Voor de toepassing van dit hoofdstuk (hoofdstuk 22a van het omgevingsplan) gelden de volgende begripsbepalingen en de begripsbepalingen in de bestemmingsplannen 'Noordkade' en 'Noordpark' voor zover hiervan niet in dit artikel wordt afgeweken:

bestemmingsplan 'Noordkade', vastgesteld door de gemeenteraad op 10 april 2013 (identificatienummer NL.IMRO.0627.BPNoordkade-0401);

bestemmingsplan 'Noordpark', vastgesteld door de gemeenteraad op 3 oktober 2012 (identificatienummer NL.IMRO.0627.bpnoordpark-0401).

een gebouw dat dient voor de huisvesting van verschillende bedrijven en kantoren, waarbij eventueel faciliteiten, zoals onder meer ict-voorzieningen, parkeervoorzieningen, vergaderruimtes, etc., gedeeld worden of kunnen worden;

1. 1. De besluiten op grond van artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet zijn niet van toepassing voor zover het gaat over regels opgenomen in een besluit als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder a, b, c, g, h, i, j, k, l of m, van de Invoeringswet Omgevingswet op de locatie, bedoeld in het derde lid, en voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.
2. 2. De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie van het plangebied waarvan het geometrisch bepaalde planobject is vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0627.TAMBPNoordkade-0301, zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
3. 3. In het plangebied zijn van toepassing de regels van de bestemmingsplannen:
   1. a. 'Noordkade', met dien verstande dat:
      • artikel 3.4 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een sub c waar nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, worden uitgesloten;
      • artikel 4.3.1 Strijdig gebruik wordt aangevuld met een sub f waar nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, worden uitgesloten;
   2. b. 'Noordpark', met dien verstande dat:
      • artikel 3.5 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een sub f waar nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, worden uitgesloten.

Artikel 3.4 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met sub c.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

c. nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing.

Artikel 4.3.1 Strijdig gebruik wordt aangevuld met sub f.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

f. nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing.

Artikel 3.5 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met sub f.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

f. nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing.

1. 1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. 2. Het is verboden het met dit hoofdstuk strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit hoofdstuk strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.

1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk aanwezig of in uitvoering is, of gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, en afwijkt van dit hoofdstuk, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
   1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit hoofdstuk, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.

De gemeente Waddinxveen heeft op 26 januari 2022 de stedenbouwkundige visie voor de Noordkade vastgesteld. Het voornemen is om het aanwezige bedrijventerrein te ontwikkelen tot een woongebied voor ca. 1.500 woningen. Om nieuwe plannen die op basis van het huidige omgevingsplan worden ingediend niet te hoeven behandelen, heeft de gemeente op 11 oktober 2023 een voorbereidingsbesluit genomen op de gronden van bedrijventerrein Noordkade. Een verdere intensivering van bedrijfsactiviteiten kan de transformatie naar woongebied bemoeilijken.

Het voorbereidingsbesluit loopt op 1 juli 2025 af en kan niet worden verlengd. Het lukt niet om voor die tijd de wijziging omgevingsplan Noordkade vast te stellen en te publiceren. Hierdoor zal het weer mogelijk worden om nieuwe plannen in te dienen bij de gemeente, die door de gemeente al dan niet vergund moeten worden. De gemeente wil de transformatie naar woongebied doorzetten, maar dit vergt een langere voorbereidingstijd.

Door middel van dit wijzigingsbesluit wil de gemeente de voorbereidingsbescherming van het voorbereidingsbesluit deels voortzetten, door bepaalde vormen van bedrijfsmatige functies uit te sluiten, met name als het gaat om functies die het gebied verder intensiveren.

Met dit TAM-omgevingsplan wordt voorkomen dat er nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, ontwikkeld worden op bedrijventerrein Noordkade. Dit plan is vanuit ruimtelijke en milieuafwegingen nodig, namelijk ontwikkeling en intensivering in de vorm van nieuwe bedrijven op een klein oppervlak betekent ook dat bij de ontwikkeling van woningen rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid en milieubelasting van meerdere nieuwe bedrijven. De gemeente kiest er bewust voor om niet alle bedrijven te bevriezen, zoals in het voorbereidingsbesluit het geval was, maar voorlopig alleen de bedrijfsverzamelgebouwen uit te sluiten en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing. Er wordt naar gestreefd om later een algehele wijziging omgevingsplan Noordkade vast te stellen, waarin de woningbouwontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.

Deze motivering gaat in op de achtergronden van dit wijzigingsbesluit, en de relatie met het wettelijk kader. Naast de motivering staat de toelichting op het omgevingsplan. De toelichting op het omgevingsplan gaat in op de technische kenmerken van het plan en bevat ook de juridische plantoelichting. Die toelichting is te vinden in het wijzigingsbesluit.

Bedrijventerrein Noordkade ligt aan de noordzijde van Waddinxveen, langs de Gouwe. De ligging van het plangebied is weergegeven op de onderstaande kaart.

Het plangebied komt overeen met het voorbereidingsbesluit Noordkade, met dien verstande dat percelen toegevoegd zijn die onderdeel uitmaken van het Stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan Noordkade Waddinxveen (2023).

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden en vanaf dat moment beschikt iedere gemeente over een gemeentedekkend omgevingsplan. Het gemeentelijk omgevingsplan bestaat vooralsnog uit het omgevingsplan van rechtswege. Dit betreft het tijdelijk deel van het omgevingsplan, bestaande uit (art. 22.1 Ow):

• de besluiten, bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet;
• de kaarten, bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet, en de besluiten, bedoeld in artikel 3.5, derde lid, van die wet;
• de regels waarvoor op grond van artikel 22.2, eerste lid, is bepaald dat ze tijdelijk deel uitmaken van het omgevingsplan.

De besluiten, kaarten en regels die voor dit planvoornemen relevant zijn komen hieronder nader aan de orde.

Voor het plangebied zijn de volgende bestemmingsplannen van kracht:

• bestemmingsplan 'Noordkade', vastgesteld op 10 april 2013;
• bestemmingsplan 'Noordpark', vastgesteld op 3 oktober 2012.

De gronden hebben in de geldende bestemmingsplannen de bestemmingen bedrijventerrein, bedrijf, wonen, tuin, groen en verkeer. Dit wijzigingsbesluit is van toepassing op de gronden met de bestemming bedrijventerrein en bedrijf. Op deze gronden is het mogelijk om in een bedrijfspand meerdere bedrijven onder te brengen en zo een bedrijfsverzamelgebouw te realiseren en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing.

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de huidige en toekomstige situatie. De toekomstige situatie beschrijft de doelen voor het projectgebied, het initiatief en de strijdigheden met het omgevingsplan. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 en 4 het project getoetst aan relevant beleidskader en aan relevante aspecten van de fysieke leefomgeving. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de juridische vormgeving van het plan. Tot slot wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op de haalbaarheid van het plan.

Op bedrijventerrein Noordkade is er mogelijkheid tot het realiseren van bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing. Enkele van deze gebouwen zijn aanwezig op het terrein.

De bestemming bedrijventerrein en bedrijf geldt voor vrijwel het hele gebied van bestemmingsplan Noordkade en gedeeltelijk het bestemmingsplan Noordpark. Dit is op onderstaande kaart weergegeven.

In de beoogde situatie wordt de nieuwvestiging van bedrijfsverzamelgebouwen, en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, uitgesloten op het gedeelte wat in het huidige bestemmingsplan de bestemming bedrijventerrein of bedrijf heeft.

Door middel van dit wijzigingsbesluit wil de gemeente de voorbereidingsbescherming van het voorbereidingsbesluit deels voortzetten, door bepaalde vormen van bedrijfsmatige functies uit te sluiten, met name als het gaat om functies die het gebied verder intensiveren.

Met dit TAM-omgevingsplan wordt voorkomen dat er nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen ontwikkeld worden op bedrijventerrein Noordkade, net als naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing. Dit plan is vanuit ruimtelijke en milieuafwegingen nodig, namelijk ontwikkeling en intensivering in de vorm van nieuwe bedrijven op een klein oppervlak betekent ook dat bij de ontwikkeling van woningen rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid en milieubelasting van meerdere nieuwe bedrijven.

De gemeente kiest er bewust voor om niet alle bedrijven te bevriezen, zoals in het voorbereidingsbesluit het geval was, maar voorlopig alleen de bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing uit te sluiten. Er wordt naar gestreefd om later een algehele wijziging omgevingsplan Noordkade vast te stellen, waarin de woningbouwontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.

Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit of wijziging omgevingsplan gelden de beoordelingsregels uit het Bkl. Een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit mag alleen verleend worden met het oog op een 'evenwichtige toedeling van functies aan locaties'. De volgende beoordelingsregels uit het Bkl gelden:

• De instructieregels uit hoofdstuk 5 van het Bkl;
• De instructieregels van de provincie;
• Eventuele instructiebesluiten van Rijk en provincie;
• De regels die gelden voor het stellen van maatwerkregels, als het gaat om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een maatwerkregel.

Daarnaast hebben de gemeente en het waterschap ook beleid.

Dit plan betreft een geringe wijziging van het huidige tijdelijke omgevingsplan en is enkel van toepassing op bedrijventerrein Noordkade. Om die reden zijn er geen rijks- of provinciale belangen in het geding. Nadere toetsing aan het rijks- en provinciaal beleid is om die reden niet noodzakelijk. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat het voornemen in overeenstemming is met de geldende beleidskaders.

Dit wijzigingsbesluit heeft uitsluitend tot doel de mogelijkheid voor de oprichting van nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing uit te sluiten. Hiermee wordt geen ruimte gecreëerd voor de bouw of ingebruikname van nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing, Er worden dus geen extra bouw- of gebruiksmogelijkheden toegevoegd aan het gebied. Omdat er geen nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden worden gecreëerd, is er geen verdere impact op de omgeving te verwachten die doorgaans met dergelijke bouwprojecten gepaard zou gaan.

Hiermee is er geen noodzaak tot het uitvoeren van onderzoeken met betrekken tot de ondergenoemde milieuaspecten:

• Bedrijven en milieuzonering
• Geluid
• Archeologie en cultuurhistorie
• Bodem
• Ecologie
• Externe veiligheid
• Luchtkwaliteit
• Water
• Verkeer en parkeren
• Kabels en leidingen
• Milieueffectrapportage/-beoordeling

Op 1 januari 2024 is het omgevingsplan van rechtswege ontstaan. Dit omgevingsplan bestaat uit alle ruimtelijke plannen, waaronder bestemmingsplannen en wijzigingsplannen, en uit de Bruidsschat die de gemeente van het Rijk heeft ontvangen. In deze Bruidsschat zitten onder meer regels voor milieubelastende activiteiten en bouwactiviteiten. Ook twee bodemkaarten en de hogere waarde besluiten maken deel uit van het omgevingsplan van rechtswege. Gemeenten krijgen tot 1 januari 2032 de tijd om het omgevingsplan van rechtswege en andere regels over de fysieke leefomgeving om te zetten naar een nieuw omgevingsplan. Op grond van artikel 2.4 en 22.6 van de Omgevingswet kan de gemeenteraad het omgevingsplan van rechtswege (laten) wijzigen.

De Omgevingswet integreert wetgeving en regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Het DSO ondersteunt bij de uitvoering van de wet en bestaat uit lokale systemen van overheden en de landelijke voorziening (DSO-LV), zoals Regels op de kaart en het Omgevingsloket. Er zijn tijdelijke alternatieve maatregelen (TAMs) ontwikkeld voor organisaties die nog geen gebruik kunnen maken van lokale of landelijke onderdelen van het DSO. Een van deze TAMs is TAM-IMRO. Bij TAM-IMRO wordt het omgevingsplan gewijzigd via de - onder de Wet ruimtelijke ordening gebruikte - IMRO-standaard (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) en de voorziening ruimtelijkeplannen.nl. Dit is toegepast voor dit TAM-omgevingsplan.

De regels van dit TAM-IMRO omgevingsplan zijn van toepassing op de locatie van dit TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a - herziening bestemmingsplan Noordkade, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand [NL.IMRO.0627.TAMBPNoordkade-0301] zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.

De planregels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan van rechtswege worden met dit TAM-IMRO omgevingsplan gewijzigd.

Bestemmingsplan Noordkade
Bestemming Bedrijf: Artikel 3.4 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een sub c waar wordt bepaald dat nieuw vestiging van bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing in strijd is met de bestemming Bedrijf.

Bestemming Bedrijventerrein: Artikel 4.3.1 Strijdig gebruik wordt aangevuld met een sub f waar wordt bepaald dat nieuw vestiging van bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing in strijd is met de bestemming Bedrijventerrein.

Bestemmingsplan Noordpark
Bestemming Bedrijf: Artikel 3.5 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een sub f waar wordt bepaald dat nieuw vestiging van bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing in strijd is met de bestemming Bedrijf.

De preambule is direct zichtbaar boven de regels. In de preambule staat dat het TAM-omgevingsplan gelezen moet worden als hoofdstuk van het omgevingsplan van de gemeente Waddinxveen, de hoofdstukken moeten worden gelezen als paragrafen en voor de nummering van de artikelen moet het hoofdstuknummer worden gelezen. Dit om onduidelijkheden met het omgevingsplan van rechtswege te voorkomen

Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit artikel zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen.

Artikel 2 Toepassingsbereik
In dit artikel wordt in het eerste lid bepaald dat de ruimtelijke plannen uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan niet van toepassing zijn op de locatie waarvoor het TAM-IMRO omgevingsplan is opgesteld. In het tweede lid is bepaald dat de regels uit de Bruidsschat niet van toepassing zijn, als deze regels in strijd zijn met de regels uit het TAM-omgevingsplan. In het derde lid worden de regels uit het TAM-omgevingsplan gekoppeld aan de bijbehorende verbeelding.

Artikel 3 Bestemmingsplan Noordkade bestemming Bedrijf
Aanvulling artikel 3.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 3.4 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een bepaling waarin nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing als strijdig gebruik van de bestemming Bedrijf wordt beschouwd

Artikel 4 Bestemmingsplan Noordkade bestemming Bedrijventerrein
Aanvulling artikel 4.3.1 Strijdig gebruik
Artikel 4.3.1 van bestemmingsplan Noordkade wordt aangevuld met een bepaling waarin nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing als strijdig gebruik van de bestemming Bedrijventerrein wordt beschouwd.

Artikel 5 Bestemmingsplan Noordpark bestemming Bedrijf
Aanvulling artikel 3.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 3.5 Specifieke gebruiksregels wordt aangevuld met een bepaling waarin nieuw te vestigen bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing als strijdig gebruik van de bestemming Bedrijf wordt beschouwd

Artikel 6 Overgangsrecht gebruik en Artikel 7 Overgangsrecht bouwwerken
In deze artikelen zijn de regels voor het overgangsrecht opgenomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bouwwerken en functioneel gebruik.

Dit voornemen betreft enkel een uitsluiting van de mogelijkheid om een bedrijfsverzamelgebouw te realiseren en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing. Aangezien het besluit geen nieuwe activiteiten of ingrijpende wijzigingen met zich meebrengt, maar enkel een bepaalde vorm van bedrijfsmatig gebruik uitsluit, is er geen noodzaak voor uitgebreide participatie van betrokkenen of belanghebbenden.

Het ontwerp van dit wijzigingsbesluit zal gedurende zes weken voor eenieder ter inzage worden gelegd. Nadat het TAM-IMRO besluit is vastgesteld, bekendgemaakt en (de dag na bekendmaking) in werking is getreden, staat de rechtsgang open tegen het besluit.

Dit wijzigingsbesluit bevat een aanvullende juridische regeling ten aanzien van het voorkomen van het bouwen en in gebruik nemen van nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen en naar aard en invloed vergelijkbaar gebruik van bebouwing. De overige bedrijfsmatige activiteiten die mogelijk zijn op basis van het (tijdelijke) omgevingsplan blijven toegelaten. Omdat het louter een juridische regeling is die niet direct op uitvoering gericht is, zijn daaraan geen direct economische consequenties verbonden. Daarom zijn er geen redenen om aan te nemen dat het plan in financieel-economische zin niet haalbaar zou zijn. Voor eventuele planschade is een reservering opgenomen in de gemeentelijke begroting.