KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Overig
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Overgangsrecht
Artikel 4 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplan
1.4 Planvorm
1.5 Planproces
1.6 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Achtergronden
2.1 Inleiding
2.2 Geluidruimteverdeling
2.3 Beleidsaspecten
2.4 Sectorale Aspecten
2.5 Industrielawaai
2.6 Bedrijven En Milieuzonering
Hoofdstuk 3 Inhoud Van De Herziening
3.1 Inleiding
3.2 Opzet Van De Regeling
3.3 Aanpassingen In De Regels
3.4 Aanpassingen Op De Verbeelding
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Geluidimmissies
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Notitie Vooroverlegreacties
Bijlage 3 Notitie Zienswijzen

1e herziening Groote Lindt, geluidverkaveling

Bestemmingsplan - Gemeente Zwijndrecht

Vastgesteld op 22-01-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan 1e herziening Groote Lindt, geluidverkaveling als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0642.BP11Herzgeluid-3001 van de gemeente Zwijndrecht.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Overig

2.1 Regels Groote Lindt

De regels van het bestemmingsplan Groote Lindt met identificatienummer NL.IMRO.0642.bp11grootelindt-3002 zijn op dit plan van overeenkomstige toepassing en worden als volgt gewijzigd.

2.2 Begrippen

Aan Artikel 1 Begrippen worden de onderstaande begrippen toegevoegd:

1.48 akoestische gebiedseenheid

een op de verbeelding aangegeven deel van een industrieterrein.

1.49 beste beschikbare technieken

beste beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.50 geluidemissie

geluidemissie van een kavel of akoestische gebiedseenheid uitgedrukt als bronvermogen per vierkante meter, als Lw per m2, uitgedrukt in dB(A)/m2. Het bepalen van de geluidemissie geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten van het rekenmodel 'BP Model 2018-09-11' (Geomilieu, versie 3.11), waarbij gebruik wordt gemaakt van de in Geomilieu aanwezige functie 'Bedrijvenmanager'.

1.51 geluidimmissie

de geluidbelasting op een toetspunt ten gevolge van de geluidemissie afkomstig van een akoestische gebiedseenheid. Het bepalen van de geluidimmissie geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten van het rekenmodel 'BP Model 2018-09-11' (Geomilieu, versie 3.11).

1.52 geluidruimte

een aan een akoestische gebiedseenheid toegekende maximale geluidemissie en/of -immissie.

1.53 grenswaarde

de vastgestelde of geldende ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, zoals:

  • de toelaatbare geluidbelasting van 50 dB(A) op de zonegrens;
  • de vastgestelde maximaal toelaatbare geluidbelasting op een woning binnen de zone;
  • de vastgestelde hogere waarde voor een woning binnen de zone;
  • de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor de overige woningen binnen de zone, voor zover gelegen buiten de gronden met de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'.

1.54 toetspunt

een beoordelingspunt (tevens immissiepunt in de zin van artikel 2.1 van het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012) gelegen op of binnen een geluidzone als bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder of een beoordelingspunt waarvoor een maximaal toelaatbare geluidbelasting of een hogere waarde krachtens de Wet geluidhinder is vastgesteld of een beoordelingspunt dat door de zonebeheerder met het oog op een optimale verdeling van de geluidruimte is toegevoegd.

1.55 zonegrens

de buitengrens van de geluidszone - industrie.

2.3 Geluidruimteverdeling

2.4 Bijlage 2

Aan de bijlage bij de regels wordt een nieuwe bijlage, bijlage 2, toegevoegd, zoals is opgenomen in Bijlage 1.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht in het kader van dit bestemmingsplan als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

3.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht in het kader van dit bestemmingsplan als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan '1e herziening Groote Lindt, geluidverkaveling'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan 'Groote Lindt' is op 4 februari 2014 door de gemeenteraad van Zwijndrecht opnieuw gewijzigd is vastgesteld. Het besluit volgt op de uitspraak van 23 oktober 2013 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (201301874/1/R4). Het plan is op 18 maart 2014 onherroepelijk geworden.

Het bestemmingsplan Groote Lindt biedt de juridische regeling voor het bedrijventerrein Groote Lindt. Dit bedrijventerrein is, samen met het terrein Dordt-West in Dordrecht, een gezoneerd industrieterrein, met een geluidzone. In het bestemmingsplan Zeehavens Dordrecht is een specifieke regeling opgenomen ten aanzien van de geluidruimteverdeling van het gebied. Het is noodzakelijk om de geluidruimte ook voor Groote Lindt op een goede en eenduidige wijze vast te leggen. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 2.2.

Daarnaast is het wenselijk de bestaande bedrijfswoning aan de Oudemaasweg 7 als zodanig te bestemmen. Hierop wordt nader ingegaan in paragraaf 2.6.

De onderhavige herziening, die een aanvulling vormt op het bestemmingsplan Groote Lindt, heeft uitsluitend betrekking op het onderdeel industrielawaai en op de bedrijfswoning aan de Oudemaasweg 7. Voor het overige wordt verwezen naar het vigerende bestemmingsplan Groote Lindt (NL.IMRO.0642.bp11grootelindt-3002).

1.2 Ligging Plangebied

Het plangebied ligt aan de zuidkant van de kern Zwijndrecht en omvat het buitendijks gelegen bedrijventerrein Groote Lindt en een deel van de Oude Maas. Het plangebied wordt begrensd door de Lindtsedijk aan de noord- en de westzijde van het plangebied, de gemeentegrens met Dordrecht en Binnenmaas aan de zuidzijde en de Zwijndrechtsebrug aan de oostzijde. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied weergegeven.

Figuur 1.1 geeft de ligging en begrenzing van het plangebied aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0642.BP11Herzgeluid-3001_0001.jpg"

1.3 Vigerende Bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan Groote Lindt. Dit bestemmingsplan is op 4 februari 2014 vastgesteld door de gemeenteraad van Zwijndrecht. Daarnaast geldt het parapluplan Partiele herziening verbod voor de winning van schaliegas en schalie-olie (vastgesteld 31 maart 2015). Dit paraplu-bestemmingsplan heeft betrekking op het verbod op winning van schaliegas en -olie binnen de gemeente.

1.4 Planvorm

Deze herziening bestaat uit een toelichting, regels en verbeelding. Deze de regels en de verbeelding zijn juridisch bindend. De herziening past de vigerende regeling op enkele onderdelen aan. Na vaststelling van de herziening gelden zowel deze herziening als de regels uit het vigerende bestemmingsplan Groote Lindt.

Uit de regels en verbeelding van deze herziening blijkt op welke punten het bestemmingsplan is aangepast. In de herziening zijn dan ook geen complete bestemmingen weergegeven, alleen de wijzigingen zijn beschreven. Voor de volledige regeling wordt verwezen naar het reeds inwerking zijnde bestemmingsplan Groote Lindt, inclusief de onderhavige herziening.

1.5 Planproces

De herziening is als conceptontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de verschillende overlegpartners. Deze zijn in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een overlegreactie. Deze overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in een Notitie vooroverlegreacties (zie bijlage 2).

Gelijktijdig met het wettelijk vooroverleg hebben de bedrijven op Groote Lindt de mogelijkheid gekregen om hun gegevens te (laten) controleren aan de hand van het rekenmodel van hun bedrijf, dat ten grondslag ligt aan de geluidverkaveling. Zie ook paragraaf 4.2.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld tot het indienen van een zienswijze. Zie ook paragraaf 4.2.

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden de aanpassingen die de herziening tot doel heeft beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op de regeling. Hoofdstuk 4 gaat ten slotte in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Achtergronden

2.1 Inleiding

Deze herziening heeft als belangrijkste doel de bestaande akoestische situatie op een gelijkwaardige wijze te regelen, zoals voorheen werd gedaan in het geluidruimteverdeelplan. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de wijzigingen in het bestemmingsplan Groote Lindt en hoe de akoestische situatie is vastgelegd in deze herziening.

2.2 Geluidruimteverdeling

Groote Lindt vormt samen met het industrieterrein Dordt-West het gezoneerde industrieterrein Groote Lindt/Dordt-West, met een gemeenschappelijke geluidszone. De geluidruimte op het bedrijventerrein is momenteel vastgelegd in het zonebeheerplan met het bijbehorende zonemodel. De geluidruimte in het model is hierbij verdeeld op basis van de vergunde rechten van de bedrijven en de reserveringen voor nieuwe activiteiten. Het zonebeheerplan werd voorheen gebruikt als toetsingskader bij de milieuvergunning voor het aspect geluid.

Uit een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het bestemmingsplan Oosteinde in Papendrecht (201308203/1/R3), die later is bevestigd in de uitspraak over het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg in Sliedrecht (201307761/1/R4), blijkt dat de geluidruimteverkaveling ruimtelijk relevant is en kan worden opgenomen in het bestemmingsplan. Echter een verwijzing naar het zonebeheerplan en het bijbehorende model is onvoldoende rechtszeker, nu de geluidruimteverdeling niet direct uit het bestemmingsplan is af te leiden. Gelet hierop is onvoldoende inzichtelijk welke geluidruimte in het bestemmingsplan aan de gronden binnen het gezoneerde industrieterrein is toegekend en is niet controleerbaar of dit is gebaseerd op de huidige vergunde geluidruimte van de aldaar gevestigde bedrijven.

Vanwege deze gebleken beperkte juridische status van het zonebeheerplan is het noodzakelijk om de geluidruimteverdeling aanvullend te borgen in het bestemmingsplan. Aan de in het zonebeheerplan opgenomen reserveringen kunnen geen rechten worden ontleend. De eerder gereserveerde geluidruimte is daarmee vrij beschikbaar. Zowel de optimale ontwikkeling van het industrieterrein als die van individuele bedrijven kan hierdoor worden gefrustreerd.

Om dit risico weg te nemen en de doelmatige verdeling van de geluidruimte uit het zonebeheerplan vast te leggen wordt deze herziening opgesteld. In de herziening wordt, op basis van een akoestisch onderzoek, de beschikbare geluidruimte toegedeeld aan de gronden. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in paragraaf 2.5. Op basis van het onderzoek is de beschikbare geluidruimte toegedeeld aan de gronden. Hiervoor is het bedrijventerrein onderverdeeld in verschillende akoestische gebiedseenheden.

2.3 Beleidsaspecten

In deze paragraaf worden de diverse beleidsdocumenten van het Rijk, provincie en de gemeente in het kort beschreven. De wijzigingen die worden voorgestaan met deze herziening zijn niet van dusdanige aard dat deze wijzigingen leiden tot een wezenlijk ander plan. De herziening past binnen deze beleidsdocumenten.

2.3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Barro

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. De doelen uit de structuurvisie en de genoemde belangen uit het Barro zijn wel van belang, maar gezien de regeling die deze herziening beoogt, hebben ze in het kader van dit bestemmingsplan vrijwel geen consequenties.

Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Bro)

Belangrijk uitgangspunt van het Bro is de toepassing van de zogenaamde 'duurzaamheidsladder' (artikel 3.1.6. van het Bro). Via de duurzaamheidsladder stimuleert het Rijk de herstructurering van bestaand stedelijk gebied om de ontwikkeling van nieuwe terreinen te verminderen. Dit draagt bij aan economische dynamiek, zorgvuldig gebruik van ruimte en infrastructuur en behoud van de leefbaarheid van het stedelijk en landelijk gebied.

De ladder heeft betrekking op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Deze herziening maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Toetsing aan de ladder kan daarom achterwege blijven.

2.3.2 Provinciaal beleid

Visie Ruimte en Mobiliteit

De provincie stuurt op (boven)regionaal niveau op de inrichting van de ruimte in Zuid-Holland. De Visie ruimte en mobiliteit (VRM) geeft op hoofdlijnen sturing aan de ruimtelijke ordening en maatregelen op het gebied van verkeer en vervoer.

Hoofddoel van de VRM is het scheppen van voorwaarden voor een economisch krachtige regio. Dat betekent: ruimte bieden om te ondernemen, het mobiliteitsnetwerk op orde en zorgen voor een aantrekkelijke leefomgeving. De herziening past binnen deze visie, het legt de geluidruimte van het bedrijventerrein per kavel vast, zodat er ruimte blijft om te ondernemen.

Verordening ruimte

In deze verordening zijn specifieke eisen gesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Het plangebied ligt binnen het buiten bestaand stedelijk gebied. De verordening stuurt op krachtige bedrijventerreinen. Met deze herziening wordt de bestaande geluidruimte voor het bedrijventerrein vastgelegd. Verder maakt deze herziening geen ontwikkelingen mogelijk. Daarmee past de herziening daarmee binnen de Verordening ruimte.

2.3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Zwijndrecht 2020 'De ondernemende tuinstad'

In de Structuurvisie Zwijndrecht 2020 'De ondernemende tuinstad', vastgesteld door de gemeenteraad op 16 februari 2010, heeft de gemeente haar ruimtelijk beleid voor de komende tien jaar vastgelegd. Speerpunten hierin zijn de versterking van het aanbod van woningen voor iedereen, aantrekkelijke vestigingslocaties voor bestaande en nieuwe bedrijven en een blijvend goede bereikbaarheid vanuit de Randstad en vanuit het zuiden van het land. Met deze herziening wordt de geluidruimte voor het bedrijventerrein per kavel vastgelegd. Hiermee blijft Groote Lindt een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bestaande en nieuwe bedrijven en past de herziening binnen het gemeentelijk beleid.

Beleid hogere waarden gemeente Zwijndrecht

De gemeente Zwijndrecht heeft nadere criteria en voorwaarden gesteld bij het verlenen van hogere waarden. Deze criteria/voorwaarden zijn vastgelegd in het ‘Beleid Hogere Grenswaarden, Wet geluidhinder gemeente Zwijndrecht’ van 26 februari 2008.

Hogere waarden worden toegekend indien, ondanks de hogere geluidbelasting, een aanvaardbaar akoestisch klimaat wordt gerealiseerd. Voor een geluidgevoelig gebouw, geen woning zijnde, zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld:

  • elk geluidgevoelig gebouw dient in principe te beschikken over een geluidluwe zijde. Onder een geluidluwe zijde wordt verstaan een gevel waar de geluidbelasting voor elke bron onder de betreffende voorkeurswaarde ligt;
  • voor elk geluidgevoelig gebouw wordt er naar gestreefd over een geluidluwe buitenruimte te beschikken, dit is echter geen eis.

2.4 Sectorale Aspecten

In het kader van het vigerende bestemmingsplan Groote Lindt is voor alle sectorale aspecten uitgebreid beschreven wat de huidige situatie is. Deze beschrijving wordt ook voor deze herziening nog actueel geacht. De wijzigingen die deze herziening voorstaat ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan zijn niet van dergelijke aard dat deze wijzigingen leiden tot andere conclusies dan reeds in het vigerende bestemmingsplan zijn opgenomen. De herziening past binnen de huidige sectorale wet- en regelgeving.

2.5 Industrielawaai

Beleid en normstelling

Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrie- en bedrijventerreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.

Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen de zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidbelasting onder de 50 dB(A) ligt, is de bouw van geluidgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld tot maximaal 55 dB(A).

Bij de realisatie van een gezoneerd industrieterrein dient uiteraard ook rekening gehouden te worden met de (geluidbelasting op de) omliggende woningen.

Onderzoek

Industrieterrein Groote Lindt

Het plangebied bevat het buitendijks gelegen industrieterrein Groote Lindt dat onderdeel is van het industrieterrein Groote Lindt/Dordt West. De begrenzing van het gezoneerde terrein en de geluidzone (voor zover gelegen binnen het plangebied) zijn reeds vastgelegd in het bestemmingsplan Groote Lindt.

Voor een duurzame invulling en een optimaal gebruik van het terrein is het noodzakelijk om zorgvuldig met het uitgeven van geluidruimte om te gaan. Het aspect industrielawaai wordt gereguleerd via de Wet geluidhinder en vastgelegd in dit bestemmingsplan.

Geluidruimteverdeling

Bij wijziging van bedrijfsactiviteiten of nieuwvestiging wordt getoetst of hiervoor geluidruimte is. Dit zogenaamde zonebeheer is door de gemeente in het verleden vastgelegd in een zonebeheerplan. Het zonebeheerplan werd gebruikt als toetsings- en sturingsinstrument voor geluidruimteverdeling.

De toetsing vond plaats in het traject van de milieuvergunning. De ABRvS acht het borgen van geluidruimteverdeling in een bestemmingsplan noodzakelijk. Daarom is er nu voor gekozen de geluidruimte direct vast te leggen op de verbeelding en in de regels. Hiervan heeft de ABRvS recent geoordeeld dat dit ruimtelijk relevant en aanvaardbaar is.

Voor het industrieterrein heeft de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid een Akoestisch onderzoek 'Geluidverkaveling Industrieterrein Groote Lindt te Zwijndrecht' opgesteld (zie bijlage 1). Dit akoestisch onderzoek gaat in hoofdzaak uit van de geluidverdeling zoals deze is opgenomen in het zonebeheerplan voor industrieterrein Groote Lindt/Dordt West van november 2007. Ten opzichte van dit zonebeheerplan is in het akoestisch onderzoek rekening gehouden met de wijzigingen van de geluidruimte, waarvoor de gemeente Dordrecht, per collegebesluit, in een drietal situaties heeft ingestemd:

  1. 1. Collegebesluit van 7 juli 2010: Bruinsma Handel & scheepvaart b.v. – inpassing conform akoestisch onderzoek behorende bij de vergunningaanvraag van 12 februari 2010;
  2. 2. Collegebesluit van 21 mei 2013: Brenntag – wijziging geluidruimte voor het perceel Lindtsedijk 2 conform het rekenmodel van de rapportage van Royal Haskoning/DHV met kenmerk HL.3B4160.R01 van december 2012;
  3. 3. Collegebesluit 17 december 2013: De Oliebron – wijziging geluidruimte voor het perceel Merwedeweg 17 conform bij besluit horende tabel;

Tevens is voor zes situaties rekening gehouden met recent verleende en/of lopende vergunnings- of meldingsprocedures:

  1. 4. Nobel – inpassing geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van Adromi B.V., rapportnummer S201203 versie 6a van oktober 2013 met aanvullende notities van 11 november 2013, 3 februari 2014 en 10 juli 2014 behorende bij het besluit van 12 september 2014;
  2. 5. Unimills – wijziging geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van Tebodin, documentnummer 3317001 Revisie B d.d 2 augustus 2012 behorende bij vergunningaanvraag van 4 maart 2014;
  3. 6. Kooijman – wijziging geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van Peutz b.v. van 17 april 2012, nr. FC 2874-1-RA behorende bij het besluit van 30 mei 2012;
  4. 7. Van Leeuwen buizen – wijziging geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van Adromi B.V, kenmerk R200911 d.d. 10 april 2009behorende bij het besluit inzake maatwerkvoorschriften van 20 maart 2013;
  5. 8. Jiffy – inpassing geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van SPA Ingenieurs d.d. 21 juli 2015, kenmerk 21520209.R01behorende bij een de melding van 25 juni 2015 met het verzoek om maatwerkvoorschriften;
  6. 9. Schokbeton – wijziging geluidruimte conform het akoestisch onderzoek van SPA Ingenieurs d.d. 21 juli 2015, kenmerk 21520209.R01 ten behoeve van te nemen maatwerkbesluit op de melding van 25 juni 2015.

Daarnaast is naar aanleiding van zienswijzen nog een aantal actualisaties doorgevoerd. Zie hiervoor de Notitie zienswijzen (zie bijlage 3).

In deze herziening wordt geluidverkaveling toegepast om de geluidruimte te verdelen tussen de bedrijven op het gezoneerd industrieterrein. Geluidruimte wordt in het bestemmingsplan toegekend aan zogenaamde akoestische gebiedseenheden (hierna: AGE's ). De geluidruimte wordt per AGE uitgedrukt in geluidproductie (emissie) en/of geluidbelasting (immissie) en vastgelegd op de verbeelding en in de regels (zie hiervoor ook de toelichting op de juridische regeling in hoofdstuk 3).

Begrippen in het akoestisch onderzoek

Akoestische gebiedseenheid
Een (deel van een) bedrijfsperceel waarop geluidproducerende bedrijven zijn toegestaan. In het bestemmingsplan is gekozen voor de term akoestische gebiedseenheid, zodat er geen onduidelijkheid kan ontstaan over de begrenzing hiervan. Dit omdat de begrenzing van een akoestische gebiedseenheid niet altijd de exacte begrenzing van het bedrijfsperceel omvat, of omdat een akoestische gebiedseenheid meerdere percelen betreft, bijvoorbeeld in het geval van bedrijfsverzamelgebouwen. Daarnaast kunnen percelen in de loop van de tijd wijzigen, bijvoorbeeld bij splitsing of samenvoeging van percelen. De begrenzing van een akoestische gebiedseenheid kan uitsluitend door middel van een bestemmingsplanwijziging worden gewijzigd.

Geluidemissie
Geluidemissie is de productie van geluid op een bepaald perceel. In het bestemmingsplan is de totale geluidproductie van een bedrijf teruggerekend naar de geluidemissie per m2.

Geluidimmissie
De geluidimmissie is de geluidbelasting op de geselecteerde toetspunten. Voor de verschillende akoestische gebiedseenheden is per toetspunt de geluidimmissie berekend, zodanig dat de gecumuleerde geluidbelasting niet meer bedraagt dan de zonegrenswaarde of de vastgestelde maximaal toelaatbare geluidsbelasting (MTG) voor woningen.

Geluidverkaveling
Door middel van geluidverkaveling wordt de beschikbare geluidruimte binnen de geluidzone over de verschillende kavels verdeeld.

Toetspunten
Ter bewaking van de geluidzone om het industrieterrein zijn een aantal punten geselecteerd, waarop de gecumuleerde geluidbelasting (geluidimmissie) de zonegrenswaarde of de vastgestelde MTG's voor woningen niet mag overschrijden. Deze toetspunten zijn zodanig geselecteerd dat de geluidruimteverdeling op het bedrijventerrein of een wijziging daarvan niet leidt tot een overschrijding van de grenswaarden.

Een AGE bestaat uit het perceel of de percelen met bijbehorend oppervlak in m2 waarop het bedrijf (of de bedrijven bijvoorbeeld in geval van een bedrijfsverzamelgebouw) zijn vergunde activiteiten uitoefent. Bij dit industrieterrein is tevens sprake van vergunde geluidbronnen op het water. De geluidbronnen op het water zijn in het akoestisch rapport toegerekend aan een AGE (het water zelf behoort niet tot de AGE). Zie voor de exacte informatie over de AGE's ook hoofdstuk 3 van het akoestisch onderzoek.

Op basis van de akoestische informatie en de begrenzing van de AGE's is vervolgens de geluidemissie per AGE berekend. Dit is de geluidruimte in dB(A)'s/m2 voor de dagperiode, avondperiode en nachtperiode. Deze geluidemissie voor de dag-, avond- en nachtperiode is zichtbaar vastgelegd op de verbeelding.

Per AGE geldt een maximale geluidimmissie op deze geselecteerde toetspunten. De selectie van de toetspunten bevat, naast een aantal wettelijke zonebewakingspunten en bewakingspunten op woningen waarvoor in het verleden hogere waarden zijn vastgesteld, ook een aantal expliciet voor de geluidverdeling op Groote Lindt gekozen toetspunten op de gemeentegrens in de Oude Maas. Deze toetspunten bewaken de geluidimmissie in zuidelijke richting. De geselecteerde toetspunten waarborgen dat de geluidruimteverdeling op Groote Lindt, of de wijziging daarvan, niet leidt tot een overschrijding van de grenswaarden.

Uit het onderzoek blijkt dat een immissiebijdrage op één of meer toetspunten van 17 dB(A) etmaalwaarde of minder geen relevante bijdrage heeft op de totale geluidbelasting. Dit betekent dat voor een AGE die niet meer dan 17 dB(A) etmaalwaarde op een toetspunt veroorzaakt een maximale geluidsimmissie van 17 dB(A) geldt.

Conclusie

Door het vaststellen van de geluidemissie per m2 per AGE en een geluidimmissie per AGE in dit bestemmingsplan is met in achtneming van de wettelijke grenswaarden en de vergunde situatie bij de bedrijven een optimale geluidruimteverdeling op het industrieterrein gewaarborgd. Daarbij is ter plaatse van woningen sprake van een akoestisch aanvaardbaar klimaat vanwege industrielawaai.

2.6 Bedrijven En Milieuzonering

De bedrijfswoning die al lange tijd aanwezig is op het perceel Oudemaasweg 7 in Zwijndrecht was (ten onrechte) niet bestemd in het vigerende bestemmingsplan Groote Lindt. De bewoners hebben verzocht de bedrijfswoning weer als zodanig te bestemmen. Aan dit verzoek wordt tegemoet gekomen.

Voor gevoelige functies op een bedrijventerrein gelden niet de standaard richtafstandenlijsten met bijbehorende kaders uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Er kan een lager kwaliteitsniveau van het woon- en leefklimaat worden aanvaard. Daarvan is ook sprake, aangezien in de omgeving van de bedrijfswoning bedrijven tot maximaal milieucategorie 4.2 zijn toegestaan.

Voor bestaande bedrijven op een gezoneerd industrieterrein kunnen voor wat het aspect geluid betreft geen geluidvoorschriften ter plaatse van een bedrijfswoning worden gesteld. Dit blijkt uit jurisprudentie op grond van de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer. Omliggende bedrijven worden wat het aspect geluid betreft daarom niet belemmerd door het mogelijk maken van een bedrijfswoning op het perceel Oudemaasweg 7.

Ook wat het aspect externe veiligheid betreft zullen bestaande bedrijven niet worden belemmerd door het mogelijk maken van een bedrijfswoning. Een bedrijfswoning is een beperkt kwetsbaar object, evenals de objecten die het vigerende bestemmingsplan op het perceel mogelijk maakt.

Gelet op het bovenstaande en op het feit dat het een historisch gegroeide situatie betreft, acht de gemeente een bedrijfswoning op Oudemaasweg 7 in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 3 Inhoud Van De Herziening

3.1 Inleiding

Uit jurisprudentie blijkt dat een zonebeheerplan als toetsingsinstrument voor vergunningverlening onvoldoende juridische grondslag heeft (zie ook paragraaf 2.2). Daarom is het noodzakelijk om de geluidruimte op gezoneerde industrieterreinen ook in het bestemmingsplan vast te leggen. De herziening heeft dan ook als doel om de geluidruimte voor het Industrieterrein Groote Lindt - Dordt West te regelen.

Koppeling bestemmingsplan en milieuvergunning
Naast toetsing aan het bestemmingsplan dient er bij wijziging van de activiteiten ook een omgevingsvergunning milieu te worden aangevraagd of een melding Activiteitenbesluit te worden gedaan. In het kader van deze procedure zal er ook worden gekeken naar het aspect geluid en dient hiervoor een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd.

Koppeling bestemmingsplan en hogere waarden
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat er voor een aantal appartementen aan de Uilenvliet hogere waarden nodig zijn dan de eerder (in 2008) verleende hogere waarden. Hiervoor wordt, parallel aan de procedure van het bestemmingsplan, een hogere waarden-procedure doorlopen. Het ontwerpbesluit hogere waarden heeft gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen.

3.2 Opzet Van De Regeling

In het akoestisch onderzoek is het industrieterrein opgedeeld in verschillende akoestische gebiedseenheden. Deze gebiedseenheden komen over het algemeen overeen met het bedrijfsperceel van de aanwezige bedrijven. Deze akoestische gebiedseenheden zijn in de herziening apart aangeduid door middel van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid'. De akoestische gebiedseenheden zijn genummerd en opgenomen op de verbeelding.

Per akoestische gebiedseenheid is in het akoestisch onderzoek de geluidemissie berekend. In het bestemmingsplan is deze geluidemissie per akoestische gebiedseenheid vastgelegd. Hiervoor zijn op de verbeelding de waarden voor de dag-, avond- en nachtemissie per akoestische gebiedseenheid opgenomen.

Ter bewaking van de geluidzone zijn in het akoestisch onderzoek toetspunten op de zone en op specifieke locaties gekozen. Voor deze geselecteerde toetspunten is voor elke akoestische gebiedseenheid de maximale geluidimmissie berekend. Een geluidimmissie van 17 dB(A) of lager, zo blijkt uit het akoestisch onderzoek, levert geen relevante geluidimmissie op voor het toetspunt en kan daarmee buiten beschouwing worden gelaten.

De regeling zoals opgenomen in de herziening gaat uit van een drie-traps-regeling. Vanwege de toetsbaarheid en de leesbaarheid voor de bedrijven is voor elke akoestische gebiedseenheid de maximale geluidemissie opgenomen. Hiermee is het grootste deel van de geluidruimte op het bestemmingsplan verdeeld.

Het kan echter zo zijn dat de geluidemissie van een akoestische gebiedseenheid hoger ligt dan de maximale geluidemissie zonder dat de maximale geluidimmissie op de toetspunten wordt overschreden. Voor deze situaties is een regeling opgenomen die het mogelijk maakt om bij recht, dus direct, een hogere geluidemissie toe te staan, mits dit niet leidt tot een hogere geluidimmissie op de toetspunten. Hiermee is de flexibele ruimte in de geluidzone bij recht direct mogelijk.

In de laatste trap van de regeling zijn in het bestemmingsplan flexibiliteitsinstrumenten (afwijkingsbevoegdheid en wijzigingsbevoegdheid) opgenomen die het mogelijk maken om de maximale geluidimmissie op de toetspunten te wijzigen, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden (zie ook paragraaf 3.3). Door middel van deze afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden kan ook de laatste flexibele ruimte in de geluidzone worden uitgegeven.

Bij de berekening van de geluidemissie per akoestische gebiedseenheid en de geluidimmissie op de geselecteerde toetspunten is rekening gehouden met de reeds aanwezige bebouwing. Deze bebouwing heeft voor een aantal percelen een afschermende werking op de omliggende gebouwen. Sloop van dergelijke bebouwing kan in dat geval leiden tot een strijdigheid met het bestemmingsplan, omdat na de sloop van bouwwerken niet langer voldaan kan worden aan de maximale geluidimmissie. Om dergelijke situaties te voorkomen is in de regeling een sloopverbod opgenomen voor bouwwerken. Omdat in het geluidmodel geluidbronnen standaard op een hoogte van 5 m worden ingevoerd is opgenomen dat het sloopverbod uitsluitend bedoeld is voor bouwwerken hoger dan 4 m en met een gevellengte van meer dan 10 m.

Ten slotte is in de regeling een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de akoestische gebiedseenheden en de bijbehorende geluidemissies kunnen worden gewijzigd. Deze wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast bij de splitsing of samenvoeging van verschillende akoestische gebiedseenheden, bijvoorbeeld bij de verkoop en samenvoeging van bedrijfspercelen.

3.3 Aanpassingen In De Regels

In de regels is opgenomen dat de regels van het bestemmingsplan Groote Lindt overeenkomstig van toepassing zijn. Deze regels worden op de volgende punten gewijzigd.

Begrippen

In de begrippen worden enkele relevante begrippen toegevoegd, die verband houden met de nieuwe regeling.

Bedrijf

Binnen de gehele bestemming 'Bedrijf' zijn geluidhinderlijke activiteiten toegestaan. Daaraan wordt toegevoegd dat de activiteiten uitsluitend zijn toegestaan met in achtneming van de toegevoegde gebruiksregels.

Algemene gebruiksregels

In de regels van de herziening worden nieuwe gebruiksregels opgenomen. In de regels is opgenomen dat binnen de akoestische gebiedseenheid de geluidemissie voor de dag-, avond en nachtperiode in dB(A)/m2 niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is bepaald.

Daarnaast is bepaald dat de geluidimmissie per gebiedseenheid op de geselecteerde toetspunten niet meer mag bedragen dan in de tabel uit Bijlage 1 van de regels. Tevens is bepaald dat in geval van een maximale geluidimmissie lager dan 17 dB(A) etmaalwaarde geen toetsing hieraan plaatsvindt. Ook is aangegeven dat een hogere geluidemissie is toegestaan, mits de geluidimmissie niet wordt overschreden. Ten slotte is het gebruik van de gronden door inrichtingen niet toegestaan indien dit leidt tot een hogere geluidemissie of geluidimmissie zoals in het artikel is aangegeven.

Het bepalen van de geluidemissie en geluidimmissie geschiedt overeenkomstig de uitgangspunten van het rekenmodel 'BP Model 2018-09-11' Geomilieu, versie 3.11). Een knip (met de relevante informatie voor het betreffende bedrijf) uit dit model is op te vragen bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

Algemene afwijkingsregels

In de herziening wordt een nieuw lid toegevoegd aan de afwijkingsregels. Hiermee is het mogelijk de geluidimmissie te verhogen. Voorwaarde is dat uit akoestisch onderzoek blijkt dat er geen overschrijding van de toepasselijke grenswaarden uit de Wet geluidhinder plaatsvindt, de belangen van andere inrichtingen op het industrieterrein niet onevenredig worden aangetast en (ondanks toepassing van de beste beschikbare technieken) een grotere geluidimmissie noodzakelijk is ter optimalisering en/of uitbreiding van de bedrijfsvoering.

Algemene wijzigingsregels

In de herziening wordt een nieuw lid toegevoegd aan de wijzigingsregels. Hiermee is het mogelijk de geluidimmissie te verhogen en gelijktijdig voor een andere akoestische gebiedseenheid de geluidimmissie te verlagen. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bij de eerder genoemde afwijkingsbevoegdheid.

Daarnaast is het ook mogelijk om de akoestische gebiedseenheden, alsmede de aanduidingen voor de geluidemissies te wijzigen. Ook hierbij mag er geen overschrijding van de toepasselijke grenswaarden uit de Wet geluidhinder plaatsvinden.

Overgangsrecht

In het bestemmingsplan is overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht heeft alleen betrekking op de regeling van dit bestemmingsplan. Voor de overige regels geldt het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Groote Lindt.

3.4 Aanpassingen Op De Verbeelding

Op de verbeelding wordt op de bedrijfskavels een nieuwe aanduiding gelegd: 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid'. Binnen Groote Lindt zijn meerdere akoestische gebiedseenheden gelegen. In principe heeft elk bedrijfskavel zijn eigen akoestische gebiedseenheid. Voor bedrijfsverzamelgebouwen is één akoestische gebiedseenheid opgenomen. Binnen deze gebiedseenheid dienen de bedrijven in het bedrijfsverzamelgebouw gezamenlijk aan de voorwaarden in het bestemmingsplan te voldoen.

Per gebiedseenheid is daarnaast op de verbeelding de maximale geluidemissie opgenomen voor de dag-, avond- en nachtperiode.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische Uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

De herziening is, in het kader van het wettelijk vooroverleg ex artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening, als conceptontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de verschillende overlegpartners. Deze zijn in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een overlegreactie. Deze overlegreacties zijn samengevat en beantwoord in een Notitie vooroverlegreacties (zie bijlage 2).

Gelijktijdig met het wettelijk vooroverleg hebben de bedrijven op Groote Lindt de mogelijkheid gekregen om hun gegevens te (laten) controleren aan de hand van het rekenmodel van hun bedrijf, dat ten grondslag ligt aan de geluidverkaveling. Twaalf bedrijven hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Eventuele wijzigingen die hier uit voortvloeiden zijn in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. In hoofdstuk 6 van het akoestisch onderzoek (zie bijlage 1) is ingegaan op de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de eerdere versie van het akoestisch onderzoek.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld tot het indienen van een zienswijze. De binnengekomen zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in een Notitie zienswijzen (zie bijlage 3).

Bijlage 1 Geluidimmissies

Bijlage 1 Geluidimmissies

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek

Bijlage 2 Notitie Vooroverlegreacties

Bijlage 2 Notitie vooroverlegreacties

Bijlage 3 Notitie Zienswijzen

Bijlage 3 Notitie zienswijzen