met koolsoorten | 100 | 3.2 |
1032, 1039 | - met drogerijen | 300 | 4.2 |
1032, 1039 | - met uienconservering (zoutinleggerij) | 300 | 4.2 |
104101 | Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | ||
104101 | - p.c. < 250.000 t/j | 200 | 4.1 |
104101 | - p.c. >= 250.000 t/j | 300 | 4.2 |
104102 | Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: | ||
104102 | - p.c. < 250.000 t/j | 200 | 4.1 |
104102 | - p.c. >= 250.000 t/j | 300 | 4.2 |
1042 | Margarinefabrieken: | ||
1042 | - p.c. < 250.000 t/j | 200 | 4.1 |
1042 | - p.c. >= 250.000 t/j | 300 | 4.2 |
1051 | Zuivelprodukten fabrieken: | ||
1051 | - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u | 500 | 5.1 |
1051 | - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u | 500 | 5.1 |
1051 | - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j | 100 | 3.2 |
1051 | - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j | 300 | 4.2 |
1051 | - overige zuivelprodukten fabrieken | 300 | 4.2 |
1052 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² | 100 | 3.2 |
1052 | Consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
1061 | Meelfabrieken: | ||
1061 | - p.c. >= 500 t/u | 300 | 4.2 |
1061 | - p.c. < 500 t/u | 200 | 4.1 |
1061 | Grutterswarenfabrieken | 200 | 4.1 |
1062 | Zetmeelfabrieken: | ||
1062 | - p.c. < 10 t/u | 200 | 4.1 |
1062 | - p.c. >= 10 t/u | 300 | 4.2 |
1091 | Veevoerfabrieken: | ||
1091 | - destructiebedrijven | 700 | 5.2 |
1091 | - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek | 700 | 5.2 |
1091 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water | 300 | 4.2 |
1091 | - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water | 700 | 5.2 |
1091 | - mengvoeder, p.c. < 100 t/u | 200 | 4.1 |
1091 | - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u | 300 | 4.2 |
1092 | Vervaardiging van voer voor huisdieren | 200 | 4.1 |
1071 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: | ||
1071 | - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens | 30 | 2 |
1071 | - v.c. >= 7500 kg meel/week | 100 | 3.2 |
1072 | Banket, biscuit- en koekfabrieken | 100 | 3.2 |
10821 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | ||
10821 | - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² | 500 | 5.1 |
10821 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² | 100 | 3.2 |
10821 | - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
10821 | - Suikerwerkfabrieken met suiker branden | 300 | 4.2 |
10821 | - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² | 100 | 3.2 |
10821 | - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
1073 | Deegwarenfabrieken | 50 | 3.1 |
1083 | Koffiebranderijen en theepakkerijen: | ||
1083 | - koffiebranderijen | 500 | 5.1 |
1083 | - theepakkerijen | 100 | 3.2 |
108401 | Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden | 200 | 4.1 |
1089 | Vervaardiging van overige voedingsmiddelen | 200 | 4.1 |
1089 | Bakkerijgrondstoffenfabrieken | 200 | 4.1 |
1089 | Soep- en soeparomafabrieken: | ||
1089 | - zonder poederdrogen | 100 | 3.2 |
1089 | - met poederdrogen | 300 | 4.2 |
1089 | Bakmeel- en puddingpoederfabrieken | 200 | 4.1 |
110101 | Destilleerderijen en likeurstokerijen | 300 | 4.2 |
110102 | Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: | ||
110102 | - p.c. < 5.000 t/j | 200 | 4.1 |
110102 | - p.c. >= 5.000 t/j | 300 | 4.2 |
1102 t/m 1104 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | 30 | 2 |
1105 | Bierbrouwerijen | 300 | 4.2 |
1106 | Mouterijen | 300 | 4.2 |
1107 | Mineraalwater- en frisdrankfabrieken | 100 | 3.2 |
12 | VERWERKING VAN TABAK | ||
120 | Tabakverwerkende industrie | 200 | 4.1 |
13 | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | ||
131 | Bewerken en spinnen van textielvezels | 100 | 3.2 |
132 | Weven van textiel: | ||
132 | - aantal weefgetouwen < 50 | 100 | 3.2 |
132 | - aantal weefgetouwen >= 50 | 300 | 4.2 |
133 | Textielveredelingsbedrijven | 50 | 3.1 |
139 | Vervaardiging van textielwaren | 50 | 3.1 |
1393 | Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken | 200 | 4.1 |
139, 143 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | 50 | 3.1 |
14 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | ||
141 | Vervaardiging kleding van leer | 50 | 3.1 |
141 | Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) | 30 | 2 |
142, 151 | Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont | 50 | 3.1 |
15 | VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) | ||
151,152 | Lederfabrieken | 300 | 4.2 |
151 | Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) | 50 | 3.1 |
152 | Schoenenfabrieken | 50 | 3.1 |
16 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | ||
16101 | Houtzagerijen | 100 | 3.2 |
16102 | Houtconserveringsbedrijven: | ||
16102 | - met creosootolie | 200 | 4.1 |
16102 | - met zoutoplossingen | 50 | 3.1 |
1621 | Fineer- en plaatmaterialenfabrieken | 100 | 3.2 |
162 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout | 100 | 3.2 |
162 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 | 50 | 3.1 |
162902 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | 30 | 2 |
17 | VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN | ||
1711 | Vervaardiging van pulp | 200 | 4.1 |
1712 | Papier- en kartonfabrieken: | ||
1712 | - p.c. < 3 t/u | 50 | 3.1 |
1712 | - p.c. 3 - 15 t/u | 200 | 4.1 |
1712 | - p.c. >= 15 t/u | 300 | 4.2 |
172 | Papier- en kartonwarenfabrieken | 100 | 3.2 |
17212 | Golfkartonfabrieken: | ||
17212 | - p.c. < 3 t/u | 100 | 3.2 |
17212 | - p.c. >= 3 t/u | 200 | 4.1 |
58 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | ||
1811 | Drukkerijen van dagbladen | 100 | 3.2 |
1812 | Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) | 100 | 3.2 |
18129 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | 30 | 2 |
1814 | Grafische afwerking | 10 | 1 |
1814 | Binderijen | 30 | 2 |
1813 | Grafische reproduktie en zetten | 30 | 2 |
1814 | Overige grafische aktiviteiten | 30 | 2 |
182 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | 10 | 1 |
19 | AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN | ||
19202 | Smeeroliën- en vettenfabrieken | 100 | 3.2 |
19202 | Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie | 300 | 4.2 |
19202 | Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. | 300 | 4.2 |
20 | VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN | ||
2120 | Farmaceutische produktenfabrieken: | ||
2120 | - formulering en afvullen geneesmiddelen | 50 | 3.1 |
2120 | - verbandmiddelenfabrieken | 30 | 2 |
2041 | Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken | 300 | 4.2 |
2042 | Parfumerie- en cosmeticafabrieken | 300 | 4.2 |
2052 | Lijm- en plakmiddelenfabrieken: | ||
2052 | - zonder dierlijke grondstoffen | 100 | 3.2 |
2052 | - met dierlijke grondstoffen | 500 | 5.1 |
205902 | Fotochemische produktenfabrieken | 100 | 3.2 |
205903 | Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken | 50 | 3.1 |
205903 | Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. | 200 | 4.1 |
2060 | Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken | 300 | 4.2 |
22 | VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF | ||
221101 | Rubberbandenfabrieken | 300 | 4.2 |
221102 | Loopvlakvernieuwingsbedrijven: | ||
221102 | - vloeropp. < 100 m2 | 50 | 3.1 |
221102 | - vloeropp. >= 100 m2 | 200 | 4.1 |
2219 | Rubber-artikelenfabrieken | 100 | 3.2 |
222 | Kunststofverwerkende bedrijven: | ||
222 | - zonder fenolharsen | 200 | 4.1 |
222 | - met fenolharsen | 300 | 4.2 |
222 | - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen | 50 | 3.1 |
23 | VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN | ||
231 | Glasfabrieken: | ||
231 | - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j | 100 | 3.2 |
231 | - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j | 300 | 4.2 |
231 | - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j | 300 | 4.2 |
231 | - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j | 500 | 5.1 |
231 | Glasbewerkingsbedrijven | 50 | 3.1 |
232, 234 | Aardewerkfabrieken: | ||
232, 234 | - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW | 30 | 2 |
232, 234 | - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW | 100 | 3.2 |
233 | Baksteen en baksteenelementenfabrieken | 200 | 4.1 |
233 | Dakpannenfabrieken | 200 | 4.1 |
2362 | Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken | 100 | 3.2 |
2365, 2369 | Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: | ||
2365, 2369 | - p.c. < 100 t/d | 100 | 3.2 |
2365, 2369 | - p.c. >= 100 t/d | 300 | 4.2 |
237 | Natuursteenbewerkingsbedrijven: | ||
237 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² | 100 | 3.2 |
237 | - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² | 50 | 3.1 |
237 | - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j | 300 | 4.2 |
237 | - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j | 700 | 5.2 |
2391 | Slijp- en polijstmiddelen fabrieken | 50 | 3.1 |
2399 | Bitumineuze materialenfabrieken: | ||
2399 | - p.c. < 100 t/u | 300 | 4.2 |
2399 | - p.c. >= 100 t/u | 500 | 5.1 |
2399 | Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): | ||
2399 | - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j | 300 | 4.2 |
2399 | - overige isolatiematerialen | 200 | 4.1 |
2399 | Minerale produktenfabrieken n.e.g. | 100 | 3.2 |
24 | VERVAARDIGING VAN METALEN | ||
243 | Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: | ||
243 | - p.o. < 2.000 m2 | 300 | 4.2 |
243 | - p.o. >= 2.000 m2 | 700 | 5.2 |
244 | Non-ferro-metaalfabrieken: | ||
244 | - p.c. < 1.000 t/j | 300 | 4.2 |
244 | - p.c. >= 1.000 t/j | 700 | 5.2 |
25, 31 | VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) | ||
251, 331 | Constructiewerkplaatsen | ||
251, 331 | - gesloten gebouw | 100 | 3.2 |
251, 331 | - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 | 50 | 3.1 |
251, 331 | - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 | 200 | 4.1 |
251, 331 | - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 | 300 | 4.2 |
2529, 3311 | Tank- en reservoirbouwbedrijven: | ||
2529, 3311 | - p.o. < 2.000 m2 | 300 | 4.2 |
2529, 3311 | - p.o. >= 2.000 m2 | 500 | 5.1 |
2521, 2530, 3311 | Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels | 200 | 4.1 |
255, 331 | Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven | 200 | 4.1 |
255, 331 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. | 100 | 3.2 |
255, 331 | Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 | 50 | 3.1 |
2561, 3311 | Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: | ||
2561, 3311 | - algemeen | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - stralen | 200 | 4.1 |
2561, 3311 | - metaalharden | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - lakspuiten en moffelen | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - scoperen (opspuiten van zink) | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - thermisch verzinken | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - thermisch vertinnen | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - anodiseren, eloxeren | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - chemische oppervlaktebehandeling | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - emailleren | 100 | 3.2 |
2561, 3311 | - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) | 100 | 3.2 |
2562, 3311 | Overige metaalbewerkende industrie | 100 | 3.2 |
2562, 3311 | Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 | 50 | 3.1 |
259, 331 | Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: | ||
259, 331 | - p.o. < 2.000 m2 | 200 | 4.1 |
259, 331 | - p.o. >= 2.000 m2 | 500 | 5.1 |
259, 331 | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. | 100 | 3.2 |
259, 331 | Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 | 50 | 3.1 |
27, 28, 33 | VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN | ||
27, 28, 33 | Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: | ||
27, 28, 33 | - p.o. < 2.000 m2 | 100 | 3.2 |
27, 28, 33 | - p.o. >= 2.000 m2 | 200 | 4.1 |
28, 33 | - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW | 300 | 4.2 |
26, 28, 33 | VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS | ||
26, 28, 33 | Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie | 30 | 2 |
26, 27, 33 | VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. | ||
271, 331 | Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie | 200 | 4.1 |
271, 273 | Schakel- en installatiemateriaalfabrieken | 200 | 4.1 |
273 | Elektrische draad- en kabelfabrieken | 200 | 4.1 |
272 | Accumulatoren- en batterijenfabrieken | 100 | 3.2 |
274 | Lampenfabrieken | 300 | 4.2 |
293 | Elektrotechnische industrie n.e.g. | 30 | 2 |
26, 33 | VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. | ||
261, 263, 264, 331 | Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie | 50 | 3.1 |
2612 | Fabrieken voor gedrukte bedrading | 50 | 3.1 |
26, 32, 33 | VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN | ||
26, 32, 33 | Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie | 30 | 2 |
29 | |||
29 | VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS | ||
291 | Autofabrieken en assemblagebedrijven | ||
291 | - p.o. < 10.000 m2 | 200 | 4.1 |
291 | - p.o. >= 10.000 m2 | 300 | 4.2 |
29201 | Carrosseriefabrieken | 200 | 4.1 |
29202 | Aanhangwagen- en opleggerfabrieken | 200 | 4.1 |
293 | Auto-onderdelenfabrieken | 100 | 3.2 |
30 | VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) | ||
301, 3315 | Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: | ||
301, 3315 | - houten schepen | 50 | 3.1 |
301, 3315 | - kunststof schepen | 100 | 3.2 |
301, 3315 | - metalen schepen < 25 m | 200 | 4.1 |
301, 3315 | - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW | 500 | 5.1 |
3831 | Scheepssloperijen | 700 | 5.2 |
302, 317 | Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: | ||
302, 317 | - algemeen | 100 | 3.2 |
302, 317 | - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW | 300 | 4.2 |
303, 3316 | Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: | ||
303, 3316 | - zonder proefdraaien motoren | 200 | 4.1 |
303, 3316 | - met proefdraaien motoren | 1000 | 5.3 |
309 | Rijwiel- en motorrijwielfabrieken | 100 | 3.2 |
3099 | Transportmiddelenindustrie n.e.g. | 100 | 3.2 |
31 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | ||
310 | Meubelfabrieken | 100 | 3.2 |
9524 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 | 10 | 1 |
321 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | 30 | 2 |
322 | Muziekinstrumentenfabrieken | 30 | 2 |
323 | Sportartikelenfabrieken | 50 | 3.1 |
324 | Speelgoedartikelenfabrieken | 50 | 3.1 |
32991 | Sociale werkvoorziening | 30 | 2 |
32999 | Vervaardiging van overige goederen n.e.g. | 50 | 3.1 |
38 | VOORBEREIDING TOT RECYCLING | ||
383202 | Rubberregeneratiebedrijven | 300 | 4.2 |
383202 | Afvalscheidingsinstallaties | 300 | 4.2 |
36 | WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER | ||
36 | Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: | ||
36 | - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling | 50 | 3.1 |
41, 42, 43 | BOUWNIJVERHEID | ||
41, 42, 43 | Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² | 100 | 3.2 |
41, 42, 43 | Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² | 50 | 3.1 |
41, 42, 43 | Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² | 50 | 3.1 |
41, 42, 43 | Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² | 30 | 2 |
45, 47 | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | ||
451, 452, 454 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | 30 | 2 |
451 | Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) | 100 | 3.2 |
45204 | Autoplaatwerkerijen | 100 | 3.2 |
45204 | Autobeklederijen | 10 | 1 |
45204 | Autospuitinrichtingen | 50 | 3.1 |
45205 | Autowasserijen | 30 | 2 |
453 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | 30 | 2 |
46 | GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING | ||
4621 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders | 50 | 3.1 |
4621 | Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer | 300 | 4.2 |
4622 | Grth in bloemen en planten | 30 | 2 |
4623 | Grth in levende dieren | 100 | 3.2 |
4624 | Grth in huiden, vellen en leder | 50 | 3.1 |
46217, 4631 | Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen | 50 | 3.1 |
4632, 4633 | Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën | 50 | 3.1 |
4634 | Grth in dranken | 30 | 2 |
4635 | Grth in tabaksprodukten | 30 | 2 |
4636 | Grth in suiker, chocolade en suikerwerk | 30 | 2 |
4637 | Grth in koffie, thee, cacao en specerijen | 30 | 2 |
4638, 4639 | Grth in overige voedings- en genotmiddelen | 30 | 2 |
464, 46733 | Grth in overige consumentenartikelen | 30 | 2 |
46499 | Grth in vuurwerk en munitie: | ||
46499 | - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton | 30 | 2 |
46499 | - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton | 50 | 3.1 |
46499 | - munitie | 30 | 2 |
46711 | Grth in vaste brandstoffen: | ||
46711 | - klein, lokaal verzorgingsgebied | 50 | 3.1 |
46711 | - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 | 500 | 5.1 |
46712 | Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: | ||
46712 | - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 | 200 | 4.1 |
46712 | - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 | 500 | 5.1 |
46712 | - tot vloeistof verdichte gassen | 300 | 4.2 |
46713 | Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) | 100 | 3.2 |
46722, 46723 | Grth in metalen en -halffabrikaten | 100 | 3.2 |
4673 | Grth in hout en bouwmaterialen: | ||
4673 | - algemeen: b.o. > 2000 m² | 50 | 3.1 |
4673 | - algemeen: b.o. <= 2000 m² | 30 | 2 |
46735 | Grth in zand en grind: | ||
46735 | - algemeen: b.o. > 200 m² | 100 | 3.2 |
46735 | - algemeen: b.o. <= 200 m² | 30 | 2 |
4674 | Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: | ||
4674 | - algemeen: b.o. > 2.000 m² | 50 | 3.1 |
4674 | - algemeen: b.o. < = 2.000 m² | 30 | 2 |
46751 | Grth in chemische produkten | 100 | 3.2 |
46752 | Grth in kunstmeststoffen | 30 | 2 |
4676 | Grth in overige intermediaire goederen | 30 | 2 |
466 | Grth in machines en apparaten: | ||
466 | - machines voor de bouwnijverheid | 100 | 3.2 |
466 | - overige | 50 | 3.1 |
466, 469 | Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. | 30 | 2 |
47 | DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | ||
4791 | Postorderbedrijven | 50 | 3.1 |
952 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | 10 | 1 |
55 | LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING | ||
562 | Cateringbedrijven | 30 | 2 |
49 | VERVOER OVER LAND | ||
493 | Taxibedrijven | 30 | 2 |
493 | Touringcarbedrijven | 100 | 3.2 |
494 | Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² | 100 | 3.2 |
494 | Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² | 50 | 3.1 |
495 | Pomp- en compressorstations van pijpleidingen | 30 | 2 |
52 | DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER | ||
52241 | Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: | ||
52241 | - containers | 500 | 5.1 |
52241 | - stukgoederen | 300 | 4.2 |
52241 | - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 | 1000 | 5.3 |
52241 | - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u | 500 | 5.1 |
52241 | - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 | 700 | 5.2 |
52241 | - olie, LPG, e.d. | 1000 | 5.3 |
52241 | - tankercleaning | 300 | 4.2 |
52242 | Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: | ||
52242 | - containers | 300 | 4.2 |
52242 | - tankercleaning | 300 | 4.2 |
52242 | - stukgoederen | 100 | 3.2 |
52242 | - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² | 300 | 4.2 |
52242 | - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² | 700 | 5.2 |
52242 | - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u | 300 | 4.2 |
52242 | - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u | 500 | 5.1 |
52242 | - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 | 300 | 4.2 |
52242 | - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 | 500 | 5.1 |
52242 | - olie, LPG, e.d. | 700 | 5.2 |
52102, 52109 | Distributiecentra, pak- en koelhuizen | 50 | 3.1 |
52109 | Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) | 30 | 2 |
5221 | Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) | 100 | 3.2 |
5222 | Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) | 10 | 1 |
5229 | Expediteurs, cargadoors (kantoren) | 10 | 1 |
53 | POST EN TELECOMMUNICATIE | ||
531, 532 | Post- en koeriersdiensten | 30 | 2 |
61 | Telecommunicatiebedrijven | 10 | 1 |
77 | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | ||
7711 | Personenautoverhuurbedrijven | 30 | 2 |
7712, 7739 | Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) | 50 | 3.1 |
773 | Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen | 50 | 3.1 |
772 | Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. | 30 | 2 |
62 | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | ||
62 | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | 10 | 1 |
58, 63 | Datacentra | 30 | 2 |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | ||
812 | Reinigingsbedrijven voor gebouwen | 50 | 3.1 |
74203 | Foto- en filmontwikkelcentrales | 30 | 2 |
82992 | Veilingen voor huisraad, kunst e.d. | 10 | 1 |
37, 38, 39 | MILIEUDIENSTVERLENING | ||
381 | Gemeentewerven (afval-inzameldepots) | 50 | 3.1 |
381 | Vuiloverslagstations | 300 | 4.2 |
382 | Afvalverwerkingsbedrijven: | ||
382 | - mestverwerking/korrelfabrieken | 500 | 5.1 |
382 | - kabelbranderijen | 100 | 3.2 |
382 | - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) | 50 | 3.1 |
382 | - oplosmiddelterugwinning | 100 | 3.2 |
382 | - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW | 300 | 4.2 |
382 | - verwerking fotochemisch en galvano-afval | 30 | 2 |
59 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | ||
591, 592, 601, 602 | Studio's (film, TV, radio, geluid) | 30 | 2 |
96 | OVERIGE DIENSTVERLENING | ||
96011 | Wasserijen en strijkinrichtingen | 50 | 3.1 |
96011 | Tapijtreinigingsbedrijven | 50 | 3.1 |
96012 | Chemische wasserijen en ververijen | 30 | 2 |
96013 | Wasverzendinrichtingen | 30 | 2 |
96013 | Wasserettes, wassalons | 10 | 1 |
Verklaring gebruikte afkortingen
- : niet van toepassing / niet relevant | o.c. : opslagcapaciteit |
< : kleiner dan | p.c. : productiecapaciteit |
> : groter dan | p.o. : productieoppervlak |
= : gelijk aan | b.o. : bedrijfsoppervlak |
cat. : categorie | v.c. : verwerkingscapaciteit |
e.d. : en dergelijke | u : uur |
i.e. : inwonereenheden | d : dag |
kl. : klasse | w : week |
n.e.g. : niet elders genoemd | j : jaar |
Bijlage 4 Nadere Toelichting Staat Van Milieubelastende Activiteiten
De Staat van milieubelastende activiteiten is ontleend aan bijlage 1 van de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (Sdu Uitgevers BV, 2009). Bijlage 1 omvat de milieubelastende activiteiten met codering volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bij die activiteiten is rekening gehouden met de normaliter bij deze activiteiten voorkomende opslagen en installaties.
Richafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar
Per milieubelastende activiteit zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen de activiteit en woonbebouwing, om hinder en schade aan mensen tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor elk van de aspecten is de noodzakelijk geachte afstand bepaald. In principe geldt de afstand tussen enerzijds de perceelsgrens van de milieubelastende activiteit en anderzijds de gevel van een woning. Uit de vier verkregen afstanden kan de uiteindelijk noodzakelijk geachte afstand worden afgeleid: de grootste van de vier. In de Staat van milieubelastende activiteiten wordt de grootste afstand genoemd.
Opgemerkt dient te worden dat de methodiek in de eerste plaats is ontwikkeld om in nieuwe situaties een vestigingsplaats voor een bedrijf vast te stellen en niet voor toetsing van bestaande situaties. Daarom wordt bij bestaande situaties uitgegaan van de maatregelen, die voor een nieuwe vestiging van een dergelijk bedrijfs- of activiteitstype redelijkerwijs kunnen worden verwacht. Verder gelden de afstanden alleen in relatie tot rustige woonwijken gelegen in zuivere woongebieden, dus niet voor woningen die in gebieden liggen met een andere bestemming of kwalificatie. Voor gemengde gebieden gelden kleinere afstanden. Daarnaast dient in de milieuzonering rekening te worden gehouden met de aanwezigheid van eventuele bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Bedrijfswoningen op een bedrijventerrein zijn in het algemeen minder milieugevoelig dan de omgevingstypen rustige woonwijk en gemengd gebied.
Voor de toepassing van deze methodiek op bestaande situaties is het zeker niet zo dat elk bedrijf, dat is gevestigd op kortere afstand tot aaneengesloten woonbebouwing dan de wenselijke, zonder meer onaanvaardbaar is. Wel geeft de gewenste afstand een maat voor potentiële hinder, gevaar of schade.
Categorie
De milieucategorie wordt afgeleid van de grootste afstand van de richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar. De milieucategorie is vermeld in de kolom 'categorie'. De Standaard onderscheidt tien mogelijke milieucategorieën. De volgende tabel geeft voor de omgevingstype rustige woonwijk per milieucategorie inzicht in de gewenste richtafstanden:
Milieucategorie | 1 | 2 | 3.1 | 3.2 | 4.1 | 4.2 | 5.1 | 5.2 | 5.3 | 6 |
Richtafstand | 10 | 30 | 50 | 100 | 200 | 300 | 500 | 700 | 1.000 | 1.500 |
Bestemmingsplantoetsing
De in dit bestemmingsplan opgenomen Staat van milieubelastende activiteiten komt in verregaande mate overeen met de voorbeeld Staat van bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen uit de VNG-publicatie. Conform de aanbevelingen van de VNG-publicatie is de Staat aangepast aan de specifieke kenmerken van dit bestemmingsplan. Dit betekent dat activiteiten die niet passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van het bestemmingsplan niet zijn opgenomen. Dit geldt ook voor activiteiten die vanuit planologische overwegingen niet gewenst zijn op een bedrijventerrein.
De opsomming in de Staat van milieubelastende activiteiten wil niet zeggen dat alle daarin voorkomende activiteiten ook gerekend moeten worden tot milieubelastende activiteiten in de zin van dit bestemmingsplan. Daarmee is deze systematiek toepasbaar op iedere bestemming waarin functies voorkomen die milieubelastend kunnen zijn, zoals bijvoorbeeld aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten.
Voor een juiste toepassing van deze lijst is het van belang dat eerst wordt bepaald of een bepaalde activiteit passend is binnen de het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik. Daarna volgt een tweede toets aan de Staat van milieubelastende activiteiten; in welke mate belast de passende milieubelastende activiteit de milieugevoelige activiteit (het wonen). Dit betreft een dubbele toetsing met cumulatieve voorwaarden.
Voor activiteiten die een zwaardere milieubelasting kennen dan de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie, maar waarvan de functie wel overeenkomst met het bestemmingsplan, is in sommige gevallen een binnenplanse afwijking mogelijk. Dit betreft activiteiten die op grond van de Staat van milieubelastende activiteiten weliswaar worden ingedeeld in een hogere categorie dan is toegelaten, maar in de praktijk een milieubelasting hebben die valt binnen de op grond van het bestemmingsplan toegelaten categorie. In dergelijke gevallen zal aan de hand van onderzoeken aangetoond moeten worden dat de milieufactor die bepalend is voor de indeling in een categorie voor deze specifieke activiteit naar beneden kan worden bijgesteld.
Bijlage 5 Parkeernormen
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeenteraad van Schiedam heeft op 18 juli 2013 voor het gehele bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' vastgesteld. Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is ten aanzien van dit bestemmingsplan op het onderdeel detailhandel een reactieve aanwijzing gegeven. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 hierover uitspraak gedaan. Deze uitspraak geeft aanleiding het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' voor wat betreft volumineuze detailhandel te herzien. Daarnaast worden enkele kleine planologische wijzigingen meegenomen in het plan.
1.2 Begrenzing Plangebied
Het bestemmingsplan betreft de volgende percelen op het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse:
- a. de binnen het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' gelegen percelen met detailhandel in volumineuze goederen: Buitenhavenweg 132 en 140, Van Deventerstraat 26-30, Nieuw-Mathenesserstraat 11-13 en Gustoweg 81-83 (geel).
- b. de bedrijfswoningen Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60 (blauw).
- c. de voormalige Calex gloeilampenfabriek aan de Nieuw-Mathenesserstraat 46 (groen).
Ligging locaties herziening binnen plangebied 'Nieuw-Mathenesse'
1.3 Geldend Bestemmingsplan
Voor het plangebied geldt momenteel het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'. Aanvullend hierop geldt de reactieve aanwijzing van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 30 juli 2013, voor zover deze niet is vernietigd door de Afdeling Bestuursrechtspraak in haar uitspraak van 16 april 2014.
Vastgesteld | IMRO-identificatie | ||
Nieuw-Mathenesse | 18 juli 2013 | NL.IMRO.0606.BP0024-0002 | |
Reactieve aanwijzing Nieuw-Mathenesse (GS) | 30 juli 2013 | NL.IMRO.9928.DOSx2013x0005770AW-VA01 |
1.4 Opzet Bestemmingsplan En Toelichting
Het bestemmingsplan bestaat uit drie delen:
- de toelichting: hierin worden de overwegingen beschreven die hebben geleid tot het geven van een bepaalde bestemming, evenals een uitleg van de gebruikte bestemmingen en de uitvoerbaarheid van het plan;
- de regels: hierin wordt per bestemming een omschrijving gegeven van het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing van de in dit plan begrepen gronden, en;
- een verbeelding, met daarop aangegeven de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden.
Hoofdstuk 2 Reikwijdte En Doel
2.1 Beschrijving Bestaande Situatie
Nieuw-Mathenesse ligt direct ten zuidoosten van de Schiedamse binnenstad en is het oudste bedrijventerrein in Schiedam. Over het algemeen is Nieuw-Mathenesse te karakteriseren als een regulier, stedelijk bedrijventerrein met een grote variatie aan bedrijvigheid. De gemeente is een proces van herstructurering gestart, met als doel om in nauwe samenwerking met de ondernemers op het bedrijventerrein het verval te keren en tot vernieuwing en herstructurering te komen (Masterplan Nieuw-Mathenesse, 2008). Voor de algemene beschrijving van het gehele gebied wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'.
2.2 Reactieve Aanwijzing
Door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland is ten aanzien van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' op 30 juli 2013 een reactieve aanwijzing als bedoeld in artikel 3.8, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening gegeven. In de reactieve aanwijzing werd gesteld dat de in het bestemmingsplan gehanteerde definitie voor volumineuze detailhandel te ruim is ten opzichte van de door de provincie in de verordening Ruimte gehanteerde definitie. Aanvullend werd het toelaten van ondergeschikte detailhandel bij bedrijven in strijd met de provinciale verordening geacht. De reactieve aanwijzing had tot gevolg dat de regeling inzake ondergeschikte detailhandel en (gedeeltelijk) de definitiebepaling van volumineuze detailhandel geen onderdeel meer uitmaakten van het bestemmingsplan.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 (proc.nr. 201308137/1/R4) uitspraak gedaan in het beroep tegen de reactieve aanwijzing. De Raad van State heeft de reactieve aanwijzing voor zover het betrekking had op de ondergeschikte detailhandel vernietigd, omdat dit geen onderdeel vormde van de eerder door Gedeputeerde Staten ingediende zienswijze. De reactieve aanwijzing is in stand gelaten voor zover dit het gedeeltelijk buiten toepassing verklaren van de definitiebepaling voor volumineuze detailhandel betreft.
De systematiek van de wet bepaalt dat met een reactieve aanwijzing uitsluitend onderdelen uit een bestemmingsplan kunnen worden verwijderd en geen onderdelen kunnen worden toegevoegd of gewijzigd. Door het verwijderen van onderdelen uit de definitie van volumineuze detailhandel luidt deze thans: "detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling detailhandel in auto's, kampeermiddelen, boten". Deze definitiebepaling is beperkter dan wat op grond van de provinciale verordening onder toegelaten vormen van volumineuze detailhandel mag worden verstaan. Om de begripsbepaling van het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de provinciale verordening dient het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' op dit onderdeel te worden herzien. Het niet aanpassen van de definitiebepaling zou de gebruiksmogelijkheden van de panden onevenredig beperken, wat leegstand in de hand kan werken. Daarnaast zou, voor zover sprake is van de verkoop van meubelen, het bestaande, legale gebruik onder het overgangsrecht worden gebracht, terwijl beëindiging van dit gebruik binnen de planperiode van 10 jaar niet is voorzien.
Op het bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse bevinden zich de volgende bedrijven waar sprake is van detailhandel in volumineuze goederen:
- Buitenhavenweg 132 en 140: Meubeltoonkamers Modern (meubelen);
- Van Deventerstraat 26-30: Masko Meubels (meubelen);
- Nieuw-Mathenesserstraat 11-13: Kriek & Van der Kruit's Automobielbedrijf B.V. (auto's);
- Gustoweg 81-83: Algemene Bedrijfsauto Combinatie B.V. (auto's).
2.3 Overige Wijzigingen
Geïnventariseerd is of er ten opzichte van het moment van vaststelling van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' ontwikkelingen of wijzigen zijn in het gebied welke meegenomen kunnen worden in deze herziening van het bestemmingsplan. De volgende ontwikkelingen en/of wijzigingen worden meegenomen in deze herziening:
- De gloeilampenfabriek 'Calex' is gevestigd aan de Nieuw-Mathenesserstraat 46. Aan dit bedrijf was in het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' een maatbestemming gegeven omdat de bedrijfsactiviteiten (milieucategorie 4.2) zwaarder waren dan ter plekke is toegelaten op grond van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'. De productie van gloeilampen in dit bedrijfspand is gestaakt en daarmee de noodzaak voor een maatbestemming welke ter plekke een gloeilampenfabriek toelaat. Gelet hierop komt de maatbestemming te vervallen en geldt qua toegelaten bedrijvigheid de hoofdregel uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse', op grond waarvan bedrijfsactiviteiten tot maximaal milieucategorie 3.2 zijn toegelaten.
- In het plangebied bevinden zich bedrijfswoningen op de adressen Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60. De bedrijfswoningen bevinden zich allen op de verdieping en behoren tot het op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf. De aanwezigheid van bedrijfswoningen op het bedrijventerrein is uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet (langer) wenselijk. Enerzijds kan de aanwezigheid van bedrijfswoningen leiden tot een ongewenste beperking van de bedrijfsvoering van bedrijven, anderzijds kan bewoners geen goed woon- en leefklimaat worden gegarandeerd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn om deze reden niet toegelaten in het plangebied. Voor de bestaande bedrijfswoningen, welke op de verbeelding allen zijn aangeduid als 'bedrijfswoning', geldt een beperkende regeling op grond waarvan de woningen als bedrijfswoning kunnen blijven functioneren, maar welke het verbiedt de woning af te splitsen van het bedrijf waartoe deze behoort. Aanvullend bevat de regeling een uitsterfconstructie waarbij het gebruik van de bedrijfswoning niet mag worden hervat op het moment dat deze voor een ander doel dan het wonen in gebruik is genomen. Deze bepaling geldt daarbij niet op het moment dat de bedrijfswoning (voor langere tijd) te koop wordt aangeboden.
2.4 Cultuurhistorisch Waardevolle Bebouwing
De voormalige branderij aan de Buitenhavenweg 132 is een cultuurhistorisch waardevol bouwwerk. Deze branderij stamt uit 1853 en is het laatste voorbeeld in zijn soort aan de Buitenhavenweg. Na 1850 ontstond aan dit gedeelte van de Buitenhavenweg een vrijwel aaneengesloten gevelrij met vergelijkbare panden. Het gebouw heeft een eenvoudige gevel in een classicistische opzet. In de gewijzigde begane grond is nog een getoogde inrijpoort aanwezig met een sluitsteen met het jaartal 1855. Het gebouw heeft een hoge cultuurhistorische waarde samenhangend met de brandersgeschiedenis van Schiedam. Ter bescherming van deze waarde is de voormalige branderij op de verbeelding aangeduid met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 april 2014 (proc.nr. 201309389/1/R4) deze wijze van bestemmen geaccordeerd.
Hoofdstuk 3 Beleidskader En Milieu
3.1 Beleidskader
In deze paragraaf wordt een beknopt overzicht gegeven van het relevante ruimtelijk beleid met betrekking tot (volumineuze) detailhandel. Voor wat betreft het overige ruimtelijk beleid op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau welke van toepassing is op het plangebied en het bedrijventerrein 'Nieuw-Mathenesse' als geheel wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'.
3.1.1 Provinciaal detailhandelsbeleid
Op basis van de Wet ruimtelijke ordening moeten gemeenten, provincies en Rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. De provincie Zuid-Holland heeft op 9 juli 2014 voor de gehele provincie de structuurvisie 'Ruimte en Mobiliteit' vastgesteld. De structuurvisie gaat uit van structurele, maar ook onzekere, veranderingen in de samenleving, economie en het milieu. Veranderingen die er toe leiden dat de voorspelbaarheid van ontwikkelingen vermindert. Binnen dit dynamische speelveld zet de provincie in op het beter benutten en verder opwaarderen van bovenlokale netwerken, landschapsstructureren en verstedelijkingspatronen. De behoefte van de gebruikers staat daarbij centraal; het aanbod moet zijn afgestemd op hun vraag.
In 2012 heeft de provincie Zuid-Holland de notitie 'Detailhandel in Zuid-Holland' vastgesteld, welke is opgenomen in de provinciale structuurvisie. Het provinciaal beleid is er op gericht om de hoofdstructuur (hoofd- en ondersteunende centra, aangevuld met de belangrijkste clusters van perifere detailhandel) zoveel mogelijk te versterken, zonder de dynamiek in de sector te willen verminderen. Het beleid ten aanzien van perifere detailhandel blijft restrictief en beperkt tot een aantal in de verordening aangewezen locaties. De sturing wordt wel losgelaten ten aanzien van een aantal branches die de detailhandelsstructuur niet versterken en zelden voorkomen op locaties voor de vestiging van perifere detailhandel.
Samen met de structuurvisie is de verordening 'Ruimte' vastgesteld. In deze verordening vindt een juridische vertaling plaats van het beleid uit de structuurvisie. De verordening stelt regels met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking hebben in het bestemmingsplan. De provinciale verordening is voor wat betreft het onderwerp detailhandel van toepassing op dit bestemmingsplan.
Nieuwe detailhandel moet op grond van artikel 2.1.4, eerste lid van de verordening gevestigd worden binnen of direct aansluitend aan een bestaande winkelconcentratie in de centra van steden, dorpen en wijken. Bij Kroonbesluit van 21 november 2015 (Staatsblad 2015/454, d.d. 2 december 2015) is de uitzonderingsregel in het derde lid van dit artikel geschorst. De Kroon heeft geoordeeld dat het limitatieve karakter van de uitzonderingsregel zich niet verdraagt met een goede ruimtelijke ordening en er twijfel is of de hieruit voortvloeiende vestigingsbeperkingen kunnen worden gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang en of, indien dit zo is, de beperkingen in concrete gevallen geschikt, evenredig en noodzakelijk zijn. In dat kader wordt ook verwezen naar de van toepassing zijnde Europese regelgeving. Naar aanleiding hiervan heeft de Kroon een voorziening getroffen, welke in de plaats treedt van de uitzonderingsregel. Op grond hiervan is de het bepaalde met betrekking tot de vestiging van detailhandel in de centra is niet van toepassing op:
- detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen en detailhandel die zich uit oogpunt van ruimtelijke ordening niet onderscheidt van de hiervoor genoemde detailhandel.
- tuincentra en bouwmarkten (groter dan 1.000 m² bvo);
- grootschalige meubelbedrijven (groter dan 1.000 m² bvo) en detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket, zonwering en jacuzzi’s gelegen op een aangewezen perifere detailhandelslocatie.
Voor de onder 2 en 3 genoemde perifere detailhandel geldt de aanvullende verplichting dat het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast, geen onaanvaardbare leegstand ontstaat en advies gevraagd is aan de adviescommissie detailhandel Zuid-Holland.
Het bestemmingsplan heeft uitsluitend betrekking op die locaties waar reeds volumineuze detailhandelsbedrijven aanwezig zijn en biedt geen ruimte voor uitbreiding of wijziging naar een vorm van detailhandel welke niet expliciet is toegelaten op grond van het provinciaal beleid. Overeenkomstig de provinciale verordening is op alle locaties waar reeds volumineuze detailhandel aanwezig is detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen toegelaten.
Aan de Buitenhavenweg 132 en 140 en de Van Deventerstraat 26-30 bevindt zich een tweetal meubelbedrijven. Deze bedrijven zijn op de verbeelding, overeenkomstig het bepaalde in de reactieve aanwijzing van 30 juli 2013, aangeduid als 'specifiek vorm van detailhandel - meubels'. Ter plekke van deze aanduiding is detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering toegelaten.
3.1.2 Gemeentelijk detailhandelsbeleid
In 2009 is de 'Detailhandelsnota 2010-2020' vastgesteld. De nota tracht door middel van een onderlinge afstemming tussen de winkelgebieden en geplande ontwikkeling een sterk detailhandelsapparaat op te bouwen. Doel is te komen tot een evenwichtige en duurzame voorzieningenstructuur voor de consument waarin de markt met vertrouwen durft te investeren. Schiedam heeft geen grootschalige perifere detailhandelsconcentratie, al zijn wel enkele solitaire aanbieders aanwezig op de bedrijventerreinen. Vanwege het grote aanbod in de omgeving (o.a. Alexandrium III, Ikea Delft) is er geen aanleiding om dit aanbod in de periferie substantieel uit te breiden. Om deze reden wordt detailhandel in het bestemmingsplan beperkt tot de bestaande detailhandelsvestigingen.
3.2 Milieu
In het kader van het in 2013 vastgestelde bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' zijn alle relevante milieuaspecten voor het gehele bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse beoordeeld en is een milieueffectrapport opgesteld. Dit bestemmingsplan betreft uitsluitend een herziening van de planologische regeling inzake de bestaande volumineuze detailhandel en aanpassing van de regels naar aanleiding van enkele ontwikkelingen. Het bestemmingsplan heeft geen milieueffecten anders dan reeds beoordeeld in het kader van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse'. Gelet hierop wordt voor wat betreft het aspect milieu verwezen naar hoofdstuk 4 van de toelichting op het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' en het bijbehorende milieueffectrapport.
Hoofdstuk 4 Juridische Aspecten
De planologische regeling uit het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse is in dit bestemmingsplan, voor zover van toepassing op het plangebied, overgenomen in deze herziening. In vergelijking tot dat bestemmingsplan zijn de planregels aangepast. Daarnaast is een regeling met betrekking tot het parkeren, stallen, laden en lossen opgenomen aangezien dit aspect niet meer via de gemeentelijke Bouwverordening wordt gereguleerd.
4.1 Herziening Planregels
De planregels en verbeelding zijn op de volgende wijze herzien:
- 1. De definitie van volumineuze detailhandel is in overeenstemming gebracht met de provinciale verordening en luidt: "Detailhandelsbedrijven die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben, zijnde detailhandel in auto’s, boten, caravans, motoren, scooters, zwembaden, buitenspeelapparatuur, fitnessapparatuur, piano’s, surfplanken, tenten, grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen en brand- en explosiegevaarlijke goederen, inclusief bij het hoofdassortiment passende nevenassortimenten mits niet meer dan 20% van de verkoopvloeroppervlakte voor de verkoop van het nevenassortiment wordt gebruikt".
- 2. Aan de Buitenhavenweg 132-140 en de Van Deventerstraat 26-30 bevindt zich een tweetal meubelbedrijven. Beide detailhandelsbedrijven vallen, gelet op de producten die worden verkocht, niet onder de reikwijdte van het begrip 'volumineuze detailhandel'. Deze bedrijven zijn in dit bestemmingsplan beiden positief bestemd door toevoeging van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - meubels' op de verbeelding. Op grond van de planregels is ter plekke van deze aanduiding volumineuze detailhandel en detailhandel in meubels, inclusief in ondergeschikte mate een assortiment woninginrichting en stoffering toegelaten.
- 3. Het gebruik van het pand Nieuw-Mathenesserstraat 46 voor de productie van gloeilampen is gestaakt. De aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3', op grond waarvan ter plekke een lampenfabriek was toegelaten is om deze reden verwijderd.
- 4. Aan de Nieuw-Mathenesserstraat 36-A, Buitenhavenweg 58 en Buitenhavenweg 60 bevindt zich een drietal bedrijfswoningen. De regel met betrekking tot bedrijfswoningen is op de volgende wijze aangevuld: "met betrekking tot het bestaand gebruik van de als 'bedrijfswoning' aangeduide bedrijfswoningen geldt dat afsplitsing van de bedrijfswoning van het bedrijf(sperceel) niet is toegestaan, alsmede dat na beëindiging van het gebruik van de bedrijfswoning voor een periode langer dan 1 jaar dit gebruik niet mag worden hervat, waarbij deze situatie zich niet voordoet indien de bedrijfswoning aantoonbaar te koop wordt aangeboden en tijdens deze periode niet of tijdelijk voor een andere functie dan het wonen wordt gebruikt".
4.2 Parkeren, Laden, Lossen En Stallen
Parkeren
Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt de vereiste dat, om parkeerproblemen te voorkomen, voorzien moet worden in voldoende parkeergelegenheid. Deze vereiste vond voorheen zijn grondslag in de gemeentelijke bouwverordening. Door een wijziging in de wet heeft de gemeentelijke bouwverordening op dit punt zijn werking verloren. Dit neemt niet weg dat het wenselijk blijft dat bij nieuwe ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. Om deze reden is in de planregels een regeling met betrekking tot parkeren opgenomen.
De hoofdregel is dat bij nieuwe ontwikkelingen voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd op eigen terrein. Onder een nieuwe ontwikkeling wordt daarbij zowel het oprichten van bebouwing verstaan, als het veranderen, wijzigen of uitbreiden van bestaand gebruik. De vraag of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid wordt beantwoord op basis van de bij de regels gevoegde parkeernormen, de berekenwijze van de parkeerbehoefte uit het op 13 mei 2014 door het college vastgestelde 'Beleid toepassing verordening op de parkeerbijdrageregeling en parkeernormen' en de uitgebreide jurisprudentie die op dit onderdeel is ontstaan. De bij de regel gevoegde parkeernormen zijn de normen zoals deze op 13 mei 2014 door het college zijn vastgesteld. Daarbij geldt aanvullend dat de parkeerplaatsen qua aard, plaats en inrichting bruikbaar en bereikbaar moeten zijn. De bepalingen en voorschriften uit het Handboek Openbare Ruimte vormen hierbij het uitgangspunt.
De regeling kent een afwijkingsbevoegdheid voor die gevallen dat het niet mogelijk of wenselijk is de parkeergelegenheid (volledig) op eigen terrein te realiseren, en op een 'andere wijze' wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Deze situatie doet zich voor indien:
- a. nieuwe parkeerplaatsen worden aangelegd in het openbaar gebied. Hierbij geldt dat dit niet ten koste mag gaan van bestaande of geplande parkeervoorzieningen, de aanvrager geen uniek gebruiksrecht heeft op deze nieuwe parkeerplaatsen en de bijbehorende aanlegkosten voor de aanvrager zijn.
- b. bestaande parkeerplaatsen worden gebruikte in het openbaar gebied. Dit is mogelijk indien in de bestaande situatie sprake is van een overschot aan parkeerplaatsen, waarbij eveneens geldt dat de aanvrager geen uniek gebruiksrecht verkrijgt voor deze parkeerplaatsen en ter compensatie voor deze reeds door de gemeente aangelegde en betaalde parkeerplaatsen een bedrag dient te betalen van € 7.500,-- per parkeerplaats.
- c. duurzaam gebruik van parkeerplaatsen in een al dan niet zelf gerealiseerd naburige parkeervoorziening. Voorwaarde hierbij is dat aangetoond moet worden dat deze parkeerplaatsen langdurig (minimaal 10 jaar) ten behoeve van de nieuwe ontwikkeling gebruikt kunnen worden.
Indien het niet mogelijk is om voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te realiseren en ook op een 'andere wijze' niet in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien bestaat de mogelijkheid het tekort aan parkeerplaatsen financieel te compenseren door storting van een bedrag in het gemeentelijk parkeerfonds. De hoogte van de financiële bijdrage wordt bepaald op grond van de op 6 maart 2014 door de gemeenteraad vastgestelde 'Verordening op de parkeerbijdrageregeling Schiedam 2014'.
Tot slot kent de regeling een afwijkingsbevoegdheid voor die situaties dat niet kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid en een bijdrage in het parkeerfonds ook niet mogelijk is, maar naar het oordeel van het college sprake is van een ontwikkeling met een bijzonder gemeentelijk belang. Het gaat hierbij om zeer uitzonderlijke situaties, waarbij met gegronde redenen is aangetoond, dat het niet mogelijk is de vereiste parkeergelegenheid te realiseren. Het betreft hierbij ontwikkelingen die zodanig gewenst zijn dat het uit economisch oogpunt of uit het oogpunt van milieu, hinder of woonomgeving, gedeeltelijk of volledig vrijstelling van de parkeernorm wordt gegeven.
Laden en lossen
Voor diverse gebruiksfuncties is, uit het oogpunt van doorstroming en gebruik van de openbare weg, een voorziening voor het laden en lossen vereist. De bepaling met betrekking tot laden en lossen uit de gemeentelijke bouwverordening heeft op dit punt haar aanvullende werking verloren. Het blijft wenselijk om een dergelijke voorziening te hebben, mits de aard en omvang van een ruimtelijke ontwikkelingen daar aanleiding toe geeft. Gelet op de grote verscheidenheid aan ontwikkelingen is het niet mogelijk hiervoor op voorhand normen op te nemen. De aard, omvang, situering en noodzaak van deze voorziening wordt om deze reden op basis van de specifieke eigenschappen van een ruimtelijke ontwikkeling bepaald. Deze vereiste geldt niet voor woonfuncties.
Fietsparkeren
Het gebruik van de fiets maakt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen ook ruimte moet worden gereserveerd voor het stallen van fietsen. Deze vereiste gold voorheen op grond van het Bouwbesluit. Gelet op het hoge fietsgebruik en om wildparkeren van fietsen te voorkomen is het wenselijk dergelijke stallingsvoorzieningen te hebben. Gelet op de grote verscheidenheid aan ontwikkelingen is het niet mogelijk hiervoor op voorhand normen op te nemen. De aard, omvang, situering en noodzaak van deze voorziening wordt om deze reden op basis van de specifieke eigenschappen van een ruimtelijke ontwikkeling bepaald. Deze vereiste geldt niet voor woonfuncties, omdat daarvoor op grond van het Bouwbesluit een verplichting geldt voor het hebben van een (fietsen)berging.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, lid 1, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de gemeente bekostigd worden. De economische uitvoerbaarheid van dit conserverende plan kan daarom als aangetoond worden beschouwd.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bestuurlijk vooroverleg
In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven dat de diverse bestuurlijke partners worden betrokken bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Dit vooroverleg heeft in het kader van het bestemmingsplan 'Nieuw-Mathenesse' reeds plaatsgevonden. Aangezien het bestemmingsplan uitsluitend ziet op het in overeenstemming brengen van de planologische regeling met de provinciale verordening is het plan uitsluitend voorgelegd aan de provincie Zuid-Holland en de betreffende ondernemingen. De provincie heeft op 3 juli 2015aangegeven in te kunnen stemmen met het bestemmingsplan.
Zienswijzen
Het bestemmingsplan heeft vanaf 26 mei 2016 gedurende zes weken als ontwerp ter inzage gelegen. Tijdens deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om zienswijzen tegen het plan in te dienen. Naar aanleiding hiervan zijn geen zienswijzen ontvangen.
Beroep
De vaststelling van het bestemmingsplan is op de in artikel 3.8, derde lid van de Wro voorgeschreven wijze bekend gemaakt. Belanghebbenden kunnen binnen de wettelijke beroepstermijn tegen het besluit tot vaststellen van het bestemmingsplan beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.