KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Maatschappelijk
Artikel 5 Verkeer
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Het Plangebied
1.3 Voorgaande Plannen
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beschrijving Plangebied
2.1 Stedenbouwkundige Structuur
2.2 De Buurten
Hoofdstuk 3 Uitgangspunten, Randvoorwaarden En Beleidskader
3.1 Inleiding
3.2 Rijksbeleid
3.3 Provinciaal Beleid
3.4 Gemeentelijk Beleid
3.5 Verwerving Panden En Gronden Pastoriestraat
3.6 Cultuurhistorie En Archeologie
3.7 Verkeer En Parkeren
3.8 Groen
3.9 Kabels, Leidingen En Straalpaden
Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf
4.1 Bedrijven En Milieuzonering
4.2 Geluid
4.3 Luchtkwaliteit
4.4 Externe Veiligheid
4.5 Duurzaamheid
4.6 Bodem
4.7 Natuur
Hoofdstuk 5 Waterparagraaf
5.1 Inleiding
5.2 Gemeentelijk Beleid
5.3 Beleid Waterschap En Provincie
5.4 Huidige Situatie Van Het Watersysteem
5.5 Toekomstige Situatie Van Het Watersysteem
Hoofdstuk 6 Juridische Vormgeving
6.1 Algemeen
6.2 Planmethodiek
6.3 Verbeelding
6.4 Planregels
Hoofdstuk 7 Handhaving
7.1 Algemeen
7.2 Handhaving Voorliggend Plan
Hoofdstuk 8 Financiële Aspecten
8.1 Economische Uitvoerbaarheid
8.2 Planschade
Hoofdstuk 9 Procedure En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
9.1 Bekendmaking Ex Artikel 1.3.1. Bro
9.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
9.3 Inspraak En Samenspraak
9.4 Zienswijzen
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Kaart Kadastrale Nummers En Bestemming Te Verwerven Percelen Pastoriestraat
Bijlage 2 Ontwerp Tijdelijke Inrichting Als Gevolg Van De Aanleg Van De Ongelijkvloerse Kruising
Bijlage 3 Ontwerp Inrichting Kruising Veldm. Montgomerylaan-ring
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Hov2-lijn Veldm. Montgomerylaan
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Naar Tijdelijke Situatie Hov2 Omgeving Slagerstraat
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Eindsituatie Hov2 Omgeving Slagerstraat
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Eindsituatie Hov2 Omgeving Slagerstraat Met Behoud Panden Pastoriestraat 77 En 79
Bijlage 8 Flora En Fauna, Natuurwaardentraject Tweede Hovlijn Oriënterend Onderzoek D.d. 25 Januari 2010
Bijlage 9 Flora En Fauna, Inventarisatie Beschermde Soorten Tweede Hovlijn D.d. 20 Oktober 2011
Bijlage 10 Flora En Fauna, Natuurtoets Traject Tweede Hovlijn D.d. 17 Oktober 2012
Bijlage 11 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 1 Besluit Hogere Grenswaarden
Bijlage 2 Inrichtingstekening Ongelijkvloerse Kruising

HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord

Bestemmingsplan - gemeente Eindhoven

Vastgesteld op 22-09-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord met identificatienummer NL.IMRO.0772.80155-0301 van de gemeente Eindhoven.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bebouwingspercentage

een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.

1.8 bestaand

bij bouwwerken: bestaand ten tijde van ter visie legging van het bestemmingsplan als ontwerp;

bij gebruik: bestaand ten tijde van inwerkingtreding van het desbetreffende gebruiksverbod;

1.9 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijgebouw

een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.13 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwhoogte

onder bouwhoogte wordt verstaan:

  1. a. de hoogte van gebouwen, met uitzondering van lift- en trappenhuizen, lichtkappen en ondergeschikte onderdelen van gebouwen zoals schoorstenen, masten en delen van ventilatie-intallaties, gemeten uit het hoogste punt boven het (straat)peil;
  2. b. de hoogte van bouwwerken die geen gebouwen zijn, gemeten uit het hoogste punt boven het (straat)peil.

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.19 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

1.20 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé, schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.22 gebruiken

het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken.

1.23 geluidsgevoelige functies

bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.24 geluidsgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.25 geluidzoneringsplichtige inrichting

een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.26 gevaarlijke stoffen

gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan het gebruik, het transport of de opslag (overslag e.d.), risico's met zich meebrengt. Het kan gaan om explosiegevaar, brand, giftigheid of radioactiviteit.

1.27 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.28 hoofdgebouw

een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.29 horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.30 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.

1.31 maatschappelijke voorziening

educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.

1.32 peil (straatpeil)

hieronder wordt verstaan:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddelijk aan de straat grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang.
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.

1.33 rijstrook

gemarkeerd gedeelte van de rijweg dat voldoende plaats biedt aan een enkele rij motorvoertuigen op meer dan twee wielen met uitzondering van in- en uitvoegstroken, voorsorteerstroken en fiets- en voetpaden.

1.34 Stil wegdek

Een stil wegdek, type Dunne Deklagen A, zoals bedoeld in de CROW-publicatie Cwegdek 2012.

1.35 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.36 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

1.37 water

al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze indcidenteel of structureel droogvallen.

1.38 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.).

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, (voet)paden, bermen en beplanting;
  2. b. wegverkeer in de vorm van een tijdelijke weg, bestaande uit maximaal 2 doorgaande rijstroken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tijdelijke weg';
  3. c. waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  1. d. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  2. e. speelvoorzieningen;
  3. f. parkeerplaatsen;
  4. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Maatschappelijk´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;

met daarbij behorende:

  1. b. horecavoorzieningen, detailhandelsvoorzieningen en dienstverlenend bedrijf en/ofdienstverlenende instelling voor zover ten dienste van de maatschappelijke voorziening;
  2. c. parkeervoorzieningen;
  3. d. groenvoorzieningen;
  4. e. speelvoorzieningen;
  5. f. tuinen, erven en terreinen;
  6. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten, busstroken en busbanen, alsmede opstelstroken, in- en uitvoegstroken en op- en afritten. Het maximum aantal doorgaande rijstroken is 4, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven. In afwijking van het voorgaande zijn ter plaatse van de aanduidingen 'tunnel' en 'maximum aantal rijstroken 5' maximaal 2 doorgaande rijstroken in de tunnel toegestaan en maximaal 5 doorgaande rijstroken boven deze tunnel toegestaan, alsmede opstelstroken, in- en uitvoegstroken en op- en afritten;
  2. b. bushaltes;
  3. c. voet- en fietspaden;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. parkeervoorzieningen;
  6. f. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' tevens voor een ongelijkvloerse kruising c.q. een tunnel;
  7. g. geluidwerende voorzieningen;
  8. h. kunstwerken, zoals bruggen of duikers;

met daarbij behorende:

  1. i. waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
  2. j. nutsvoorzieningen en voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie;
  3. k. bouwwerken zoals bushokjes;
  4. l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Het gebruik van de gronden voor een hoogwaardig openbaarvervoerbaan (HOV-baan) is uitsluitend toegestaan indien de rijstroken voor het autoverkeer op de Veldmaarschalk Montgomerylaan zijn uitgevoerd met een "stil wegdek" of een ander soort wegdek dat akoestisch tenminste gelijkwaardig is als een 'stil wegdek';
  2. b. De wegen c.q. rijstroken direct ten noorden van de aanduiding 'geluidscherm' mogen uitsluitend worden gebruikt als door middel van het treffen van (overdracht)maatregelen de geluidbelasting op de gevels van de woningen Slagerstraat 41 en 43 en Verwerstraat 46 de vastgestelde hogere waarden zoals opgenomen in Bijlage 1 van de regels niet worden overschreden. Dit geldt uitsluitend als de ongelijkvloerse kruising ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - inrichtingstekening' gereed is.
  3. c. De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - inrichtingstekening' mogen uitsluitend worden gebruikt overeenkomstig de wegindeling zoals weergegeven op de inrichtingstekening in Bijlage 2 bij deze regels. Dit geldt niet voor de periode dat de ongelijkvloerse kruising ter plaatse nog niet gereed is.
  4. d. Voor zover de gronden niet zijn ingericht en/of in gebruik zijn voor wegen, straten, busstroken, busbanen, bushaltes, opstelstroken, in- en uitvoegstroken, op- en afritten, voet- en fietspaden of parkeervoorzieningen, moeten deze gronden zijn ingericht voor groenvoorzieningen.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, sub a, en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - inrichtingstekening' meer rijstroken toestaan overkomstig de Inrichtingstekening ongelijkvloerse kruising (reservering extra rijstrook) in Bijlage 2 bij deze regels.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels

7.1 Afwijken met een omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erfafscheidingen 2 meter is;
  3. c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 meter is;
  4. d. de regels met het oog op de realisering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en/of voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie, het openbaar vervoer en/of wegverkeer tot maximaal 100 m2 (bvo) en een bouwhoogte van maximaal 5 meter.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

8.2 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 met maximaal 10%.

8.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

8.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

8.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 8.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

8.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 8.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aanleiding voor dit bestemmingsplan is de realisatie van een gedeelte van het tracé van de HOV2-lijn. Het betreft het gedeelte Veldmaarschalk Montgomerylaan dat loopt van Fellenoord, vanaf kruising met de Pastoor Petersstraat, tot aan de noordzijde van de kruising Pastoriestraat (ter hoogte van Veldmaarschalk Montgomerylaan 783 t/m 797).

De realisatie van het totale HOV-netwerk vindt fasegewijs plaats. De HOV-baan Veldmaarschalk Montgomerylaan - Fellenoord is onderdeel van de HOV-lijn die gaat lopen als de Noordzuid-as tussen Nuenen/Woensel en de High Tech Campus Eindhoven. Deze corridor verbindt de High Tech Campus Eindhoven hoogwaardig met de binnenstad, het station, de TU Campus, Winkelcentrum Woensel en de gemeente Nuenen.

Het bestemmingsplan "HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord" bestaat uit een digitale en analoge verbeelding met de daarbij behorende regels waaraan een toelichting is toegevoegd. Naast de digitale versie is er ook een versie op papier van het bestemmingsplan beschikbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0001.jpg"

Figuur: HOV-netwerk noordzijde Eindhoven

1.2 Het Plangebied

Het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan ligt in het noordelijk deel van het stedelijk gebied van Eindhoven. Het omvat een groot gedeelte van de Veldmaarschalk Montgomerylaan. Ook maakt de ongelijkvloerse kruising van de Veldmaarschalk Montgomerylaan met de Ring (Pastoriestraat - Onze Lieve Vrouwestraat) deel uit van dit plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0002.jpg"

Figuur: luchtfoto locatie toekomstige HOV-baan Veldmaarschalk Montgomerylaan

1.3 Voorgaande Plannen

Dit bestemmingsplan "HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord" ziet op de realisatie van een hoogwaardige openbaar vervoer verbinding in de vorm van een busbaan. Het totale tracé van deze HOV-baan loopt door meerdere bestemmingsplannen.

Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van het tracé vervangt een deel van de volgende bestemmingsplannen:

  • Woensel buiten de Ring I 2004
  • Limbeek-Woenselse Watermolen 2007
  • Mensfort-Rapenland 1996
  • Eindhoven binnen de Ring
  • Oud Woensel 2012

Het geplande tracé past niet binnen de vigerende bestemmingsplannen waardoor dit nieuwe bestemmingsplan noodzakelijk is.

Woensel buiten de Ring I 2004

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0003.jpg"

Figuur: uitsnede verbeelding Woensel buiten de Ring I 2004

Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van het tracé vervangt een deel van het bestemmingsplan 'Woensel buiten de Ring I 2004'. De HOV-baan is gepland op de bestemmingen 'Verkeersdoeleinden' en 'Groenvoorzieningen'. Het geplande tracé past niet binnen deze bestemmingen, daarom is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld.

Bestemming 'Verkeersdoeleinden'

In deze bestemming is vastgelegd dat het bestaande wegprofiel gehandhaafd moet worden. Door de aanleg van de HOV-baan verandert het wegprofiel waardoor strijdigheid met het bestemmingsplan ontstaat. Het geplande tracé past niet binnen deze bestemming.

Bestemming 'Groenvoorziening'

Deze gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden, geluidwerende voorzieningen, speelvoorzieningen, waterlopen, waterpartijen en waterberging. Vanwege de herinrichting van de kruising van de Veldm. Montgomerylaan-Ring zal een zeer klein gebied met deze bestemming worden ingericht en gebruikt voor verkeersdoeleinden. Dit gebruik past niet binnen deze bestemming.

Limbeek-Woenselse Watermolen 2007

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0004.jpg"Figuur: uitsnede verbeelding Limbeek-Woenselse Watermolen 2007

Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van het tracé vervangt een deel van het bestemmingsplan 'Limbeek-Woenselse Watermolen 2007'. De HOV-baan is gepland ter plaatse van de bestemmingen 'Verkeersdoeleinden' en 'Groenvoorzieningen'. Een deel van voorliggend plangebied behelst ook de bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden'. Het geplande tracé past niet binnen de genoemde bestemmingen, daarom is dit nieuwe bestemmingsplan opgesteld.

Bestemming 'Verkeersdoeleinden'

In deze bestemming is vastgelegd dat het bestaande wegprofiel gehandhaafd moet worden. Door de aanleg van de HOV-baan verandert het wegprofiel waardoor strijdigheid met het bestemmingsplan ontstaat.

Bestemming 'Verkeers- en verblijfsdoeleinden'

Deze gronden zijn bestemd voor woonstraten, pleinen en paden. Ter plaatse van de Onze Lieve Vrouwestraat geldt voor een klein deel van het plangebied deze bestemming. Het gebruik van deze gronden ter plaatse van deze bestemming verandert feitelijk niet. De bestemming ter plaatse verandert omdat dezelfde bestemming wordt aangehouden binnen het gehele plangebied voor het tracé.

Bestemming 'Groenvoorziening'

Deze gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden, geluidwerende voorzieningen, speelvoorzieningen, waterlopen, waterpartijen en waterberging. Vanwege de herinrichting van de kruising van de Veldm. Montgomerylaan-Ring zal een klein gebied met deze bestemming worden ingericht en gebruikt voor verkeersdoeleinden. Dit gebruik past niet binnen deze bestemming.

Mensfort-Rapenland 1996

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0005.jpg"

Figuur: uitsnede verbeelding Mensfort-Rapenland 1996

Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van het tracé vervangt een deel van het bestemmingsplan 'Mensfort-Rapenland 1996'. De HOV-baan is gepland ter plaatse van de bestemming 'Hoofdwegen'. Deze gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden in de vorm van wegen met een exclusieve stroomfunctie met ten hoogste vier rijstroken, met daarbij behorende voorzieningen, voorsorteervakken, opstelstroken, kruisingen, parallelwegen, fiets- en voetpaden, parkeerplaatsen, groen- en andere voorzieningen alsmede daarbij behorende bouwwerken. Gelet op bovenstaande bepalingen ten aanzien van het maximaal aantal rijstroken past dit deel van het geplande tracé niet binnen deze uit te werken bestemming.

Eindhoven binnen de Ring

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0006.jpg"

Figuur: uitsnede verbeelding Eindhoven binnen de Ring

Bestemming 'Woondoeleinden'

Door de aanleg van de HOV2 zal de inrichting van de kruising Veldmaarschalk Montgomerylaan met de Ring (Pastoriestraat aan de westzijde van de Veldm. Montgomerylaan en Onze Lieve Vrouwestraat aan de oostzijde van de Veldm. Montgomerylaan) drastisch wijzigen. De 17 woningen aan de Pastoriestraat 81 t/m 113 zullen verdwijnen vanwege dit deel van het tracé c.q. de wijziging van deze kruising. Deze woningen zijn in het bestemmingsplan 'Eindhoven binnen de Ring' bestemd voor 'Woondoeleinden'. Deze gronden zijn primair bestemd voor:

  1. a. wonen met daarbij behorende erven en (parkeer)voorzieningen en secundair voor:
  2. b. detailhandel en aanverwante dienstverlening..... en/of productieruimte;

(...)

en overigens voor:

i. openbaar park, plantsoen en water;

j. verkeersgebied en verblijfsgebied, inclusief openbaar vervoersvoorzieningen;

(...)

Ter plaatse van deze bestemming zal een deel van de gronden worden gebruikt voor verkeersdoeleinden (bestemming 'Verkeer') en een deel krijgt de bestemmings 'Groen'. Ter plaatse van de laatstgenoemde bestemming is naast de groenvoorzieningen e.d wegverkeer in de vorm van een tijdelijke weg toegestaan.

Gelet op bovenstaande toegestane functies op deze gronden op basis van voorliggend plan, past dit niet binnen deze uit te werken bestemming van het vigerende bestemmingsplan.

Bestemming 'Hoofdwegen'

Een klein deel van het perceel op de hoek van de Pastoriestraaten de Veldm. Montgomerylaan, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 4757, is in het bestemmingsplan 'Eindhoven binnen de Ring' bestemd voor 'Hoofdwegen'. Omdat deze grond door wijziging van de kruising Veldm. Montgomerylaan-Ring niet meer zal worden gebruikt voor verkeersdoeleinden, wordt deze verkocht aan de school die direct grenst aan deze grond. Deze grond kan worden gebruikt als schoolplein en krijgt de bestemming 'Maatschappelijk' in voorliggend bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0007.jpg"

Figuur: uitsnede verbeelding Eindhoven binnen de Ring

Het bestemmingsplan voor dit gedeelte van het tracé ter plaatse van de Veldm. Montgomerylaan vervangt een deel van het bestemmingsplan 'Eindhoven binnen de Ring'. De HOV-baan is voorzien ter plaatse van de bestemming 'Hoofdwegen'. Deze gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden in de vorm van wegen met een overwegende en/of exclusieve stroomfunctie met ten hoogste twee rijstroken, tenzij op de kaart anders is aangegeven, en waar dit op de kaart als zodanig is aangegeven vrije busbanen, met daarbij behorende in- en uitvoegstroken, parallelwegen, fiets- en voetpaden, laad- en losgelegenheid, parkeerplaatsen, groen- en andere voorzieningen alsmede daarbij behorende bouwwerken. De HOV-baan is aangeduid op de verbeelding. Verder zijn ter plaatse van dit deel van de Veldm. Montgomerylaan 4 rijstroken en parallelwegen toegestaan. Gelet op bovenstaande bepalingen ten aanzien van het maximaal aantal rijstroken past dit deel van het geplande tracé niet binnen deze uit te werken bestemming.

Oud Woensel 2012

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0008.jpg"

Figuur: uitsnede verbeelding Oud Woensel 2012

Een deel van het perceel op de hoek Pastoriestraat en Wassenaarstraat, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 7216 wordt verworven voor de aanleg van de ongelijkvloerse kruising van de Ring met de Veldm. Montgomerylaan. Zoals blijkt uit Bijlage 3 van deze toelichting is dit nodig voor de aanleg van het voetpad en een fietsstraat langs de Pastoriestraat en tussen de Wassenaarstraat en Slagerstraat.

Het bestemmingsplan voor deze gronden vervangt een deel van het bestemmingsplan 'Oud Woensel 2012'. Het voetpad en de fietsstraat zijn gepland ter plaatse van de bestemming 'Gemengd - Uit te werken'. Deze gronden zijn bestemd voor: bedrijven in de categorie 1 en 2, detailhandel, horeca in bepaalde categorieën, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, woongebouwen, verkeer, parkeren, groen, geluidwerende voorzieningen, bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.

De gewenste realisatie van het voetpad en de fietsstraat passen niet in de uitwerkingsregels van dit bestemmingsplan. Daarom worden deze gronden ook meegenomen in voorliggende bestemmingsplanherziening.

1.4 Leeswijzer

Deze toelichting bestaat uit de volgende delen. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met de beschrijving van de bestaande situatie in het plangebied. Hoofdstuk 3 bevat de uitgangspunten, randvoorwaarden en het beleidskader voor de opstelling van dit bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in de milieuaspecten. Hoofdstuk 5 bevat de waterparagraaf. De juridische vormgeving van het bestemmingsplan is neergelegd in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt aandacht besteed aan de handhaving van het bestemmingsplan. De financiële uitvoerbaarheid is neergelegd in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat ten slotte in op de gevolgde procedure inclusief de maatschappelijke uitvoerbaarheid, met name de resultaten van het gevoerde overleg en de inspraak.

Hoofdstuk 2 Beschrijving Plangebied

2.1 Stedenbouwkundige Structuur

In de laatste decennia van de twintigste eeuw veranderde het Eindhovens stadsbeeld in snel tempo. Met name in stadsdeel Woensel, waar de Veldmaarschalk Montgomerylaan in ligt, verrezen in de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig veel nieuwe woonwijken.

In deze wederopbouwplannen stond de wijkgedachte centraal, waarbij de woonwijken die in de jaren '60 en '70 gerealiseerd zijn zich sterk kenmerken door de functiescheiding tussen wonen, werken, winkelen, groen en verkeer.

De structuur van stadsdeel Woensel wordt bepaald door de radiale- en tangentstructuur van Eindhoven. De radialen verdelen Woensel als het ware in 'taartpunten' en worden gevormd door de toegangswegen naar het centrum van Eindhoven zoals John F. Kennedylaan, de Huizingalaan - Dr. Cuyperslaan, Boschdijk en de Veldmaarschalk Montgomerylaan. De taartpunten worden doorsneden door zogenaamde ringwegen zoals de Ring, Marathonloop-Hondsruglaan-Tempel, en de Sterrenlaan-Winston Churchilllaan.

Bij de bebouwing langs de radialen hangt de structuur en de typologie van de bebouwing samen met de aanleg van de radiaal. Delen van deze bebouwing zijn nog aanwezig langs de Veldmaarschalk Montgomerylaan, waarbij de ruime opzet van de bouwblokken, passend bij de schaalgrootte van de radiaal, en de samenhang van de bebouwing kenmerkend is.

De Veldmaarschalk Montgomerylaan dateert uit de jaren '50 waar het fungeerde als ontsluitingsweg van de nieuwe ontwikkelde woonwijken naar Fellenoord en het centrum. Deze laan vormde de as van het uitbreidingsplan Woensel uit 1957 en was oorspronkelijk als doorgaande weg geprojecteerd. De Veldmaarschalk Montgomerylaan vormt momenteel de oostelijke grens van Rapenland, Kronehoef, Gildebuurt en de westelijke grens van de Woenselse Watermolen, Oude Toren en de Generalenbuurt.

De Veldmaarschalk Montgomerylaan kent een breed wegprofiel dat bestaat uit twee gescheiden wegen met elk twee rijbanen en twee vrijliggende fietspaden. De scheiding tussen deze verhardingen wordt gecreëerd door groenstroken. De groenstroken geven deze laan een sterk groen karakter.

2.2 De Buurten

De Veldmaarschalk Montgomerylaan doorkruist het stadsdeel Woensel-Zuid en de wijk Oud-Woensel. De buurten Gildebuurt, Woenselse Watermolen,Kronehoef, Oude Toren en Fellenoord grenzen aan de Veldmaarschalk Montgomerylaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0009.jpg"

Figuur: foto zuidelijk deel Veldmaarschalk Montgomerylaan

Hoofdstuk 3 Uitgangspunten, Randvoorwaarden En Beleidskader

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke beleidskaders op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. De voorgenomen ontwikkeling moet passen in het (toekomstig) ruimtelijk beleid. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling in dit hoofdstuk een complete samenvatting te geven van al het beleid op de verschillende niveaus. Uitsluitend de meest relevante beleidskaders voor het plangebied zijn in dit hoofdstuk weergegeven. Niet-ruimtelijk beleid is per onderwerp apart in dit hoofdstuk opgenomen. Het beleid dat gericht is op verschillende milieu- en andere planologische aspecten wordt toegelicht in de milieuparagraaf. Beleid met betrekking tot het aspect water wordt beschreven in de waterparagraaf.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de definitieve Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het Rijk ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040. Het Rijk zet twee zaken helder neer: een kader voor prioritering van investeringen om Nederland in beweging te krijgen en een selectief ruimtelijk beleid dat meer loslaat en overlaat aan provincies en gemeenten.

Het is de uitdaging om Nederland in de wereldeconomie van de toekomst concurrerend te houden. Dat betekent dat onze stedelijke regio's en netwerken versterkt moeten worden door de kwaliteit voor de leefomgeving te verbeteren, hoogwaardige en klimaatbestendige woon- en werkmilieus te realiseren, de bereikbaarheid te verbeteren en de mobiliteit te verduurzamen, maatregelen te treffen ten behoeve van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimte te maken voor de noodzakelijke transitie naar duurzame energie.

Het Rijk onderscheidt 13 nationale belangen in de SVIR. Daarnaast kiest ze nadrukkelijk voor een vereenvoudiging van de regelgeving en brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij degenen die het aangaat: burgers en bedrijven. Zo beëindigt het Rijk zijn rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones, binnenstedelijk bouwen, landsbrede verstedelijkingsafspraken, sport- en recreatievoorzieningen.

Het Rijk vindt de stedelijke regio's rond de Mainports (Rotterdam en Amsterdam), de Brainport, greenports en de valleys van nationaal belang (nationaal belang 1).
De gebiedsontwikkeling Brainport Avenue is van nationaal belang. In de SVIR wordt Brainport Zuid-Oost Nederland beschouwd als de belangrijkste toptechnologieregio van ons land.Het centrum van deze Brainport is gelegen in Eindhoven met o.a. High-tech systemen, medische technologie en automotive als belangrijkste thema's. Daarnaast zijn Chemelot in Sittard-Geleen als belangrijk chemie-cluster, het medische cluster in Maastricht en de greenport Venlo als cluster van agro-food, tuinbouw en logistiek belangrijk.

In de regio Eindhoven moeten vanwege de groei van het aantal huishoudens in de periode tot 2040 nog circa 40.000 woningen worden bijgebouwd en ook een kleine 30.000 woningen worden vervangen die niet meer voldoen aan de woonwensen. Het vestigingsklimaat voor (buitenlandse) bedrijven en kenniswerkers behoeft versterking met hoogwaardige woonmilieu's, stedelijke voorzieningen, voldoende aanbod van cultuur en sport en grensoverschrijdende verbindingen. Ook de diversiteit aan toegankelijke groengebieden rond de steden en een robuust netwerk voor natuur vormen voor deze regio een belangrijke vestigingsfactor.

Eindhoven / Brainport
Over Eindhoven en het onderwerp bereikbaarheid bevat de Structuurvisie samengevat de volgende inhoud. Het Rijk wil de beperkte beschikbare middelen niet versnipperen. Het investeert dáár waar onze nationale economie er het meest bij gebaat is, in de stedelijke regio’s van Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. Gebiedsontwikkelingen van nationaal belang worden doorgezet, zoals de Zuidas, Schiphol-Almere, Brainport Avenue en Rotterdam-Zuid. Om nieuwe projecten van de grond te krijgen zoekt het Rijk in samenwerking met marktpartijen en andere overheden naar vernieuwing van realisatie en financiering.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0010.jpg"

Figuur: bereikbaarheid van stedelijke regio's met topsectoren

Bereikbaarheid
Om de bereikbaarheid te verbeteren zet het Rijk in op Investeren, Innoveren en Instandhouden. De ergste knelpunten in de bereikbaarheid worden met voorrang aangepakt. Dat betekent dat de stedelijke regio’s rond de main-, brain- en greenports en de belangrijkste verbindingen met onze buurlanden prioriteit krijgen. Om keuzes goed te onderbouwen, introducteert het Rijk een bereikbaarheidsindicator die laat zien welke investeringen de meeste toegevoegde waarde opleveren.

Bij het verbeteren van de bereikbaarheid wordt sterk gelet op het samenspel tussen alle modaliteiten: weg, spoor, lucht en water in samenhang met stedelijke ontwikkeling. Investeringen vinden dáár plaats waar het meeste rendement wordt bereikt voor het mobiliteitssysteem als geheel. Het gaat daarbij ook om de ‘schakels’ tussen verschillende vormen van transport en vervoer, zoals transferia en multimodale overslagpunten. De binnenvaart is van groot belang om een alternatief te bieden om de drukke wegen te ontlasten. Schepen moeten daarvoor zo efficiënt en betrouwbaar mogelijk kunnen doorvaren. Daarom streven we naar een wachttijd bij sluizen en bruggen op de rijksvaarwegen van maximaal 30 minuten. Op het spoor kunnen reizigers vanaf 2020 spoorboekloos reizen tussen de belangrijkste bestemmingen. Op de drukste trajecten gaan 6 intercity’s en 6 sprinters per uur rijden. De infrastructuur van het spoor wordt minder complex gemaakt. Daardoor neemt de betrouwbaarheid toe.

Op de weg wordt doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer zoveel mogelijk gescheiden. Dat komt de doorstroming ten goede. Op de hoofdverbindingen buiten de Randstad waar congestie een structureel probleem is, wordt 2x3 rijstroken de standaard. In de Randstad is de standaard 2x4 rijstroken. Bij de inpassing van infrastructuur waarborgt het Rijk de wettelijke eisen (bijvoorbeeld op het gebied van geluid).

We moeten innovatief omgaan met het benutten van onze infrastructuur. Een efficiënte benutting is nodig voor een goede doorstroming op de weg, het spoor en het water. Het Rijk lanceert een programma Beter benutten, waarin tal van maatregelen zijn opgenomen. Voorbeelden zijn het ruimer openstellen van spitsstroken en de introductie van intelligente transportsystemen, afspraken met werkgevers om het woon-werkverkeer terug te dringen en uitbreiding van het aantal fietsstallingen bij stations.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Naast de SVIR is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel AMvB Ruimte genoemd, van toepassing. Het besluit bevat regels ter borging van een beperkt aantal nationale belangen. Het gaat onder meer over rijksbelangen over rijksvaarwegen, zones buisleidingen, zones van hoogspanningsleidingen en defensieterreinen. Voor de regio Eindhoven is de zone van de 380 Kv hoogspanningsleiding van toepassing. Dit is de bestaande hoogspanningsleiding gelegen in Eindhoven Noord en (deels) Oost. Er is geen sprake van een 380 Kv hoogspanningsleiding binnen onderhavig plangebied.

Verder zijn de belangen van luchthaven Eindhoven geborgd. In het Barro en de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) zijn algemene regels gegeven voor het militaire luchtvaartterrein en voor het daarbij behorende beperkingengebied. Onderhavig plangebied ligt niet binnen dit beperkingengebied. Onderhavig plangebied ligt wel binnen het radarverstoringsgebied voor deze luchthaven. Dit radarverstoringsgebied geeft hoogtebeperkingen voor bouwwerken. Voor het radarverstoringsgebied geldt een hoogtebeperking vanaf 65 meter +NAP binnen onderhavig plangebied. Deze hoogtebeperking werkt voor dit bestemmingsplan niet belemmerend omdat dit bestemmingsplan de wijziging van de infrastructuur ergo het wegprofiel betreft.

Binnen onderhavig plangebied mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer worden gerealiseerd. Ook zijn – met een binnenplanse afwijking - bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten van maximaal 20 meter toegestaan.

3.2.3 Bakens burgerluchtvaart

In verband met de veiligheid van de (burger)luchtvaart worden er op en nabij luchthavens systemen geplaatst ter ondersteuning van de vertrek-, naderings- en landingsoperaties. De apparatuur wordt gebruikt om het radiocontact tussen de luchtverkeersleiding en de piloot te onderhouden, navigatie van en naar luchthavens en op luchtverkeerswegen mogelijk te maken en de plaatsbepaling van vliegtuigen zeker te stellen. Om de diverse systemen tegen verstorende obstakels te beschermen zijn toetsingsvlakken aangeduid. De Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) beoordeelt of bouwplannen c.q. bestemmingsplannen een mogelijke verstoring op kunnen leveren voor de apparatuur op en rond een luchthaven.

Binnen onderhavig plangebied geldt een hoogtebeperking vanaf 140 meter +NAP door het baken VDF Veldhoven. Deze hoogtebeperking werkt voor dit bestemmingsplan niet belemmerend omdat dit bestemmingsplan de wijziging van de infrastructuur ergo het wegprofiel betreft en de mogelijke bouwwerken binnen het plangebied niet zo hoog zijn.

Conclusie
De realisatie van dit gedeelte van het HOV-traject conflicteert nergens met nationale belangen. Het betreft een trajectdeel in het gebouwde gebied van Eindhoven waar geen nationale belangen een rol spelen.

3.2.4 Crisis-en herstelwet

Met de Crisis- en herstelwet (Chw) wil het kabinet de procedures voor grote projecten versnellen. Hiermee wordt een stap gezet om de gevolgen van de economische crisis te bestrijden.

Brainport Eindhoven/A2-zone is opgenomen als project in bijlage II van de Crisis- en herstelwet. Brainport Eindhoven bestaat uit Brainport Avenue (A2-zone vanaf knooppunt Leenderheide tot en met Ekkersrijt) en de Westcorridor (de stedelijke as vanaf het stationsgebied via Strijp S naar Eindhoven Airport). Onderdeel van deze Brainport Avenue (zie afbeelding Brainport Avenue) is de HOV-verbinding van Nuenen via het station naar de High Tech Campus. De Crisis- en herstelwet is van toepassing op voorliggend bestemmingsplan omdat dit moet worden aangemerkt als een besluit dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van een ruimtelijk project zoals genoemd in bijlage II van de Crisis- en herstelwet (art. 1.1 Chw). De regels uit de Chw betreffen in deze met name het bestuursprocesrecht waardoor de doorlooptijd van procedures voor het aangewezen project kan worden verkort.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0011.gif"

Figuur: Brainport Avenue, weergave van het project Brainport Eindhoven/A2-zone zoals opgenomen in het Nota Ruimte budget en de Crisis- en herstelwet

3.2.5 MIRT-verkenning Zuidoostvleugel Brabantstad

Het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Zuidoostvleugel Brabantstad, 02-10-2008, is een onderdeel van de begrotingen van de (voormalige) ministeries van V&W, VROM, EZ en LNV. Het Kabinet brengt hiermee meer samenhang aan rijksinvesteringen in ruimte, economie en bereikbaarheid.

De kenniseconomie is niet alleen gevestigd in de centrale steden Eindhoven en Helmond, maar over de gehele regio verspreid. Veel van deze over het stedelijke en landelijk gebied verspreide, kleinere terreinen behoeven een kwaliteitsimpuls om te voorkomen dat onnodige vraag naar nieuwe locaties ontstaat. De A2-zone vormt een zwaartepunt aan de westzijde van het gebied. Hier ligt de uitdaging om nieuwe en te renoveren locaties een zodanige onderscheidende kwaliteit en "Brainport allure” te geven dat de internationale concurrentie ook in de toekomst goed kan worden aangegaan.

Zowel kwantitatief maar zeker ook kwalitatief dient de regio Zuidoost Brabant voldoende diversiteit in bedrijfslocaties te bieden in een breed segment. De regio moet daarbij het aanbod in bedrijfslocaties, in relatie tot Brainport, afstemmen op de speerpunten door passende werklocaties en een imago te ontwikkelen dat gericht is op de speerpunten sectoren. Het creëren van dé Brainport-site met een fysieke kennisas-A2 en een ontwikkelende kennisas aan de oostkant in combinatie met andere bedrijfslocaties in de regio is daarbij essentieel. Hiertoe worden bestaande bedrijventerreinen geherstructureerd en nieuwe gebieden ontwikkeld.

In de strategiekaart behoordende bij de MIRT-verkenning Zuidoostvleugel Brabantstad is ook een studie naar een hoogwaardig openbaar vervoer tracé opgenomen. Het huidige HOV-project is daarbij als prioritair project benoemd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0012.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0013.jpg"

Figuur: strategiekaart gebiedsontwikkeling

3.3 Provinciaal Beleid

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant

Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014 in werking getreden. Deze structuurvisie is een actualisatie van de visie die in 2010 werd vastgesteld. De structuurvisie is opgebouwd uit twee delen (A en B) en een uitwerking.

Deel A
Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. Deze belangen en keuzes zijn gebaseerd op trends en ontwikkelingen. Ook beschrijft de provincie vanuit welke filosofie ze haar doelen wil bereiken. Die is: ‘samenwerken aan kwaliteit’. De provincie realiseert haar doelen op vier manieren: door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0014.jpg"

Figuur: Visiekaart uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant

Om bovenstaande visie te bereiken zijn 13 provinciale ruimtelijke belangen geformuleerd. Het tracé voor de HOV2 ligt binnen de aanduiding 'Brabantstad' zoals opgenomen op de visiekaart. De provinciale belangen die relevant zijn voor de aanduiding 'Brabantstad' en daarmee voor onderhavig plangebied zijn: concentratie van verstedelijking, sterk stedelijk netwerk: BrabantStad, economische kennisclusters, (inter)nationale bereikbaarheid, beleefbaarheid stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur.

Concentratie van verstedelijking

De provincie vindt het belangrijk dat er in Noord-Brabant verschil blijft tussen de steden en de kernen in het landelijk gebied. Het is wenselijk dat er verschillende kwaliteiten worden ontwikkeld voor wonen en werken rond de steden en in het landelijk gebied. Om zo bij te dragen aan een onderscheidend leef- en vestigingsklimaat ter versterking van de kenniseconomie in Brabant. Bij de opgave voor wonen en werken wordt het accent sterker verlegd naar de te ontwikkelen kwaliteiten, de inzet op herstructurering en het beheer van het bestaand stedelijk gebied. De concentratie van verstedelijking vindt plaats in de zogenaamde “kralensnoer” van steden (met omliggende kleinere kernen) op de overgang van zand naar klei (van Bergen op Zoom tot aan Oss) en rond de steden op het zand (Eindhoven – Helmond, Tilburg en Uden – Veghel). Hier wordt de bovenlokale groei van de verstedelijking opgevangen.

Sterk stedelijk netwerk: BrabantStad

Het stedelijk netwerk Brabantstad wordt samen met de provincie gevormd door de steden Breda, Eindhoven, Helmond, ´s-Hertogenbosch en Tilburg. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. Sterke steden zijn een voorwaarde voor de toekomst van Noord-Brabant. Vooral in deze steden is de dynamiek van Noord-Brabant goed zichtbaar.

De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

BrabantStad ontwikkelt zich tot een onderscheidend netwerk binnen de Noordwest-Europese stedelijke agglomeratie. Een voorwaarde daarvoor is een goede bereikbaarheid van de steden onderling en met andere omliggende stedelijke netwerken. Daarom kiest de provincie voor het versterken van de verbinding met nabijgelegen stedelijke netwerken. Het OV-netwerk BrabantStad en het hoofdwegennet worden verder ontwikkeld. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden op dit netwerk afgestemd, zoals bij knooppunten (personen en goederen) of in hoogstedelijke zones.

Economische kennisclusters

Het kenniscluster in Noord-Brabant is een onderdeel van grensoverschrijdende netwerken en economieën. Voor Noord-Brabant zijn de internationale connectie Eindhoven-Luik-Aken-Triangle (ELAT) en de kennisas A2 van belang.

(Inter)nationale bereikbaarheid

De provincie Noord-Brabant wil haar positie in het hoogontwikkelde afzet- en productiegebied van de Eurodelta versterken door de (inter)nationale bereikbaarheid via weg, water, spoor, lucht en buis uit te bouwen. De ontwikkeling van een goed functionerend infrastructuurnetwerk is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling van Noord-Brabant en in het bijzonder het stedelijk netwerk BrabantStad. Het is van strategisch belang voor Noord-Brabant dat de vier economische clusters goed met de omgeving én onderling worden verbonden. Daarvoor zijn de (inter)nationale assen die de Randstad, het Ruhrgebied en de Vlaamse steden met elkaar verbinden van groot belang. Denk aan de A2, A16, A4, HSL en de oost-west verbindingen A58/A67.

Beleefbaarheid stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur

De infrastructuur is belangrijk voor de beleving van de openbare ruimte van Noord-Brabant. De provincie vindt het daarom belangrijk dat ontwikkelingen langs het hoofdwegennet bijdragen aan de identiteit en de kwaliteit van Noord-Brabant. De grote steden van Noord-Brabant ontwikkelen hoogstedelijke zones langs de internationale verbindingen. Dat kan aan beide zijden van de hoofdwegen of er over heen.

Deel B
In deel B beschrijft de provincie vier ruimtelijke structuren: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Voor iedere structuur formuleert de provincie ambities en beleid. Per beleidsdoel is aangegeven welke instrumenten de provincie inzet om haar doelen te bereiken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0015.jpg"

Figuur: Structurenkaart uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant

Het tracé van de HOV2 ligt op de structurenkaart binnen de 'stedelijke structuur' en is aangeduid als 'OV-netwerk HOV regionaal, in studie'.

de groenblauwe structuur
De groenblauwe structuur bestaat uit bestaande natuur, watersystemen en nieuwe natuur in hiervoor kansrijke gebieden. Het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden is hier belangrijk. Daarnaast biedt de groenblauwe structuur ruimte aan een natuurlijk en robuust watersysteem. Dit is nodig voor een goed waterbeheer en biedt mogelijkheden om in te spelen op de effecten van klimaatverandering.

het landelijk gebied
Het landelijk gebied ligt buiten de groenblauwe structuur en de stedelijke structuur. Het landelijk gebied biedt een multifunctionele gebruiksruimte voor land- en tuinbouw, natuur, water, recreatie, toerisme en kleinschalige stedelijke functies. Land- en tuinbouw zijn de grootste ruimtegebruikers. De provincie streeft hier naar een multifunctionele gebruiksruimte, met behoud van agrarische productieruimte in die delen van het landelijk gebied waar de landbouw leidend is voor nieuwe ontwikkelingen.

de infrastructuur
Het infrastructuurnetwerk bestaat uit een fijnmazig en samenhangend netwerk van wegen, spoorlijnen, vaarwegen, luchthavens en buisleidingen. De Brabantse infrastructuur maakt deel uit van het internationale netwerk van infrastructuur in Noordwest Europa. De provincie kiest hier voor een goede bereikbaarheid van BrabantStad en de economische clusters van Noord-Brabant. Voor het personenvervoer zijn het hoofdwegennet en het OV-netwerk BrabantStad de dragers. Het goederenvervoer wordt zoveel mogelijk via de te ontwikkelen Goederenruit (spoor en waterwegen) geleid. Zo wordt ruimte gemaakt voor het versterken van de (inter)nationale ontsluiting (weg, water, spoor en lucht) van de Brabantse steden.

de stedelijke structuur
De stedelijke structuur bestaat uit de steden en dorpen in Noord-Brabant. De provincie kiest hier voor twee perspectieven. Ten eerste stedelijke concentratiegebieden waar de groei van de verstedelijking wordt opgevangen. De provincie wil de verstedelijking op goed ontsloten plekken concentreren en de groene ruimte tussen steden open houden. Ten tweede kernen in het landelijk gebied die zoveel mogelijk worden ontzien van verdere verstedelijking. Alleen de eigen verstedelijkingsbehoefte wordt daar opgevangen.

Uitwerking structuurvisie

Eindhoven vormt samen met de provincie en met de steden Breda, Helmond, 's-Hertogenbosch en Tilburg het stedelijk netwerk BrabantStad. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

BrabantStad ontwikkelt zich tot een onderscheidend netwerk binnen de Noordwest-Europese stedelijke agglomeratie. Een voorwaarde daarvoor is een goede bereikbaarheid van de steden onderling en met andere omliggende stedelijke netwerken. Daarom kiest de provincie voor het versterken van de verbinding met nabijgelegen stedelijke netwerken, met name met het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, het Ruhrgebied en Maastricht- Heerlen-Aken-Luik. Het OV-netwerk BrabantStad en het hoofdwegennet worden verder ontwikkeld. De HOV-baan draagt bij aan een goede bereikbaarheid. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden op dit netwerk afgestemd, zoals bij knooppunten (personen en goederen) of in hoogstedelijke zones.

Eindhoven is gelegen binnen de stedelijke regio Eindhoven-Helmond dat is aangeduid als een samenhangend en verstedelijkt gebied. Binnen deze regio liggen mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Dit betekent dat ze een aantrekkelijk, in verschillende dichtheden vormgegeven woon-, werk- en leefmilieu moeten bieden. Bijzondere aandacht is er voor bereikbaarheid, groen, milieu, recreatiemogelijkheden dicht bij huis, en een verbrede landbouw die inspeelt op de vraag vanuit de steden. Er wordt gestreefd naar gedifferentieerde wijken, met een menging van woningtypen, bevolkingsgroepen en functies. Herstructurering en inbreiding bieden tal van mogelijkheden, maar tegelijkertijd zal onbebouwd gebied, ook op langere termijn, moeten worden benut.

De ontwikkeling van deze HOV-baan past binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie ruimtelijke ordening.

3.3.2 Deelstructuurvisie Brainport Oost

De provincie gaat geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkelen, maar geeft die onder andere vorm in de 'uitwerking gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Daarnaast zijn er deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen. Voor Eindhoven is daarvoor de deelstructuurvisie Brainport Oost van belang. Het oostelijk deel van de Brainportregio is het gebied ten oosten van Eindhoven, tot en met Helmond en Veghel. De betrokken twaalf gemeenten zijn Eindhoven, Helmond, Son en Breugel, Nuenen, Geldrop-Mierlo, Laarbeek, Sint-Oedenrode, Veghel, Asten, Someren, Deurne en Gemert-Bakel.

Brainport Oost is een gebied met een combinatie van steden en dorpen. De natuur en recreatie spelen een belangrijke rol. Daarnaast kent de regio een grote bedrijvigheid met een innovatief karakter. Het gebied behoort tot de Europese top van (industriële) kennis- en innovatieregio's. Om de regio bereikbaar, leefbaar en economisch aantrekkelijk te houden is Brainport Oost een van de negen gebieden in Brabant waarin de provincie samen met haar partners investeert.

De HOV-baan draagt bij aan de bereikbaarheid van de regio en past daarmee binnen deze deelstructuurvisie.

3.3.3 Verordening ruimte Noord-Brabant 2014

Op 19 maart 2014 is de Verordening ruimte 2014 in werking getreden. De Verordening ruimte 2014 vervangt de Verordening ruimte 2012 en de sindsdien vastgestelde wijzigingsverordeningen.

In de verordening zijn regels opgenomen voor verschillende onderwerpen waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Per onderwerp zijn vervolgens de gebieden tot op perceelsniveau begrensd op een kaart. Hierdoor is duidelijk voor welke gebieden de regels gelden. Voor een paar onderwerpen zijn in de verordening regels opgenomen die rechtstreeks doorwerken naar de vergunningverlening bij gemeenten.

De onderwerpen die in de verordening staan komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Onderdeel van de verordening ruimte is een kaart die bestaat uit de volgende vijf lagen:

  1. 1. Stedelijke ontwikkeling
  2. 2. Agrarische ontwikkeling en windturbines
  3. 3. Water
  4. 4. Natuur en Landschap
  5. 5. Cultuurhistorie

Hieronder wordt ingegaan op de kaartlagen die voor de HOV-baan Veldm. Montgomerylaan-Fellenoord van belang zijn.

Stedelijke ontwikkeling
Op de kaartlaag 'stedelijke ontwikkeling' ligt het tracé van de HOV2 binnen 'bestaand stedelijk gebied'. Binnen het bestaand stedelijk gebied ligt het in het 'stedelijk concentratiegebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0016.jpg"

Figuur: uitsnede uit de kaart 'stedelijke ontwikkeling' van de Verordening ruimte Noord-Brabant 2014

Het provinciale beleid is al jaren gericht op het bundelen van de verstedelijking. Uitgangspunt is dat het leeuwendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het als zodanig aangewezen stedelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij – binnen de grenzen van andere wetgeving – om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Wel bevat de Verordening ruimte specifieke regels voor o.a. aan te leggen of uit te breiden bedrijventerreinen en kantorenlocaties en regels voor bestaande bedrijventerreinen en kantorenlocaties.

Voor de aanleg van de HOV-baan binnen het bestaande stedelijk gebied zijn geen regels opgenomen in de Verordening ruimte. Het betreft een stedelijke ontwikkeling waarbij de gemeente vrij is om deze vorm te geven.

3.4 Gemeentelijk Beleid

3.4.1 Interimstructuurvisie 2009

In december 2009 is de Interimstructuurvise 2009 door de gemeenteraad van Eindhoven vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit.

Thema 'Bereikbaarheid: multimodaal en gericht op doorstroming'

De rol van Eindhoven in het (inter)nationale wegennet is belangrijk. Daarnaast is - parallel aan de economische groei - de stad zelf steeds vaker de eindbestemming van de automobilist. Naast het vervoer per auto speelt het openbaar vervoer een grote rol. Bij het verbeteren van de bereikbaarheid in Eindhoven wordt een breed pakket van maatregelen voorgesteld volgens de 'Zevensprong van Verdaas'. Dit is een methode die uitgaat van een breed pakket van optimale verkeersmaatregelen, zowel fysiek (o.a. aanleg van wegen) als niet-fysiek (o.a. dynamisch verkeersmanagement).

De aanleg van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) met de spoorlijn als stamlijn is voor Eindhoven van majeur belang. Het betekent de aanleg van een extra voorstadstation Eindhoven Acht, de aansluiting van Eindhoven op het Europese Hogesnelheidsnet en HOV-lijnen naar de belangrijkste concentratiegebieden in stad en regio. Dit HOV-netwerk heeft een regionale en stedelijke functie in het verbinden van de belangrijkste stedelijke zwaartepunten en de verbinding met omliggende dorpen (Geldrop, Nuenen, Veldhoven).

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0017.jpg"

Figuur: kaart 1.a. Ruimtelijke hoofdstructuur Interimstructuurvisie Eindhoven 2009

De HOV-baan is op de kaart aangeduid als 'HOV zoekgebied'. Ook is zichtbaar dat het grootste gedeelte door 'bebouwd gebied' loopt. Dit bestemmingsplan ziet op de realisatie van een gedeelte van de HOV-baan, over een groot gedeelte van de Veldmaarschalk Montgomerylaan. Dit past binnen de uitgangspunten van de Interimstructuurvisie.

3.4.2 HOV Strategie Eindhoven

De HOV Strategie - 'Eindhoven (ver)bindt, Eindhoven beweegt!' is begin 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Volgens de visie sorteert hoogwaardig openbaar vervoer (HOV), als onderdeel van een samenhangend beleidspakket, een duidelijk mobiliteitseffect. De groei van het aantal autoritten kan structureel worden beperkt ten gunste van het openbaar vervoer en de fiets. Het aantal fietsritten in Eindhoven groeit stevig, terwijl het aantal ritten in het openbaar vervoer (trein en/of bus) zeer sterk groeit.

Voor 2020 wordt gestreefd naar een HOV-netwerk met snelle verbindingen naar Nuenen, Geldrop, Aalst/Waalre/Valkenswaard, Veldhoven, Eindhoven Airport, Ekkersrijt/Son, WC Woensel, en High Tech Campus/City Centrum Veldhoven. Daarnaast onderzoekt de gemeente met het SRE hoe het onderliggende busnet optimaal op het HOV-net kan aansluiten, zodat de verbindingen optimaal zijn.

Naast het uitbreiden en verbeteren van de verbindingen, zet de gemeente ook in op de kwaliteit van het openbaar vervoer. Voorbeelden hiervan zijn doorstroming (ongelijkvloerse kruisingen met de Ring), Nachtnet (treinverbinding tussen Brabant en de Randstad ’s nachts en in het weekend) en reisinformatie.

De gemeente richt zich bij de OV-projecten niet alleen op het beter bereikbaar maken van belangrijke locaties in de stad, maar ook op sociaal-maatschappelijke aspecten, zoals toegankelijkheid en doelgroepenbeleid. Zo worden de komende jaren de bushaltes verhoogd waardoor het instappen gemakkelijker is. Verder wordt de prijs ingezet als middel voor specifieke doelgroepen.

3.4.3 HOV-netwerk in de regio Zuidoost-Brabant

Het eindrapport 'HOV-netwerk in de regio Zuidoost-Brabant - Doorstart kwaliteitssprong in het openbaar vervoer' is door de Regioraad Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) op 25 februari 2010 vastgesteld.

Over dit tracégedeelte van de HOV2 bevat het rapport onder andere de volgende passages.

In de uitbouw naar een HOV-netwerk wordt als 2e HOV-as HTCE - Station Eindhoven - winkelcentrum Woensel - Nuenen gerealiseerd. Deze bevat namelijk de kern van het toekomstig HOV-netwerk: Aalsterweg- Eindhoven Station - winkelcentrum Woensel. Omdat bijna alle HOV-assen via dit traject lopen is de vervoerwaarde erg hoog. Starten met realisatie van deze as is verder logisch vanuit de stedelijke bereikbaarheidsproblematiek, luchtkwaliteit, het beleidsvoornemen om het autoverkeer terug te dringen binnen de Ring en de ontwikkeling van het ROC-Sterrenlaan. Aan de zuidkant van Eindhoven wordt de as uitgebreid tot de HTCE, overeenkomstig het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel, het gedachtegoed van Brainport en de ruimtelijke ontwikkeling van de A2-zone. Aangezien de ontwikkeling van Nuenen-west op korte termijn start, inclusief de reconstructie van de Europalaan, is het logisch om het traject aan de noordkant uit te breiden tot Nuenen.

3.4.4 Mobiliteitsvisie 'Eindhoven op weg'

De gemeenteraad heeft op 19 november 2013 de visie 'Eindhoven op weg' vastgesteld. 'Eindhoven op Weg' versterkt de ambities van de stad: Brainport met een uitstekende (inter)nationale bereikbaarheid, een aantrekkelijk centrum, een duurzame, leefbare en innovatieve stad waar bewoners, bezoekers en werknemers prettig verblijven. Eindhoven op Weg bestaat uit een stadsbrede visie op mobiliteit en ruimte voor 2040 (als stip op de horizon) en, gebaseerd op die visie, een set van richtinggevende keuzes als kader voor de concrete uitwerking in projecten die dat flexibele wensbeeld dichterbij brengen. Eindhoven op Weg geeft de primaire verkeersfunctie(s) en prioriteiten in tijd en ruimte voor vervoerwijzen. Met Eindhoven op Weg wordt gewerkt aan het realiseren van ruimtelijke- en duurzaamheidsdoelen én aan het oplossen en voorkomen van knelpunten die met mobiliteit samenhangen. Eindhoven op Weg zet in op:

  • Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor Brainport: multimodale bereikbaarheid van de

economische toplocaties draagt bij aan een uitstekend vestigingsklimaat voor bedrijven

en instellingen in de stad en regio.

  • Aantrekkelijk leefklimaat: het centrum, woon- en verblijfsgebieden zijn vrij van hinder

en overlast van het verkeer en de kwaliteit van de openbare ruimte en het groen is goed.

  • Gezond, schoon, groen en sociaal: de lucht is schoon en het geluid van een aangenaam

niveau. Sociale cohesie is gegroeid door meer en aantrekkelijkere ruimtes voor

ontmoeten en ontspannen en het gebruik van gedeelde voorzieningen in het vervoer.

  • Energieneutraal in 2040: energiebesparing in het verkeer en een transitie naar het

gebruik van duurzame brandstoffen.

• Veilig: een stad met zo min mogelijk verkeersslachtoffers.

• Duurzame mobiliteit: een stad, met waar het kan meer lopen, fietsen en gebruik van het

openbaar vervoer en waar het moet prioriteit voor de auto.

3.5 Verwerving Panden En Gronden Pastoriestraat

Specifiek voor de aanleg van de ongelijkvloerse kruising van de Ring en de Veldm. Montgomerylaan is het noodzakelijk een aantal panden en gronden aan te kopen. Deze liggen aan de Pastoriestraat, grofweg tussen de Slagerstraat en de Wassenaarstraat en tussen de Slagerstraat en de Verwerstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0018.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0019.jpg"

Foto: globale begrenzing benodigde panden (bovenste foto rood omlijnd) en gronden Pastoriestraat die reeds zijn verworven en waar sloop van de panden reeds heeft plaatsgevonden (onderste foto)

Het betreft de volgende adressen en kadastrale nummers:

  • Pastoriestraat 81, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2153;
  • Pastoriestraat 83, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2152;
  • Pastoriestraat 85, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2151;
  • Pastoriestraat 87, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2150;
  • Pastoriestraat 89, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2149;
  • Pastoriestraat 91, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 5747;
  • Pastoriestraat 93 + 93A, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 5746;
  • Pastoriestraat 95, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 5745;
  • Pastoriestraat 97, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 5744;
  • Pastoriestraat 99, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2147;
  • Pastoriestraat 101, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 2146;
  • Pastoriestraat 103, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 6086;
  • Pastoriestraat 105, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 6464;
  • Pastoriestraat 107, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 6463;
  • Pastoriestraat 109, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 6462;
  • Pastoriestraat 111, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 6461;
  • Pastoriestraat 113, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 7217;
  • Een deel van het perceel op de hoek Pastoriestraat en Wassenaarstraat, kadastraal bekend gemeente Woensel, sectie G, nummer 7216.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0020.jpg"

Foto: Benodigde gronden (blauw omlijnd) aan de Pastoriestraat voor de aanleg van de ongelijkvloerse kruising.

In Bijlage 1 bij deze toelichting is een kaart opgenomen waarop de genoemde percelen met kadastrale nummers zijn aangeduid. Hierop is ook de bestemming opgenomen die de percelen op grond van dit bestemmingsplan krijgen. In Bijlage 2 bij deze toelichting is het ontwerp opgenomen van de tijdelijke inrichting van de gronden als gevolg van de aanleg van de ongelijkvloerse kruising. In Bijlage 3 bij deze toelichting is het definitief ontwerp van de inrichting van de kruising Ring - Veldm. Montgomerylaan opgenomen. Hieruit blijkt hoe de ongelijkvloerse kruising zal worden ingericht en dat bovengenoemde woningen hiervoor moeten worden gesloopt.

Uit onderstaande afbeelding blijkt dat de tijdelijke weg noodzakelijkerwijs ligt ter plaatse van de te verwerven percelen aan de Pastoriestraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0021.jpg"

Afbeelding tijdelijke weg ter hoogte van een aantal (reeds of nog) te slopen woningen aan de Pastoriestraat.

Geel= tijdelijke weg/Ring

Rood= Tijdelijke weg

Blauw= te verwerven en reeds verworden kadastrale percelen waar de bestaande woningen gesloopt moeten worden vanwege de aanleg HOV2-baan.

Nadat de (overige) panden aan de Pastoriestraat 81 t/m 113 (oneven) zijn gesloopt, kan de tijdelijke weg voor het wegverkeer op de Ring worden aangelegd. Daarna wordt ook de tijdelijke weg in de wijk aangelegd. Als het wegverkeer van de Ring over de tijdelijk weg gaat, kan worden gestart met de aanleg van de ongelijkvloerse kruising.

Medio 2014 waren de bovengenoemde noodzakelijke gronden/woningen grotendeels verworven middels minnelijke verwerving. Als minnelijke verwerving van de resterende percelen/panden niet leidt tot het gewenste resultaat zal het instrument van onteigening worden ingezet. In het tweede kwartaal van 2014 is begonnen met de voorbereiding tot sloop van de woningen die liggen tussen de Slagerstraat en de Wassenaarstraat (Pastoriestraat 103 t/m 113).

3.6 Cultuurhistorie En Archeologie

Cultuurhistorie

Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft - naast rijks- en gemeentelijke monumenten - een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stads- en dorpsgezichten en monumentale bomen. Volgens de Erfgoedverordening 2010 dient bij bestemmingsplanwijzigingen die betrekking hebben op cultuurhistorische waarden, die op de cultuurhistorische waardenkaart zijn aangegeven, te worden aangetoond dat de voorgenomen ontwikkeling met de cultuurhistorische waarden in overeenstemming is.

De Veldmaarschalk Montgomerylaan maakt deel uit van de historisch waardevolle wegenstructuur. De weg heeft het karakter van een park-way en is een belangrijke drager van de naoorlogse stadsuitbreidingen in Woensel.

Bij de herinrichting wordt met de bestaande kwaliteit rekening gehouden door behoud van de ruime aanleg met een brede groene middenberm en de continuïteit van de laanbeplanting. De Ring wordt bij de kruising (Pastoriestraat - Onze Lieve Vrouwestraat) verdiept aangelegd, maar blijft als doorgaande structuur in stand. Het met de weg samenhangend bebouwingsbeeld blijft in het plan onaangetast, ook ter plaatse van de als waardevol getypeerde flats uit de Wederopbouwperiode. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit heeft de opzet van het plan onderschreven.

Archeologie

Volgens de Monumentenwet 1988 houdt de gemeente bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond rekening met de archeologische waarde of verwachting. De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologie Eindhoven en Helmond 2008-2012', waarmee de raad in september 2008 heeft ingestemd. De archeologische waarden en verwachtingen zijn in Eindhoven vastgelegd in een archeologische waardenkaart, die deel uitmaakt van de cultuurhistorische waardenkaart. Ter plaatse van het plangebied voor de herinrichting van de Veldmaarschalk Montgomerylaan en de kruising met de Ring (Pastoriestraat - Onze Lieve Vrouwestraat) is geen sprake van een archeologische verwachting.

Het plangebied ligt niet in een archeologisch landschap of cultuurhistorisch vlak van provinciaal belang waarop de Verordening ruimte Noord-Brabant van toepassing is.

3.7 Verkeer En Parkeren

3.7.1 Autoverkeer

De huidige structuur van het autoverkeer op de kruising Veldmaarschalk Montgomerylaan met de Ring is een met verkeerslichten beveiligde kruising. De Veldm. Montgomerylaan bestaat uit 2 x 2 rijstroken. De Ring (Pastoriestraat aan de westzijde van de Veldm. Montgomerylaan en Onze Lieve Vrouwestraat aan de oostzijde van de Veldm. Montgomerylaan) is eveneens ingericht als een weg met 2 x 2 rijstroken. De rechtsafslaande beweging vanaf de Veldm. Montgomerylaan richting Pastoriestraat is niet geregeld door verkeerslichten evenals de rechtsafslaande beweging vanaf de Onze lieve Vrouwestraat richting Veldm. Montgomerylaan. Het kruisende langzaamverkeer worden hier niet geregeld door middel van verkeerslichten. Bovendien is het in de huidige structuur voor fietsers niet toegestaan om aan de oostzijde van de Veldm. Montgomerylaan de Ring te kruisen in zuidelijke richting. Aan de Pastoriestraat en Onze Lieve Vrouwestraat bestaan parallelwegen die direct voor dan wel achter de kruising aansluiten op de Ring.

Door de aanleg van de 2e hoogwaardig openbaar vervoerlijn (HOV2) zal de inrichting van deze kruising drastisch wijzigen. Om de ruimtelijke inrichting zo efficiënt mogelijk vorm te geven met zo veel mogelijk behoud voor de overige ruimtelijke aspecten wordt de autostructuur gewijzigd in 2 x 1 rijstroken. Deze reductie betekent concreet dat de oostelijke rijbaan van de Veldm. Montgomerylaan vanaf de Vincent van den Heuvellaan tot aan de Winston Churchilllaan, waarop nu het autoverkeer zich in noordelijke richting verplaatst, in de toekomst dienst doet als busbaan in twee richtingen voor HOV2. Het autoverkeer wordt verplaatst naar de westelijke rijbaan.

Het verkeer op de Ring zal in de toekomst onder de Veldm. Montgomerylaan door worden geleid door middel van een ongelijkvloerse kruising. Ook hier wordt gekozen om de ruimtelijke ingreep zo efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. De doorgaande autostructuur op de Ring zal wijzigen van 2 x 2 rijstroken naar een structuur van 2 x 1 rijstroken.

Al het kruisende verkeer zal worden geregeld door middel van een verkeersregelinstallatie op het kruisingsvlak. HOV2 kan door de aanleg van een ongelijkvloerse kruising absolute prioriteit genieten zonder het verkeer op de Ring te verstoren. Dat is in het verlengde van de beleidsuitgangspunten van HOV2.

Het verkeer zal in de nieuwe situatie alle bewegingen kunnen maken die het in de bestaande situatie ook kan.

Feitelijk betekent deze ingreep een verlies aan autocapaciteit ten faveure van het openbaar vervoer. Van belang is evenwel dat de doorstroming van het autoverkeer ook in de toekomst op een acceptabele wijze kan blijven plaatsvinden. In deze pararaaf is de onderbouwing beschreven die ten grondslag ligt aan de gemaakte keuzes en de daartoe strekkende waarborgen.

Als uitgangspunt voor de verkeerskundige onderbouwing is een uitsnede gemaakt uit het Paramics-model 2015 van de gehele stad Eindhoven. Deze uitsnede omvat de navolgende kruisingen, Ring - Kloosterdreef, Ring - J.F. Kennedylaan. Montgomerylaan - Europalaan en de Montgomerylaan - Vincent van den Heuvellaan.

Om een verantwoorde keuze te kunnen maken voor de vormgeving van de ongelijkvloerse kruising is een variantenstudie gedaan. De navolgende varianten zijn onderzocht.

1. Ongelijkvloerse kruising met 2 x 2 rijstroken.

2. Ongelijkvloerse kruising met 2 x 1 rijstroken.

3. Ongelijkvloerse kruising met 2 x 1 rijstroken op de Ring waarbij de maximale doorrijhoogte wordt beperkt tot 2,75 meter. In deze variant maakt het verkeer dat de maximale doorrijhoogte overstijgt gebruik van de toe- en afritten.

De conclusie van de variantenstudie leveren een advies op om variant 3 niet te realiseren in verband met afwikkelingsproblemen van het verkeer. De beide overige varianten kunnen het verkeer ook tijdens de maatgevende spits op een acceptabele wijze verwerken. De hoeveelheid verkeer op de Ring kan zonder problemen op een 2 x 2 dan wel op een 2 x 1 structuur worden afgewikkeld. Gelet op de aangetoonde duurzaamheid is gekozen voor een 2 x 1 autostructuur op de Ring.

Om de toekomstige groei van het autoverkeer probleemloos te kunnen opvangen wordt er ruimtelijk rekening mee gehouden dat de linkafslaande bewegingen vanaf de Ring in de toekomst kunnen worden uitgebreid naar twee rijstroken. Indien deze uitbreiding wordt gerealiseerd moet er ook een extra rijstrook op de kruising (bovenop de tunnel) worden gerealiseerd. In de regels is hiermee rekening gehouden. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning meer rijstroken toestaan overkomstig de inrichtingstekening (reservering extra rijstrook) in Bijlage 2 bij deze regels (artikel 5.4).

Om de doorstroming op de Veldm. Montgomerylaan ter hoogte van de Rachelsmolen te blijven garanderen is het aantal verkeersbewegingen op deze kruising gereduceerd. Autoverkeer van en naar de Rachelsmolen kan in de toekomst geen links afslaande bewegingen meer maken. Ook is het voor autoverkeer in de toekomst niet meer mogelijk om de Veldm. Montgomerylaan te kruisen tussen de wijken Woenselse Watermolen en de Gildebuurt.Voor het langzaam verkeer gelden deze beperkingen niet.

De beperking voor het autoverkeer van deze kruising wordt gecompenseerd door een aansluiting van de Rachelsmolen aan de J.F. Kennedylaan te realiseren. Hier kan het autoverkeer rechtsaf de wijk in en uit rijden. Op deze wijze blijft de wijk Woenselse Watermolen minstens net zo goed bereikbaar.

3.7.2 Fietsverkeer

Als gevolg van de herinrichting van de Veldm. Montgomerylaan en de aanleg van een ongelijkvloerse kruising op de Ring zal de fietsstructuur verbeteren. Alle huidige fietsverbindingen blijven intact. Bovendien zal op het fietspad, ter hoogte van de kruising met de Ring aan de oostzijde van de Veldm. Montgomerylaan, het fietsen in twee richtingen mogelijk worden gemaakt. Dat betekent dat het fietsverkeer vanaf de Ring richting het centrum aan beide zijden van de Veldm. Montgomerylaan mogelijk wordt.

3.7.3 Parkeren/parkeerbeleid

Als gevolg van de herinrichting van de Veldm. Montgomerylaan en het gedeelte van de Ring ter hoogte van de Pastoriestraat en de Onze Lieve Vrouwestraat vindt geen wijziging plaats op het gebied van parkeren en het parkeerbeleid.

3.8 Groen

3.8.1 Groenbeleidsplan

Het Groenbeleidsplan 2001 heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Het Groenbeleidsplan is op 5 november 2001 vastgesteld door de gemeenteraad. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis. Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0022.png"

Figuur: Groen en recreatievoorzieningen

Het plangebied is in de kaart 'Groen en recreatievoorzieningen' uit het Groenbeleidsplan aangeduid als 'Stad, rood beeldbepalend'. In dit gebied wordt als ordeningsprincipe de volgende strategie aangehouden.

In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit ('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. Het oppervlak groen binnen deze categorie zou niet verder af moeten nemen. Binnen de aangeduide groenarme buurten wordt gestreefd naar uitbreiding van het groenareaal.

Bij het ontwerp van de HOV-baan is rekening gehouden met de uitgangspunten van het Groenbeleidsplan.

3.8.2 Kapbeleid Eindhoven: "Niet kappen tenzij'

De belangrijkste conclusies uit het kapbeleid 'Niet kappen tenzij' zijn:

  • De boomwaarde die door herprofilering moet worden gekapt, dient in het gebied tegen dezelfde waarde gecompenseerd te worden. Naast de aanschaf van de boom behoren ook de kosten voor planten, boompalen, bodemverbetering met bomenzand en/of bomengranulaat en eventueel ondergrondse boombunkers.
  • Aangezien de Veldm. Montgomerylaan behoort tot een groenstructuur met 'zeer hoge groenambitie', bedraagt de compensatie factor '5'.

Per gedeelte van dit tracé van de HOV2 leidt dit tot de volgende ontwerp-oplossingen:

1. Veldmaarschalk Montgomerylaan

De wegenstructuur bestaat momenteel uit 2 rijstroken in noordelijke rijrichting ten oosten van de groenberm en 2 rijstroken in zuidelijke rijrichting ten westen van de groenberm. De oostelijke rijbanen worden omgevormd naar een 2-rijrichtingen busbaan. De westelijke 2 rijbanen worden omgevormd naar een 2 richtingenweg voor autoverkeer. De herprofilering van de Veldm. Montgomerylaan speelt zich dus grotendeels af binnen het huidig verhard oppervlakte. Echter, door het terugbrengen van de dubbele rijbanen naar 1 rijbaan voor het autoverkeer is het noodzakelijk de voorsorteerstroken te verlengen om doorstroming van het verkeer te garanderen. Met name het toevoegen/verlengen van de voorsorteerstroken heeft consequenties voor de bestaande bomen.

Ter hoogte van deze voorsorteerstroken ontstaan nieuwe bermen van ca. 3,00 m. breed, waar nieuwe bomen worden geplant (Pinus sylvestris, grove den). Dit voorkomt verdere ontgroening van de grote kruispunten. In de middenberm wordt gecompenseerd, door een aantal eiken toe te voegen aan de bestaande eikenstructuur van de Veldm. Montgomerylaan. De nieuwe eiken worden in een grotere maat aangeplant, om het verschil met de bestaande eiken enigszins te verkleinen. In de zijbermen wordt gecompenseerd door 'gaten' in de huidige boomstructuur op te vullen met nieuwe eiken (Quercus robur).

Rachelsmolen

In een zijstraat van de Veldm. Montgomerylaan, de Rachelsmolen, is een aanpassing vereist. Een verbinding voor autoverkeer wordt gerealiseerd van de Veldm. Montgomerylaan naar de J.F. Kennedylaan, ter hoogte van een bestaand fietspad. Om dit te kunnen realiseren, worden een aantal bomen aan het fietspad gekapt en ook ter plaatse gecompenseerd.

2. Ongelijkvloerse Kruising Veldm. Montgomerylaan met de Ring

Ter hoogte van de kruising Veldm. Montgomerylaan met de Ring wordt een ongelijksvloerse kruising gerealiseerd. Het autoverkeer op de Ring zal middels een tunnelbak onder de Veldm. Montgomerylaan doorgaan, welke op dezelfde hoogte blijft. Doordat het maaiveld van de Ring over een grote lengte wordt verlaagd, moeten alle bomen aan de Ring over een bepaalde lengte wijken. In de nieuwe bermen zal compensatie plaatsvinden, om verdere ontgroening van de Ring en het kruispunt te voorkomen. Bovenop het kruispunt, worden een 2-tal grote eiken toegevoegd aan huidige eikenstructuur van de Veldm.Montgomerylaan.

3.8.3 Bomenbeleidsplan 2008: Ruimte voor bomen

Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de raad van de gemeente Eindhoven vastgesteld . Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene imago van Eindhoven. Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense boomstructuur.

In de bijlage van het bomenbeleidsplan wordt het beleid ten aanzien van bomen op strategisch niveau uitgewerkt. Aandacht wordt onder meer besteed aan de bomenstructuur op gemeentelijk niveau en de cultuurhistorische structuur. Voor concrete projecten wordt aangegeven hoe door middel van een Quickscan Bomen en een eventuele boomeffectrapportage bepaald kan worden of er belemmerende factoren zijn voor bomen binnen de projectgrenzen en 10 meter daar buiten. Onder paragraaf 3.8.2 is reeds ingegaan op de gevolgen voor de bomen als gevolg van de aanleg van HOV2.

3.8.4 Verordening Bomen 2015

Op 7 april 2015 heeft de gemeenteraad de Verordening bomen 2015 vastgesteld. Deze verordening en (uitwerking daarvan in) 'nadere regels Bomen' samen, vervangen het onderdeel houtopstanden uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV 2012), het Bomenbeleidsplan (2008) en de Nota Niet kappen tenzij (2002). De Verordening bomen 2015 treedt in werking op een door het college te bepalen datum, welke wordt gekoppeld aan het vaststellen van de 'nadere regels Bomen'. Volgens de planning worden de 'nadere regels Bomen' in 2015 vastgesteld. Indien kap wenselijk wordt geacht, dient een omgevingsvergunnging te worden aangevraagd voor die bomen die onderdeel uitmaken van de groene kaart en een minimale omtrek hebben van 45 cm (op een stamhoogte van 130 cm).

De groene kaart kent de volgende onderdelen:

  • bomen in gebieden stad, groen bepalend;
  • bomen op percelen met een oppervlakte van 500m2 of groter;
  • bomen hoofdstructuur en bomen nevenstructuur;
  • waardevolle bomen (gemeentelijk en particulier);
  • monumentale bomen;
  • basis bomen.

In de 'nadere regels Bomen' worden criteria voor de onderdelen van de groene kaart verder uitgewerkt. Ook worden richtlijnen uitgewerkt voor overlast, compensatieplicht, weigeringsgronden, indienen vergunningaanvraag en aanbrengen van verlichting in houtopstanden. De Verordening Bomen 2015 en de (nog uit te werken) 'nadere regels Bomen' leveren geen belemmeringen op voor de uitvoering van dit bestemmingsplan. Volgens dit beleid is zelfs voor minder bomen een kapvergunning vereist.

3.9 Kabels, Leidingen En Straalpaden

De aanwezige kabels en leidingen vormen geen belemmering voor dit plan omdat alle knelpunten op te lossen zijn door leidingen te verleggen of aan te passen.

Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf

4.1 Bedrijven En Milieuzonering

Het plan ziet op de realisatie van een HOV-baan op het tracé waar nu ook al een weg loopt. De vestiging van nieuwe bedrijven is niet aan de orde. Ook zijn er geen bedrijven in de omgeving aanwezig die een belemmering vormen voor dit plan. Wel ligt er, direct grenzend aan het plangebied, een gasdrukmeet- en regelstation. Dit vormt echter geen belemmering omdat de HOV-baan, op het gebied van externe veiligheid, geen gevoelige functie is.

Voor de ongelijkvloerse kruising ter plaatse van de Ring - Veldm. Montgomerylaan wordt een aantal woningen aan de Pastoriestraat gesloopt. Een deel van deze percelen krijgt de bestemming 'Groen'. Deze bestemming vormt daarom geen belemmering voor eventueel nabij gelegen bedrijvigheid.

4.2 Geluid

4.2.1 Wegverkeerslawaai

Wet geluidhinder

Door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is een akoestisch onderzoek naar het wegverkeerslawaai uitgevoerd. Dit onderzoek "Reconstructie onderzoek HOV2-Lijn Veldmaarschalk Montgomerylaan", d.d. 10 maart 2014, maakt als bijlage deel uit van de toelichting bij dit bestemmingsplan (Bijlage 4). Als gevolg van de aanleg van HOV2 is er op enkele plaatsen langs de Veldmaarschalk Montgomerylaan sprake van een toename van de geluidbelasting met 2 dB ten opzichte van de geluidsbelasting in de bestaande situatie. Volgens de Wet geluidhinder is er dan sprake van een reconstructie, waarbij onderzocht moet worden in hoeverre er mogelijkheden zijn om de toename van de geluidsbelasting teniet te doen.
Bij de Veldmaarschalk Montgomerylaan is gekozen voor het toepassen van een wegdek van zeer stil asfalt, ook op de kruisingsvlakken met andere wegen. Dit geldt uitsluitend voor de rijstroken voor het autoverkeer. De rijstroken voor de HOV-baan worden uitgevoerd in een 'referentiewegdek' zoals bedoeld in de CROW-publicatie Cwegdek 2012. Een wegdek van zeer stil asfalt is, rekening houdend met enige slijtage in de loop van de tijd, ongeveer 3 dB stiller dan het wegdek dat standaard wordt toegepast.
Het akoestisch effect van de aanleg van de ongelijkvloerse kruising met de Pastoriestraat op de geluidsbelasting bij de woningen in de directe omgeving van de kruising varieert van -2 tot +2 dB. Als gevolg van de toepassing van zeer stil asfalt blijft de geluidsbelasting in de toekomst echter gelijk of is er sprake van een afname met maximaal 3 dB.

Het is noodzakelijk om een aantal woningen te slopen teneinde de ongelijkvloerse kruising mogelijk te maken. Door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is een akoestisch onderzoek naar het wegverkeerslawaai uitgevoerd ten tijde van de tijdelijke situatie voor realisering van de HOV2-lijn in de omgeving van de Slagerstraat. Dit onderzoek naar de tijdelijke situatie "Akoestisch onderzoek naar tijdelijke situatie HOV2 omgeving Slagerstraat" maakt als bijlage deel uit van de toelichting bij dit bestemmingsplan (Bijlage 5).

Door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant is op 27 maart 2014 een akoestisch onderzoek naar het wegverkeerslawaai uitgevoerd voor realisering van de HOV2-lijn in de omgeving van de Slagerstraat in de eindsituatie. Dit onderzoek naar de eindsituatie "Akoestisch onderzoekeindsituatie HOV2 omgeving Slagerstraat" maakt als bijlage deel uit van de toelichting bij dit bestemmingsplan (Bijlage 6). Na de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan is de inrichting van de openbare ruimte aangepast waardoor de panden aan de Pastoriestraat 77 en 79 behouden kunnen worden. De plangrens is hierdoor ook aangepast, in die zin dat de panden aan de Pastoriestraat 77 en 79 nu buiten dit bestemmingsplan vallen. Als gevolg van deze aanpassing zijn door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant op 25 juni 2015 nieuwe geluidberekeningen uitgevoerd waarbij de panden aan de Pastoriestraat 77 en 79 niet worden gesloopt. Dit onderzoek naar de eindsituatie Akoestisch onderzoek eindsituatie HOV2omgeving Slagerstraat met behoud panden Pastoriestraat 77 en 79 maakt als bijlage deel uit van de toelichting bij dit bestemmingsplan (Bijlage 7).

Ten gevolge van de te slopen woningen neemt de geluidbelasting toe op de gevels van de daarachter gelegen woningen. Als compenserende maatregel wordt daarom een scherm van circa 130 meter lang en 3 meter hoog (ten opzichte van de weg) gerealiseerd langs de Pastoriestraat. Uitgaande van de variant waarbij zeer stil asfalt wordt toegepast en bovengenoemd geluidscherm wordt gerealiseerd dan neemt de geluidsbelasting bij de woningen Slagerstraat 41 en 43 en Verwerstraat 46 toe met 1 tot 6 dB toe. Daartoe is het ontwerp besluit hogere grenswaarden, tezamen met het ontwerp van voorliggend bestemmingsplan, ter inzage gelegd voor zienswijzen. In het ontwerp besluit hogere waarden was ook de Verwerstraat 48 opgenomen. Bij sloop van de panden aan de Pastoriestraat 77 en 79 zou ook de geluidbelasting op deze woning toenemen (en de voorkeursgrenswaarde worden overschrijden). Nu voornoemde panden behouden blijven, wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor de woning aan de Verwerstraat 48 niet overschreden. Tegen het ontwerp besluit hogere grenswaarden zijn geen zienswijzen ingediend. Voor de drie woningen is een hogere waarde vastgesteld. Er zal een nader onderzoek plaatsvinden naar het binnenniveau van deze woningen. Zo nodig zullen bij deze woningen aanvullende gevelmaatregelen worden getroffen.

Goede ruimtelijke ordening

Door de toepassing van zeer stil asfalt op de rijstroken voor het autoverkeer neemt de geluidsbelasting ten opzichte van de bestaande situatie binnen het plangebied niet toe. Een uitzondering hierop vormen de woningen nabij de ongelijkvloerse kruising van de Ring met de Veldm. Montgomerylaan. Daarom wordt er een geluidscherm gerealiseerd langs een deel van de Pastoriestraat en is voor drie woningen een hogere waarde vastgelegd. De realisatie van de HOV-baan leidt dan ook niet tot strijd met de goede ruimtelijke ordening.

4.2.2 Railverkeerslawaai

Het plangebied ligt niet in de zone van een spoorweg.

4.2.3 Industrielawaai

Het plangebied ligt niet in de zone van een industrieterrein.

4.2.4 Luchtvaartlawaai

Het plangebied ligt buiten de 35 Kosteneenhedenlijn van de luchthaven Eindhoven.

4.3 Luchtkwaliteit

4.3.1 Wet luchtkwaliteit

Hoofdstuk 5 (met name onder titel 5.2) van de Wet milieubeheer bevat bepalingen op het gebied van luchtkwaliteitseisen en voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren en wel zodanig dat voldaan wordt aan de daartoe gestelde normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen waardoor ruimtelijke ontwikkelingen toch doorgang kunnen vinden terwijl ondertussen maatregelen worden uitgevoerd die de luchtkwaliteit moeten verbeteren.

Sinds 1 januari 2015 moet voldaan worden aan de Europese grenswaarden: voor stikstofdioxide (NO2) geldt een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en voor fijn stof (PM10) een jaargemiddelde van 40 microgram/m3 en een daggemiddelde van 50 microgram/m3. Het daggemiddelde mag jaarlijks maximaal 35 keer worden overschreden.

In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' zijn voor bepaalde categorieën projecten van een bepaalde omvang grenzen vastgesteld, op grond waarvan kan worden gesteld dat deze een 'niet in betekenende mate bijdrage' (NIBM) leveren aan de luchtverontreiniging. Deze projecten mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt o.a. voor woningbouwlocaties die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 1 ontsluitingsweg of niet meer dan 3000 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Voor kantoorlocaties geldt een NIBM-grens van 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg en 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.

Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden en moet worden getoetst aan de normen.

Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen mits:

  1. 6. er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  2. 7. een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
  3. 8. een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging
  4. 9. een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL.

4.3.2 Luchtkwaliteit HOV2

Het plan omvat de aanleg van Hoogwaardig Openbaar Vervoer op het traject rond de Montgomerylaan. Ten behoeve van het HOV2 wordt een aparte busbaan aangelegd. Op de Montgomerylaan wordt het aantal rijbanen voor autoverkeer kleiner. Waar het autoverkeer in de oorspronkelijke situatie in zuidelijke richting rijdt, zal het autoverkeer na aanleg van de HOV2 in beide richtingen rijden. Voor de woningen gelegen aan de westelijke zijde komt het verkeer in noordelijke richting daardoor dichterbij. Het autoverkeer op de Montgomerylaan zal niet toenemen.

Om na te gaan of de uitstoot van het verkeer dat naar de woningen toe schuift een probleem vormt, is een aanvullende toets gedaan: Wanneer in de NIBM-tool van infomil, ál het (bestaande) autoverkeer wordt ingevoerd op de “nieuwe” afstand tot (dichterbij) woningen levert dit een worstcase bijdrage / toename voor de luchtkwaliteit. Deze toename blijkt samen met concentratiewaarden uit de Monitoringstool geen overschrijding van grenswaarden op te leveren. Op basis van de meest recente NSL Monitoringstool 2014 (rekenmodel voor luchtkwaliteit) bedragen de hoogste waarden rond dit deel van de Montgomerylaan:

  • In 2015 : 31 microgram/m3 voor NO2; 25 microgram/m3 voor PM10 (en ten hoogste 17 overschrijdingsdagen voor de dagnorm PM10);
  • In 2020 : 24 microgram/m3 voor NO2; 24 microgram/m3 voor PM10 (en ten hoogste 14 overschrijdingsdagen voor de dagnorm PM10).

Deze waarden voldoen zeer ruim aan de grenswaarden van 40 microgram/m3 voor NO2; 40 microgram/m3 voor PM10 (en ten hoogste 35 overschrijdingsdagen voor de dagnorm PM10) ook wanneer rekening moet worden gehouden met een beperkte toename van ten hoogste 4 microgram/m3 op een enkele plek langs het traject doordat het bestaande verkeer in die richting opschuift.

Gezien het voorgaande kan gesteld worden dat de realisatie van de 2e HOV-lijn traject Montgomerylaan niet zal leiden tot overschrijding van de luchtkwaliteitseisen. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit plan.

4.3.3 Besluit gevoelige bestemmingen

Met deze Amvb wordt de vestiging van zogeheten 'gevoelige bestemmingen' - zoals een school - in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke ordening. Het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) is gebaseerd op artikel 5.16a van de Wet milieubeheer.

Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. Waar in zo'n onderzoekszone de grenswaarden voor PM10 of NO2 (dreigen te) worden overschreden, mag het totaal aantal mensen dat hoort bij een 'gevoelige bestemming' niet toenemen. Dit wordt bereikt door op zo'n plek de vestiging van bijvoorbeeld een school niet toe te staan. Bij uitbreidingen van bestaande gevoelige bestemmingen is een eenmalige toename van maximaal 10% van het totale aantal blootgestelden toegestaan.

De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het gaat hierbij niet om bestemmingen in de meest enge zin van het woord, maar om alle vergelijkbare functies, ongeacht de exacte aanduiding ervan in bestemmingsplannen en andere besluiten. Van doorslaggevend belang is de (voorziene) functie van het gebouw en het bijbehorende terrein. In de context van dit besluit worden ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties niet als gevoelige bestemming gezien.

Is (dreigende) normoverschrijding niet aan de orde, dan is er geen bouwverbod voor gevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone. Wel moet in die situaties de locatiekeuze goed gemotiveerd worden; dat gebeurt in de context van de goede ruimtelijke ordening.

In voorliggend bestemmingsplan wordt het mogelijk gemaakt dat een bestaande (basis)school (Schoenmakerstraat 2, hoek Veldm. Montgomerylaan-Pastoriestraat) het schoolplein uitbreidt richting de Veldm. Montgomerylaan. Deze uitbreiding van de bestaande school is niet in de nabijheid van een provinciale of rijksweg, maar van een gemeentelijke weg. De uitbreiding betreft ca.65 m² schoolplein. Ter plaatse van deze uitbreiding is geen aanduiding 'bouwvlak' opgenomen waardoor geen klaslokalen of gelijk te stellen gebouwen kunnen worden gerealiseerd. Hierdoor is een uitbreiding van het aantal zogenoemde 'blootgestelden' door dit bestemmingsplan niet aan de orde Op basis van bovenstaande argumenten is het Besluit gevoelige bestemmingen niet van toepassing.Bovendien is deze uitbreiding van de bestaande school niet in de nabijheid van een provinciale of rijksweg. Het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit is op basis van bovenstaande argumenten dan ook niet van toepassing.

In aanvulling op het Besluit gevoelige bestemmingen is er een Brabantse “Handreiking gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit” opgesteld (maar in Eindhoven (nog) niet vastgesteld). Deze Handreiking heeft als uitgangspunt geheel nieuwe bestemmingen voor kinderen en ouderen (conform de AmvB gevoelige bestemmingen) niet te situeren binnen 50 meter van de wegrand van drukke gemeentelijke wegen (als eerstelijns bebouwing) of binnen 300 meter van snelwegen, ongeacht de berekende concentraties. Voor reeds bestaande (wijzigende) bestemmingen voor gevoelige groepen, zoals deze reeds bestaande basisschool, is het uitgangspunt niet van toepassing.

4.4 Externe Veiligheid

Het externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten alsmede het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren.

Ten aanzien van bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. Ten aanzien van transport is het Besluit externe veiligheid transportroutes van toepassing. Voor buisleidingen moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico.

1. Plaatsgebonden Risico (PR):

Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk kan worden getroffen door een calamiteit met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde (PR 10-6/jr) die niet mag worden overschreden ten aanzien van 'kwetsbare objecten', alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6/jr) ten aanzien van 'beperkt kwetsbare objecten'.

2. Groepsrisico (GR):

Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep (tenminste 10 personen) tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht.

Hieronder wordt beschreven welke risicovolle inrichtingen in of nabij het gebied liggen, of er vervoer van gevaarlijke stoffen in het gebied plaatsvindt en of er risicovolle buisleidingen liggen.

  • Inrichtingen

Direct grenzend aan het plangebied (Veldmaarschalk Montgomerylaan 20 N 01) ligt een gasdrukmeet- en regelstation. Omdat het onderhavig bestemmingsplan betrekking heeft op de realisatie van een busbaan, hetgeen geen (beperkt) kwetsbaar object is, heeft dit gasdrukmeet- en regelstation daarop geen invloed.

  • Transport

In of nabij het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Ook ligt het plangebied niet in de zone van een spoorweg.

  • Buisleidingen

In of nabij het plangebied zijn geen risicovolle buisleidingen aanwezig.

Visie Externe Veiligheid

De Gemeente Eindhoven heeft in mei 2009 de Visie externe veiligheid vastgesteld. Daarin is onder meer vastgelegd hoe in de stad nabij risicobronnen wordt omgegaan met het veilig stellen van een acceptabel niveau voor risico's in het kader van externe veiligheid en de beheersbaarheid ervan. Ook is in de visie voor de gebieden buiten invloedsgebieden van risicobronnen (o.m. het gebied > 200m van het spoor) een verantwoording van het groepsrisico uitgewerkt.

Bij het vaststellen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad dient het groepsrisico te worden verantwoord. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen het belang van een ruimtelijke ontwikkeling en het risico dat een groep mensen komt te overlijden als gevolg vaneen ramp of incident met gevaarlijke stoffen. Voor de verantwoording wordt advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio. Omdat in dit bestemmingsplangebied geen (beperkt) kwetsbare objecten worden mogelijk gemaakt, of aanwezig zijn, is een verantwoording van het groepsrisico niet vereist.

Conclusie

De HOV-baan veroorzaakt geen risico's voor de omgeving. Verder is dit deel van het tracé van de HOV-baan geen (beperkt) kwetsbaar object. De HOV-baan heeft geen consequenties voor externe veiligheid.

4.5 Duurzaamheid

De ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid zijn vastgelegd in het raadsprogramma Duurzaamheid. Dit programma wordt uitgevoerd vanuit een overkoepelende filosofie, gebaseerd op de methodiek van "The Natural Step". Het programma kent vier pijlers zoals weergegeven in onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0023.jpg"

In het kader van het bestemmingsplan zijn vooral de pijlers 'Energie' en "Bouwen en Wonen" van belang.


Pijler 1: Energie

De gemeente heeft zich de ambitie gesteld om 'energieneutraal' te worden in de toekomst (2035 - 2045), dat wil zeggen dat alle energie die de stad dan nog gebruikt, duurzaam wordt opgewekt. Vanuit die ambitie worden initiatieven voor de opwekking van duurzame energie ondersteund. Voor wat betreft de ruimtelijke impact van lokale duurzame energietechnieken kunnen de volgende aspecten onderscheiden worden:


1) Zonne-energie (elektriciteit via PV panelen en warmte via zonneboilers)
De ruimtelijke impact van het gebruik van zonne-energie is in Nederland beperkt. De PV-panelen respectievelijk zonneboilers worden over het algemeen op de daken van de gebouwen van afnemers geplaatst en zijn dan (meestal) ook niet vergunningsplichtig in het kader van de Wabo. Voor PV panelen (waarmee elektriciteit opgewekt wordt) bestaan echter ook mogelijkheden om deze los van bebouwing te plaatsen op braakliggende percelen. In dat geval is er uiteraard wel sprake van een ruimtelijke impact. Tot op dit moment wordt hier in Nederland weinig gebruik van gemaakt maar in een aantal steden worden de mogelijkheden onderzocht en dit zou ook in Eindhoven actueel kunnen worden. Een dergelijk 'solar park' past niet in het bestemmingsplan.


2) Windturbines

In tegenstelling tot bij zonne-energie is de ruimtelijke impact van windturbines groot. Voor windturbines van enige omvang is de ruimte in Eindhoven dus beperkt. Toch zullen in bepaalde gevallen de mogelijkheden interessant zijn. Dit zal altijd locatie-specifiek onderzocht moeten worden. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen grote windinstallaties en kleine windinstallaties. Van een kleine windinstallatie is sprake als:

  • De diameter van de rotor maximaal 7 meter is;
  • De maximale hoogte vanaf het maaiveld 15 m of de ashoogte maximaal 8 meter op de bebouwing is;
  • Het vermogensbereik ligt tussen 0,5 kW en 6 kW.

De toepassing van kleine windinstallaties kan op grond van artikel 2.12, lid 1, a, onder 3, Wabo als afwijking van het bestemmingsplan worden toegestaan door middel van een omgevingsvergunning. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan een plan om deze installaties op te nemen in de "lijst van kruimelgevallen" waardoor direct de omgevingsvergunning voor het afwijken van bestemmingsplan kan worden verleend. Aangezien deze wijziging van de lijst van kruimelgevallen op korte termijn wordt verwacht, worden nu geen specifieke afwijkingsregels in het bestemmingsplan opgenomen.

Voor grote windinstallaties kan afwijking van het bestemmingsplan ook worden toegestaan door middel van de afwijkingsprocedure op grond van artikel 2.12, lid 1, a, onder 3, Wabo. Gezien de relatief grote ruimtelijke impact van deze vorm van windenergie is het belangrijk om daarbij een goede afweging te maken en daarom wordt deze niet rechtstreeks toegestaan in het bestemmingsplan.

3) Warmte Koude Opslag

De gemeente ziet in Warmte Koude Opslag een belangrijke potentiële bijdrage aan het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. De gemeente heeft daarom een 'KWO Potentiekaart' voor Warmte Koude Opslag opgesteld. In de daarbij behorende rapportage worden de mogelijkheden en beperkingen voor het gebruik van deze techniek beschreven en in beeld gebracht. Deze rapportage is te downloaden via www.eindhoven.nl(zoek op: KWO). De rapportage geeft door middel van kaarten aan waar er welke mogelijkheden en belemmeringen er voor het gebruik van Warmte Koude Opslag zijn. De toepassing van Warmte Koude Opslag is voor wat betreft de ondergrondse aspecten geregeld in de Waterwet en de AMvB Bodemenergie. Voor de in sommige gevallen noodzakelijke bovengrondse opstallen (bijvoorbeeld een technische ruimte) zal een specifieke afwijkingsregeling in het bestemmingsplan worden opgenomen. Hierbij is voor gebouwen een oppervlakte opgenomen van maximaal 100 m2 en een bouwhoogte van maximaal 5 meter.


Pijler 2: Bouwen en Wonen

In de relatie tussen de gemeentelijke ambities op het gebied van duurzaam bouwen en het bestemmingsplan, is bij nieuwbouwlocaties met name het 'zongericht bouwen' van belang. Bij nieuwbouwlocaties zal de gemeente eisen dat straten zoveel mogelijk van oost naar west verlopen zodat alle gebouwen over een naar het zuiden gerichte gevel beschikken. Bij conserverende bestemmingsplannen is de bebouwingsoriëntatie grotendeels reeds vastgelegd en is dit aspect minder van belang.

Plangebied HOV-baan Veldm. Montgomerylaan-Fellenoord

Het plangebied voor voorliggend trace van de HOV-baan zal op een duurzame wijze worden ontwikkeld. Uit een onderzoek naar de constructie van de bestaande weg bleek dat deze goed is. Daarom wordt bij de aanleg van dit deel van het tracé alleen de toplaag vervangen en blijft de constructie liggen. Ook zal er stil asfalt worden toegepast op de rijstroken en kruisingen voor het autoverkeer. Daarnaast wordt de groenstructuur gerenoveerd door de bodemgesteldheid rond bestaande bomen in de middenberm (eiken) te verbeteren. Waardevolle bomen in de middenberm tussen de kruisingsvlakken blijven veelal bestaan. Het groen wordt opnieuw ingericht, waardoor een betere afwatering wordt gerealiseerd. De ontwikkeling ziet op een vermindering van het aantal rijbanen voor autoverkeer. In plaats van vier rijstroken voor autoverkeer komen er twee rijstroken voor autoverkeer en twee rijstroken voor de busbaan. Tenslotte wordt de bestaande verlichting vervangen door duurzame LED-verlichting. Concluderend zijn deze maatregelen positief voor het milieu en daarmee duurzaam.

4.6 Bodem

Het (industriële) verleden van Eindhoven heeft zijn sporen in de bodem nagelaten. In de afgelopen jaren heeft op zeer veel locaties in Eindhoven om diverse redenen milieukundig bodemonderzoek plaatsgevonden, bijvoorbeeld in het kader van het verlenen van bouwvergunningen of in het kader van de aan- of verkoop van locaties.

In het bodeminformatiesysteem van de gemeente zijn de gegevens van alle bekende bodemonderzoeken opgenomen.

Op diverse locaties in Eindhoven zijn verontreinigingen aangetroffen, het komt echter zelden voor dat er als gevolg van bodemverontreiniging sprake is van risico's voor de gezondheid van mensen. Dergelijke locaties zijn op dit moment binnen het plangebied dan ook niet bekend.

4.7 Natuur

De ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszones worden niet doorsneden.

Bureau Waardenburg heeft in 2009 een oriënterend onderzoek of quickscan uitgevoerd (Natuurwaarden traject tweede HOV-lijn Eindhoven; oriënterend onderzoek (quick scan) in het kader van de Flora- en faunawet en de spelregels EHS, 25 januari 2010.

In 2011 is een uitgebreid onderzoek ( 'Inventarisatie beschermde soorten Tweede HOV-lijn, Eindhoven', d.d. 20 oktober 2011) uitgevoerd.

Ten aanzien van alle relevante tracédelen wordt het volgende opgemerkt:

Aanbevolen wordt laanbomen en oude bomen die aaneengesloten langs het tracé aanwezig zijn niet geheel te verwijderen of te onderbreken over grote afstanden. Hierdoor kunnen vleermuizen op vliegroute hinder ondervinden. De kans op het overtreden van verbodsbepalingen is echter klein.

Voor kap van bomen geldt als uitgangspunt dat dit buiten het broedseizoen plaatsvindt, tenzij met zekerheid geen in gebruik zijnde nesten aanwezig zijn.

De overige consequenties uit deze inventarisatie worden in de verschillende tracé-onderdelen toegelicht.

Nu het tracé voor de verschillende tracé's vast ligt, heeft in het kader van de Flora- en faunawet een toets plaats gevonden. Hierin is de ingreep in het stadslandschap getoetst aan deze wet. Deze toets is ook door Bureau Waardenburg uitgevoerd ("Natuurtoets traject tweede HOV-lijn, Eindhoven", d.d. 17 oktober 2012). De uitkomst van dit onderzoek geeft aan dat de Flora - en faunawet geen consequenties voor de realisering van dit gedeelte van de HOV - lijn.

Hoofdstuk 5 Waterparagraaf

5.1 Inleiding

Met deze waterparagraaf wordt voldaan aan het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze waterparagraaf is tot stand gekomen met een werkwijze volgens de Handreiking Watertoets. Basis vormen de documenten die zijn vastgelegd met instemming van het Waterschap De Dommel en de Provincie Noord-Brabant (Gemeentelijk rioleringsplan) of mede werden ondertekend door deze partijen (Waterplan).

5.2 Gemeentelijk Beleid

5.2.1 Gemeentelijk rioleringsplan

Op 1 januari 2011 is het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP) van kracht geworden, dit is geldig tot en met 2014. Het GRP bevat de geplande activiteiten voor het beheer en onderhoud van het rioolstelsel en bevat maatregelen ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit en het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel. Deze maatregelen bestaan vooral uit het afkoppelen van verhard oppervlak waarbij het regenwater gescheiden van afvalwater wordt ingezameld, zoveel mogelijk wordt geborgen en afgevoerd naar het oppervlaktewater.

5.2.2 Waterplan

Het Waterplan is een plan dat is opgesteld door de gemeente Eindhoven, waterschap De Dommel, provincie Noord-Brabant en waterleidingbedrijf Brabant Water. Het plan omvat drie delen. Het "Visiedocument" geeft het gezamenlijk streefbeeld van de waterpartijen weer. Het deel "Taken en Bevoegdheden" regelt de (verdeling van de) verantwoordelijkheden voor het stedelijk water tussen de vier waterpartijen. Het deel "Maatregelen" geeft de projecten weer die de komende jaren uitgevoerd worden. Deze projecten zijn ingedeeld naar de vier thema´s (programmalijnen) van het Visiedocument. Het gehele Waterplan is bestuurlijk bekrachtigd met een convenant in januari 2006. Eén van de belangrijkste doelstellingen uit het Waterplan is het realiseren van een waternetwerk in de stad.

5.3 Beleid Waterschap En Provincie

Het Waterschap De Dommel heeft het "Waterbeheerplan Krachtig Water 2010-2015” vastgesteld. Daarin zijn de activiteiten en doelstellingen van het Waterschap opgenomen. Verder geeft het Waterschap in de beleidsnota “Samen werken aan stedelijk water 2000” en de kadernota "Stedelijk Water - Water om op te bouwen 2006” inzicht in hoe het stedelijk waterbeheer verder vorm wordt gegeven. In de Inrichtingsvisies geeft het Waterschap voor de stroomgebieden de geplande ontwikkelingen weer, dit dient voor het Waterschap als toetsingskader voor de plannen die door derden in het stroomgebied worden opgesteld (waterhuishouding en ecosysteem). Tenslotte is de Keur Waterschap De Dommel 2009 van belang. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven wanneer een vergunning of melding verplicht is voor ingrepen in de waterhuishouding. Daarnaast zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen keurbeschermingsgebieden, attentiegebieden en overige gebieden. Met deze beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met vergunning- en ontheffingverlening.

De provincie Noord-Brabant onderscheidt drie kaders voor beleidsafwegingen in ruimtelijke planvorming. Een kader is het bodem-watersysteem. De provincie Noord-Brabant heeft het provinciaal Waterhuishoudingsplan (partiële herziening 2003-2006) vastgesteld. Het Provinciaal Waterplan Noord-Brabant 2010-2015 volgt het provinciaal Waterhuishoudingsplan op. Door inwerkingtreding van de Waterwet is de provincie nog vergunningverlener voor (industriële) grondwateronttrekkingen groter dan 150.000 m3/jaar, voor grondwaterwinningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening en voor (open) koude-/warmte opslagsystemen (KWO). De waterschappen geven vergunningen af voor beregening, blusvoorzieningen en bronbemalingen.

Daarnaast is in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water een deelstroomgebiedsvisie voor Oost-Brabant opgesteld die de gebieden aangeeft waar ruimte voor waterberging gezocht wordt of benodigd is.

5.4 Huidige Situatie Van Het Watersysteem

Momenteel is de Veldmaarschalk Montgomerylaan een 8 meter brede, 2 baans, asfaltweg met aan weerszijden 3,2 meter brede verharde voet- en fietspaden. Alle verkeersstromen zijn gescheiden door onverharde bermen waarvan de middenberm met 17,5 meter de grootste is. Van het 1.000 meter lange traject watert momenteel alles af op het gemengd riool. In het noorden kruist de Montgomerylaan de Ring (Pastoriestraat-Onze Lieve Vrouwen Straat) en sluit aan op het in het noorden gelegen deel van het HOV2 project over de Veldm. Montgomerylaan. De Ring heeft een vergelijkbaar profiel. De laan vervolgt zijn weg naar het in het zuiden gelegen Fellenoord. De grondwaterstanden in het plangebied variëren tussen -1,4 en – 2,4 meter-mv.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80155-0301_0024.png"

Checklist Watersysteem
Hoofdwatergang cq open water Nee
Zijwatergang Nee
Keurgebied binnen plangebied? Nee
Binnen 25-100 jaarszone? Nee
Binnen boringsvrije zone? Nee
Ecologische verbindingszone? Nee
Binnen reserveringsgebied waterberging 2050? Nee
Attentiegebied EHS Nee
Rioolwatertransportleiding Nee
Waterschap gemaal Nee
Landelijke afvoernorm binnen plangebied 1,33 l/s/ha (= 42 mm/m2 Verhard oppervlak toename)
Verdachte/verontreinigde locaties? Nee
Infiltratie praktisch mogelijk? Nee (tenzij toepassing grondverbetering)
Uitwerkingsplicht / wijzigingsbevoegdheid Nee

5.5 Toekomstige Situatie Van Het Watersysteem

In het toekomstig profiel van de Veldmaarschalk Montgomerylaan wordt teruggegaan van 2x2 rijstroken voor autoverkeer naar 2x1 voor auto en 2x1 voor HOV. De brede middenberm blijft daardoor, met uitzondering bij de kruisingen, grotendeels behouden. De breedte van de rijstrook neemt in beide gevallen (zowel auto als HOV) af van 8 meter naar 7,6 meter. Fiets- en voetpaden blijven grotendeels onveranderd. De Ring zal ter hoogte van de Pastoriestraat de Veldm. Montgomerylaan kruisen als tunnelbak. Het ontwerp van de Veldm. Montgomerylaan is zo gekozen dat zoveel mogelijk gebruik kan worden gemaakt van de bestaande fundering en asfaltlagen. Dit heeft als gevolg dat het niet mogelijk is fysiek de wegen op één oor richting de middenberm te laten afwateren om daar te infiltreren. Hemelwater zal via het bestaande gemengde riool afgevoerd worden. De tunnelbak is een grote ingreep in de wegstructuur van de Ring en zal haar rijbaan terugbrengen van 2x2 naar 2x1. Dit om het benodigde ruimte profiel voor de bak zo klein mogelijk te houden. De verhardingssituatie:

Oppervlakten Huidig ha Toekomstig ha
Verharding (voet, fiets, auto & HOV) 7,360 7,220
Groen (onverhard) 2,521 2,661
Totaal 9,881 9,881

overzicht huidige en toekomstige situatie verhardingen

De aanleg van de tunnelbak evenwijdig aan de Ring biedt de mogelijkheid een onderdeel van de afwaterstructuur Vredesplein aan te leggen. Vredesplein is een nog in ontwikkeling zijnde herstructurering van de wijk Hemelrijken in Eindhoven. Deze wijk is gescheiden uitgevoerd maar beschikt nog niet over een aansluiting met open water. De afwaterstructuur Vredesplein beoogt de wijk in de toekomst te verbinden met de Dommel. De hemelwaterafvoerleiding verlaat de wijk via de Woenselse Markt (1), buigt af naar de Ring (2), loopt evenwijdig aan de Ring tot aan de kruising met de Veldmaarschalk Montgomerylaan (3). Buigt daar naar het zuiden tot aan de T-kruising met de Rachelsmolen (4). Vanaf in een nagenoeg rechte lijn tot aan de President Kennedylaan (5) en de Dommel. De structuur is nog niet compleet maar door de aanleg van de tunnelbak zal die tot aan punt (4) gereed komen. Zodra de afvoerleiding in zijn geheel gereed is watert de tunnelbak haar verharding via deze structuur af. Vuilwater wordt aangesloten op het bestaande gemende rioolstelsel.

Gevolgen voor/door de waterhuishouding

Door realisatie van de herinrichting neemt binnen het plangebied het verhard oppervlak met ca. 1.400 m2 af. Compenserende maatregelen zijn niet noodzakelijk maar worden toch genomen. 5900 m2 verhard oppervlak van de tunnelbak (2x1 rijstrook) zal als verbeterd gescheiden stelsel worden aangesloten op de hemelwaterstructuur Vredesplein en in de toekomst lozen op de Dommel. Door deze maatregel en de afname van het verharde oppervlak binnen dit plangebied kunnen eventuele andere gebieden van het HOV2 traject gedeeltelijk worden gecompenseerd. De resterende verharding van de Onze Lieve Vrouwestraat en de Montgomerylaan blijft aangesloten op het bestaande gemengde riool.

Waterkwaliteit

Bij de inrichting, bouw en beheer fase worden zo min mogelijk vervuilende stoffen toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Blootstelling van uitloogbare bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater moet tot een minimum beperkt worden. Ook een gifvrij beheer van de ruimte (weg- en groenbeheer) levert een belangrijke positieve bijdrage aan de waterkwaliteit en dient aandacht te krijgen bij het uitwerken van het beheersplan voor de ontwikkeling.

Afspraken waterschap

In maart 2013 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Daarbij zijn beginselen vastgelegd over de invulling van de waterhuishoudkundige aspecten van deze reconstructie. Ten opzichte van de huidige inrichting neemt het verharde oppervlak met minimaal 1.400 m2 af. Daarnaast is afgesproken om 5.900 m2 verhard oppervlak van de tunnelbak aan te sluiten op de afwaterstructuur Vredesplein. Dit samen kan ingezet worden om eventuele toename van verharde oppervlak in andere gedeelte van het HOV2 traject te compenseren. In het resterende plangebied wordt de riolering aangesloten op het bestaande gemengde riool. Het ontwerp heeft zowel kwalitatief als hydrologisch geen negatieve effecten op de omgeving. Op 17 mei 2013 heeft Waterschap de Dommel daarom ingestemd met de voorgestelde maatregelen en is het wateradvies afgedaan.

Hoofdstuk 6 Juridische Vormgeving

6.1 Algemeen

Het bestemmingsplan "HOV-baan Veldm. Montgomerylaan - Fellenoord" is te typeren als een gedetailleerd plan. De methodiek van het bestemmingsplan is gebaseerd op de SVBP2012. Waar dat noodzakelijk is, wordt afgeweken van de standaard en kan specifiek toegesneden worden op de feitelijke situatie in het onderhavige plangebied.

6.2 Planmethodiek

Er is, volgens de Wet ruimtelijke ordening, gekozen voor een analoge en digitale verbeelding van het plan. Aan de bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld die direct inzichtelijk maken welke ontwikkelingen zijn toegestaan. Verbeelding en regels bieden een directe bouwtitel voor bebouwing en gebruik.

6.3 Verbeelding

In de analoge en digitale verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis ingevolge het voorliggende plan, indien en voor zover deze in de regels daaraan wordt gegeven. Als een aanduiding juridisch gezien geen enkele betekenis heeft, is deze niet opgenomen in de verbeelding. Ten behoeve van de leesbaarheid is het plan wel op een topografische ondergrond gelegd. De bestemmingen en de aanduidingen zijn ingedeeld in de hoofdgroepen volgens de SVBP2012 en zijn bij de verbeelding opgenomen in een legenda.

Opgemerkt wordt nog dat de analoge en digitale verbeelding qua verschijning van elkaar verschillen, immers de wijze van raadplegen is ook verschillend. Inhoudelijk zijn geen verschillen te vinden.

6.4 Planregels

De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en overgangs- en slotregels.

6.4.1 Inleidende regels

De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.

In de Begrippen (artikel 1) wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als gebruikte begrippen niet in deze lijst voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het dagelijks taalgebruik.

In het artikel over de Wijze van meten (artikel 2) worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.

6.4.2 Bestemmingsregels

De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.

Bestemming 'Groen' (Artikel 3)

Tijdens de realisatie van de ongelijkvloerse kruising op de Ring-Veldm. Montgomerylaan moet tijdelijk een weg worden aangelegd voor het verkeer op de Ring. Een deel van deze tijdelijke weg ligt noodzakelijkerwijs ter plaatse van de te verwerven percelen aan de Pastoriestraat. Binnen de bestemming 'Groen' is een tijdelijke weg toegestaan, bestaande uit maximaal 2 doorgaande rijstroken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tijdelijke weg'.

Verder zijn binnen deze bestemming groenvoorzieningen, bermen (voet)paden, beplanting en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan, met de daarbij behorende (onder andere) speelvoorzieningen en parkeerplaatsen.

Bestemming 'Maatschappelijk' (Artikel 4)

Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan, met daarbij behorende horecavoorzieningen, detailhandelsvoorzieningen en dienstverlenend bedrijf en/ofdienstverlenende instelling voor zover ten dienste van de maatschappelijke voorziening. Deze gronden grenzen direct aan een (bestaande) school, waardoor deze het schoolplein kan uitbreiden.

Er wordt ter plaatse van de gronden met deze bestemming in voorliggend bestemmingsplan geen aanduiding 'bouwvlak' opgenomen.

Bestemming'Verkeer'(Artikel 5)

Deze bestemming is geprojecteerd op de wegen die primair zijn gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer. De HOV-baan wordt ook mogelijk gemaakt binnen deze verkeersbestemming. Op de Veldmaarschalk Montgomerylaan zijn maximaal 4 doorgaande rijstroken toegestaan, waarvan 2 rijstroken voor het autoverkeer en 2 rijstroken voor de HOV-baan. In het kader van dit bestemmingsplan maken in- en uitvoegstroken, voorsorteerstroken en fiets- en voetpaden geen onderdeel uit van de doorgaande rijstroken.

Ter plaatse van de kruising van de Veldm. Montgomerylaan met de Ring (Pastoriestraat/Onze Lieve Vrouwestraat) wordt een tunnel/ongelijkvloerse kruising mogelijk gemaakt. In afwijking van het voorgaande ten aanzien van het maximaal aantal rijstroken zijn in deze tunnel maximaal 2 doorgaande rijstroken voor het autoverkeer toegestaan en boven deze tunnel zijn maximaal 5 doorgaande rijstroken toegestaan. Er kan conform de inrichtingstekening in Bijlage 2 bij de regels met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het maximaal aantal rijstroken.

Binnen de bestemming 'Verkeer' zijn verder toegestaan parkeervoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, kunstwerken (bijvoorbeeld bruggen of duikers), nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het opwekken van duurzame energie, waterhuishoudkundige voorziening en voorzieningen voor het wegverkeer.

Het groen is opgenomen binnen deze bestemming. In een specifieke gebruiksregel is geborgd dat deze gronden worden ingericht voor groenvoorziening voor zover zij niet zijn ingericht voor een verkeersfunctie.

Vanwege de vast te stellen hogere waarden voor de woningen Slagerstraat 41 en 43 en Verwerstraat 46 is bepaald dat de wegen/rijstroken direct ten noorden van de aanduiding 'geluidscherm' uitsluitend mogen worden gebruikt als door middel van het treffen van (overdracht)maatregelen de geluidsbelasting op de gevels van deze woningen de vastgestelde hogere waarden niet worden overschreden.

Bovendien is bepaald dat het gebruik van de wegen/rijstroken voor een hoogwaardig openbaar vervoer baan (HOV-baan) uitsluitend is toegestaan indien de rijstroken voor autoverkeer op de Veldmaarschalk Montgomerylaan zijn uitgevoerd met een "Stil wegdek" of een ander soort wegdek dat akoestisch tenminste gelijkwaardig is als een "Stil wegdek".

6.4.3 Algemene regels

Onder de Algemene regels zijn opgenomen de Anti-dubbeltelregel en deAlgemeneafwijkingsregels.

6.4.4 Overgangs-en slotregels

In de Overgangs- en slotregels zijn het Overgangsrechten deSlotregel opgenomen.

Hoofdstuk 7 Handhaving

7.1 Algemeen

De gemeente stelt jaarlijks het toezicht- en handhavingsprogramma vast. In dit handhavingsprogramma is aangegeven dat de gemeente zich inzet om van Eindhoven een sterke stad met een levendige economie te maken. Veiligheid en leefbaarheid staan daarbij voorop. Het gemeentebestuur heeft een gemeente voor ogen die maximaal dienstverlenend is, maar die ook de grenzen aangeeft en de spelregels bewaakt. Zij treedt, waar dat nodig is, daadkrachtig op in het algemeen belang voor de bescherming van de rechtszekerheid van individuele belangen. De gemeente handhaaft consequent, werkt in belangrijke mate stadsdeel- en gebiedsgericht en programmatisch en staat dicht bij de burger.

Goed toezicht en handhaving zijn van cruciaal belang om de leefbaarheid, de rechtszekerheid, de veiligheid, bedrijvigheid en het milieu in Eindhoven te bevorderen. Overlast en vervuiling dienen te worden teruggedrongen en naleving van voorschriften van bijvoorbeeld ruimtelijke ordening , bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen is hierbij noodzakelijk.

De wet- en regelgeving blijft het uitgangspunt voor toezicht en handhaving. Cruciaal is evenwel dat de gemeente zich vanuit toezicht en handhaving als partner opstelt en daarbij de nodige dynamiek toont en helder communiceert over wat wel en niet kan.

Er is een handhavingsmodel voor toezicht en handhaving en dit model wordt gekenmerkt door 7 basisprincipes:

  • Integrale aanpak vanuit een samenhangende organisatie.
  • Toezicht en handhaving als sterke schakels in de reguleringsketen ( zowel beleidsmatig als qua uitvoering).
  • Optimaal toepassen van moderne communicatietechnologie bij toezicht en handhaving.
  • Goede informatiepositie van de handhavers door een betere beschikbaarheid van betrouwbare gegevens over kenmerken van de stad, vergunningen, controles, activiteiten en procedures.
  • In een vroegtijdig stadium van toezicht en handhaving in gesprek gaan met de burgers en bedrijven gericht op het zo min mogelijk hoeven toepassen van bestuursrechtelijke maatregelen.
  • In alle redelijkheid is ruimte voor maatwerk maar zo nodig wordt doorgepakt.
  • We zeggen wat we doen; we doen wat we zeggen en we laten zien wat we gedaan hebben.

Op basis van dit toezicht- en handhavingsprogramma is een gemeentelijk werkplan opgesteld waarin per aandachtsveld de toezicht- en handhavingsactiviteiten SMART zijn vorm gegeven.

Voor het aandachtsveld Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening (strijdigheid met het bestemmingsplan) zijn op ruimtelijke ordeningsgebied onder meer de volgende activiteiten benoemd:

  • Controle panden op illegale bewoning/strijdig gebruik woning met bestemmingsplan.
  • Controle panden op ontoelaatbare woningsplitsing.
  • Accent op specifieke locaties per stadsdeel (autohandellocaties) .

Bij illegale bouw en illegaal gebruik worden gemelde misstanden aangepakt waarbij zaken waar veiligheid, monumentale panden en welstand in het geding is.

Een eerste vereiste om goed te kunnen handhaving zijn duidelijk regels. Bij het ontwikkelen van de standaardregels voor het stedelijk gebied van Eindhoven is daarom gekozen voor een zo helder mogelijke juridische methodiek. De regels zijn zo geredigeerd, dat deze in de toetsingspraktijk goed hanteerbaar zijn. Planregels dienen duidelijke normen te bevatten die niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn en tevens actueel en controleerbaar zijn. Teneinde hieraan te voldoen zijn de regels aangepast aan de meest recente jurisprudentie en wetgeving (bijv. Woningwet en de SVBP2008). Dit biedt voldoende garanties voor de rechtszekerheid en de flexibiliteit van de nieuwe bestemmingsplannen.

In het voorliggende bestemmingsplan is het actuele ruimtelijk beleid van Eindhoven vastgelegd, toegespitst op het plangebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch toetsingskader voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze kwaliteit voor de planperiode te kunnen garanderen is vereist, dat in de praktijk de planregels strikt worden toegepast en gehandhaafd. Goede voorlichting en informatievoorziening dragen bij aan een verbetering in de naleving van de bestemmingsplannen.

7.2 Handhaving Voorliggend Plan

Leidend motief bij de toekenning van de bestemmingen is het antwoord op de vraag of de desbetreffende functie ter plaatse in ruimtelijk opzicht acceptabel is (ongeacht of een en ander in overeenstemming is met de voorgaande (nu nog vigerende) bestemmingsplannen en/of een en ander functioneert in overeenstemming met andere regelgeving, bijvoorbeeld milieuwetgeving, winkelsluitingswet, bouwverordening, algemene plaatselijk verordening etc.) Er zal dus in een aantal gevallen sprake kunnen zijn van het met het voorliggende plan legaliseren van situaties die niet conform de nu nog geldende bestemmingsplannen zijn, maar uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar zijn. Dit zal betekenen dat in deze situaties te zijner tijd niet meer zal kunnen worden opgetreden op basis van het voorliggende bestemmingsplan.

Er is in het voorliggende plan slechts aandacht voor handhaving in geval van het met dit bestemmingsplan wegbestemmen van momenteel bestaande functies, dus als er sprake is van het om redenen van een de goede ruimtelijke ordening toekennen van een bestemming die niet conform de bestaande situatie is. Dergelijke gevallen doen zich – voorzover uit onderzoek gebleken – met het voorliggende plan niet voor.

Hoofdstuk 8 Financiële Aspecten

8.1 Economische Uitvoerbaarheid

De herinrichting van het gedeelte Veldm. Montgomerylaan - ongelijkvloerse kruising - Fellenoord ten behoeve van de tweede hoogwaardig vervoerlijn wordt geraamd op € 33,6 miljoen. Voor de ongelijkvloerse kruising € 26 miljoen en voor het deel Veldm. Montgomerylaan tussen Pastoriestraat en Fellenoord € 7,6 miljoen. Voor dit werk is de navolgende financiële dekking voorzien.

Deze ziet er als volgt uit:
Bijdrage gemeente Eindhoven: € 4.955.752,-
Bijdrage Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer-gelden: €23.293.126,-
Bijdrage Brede Doel Uitkering-gelden: € 5.351.122,-

8.2 Planschade

Als gevolg van de aanleg van de HOV-baan Veldmaarschalk Montgomerylaan wordt vooralsnog niet verwacht dat de planologische mutaties van dien aard zal zijn dat derden daardoor in een planologisch nadeliger positie komen te verkeren.

Hoofdstuk 9 Procedure En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

9.1 Bekendmaking Ex Artikel 1.3.1. Bro

De bekendmaking ex artikel 1.3.1 Bro heeft op 22 februari 2012 plaatsgevonden.

9.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

In maart 2013 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Daarbij zijn beginselen vastgelegd over de invulling van de waterhuishoudkundige aspecten van deze reconstructie. Het ontwerp heeft zowel kwalitatief als hydrologisch geen negatieve effecten op de omgeving. Op 17 mei 2013 heeft Waterschap de Dommel daarom ingestemd met de voorgestelde maatregelen en is het wateradvies afgedaan.

9.3 Inspraak En Samenspraak

In maart 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders de projectbeschrijving Tweede HOV-lijn vastgesteld. Hierin komen onder andere organisatie, planning, ambitie en financiën aan de orde. Een belangrijk onderdeel is de communicatie en burgerparticipatie conform de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008.

Op het project Tweede HOV-lijn is samenspraak van toepassing. Het werken met klankbordgroepen is het belangrijkste middel waarmee binnen het project HOV2 invulling gegeven wordt aan samenspraak. Ook wordt binnen het project gewerkt met een virtuele 3D-omgeving waarbinnen mensen kunnen laten weten wat zij van de plannen vinden. Samenspraak is een werkwijze waarbij gemeente, burgers en andere belanghebbenden in een zo vroeg mogelijk stadium, waarbij nog invloed mogelijk is, samenwerken. Doel is om samen iets te ontwikkelen voordat de gemeente (college/raad) een definitief besluit neemt. Dit via een open houding naar elkaar en via een vooraf vastgestelde aanpak.

Voor de totstandkoming van dit bestemmingsplan is een aantal communicatiemiddelen ingezet. Het project HOV2 beschikt over een eigen website www.hov2.nl waarop relevante informatie wordt getoond en het projectteam bereikbaar is voor vragen en opmerkingen.

De klankbordgroep heeft op de navolgende data overleg gevoerd met het projectteam HOV2: Er zijn in het totaal 7 bijeenkomsten geweest. Deze hebben plaatsgevonden op 15 juli 2010, 2 november 2010, 14 december 2010, 9 juni 2011, 15 november 2011, 3 oktober 2012 en 27 februari 2013. In de laatste bijeenkomst heeft de klankbordgroep het Definitief Ontwerp van de ongelijkvloerse kruising Montgomerylaan-Ring besproken.

Er zijn algemene informatieavonden gehouden op 13 april 2010 over de ongelijkvloerse kruising Montgomerylaan/Ring, op 20 april 2010 voor de bewoners van de Pastoriestraat en op 15 mei 2013 over het definitief ontwerp van de HOV2 tussen Winkelcentrum Woensel en Fellenoord.

9.4 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een periode van zes weken met ingang van donderdag 11 december 2014 tot en met woensdag 21 januari 2015 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het ontwerp bestemmingsplan kenbaar te maken.

Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van 10 december 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om de digitale versie van het ontwerp bestemmingsplan via de gemeentelijke website www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen.

Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 13 zienswijzen ontvangen. De zienswijzen zijn in de 'Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen' (Bijlage 11 bij deze toelichting) van een gemeentelijk standpunt voorzien. In verband met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de zienswijze in een aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar, maar wel analoog. Daarnaast is een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Deze zijn ook opgenomen in bijgevoegde 'Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen'.

Bijlagen Bij De Toelichting

Bijlage 1 Kaart Kadastrale Nummers En Bestemming Te Verwerven Percelen Pastoriestraat

Bijlage 2 Ontwerp Tijdelijke Inrichting Als Gevolg Van De Aanleg Van De Ongelijkvloerse Kruising

Bijlage 3 Ontwerp Inrichting Kruising Veldm. Montgomerylaan-ring

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Hov2-lijn Veldm. Montgomerylaan

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Naar Tijdelijke Situatie Hov2 Omgeving Slagerstraat

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Eindsituatie Hov2 Omgeving Slagerstraat

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Eindsituatie Hov2 Omgeving Slagerstraat Met Behoud Panden Pastoriestraat 77 En 79

Bijlage 8 Flora En Fauna, Natuurwaardentraject Tweede Hovlijn Oriënterend Onderzoek D.d. 25 Januari 2010

Bijlage 9 Flora En Fauna, Inventarisatie Beschermde Soorten Tweede Hovlijn D.d. 20 Oktober 2011

Bijlage 10 Flora En Fauna, Natuurtoets Traject Tweede Hovlijn D.d. 17 Oktober 2012

Bijlage 11 Nota Van Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen

Bijlage 1 Besluit Hogere Grenswaarden

Bijlage 1 Besluit hogere grenswaarden

Bijlage 2 Inrichtingstekening Ongelijkvloerse Kruising

Bijlage 2 Inrichtingstekening ongelijkvloerse kruising