KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Bestaande Regels Van Toepassing
Artikel 2 Aanvulling Op Artikel 1
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Artikel 4 Overgangsrecht
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel Wijzigingsplan
1.2 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Huidige Situatie
2.2 Beoogde Ontwikkeling
Hoofdstuk 3 Bestemmingsplan En Wijzigingsvoorwaarden
3.1 Geldende Regeling
3.2 Toetsing Aan Wijzigingsvoorwaarden Geldend Bestemmingsplan
3.3 Toelichting Op De Juridische Regeling Van Het Wijzigingsplan
Hoofdstuk 4 Toetsing Beleid En Omgevingsaspecten
4.1 Beleid
4.2 Omgevingsaspecten
Hoofdstuk 5 Financiële Aspecten
5.1 Financiële Uitvoerbaarheid
5.2 Grondexploitatie
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid En Overleg Instanties
6.1 Overleg Met Instanties
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Besluit
Bijlage 2 Advies Landschapsdeskundige Ten Behoeve Van Het Sportpark
Bijlage 3 Advies Landschapsdeskundige Verplaatsing Volkstuinen
Bijlage 4 Beeldkwaliteitskader Wijzigingsplan Sport
Bijlage 5 Eindrapport Verkennend Bodemonderzoek En Indicatief Funderingsonderzoek Fort Den Haakweg 36 Te Vrouwenpolder
Bijlage 6 Eindrapport Bodemonderzoek Fort Den Haakweg 36-44 Vrouwenpolder
Bijlage 7 Infographic Externe Veiligheid
Bijlage 8 Aanmeldformulier Watertoets
Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna Wet Natuurbescherming
Bijlage 10 Memo Stikstofberekening Aanleg- En Gebruiksfase
Bijlage 11 Akoestisch Onderzoek Herontwikkeling Sportcomplex Vrouwenpolder
Bijlage 12 Lichtonderzoek Inrichtingsplan Sportcomplex
Bijlage 13 Zienswijzennota Ontwerp Wijzigingsplan
Bijlage 14 Reactie Vooroverlegpartners (Geanonimiseerd)
Bijlage 15 Zienswijzen (Geanonimiseerd)

Park Fort den Haak - wijzigingsplan Sport

Wijzigingsplan - Gemeente Veere

Vastgesteld op 22-10-2024 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Bestaande Regels Van Toepassing

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Park Fort den Haak ', zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMRO.0717.0096BPForthVrp-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn onverkort van toepassing op het wijzigingsplan 'Park Fort den Haak - wijzigingsplan Sport'.

Artikel 2 Aanvulling Op Artikel 1

2.1 Aanvulling artikel 1 Begrippen lid 1.1 bestemmingsplan

Aan artikel 1 lid 1.1 van het bestemmingsplan 'Park Fort den Haak' wordt het volgende toegevoegd: "en de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels met identificatienummer NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01".

2.2 Plan

'Park Fort den Haak - wijzigingsplan Sport' van de gemeente Veere.

2.3 Aanvulling artikel 10 Sport lid 10.1

2.4 Inperking artikel 10 Sport lid 10.2.3.

In afwijking van het bepaalde in artikel 10.2.3. 'Bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde', bedraagt de bouwhoogte van lichtmasten rondom tennisbanen ten hoogste 12 m.

2.5 Aanvulling artikel 10 Sport lid 10.3

Van artikel 10, lid 10.3 Specifieke gebruiksregels wordt de zinsnede 'Verblijfsrecreatie is uitsluitend toegestaan met een centrale bedrijfsmatige exploitatie.' voorzien van het opsommingsteken 'a'.

Voorts worden 3 leden b, c en d toegevoegd, luidende:

"b. Het gebruik van de in lid 2.3.1 genoemde functies is na 23.00 uur niet toegestaan.

c. Het gebruik van kunstmatige verlichting op het tenniscomplex is na 22.00 uur niet toegestaan.

d. Het gebruik van kunstmatige verlichting op het tenniscomplex is uitsluitend toegestaan indien deze verlichting geen directe lichtuitstraling heeft in horizontale of in opwaartse richting."

2.6 Aanvulling artikel 14 Wonen, lid 14.2.1 Algemene bouwregels

Aan artikel 14, lid 14.2.1 Algemene bouwregels worden 5 subleden g, h, i, j en k toegevoegd, luidende:

"g. Het in gebruik nemen van woningen is slechts toegestaan indien en voor zover per woning ten minste drie opstelvakken/parkeerplaatsen zijn gerealiseerd en vervolgens in stand gehouden. Inpandige parkeerplaatsen worden niet meegerekend.

h. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub g en worden toegestaan dat minder parkeergelegenheid wordt gerealiseerd, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

i. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning kan uitsluitend worden verleend indien het ontwerp van de woning in overeenstemming is met het Beeldkwaliteitskader wijzigingsplan Sport van september 2023.

j. Indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, bedraagt het aantal woningen per bouwvlak ten hoogste het aangegeven aantal.

k. Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding – geluid' mag een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning uitsluitend worden verleend indien vast staat dat het geluidniveau dat afkomstig is van de tennisbanen en schietbaan binnen de woning niet meer bedraagt dan 35 dB(A).

l. De aanleg en ingebruikname van nieuwe woningen is slechts toegestaan indien en voor zover voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder met inbegrip van de mogelijkheid van het verlenen van een hogere waarde."

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  3. c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel Wijzigingsplan

Op 8 juni 2017 stelde de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Park Fort den Haak' (NL.IMRO.0717.0096BPForthVrp-VG01, hierna: het bestemmingsplan) vast. Bij uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juni 2018 werd het bestemmingsplan onherroepelijk. Het bestemmingsplan is de juridische vertaling van de Nota Supervisie (vastgesteld door de gemeenteraad op 11 juni 2015) en het daarop volgende landschappelijk inrichtingsplan (vastgesteld door de gemeenteraad op 20 april 2017). Deze twee plannen vormen samen het Masterplan Fort den Haakweggebied 2020 (hierna: het masterplan). Het masterplan geeft invulling aan de opgave van het 'Dorpsplan Vrouwenpolder' (vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2012) om een aantrekkelijke verbinding te realiseren tussen de woonkern en de kustzone.

Een van de ontwikkelingen uit het Masterplan is de kwaliteitsverbetering van het sportcomplex aan het noordelijk deel van de Fort den Haakweg.

Om de beoogde ontwikkelingen juridisch-planologisch mogelijk te maken, is in het bestemmingsplan een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) opgenomen om het basisplan te wijzigen (hierna: de wijzigingsbevoegdheid). Het gebied waarop deze bevoegdheid betrekking heeft, is in het bestemmingsplan bestemd tot 'Gebiedsaanduiding-wetgevingszone-wijzigingsgebied-1' (hierna: het wijzigingsgebied). Het wijzigingsgebied heeft betrekking op de volgende kadastrale percelen:

  • Veere, N, 3544;
  • Veere, N, 3538;
  • Veere, N, 2166;
  • Veere, N, 3550 (gedeeltelijk);
  • Veere, N, 3536;
  • Veere, N, 2263;
  • Veere, N, 1521;
  • Veere, N, 1520;
  • Veere, N. 3534;
  • Veere, N. 3551.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0001.png"

Figuur 1.1. Ontwikkelingslocatie waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt

Het is nu de wens om de voorgenomen ontwikkelingen te gaan realiseren. Het college is bereid om de wijzigingsbevoegdheid toe te passen. Hiervoor is voorliggend wijzigingsplan opgesteld.

1.2 Leeswijzer

Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige en beoogde situatie. In hoofdstuk 3 wordt de beoogde situatie getoetst aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid en wordt de bestemmingsregeling uiteengezet. Vervolgens wordt hoofdstuk 4 de beoogde ontwikkeling getoetst aan het beleid en aan de relevante omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 worden de economische- en financiële haalbaarheid getoetst. Hoofdstuk 6 beschrijft de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige Situatie

Het plangebied ligt aan de oostzijde van het meest noordelijk deel van de Fort den Haakweg. De Fort den Haakweg is de verbindingsweg tussen het dorp Vrouwenpolder en het strand. Langs de weg bevinden zich verschillende woningen en (verblijfs)recreatieve voorzieningen. Aan de zuidzijde van het plangebied is in 2019/2020 een nieuwe weg, genaamd Zandbank, aangelegd tussen de Fort den Haakweg en de parallelweg van de rijksweg N57.

Aan deze verbindingsweg, die o.a. het hotel Breezand en het golfterrein ontsluit naar/op de N57 en direct ten oosten van het plangebied ligt, is in 2021 in het kader van het Masterplan een nieuw parkeerterrein aangelegd. Dat terrein dient gedeeltelijk ter compensatie van het aantal parkeerplaatsen voor dagrecreanten (strandgangers) dat vanwege de eerder gerealiseerde nieuwbouw en uitbreiding van hotel Duinoord aan de Fort den Haakweg is komen te vervallen. Daarnaast wordt het parkeerterrein gedeeltelijk gebruikt voor hotelgasten van het hotel Breezand dat in 2020 is open gegaan. Dit gebouw wordt ook gebruikt als receptiegebouw voor het aan de andere zijde van de Fort den Haakweg gelegen recreatiewoningenterrein Breezand.

In figuur 2.1 is een luchtfoto van het plangebied opgenomen. Daarop is te zien dat het tenniscomplex bereikbaar is langs de woning Fort den Haakweg 40. Langs deze toegangsweg (zie ook figuur 2.2.) bevinden zich 18 parkeerplaatsen die uitsluitend mogen worden gebruikt door bezoekers van de tennisvereniging. Het tenniscomplex zelf bestaat uit 2 gravelbanen, 1 mini-kunstgrasbaan en een clubgebouw met kantine en kleedkamers. De tennisvereniging beschikt niet over lichtmasten.

Aan de zuidzijde van het tenniscomplex is een gebouw van schietvereniging De Treffers aanwezig. Het gebouw, dat dateert uit 1996, staat op wat grotere afstand van de Fort den Haakweg dan de overige bebouwing langs deze weg. In het gebouw zijn 8 schietbanen aanwezig, namelijk 4 van 12 meter, waar liggend kan worden geschoten, en 4 banen van 10 meter, waar staand en of knielend kan worden geschoten. De vereniging heeft circa 50 leden en streeft ernaar aanzienlijk te groeien (zeker zo'n 25%). Dat kan niet met de huidige accommodatie. De korte lengte van de banen geeft namelijk beperkingen. De wens is om de huidige banen te verlengen zodat deze in totaal 25 meter lang worden. Daarbij is ook uitbreiding van de kantine gewenst. De totale lengte van het complex valt binnen de 50 meter.

Het perceel van de schietvereniging heeft een eigen ontsluiting op de genoemde weg. Op eigen perceel is voldoende parkeerruimte aanwezig. Het grootste deel van de tijd staan hier weinig auto's. Bij de schietbaan staat 1 papierinzamelcontainer.

Op korte afstand van het gebouw van de schietvereniging is een vakwerkmast voor telecommunicatie aanwezig van Vodafone (opstelpunt nummer 1359). De zendmast is enige jaren geleden verplaatst naar de huidige locatie (zie figuur 2.1). Hiervoor is op 10 december 2018 door het college een vergunning verleend. De hoogte is maximaal 40 meter en het perceel is maximaal 100 m2.

De woningen Fort den Haakweg 40 en 42 hebben een woonbestemming. Omdat de woningen niet in het werkingsgebied liggen van de “Huisvestingsverordening tweede woningen 2019” mogen deze woningen gebruikt worden voor permanente bewoning en als (privé) tweede woningen.

Achter deze woningen en direct langs de watergang van het waterschap langs de noordgrens van het plangebied lag een circa 130 meter diepe strook met volkstuinen. De volkstuinen zijn inmiddels verplaatst. Hiervoor is op 8 december 2021 door het college een vergunning verleend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0002.png"

Figuur 2.1. Locatie wijzigingsgebied (Luchtfoto Provincie Zeeland, 2021) (Z= locatie zendmast)

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0003.png"

Figuur 2.2. Huidige toegangsweg tenniscomplex (Foto: maps.google)

Van de zendmast maken ook KPN en T-Mobile gebruik. Het opstelpunt verzorgt niet alleen de dekking en capaciteit voor Vrouwenpolder maar is ook een belangrijke verbindingenlocatie met de 'small cells' op het nabijgelegen strand.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0004.png"

Figuur 2.3. Zicht op de oude locatie van de zendmast, schietvereniging en tennisbanen (Luchtfoto Vodafone)

2.2 Beoogde Ontwikkeling

Nieuwe woningen, kwaliteitsverbetering en herinrichting sportcomplex

Langs de Fort den Haakweg worden drie bouwmogelijkheden opgenomen voor vrijstaande woningen die worden georiënteerd op deze weg. De twee bestaande 2-onder-1-kap woningen Fort den Haakweg 40 en 42 worden wellicht in de toekomst gesloopt en vervangen door 2 vrijstaande woningen. Daarvan komt er dan 1 woning meer richting de andere vrije percelen. Voor deze kwaliteitsverbetering wenst de eigenaar het bestaande perceel te vergroten.

In combinatie met de bouw van de woningen wordt het tenniscomplex geherstructureerd en opgewaardeerd. De 18 parkeerplaatsen van de tennisvereniging langs de bestaande toegangsweg worden opgeheven. Aanvullend op de 2 tennisbanen komt een mini tennisbaan. Deze minibaan is kleiner dan een reguliere tennisbaan en is bedoeld voor kinderen om te leren tennissen. De minibaan is niet voorzien van verlichting. Om de ontwikkeling mogelijk te maken, zal het clubgebouw moeten worden verplaatst. In figuur 2.4 is de inrichtingstekening weergegeven. Door het verplaatsen van de bestaande tennisbanen naar het oosten wordt er ruimte gecreëerd voor de beoogde woningen aan de Fort den Haakweg. Daarnaast wordt het clubgebouw verplaatst en 180 graden gedraaid. Voor de verplaatsing van het tenniscomplex heeft het college op 8 augustus 2023 vergunning verleend. Om te beoordelen of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat is een akoestisch onderzoek en lichthinderonderzoek uitgevoerd (zie paragrafen 4.2.12 en 4.2.13).

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0005.png"

Figuur 2.4. Inrichtingsschets ontwikkelingen

De tennisbanen worden ook in de beoogde situatie goed landschappelijk ingepast. Rond het tenniscomplex wordt namelijk een groengordel van betekenis aangelegd. Het groenperceel wordt ingeplant met bosplantsoen van robuuste inheemse soorten zonder bomen in verband met bladval en moeilijk onderhoud in verband met bereikbaarheid van het plantsoen.

Tussen de nieuwe woonpercelen en het tenniscomplex krijgt de groengordel een breedte van ruim 8 meter. Deze breedte is voldoende om daarin een geluidwerende voorziening te realiseren in de vorm van een kokosscherm. Dit scherm krijgt aan de achterzijde van de nieuwe woningen een hoogte van 3 meter en langs de zuidzijde van het meest zuidelijk woonkavel een hoogte van 2 meter. De invulling van de groengordel is opgenomen in bijlage 2.

Bij de twee tennisbanen worden op de hoekpunten een lichtmast met een hoogte van 12 meter geplaatst. De mini tennisbaan is 10 meter breed en 16 meter lang, deze baan is niet verlicht. Direct ten zuiden van het tenniscomplex wordt een strook met 18 vervangende parkeerplaatsen aangelegd.

Uitbreiding gebouw schietvereniging

Het is de wens van de schietvereniging om hun gebouw in oostelijke richting uit te breiden zodat een langere schietbaan van 25 meter kan worden gerealiseerd. Met kantine en "opvangruimte" achter de schietbaan, zal de lengte binnen de 50 meter blijven.

Verplaatsing zendmast

Om de realisatie van het nieuwe centrumgebouw ten zuiden van de schietbaan mogelijk te maken, is zendmast verplaatst naar een locatie direct achter de nieuwe tennisbanen. Op deze plek valt de mast buiten de zichtlijnen in het Park Fort den Haak en is het voor een deel ingepakt in het groen.

Overige functies

Op de percelen van Fort den Haakweg 40-42 komen na de sloop van de huidige woningen twee nieuwe vrijstaande woningen. Kavel A wordt daartoe ook aangekocht door de huidige eigenaren. Het perceel voor de twee nieuwe woningen wordt daarmee dus vergroot.

De in het Landschappelijk inrichtingsplan Park Fort den Haak in dit deelgebied beoogde verblijfsrecreatie wordt niet gerealiseerd. In verband met de aanleg van het parkeerterrein aan de oostzijde van het plangebied en het wandelpad dat tussen het parkeerterrein en de Fort den Haakweg wordt gerealiseerd, kan slechts een deel van de volkstuinen op de huidige locatie worden gehandhaafd. In overleg met de volkstuinvereniging is voor de beoogde inrichting van het volkstuinencomplex door de gemeente een inrichtingsplan opgesteld, zie figuur 2.5. Het plan laat zich als volgt typeren:

  • Het terrein wordt ontsloten aan de noordzijde, via het parkeerterrein van het waterschap aan de Fort den Haakweg.
  • Een centraal pad zorgt voor de ontsluiting van de volkstuinen.
  • Rond het terrein komt een hekwerk om met name reeën en damherten te weren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0006.png"

Figuur 2.5. Inrichtingsplan voor de volkstuinen

Voor de verplaatsing van de volkstuinen heeft het college op 8 december 2021 een vergunning verleend.

Aanpassing openbare ruimte

Ten behoeve van de ontwikkeling wordt de openbare ruimte aangepast met een gezamenlijke toegang naar het tenniscomplex en de schietbaan. Deze toegang kan ook gebruikt worden door de provider voor onderhoud van de zendmast. Verder worden ondergrondse kabels en leidingen aangelegd. Aan/langs de toegang worden auto- en fietsparkeerplaatsen aangelegd die gezamenlijk worden gebruikt door de tennis- en schietvereniging.

Landschappelijke inpassing

De beoogde ontwikkelingen worden conform het door de gemeenteraad vastgestelde landschappelijk inrichtingsplan ingepast.

Welstandsadvies

Voor de invulling van het gebied en voor de beoordeling van nieuwbouw- en verbouwplannen is een beeldkwaliteitskader opgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan is op 8 november 2023 door de raad vastgesteld. In dat plan, opgenomen in bijlage 4, is de gewenste beeldkwaliteit vastgelegd voor de beeldbepalende elementen van het deelplangebied. Dit beeldkwaliteitskader is aanvullend op de Nota Ruimtelijke Kwaliteit (zie paragraaf 4.1). In het beeldkwaliteitskader is het volgende aangegeven:

  • De bestaande woning aan de noordzijde heeft momenteel een gecombineerde kap. De vervangende nieuwbouw van deze woning moet met een langskap worden uitgevoerd. Worden dit twee vrijstaande woningen, dan is via overleg met de stedenbouwkundige mogelijk te onderzoeken of de laatste woning met een dwarskap kan worden uitgevoerd.
  • Voor de overige kavels (B, C, D) is figuur 2.6. de voor het hoofdvolume verplichte kaprichting aangegeven.
  • De architectuur van de woningen mag verschillend zijn, maar niet teveel uiteenlopen.
  • Hedendaags, niet historiserend.
  • Metselwerk, of hout vormen de hoofdbestanddelen van de gevels. Kappen zijn afgedekt met een keramische pan in een oranjerode kleur. Geen geglazuurde pannen.
  • Een volwaardige kap, zonder afgeplatte delen is verplicht. Bij een gecombineerde kap is er verschil in nokhoogte en wordt de kap van het hoofdvolume niet onevenredig aangetast. De vorm van de kap is een zadeldak.
  • De uitstraling van de huizen als geheel wordt gekenmerkt door zijn natuurlijke materialen en subtiele kleuren, die niet contrasteren met de omgeving.
  • Erfafscheidingen zijn beeldbepalende elementen voor de beleving van een woonomgeving.
  • Houd bij het ontwerpen van de woning en de tuin rekening met natuurinclusieve maatregelen ten behoeve van biodiversiteit van flora en fauna.
  • Zoveel mogelijk gedekte tinten en groen toepassen. Voor het clubgebouw een eenvoudig bouwvolume met een lessenaars- of zadeldak en gevels in natuurlijke materialen. Geen prefab units of containerbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0007.png"

Figuur 2.6. Verkaveling en kaprichtingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0008.png"

Figuur 2.7. Inrichtingsplan

Hoofdstuk 3 Bestemmingsplan En Wijzigingsvoorwaarden

3.1 Geldende Regeling

Het bestemmingsplan 'Park Fort den Haak' is bij uitspraak van de Raad van State d.d. 13 juni 2018 onherroepelijk geworden. Het grootste deel van het plangebied heeft in dit basisplan de enkelbestemming 'Sport'. Binnen deze bestemming wordt gewerkt met 2 functieaanduidingen:

  • 'specifieke vorm van sport - 1': Met deze functieaanduiding is bepaald dat de gronden alleen mogen worden gebruikt als tennisbanen.
  • 'specifieke vorm van sport -2': Op deze gronden is alleen een schietbaan toegestaan.

Beide functieaanduidingen zijn voorzien van een bouwvlak waarbinnen gebouwen met een maximum goothoogte van respectievelijk 4 en 3 meter zijn toegestaan. Van het bouwvlak van de tennisbanen mag overigens maar 4% worden bebouwd.

De woonpercelen Fort den Haakweg 40 en 42 zijn voorzien van de bestemming 'Wonen'. Het perceel met de volkstuinen achter deze woningen heeft de bestemming Recreatie met de aanduiding 'volkstuin'. De bestemming Sport wordt aan 3 zijden omzoomd door de bestemming Groen.

Aan de achterzijde (oostzijde) van het gebied geldt de bestemming Verkeer. Deze bestemming is opgenomen in verband met het nieuwe parkeerterrein dat hier wordt aangelegd.

Over het gehele plangebied ligt de dubbelbestemming 'Waarde - Hydrologische bufferzone'.

Tot slot is voor het gehele projectgebied een bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) opgenomen om het basisplan te wijzigen. Het gebied waarop deze bevoegdheid betrekking heeft, is in het bestemmingsplan bestemd tot 'Gebiedsaanduiding-wetgevingszone-wijzigingsgebied-1' (hierna: het wijzigingsgebied). Met een aanduiding (rode lijn) is de begrenzing van het 'Wijzigingsgebied 1' aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0009.jpg"

Figuur 3.1. Uitsnede Bestemmingsplan Park Fort den Haak (ruimtelijkeplannen.nl, 2018)

3.2 Toetsing Aan Wijzigingsvoorwaarden Geldend Bestemmingsplan

De wijzigingsbevoegdheid is in de regels opgenomen in artikel 23 lid 23.2.1. Om deze wijzigingsbevoegdheid te kunnen toepassen, zal ten minste moet worden voldaan aan de wijzigingsvoorwaarden zoals genoemd in tabel 3.1. Daarnaast kunnen ook andere eisen of voorwaarden van belang zijn, bijvoorbeeld als er nieuw planologisch beleid of nieuwe wet- of regelgeving is vastgesteld. Dit zal per geval moeten worden beoordeeld. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan.

Artikel 23 lid 23.2.1 luidt als volgt:

a. Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gronden met de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' de bestemmingen, bouwvlakken en aanduidingen wijzigen ten behoeve van de realisatie van:

  • een aantal nieuwe woningen,
  • de herontwikkeling van de tennisbanen,
  • de realisatie van volkstuinen,
  • de uitbreiding van de schietbaan,
  • aanpassing van de begrenzing van de bestemming 'Verkeer' en/of
  • verplaatsing van een zendmast,

met inachtneming van de volgende regels:

Tabel 3.1 Wijzigingsvoorwaarden Wijzigingsgebied 1

wijzigingsvoorwaarde Toetsing
1 de wijzigingsbevoegdheid dient in één keer voor het hele wijzigingsgebied te worden toegepast; Aan deze voorwaarde wordt voldaan. Ook de bestaande woningen Fort den Haakweg 40 en 42 en de volkstuinen zijn meegenomen in het wijzigingsplan. De woningen zijn opnieuw bestemd voor Wonen en de volkstuinen hebben de bestemming Recreatie met de aanduiding 'volkstuin' gekregen.
2 voor de realisatie van nieuwe woningen gelden de volgende regels:
- het totaal aantal woningen bedraagt ten hoogste 3;
- de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m;
- de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 10 m;
- artikel 14 (Wonen) van de regels is van overeenkomstige toepassing;
- Er worden 3 vrijstaande woningen mogelijk gemaakt met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 5 en 10 meter. Aan de noordzijde is het bouwvlak van de woningen Fort den Haakweg 40-42 vergroot zodat sloop van deze woningen en herbouw mogelijk is waarbij de woningen/woonpercelen wat breder kunnen worden. Het aantal woningen in dit wijzigingsplan bedraagt daarmee ten hoogste (3 nieuwe + 2 bestaande =) 5 woningen.
- De koppeling met artikel 14 is geregeld in Artikel 1 van dit wijzigingsplan.
3 voor de herontwikkeling van de tennisbanen gelden de volgende regels:
- de nieuw aan te leggen tennisbanen bestaan ten hoogste uit 2 hoofdbanen, 1 minibaan, 1 clubgebouw en overige bijbehorende voorzieningen;
- artikel 10 (Sport) van de regels is van overeenkomstige toepassing;


- Dit is geregeld in Artikel 2, lid 2.3.1 van dit wijzigingsplan.

- De koppeling met artikel 10 is geregeld in Artikel 1 van dit wijzigingsplan. Het college verleende op 8 augustus 2023 een vergunning voor het verplaatsen van het tenniscomplex.
4 voor de verplaatsing van een zendmast gelden de volgende regels:
- de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden gebruikt voor verplaatsing van de binnen het plangebied aanwezige bestaande zendmast;
- de oppervlakte van het bij de zendmast behorende perceel bedraagt ten hoogste 100 m²;
- de bouwhoogte van de zendmast bedraagt ten hoogste 40 m;
Het college verleende op 10 december 2018 een omgevingsvergunning voor de verplaatsing van de zendmast. Deze is inmiddels gerealiseerd waarbij de oude zendmast is gedemonteerd. In het voorliggende wijzigingsplan wordt de te verplaatsen mast opgenomen in de bestemming 'Verkeer' met de functieaanduiding 'zo' (zend- en ontvangstinstallatie).
Uit de tekeningen behorend bij de omgevingsvergunning blijkt dat de oppervlakte van de site van de zendmast 100 m2 is en de hoogte 40 meter. De koppeling met artikel 10 is geregeld in Artikel 1 van dit wijzigingsplan.
5 voor de realisatie van volkstuinen gelden de volgende regels:
- de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming Recreatie met de functieaanduiding;
- 'volkstuin'; artikel 9 (Recreatie) van de regels is van overeenkomstige toepassing;
Het college verleende op 8 december 2021 een omgevingsvergunning voor de verplaatsing van de volkstuinen. Deze verplaatsing is inmiddels gerealiseerd.

De volkstuinen zijn in dit wijzigingsplan overeenkomstig de voorwaarde bestemd.
De koppeling met artikel 9 is geregeld in Artikel 1 van dit wijzigingsplan.
6 ten behoeve van de uitbreiding van de schietbaan gelden de volgende regels:
- het bouwvlak heeft een lengte van ten hoogste 70 m;
- de goothoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 4 m;
- de uitbreiding vindt plaats aan de achterzijde van de bestaande schietbaan;
- artikel 10 (Sport) is van overeenkomstige toepassing;


Het bouwvlak wordt aan de achterzijde uitgebreid en krijgt in dit wijzigingsplan een lengte van 50 meter. De maximum goothoogte die in dit wijzigingsplan mogelijk wordt gemaakt bedraagt 4 meter.
De koppeling met artikel 10 is geregeld in Artikel 1 van dit wijzigingsplan.
7 uit een te overleggen inrichtings- en/of bouwplan blijkt dat de inrichting past binnen de beoogde kwaliteitsdoelstellingen zoals deze zijn vastgelegd in bijlage 2 bij deze regels en voorziet in:
- een aantrekkelijk woon- en recreatiemilieu, goed ingepast in de omgeving;
- een transparant landschap, waarmee landschappelijke en ruimtelijke samenhang wordt gecreëerd;
- een goede landschappelijke inpassing van gebouwen en terrein in de omgeving met streekeigen beplanting;
een gevarieerde terreininrichting, invulling gevend aan de parkzone;
In paragraaf 2.2 wordt de toekomstige situatie beschreven. Onderdeel hiervan is de landschappelijke inrichting en het bijbehorende inrichtingsplan, zoals opgenomen in figuur 2.7. Met dit inrichtingsplan worden de beoogde landschappelijke kwaliteiten nagestreefd, deze worden verder onderbouwd in paragraaf 4.2.11.
8 er wordt voldaan aan de door CROW geadviseerde norm voor parkeervoorzieningen; In paragraaf 4.2.6 wordt ingegaan op de parkeervoorzieningen.
9 via een ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening; Voorliggend wijzigingsplan voorziet in deze ruimtelijke onderbouwing
10 de economische en financiële uitvoerbaarheid is aangetoond. Hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk 5.

b. Alvorens omtrent de vaststelling van een wijziging te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de landschapsdeskundige over de vraag of het inrichtingsplan voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in dit sublid onder a.8. Dit advies is opgenomen in bijlage 2.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het beoogde plan past binnen de gestelde wijzigingsvoorwaarden van wijzigingsbevoegdheid 1, zoals opgenomen in artikel 23.2.1 van het bestemmingsplan Park Fort den Haak.

3.3 Toelichting Op De Juridische Regeling Van Het Wijzigingsplan

Dit wijzigingsplan is een wijziging van het geldende bestemmingsplan 'Park Fort den Haak' zoals dat op 8 juni 2017 door de gemeenteraad van Veere is vastgesteld. De wijziging vindt plaats op basis van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 23 lid 23.2.1 van dat basisplan (wijzigingsgebied 1). Op basis van die bepaling worden de bestemmingen 'Sport' met de functieaanduidingen specifieke vorm van sport - 1 en 2, 'Groen', 'Verkeer', 'Wonen' en 'Recreatie' met de aanduiding volkstuin gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen', 'Sport' met de functieaanduidingen specifieke vorm van sport - 1 en 2, Recreatie met de aanduiding 'volkstuin', 'Groen' en 'Verkeer'. Voor een deel wijzigen niet de bestemmingen, maar wel de aanduidingen daarbinnen, die betrekking hebben op het bouwen.

Omdat er sprake is van een wijzigingsbevoegdheid is het opstellen van een complete set regels niet noodzakelijk en volstaat een verwijzing naar de regels van het basisplan. De regels van de bestemmingen 'Groen', 'Recreatie', 'Sport, Verkeer', 'Wonen' en 'Waarde - Hydrologische bufferzone' uit het basisplan zijn daarmee van toepassing.

Bestemming Groen

Deze bestemming is opgenomen voor de groengordel rondom het tenniscomplex.

Bestemming Recreatie

Deze bestemming is opgenomen voor de volkstuinen. Het specifieke gebruik voor volkstuinen is geregeld met een aanduiding. Binnen deze bestemming zijn naast volkstuinen bijbehorende voorzieningen en functies toegestaan, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen. Op de volkstuinen mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

Bestemming Sport

Binnen de bestemming 'Sport' zijn net als in het basisplan 2 bouwvlakken opgenomen: 1 voor de tennisvereniging en 1 voor de schietvereniging. De maximum goothoogten voor gebouwen (en daarmee ook de bouwhoogten) zijn gelijk getrokken en bedraagt 4 meter. De maximaal toelaatbare bouwhoogte bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte en komt daarmee op 9 meter.

Om lichthinder naar de nieuwe en bestaande woningen en naar het aangrenzende natuurgebied zo veel als mogelijk te voorkomen zijn in dit wijzigingsplan aanvullende eisen opgenomen over de verlichting op het tenniscomplex. Deze aanvullingen hebben betrekking op artikel 10, lid 10.3 Specifieke gebruiksregels. Geregeld is dat het gebruik van kunstmatige verlichting op het tenniscomplex na 22.00 uur niet is toegestaan en dat uitsluitend het gebruik van armaturen die geen directe lichtuitstraling boven de horizontaal hebben, is toegestaan.

Bestemming Verkeer

Deze bestemming is opgenomen voor een strook die grenst aan het parkeerterrein. In deze strook is ook de zendmast geplaatst. Die zendmast is met een aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' geregeld. In de regels van het basisplan (lid 12.1 onder e) is al voorzien in deze aanduiding zodat de regeling op dit punt geen aanvulling behoeft.

Bestemming Wonen

Binnen de bestemming Wonen mogen hoofdgebouwen alleen binnen een bouwvlak worden gebouwd.

Die bouwvlakken mogen volledig worden bebouwd, met in achtneming van eventuele aanvullende bouwregels (zoals een afstand tot de zijdelingse perceelsgrens).

In verband met de mogelijke sloop van de woningen Fort den Haakweg 40 en 42 en nieuwbouw van 2 vrijstaande woningen is voor het bouwvlak van deze woningen de bouwaanduiding 'vrijstaand' opgenomen.

Op het achter- en zijerf, dat is voorzien van de aanduiding 'erf', mogen uitsluitend aan- en uitbouwen en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die behoren bij de hoofdgebouwen op hetzelfde bouwperceel. Dit erf mag voor maximaal 50% worden gebouwd, met een maximum van 60 m² per bouw perceel. In de voortuin (buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'erf') mogen alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Hoofdgebouwen worden minimaal 3 m uit de perceelsgrens gebouwd, door de aanduiding 'vrijstaand' mogen gebouwen niet tegen andere gebouwen op een aangrenzend bouwperceel worden gebouwd.

In aanvulling op de regels uit het basisplan zijn bouwregels opgenomen waarmee onder andere is bepaald dat:

  • een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning kan uitsluitend worden verleend indien het ontwerp van de woning in overeenstemming is met het Beeldkwaliteitskader wijzigingsplan Sport van september 2023. Dit beeldkwaliteitskader is opgenomen in bijlage 4 van deze toelichting.
  • er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. Per woning dient te worden voorzien in 3 parkeerplaatsen waarbij inpandige parkeerplaatsen niet worden meegerekend aangezien garages in de praktijk veelal anderszins worden gebruikt.

De bouwvlakken die in het wijzigingsplan zijn opgenomen, hebben een grote oppervlakte. Om te voorkomen dat er daarbinnen meer woningen worden gebouwd dan beoogd, zijn met aanduidingen het maximum aantal wooneenheden vastgelegd.

Omdat vanwege het parkeerterrein op de zuidwestgevel van kavel D een overschrijding is berekend van de geluidgrenswaarde van 65 dB(A) is voor deze woning bepaald dat een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning uitsluitend mag worden verleend indien vast staat dat het geluidniveau dat afkomstig van de (mini) tennisbanen en schietbaan binnen de woning niet meer bedraagt dan 35 dB(A). Dat kan bijvoorbeeld door een dove gevel toe te passen.

Bestemming Hydrologische bufferzone

Deze dubbelbestemming is overgenomen uit het basisplan ter bescherming van de hydrologische bufferzone. Voor werkzaamheden (bijvoorbeeld graven van sloten) is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig. Deze wordt niet verleend indien daardoor in onevenredige mate schade aan de hydrologische bufferzone wordt of kan worden toegebracht. Slechts onder bepaalde voorwaarden is geen omgevingsvergunning noodzakelijk.

Algemeen

Verder dienen volgens paragraaf 3.2. van het Besluit ruimtelijke ordening standaardregels in bestemmingsplannen te worden opgenomen. In artikel 1.1.1 sub 3 van dat besluit is bepaald dat onder een bestemmingsplan ook een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6. eerste lid onder a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt verstaan. Om deze reden zijn ook een Anti-dubbeltelregel en Overgangsrecht opgenomen.

Hoofdstuk 4 Toetsing Beleid En Omgevingsaspecten

4.1 Beleid

In het basisplan waarin de mogelijkheid van de inbreiding met drie woningen en de kwaliteitsverbetering van het sportcomplex door middel van een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, is uitgebreid getoetst aan de beleidskaders op zowel Rijks-, provinciaal als gemeentelijk niveau. Dit beleid en de toetsing daaraan zijn voor het grootste deel nog steeds actueel1 . Aanvullend is alleen de inpassing van de woningen in de regionale woningmarktafspraken en de Nota ruimtelijke Kwaliteit 2016 van belang. Op die afspraken en nota wordt hierna ingegaan.

Regionale woningmarktafspraken Walcheren

Op 21 juli 2017, na de vaststelling van het basisplan, zijn vernieuwde woningbouwafspraken vastgesteld door de Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland. Daarin is vermeld dat bij elke ruimtelijke planprocedure een verwijzing volstaat naar de regionale woningmarktafspraken om een solide onderbouwing van de Ladder voor duurzame verstedelijking te krijgen. Uit deze nieuwe woningmarktafspraken blijkt dat de woningbouw in het plan Park Fort den Haak niet is opgenomen in het overzicht aan 'harde' plancapaciteit. Dat betekent dat moet worden bezien of er 'ladderruimte' is om de nieuwe/zachte woningbouwcapaciteit in dit plan om te zetten naar harde plancapaciteit.

Om die reden is een afwegingskader opgesteld voor nieuwe woningbouwontwikkelingen als onderdeel van de regionale woningmarktafspraken Walcheren 2016 -2025. Voor de behandeling van de woningbouwplannen op Walcheren is een tabel gemaakt. Afhankelijk van de planfase, locatie, omvang en woningtype is hierbij aangegeven onder welke voorwaarden de woningbouwplannen volgens Gedeputeerde Staten akkoord zijn. Binnen bestaand bebouwd gebied (verder: BBG) zijn plannen met een omvang van minder dan 25 woningen akkoord bij voldoende ladderruimte.

Op grond van de Verordening Ruimte Provincie Zeeland van 2012 moet voor het bepalen van de grens van de bebouwde kom worden gelet op de feitelijke situatie en de aard van de omgeving. De bebouwde kom eindigt daar waar de bebouwing zijn aaneengesloten karakter verliest. Woningen binnen nieuwe uitbreidingslocaties die onderdeel uitmaken van een regionaal woningbouwprogramma, veelal aansluitend aan het bebouwd gebied of woningen in een landelijke bebouwingsconcentratie (buurtschappen) vallen niet in het landelijk gebied. Op grond hiervan ligt de woningbouwlocatie aan de Fort den Haakweg binnen het BBG en kan worden meegewerkt aan het plan bij voldoende ladderruimte.

Op 21 september 2018 hebben Provinciale Staten van Zeeland de Omgevingsverordening Zeeland 2018 vastgesteld. Dit omgevingsplan vervangt de hiervoor genoemde Verordening Ruimte Provincie Zeeland. In de nieuwe verordening wordt voor de definitie bestaand stedelijk gebied aangesloten bij het Besluit ruimtelijke ordening, namelijk: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur. Op grond hiervan ligt de woningbouwlocatie aan de Fort den Haakweg binnen het bestaand stedelijk gebied en kan nog steeds worden meegewerkt aan het plan bij voldoende ladderruimte.

De netto ladderruimte die ingevuld kan worden met nieuwe woningbouwplannen bedraagt voor geheel Walcheren 1.405 woningen (bron: dashboard ladderruimte april 2022). Dit betreft de harde plannen. Wanneer de zachte plannen in dit aantal worden meegenomen is er een netto ladderruimte van 5 woningen beschikbaar. Dit betekent dat de woningen uit het plan Fort den Haakweg kunnen worden toegevoegd.

Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2016

De gemeenteraad heeft in mei 2016 de Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2016 vastgesteld. Deze nota heeft de Welstandsnota 2012 vervangen, die zich vooral richtte op het in stand houden van de bestaande gebouwde omgeving. In de Nota Ruimtelijke Kwaliteit wordt meer ingezet op versterking van de ruimtelijke kwaliteit en aandacht besteed aan de omgang met nieuwe ontwikkelingen, het culturele erfgoed en de relatie van het gebouw met landschap en de openbare ruimte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0010.png"

Figuur 4.1. Omslag Nota Ruimtelijke Kwaliteit 2016

De zorgplicht ligt niet meer uitsluitend bij de gemeente, maar is een gezamenlijke inspanning tussen initiatiefnemer, ontwerper, de gemeente en direct betrokkenen. Voor bouwplannen zijn vaste en gebiedsgerichte richtlijnen geformuleerd voor de situering van het hoofdgebouw, de gevels, het dak, de detaillering en het materiaal, kleurgebruik en textuur. In stads- en dorpskernen gelden de volgende richtlijnen. Enkele in het oog springende richtlijnen zijn:

  • Het wisselende bebouwingsbeeld van herkenbare individuele panden blijft behouden.
  • Een volwaardige kapvorm is gewenst.
  • Bij verbouw is de vormgeving, gevelindeling en -geleding, maatvoering, materiaalgebruik, detaillering en karakter van het hoofdgebouw uitgangspunt.
  • Gevels worden opgetrokken uit baksteen in aardetinten of rood in combinatie met natuursteen, afgewisseld met gepleisterde gevels.
  • Daken worden afgedekt met leien of keramische gewelfde rode of donkergekleurde pannen.
  1. 1. Beleid is net als de bouw traag. De vraag naar woningen is de afgelopen 3 jaar enorm gestegen. Het beleid waaraan dit plan, Fort den Haakweg, is getoetst gaat uit van redelijk conservatief aantal toe te voegen nieuwbouwwoningen. Het nationale woningtekort heeft ervoor gezorgd dat het Rijk inmiddels werkt aan een Nationale Woon- en Bouwagenda en het programma Woningbouw om de komende jaren tot 2031 ca. 900.000 woningen in Nederland toe te voegen. De krapte op de woningmarkt is ook in Zeeland, Walcheren en Veere merkbaar.

4.2 Omgevingsaspecten

4.2.1 Archeologie en cultuurhistorie

Toetsingskader

Archeologie

Toetsingskader voor archeologie zijn de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de gemeentelijke Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren, evaluatie 2008' (vastgesteld)en de Erfgoedwet. Dit beleid is in de bestemmingsplannen vertaald naar archeologische dubbelbestemmingen.

Cultuurhistorie

In het Bro (artikel 3.6.1. lid 2) is bepaald dat in de toelichting van het bestemmingsplan een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Voor de beoordeling van het aspect cultuurhistorie beschikt de gemeente over de Structuurvisie Cultuurhistorie Veere en de bijbehorende beleidswaardenkaart. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de cultuurhistorische waardenkaart van de Provincie Zeeland.

Toetsing en conclusie

Archeologie

Ten behoeve van het basisplan is al uitgebreid archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek uitgevoerd. Uit het archeologisch onderzoek is voortgekomen dat binnen het plangebied geen archeologische waarden worden verwacht. Noch in het basisplan, noch in voorliggend wijzigingsplan is dan ook een archeologische dubbelbestemming opgenomen. Het aspect archeologie is geen aandachtspunt of belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

Cultuurhistorie

De beoogde ontwikkeling past binnen de kaders van het basisplan. In het basisplan is een integrale afweging gemaakt, waarvan de cultuurhistorische waarden onderdeel uitmaken. Aanvullend kan het volgende worden opgemerkt. Van de beleidswaardenkaart kan worden afgeleid dat de ruimte in het bebouwingslint van beperkte cultuurhistorische betekenis is. In beginsel is er beleidsmatig geen aanleiding om bij ruimtelijke ingrepen aandacht te geven aan cultuurhistorie. Het achterliggende gebied, waaronder een deel van het gebied waarvoor de wijzigingsbevoegdheid geldt, wordt hoog gewaardeerd. In dit gebied kan bij ruimtelijke ingrepen aandacht nodig zijn voor cultuurhistorie. Het college maakt de afweging of onderzoek nodig is. Uit nadere bestudering blijkt dat de hoge waarde rond Vrouwenpolder is vanwege de Vestingwerken Fort den Haak en de oude bestaande polderdijken, zoals waaronder de Noorddijk en Polredijk. Het plangebied ligt op voldoende afstand van deze elementen. De waarde van het gebied direct achter de toekomstige woningen is niet verder toegelicht. Er wordt van uitgegaan dat deze in ieder geval niet zo hoog zijn dat dit een aandachtspunt of belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0011.png"

Figuur 4.2. Fragment beleidswaardenkaart Structuurvisie Cultuurhistorie Veere met globale aanduiding plangebied

4.2.2 Bodemkwaliteit

Toetsingskader

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.

Toetsing en conclusie

In de toelichting van het basisplan is vermeld dat de locaties nabij het plangebied die in het verleden onderzocht zijn allemaal onverdacht zijn en dat er geen bijzonderheden zijn geconstateerd. Daarnaast blijkt uit de bodemkwaliteitskaart van Zeeland (www.zeeuwsbodemvenster.nl) dat ter plaatse van het plangebied de kwaliteit Achtergrondwaarde geldt. Dit betekent dat er sprake is van een schone grond. Op basis hiervan wordt het in het kader van de vaststelling van dit wijzigingsplan niet noodzakelijk geacht om bodemonderzoeken uit te voeren.
Wel zal in het kader van de omgevingsvergunningen voor bouwen een actueel bodemonderzoek moeten worden overlegd. Om deze reden zijn voor de uit te geven woonpercelen een verkennend bodemonderzoek en indicatief funderingsonderzoek uitgevoerd. De rapportage daarvan is opgenomen in bijlage 5. Uit het onderzoek blijkt het volgende:

  • In zowel de boven- als ondergrond als in het grondwater zijn geen verhoogde gehalten van de geanalyseerde chemische parameters geconstateerd. Wel zijn in het grondwater mogelijk van nature verhoogde concentraties arseen, barium, chroom en/of molybdeen aanwezig.
  • In de halfverharding van de tennisbaan bestaande uit gravel en sintels zijn geen overschrijdingen van de maximale samenstellings- en emissiewaarden voor niet-vormgegeven bouwstoffen geconstateerd.
  • Bovengrond voormalige weg: Ondanks dat zwakke bijmengingen van kolengruis zijn aangetroffen, kan de hypothese 'verdacht' voor bodemverontreiniging met diverse stoffen redelijkerwijs gesproken worden verworpen.
  • De bovengrond/ondergrond/halfverharding is onverdacht voor verontreiniging met asbest.

Voor de rest van het plangebied is een eindrapport bodemonderzoek opgesteld. De rapportage daarvan is opgenomen in bijlage 6. Behoudens een geringe achtergrondwaarde-overschrijding voor PFOS op het oostelijke terreindeel zijn in de grond geen verhoogde gehalten aangetroffen. In het grondwater zijn plaatselijk geringe streefwaarde-overschrijdingen voor chroom en kwik aanwezig. De op de onderzoekslocatie geconstateerde verhoogde gehalten PFAS in de grond en zware metalen in het grondwater geven geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek.

Op basis van beide onderzoeken kan worden geconcludeerd dat de bodem volledig is onderzocht en dat er geen belemmering is voor vaststelling van voorliggend wijzigingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0012.png"

Figuur 4.3. Onderzoeksgebied bodemonderzoek

4.2.3 Niet-gesprongen explosieven

Toetsingskader

In een bestemmingsplan dat een nieuwe ontwikkeling mogelijk maakt, dient rekening te worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van conventionele explosieven (CE) uit de Tweede Wereldoorlog (WO II). De gemeente Veere beschikt hiervoor over een nota “Omgaan met Conventionele Explosieven" uit de Tweede Wereldoorlog (versie 2.0, 16 mei 2012). Daarin is aangegeven dat conventionele explosieven (CE) uit WO II vallen onder verschillende wet- en regelgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0013.png"

Figuur 4.4. Fragment bommenkaart gemeente Veere

Toetsing en conclusie

Het plangebied ligt aan de rand binnen de aanduiding met 'verhoogde kans van aantreffen CE'. Uit het onderzoek dat ten behoeve van het basisplan is gedaan naar het voorkomen van niet-gesprongen explosieven blijkt dat de kans daarop klein is. Uit historisch oogpunt is het aannemelijk dat hier geen vliegtuigbommen liggen. Maar het is niet uit te sluiten dat er conventionele explosieven kunnen liggen. Wanneer er binnen deze gebieden grondroerende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, hoeft vooraf geen vooronderzoek te worden uitgevoerd conform de bestaande regelgeving. Het protocol Toevalstreffer CE uit de WO II is overigens wel van toepassing op deze gebieden.

4.2.4 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of door buisleidingen.

Toetsingskader zijn het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en de regeling Basisnet en Besluit externe veiligheid inrichtingen. Informatie kan worden gehaald van de risicokaart voor Nederland.

Onderzoek

Uit de risicokaart blijkt dat er in (de omgeving van) het plangebied geen risicovolle inrichtingen zijn.

De enige betrokken risicobron voor dit plangebied is de N57. De afstand van het plangebied tot deze weg bedraagt ten minste circa 235 meter Over deze weg worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De PR 10-6 contour van deze weg is 0 meter. Het invloedsgebied voor het GR is 355 meter. Daarmee ligt het plangebied binnen het invloedsgebied van ongevallen met giftige stoffen (vrijkomen gifwolk) en ongevallen met brandbare gassen (BLEVE-scenario) op de N57. Voor het overkoepelende basisplan is een kwantitatieve risico analyse uitgevoerd (QRA) waaruit blijkt dat in de huidige situatie het groepsrisico 0,003 x de oriëntatiewaarde is en dit niet toeneemt door de ontwikkelingen (waaronder deze inbreiding). Voor de toevoeging van drie woningen is een beknopte verantwoording van het groepsrisico opgesteld.

Beknopte verantwoording groepsrisico

Bestrijdbaarheid en bereikbaarheid

Zowel voor de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van 'dagelijkse incidenten', zoals brand of wateroverlast, als voor calamiteiten op het gebied van externe veiligheid, is het van belang dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen voldoende geborgd zijn.

De bestrijdbaarheid is afhankelijk van de inzetbaarheid van hulpdiensten. De hulpdiensten moeten in staat zijn om hun taken goed uit te kunnen voeren om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen. Tevens speelt een snelle alarmering te allen tijde een belangrijke rol.

Via verschillende zijwegen kan de Fort den Haakweg worden bereikt en van de bron af worden gevlucht. Het wegennetwerk komt de bestrijdbaarheid ten goede. Zo kan bijvoorbeeld via meerdere aanvalswegen een mogelijke brand worden geblust.

Het wijzigingsplan is voorgelegd aan de Veiligheidsregio Zeeland (hierna: VRZ). Die instantie adviseert voor het toxisch scenario de standaard maatregelen:

  • Maak de objecten binnen het plangebied (nieuwe woningen, clubgebouw tennis en uitbreiding schietvereniging) zo veel als mogelijk luchtdicht afsluitbaar. Dit betekent dat ramen, deuren en ventilatieroosters gesloten moeten kunnen worden en dat de mechanische ventilatie (indien aanwezig) met één druk op de knop is uit te schakelen.
  • Neem het handelingsperspectief bij een gifwolk op in het BHV-/ontruimingsplan van de aanwezige objecten (indien benodigd). Dit handelingsperspectief is als volgt: Blijf binnen of ga naar binnen, sluit ramen, deuren en ventilatieroosters, schakel de mechanische ventilatie uit (indien aanwezig) en volg de berichtgeving via de calamiteitenzender.
  • Communiceer het handelingsperspectief bij een gifwolk naar de gebruikers/bewoners binnen het plangebied. Dit kan door middel van een infographic die met het advies is meegestuurd (zie bijlage 7).

Op advies van de VRZ is ter hoogte van Fort den Haakweg 27 een ondergrondse brandkraan aangebracht op de bestaande waterleiding van 100 mm. De afstand van de kavels voor de woningen tot de dichtstbijzijnde ondergrondse brandkraan (Primaire bluswatervoorziening) was namelijk groter dan 100 meter. De VRZ wijst voor de schietbaan en de woningen op eisen ten aanzien van weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag. Deze zullen in acht worden genomen.

Zelfredzaamheid

De aanwezige personen zullen over het algemeen zelfredzaam zijn. Aanwezige kinderen en ouderen worden beschouwd als verminderd zelfredzame personen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de ouders/verzorgers de kinderen en ouderen kunnen begeleiden.

Conclusie

De planlocatie ligt binnen het invloedsgebied van de N57 waar gevaarlijke stoffen over worden vervoerd. Ten gevolge van de beoogde ontwikkeling zal het groepsrisico niet relevant toenemen. Uit de beknopte verantwoording blijkt daarnaast dat de zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid en bereikbaarheid van het plangebied als voldoende worden beschouwd. Verder zijn in of nabij het plangebied geen risicovolle bronnen aanwezig die een belemmering vormen.

4.2.5 Kabels en leidingen

In of in de directe omgeving van het plangebied zijn er geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig. Wel liggen er verschillende niet-planologische leidingen waarmee bij de uitvoering rekening moet worden gehouden:

Aan de achterzijde en zijkant (noordzijde) van de nieuw te bouwen woningen ligt een gemengd rioolstelsel. Deze wordt na herinrichting Fort den Haakweg buiten werking gesteld/verwijderd in overleg met de perceeleigenaar. Bij de bouw van de woningen zal de vuilwateraansluiting (DWA) naar de voorzijde van de woning worden gevoerd om daar te worden aangesloten op een parallelriool. De hemelwateraansluitingen (HWA) worden afgevoerd naar de achterzijde van de woning en ook naar de voorzijde (tenzij de bewoners van de woningen het water zelf willen hergebruiken) en daar aangesloten op een waterberging/grijswatercircuit.

Er zijn geen nutsbedrijven die een opstalrecht hebben gevestigd op dit perceel.

4.2.6 Verkeer en parkeren

Toetsingskader

De parkeernormennota gemeente Veere 2022 stelt parkeernormen aan functies. Voor dit plan zijn de volgende normen van toepassing:

  • 2,9 parkeerplaatsen per vrijstaande woning waarvan 0,3 openbaar toegankelijk
  • 0,6 parkeerplaatsen per 100m2 bvo voor een tennisbaan
  • 1,6 parkeerplaatsen per schietbaan voor de schietvereniging
  • 1,5 parkeerplaatsen per 10 volkstuinen

De parkeertoets wordt echter enkel uitgevoerd bij het wijzigen van een bestemming of het toevoegen van vierkante meters/aantallen. Als er aan een bestaande situatie geen functies, vierkante meters of aantallen worden toegevoegd dan wordt er geen parkeertoets uitgevoerd.

Het ruimtelijk plan moet voldoen aan een goede ruimtelijke ordening. Dit houdt onder meer in dat er in de gebruiksfase voldoende parkeergelegenheid aanwezig dient te zijn gebaseerd op de parkeernormennota en dat de eventuele verkeerstoename niet leidt tot knelpunten in de verkeersafwikkeling.

Toetsing en conclusie

Verkeersgeneratie

Voor de beoogde ontwikkeling kunnen de parkeerbehoefte en de verkeersgeneratie worden berekend op basis van kencijfers uit CROW publicatie 381 (Toekomstbestendig parkeren; van parkeerkencijfers naar parkeernormen). De kencijfers houden rekening met de ligging van het projectgebied en de mate van verstedelijking van de gemeente. Voor het juiste kencijfer wordt een ligging in de 'rest bebouwde kom' aangehouden, de gemeente heeft een niet-stedelijk karakter. Binnen de bandbreedte van de kencijfers wordt voor de beoordeling van de effecten het maximale aangehouden.

Op basis van de kencijfers van het CROW dient voor de vrijstaande woningen een verkeersgeneratie van 8,6 mvt/etmaal te worden aangehouden. Voor de tennis- en schietvereniging zijn geen goede kencijfers beschikbaar. De verkeersgeneratie wordt daarom bepaald aan de hand van het huidige en toekomstige aanwezige parkeerplaatsen en het gebruik daarvan en van informatie van de schietvereniging over het aantal leden en activiteiten. Voor beide verenigingen wordt rekening gehouden met een toename van het aantal bezoekers van 25%. Voor de schietvereniging die vooral lokale bewoners als lid heeft, wordt ervan uitgegaan dat 50% met de auto komt en zal komen. Daarmee komen de huidige en toekomstige verkeersgeneratie op jaarbasis uit op het volgende.

Tabel 4.1 Aantal motorvoertuigbewegingen per jaar huidige en toekomstig

Functie Huidige aantal: Toekomstig aantal
- Tennisvereniging 5.616 7.020
- Schietvereniging 2.280 2.850
- 3 woningen n.v.t. 9.417
Totaal 7.896 19.287

De maximale verkeerstoename op de Fort den Haakweg komt daarmee op (afgerond) 11.400 mvt/jaar, ofwel circa 31 mvt/etmaal. Gezien de huidige verkeersintensiteit op deze weg van naar verwachting 500 tot 1.500 mvt/etmaal (afhankelijk van de periode in het jaar), zal de ontwikkeling niet in betekende mate bijdragen aan de huidige verkeersgeneratie.

Parkeren

Per woning worden drie parkeerplekken op eigen terrein aangelegd en in stand gehouden waarmee wordt voorzien in de parkeerbehoefte. Dit is vastgelegd in de regels van dit wijzigingsplan.

Het huidige aantal parkeerplaatsen blijkt voor de tennis- en schietvereniging toereikend. Er is dan ook niet voorzien in een uitbreiding. In geval van een toename van het aantal bezoekers, dan zullen de parkeerplaatsen wat intensiever worden gebruikt.

4.2.7 Wegverkeerslawaai

Toetsingskader

Wonen is een geluidgevoelige functie. Ten aanzien van wegverkeerslawaai dient te worden getoetst aan de Wet geluidhinder (Wgh). Op basis van jurisprudentie dient daarnaast ook aangetoond te worden dat sprake is van goede ruimtelijke ordening. Indien er sprake is van nieuwe wegen of geluidgevoelige functies (woningen) moet aangetoond worden dat voldaan wordt aan wettelijke geluidseisen.

Wegen met een toegestane snelheid van 50 km/uur of hoger tellen volgens de Wgh als gezoneerde weg. Wanneer een nieuwe geluidgevoelige ontwikkeling binnen de zone van een dergelijke weg valt, moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd.

Toetsing en conclusie

De woningen vallen buiten de geluidzone van de N57, deze bedraagt 250 meter terwijl het plangebied op circa 300 meter ligt.

Onderdeel van de plannen voor het Fort den Haakweggebied is de aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de parallelweg van de N57 en de Fort den Haakweg. Deze nieuwe verbindingsweg, genoemd Zandbank, is eind 2020 opengesteld voor verkeer in 2 richtingen met een 30 km/uur regime. Begin 2022 is een aanvang gemaakt van reconstructie van de Fort den Haakweg. Op deze weg zal eveneens een maximumsnelheid van 30 km/uur worden ingesteld. Beide wegen hebben in de toekomst dus geen geluidzone. Wel is in het kader van een goede ruimtelijke ordening de geluidbelasting berekend en beoordeeld ten gevolge van het verkeer op de Fort den Haakweg. De locatie ligt immers direct tegen deze weg. Hiertoe is een onderzoek wegverkeerslawaai uitgevoerd volgens de SRM-I methode. Het onderzoek maakt deel uit van het akoestisch onderzoek dat voor de gehele ontwikkeling is uitgevoerd. De rapportage daarvan is opgenomen in bijlage 11. Daaruit blijkt dat de geluidbelasting op de geplande 3 woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschrijdt. Een hogere waarde procedure is niet noodzakelijk. In de berekeningen is nog uitgegaan van een rijsnelheid van 50 km/uur op de Fort den Haakweg. Omdat dit wordt verlaagd naar 30 km/uur, zal de geluidbelasting ook lager zijn dan 48 dB. De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de nieuwe woningen binnen het plan.
Rond de bestaande woningen aan de Fort den Haakweg 40-42 is een bouwvlak getekend dat iets dichter op de weg staat en dat de mogelijkheid biedt om de woningen te slopen en uit elkaar te bouwen. De berekende geluidbelasting bedraagt hier ten hoogste 49 dB. Dit zal formeel moeten worden vastgelegd met een hogere waarde procedure, wanneer dit aan de orde is. De schietbaan is ten aanzien van het rapport verkort. In het uitgevoerde onderzoek is de mogelijkheid van een verkorte schietbaan al genoemd. De resultaten van dit onderzoek kunnen daarom gehandhaafd worden.

4.2.8 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

Toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd) en het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)'.

Toetsing en conclusie

De bouw van 3 woningen valt onder het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' onder de categorie woningbouw tot 1.500 woningen aan één ontsluitingsweg. Dit betekent dat de ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit ter plaatse, en dat nader onderzoek niet noodzakelijk is. Het slopen en vervangen van de woningen door 2 vrijstaande woningen heeft geen gevolgen voor de verkeersgeneratie en in dat opzicht voor de luchtkwaliteit. Eerder is sprake van een positief effect omdat de huidige woningen gasgestookt zijn en de nieuwe woningen gasloos.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2017 (http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de N57. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2017 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze weg ruimschoots onder de grenswaarden lagen. Omdat direct langs deze weg aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt. Hiermee past de beoogde ontwikkeling binnen de normen van luchtkwaliteit.

4.2.9 Water

Toetsingskader

Om te voorkomen dat een ontwikkeling in strijd is met duurzaam waterbeheer dient overleg gevoerd te worden met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De waterbeheerder is het Waterschap Scheldestromen. Het waterschap hanteert voor de beoordeling van ruimtelijke plannen een watertoetstabel.

Toetsing en conclusie

De watertoetstabel is ingevuld voor de ontwikkeling. De watertoetstabel is opgenomen in bijlage 8. Het waterschap heeft op deze tabel gereageerd met de opmerking dat bij eventuele nieuwbouw van de woningen 40 en 42 een afstand van 5 meter uit de insteek van de primaire waterloop moet worden aangehouden, of er moet een duurzame betuining in de waterloop worden aangebracht. Dan mag er worden gebouwd tot op 1 meter uit de insteek en komt het onderhoud van het talud inclusief duurzame betuining bij de eigenaar van het aanpalende perceel.

De ontwikkeling heeft geen effect op de waterhuishouding in het plangebied, er zijn dan ook geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.

4.2.10 Ecologie

Beleid en normstelling

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

Toetsing en conclusie

Soortenbescherming

In het kader van het basisplan is ecologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 6 bij de toelichting op het basisplan). Hieruit blijkt dat ter plaatse van het beoogde wijzigingsgebied geen beschermde soorten aanwezig zijn.

Met het oog op de beoogde kwaliteitsverbetering van het sportcomplex, de verplaatsing van de volkstuinen, de uitbreiding van de schietbaan, de bouw van 3 woningen en het verplaatsen van de woningen Fort den Haakweg 40-42 is in oktober 2021 een nieuwe quickscan ecologie uitgevoerd. De rapportage daarvan is opgenomen in bijlage 9 van deze toelichting. Uit het onderzoek blijkt dat zwaar beschermde dier- en plantensoorten niet aanwezig zijn. Negatieve effecten op broedvogels en kleine grondgebonden fauna (en overtredingen van verbodsbepalingen uit de Wet natuurbescherming onderdeel Soortbescherming) zijn te voorkomen door een aantal met name genoemde beheermaatregelen op te volgen.

Gebiedsbescherming

Voor het onderliggende bestemmingsplan Park Fort den Haak is een stikstofonderzoek uitgevoerd. Dit is inclusief de wijzigingsgebieden. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat door de beoogde ontwikkelingen de beschermde en stikstof gevoelige natuurgebieden niet worden aangetast. In de hiervoor genoemde quickscan ecologie van oktober 2021 (bijlage 9) is geconcludeerd dat voor de omvorming van de tennisbaan, de uitbreiding van de schietbaan en het opleveren van de bouwkavels geen effecten op het Natura 2000-gebied en NNN aan de orde zijn, mits er geen sprake is van het aanlichten van het Natura 2000-gebied door de nieuw toe te passen verlichting van de tennisbanen. Hiervoor wordt zorggedagen. Voor de uitvoeringsfase is er geen vergunning in het kader van gebiedsbescherming Wet natuurbescherming nodig.

In het kader van de vergunningverlening dient het aspect stikstofuitstoot en eventuele effecten op de bodemwaterspiegel (bv. bij aanleg kelder) nader te worden bekeken.

Het stikstofonderzoek is nodig voor zowel de aanleg- als gebruiksfase. Uit de uitgevoerde berekeningen (zie bijlage 10) blijkt dat er geen rekenresultaten zijn hoger dan 0,00 mol/ha/jr en dus geen sprake is van een toename van stikstofdepositie binnen Natura 2000-gebieden. Daarbij is het wel noodzakelijk dat in alle drie de fases (herontwikkeling tennisbaan, bouw woningen en uitbreiding schietvereniging) elektrisch materieel ingezet wordt. Op grond van de Wet natuurbescherming zijn er qua stikstofdepositie geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van dit project.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen niet in strijd zijn met het gestelde binnen de Wet natuurbescherming.

4.2.11 Landschap

Toetsingskader

Toetsingskader is het landschappelijk raamwerk dat voor het gehele Fort den Haakweggebied is opgesteld. (Zie ook paragraaf 4.12 van de toelichting op het basisplan.) Dat 'masterplan' voorziet in een streekeigen landschappelijke inpassing voor het gehele plan. Hierbij wordt de route tussen Vrouwenpolder en het strand aantrekkelijker gemaakt, maar wordt ook het park meer toegankelijk en zichtbaar vanaf de randen.

Rondom het tenniscomplex wordt een ruime groene inrichting gerealiseerd. Aan drie zijden (west, noord en oost) worden forse groenstroken ontwikkeld. Daarmee ontstaat een ruime groene buffer tussen enerzijds de tennisbanen en anderzijds de nieuwe woningen, de te realiseren landschapsparking ten oosten van het plangebied en de volkstuinen. De inrichting van deze groenstroken vindt plaats met een gevarieerde opgaande streekeigen beplanting. In de groenstrook aan de oost- en noordzijde wordt een wandelpad gerealiseerd, als verbinding tussen Park Fort den Haak, via de nieuwe landschapsparking, en het bestaande parkeerterrein en het strand. Met de nieuwe groenstructuur worden de nieuwe ontwikkelingen groen ingekaderd.

Toetsing en conclusie

In paragraaf 2.2 van deze toelichting is ingegaan op de landschappelijke inrichting van het wijzigingsgebied. Zowel de beoogde ontwikkeling, dat de bouw van nieuwe woningen en kwaliteitsverbetering en herinrichting sportcomplex omvat, als de beoogde verplaatsing van de volkstuinen zijn voor advies voorgelegd aan de landschapsdeskundige. Dit is immers een verplichting die voortvloeit uit de wijzigingsvoorwaarden. De adviezen zijn opgenomen in bijlage 2 en bijlage 3.

In het advies voor de herontwikkeling van het sportpark schrijft de deskundige:

  • De toekomstige inrichting is opgenomen in het rapport Landschappelijk Inpassingsplan en is daarmee op hoofdlijnen in overeenstemming. De beplanting aan de noord- en westzijde is in het plan wel een heel stuk smaller dan in de schets van het Landschappelijk Inpassingsplan. De breedte van 1,5 meter is ongeschikt voor de oorspronkelijk bedoelde struweelbeplanting waarbij de struiken een breedte krijgen van minimaal 3 meter. Mede door de aanwezigheid van het hekwerk rond de baan is dit niet reëel.
  • Geadviseerd wordt om de smalle groenstroken te voorzien van een wintergroene/blad houdende hagen bestaande uit liguster (bijvoorbeeld 'Ligustrum vulgare 'Atrovirens').

In het advies voor de verplaatsing van de volkstuinen schrijft de deskundige:

  • De toekomstige inrichting is niet in strijd met beoogde ruimtelijke kwaliteit van het bestemmingsplan en het Landschappelijk Inpassingsplan. Ook daar zijn volkstuinen positief bestemd en is een hekwerk mogelijk. In de nieuwe planopzet is er een wijziging in de oppervlakte van volkstuinen en tennisveld, maar dat is ruimtelijk niet relevant. De tennisbanen worden ook in de beoogde situatie zo goed als mogelijk landschappelijk ingepast.

4.2.12 Milieuzonering en -hinder

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van milieuhinderlijke functies in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de belangen van de milieuhinderlijke functies.

Relevant in dit kader zijn de schietbaan, de tennisvereniging, de parkeerplaats van de Pitch&Putt-golfbaan en de locatie voor de zendmast voor telecommunicatie.

Toetsing en conclusie

Schietbaan, de tennisvereniging en de Pitch&Putt-golfbaan

De schietbaan, de tennisvereniging en de Pitch&Putt-golfbaan die op enige afstand aan de zuidoostzijde van de percelen is aangelegd, worden aangemerkt als (potentieel) milieuhinderlijke functies die van invloed kunnen zijn op het woon- en leefmilieu in het plangebied. De richtafstanden voor dergelijke functies zijn in de volgende tabel aangegeven (op grond van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering, editie 2009).

Tabel 4.2. Richtafstanden volgens de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0014.jpg"

Deze afstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. In het geval van een gemengd gebied kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verkleind. Vanwege de aanwezigheid van diverse functies in dit gebied en de nabijheid van de N57 kan het gebied worden getypeerd als 'gemengd gebied'. Dit betekent dat voor de schietbaan uit oogpunt van milieuzonering een richtafstand geldt van 100 meter en voor de tennisbanen 30 meter ten opzichte van woningen in de omgeving. Aan de maat van 30 meter ten opzichte van de tennisbaan wordt voldaan. Om niettemin een goede afweging te kunnen maken, is akoestisch onderzoek uitgevoerd. Op de resultaten daarvan wordt hierna ingegaan. De golfbaan ligt op voldoende afstand en vormt geen belemmering.

In de VNG-publicatie is niet direct rekening gehouden met eventuele lichthinder van een tenniscomplex. In paragraaf 4.2.13 wordt aan dit aspect getoetst.

Akoestisch onderzoek inrichtingslawaai (schietvereniging, tennisbanen, parkeren)

In paragraaf 4.2.7 is al vermeld dat voor de gehele ontwikkeling een akoestisch onderzoek is uitgevoerd en dat de rapportage daarvan is opgenomen in bijlage 11. In dat onderzoek is behalve voor wegverkeerslawaai op de bestaande als de nieuw te realiseren woningen ook gerekend voor inrichtingslawaai dat afkomstig is van de schietbaan en de (mini) tennisbanen en van het parkeren. De berekeningen zijn uitgevoerd op basis van een representatieve invulling van de maximale planologische situatie, waarbij er volledig gebruik is van de (mini) tennisbanen en schietbaan.

Langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus

Uit de berekeningen voor de schietbaan blijkt dat de berekende langtijdgemiddelde geluidniveaus bij zowel de bestaande als de nieuw te realiseren woningen kunnen voldoen aan de VNG-richtwaarden en de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Dezelfde conclusie geldt voor het parkeerterrein met betrekking tot de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus.

Voor de tennisbanen geldt dat de VNG-richtwaarde van 45 dB(A) in de avondperiode wordt overschreden; de maximaal berekende waarde bedraagt LAr,LT = 50 dB(A). Dit is niet hoger dan 55 dB(A) als etmaalwaarde en op basis van de VNG-systematiek is dit met een nadere motivatie inpasbaar. Als motivering kunnen de volgende argumenten gelden:

  • bij bestaande woningen wordt ruimschoots voldaan aan de richt- en grenswaarden;
  • de nieuwe woningen maken onderdeel uit van het plan en toekomstige bewoners kunnen zich op voorhand op de hoogte stellen van de nieuwe omgeving;
  • er is/wordt voorzien van een geluidafschermende voorziening tussen tennisbanen en nieuwe woningen; deze krijgt een hoogte van 2 tot 3 meter (zie paragraaf 2.2);
  • de akoestische knelpunten liggen in de avondperiode, in de dagperiode wordt voldaan aan de richt-/grenswaarden. Omdat in het algemeen sporten plaatsvindt in de eerste helft van de avondperiode, is er weinig kans op slaapverstoring in de nachtperiode (geen activiteiten);
  • in de tuinen kan in de geluidschaduw van het scherm worden gezeten (ook in de avondperiode tijdens de zomer);
  • bij een minimale geluidwering (Bouwbesluit) van 20 dB(A) wordt bij een geluidbelasting van 55 dB(A) de etmaalwaarde voldaan aan het vereiste binnenniveau van 35 dB(A).

Maximale geluidniveaus

Voor wat betreft maximale geluidniveaus is er uitsluitend een berekende overschrijding van de grenswaarde van 65 dB(A) vanwege het parkeerterrein, in het bijzonder het dichtslaan van portieren. De overschrijding treedt op bij de zuidwestgevel van kavel D. In theorie kan dit worden weggenomen met een hoger geluidscherm, maar dit zal onwenselijk zijn voor de stedenbouwkundige inpassing en woongenot. Om de overschrijding formeel teniet te doen kan deze gevel als dove gevel worden gerealiseerd. Een alternatief is om de geluidwering op ten minste 28 dB(A) of afgerond 30 dB(A) te dimensioneren, zodat aan het vereiste binnenniveau ten aanzien van maximale geluidniveaus wordt voldaan.

Zendmast voor telecommunicatie

Voor de nieuwe woningen zal moeten worden beoordeeld of de elektromagnetische velden van de zendmast schadelijke effecten op de gezondheid van omwonenden en verblijfsrecreanten kan hebben.

Effecten van elektromagnetische velden van zendinstallaties

Naar de effecten van elektromagnetische velden van zendinstallaties is veel wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd. Na 50 jaar is slechts een aantal effecten op het menselijk lichaam vastgesteld dat optreedt als hoge niveaus van elektromagnetische velden worden overschreden. Deze effecten zijn voor de gebruikte frequenties voor mobiele telecommunicatie:

  • opwarming van het lichaam voor de frequenties 800 MHz tot en met 2600 MHz die worden gebruikt door de radio basisstations.
  • opwarming van de huid voor de gebruikte frequenties van de microgolfverbindingen tussen basis stations onderling (18 GHz tot en met 60 GHz).

Op basis van het opwarmeffect zijn er door wetenschappelijke instellingen en overheidsinstanties in én buiten Europa zogenaamde 'blootstellingslimieten' vastgesteld. Deze blootstellingslimieten zijn vastgestelde maximaal bruikbare niveaus van radiogolven. Het gebruik van radiogolven onder deze niveaus is veilig, namelijk zonder schadelijke en nadelige effecten. De limieten houden rekening met kinderen, ouderen en zwangere vrouwen.

De meest gehanteerde richtlijn voor blootstelling aan elektromagnetische velden van antennes is opgesteld door de 'International Commission on Non-Ionizing Radiation Protection' (ICNIRP), een onafhankelijke organisatie die onderzoek doet naar blootstelling aan radiogolven en waarbij ook Nederland is aangesloten. Deze door de ICNIRP vastgestelde normen zijn, met enige kleine veranderingen, overgenomen door de Nederlandse Gezondheidsraad., waaraan Vodafone zich conformeert.

Veldsterkten en blootstellingslimieten

De ICNIRP blootstellingslimieten hanteren een veiligheidsmarge van 50. Dat betekent dat bij het opstellen van de richtlijn de maximaal toelaatbare waarden 50 maal strenger zijn gesteld dan het feitelijke grensniveau. Bij het ontwerp en de bouw van nieuwe vrijstaande masten wordt te allen tijde aan de regelgeving met betrekking tot deze blootstellingslimieten voldaan. Dat betekent dat de opstelling van antennes en de uitgezonden vermogens zodanig worden gehanteerd dat op publiekelijk toegankelijke plaatsen, de sterkte van de radiogolven altijd onder de blootstellingslimieten blijft. In de praktijk is dit altijd ver onder de ICNIRP blootstellingslimiet. Voor verreweg de meeste opstelpunten bedraagt de veldsterkte op publiekelijk toegankelijke plaatsen 0,5 - 2 Volt per meter. In een zeldzaam geval is dit enkele V/m hoger.

Met steekproeven meet Agentschap Telecom jaarlijks de blootstelling in Nederland. Verder moeten alle apparaten met antennes voldoen aan de Europese veiligheidsnormen.

Op de website van het www.antennebureau.nl is veel informatie te vinden over het spectrum waarin wordt uitgezonden, de werking van antennes en gezondheid en veiligheid. Digitenne wordt uitgezonden in de zgn. televisieband en deze bevindt zich tussen de 450 en 700 Mhz.

De antennes / zendapparatuur zenden een elektromagnetisch signaal uit dat vooral horizontaal is gericht, net als bijvoorbeeld een vuurtoren of zaklamp. Deze vlakke horizontale bundel waaiert nauwelijks naar beneden uit. Recht voor de antenne is de veldsterkte daarom altijd vele malen groter dan onder de antenne. Recht onder de antenne (naar beneden) zendt een antenne minder dan een half procent van zijn totale vermogen uit. Als gevolg daarvan is in de richting van mensen die direct onder een antenne wonen of werken de veldsterkte op het dak 30 tot 100 maal lager dan de ICNIRP-limiet. Daarnaast is door de afschermende werking van een dak de veldsterkte in een gebouw onder de antenne nog veel lager dan direct op het dak. Dit resulteert in een veldsterkte onder de antenne die een factor in de orde van honderden lager ligt dan de ICNIRP blootstellingslimieten.

Beoordeling zendmast in het plangebied

De mast heeft een hoogte van 40 meter. De zendinstallaties zijn hoog op de zendmast gemonteerd. Alle bebouwing in de omgeving blijft ruim onder de zendinstallaties. Van enige overschrijding van de blootstellingslimiet voor elektromagnetische velden op leefniveau, zoals die door de Raad van de Europese Unie is vastgelegd, kan daarom geen sprake zijn.

Op grond van bovenstaande zijn er geen belemmeringen voor de geplaatste zendmast op de beoogde locatie. Omgekeerd wordt de gezondheid van omwonenden en verblijfsrecreanten niet negatief beïnvloed door de zendmast.

4.2.13 Duisternis en lichthinder

Duisternis is een kwaliteit die in Zeeland nog aanwezig is en door de recreant en bewoner heel erg wordt gewaardeerd vooral in het buitengebied en de natuur. De provincie wil delen van Zeeland waar de donkerte een echte meerwaarde heeft beschermen tegen onnodige lichthinder zonder belemmerend te werken. De gemeente Veere onderschrijft dit in het Beleid voor Donker in Kustzone en Natura 2000 gebieden. Omdat de locatie in een deel van de gemeente ligt waarin het nog behoorlijk donker wordt en de tennisvereniging wil beschikken over moderne verlichting, is opdracht gegeven voor het opstellen van een lichthinderonderzoek. Dit onderzoek vormt samen met de resultaten van het akoestisch onderzoek naar de effecten van het nieuwe sportcomplex een afwegingskader voor de keuze welke inrichtingsvariant (zie paragraaf 2.2) wordt aangelegd.

In bijlage 12 is het lichthinderonderzoek opgenomen met daarin een lichtplan. Daarbij is getoetst aan de grenswaarden uit de landelijke Richtlijn Lichthinder van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (NSVV) voor het tegengaan van lichthinder op woningen en het Natura 2000/donkerbeleidgebied.

Voor de tennisbanen is daarin uitgegaan van 4 lichtmasten met een hoogte van 12 meter. Per mast wordt 1 schijnwerper gemonteerd. De masten worden aan weerszijden van de tennisbanen geplaatst. De mini tennisbaan wordt niet voorzien van verlichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0141WPFdhSport-VG01_0015.png"

Figuur 4.5. Afbeelding van het rekenmodel met berekende lichteffecten (bron: lichtonderzoek Lichtconsult)

In het rapport wordt gesteld dat het van belang is het lichtplan van het lichthinderonderzoek nauwkeurig uit te voeren. Bij toepassing van andere verlichtingsarmaturen, of dezelfde verlichtingsarmaturen met een andere lichtverdeling, of andere (hoek)instellingen, zijn de bevindingen van dit onderzoek niet meer representatief voor de toetsing aan de landelijke Richtlijn Lichthinder van de NSVV.

4.2.14 Duurzaamheid

Beleidskader

Tussen het Kabinet, gemeenten, provincies, waterschappen en netbeheerders zijn afspraken gemaakt om de gebouwde omgeving te verduurzamen. De gemeente Veere heeft haar duurzaamheidsambities vastgelegd in het Omgevingsprogramma Duurzaam Veere 2022-2025. Het programma legt de basis voor duurzaamheid binnen 6 belangrijke pijlers: Fysieke Leefomgeving, Energietransitie, Klimaatadaptatie, Duurzame Mobiliteit en Circulaire Economie. De komende jaren worden stappen gezet om de gemeente gereed te maken voor aardgasvrij. Dit wordt gedaan vooral door in te zetten op isoleren, hybride systemen, zonneboilers en zonnepanelen.

Toetsing

Duurzaam omgaan met water

Op het niveau van het bestemmingsplan is vooral de duurzame combinatie tussen water en ruimtelijke ontwikkeling van belang. In het plangebied wordt echter geen open water aangelegd voor berging van schoon hemelwater.

Energiezuinig/-neutraal

Na de vaststelling van het basisplan is in het regeerakkoord van het Kabinet Rutte III vastgelegd dat woningen niet meer standaard op een gasnet mogen worden aangesloten, tenzij het college besluit hiervoor ontheffing te verlenen. Dit kan alleen als er sprake is van een algemeen belang. Dat is hier niet aan de orde. De aansluitplicht van woningen op gas is vervangen door een warmterecht, waarmee eindgebruikers aanspraak kunnen maken op een aansluiting op een (verzwaard) elektriciteitsnet of een warmtenet. In de gemeente zijn op dit moment geen warmtenetten aanwezig, dus aansluiten is geen optie.

Ook de energieprestatie-eisen voor nieuwbouw zijn aangescherpt. Voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, geldt dat aanvragen van een omgevingsvergunning vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG). De BENG-norm heeft de eerder geldende normen van energetische efficiëntie van nieuwbouw (in de vorm van Energieprestatiecoëfficiënten) vervangen.

Om gasloze woningen te bouwen, zal balansventilatie worden toegepast. Dit is een gesloten systeem van mechanische ventilatie waarbij gebruikte vochtige lucht wordt afgezogen er droge verse lucht wordt ingeblazen. De hoeveelheid aangevoerde lucht is volledig in balans met de hoeveelheid afvoerde lucht. Het is een gesloten ventilatiesysteem waarin warmte terugwinning plaatsvindt. Daarnaast zijn er nog verschillende opties:

  • Met een lucht-water warmtepomp kan warmte uit de buitenlucht worden onttrokken en worden omgezet in bruikbare warmte om de woning te verwarmen.
  • Een andere optie is een warmtepomp die de warmte uit de grond haalt. Dit is een grondgebonden warmtepomp. Deze is overigens alleen rendabel bij erg goed geïsoleerde woningen.
  • Op de dakvlakken kunnen P(hoto) V(oltaic)-panelen (ofwel zonnepanelen) worden gelegd.

Duurzaam bouwen en gebruik van duurzame materialen

De overige thema's spelen vooral op het niveau van bouwplannen een rol. Hoewel nog geen ontwerp voor de woningen is gemaakt, zullen deze allemaal voldoen aan alle voorwaarden met betrekking tot duurzaamheid uit het Bouwbesluit. Er zal gebruik worden gemaakt van duurzame materialen, dat wil zeggen hout, betongranulaat, pvc, gips en zo min mogelijk tot geen lood en geen koper. Kozijnen en goten worden uitgevoerd in kunststof. Lood door loodvervangers waar mogelijk. De gemeente streeft naar circulair bouwen en natuurinclusief bouwen.

Hoofdstuk 5 Financiële Aspecten

5.1 Financiële Uitvoerbaarheid

De grond voor de woningbouwkavels worden bouwrijp geleverd en volgens de geldende gronduitgiftevoorwaarden van de Gemeente Veere in de markt gezet. Deze kosten voor het bouwrijp maken van de gronden komen voor rekening van de gemeente en maken onderdeel uit van de vastgestelde grondexploitatie. De voorbereidings- en uitvoeringskosten van de verschillende ontwikkelingen worden door de initiatiefnemers gedragen. De drie woningen worden door private partijen ontwikkeld na verkoop van de bouwkavels door de gemeente. De kosten van de overige ontwikkelingen worden gedragen door respectievelijk de tennisvereniging samen met de initiatiefnemer van hotel Breezand, de schietvereniging (kosten eventuele verlenging schietbaan) en de exploitant van de zendmast.

5.2 Grondexploitatie

Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen als er sprake is van een aangewezen bouwplan. In artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd wat onder een aangewezen bouwplan wordt verstaan. Dit is onder andere de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen.

Een exploitatieplan is niet verplicht in gevallen waarin:

  1. a. het totaal van de exploitatiebijdragen die kunnen worden verhaald, minder bedraagt dan € 10.000,-;
  2. b. er geen verhaalbare kosten zijn als bedoeld in artikel 6.2.4., onderdelen b tot en met f van het Bro;
  3. c. de verhaalbare kosten, bedoeld in artikel 6.2.4., onderdelen b tot en met f, uitsluitend de aansluiting van een bouwperceel op de openbare ruimte of de aansluiting op nutsvoorzieningen betreffen.

Een exploitatieplan is evenmin verplicht indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of de vergunning begrepen gronden anderszins verzekerd is (artikel 6.12 lid 2 onder a van het Bro).

Met de initiatiefnemers van de beoogde ontwikkelingen die deel uitmaken van de totale

gebiedsontwikkeling, zijn afzonderlijke grondexploitatieovereenkomsten gesloten. De bijdrages die daarin zijn vastgelegd, zijn ingezet voor de financiering van de totale gebiedsontwikkeling. De overige kosten worden terugverdiend met de grondopbrengsten en algemene middelen.

Met de initiatiefnemers uit het deelplangebied Sport zijn geen grondexploitatieovereenkomsten afgesloten. Met hen worden (erf/koop)overeenkomsten mee gesloten. Omdat daarmee het verhaal van kosten anderszins is verzekerd is het vaststellen van een exploitatieplan niet aan de orde.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid En Overleg Instanties

6.1 Overleg Met Instanties

In artikel 3.1.1 van het Bro is vastgelegd dat tijdens de voorbereiding van een bestemmingsplan (hieronder wordt ook een wijzigingsplan verstaan) overleg moet worden gepleegd met instanties die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Daarbij zijn genoemd waterschappen en diensten van provincie en Rijk. Ten aanzien van bekendmaking van het plan is artikel 3:6 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Het ontwerp van het wijzigingsplan is in vooroverleg gestuurd aan de Provincie Zeeland, het Waterschap Scheldestromen, Staatsbosbeheer en de Veiligheidsregio Zeeland.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

De wijzigingsbevoegdheid die in het basisplan is opgenomen heeft geleid tot 1 zienswijze over dat plan. Naar aanleiding daarvan is de wijzigingsbevoegdheid enigszins aangepast.

Het plan wordt ook toegestuurd aan de Dorpsraad Vrouwenpolder, de ondernemersvereniging Vrouwenpolder en aan de Vereniging van eigenaren Veerse Bree.

Het ontwerp van het wijzigingsplan is met ingang van 21 december 2023 voor een periode van zes weken, dus tot en met 31 januari 2024, ter inzage gelegd. Een ieder had de mogelijkheid om gedurende de periode van terinzagelegging van het ontwerpplan zienswijzen kenbaar te maken. Tijdens de termijn van terinzagelegging van het ontwerp zijn twee zienswijzen ingediend. In Bijlage 13 is de zienswijzennota opgenomen. In Bijlage14 zijn de reacties van de vooroverlegpartners opgenomen. En in Bijlage 15 zijn de zienswijzen opgenomen.

Na vaststelling wordt het wijzigingsplan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, is het plan na deze beroepstermijn onherroepelijk en treedt het plan in werking.

Bijlage 1 Besluit

Bijlage 1 Besluit

Bijlage 2 Advies Landschapsdeskundige Ten Behoeve Van Het Sportpark

Bijlage 2 Advies landschapsdeskundige ten behoeve van het sportpark

Bijlage 3 Advies Landschapsdeskundige Verplaatsing Volkstuinen

Bijlage 3 Advies landschapsdeskundige verplaatsing volkstuinen

Bijlage 4 Beeldkwaliteitskader Wijzigingsplan Sport

Bijlage 4 Beeldkwaliteitskader wijzigingsplan Sport

Bijlage 5 Eindrapport Verkennend Bodemonderzoek En Indicatief Funderingsonderzoek Fort Den Haakweg 36 Te Vrouwenpolder

Bijlage 5 Eindrapport verkennend bodemonderzoek en indicatief funderingsonderzoek Fort den Haakweg 36 te Vrouwenpolder

Bijlage 6 Eindrapport Bodemonderzoek Fort Den Haakweg 36-44 Vrouwenpolder

Bijlage 6 Eindrapport bodemonderzoek Fort den Haakweg 36-44 Vrouwenpolder

Bijlage 7 Infographic Externe Veiligheid

Bijlage 7 Infographic externe veiligheid

Bijlage 8 Aanmeldformulier Watertoets

Bijlage 8 Aanmeldformulier watertoets

Bijlage 9 Quickscan Flora En Fauna Wet Natuurbescherming

Bijlage 9 Quickscan flora en fauna wet natuurbescherming

Bijlage 10 Memo Stikstofberekening Aanleg- En Gebruiksfase

Bijlage 10 Memo stikstofberekening aanleg- en gebruiksfase

Bijlage 11 Akoestisch Onderzoek Herontwikkeling Sportcomplex Vrouwenpolder

Bijlage 11 Akoestisch onderzoek herontwikkeling sportcomplex Vrouwenpolder

Bijlage 12 Lichtonderzoek Inrichtingsplan Sportcomplex

Bijlage 12 Lichtonderzoek inrichtingsplan sportcomplex

Bijlage 13 Zienswijzennota Ontwerp Wijzigingsplan

Bijlage 13 Zienswijzennota ontwerp wijzigingsplan

Bijlage 14 Reactie Vooroverlegpartners (Geanonimiseerd)

Bijlage 14 Reactie vooroverlegpartners (geanonimiseerd)

Bijlage 15 Zienswijzen (Geanonimiseerd)

Bijlage 15 Zienswijzen (geanonimiseerd)