KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Herziening Bestemmingsplannen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
Artikel 5 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
4.1 Verkeer En Parkeren
4.2 Geluid
4.3 Luchtkwaliteit
4.4 Bedrijven En Milieuzonering
4.5 Geur
4.6 Kabels En Leidingen
4.7 Externe Veiligheid
4.8 Ecologie
4.9 Bodem
4.10 Water
4.11 Archeologie
4.12 Cultuurhistorie
4.13 M.e.r.-plicht
Hoofdstuk 5 Juridische Planopzet
5.1 Inleiding
5.2 Plansystematiek
5.3 Toelichting Op De Regels
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Paraplubestemmingsplan Bezorgfuncties, afhaalzaken en ondersteunende horeca

Bestemmingsplan - gemeente 's-Hertogenbosch

Vastgesteld op 10-10-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Bezorgfuncties, afhaalzaken en ondersteunende horeca met identificatienummer NL.IMRO.0796.0002534-1401 van de gemeente 's-Hertogenbosch.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 afhaalzaak

een bedrijf van horeca categorie 2 dat is gericht op het verstrekken en bereiden van maaltijden, etenswaren en/of dranken, voornamelijk niet voor consumptie ter plaatse.

1.4 bezorgbedrijf

een internetwinkel / postorderbedrijf waarbij wel een ondergeschikte afhaalfunctie toegestaan is.

1.5 bezorgservice

een ondergeschikt onderdeel bij de functies detailhandel en horeca dat ondersteunend is aan de hoofdfunctie en dat voorziet in de levering van goederen aan consumenten middels bezorging.

1.6 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgezonderd afhaalzaken en bezorgbedrijven.

1.7 horeca(bedrijf van) categorie 2

het verstrekken en bereiden van maaltijden en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, waar het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is (restaurants, waaronder ook worden verstaan lunchrooms, broodjeszaken, koffiezaak, ijssalons etc., alsmede afhaalzaken).

1.8 internetwinkel / postorderbedrijf

een bedrijf dat zich toelegt op het (doen) leveren van goederen op schriftelijke, telefonische of elektronische order van klanten en dat op de bedrijfslocatie geen directe contactmogelijkheden (balie, showroom, afhaalcentrum) met klanten biedt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Herziening Bestemmingsplannen

2.1 Toepassingsbereik

Met dit plan worden alle bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen van de gemeente 's-Hertogenbosch, die op het moment van inwerkingtreding van dit plan zijn vastgesteld, herzien op de wijze zoals beschreven in artikel 2.2. Voor het overige blijven de geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen onverminderd en ongewijzigd van toepassing.

2.2 Van toepassing verklaring begrippen

2.3 Toevoeging en/of aanvulling algemene gebruiksregels t.a.v. bezorgbedrijven en bezorgservices

Aan de bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen als bedoeld in artikel 2.1 worden de volgende algemene gebruiksregels toegevoegd:

  1. a. Het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een bezorgbedrijf wordt aangemerkt als verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing voor locaties waar ingevolge het geldende bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan de opslag en distributie van goederen en materialen, distributiecentra en/of een internetwinkel / postorderbedrijf zijn toegestaan;
  3. c. Op locaties waar ingevolge het geldende bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan detailhandel en/of horeca is toegestaan, zijn tevens bezorgservices toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Bezorgfuncties, afhaalzaken en ondersteunende horeca.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het voorliggende paraplubestemmingsplan wijzigt de huidige bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen in de gemeente 's-Hertogenbosch en vult deze aan voor wat betreft de volgende onderwerpen:

1. Bezorgfuncties (bezorgbedrijven en -services)

2. Afhaalzaken en functie-ondersteunende horeca bij detailhandel

Hieronder wordt nader ingegaan op de noodzaak om deze onderwerpen te regelen. Voor meer toelichting op het instrument 'paraplubestemmingsplan' wordt verwezen naar paragraaf 5.2.

Bezorgfuncties

Dit paraplubestemmingsplan bevat een adequate planologische regeling voor bezorgfuncties. Onder bezorgfuncties worden verstaan bezorgbedrijven en bezorgservices.

Bezorgbedrijven
Begin 2022 is geconstateerd dat bestemmingsplannen binnen onze gemeente dusdanig kunnen worden geïnterpreteerd dat een flitsbezorgsupermarkt onder detailhandel kan vallen. Flitsbezorgsupermarkten maken gebruik van deze onduidelijkheid en interpreteren onze bestemmingsplannen zodanig dat deze diensten zich (willen) vestigen op een locatie waar planologisch detailhandel mogelijk is. Dit is onwenselijk vanwege het ontbreken van een ontmoetingsfunctie bij dergelijke diensten. De ontmoetingsfunctie die we in vitale kerngebieden en wijkwinkelcentra juist willen bevorderen. Daarnaast leidt de komst van flitsbezorgsupermarkten met darkstores tot een inbreuk op het woon- en leefklimaat. Op 5 april 2022 is door de raad een voorbereidingsbesluit genomen om nieuwe vestigingen van flitsbezorgsupermarkten met darkstores te voorkomen. In dit besluit is opgenomen dat er binnen een jaar na inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit een ontwerp van het (paraplu)bestemmingsplan ter inzage dient te worden gelegd.

Met dit paraplubestemmingsplan zorgen we voor duidelijkheid en geven we sturing aan de locaties waar wel of geen bezorgbedrijven (waaronder flitsbezorgsupermarkten) zijn toegestaan. Hierbij is de focus niet alleen gelegd op flitsbezorgsupermarkten, maar is een toetsingskader opgenomen voor bezorgbedrijven in het algemeen.

Bezorgservices
Omdat veel winkels en horecagelegenheden een bezorgservice hebben, is hiervoor in dit (paraplu)bestemmingsplan ook een begripsbepaling en een gebruiksregeling opgenomen. Een bezorgservice is alleen toegestaan ter ondersteuning van de hoofdfunctie.

Afhaalzaken

Net als voor flitsbezorgsupermarkten geldt ook voor afhaalzaken dat deze zich ongewenst vestigen op een locatie waar planologisch detailhandel mogelijk is. Zoals ook in de horecavisie staat geschreven, is het in de praktijk namelijk onduidelijk of de verkoop van een ongekookte aardappel (groenteboer) of een gefrituurde aardappel (snackbar) als horeca of detailhandel moet worden gezien. In de huidige situatie is het voor (sommige) lichte horecaconcepten daarom mogelijk zich ook op een detailhandelsbestemming te vestigen. Via de regeling voor functie-ondersteunende horeca is het mogelijk om zitgelegenheden toe te voegen waardoor feitelijk sprake is van een horecagelegenheid. Dit is niet altijd wenselijk vanuit ruimtelijk, stedenbouwkundig oogpunt en/of vanuit het aspect leefbaarheid.

Afhaalzaken ontbreken binnen de huidige systematiek van horecacategorieën, zoals opgenomen in alle geldende bestemmingsplannen. Er is sprake van een afhaalzaak als de bereide/verstrekte maaltijden, etenswaren en/of dranken voornamelijk elders worden geconsumeerd (er is geen sprake van zitgelegenheid). Om sturing te kunnen geven aan vestigingsmogelijkheden voor afhaalzaken, worden de regels van de nu geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen aangevuld met een regeling die duidelijkheid geeft over de locaties waar afhaalzaken zijn toegestaan. Dit gebeurt door afhaalzaken aan te merken als horecabedrijf van categorie 2. Op deze wijze zijn afhaalzaken alleen toegestaan op locaties waar ook een restaurant, lunchroom, eethuis, bistro, broodjeszaak of vergelijkbare horeca is toegestaan.

Functie-ondersteunende horeca bij detailhandel
Met de gekozen regeling voor afhaalzaken blijft de regeling voor functie-ondersteunende horeca bij winkels in tact. Bij veel hedendaagse winkels en concepten vormt de mogelijkheid voor ondersteunende horeca (ook wel blurring genoemd) een belangrijk belevingsonderdeel. Denk bijvoorbeeld aan een boekenclub met koffiecorner. Om de voorzieningenstructuur en beleving van winkelgebieden te versterken, wil de gemeente ruimte blijven geven aan functie-ondersteunende horeca bij detailhandel.
Alleen in het bestemmingsplan 'Binnenstad' is een juridische regeling opgenomen voor functie-ondersteunende horeca bij detailhandelsvestigingen. Voor de duidelijkheid is het begrip opgenomen in het voorliggende paraplubestemmingsplan. De huidige regeling beperkt zich tot foodwinkels. In het raadsbesluit 'Ondersteunende, alcoholvrije horeca in o.a. winkels' (24 juni 2014) is aangegeven dat ook bij non-food winkels blurring is toegestaan. Deze mogelijkheid is daarom toegevoegd.

1.2 Plangebied

Het plangebied is gemeentedekkend voor bezorgfuncties en afhaalzaken. Dit wil zeggen dat het gehele grondgebied van de gemeente 's-Hertogenbosch is opgenomen in dit bestemmingsplan, met uitzondering van de gebieden waar op dit moment een beheersverordening geldt. Het toepassen van het instrument van het paraplubestemmingsplan is niet mogelijk voor die gebieden. De herzienng van het begrip functie-ondersteunende horeca bij detailhandel is alleen van toepassing op het bestemmingsplan 'Binnenstad'.

1.3 Vigerende Bestemmingsplannen

In het plangebied gelden momenteel diverse ruimtelijke plannen. Dit zijn hoofdzakelijk bestemmingsplannen, maar ook wijzigings- en uitwerkingsplannen. Deze plannen zijn onderliggend aan onderhavig paraplubestemmingsplan en blijven in beginsel onverkort van toepassing. Alleen die onderdelen van deze plannen waarover expliciet iets over wordt gezegd in de planregels van onderhavig paraplubestemmingsplan worden met dit plan dus gewijzigd of aangevuld.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk volgt hoofdstuk 2 waarin relevant rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid wordt beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van het plan gegeven. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in diverse milieukundige en planologische aspecten die van belang zijn voor het voorliggend paraplubestemmingsplan. In hoofdstuk 5 is de (juridische) toelichting op de planopzet gegeven. In het laatste hoofdstuk komt de financiële en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan de orde.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt het beleidskader dat relevant is voor het plan toegelicht en wordt het plan hieraan getoetst. Er is sprake van een doorwerking van beleid dat is vastgesteld op verschillende niveaus van bestuur.

2.1 Rijksbeleid

Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) geeft het Rijk een langetermijnvisie op de toekomst en de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. Op 11 september 2020 is de NOVI vastgesteld. Uitgangspunt in de nieuwe aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang. Zo kan men in gebieden komen tot betere, meer geïntegreerde keuzes.

Op nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven. Die komen samen in vier prioriteiten:

  • Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
  • Duurzaam economisch groeipotentieel;
  • Sterke en gezonde steden en regio's;
  • Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (ook wel Barro) is op 30 december 2011 in werking getreden en nadien aangevuld. Het Barro vormt een wettelijk kader waaraan onderliggende ruimtelijke plannen van gemeenten en provincies dienen te voldoen. In hoofdstuk 2 van het Barro zijn de nationale belangen aangegeven. Het onderhavige paraplubestemmingsplan is niet strijdig met deze belangen.


Besluit ruimtelijke ordening (Bro)

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is op 1 juli 2008 in werking getreden en nadien aangepast. Eén van die aanpassingen betrof de toevoeging van de Ladder voor duurzame verstedelijking op 1 oktober 2012 en vervolgens op 1 juli 2017 de aanpassing van de Ladder. Ingevolge artikel 3.1.6 van het Bro moeten overheden nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen standaard motiveren. De ladder schrijft geen vooraf bepaald resultaat voor, omdat het optimale resultaat moet worden beoordeeld door het bevoegd gezag dat de regionale en lokale omstandigheden kent en de verantwoordelijkheid draagt voor de ruimtelijke afweging met betrekking tot die ontwikkeling.


Doorwerking plangebied

Dit paraplubestemmingsplan voorziet niet in nieuwe woningen of andere hoofdfuncties. De planregels zien voornamelijk op het verduidelijken en herformuleren van bestaande begrippen. Gelet op het voorgaande voorziet het plan, ten opzichte van de reeds vigerende bestemmingsplannen, niet in nieuwe planologische mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkelingen. Dat betekent dat met onderhavig plan ook niet wordt voorzien in extra mogelijkheden voor stedelijke ontwikkelingen. Daarom is het niet noodzakelijk om in het kader van dit plan een toetsing aan de Ladder voor duurzame verstedelijking te doorlopen. Gezien de aard van het plan zijn er geen rijksbelangen in het geding.

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Noord-Brabant

Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben op 14 december 2018 de 'Brabantse Omgevingsvisie ' vastgesteld. Dit is een samenhangende visie op de fysieke leefomgeving. De Omgevingsvisie bevat de belangrijkste ambities voor de fysieke leefomgeving voor de komende jaren. Dat gaat om ambities op gebied van de energietransitie, een klimaatproof Brabant, Brabant als slimme netwerkstad en een concurrerende, duurzame economie. De Omgevingsvisie geeft ook aan op welke nieuwe manieren de provincie met betrokkenen wil samenwerken aan omgevingsvraagstukken en welke waarden daarbij centraal staan. Tot de invoering van de Omgevingswet heeft dit document de status van structuurvisie onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de visie officieel de juridische status van omgevingsvisie krijgen.

Voor het handelen van de provincie zijn kernwaarden geformuleerd. Het gaat achtereenvolgens om de volgende kernwaarden:

  • gaan voor meerwaarde-creatie;
  • gaan voor technische én sociale innovatie;
  • gaan voor kwaliteit boven kwantiteit;
  • gaan voor steeds beter;
  • gaan voor proactief en preventief boven gevolgbeperking en herstel.

De provincie heeft tevens een basisopgave opgenomen in haar omgevingsvisie. Centraal hierbij staat het werken aan veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit. Hoewel er gesproken wordt over één basisopgave, is deze opgave in feite tweeledig, aangezien voor zowel het jaar 2030 als voor het jaar 2050 een basisopgave geformuleerd is. Een en ander is als volgt geformuleerd:

  • Doel 2050:
    'Brabant heeft een goede leefomgevingskwaliteit doordat wij op alle aspecten beter presteren dan wettelijk als minimumniveau is bepaald. Brabant staat met zijn TOP-landschap van oude en nieuwe landschappen in de top 5 van Europa. De biodiversiteit binnen en buiten de natuurgebieden is op orde, de lucht- en waterkwaliteit voldoet en de bodem is vitaal'.
  • Doel 2030:
    'Brabant heeft een aanvaardbare leefomgevingskwaliteit doordat wij voor alle aspecten voldoen aan de wettelijke normen. Natuurgebieden zijn ingericht, de afname van biodiversiteit is naar een positieve trend omgebogen, waardevolle cultuurhistorische landschappen zijn behouden en er is breed draagvlak voor de nieuwe energie- en klimaatadaptieve landschappen door de ontwerpende aanpak'.


De basisopgave ligt - zoals al in de naam besloten ligt - aan de basis van vier hoofdopgaven. De volgende hoofdopgaven worden benoemd:

  • werken aan de Brabantse energietransitie;
  • werken aan een klimaatproof Brabant;
  • werken aan de slimme netwerkstad;

werken aan een concurrerende, duurzame economie.

Doorwerking plangebied
Dit paraplubestemmingsplan voorziet niet in nieuwe woningen of andere hoofdfuncties. De planregels zien voornamelijk op het herformuleren van bestaande begrippen. Aangezien het plan hiermee zelf niet voorziet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, is er geen sprake van strijdigheid met de 'Omgevingsvisie Noord-Brabant'.

2.2.2 Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant

Op 25 oktober 2019 is de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant vastgesteld. De laatste wijziging dateert van 15 april 2022. De Interim Omgevingsverordening vormt het toetsingskader voor nieuwe ontwikkelingen in de provincie Noord-Brabant. De provincie wil met haar regels aansluiten op de werkwijze die gevraagd wordt in de Omgevingsvisie en de Omgevingswet. Daarom is ervoor gekozen om de verschillende provinciale verordeningen voor de fysieke leefomgeving samen te voegen tot de Interim omgevingsverordening.

Er wordt expliciet gesproken van een Interim Omgevingsverordening, om zo te benadrukken dat dit een tussenstap is naar de definitieve omgevingsverordening gebaseerd op de Omgevingswet. De Interim Omgevingsverordening is gebaseerd op de huidige wetgeving, moet aan de wettelijke bepalingen van die wetgeving voldoen en dient ter vervanging van zes provinciale verordeningen.


Doorwerking plangebied
Dit paraplubestemmingsplan voorziet niet in nieuwe woningen of andere hoofdfuncties. De planregels zien voornamelijk op het herformuleren van bestaande begrippen. Aangezien het plan hiermee zelf niet voorziet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, is er geen sprake van strijdigheid met de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant.

2.3 Gemeentelijk Beleid

2.3.1 Ruimtelijke StructuurVisie

In juni 2003 heeft de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de 'Ruimtelijke StructuurVisie' vastgesteld, met de ondertitel 'Stad tussen stromen'. De 'Ruimtelijke StructuurVisie' geeft richting aan de ruimtelijke ambities van de stad. Op 28 januari 2014 heeft de gemeenteraad de actualisatie van de structuurvisie uit 2003 vastgesteld. In deze geactualiseerde structuurvisie integreert de gemeente het provinciaal beleid. De geactualiseerde structuurvisie bevat een integrale visievorming voor lange termijn, 10 jaar met een doorkijk naar 15 à 20 jaar. De structuurvisie bestaat uit het Ruimtelijk Casco, een visie geformuleerd op het plangebied. Een ruimtelijke analyse van de stad en het gemeentelijk beleid vormen de input voor deze visie. De visie formuleert de ontwikkelingskoers, beschrijft een wensbeeld van de stad voor de lange termijn en biedt het casco voor concrete projecten en plannen. Het is een toetsingskader, en tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt bepaald waar strakke contouren ter bescherming van kwetsbare waarden liggen en kansen voor ontwikkeling. En worden locaties aangeduid waar deze ontwikkelingen tegen randvoorwaarden mogelijk zijn en afweegbare gebieden voor uitbreidingen en intensiveringen aangewezen. Het 'ruimtelijk motto' van compacte, complete en contrastrijke stad als het uitgangspunt voor de ruimtelijke ontwikkeling voor de stad blijft gehanteerd, in de overtuiging dat dit de juiste basis biedt voor een duurzame ruimtelijk hoofdstructuur.

Doorwerking plangebied
In de structuurvisie is geconstateerd dat e-commerce steeds belangrijker wordt. Tegelijkertijd blijven fysieke winkels onmisbaar om een merk extra beleving en imago te geven. Ook voor de dynamiek van de winkelgebieden spelen dynamiek en beleving een belangrijke rol. Daarom is sturing op bezorgfuncties gewenst.

Daarnaast worden kwaliteit, variatie en vernieuwing steeds belangrijker bij Bossche ruimtelijke investeringen. Door een verruiming van het begrip 'functie-ondersteunende horeca 2' kan in de binnenstad ook bij detailhandelsvestigingen in de non-foodsector (onder voorwaarden) ondersteunende horeca worden toegestaan om de belevingswaarde van winkels te vergroten.
Aangezien onderhavig paraplubestemmingsplan niet voorziet in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, is er geen sprake van strijdigheid met de 'Ruimtelijke StructuurVisie', aangezien dit visiedocument het toetsingskader vormt voor concrete ruimtelijke ontwikkelingen.

2.3.2 Horecavisie 's-Hertogenbosch

Deze ruimtelijk-economische horecavisie 'Samenwerken aan Gastvrij ontmoeten' is in mei 2020 door de gemeenteraad vastgesteld en biedt de ruimtelijke kaders om wildgroei te voorkomen en de dynamiek in goede banen te kunnen leiden. Een goede afweging ten aanzien van leefbaarheid versus levendigheid is hierbij van belang. De visie is daarnaast een parapludocument voor diverse vervolgstappen en acties.

De horecavisie heeft vooral een ruimtelijke insteek waarbij antwoord gegeven wordt op de vraag waar welke horeca zich kan vestigen en waar meer terughoudendheid gewenst is. Hiervoor is een verfijnder planologisch kader nodig. Dit kader omvat 8 horeca-categorieën en geldt als leidraad voor vergunningverlening en beoordeling van nieuwe initiatieven. Hiermee ontstaat een duidelijkere begripsomschrijving van horeca en kan bovendien worden voorkomen dat (bepaalde) horeca zich kan vestigen op gronden met een detaihandelsbestemming. Deze categorieën zijn gebaseerd op ruimtelijke overwegingen maar ook andere indicatoren kunnen relevant zijn voor de beoordeling van de horecacategorie. Deze indicatoren zijn gericht op:

  1. a. de uitstraling van een horecagelegenheid:
    1. 1. ter plaatse worden de etenswaren, producten en/of dranken bereid;
    2. 2. er is sprake van de nodige voorzieningen voor het bereiden van de etenswaren, zoals een bakplaat, oven, afzuiginstallatie e.d.;
    3. 3. ter plaatse is er de mogelijkheid de etenswaren te kunnen consumeren en/of sprake van afhaal- en bezorgmogelijkheid waarbij de etenswaren niet meer “thuis” bereid hoeven te worden;
    4. 4. horecacomponent is dominanter aanwezig dan de verkoop van “niet bereide” producten;
    5. 5. er is sprake van een zelfstandige bezoekersstroom voor de horecagelegenheid.
  2. b. de presentatie van de inrichting:
    1. 1. de wijze waarop de inrichting zich presenteert naar de consument, bijvoorbeeld menukaart prominent aanwezig, reclame maken voor het horecagedeelte, gebruikmaken van Social Deal
      etc.
  3. c. de openingstijden:
    1. 1. de openingstijden die gehanteerd worden, zijn ruimer dan die van een winkel (na 22.00 uur) of er is sprake van daghoreca.

De regeling ten aanzien van het toestaan van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel (blurring), gericht op de belevingswaarde van detailhandelszaken, blijft intact. Binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch wordt blurring onder randvoorwaarden toegestaan. Deze regeling ten aanzien van functie-ondersteunende horeca is voor food-winkels opgenomen in het bestemmingsplan 'Binnenstad' en in het raadsbesluit ‘Ondersteunende, alcoholvrije horeca in o.a. winkels’ (24 juni 2014).

Er is behoefte om de begrippen horeca en detailhandel aan te scherpen en te vertalen in de bestemmingsplannen. Mede door de branchevervaging, maar ook door de huidige interpretatie van de begrippen horeca en detailhandel, zoals opgenomen in de bestemmingsplannen, ontstaan steeds meer horecagelegenheden binnen de bestemming detailhandel.

Doorwerking plangebied
In hoofdstuk 5 van de horecavisie wordt expliciet benoemd dat er in de praktijk onduidelijkheid bestaat over de in de bestemmingplannen opgenomen begrippen en dat aanpassing van deze begrippen gewenst is. Het onderhavige paraplubestemmingsplan voorziet hierin en is dus in lijn met de gemeentelijke Horecavisie.

Het begrip voor horeca(bedrijf van) categorie 2 zoals in geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen is opgenomen, is aangepast waarmee ook afhaalzaken worden aangemerkt als horecavestiging. Een afhaalzaak is aangemerkt als categorie 2-bedrijf waarbij maaltijden, etenswaren en/of dranken worden bereid en verkocht, voornamelijk niet voor consumptie ter plaatse.

2.3.3 Detailhandelsvisie 's-Hertogenbosch 2023

Op 14 februari 2023 heeft het college ingestemd met de detailhandelsvisie 2023. Het belangrijkste doel van deze visie is het bieden van een stip op de horizon en te dienen als inspiratiedocument voor alle betrokken stakeholders binnen de detailhandelssector in de gemeente. Door verschillende trends, ontwikkelingen en bijbehorende kansen en uitdagingen in beeld te brengen worden ondernemers, vastgoedeigenaren en andere betrokkenen geprikkeld om op een andere manier te kijken naar de huidige situatie.

In de detailhandelsvisie komen onderwerpen als online shopping, combineren van functies onder één dak (blurring) en flitsbezorgers aan bod. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de Bossche detailhandelsstructuur.

De detailhandelsvisie bevat specifieke uitgangspunten en opgaven voor de verschillende type winkelgebieden, van Bossche binnenstad tot perifere en solitaire locaties en overige detailhandel zoals ambulante handel, afhaalpunten en pakketkasten.

Doorwerking plangebied

Door de vestiging van min of meer zelfstandige horecagelegenheden in bestemmingen met detailhandelsmogelijkheden te voorkomen, blijft de Bossche winkelstructuur behouden. Ook het weren van bezorgbedrijven op locaties die zijn bestemd voor detailhandel, draagt bij aan de levendigheid van de Bossche winkelgebieden.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

Zoals reeds beschreven in de eerste twee hoofdstukken van deze toelichting is onderhavig paraplubestemmingsplan de concrete uitwerking van de wens van de gemeente om bepaalde regels voor de hele gemeente te verduidelijken. Het plan bevat regelingen ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  • bezorgfuncties (bezorgbedrijven en -services)
  • afhaalzaken en functie-ondersteunende horeca bij detailhandel (in de binnenstad)

Het plan omvat daartoe de volgende bepalingen:

  • definities van 'afhaalzaak', 'bezorgbedrijf', 'bezorgservice' en daarmee samenhangende definities;
  • het toepassingsbereik van het onderhavige paraplubestemmingsplan;
  • van toepassing verklaring van de nieuwe en aangepaste begrippen;
  • toevoeging en/of aanvulling van de algemene gebruiksregels in onderliggende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen voor bezorgfuncties;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregels.

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de motieven voor het opstellen van regelingen omtrent deze onderwerpen en op de inhoud van deze nieuw opgestelde regelingen.

Planinhoud

Met het onderhavige paraplubestemmingsplan worden enkele begripsbepalingen toegevoegd en verduidelijkt. Voor bezorgbedrijven en bezorgservices zijn begripsbepalingen toegevoegd, waarbij een bezorgbedrijf als hoofdfunctie gedefinieerd is en bezorgservices als ondersteunende functie bij detailhandel en horeca. Met deze definities is vervolgens in de gebruiksregels geregeld wat wel en wat niet is toegestaan.

Ten tijde van de voorbereiding van het bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen Treurenburg, Maaspoort, Hambakenwetering, Brabantpoort, De Brand en De Herven is voor bezorgbedrijven het begrip internetbedrijven / postorderbedrijven geïntroduceerd. Met het paraplubestemmingsplan voegen we dit begrip toe aan alle bestemmingsplannen. De begripsbepaling luidt als volgt: een bedrijf dat zich toelegt op het (doen) leveren van goederen op schriftelijke, telefonische of elektronische order van klanten en dat op de bedrijfslocatie geen directe contactmogelijkheden (balie, showroom, afhaalcentrum) met klanten biedt. Omdat flitsbezorgbedrijven vaak beschikken over een afhaalmogelijkheid is hiervoor aan de begripsbepaling voor bezorgbedrijven aan toegevoegd dat wel een ondergeschikte afhaalfunctie is toegestaan.

In recente uitspraken zijn bezorgbedrijven ook wel aangemerkt als distributiebedrijven. Distributiebedrijven zijn opgenomen in de bedrijvenlijst uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Bij ieder bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan waar bedrijven van milieucategorie 2 zijn toegestaan, zijn distributiecentra opgenomen in de staat van bedrijfsactiviteiten die in dat geval bij het betreffende plan als bijlage bij de regels is opgenomen. Door in het paraplubestemmingsplan te regelen dat bezorgbedrijven alleen zijn toegestaan op locaties waar ingevolge het geldende bestemmingsplan de opslag en distributie van goederen en materialen, distributiebedrijven en internetbedrijven / postorderbedrijven zijn toegestaan, wordt voorkomen dat bezorgbedrijven op ongewenste locaties in winkelgebieden worden gevestigd. Voor de duidelijkheid zijn bezorgbedrijven in de begripsomschrijving van detailhandel uitgesloten.

Bezorgservices zijn als ondersteunende functie bij de functies detailhandel en horeca wel toegestaan binnen bestemmingen met horeca- en/of detailhandelsmogelijkheden.

Ook voor afhaalzaken is een begripsbepaling toegevoegd, Om vervolgens duidelijkheid te geven over de vestigingsmogelijkheden voor afhaalzaken zijn deze uitgesloten in het begrip 'detailhandel' en aangemerkt als 'horeca(bedrijf van) categorie 2'. Hiermee zijn afhaalzaken alleen toegestaan op locaties waar ook een restaurant, lunchroom, eethuis, bistro, broodjeszaak of vergelijkbare horeca is toegestaan. Voor de omschrijving van het begrip horeca(bedrijf van) categorie 2 is aansluiting gezocht bij de beschrijving in de horecavisie (zie par. 2.3.2). In twee recente ruimtelijke plannen (bestemmingsplan 'Onderwijsboulevard 256' en uitwerkingsplan 'Palazzo, deelplan F Paleiskwartier') is reeds aangesloten bij de horecacategorieën uit de nieuwe horecavisie. Hier vallen afhaalzaken onder categorie 4.

In het bestemmingsplan 'Binnenstad' is aanvullend op het bovenstaande de begripsbepaling voor 'functie-ondersteunende horeca 2' (bij detailhandel) aangepast zodat deze ook van toepassing is voor non-foodwinkels. Doordat hieraan een maximum oppervlakte is gekoppeld, wordt zelfstandige horeca op een locatie waar wel detailhandel en geen horeca is toegestaan, voorkomen.

Omdat in bestemmingsplannen buiten de binnenstad geen regeling is opgenomen voor functie-ondersteunende horeca en de gemeente grip wil houden, wordt met dit paraplubestemmingsplan alleen de regeling in de binnenstad verruimd. Het raadsbesluit van juni 2014 blijft in combinatie met de indicatoren uit de horecavisie (zie par. 2.3.2) het toetsingskader voor initiatieven elders binnen de gemeente. Indien passend, wordt er een omgevingsvergunning verleend in afwijking van het bestemmingsplan.

Paraplubestemmingsplan

Een paraplubestemmingsplan is het meest geschikte instrument om aan deze wens juridische invulling te geven. Met een paraplubestemmingsplan worden specifieke regels uit de onderliggende vigerende bestemmingsplannen, wijzigings- en uitwerkingsplannen herzien, maar blijven de bestemmingen en overige regels verder ongewijzigd.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk worden de diverse relevante omgevingsaspecten aangehaald. Het plan wordt aan deze elementen getoetst. Een en ander dient ter onderbouwing waarom er sprake is van een goede ruimtelijke ordening bij realisatie van de in het plan opgenomen planologische mogelijkheden.

4.1 Verkeer En Parkeren

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Om die reden voorziet dit paraplubestemmingsplan niet in functies die, ten opzichte van wat mogelijk is onder het huidige planologische regime, een toename in verkeersgeneratie met zich meebrengen. Daarom kan een verdere kwantitatieve onderbouwing ten aanzien van het deelaspect verkeer achterwege blijven.

4.2 Geluid

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. In vergelijking met het huidige planologische regime is daarmee geen sprake van een verruiming met betrekking tot de mogelijkheden tot realisatie van geluidsgevoelige objecten. Om die reden kan akoestisch onderzoek achterwege blijven in het kader van dit paraplubestemmingsplan.

4.3 Luchtkwaliteit

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Om die reden voorziet dit paraplubestemmingsplan niet in functies die, ten opzichte van wat mogelijk is onder het huidige planologische regime, een toename in verkeersgeneratie met zich meebrengen. Daarom kan een verdere kwantitatieve onderbouwing ten aanzien van het deelaspect luchtkwaliteit achterwege blijven.

4.4 Bedrijven En Milieuzonering

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Ten opzichte van wat het geval is onder de voor het plangebied vigerende bestemmingsplannen ontstaan er daarom geen nieuwe mogelijkheden voor het toevoegen van milieugevoelige bestemmingen. Ook is uitgesloten dat de vaststelling van het paraplubestemmingsplan tot beperkingen voor milieubelastende functies leidt. Met het plan worden tevens geen extra mogelijkheden geboden tot vestiging van milieubelastende functies ten opzichte van wat reeds mogelijk is onder het huidige planologische regime.

4.5 Geur

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Middels dit paraplubestemmingsplan worden ten opzichte van het huidige planologische regime geen aanvullende mogelijkheden geschapen voor het oprichten van geurgevoelige objecten. Daarom behoeft dit aspect geen nadere beschouwing.

4.6 Kabels En Leidingen

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Ook heeft het plan geen invloed op het functioneren, beheren en onderhouden van de betreffende kabels en leidingen.

Het aspect kabels en leidingen zorgt daarmee niet voor belemmeringen. De bestaande beschermingsregimes en belemmeringenstroken blijven gehandhaafd.

4.7 Externe Veiligheid

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Nieuwe ontwikkelingen worden niet rechtstreeks mogelijk gemaakt. Middels dit paraplubestemmingsplan worden ten opzichte van het huidige planologische regime geen aanvullende mogelijkheden geschapen voor het oprichten van gevoelige of risicovolle objecten. Daarom behoeft dit aspect geen nadere beschouwing.

4.8 Ecologie

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Negatieve effecten op beschermde natuurgebieden, waaronder een toename van stikstofdepositie, zijn daarom op voorhand uitgesloten.

4.9 Bodem

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarom is het uitvoeren van bodemonderzoek niet noodzakelijk.

4.10 Water

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Daarom is verder onderzoek naar het aspect water niet noodzakelijk.

4.11 Archeologie

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Hiermee is voldoende aannemelijk gemaakt dat dit plan niet op directe wijze voorziet in ontwikkelingen die eventueel binnen het plangebied aanwezig archeologische waarden aantasten.

4.12 Cultuurhistorie

Het doel van het onderhavige paraplubestemmingsplan is het verduidelijken van de mogelijkheden van functie-ondersteunende horeca bij detailhandel en het reguleren van bezorgfuncties. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Hiermee is voldoende aannemelijk gemaakt dat dit plan niet op directe wijze voorziet in ontwikkelingen die eventueel binnen het plangebied aanwezig cultuurhistorische waarden aantasten.

4.13 M.e.r.-plicht

Het bevoegd gezag moet ook bij relatief kleinschalige plannen of projecten beoordelen of een m.e.r.-beoordeling nodig is. Achterliggende gedachte hierbij is dat ook kleine plannen of projecten het milieu relatief zwaar kunnen belasten en ook bij kleine projecten van geval tot geval moet worden beoordeeld of een m.e.r.-procedure nodig is. Een m.e.r.-beoordeling is een toets van het bevoegd gezag om te beoordelen of bij een project belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden. Wanneer uit de toets blijkt dat er belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen optreden moet er een m.e.r.-procedure worden doorlopen. Met andere woorden is het opstellen van een milieueffectrapport (MER) dan nodig.

Met dit bestemmingsplan worden geen m.e.r.-plichtige of m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten mogelijk gemaakt. Immers wordt uitsluitend voorzien in een verduidelijking van reeds bestaande planologische mogelijkheden. Daarom is een m.e.r.-procedure of m.e.r.-beoordeling niet noodzakelijk.

Hoofdstuk 5 Juridische Planopzet

In dit hoofdstuk wordt de juridische opzet van het bestemmingsplan beschreven.

5.1 Inleiding

De Wro en het Bro bepalen uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Het gaat om een verbeelding met regels en een toelichting daarop. De juridisch bindende onderdelen van het bestemmingsplan zijn de verbeelding en de regels. Er is één landelijke voorziening waar alle ruimtelijke plannen voor iedereen volledig toegankelijk en raadpleegbaar zijn. Daarvoor moeten alle bestemmingsplannen voldoen aan landelijk vastgestelde standaarden. Dit is de 'Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012)'.

Dit bestemmingsplan bestaat uit de volgende onderdelen:

De toelichting
Een planbeschrijving, beleidsverantwoording en een toets aan de relevante milieukundige en
planologische aspecten, aangevuld met een toelichting op de juridische opzet en een korte beschrijving van de uitvoeringsaspecten.

De regels
Samen met de verbeelding vormen de regels het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De regels worden in paragraaf 5.3 nader beschreven.

De verbeelding
De verbeelding bepaalt in het geval van een paraplubestemmingsplan het werkingsgebied van de regels. In paragraaf 5.2 wordt de opzet van de verbeelding nader beschreven.

5.2 Plansystematiek

Het voorliggende 'paraplubestemmingsplan' is een overkoepelend bestemmingsplan, dat dient als aanvulling op en gedeeltelijke vervanging van de vigerende ruimtelijke plannen. Het plangebied van dit bestemmingsplan is gemeentedekkend: de regels gelden in principe voor het gehele gemeentelijke grondgebied. Uitgezonderd zijn uitsluitend die delen van het gemeentelijk grondgebied, waar ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan een beheersverordening van toepassing is.

Het bestemmingsplan geldt in aanvulling op de overige geldende ruimtelijke plannen. Deze plannen met de bijbehorende bestemmingen, aanduidingen, bouw- en gebruiksregels, bouwvlakken etc. blijven onverkort van toepassing. Op een aantal onderdelen worden de planregels echter aangevuld, dan wel vervangen, op de manier zoals hierna in paragraaf 5.3 wordt toegelicht.

5.3 Toelichting Op De Regels

De regels in het paraplubestemmingsplan zijn conform de SVBP2012 als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 1: inleidende regels
Dit hoofdstuk omvat een aantal voor het plan van belang zijnde begripsbepalingen (artikel 1). De volgende begrippen worden toegevoegd aan elk bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan van de gemeente 's-Hertogenbosch, dat op het moment van inwerkingtreding van dit parapluplan is vastgesteld:
'afhaalzaak', 'bezorgbedrijf', 'bezorgservice' en 'internetwinkel / postorderbedrijf'.

Om een afhaalzaak expliciet aan te merken als horeca is deze middels een aanvulling op de bestaande begrippen uitgesloten in het begrip 'detailhandel' en toegevoegd aan het begrip 'horeca(bedrijf van) categorie 2'. Ook bezorgbedrijven zijn in het begrip 'detailhandel' uitgesloten.

Hoofdstuk 2: bestemmingsregels

De begripsomschrijvingen uit hoofdstuk 1 worden middels de schakelbepalingen in artikelen 2.1 en 2.2 van toepassing verklaard op alle onderliggende bestemmingsplannen en overige ruimtelijke plannen. Voor zover een bepaald begrip in een bestaand plan reeds voorkomt, wordt dit vervangen door de begripsbepaling in het paraplubestemmingsplan. Als het begrip nog niet voorkomt, dan wordt het onderliggende bestemmingsplan hiermee aangevuld.

Vervolgens zijn er twee artikelen opgenomen waarin is aangegeven welke regels van de onderliggende ruimtelijke plannen juridisch wijzigen, of welke bepalingen aan de betreffende plannen worden toegevoegd.

Omdat in de bestemmingsplannen 'Onderwijsboulevard 256' en het 'Uitwerkingsplan Palazzo, deelplan F Paleiskwartier' al gebruik wordt gemaakt van begrippen die zijn afgestemd op de nieuwe horecavisie, is hier de wijziging van het begrip horeca(bedrijf van) categorie 2 niet van toepassing.

Aanvullend op de begrippen uit hoofdstuk 1 wordt in het bestemmingsplan 'Binnenstad' het begrip 'functie-ondersteunende horeca 2' aangepast zodat ook bij non-food winkels ondersteunende horeca is toegestaan.

Voor de inhoudelijke toelichting op deze regels wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van deze toelichting.


Hoofdstuk 3: algemene regels
In dit hoofdstuk is de voor ieder plan verplichte anti-dubbeltelregel opgenomen. De anti-dubbeltelbepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Kortweg gezegd komt het erop neer, dat grond die één keer in beschouwing is genomen voor het toestaan van gebouwen, niet een tweede maal mag meetellen voor de toelaatbaarheid van andere gebouwen, als die grond inmiddels tot een ander bouwperceel is gaan behoren.

Hoofdstuk 4: overgangs- en slotregels
Dit hoofdstuk bevat het voor alle bestemmingsplannen verplicht op te nemen overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik, alsmede de citeertitel van het plan.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting waarin de inzichten over de uitvoerbaarheid van het plan zijn neergelegd. Dit hoofdstuk gaat in op de uitvoerbaarheid, waarbij eerst de economische uitvoerbaarheid aan bod komt en vervolgens de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de gemeente worden gerealiseerd. Het onderhavige paraplubestemmingsplan heeft betrekking op het wijzigen van gebruiksmogelijkheden.

Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in een nieuw bouwplan, zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro. Daarom is de gemeenteraad niet verplicht om voor het wettelijk kostenverhaal een exploitatieplan vast te stellen in de zin van artikel 6.12, eerste lid, Wro. Kostenverhaal is daarmee niet aan de orde.

De door de gemeente te maken kosten van onderhavig bestemmingsplan bestaan uitsluitend uit planvoorbereidingskosten. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente. Het bestemmingsplan is daarmee economisch uitvoerbaar.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Er zijn wettelijke eisen met betrekking tot de voorbereiding en totstandkoming van een bestemmingsplan. Artikel 3.8 Wro bepaalt dat op de voorbereiding van een bestemmingsplan de in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing is. Dit houdt in dat tussen gemeente en verschillende instanties overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven.

Dientengevolge zijn de volgende stappen te onderscheiden:

  • Omgevingsdialoog;
  • Vooroverleg;
  • Vaststellingsprocedure.

6.2.1 Omgevingsdialoog

De omgevingsdialoog is het gesprek tussen de omgeving over plannen die samenwerking en afstemming nodig hebben. De beleidskeuze om het planologische kader voor horecamogelijkheden binnen een detailhandelsbestemming aan te passen, is tot stand gekomen in het kader van de horecavisie 's-Hertogenbosch. De horecavisie is in samenspraak met diverse stakeholders opgesteld. Dit paraplubestemmingsplan sluit hierop aan.

6.2.2 Vooroverleg

Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

In het kader van het vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het ontwerpbestemmingsplan voorafgaand aan de terinzagelegging ervan toegezonden aan provincie Noord-Brabant en waterschap Aa en Maas.

Provincie Noord-Brabant
Naar aanleiding van de inventarisatie van belangen in het kader van het vooroverleg (door middel van het e-formulier over de in het voorontwerp betrokken ruimtelijke aspecten) geeft de provincie aan dat er geen provinciale belangen in het geding zijn.

Waterschap Aa en Maas
Het waterschap concludeert dat het bestemmingsplan niet van invloed is op het watersysteem en heeft daarom geen opmerkingen op het plan.

6.2.3 Vaststellingsprocedure

De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan zal plaatsvinden volgens artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Als onderdeel van deze procedure wordt het bestemmingsplan gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegd voor zienswijzen.