Vroonacker IV
Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek
Ontwerp op 23-11-2023 - in voorbereiding
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Vroonacker IV" met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPVroonackerIV-ON01 van de gemeente Hilvarenbeek;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0798.BPVroonackerIV-ON01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte aan het hoofdgebouw is gebouwd, in directe verbinding staat met het hoofdgebouw, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aan huis verbonden bedrijf:
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, die door zijn beperkte omvang, door de gebruiker van een woning in die woning of bij die woning kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;
1.6 aan huis verbonden beroep:
een beroep, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie overeenkomt;
1.7 aaneengebouwde c.q. geschakelde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
1.8 achtererf:
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterkant van die lijn gelegen perceelgrens;
1.9 achtergevel:
de gevel aan de achterzijde van het hoofdgebouw;
1.10 afhankelijke woonruimte:
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.11 archeologisch onderzoek:
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
1.12 archeologisch rapport:
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de aanwezigheid van archeologische waarden;
1.13 archeologische deskundige:
professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologische onderzoek uit te voeren en/of Programma's van Eisen op te stellen en te toetsen;
1.14 archeologische waarden:
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigd;
1.15 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.16 bebouwingsconcentratie:
kernrandzone, bebouwingslint of bebouwingscluster;
1.17 bebouwingspercentage:
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwvlak in procenten van de oppervlakte van dat bouwvlak;
1.18 begane grond:
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1 m boven peil is gelegen;
1.19 beneden-boven woning:
een bijzondere woonvorm waarbij boven dan wel beneden en of naast elkaar gesitueerde woningen in maximaal twee bouwlagen met kap zijn gebouwd waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau gewaarborgd is niet zijnde een appartementencomplex;
1.20 bestaand:
- bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat en is gebouwd overeenkomstig een verleende omgevingsvergunning of kan worden gebouwd krachtens een vergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders bepaald;
1.21 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.22 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.23 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.24 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aan gebouwd gebouw en met de aarde verbonden bouwwerken, met een dak;
1.25 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.26 (bouw)perceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan;
1.27 (bouw)perceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.28 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.29 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.30 bouwwerk, geen gebouw zijnde:
een bouwwerk voorzien van maximaal één gesloten wand;
1.31 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.32 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.33 eindwoning:
een woning die grenst aan een aanliggende woning en aan het begin of einde ligt van een reeks woningen;
1.34 erf:
al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
1.35 evenement:
een publieke gebeurtenis op het gebied van cultuur en sport of daarmee gelijk te stellen activiteit;
1.36 extensief recreatief medegebruik:
dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied;
1.37 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.38 Gemeentelijke parkeernota:
de beleidsregels parkeren van de gemeente Hilvarenbeek, zoals opgenomen in het, door de gemeenteraad op 16 juli 2015 vastgesteld, Parkeerbeleidsplan 2015-2020 van de gemeente Hilvarenbeek, dan wel in het beleidsplan dat is vastgesteld ter vervanging van dit parkeerbeleidsplan;
1.39 gevellijn:
de geometrisch bepaalde lijn en het verlengde daarvan, die bij het bouwen niet mag worden overschreden;
1.40 gestapelde woning:
een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen;
1.41 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
1.42 hoofdvolume:
het woongebouw binnen een bestemmingsvlak in de bestemming 'Woongebied' of 'Woongebied - 2' dat het dichtstbij de verkeersontsluiting van het bestemmingsvlak is gelegen.
1.43 huishouden:
een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Vaak is een huishouden gebaseerd op bloedverwantschap en huwelijksverbinding of een met een huwelijksverbinding gelijk te stellen samenlevingsverband;
1.44 kamerverhuur:
het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning;
1.45 mantelzorg:
het bieden van intensieve zorg of ondersteuning aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
1.46 nutsvoorziening:
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen, het telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, milieuvoorzieningen, e.d.;
1.47 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
1.48 overkapping:
een bouwwerk op het erf van een gebouw, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw en dat maximaal drie wanden heeft, waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.49 patiowoning:
woning met een kleine privé-buitenruimte;
1.50 peil:
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor andere bouwwerken de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel;
1.51 prostitutiebedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice;
1.52 rug-aan-rug woning:
een woning waarbij de achtergevel gedeeld wordt met een andere woning;
1.53 seks- en/of pornobedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aarde dan wel door detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
1.54 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
een als bijlage bij de regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.55 terreinen:
door een type landgebruik gekarakteriseerd zichtbaar begrensd stuk grond;
1.56 twee-onder-een-kap woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen;
1.57 uitbouw:
een gebouw dat is gebouwd aan het hoofdgebouw, als vergroting van een bestaande ruimte, door zijn vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.58 voorgevel:
de gevel, al dan niet naar een weg gekeerd, waarop de toegang van een gebouw georiënteerd is;
1.59 vrijstaande woning:
een woning die hoogstens door middel de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;
1.60 water:
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
1.61 waterhuishoudkundige voorzieningen:
voorzieningen die het waterhuishoudkundige belang dienen, waaronder voorzieningen voor waterberging, -aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen en waterpartijen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
1.62 wijziging:
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.63 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van:
- één afzonderlijk huishouden, of
- een huishouden plus maximaal twee individuele personen, of
- vier individuele personen;
1.64 woonerf:
een erf waarbij de nadruk zeer sterk ligt op de verblijfsfunctie: wonen, spelen, wandelen etc.
1.65 zijerf:
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan de zijkant van de lijn gelegen perceelgrens;
1.66 zijgevellijn:
denkbeeldige lijn die straks langs de zijgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 afstand tot de zijdelingse (bouw)perceelgrens:
tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en dat punt van een op het bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand, gemeten op het peil, het kortst is;
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de buitenste verticale projecties van bouwdelen en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren, boven het peil;
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- agrarisch gebruik;
- bescherming, instandhouding en versterking van de landschaps- en natuurwaarden zoals landschapsvisuele, cultuurhistorische en ecologische waarden die de gebiedsaanduidingen, welke zijn opgenomen in artikel 13, beogen te beschermen;
- hobbymatig agrarisch gebruik;
- water en waterhuishoudkundige doeleinden;
- extensief recreatief medegebruik en daarbij behorende voorzieningen;
- erfbeplanting;
- onverharde paden.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groen;
- het hobbymatig houden van dieren;
- hobbymatig agrarisch gebruik;
- landschappelijke elementen ten behoeve van een goede landschappelijke inpassing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing';
- een schapenstal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schapenstal';
en tevens voor:
- openbare tuinen en andere voor het publiek toegankelijke groenvoorzieningen;
- bermen, bermsloten;
- speelvoorzieningen;
- recreatief medegebruik;
- voet- en fietspaden;
- parkeervoorzieningen;
- water(lopen);
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen;
- evenementen;
met de daarbij behorende:
- kunstuitingen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen en voet- en fietspaden;
- pleinen;
- parkeerterreinen en andere openbare ruimte met zowel een functie voor verblijf als voor verkeer gericht op aangrenzende en nabijgelegen bestemmingen;
en tevens voor:
- speelvoorzieningen;
- evenementen;
- groen- en water(lopen);
- nutsvoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- overige bijbehorende voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- kunstwerken;
- nutsvoorzieningen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 5 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
Artikel 6 Wonen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het wonen in woningen;
alsmede voor:
- ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', ontsluitingswegen;
- aan huis verbonden beroepen;
- erven en tuinen;
- wegen en voet- en fietspaden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groen- en speelvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- hoofdgebouwen;
- onderbouwen;
- bijbehorende bouwwerken;
- overkappingen;
- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 6 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
6.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 7 Woongebied
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het wonen op woonerven;
alsmede voor:
- aan huis verbonden beroepen;
- erven en tuinen;
- wegen en voet- en fietspaden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groen- en speelvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- hoofdgebouwen;
- onderbouwen;
- bijbehorende bouwwerken;
- overkappingen;
- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
Artikel 8 Woongebied - 2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het wonen op woonerven;
alsmede voor:
- aan huis verbonden beroepen;
- erven en tuinen;
- wegen en voet- en fietspaden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- in- en uitritten;
- parkeervoorzieningen;
- groen- en speelvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- hoofdgebouwen;
- onderbouwen;
- bijbehorende bouwwerken;
- overkappingen;
- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 7 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 3 en de volgende regels:
Artikel 9 Waarde - Archeologie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische verwachtingswaarden.
9.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen wordt slechts verleend als archeologisch vervolgonderzoek heeft plaatsgevonden (bij voorkeur in de vorm van proefsleuvenonderzoek) en is vrijgegeven.
3 Algemene Regels
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene Bouwregels
11.1 Ondergronds bouwen
Het bepaalde in dit bestemmingsplan omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 m mag bedragen.
11.2 Overschrijding van bouwgrenzen en gevellijnen
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, en gevellijnen mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, uitsluitend worden overschreden door tot hoofdgebouwen behorende ondergeschikte bouwdelen, zoals stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, fundering, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
- de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m, met dien verstande dat de diepte van een erker maximaal 1,1 m mag bedragen;
- de goot- en bouwhoogte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het betreffende gebouw +0,25 m, met een maximum van 3 m;
- de breedte van erkers, entreeportalen en veranda's niet meer bedraagt dan 40% van de breedte van de betreffende gevel van het gebouw, met dien verstande dat:
- een erker voor de gevellijn niet buiten de zijgevel mag uitsteken;
- de afstand van een erker aan de zijgevel tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 1 m dient te bedragen;
- een erker aan de zijgevel ten minste 3 m achter de gevellijn dient te liggen;
- de afstand tot de bestemmingsgrens minimaal 2 m bedraagt, daar waar het bestemmingsvlak grenst aan de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' of de functieaanduiding 'ontsluiting';
- ander ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
Artikel 12 Algemene Gebruiksregels
12.1 Strijdig gebruik
Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in elk geval verstaan:
- een gebruik van gronden ten behoeve van het boren naar gas;
- een gebruik van gronden als stort- en/of buitenopslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- een gebruik van gronden als stallings- en/of buitenopslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaart- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;
- een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- een gebruik van gronden en bouwwerken voor inrichtingen die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen en voor vuurwerkbedrijven;
- een gebruik van gronden en bouwwerken voor (detail)handel, met uitzondering van een zodanig gebruik dat uitdrukkelijk is toegestaan bij of krachtens deze regels;
- een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seks- of pornobedrijf dan wel prostitutiebedrijf;
- een gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van zodanig gebruik dat uitdrukkelijk bij of krachtens deze regels is toegestaan;
- een gebruik van gronden en bouwwerken voor evenementen, met uitzondering van:
- een gebruik voor evenementen in de bestemming 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied';
- een gebruik voor evenementen in de overige bestemmingen, mits het aantal evenementen niet meer dan 3 per jaar bedraagt, met een maximum aantal dagen van 15 per evenement.
12.2 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing
Het gebruik en het (doen) laten gebruiken van de gronden voor wonen is alleen toegestaan indien:
- een landschappelijke inpassing is opgesteld;
- de landschappelijke inpassing voldoet aan artikel 3.9 van de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant of de rechtsopvolger daarvan;
- ten minste 1% van de grondopbrengsten dient te worden geïnvesteerd als landschappelijke inpassing;
- de landschappelijke inpassing is gerealiseerd en in stand wordt gehouden, waarbij naar rato de landschappelijke inpassing wordt gerealiseerd rekening houdende met de voortgang van de bouw van de woning(en) waarbij binnen 5 jaar na de realisatie van de woning(en) de landschappelijke inpassing naar rato gerealiseerd moet zijn.
12.3 Voorwaardelijke verplichting beeldkwaliteit
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of voor het bouwen van woningen, wordt slechts verleend als bij de aanvraag wordt aangetoond dat voldaan wordt aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het Beeldkwaliteitsplan zoals opgenomen in Bijlage 1.
12.4 Voorwaardelijke verplichting ecologie
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van een woning wordt slechts verleend als bij de aanvraag voldoende aangetoond dat met de bouw geen beschermde dier- en plantensoorten conform de Wet natuurbescherming (Wnb) worden geschaad. Al dan niet daartoe ontheffing op de Wnb is verleend.
12.5 Voorwaardelijke verplichting ontplofbare oorlogsresten
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor het bouwen van een woning wordt slechts verleend als bij de aanvraag de significante objecten zijn benaderd, geïdentificeerd en veiliggesteld/verwijderd en het nader onderzoek doormiddel van passieve realtime oppervlaktedetectie heeft plaatsgevonden.
12.6 Mantelzorg
12.7 aan huis verbonden beroepen en bedrijven
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de bestemming 'Wonen', 'Woongebied' en 'Woongebied - 2' voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
- de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd, waarbij maximaal 25% van het bebouwde oppervlak van de aanwezige bebouwing met een aan huis gebonden beroep mag worden gebruikt;
- het gebruik geen onevenredige afbreuk veroorzaakt op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
- de activiteit milieuhygiënisch inpasbaar is in de woonomgeving waarbij geldt dat deze past binnen milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner;
- door de uitoefening van de activiteit het uiterlijk aanzien van de woning niet zodanig verandert dat de woning het karakter van de woning geheel of gedeeltelijk verliest;
- de aard en de activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige afbreuk van het woon- en leefklimaat in de omgeving.
Artikel 13 Algemene Aanduidingsregels
13.1 overige zone - akkercomplex
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – akkercomplex' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en herstel van de kenmerkende openheid van de complexen, het zo nodig ruimtelijke verdichten van de randen van de complexen en voor het behoud de nog aanwezige bolle maaiveldligging.
13.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, voor:
- het afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits dat uit een oogpunt van architectuur en/of constructie noodzakelijk is;
- het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen in het horizontale vlak op de verbeelding, net zijnde bestemmingsgrenzen, indien en voor zover afwijking noodzakelijk is uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de grond, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 2,5 m bedraagt.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
15.1 Kleine overschrijdingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voor zover zulks van belang is voor een technische betere realisering van bestemmingen en bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3,0 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
15.2 Dubbelbestemming archeologie toekennen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door aan één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming toe te kennen indien ter plaatse sprake is van archeologisch waardevol gebied, en/of archeologisch onderzoeksgebied, en indien uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in voldoende mate aanwezig is.
15.3 Dubbelbestemming archeologie verwijderen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen door bij één of meer gronden een archeologische dubbelbestemming te verwijderen, indien ter plaatse uit een rapport van een ter zake deskundige blijkt dat de betreffende waarde in onvoldoende mate aanwezig is.
Artikel 16 Algemene Procedureregels
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking of nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
- een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 6 weken op het gemeentehuis ter inzage;
- burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze;
- de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
- gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbende bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Parkeren
17.2 Waterberging
Het gebruik conform de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied', 'Woongebied', 'Woongebied - 2' en 'Wonen' is alleen toegestaan indien conform gemeentelijk beleid en het waterbeheerplan van het waterschap compenserende waterberging wordt gerealiseerd en in stand worden gehouden.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
18.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Vroonacker IV.