Parapluplan Hospita en parkeren 2022
Bestemmingsplan - gemeente Breda
Vastgesteld op 22-12-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
1.2 Bevoegd gezag
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.3 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.4 Hospitaregeling
Het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal twee personen, door de volledige eigenaar/eigenaren van de woning of de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die in dezelfde woning woont/wonen.
1.5 Huishouden
Een samenlevingsvorm van een of meer personen, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
1.6 Plan
Het bestemmingsplan 'Hospita en parkeren 2022' met identificatienummer NL.IMRO.0758.BP2021101013-VG01 van de gemeente Breda.
1.7 Wonen
Het voeren van een huishouden in een woning.
1.8 Woning
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Schakelbepaling
De bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen die gelden ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan blijven van kracht, met dien verstande dat aan de regels van die plannen de regels van onderhavig plan worden toegevoegd. Voor zover die geldende plannen al regelingen bevatten ten aanzien van de hospitaregeling en parkeren, dan worden die regelingen vervangen door de regels van dit plan.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Parkeren
Voor het gehele grondgebied van de gemeente Breda (IDN=0758) gelden voor parkeren de volgende regels:
- Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, veranderen of uitbreiden van gebouwen, of het afwijken van de planregels over het toegestane gebruik, wordt getoetst of in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen en fietsen. Hierbij wordt rekening gehouden met de omvang van het gebouw en de activiteiten die plaatsvinden in het gebouw.
- Het benodigde aantal parkeerplaatsen voor motorvoertuigen en fietsen wordt vastgesteld aan de hand van de Nota Parkeernormen Breda 2021. Als de Nota Parkeernormen Breda 2021 wordt gewijzigd of vervangen, dan moet worden voldaan aan die gewijzigde beleidsregels of de rechtsopvolgers daarvan;
- De onder a. genoemde parkeergelegenheid moet in stand worden gehouden;
- Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a.:
1. als voldaan wordt aan de voorwaarden die daarvoor gelden in de Nota Parkeernormen Breda 2021 en wijzigingen of de rechtsopvolgers daarvan; of
2. als het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
Artikel 5 Hospitaregeling
Waar een geldende bestemming of een onherroepelijke (omgevings)vergunning een woning toestaat, mag gebruik van de hospitaregeling worden gemaakt.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
6.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. - Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder lid a met maximaal 10%.
- Het bepaalde in lid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
6.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdig gebruik, bedoeld onder lid a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde in lid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 7 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: "Regels van het bestemmingsplan Hospita en parkeren 2022".
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Dit bestemmingsplan is een zogenoemd 'paraplubestemmingsplan', omdat het voorziet in het gelijktijdig wijzigen van meerdere geldende bestemmingsplannen. De reden voor dit parapluplan “Hospita en parkeren 2022” is dat hiermee twee onderwerpen voor de hele gemeente Breda in één keer planologisch geregeld kunnen worden.
Het eerste onderwerp betreft de zogenoemde hospitaregeling. Deze regeling ziet op het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal twee personen, door de volledig eigenaar van de woning of door de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die in dezelfde woning woont. In Breda is er een tekort aan woningen. Naast het verruimen van het aanbod kan het beter benutten van de bestaande woningvoorraad bijdragen aan het oplossen van dit tekort. Voor een aantal mensen, zoals spoedzoekers of (internationale) studenten, zou het tijdelijk huren van een kamer al een oplossing zijn voor hun woningprobleem. Deze hospitaregeling is niet in alle bestemmingsplannen binnen het grondgebied van de gemeente Breda opgenomen. Dit gebeurde pas in bestemmingsplannen vanaf 2014, nadat de raad de notitie ‘Aanpak kamerverhuur 2014’ had vastgesteld. Daarom is een paraplubestemmingsplan opgesteld. Met dit paraplubestemmingsplan wordt ervoor gezorgd dat de hospitaregeling binnen elke koopwoning geldt die door de volledig eigenaar wordt bewoond. Ook geldt de hospitaregeling voor huurhuizen van woningcorporaties. Op particuliere huurwoningen is de hospitaregeling niet van toepassing.
Het tweede onderwerp is de verankering van de ‘Nota Parkeernomen Breda 2021’ die op 29 april 2021 is vastgesteld door de gemeenteraad. De wetswijziging die per 29 november 2014 in werking is getreden (kortgezegd de Reparatiewet (BZK 2014 Stb. 2014, 458) heeft ertoe geleid dat op 12 april 2018 het bestemmingsplan “Parapluplan parkeren 2017” is vastgesteld. Dit geldende plan moet worden vervangen door dit nieuwe paraplubestemmingsplan om aan de nieuwe parkeernormen – in het bijzonder voor fietsparkeren – te kunnen toetsen bij het verlenen van omgevingsvergunningen. Dit parapluplan is een puur wetstechnische wijziging en voegt enkel een algemeen parkeerartikel toe aan alle geldende bestemmingsplannen. Dit plan wijzigt inhoudelijk niets aan het parkeerbeleid, de parkeernormen, de parkeertijden of de parkeertarieven.
1.2 Begrenzing Plangebied
Het paraplubestemmingsplan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Breda (IDN: 0758).
In het geldende parapluplan parkeren uit 2018 waren vier bestemmingsplannen rondom het stationsgebied uitgezonderd van het plangebied, omdat destijds in die plannen reeds specifieke regels over parkeren waren opgenomen. Die uitzonderingen komen in dit plan te vervallen. De reden daarvoor is dat de ontwikkelingen waarin die vier plannen voorzien zoals het gebouw van de rechtbank, de Thes-locatie en 5tracks inmiddels zijn gerealiseerd of in aanbouw zijn. Toetsing aan de parkeernormen heeft voor die projecten reeds plaatsgevonden bij het verlenen van de omgevingsvergunningen. In zoverre zijn de afwijkende parkeernormen in die vier bestemmingsplannen daarmee uitgewerkt en heeft een uitzondering geen nut meer.
1.3 Planvorm
Omdat in de geldende bestemmingsplannen uitsluitend iets moet worden toegevoegd of vervangen voor zowel parkeren als de hospitaregeling is ervoor gekozen om dit te doen door middel van een paraplubestemmingsplan. Dit betekent dat de regels van dit parapluplan slechts een aanvulling zijn op alle geldende plannen en die plannen (bestemmingen en regels) niet geheel vervangen zoals doorgaans het geval is bij een nieuw bestemmingsplan.
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting is opgebouwd uit de volgende hoofdstukken:
- In hoofdstuk 2 is het relevante ruimtelijke beleid beschreven;
- In hoofdstuk 3 komen de doelstellingen van het plan aan bod;
- In hoofdstuk 4 is de juridische planbeschrijving verantwoord;
- In hoofdstuk 5 is de (financiële) uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan beschreven;
- In hoofdstuk 6 zijn de bestemmingsplanprocedure en het bijbehorende communicatieproces opgenomen.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Inleiding
Het beleidskader voor het bestemmingsplan "Hospita en parkeren 2022" wordt voornamelijk gevormd door het gemeentelijk beleid. Wat betreft parkeren zijn naast de gemeentelijke Nota Parkeernormen ook de CROW-richtlijnen van belang.
2.2 Gemeentelijk Beleid
2.2.1 Hospitaregeling
Omgevingsvisie Breda 2040
De gemeenteraad heeft op 21 oktober 2021 de Omgevingsvisie Breda 2040 vastgesteld. Hierin worden de ambities, doelen en maatschappelijke opgaven waar de gemeente voor staat geadresseerd. De ambitie hierbij luidt: 'Breda, een grenzeloze, gastvrije en groene gemeenschap, is toekomstgericht en stelt de kwaliteit van leven voorop'. Aan de hand van de twee hoofdopgaven 'Sterk Breda' en 'Veerkrachtig Breda' worden, op basis van de kernwaarden grenzeloos, gastvrij en groen, de opgaven en doelstellingen nader uitgewerkt.
Breda is een groeiende gemeente met een toename van inwoners en huishoudens en groeit naar verwachting verder door. Als gevolg van demografische, sociaal-culturele en sociaaleconomische ontwikkelingen verandert de woonbehoefte van bewoners. Hier speelt de gemeente op in met de woningbouwprogrammering. Er worden ruim 25.000 woningen gebouwd en daarnaast worden zoekgebieden voor verdere verstedelijking benoemd. Gestreefd wordt naar een structurele verhoging van de woningbouwproductie naar 1.500 woningen per jaar. Er is extra aandacht voor het realiseren van woonruimte voor mensen die niet zelfstandig in hun huisvesting kunnen voorzien, zoals studenten, woonwagenbewoners, statushouders, arbeidsmigranten en mensen die beschermd of begeleid wonen. Hierbij levert de gemeente maatwerk. Voor bijvoorbeeld spoedzoekers of (internationale) studenten kan het tijdelijk huren van een kamer een oplossing bieden.
De ambitie om Breda als internationaal knooppunt te versterken heeft een relatie met het aantrekken en behouden van internationale studenten. Het verbeteren van de huisvesting voor studenten versterkt de aantrekkingskracht van Breda voor internationale studenten. Bij de vaststelling van de omgevingsvisie is de motie “Wonen op een Campus” aangenomen. Deze motie gaat over het bijbouwen van eenheden voor studenten. Dit realiseren kost echter tijd. Het vergroten van het aantal potentiële hospitakamers levert op korte termijn al woonruimte op voor (internationale) studenten. Zo kunnen de onderwijsinstellingen de komende studieperiodes de piek(en) tijdig en goed opvangen en tegelijkertijd zoeken naar nieuwe mogelijkheden voor de huisvesting van studenten. Met het algemeen toestaan van de hospitaregeling voor de gehele gemeente kan het gebruik ervan gestimuleerd worden, zonder dat situaties ontstaan die niet rechtstreeks zijn toegestaan en zijn afzonderlijke procedures niet noodzakelijk.
De hospitaregeling die met dit bestemmingsplan uniform wordt mogelijk gemaakt, draagt bij aan de huisvesting van onder meer spoedzoekers en studenten en aan de ambitie om een gastvrije gemeenschap te zijn. Dit past bij de doelen die in de Omgevingsvisie Breda 2040 zijn beschreven. Het is wenselijk om de bestaande woningvoorraad beter te benutten en te stimuleren om woningen via de hospitaregeling te delen voor de doelgroepen die het moeilijk hebben.
Bestuursakkoord Dichtbij doen, samen sterk vooruit 2022-2026
In het bestuursakkoord is aangegeven dat het college in deze bestuursperiode er, binnen de mogelijkheden, alles aan gaat doen om de ontwikkelingen op de woningmarkt zo veel mogelijk bij te sturen. De woningmarkt in Breda moet toegankelijk blijven voor iedereen. Opgemerkt wordt dat bijzondere doelgroepen, zoals spoedzoekers en internationale studenten, extra druk opleveren op de reguliere woningmarkt. Qua onderwijs wordt de doorontwikkeling van Breda Studentenstad genoemd. Het planologisch mogelijk maken van de hospitaregeling binnen het gehele grondgebied van de gemeente Breda sluit aan bij de ambities in het bestuursakkoord.
Notitie Aanpak kamerverhuur 2014
Op 30 januari 2014 heeft de gemeenteraad van Breda de notitie ‘Aanpak kamerverhuur 2014’ vastgesteld. Het kamerverhuurbeleid uit 2014 stelt de kaders voor het toestaan van kamerverhuur. Met het beleid is beoogd overlast als gevolg van kamerverhuur te voorkomen. Dit in verband met de negatieve neveneffecten die kunnen optreden door een grote hoeveelheid aan studentenwoningen in een woonstraat. Met het toezicht en de aanwezigheid van een pandeigenaar is het risico op neveneffecten minimaal. In de meeste bestemmingsplannen die daarop volgden is een verbod op kamerverhuur opgenomen. Een uitzondering op dit verbod is de zogenaamde hospitaregeling, te weten het verhuren van een of meer kamers in de eigen woning aan derden zoals studenten. Deze uitzondering maakt in bepaalde bestemmingsplannen onderdeel uit van het begrip kamerverhuur: "het verschaffen van woonverblijf aan meer dan één huishouden, met dien verstande dat het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal twee personen, door een eigenaar (hospita) die in dezelfde woning woont niet als kamerverhuur wordt aangemerkt".
2.2.2 Parkeren
Omgevingsvisie Breda 2040
De Omgevingsvisie Breda 2040 is richtinggevend voor de keuzen die aan de orde zijn voor de korte en middellange termijn. De visie dient als integrale basis voor bestemmingsplannen, ontwikkelingsvisies en beleidsdocumenten.
Met betrekking tot parkeren is in de omgevingsvisie onder andere vermeld dat bij gebiedsontwikkeling ruimte voor parkeren bij voorkeur in gebouwde voorzieningen is en er ruimte is voor vervoersalternatieven zoals deelauto’s en fietsen. Binnenstadbezoekers parkeren in parkeergarages, op de parkeervelden of op afstand in een hub. We reguleren de parkeerdruk in stedelijke omgevingen zodat parkeerdruk en overlast afneemt. We scheppen volop ruimte voor digitalisering van de parkeerketen.
Mobiliteitsvisie
In hoofdstuk 8 van de Mobiliteitsvisie (vastgesteld door de gemeenteraad op 28 januari 2021) wordt ook ingegaan op het aspect parkeren. Daarin is onder andere vermeld dat het autobezit in Breda relatief hoog is. Deze voertuigen moeten worden geparkeerd, deels in de openbare ruimte, deels op eigen terrein. De auto is ook een belangrijk vervoersmiddel om naar de stad te komen. Om in Breda te komen werken of winkelen, voor zakelijke en sociale bezoeken of om te recreëren. Hiervoor is voldoende parkeercapaciteit nodig. Deze parkeercapaciteit moet zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Op plekken waar de ruimte schaars is het zonde van de ruimte en bovendien kostbaar om parkeerplaatsen maar een klein deel van de tijd te benutten. Vraag en aanbod van parkeren moet dus in balans zijn. Door slimmer om te gaan met parkeren ontstaat meer ruimte.
Auto’s worden vaak in de openbare ruimte geparkeerd. Dit heeft grote invloed op hoe we de openbare ruimte kunnen inrichten en daarmee de uitstraling en leefkwaliteit van de omgeving. In traditionele woonstraten parkeert men de auto aan de straat voor de deur, terwijl je de fiets via de achtertuin in een kleine berging kwijt moet. Dit zou eigenlijk meer in balans moeten zijn. Door parkeren samen te voegen in een gezamenlijke parkeeroplossing - en dan bij voorkeur in een gebouwde voorziening - ontstaan nieuwe mogelijkheden. Vervoersalternatieven zoals de fiets worden logischer in gebruik. Dit wordt Bike Oriënted Development genoemd. Maar hierdoor ontstaan ook veel meer kansen voor gedeelde mobiliteit. Er zijn voorbeelden waar bewoners een coöperatie hebben opgericht waarmee ze gezamenlijk in hun parkeer- en mobiliteitsbehoefte voorzien. Via deze lokale mobiliteitshubs heeft men, eventueel naast de eigen auto, ook de beschikking over bijvoorbeeld deelauto’s, bakfietsen en andere vormen waar mensen zelf behoefte aan hebben. Er is hierdoor minder behoefte aan parkeerplaatsen. De benodigde parkeerplaatsen worden vervolgens bij voorkeur in een gebouwde voorziening gerealiseerd. Hierdoor ontstaat meer ruimte in het woongebied voor andere belangrijke functies zoals verblijven, spelen en groen. Bewoners hebben een hogere waardering voor deze leefomgeving. In de nieuwe Nota Parkeernormen 2021 wordt ruimte geschapen voor flexibele normen.
CROW-richtlijnen
De naam CROW is oorspronkelijk een afkorting van Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek. Die naam dekte de lading niet meer sinds dat de organisatie een kennisplatform werd. Daarom is CROW niet langer een afkorting, maar een eigennaam. CROW is een non-profit kennispartner voor (decentrale) overheden, in het bijzonder in hun rol als wegbeheerders.
Parkeren is al tientallen jaren een belangrijk en een veelbesproken onderwerp in Nederland. Sinds in de jaren zestig, maar vooral de jaren zeventig, het aantal auto’s explosief groeide, zijn we in Nederland druk bezig met het opstellen van beleid om het parkeren van auto’s te reguleren. De parkeerdruk groeide door de jaren heen en het parkeren is een belangrijk onderdeel geworden van het huidige verkeer- en vervoersbeleid. Voor wat betreft de afmetingen van parkeerplaatsen en parkeervakken zijn er door CROW landelijke richtlijnen opgesteld. De gemeente Breda hanteert deze richtlijnen en deze worden bij (stedelijke) ontwikkelingen ook meegegeven aan ontwikkelaar of diens architecten en/of ontwerpers.
Gevolgen beleid voor voorliggend bestemmingsplan
Dit paraplubestemmingsplan ligt in het verlengde van het beleid uit de Omgevingsvisie en de Mobiliteitsvisie, waarbij ruimte voor parkeren bij voorkeur in gebouwde voorzieningen is en er ruimte is voor vervoersalternatieven zoals deelauto’s en fietsen. Voor ontwikkelingen die op grond van de bestemmingsplannen mogelijk zijn geldt in principe dat er voor voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gezorgd moet worden. De Nota Parkeernormen Breda 2021 geeft hieraan nadere invulling.
Nota Parkeernormen Breda 2021
De Nota Parkeernormen Breda 2021 is vastgesteld op 29 april 2021 (gepubliceerd op 10 juni 2021), beschrijft het aanpaste beleid op het gebied van parkeren van auto's en het stallen van fietsen. Het parkeerbeleid in Breda levert een bijdrage aan het goed toegankelijk houden van voorzieningen, werk- en woongebieden nu én in de toekomst. Huidige knelpunten worden opgelost en er wordt geanticipeerd op toekomstige ontwikkelingen. Het parkeerbeleid faciliteert de groeiende mobiliteitsbehoefte en is cruciaal voor een goede bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad.
Gezien het toegenomen autobezit en -gebruik en de ruimtelijke en verkeerskundige gevolgen ervan, zoals overlast van parkeren in de openbare ruimte, onnodig zoekverkeer etc. heeft een actualisatie van de parkeernormen plaatsgevonden. De actualisatie heeft betrekking op de hoogte van de parkeernormen, meer ruimte voor maatwerk en flexibiliteit en hoe wordt omgegaan met nieuwe vormen van mobiliteit zoals deelauto’s. Ook fietsparkeren is sterk in ontwikkeling. De gemeente Breda heeft de ambitie om deze nieuwe inzichten een plek te geven in haar parkeernormenbeleid. De nieuwe normen zijn gebaseerd op de laatste inzichten en zijn in overeenstemming met die van vergelijkbare steden.
Hoofdstuk 3 Doelstellingen
3.1 Inleiding
Dit bestemmingsplan regelt twee dingen, namelijk dat de huidige hospitaregeling overal in Breda planologisch geldt en dat de nieuwe parkeernormen die in 2021 door de gemeenteraad zijn vastgesteld in volle omvang kunnen worden getoetst bij de verlening van een omgevingsvergunning.
3.2 Hospitaregeling
Hospitaregeling
In de notitie ‘Aanpak kamerverhuur 2014’ wordt als onderdeel van het verbod op kamerverhuur de hospitaregeling besproken. Deze hospitaregeling is niet in alle bestemmingsplannen opgenomen. Hierdoor is het in de ene wijk wel rechtstreek mogelijk om iemand zoals een (internationale) student in huis te nemen en in de andere wijk niet. Dit leidt voor (potentiële) hospita’s en voor woningzoekenden tot onduidelijkheid. Met dit paraplubestemmingsplan wordt ervoor gezorgd dat de hospitaregeling voor het gehele grondgebied van de gemeente Breda geldt. Dit moet bijdragen om het tekort aan woonruimte voor (internationale) studenten op te lossen.
Met dit paraplubestemmingsplan wordt ervoor gezorgd dat de hospitaregeling binnen elke koopwoning geldt die door de volledig eigenaar/eigenaren wordt bewoond. Ook geldt de hospitaregeling voor huurhuizen van woningcorporaties. Op particuliere huurwoningen is de hospitaregeling niet van toepassing.
Ter plaatse wonende eigenaren en woningcorporaties hebben namelijk belang bij en grip op de leefbaarheid en impact voor de buurt/omwonenden. Woningcorporaties vervullen verder een nadrukkelijke maatschappelijke rol inzake huisvesting en hebben geen winstoogmerk. Daarbij kunnen zij uniforme en duidelijke regels hanteren, waarbij de hoofdhuurder verantwoordelijk wordt gesteld voor de naleving ervan. Bij overlastsituaties kunnen woningcorporaties de toestemming voor het toepassen van de hospitaregeling eventueel weer intrekken via de huurconstructie.
Informatieverstrekking
Een hospita/verhuurder zal zich voorafgaand aan de verhuur goed moeten laten informeren over de juridische gevolgen daarvan. Tijdelijke verhuur ligt bij gebruikmaking van de hospitaregeling voor de hand. De huur kan dan niet tussentijds opgezegd worden, maar de huur stopt wel na de afgesproken periode van de huur. Er bestaat dan geen huurbescherming meer. Daarbij is van belang dat de verhuurder op tijd meldt dat de huur stopt na de afgesproken huurtermijn; schriftelijk en minimaal 1 maand of maximaal 3 maanden voor de afgesproken einddatum van de huur.
Een woningeigenaar die gebruik wil maken van de hospitaregeling dient zich te laten informeren door de hypotheekverstrekker. Mogelijk stelt deze voorwaarden aan de (tijdelijke) verhuur van de kamers.
Een hoofdhuurder van een woning van een woningcorporatie die gebruik wil maken van de hospitaregeling dient zich te laten informeren door de woningcorporatie. De woningcorporatie kan voorwaarden stellen op basis waarvan gebruikmaking van de regeling wordt toegestaan.
3.3 Parkeren
Sinds een wetswijziging die per 29 november 2014 in werking is getreden (de Reparatiewet BZK, Stb. 2014, 458) mogen stedenbouwkundige voorschriften, waaronder regels over de benodigde parkeerruimte, niet meer in de bouwverordening worden opgenomen. Als een gemeenteraad het stellen van dergelijke regels nodig acht voor een goede ruimtelijke ordening, dient het de benodigde parkeerruimte voortaan in een bestemmingsplan te worden geregeld. In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 20 mei 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:1580) wordt dit bevestigd.
Er is in 2014 ook voorzien in een wettelijke grondslag om parkeernormen voortaan in een bestemmingsplan in plaats van in de bouwverordening te reguleren, te weten artikel 3.1.2. lid 2 onder a van het Bro. In reactie op deze wetswijzigingen is in 2018 het “bestemmingsplan parkeren 2017” vastgesteld door de gemeenteraad, waarmee de verplichting om voldoende parkeergelegenheid aan te leggen is gewaarborgd. Daarbij wordt nog opgemerkt dat in een bestemmingsplan niet de parkeernormen zelf hoeven te worden opgenomen. Er kan worden volstaan met een bepaling die verplicht tot het realiseren van voldoende parkeerruimte bij een nieuw bouwplan of een functiewijziging. Wat daaronder moet worden verstaan kan dan verder geregeld worden in beleidsregels, in dit geval de Nota Parkeernormen 2021.
Het parapluplan uit 2018 wordt vanwege de in 2021 vastgestelde Nota Parkeernormen vervangen. Dit is nodig omdat in het nieuwe parkeerbeleid ook normen zijn opgenomen voor fietsparkeren, terwijl in de oude ‘Nota parkeer- en stalllingsbeleid’ uit 2004 en de herijking daarvan in 2013 uitsluitend betrekking hebben op parkeernormen voor auto’s. Het gevolg hiervan is dat in het geldende parapluplan parkeren uit 2018 de planregels zo zijn geformuleerd dat die uitsluitend betrekking op auto’s en daarmee geen grondslag bieden voor fietsparkeren. Ook zijn een aantal regels uit het geldende plan niet langer relevant zoals de bepaling over het parkeerfonds of niet wenselijk zoals de afmetingen van parkeervakken.
Hoofdstuk 4 Juridische Planopzet
4.1 Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de karakteristiek van het paraplubestemmingsplan. In navolgende paragrafen komt de juridische planbeschrijving aan bod, waarbij allereerst de hoofdopzet van het paraplubestemmingsplan wordt beschreven en daarna de planregels aan bod komen.
4.2 Opbouw Van De Regels
Hoofdopzet
Dit bestemmingsplan bestaat uit een toelichting en planregels die digitaal gekoppeld zijn aan het plangebied. De planregels vormen samen met de verbeelding waarop de plangrens is aangegeven het juridisch bindende deel van dit paraplubestemmingsplan. De planregels regelen uitsluitend de hospitaregeling en parkeren. Het digitale bestemmingsplan is opgesteld volgens de landelijke richtlijnen en standaarden.
Indeling
De juridische regeling bestaat uit vier hoofdstukken:
- Inleidende regels;
- Bestemmingsregels;
- Algemene regels;
- Overgangs- en slotregels.
Deze volgorde is gebaseerd op in indeling zoals deze is voorgeschreven in de SVBP.
In hoofdstuk 1 ('Inleidende regels') worden de in het bestemmingsplan voorkomende begrippen beschreven, die voor de leesbaarheid en de uitleg van het plan van belang zijn. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. In hoofdstuk 2 ('Algemene regels') wordt ingegaan op de hospitaregeling en de parkeernomen. Hoofdstuk 3 ('Overgangs- en slotregels') bevat in dit plan het wettelijk verplichte gebruiks- en bouwovergangsrecht en de citeertitel van het plan.
4.3 Toelichting Op De Regels
Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de in de regels opgenomen bepalingen.
Inleidende regels
In artikel 1 is een aantal begrippen verklaard die gebruikt worden in de regels, zoals een definitie van het begrip hospitaregeling. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regels. Ook worden doorgaans meetbepalingen opgenomen in een bestemmingsplan, maar die zijn niet relevant aangezien dit parapluplan geen bouwmogelijkheden biedt dus zijn die achterwege gelaten.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In artikel 2 is een zogenoemde schakelbepaling opgenomen. Op grond van jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RVS:2016:2142) is uit een oogpunt van rechtszekerheid vereist dat bij bestemmingsplannen die een gedeeltelijke herziening zijn van een geldend plan, in de planregels wordt vastgelegd hoe de gedeeltelijke herziening zich verhoudt tot het oorspronkelijke plan. Een partiële herziening kan immers niet op zichzelf bestaan, omdat de planregels niet volledig zijn en enkel in combinatie met het oorspronkelijke plan een sluitende set bouw- en gebruiksregels vormen. Daarom moet worden bepaald dat de verbeelding en planregels uit het vorige bestemmingsplan al dan niet gedeeltelijk van (overeenkomstige) toepassing blijven en voor welke gronden, indien van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
In de algemene regels is in de eerste plaats de op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) verplichte anti-dubbeltelbepaling opgenomen.
Voor de hospitaregeling is bepaald dat hier gebruik van gemaakt kan worden wanneer op basis van een geldende bestemming een woning is toegestaan. Volgens de begripsbepalingen gaat het bij de hospitaregeling om "het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal twee personen, door de volledige eigenaar/eigenaren van de woning of de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die in dezelfde woning woont/wonen".
Wat betreft parkeren is geconstateerd dat het geldende parapluplan uit 2018 (dat is opgesteld vanwege de wetswijzing van 29 november 2014, ook wel de Reparatiewet BZK genoemd, Stb. 2014, 458) niet voldoet om het nieuwe parkeerbeleid te implementeren. In het geldende plan is weliswaar een zogenoemde ‘dynamische verwijzing’ opgenomen, waardoor ook rekening wordt gehouden met gewijzigd parkeerbeleid bij het toetsen aan de parkeernormen, maar voor de nieuwe verplichtingen in de Nota Parkeernormen Breda 2021 met betrekking tot het fietsparkeren biedt het geldende parapluplan geen grondslag om dit te kunnen afdwingen, omdat het geldende parapluplan uitsluitend betrekking heeft op parkeernormen voor auto’s. Dit wordt nu wel geregeld.
In het geldende ‘Parapluplan parkeren 2017’ is in de planregels een bepaling opgenomen over de maatvoering van diverse soorten parkeervakken. Die bepaling is in dit parapluplan komen te vervallen. Bij de aanleg van nieuwe parkeervakken is de maatvoering zoals opgenomen in de “Aanbeveling voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” (ASVV 2021) van het CROW richtinggevend voor de gemeente Breda (en andere wegbeheerders). Het is niet noodzakelijk om die maatvoering in een bestemmingsplan op te nemen en dit is ook niet wenselijk, omdat de afmetingen van parkeervakken in de ASVV 2021 soms wijzigt en daardoor de bepalingen in het bestemmingsplan niet meer zouden kloppen.
Verder is de bepaling in de regels van het geldende ‘Parapluplan parkeren 2017’ over het kunnen vragen van een financiële bijdrage komen te vervallen, omdat het gemeentelijke Parkeerfonds niet meer bestaat. Ook is de afwijkingsbevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders om af te kunnen wijken van de parkeernormen redactioneel gewijzigd, omdat de Nota Parkeernormen Breda 2021 zelf afwijkingsmogelijkheden bevat van de parkeernormen zoals in het geval van deelauto’s.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In deze regels wordt het wettelijke verplichte overgangsrecht (zoals voorgeschreven in het Bro) overgenomen én is de titel van het plan vastgelegd.
Dit parapluplan brengt geen wijziging aan in bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden, wat betekent dat bouw- en gebruiksovergangsrecht in dit geval in feite niet nodig is. Het Bro is op dit punt echter dwingend; elk bestemmingsplan moet voorzien in het wettelijk voorgeschreven overgangsrecht. In de uitspraak van 11 januari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV0555 bevestigd de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State die lezing: "Uit de Nota van Toelichting behorende bij het Bro (Stb. 2008, 145) volgt dat bij de opzet van paragraaf 3.2 van het Bro is gekozen voor standaardbepalingen die, behoudens expliciet toegelaten afwijkingen, in elk bestemmingsplan of de herziening daarvan moeten worden opgenomen en dat het niet of het niet juist overnemen van deze standaardbepalingen in een bestemmingsplan tot gevolg heeft dat er aan het plan een gebrek kleeft dat in rechte kan worden aangevochten wegens strijd met het recht. (...) Er is in het Bro niet voorzien in een expliciete afwijkingsmogelijkheid voor bestemmingsplannen die geen veranderingen in het bestaande gebruik met zich brengen (...)".
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de onderdelen die zijn doorlopen voor het zekerstellen van de economische uitvoerbaarheid van onderhavig bestemmingsplan. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Er wordt nader ingegaan op de grondexploitatie en de koppeling met het exploitatieplan.
5.2 Toepassing Grondexploitatiewet
In de Wro is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie opgenomen. Centrale doelstelling van deze afdeling is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijke kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij ontwikkeling.
In artikel 6.12 van de Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vast moet stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Bij drie ruimtelijke besluiten kan het nodig zijn om een exploitatieplan vast te stellen, namelijk bij de vaststelling van een bestemmingsplan, wijzigingsplan of afwijkingsbesluit. Om daadwerkelijk na te kunnen gaan of een exploitatieplan noodzakelijk is, dient beoordeeld te worden of er sprake is van een bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en/of het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is.
Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is én er geen fasering of tijdvak behoeft te worden vastgelegd én geen locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningbouwcategorieën) hoeven te worden vastgesteld. Indien de kosten minder dan € 10.000,- bedragen, kan ervoor gekozen worden deze middels andere wijze dan een exploitatieplan te verhalen.
Dit bestemmingsplan "Hospita en parkeren 2022" maakt als zodanig geen aangewezen bouwplannen als bedoeld in artikel 6.2.1. van het Bro mogelijk. Ook is er geen sprake van locatie-eisen. Derhalve hoeft er geen exploitatieplan te worden opgesteld.
Hoofdstuk 6 Communicatie
6.1 Inleiding
In het bestemmingsplanproces bestaan diverse mogelijkheden tot communicatie. De voor het voorliggende bestemmingsplan relevante communicatie wordt in dit hoofdstuk belicht.
Als eerste is een concept-ontwerpbestemmingsplan opgesteld. In dat stadium vindt ook het wettelijke vooroverleg plaats met instanties zoals het waterschap en de provincie (paragraaf 6.3). Wanneer dit traject is afgerond, start de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan (paragraaf 6.4).
6.2 Participatie
Participatie wordt een belangrijke pijler onder de toekomstige Omgevingswet. Derden moeten in een vroegtijdig stadium worden betrokken bij de voorbereiding van beleids- en besluitvorming. De ‘Participatieleidraad bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving’ die door de gemeenteraad is vastgesteld in 2019 is de basis waarmee de gemeente Breda deze participatie vorm geeft.
Voor de hospitaregeling is voor het participatietraject gekozen voor ‘Niveau 0’: Informeren +. Omdat de hospitaregeling deels al in geldende bestemmingsplannen is opgenomen en het een planologische vertaling van bestaand beleid betreft, is dit niveau van participatie toereikend geacht.
Voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure heeft de gemeente Breda met de woningcorporaties en met de onderwijsinstellingen gesproken over de problematiek van de huisvesting van (internationale) studenten. De woningcorporaties hebben aangegeven voorstander te zijn van het planologisch mogelijk van de hospitaregeling. Voor de privaatrechtelijke aspecten (afspraken met huurders) staan zij aan de lat. Met de woningcorporaties en de onderwijsinstellingen is afgestemd op welke manier meer bekendheid gegeven kan worden aan de mogelijkheid om gebruik te maken van de hospitaregeling.
Op 21 juli 2022 heeft de gemeente een persbericht uitgebracht over de hospitaregeling. Met het persbericht wordt aandacht gevestigd op de mogelijkheid om kamers te verhuren aan woningzoekenden.
Met betrekking tot het onderdeel parkeren in dit paraplubestemmingsplan heeft geen participatie plaatsgevonden, omdat dit plan niet voorziet in ruimtelijke ontwikkelingen en de Participatieleidraad daardoor niet van toepassing is. Ook anderszins bestaat er geen reden voor participatie. Het betreft slechts de planologische verankering van reeds vastgesteld beleid.
6.3 Vooroverleg
In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat tijdens de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg moet worden gepleegd met instanties die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. Daarbij zijn onder andere het waterschap en diensten van provincie en Rijk genoemd. In artikel 3.1.6 van het Bro is bepaald dat de uitkomsten van het in artikel 3.1.1 bedoelde overleg in de toelichting van het plan moeten worden beschreven. Dit ontwerpbestemmingsplan is in concept opgestuurd naar:
- Provincie Noord-Brabant
- Waterschap Brabantse Delta
- Wijkraden
Er zijn geen inhoudelijke vooroverlegreacties ingediend.
6.4 Zienswijzen
Met de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan (voor de duur van zes weken) is de formele vaststellingsprocedure gestart. Gedurende de periode van de terinzagelegging kon iedereen schriftelijk of mondeling zienswijzen tegen het plan inbrengen. Binnen de termijn van zes weken is één zienswijze naar voren gebracht. Deze zienswijze heeft ertoe geleid dat in paragraaf 3.2 van de toelichting onder het kopje ‘Informatieverstrekking’ een tekst is toegevoegd. Daarnaast zijn ambtelijk wijzigingen doorgevoerd in artikel 4 en 5 van de regels. In de zienswijzennota bij dit bestemmingsplan is daar een toelichting op gegeven.
6.5 Beroep
Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het plan voor de tweede maal zes weken ter visie gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen het vaststellingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien geen beroep wordt ingesteld, treedt het plan na deze beroepstermijn in werking en is dan ook onherroepelijk.