Herziening Inpassingsplan Recreatiepark Beekse Bergen 2023
Bestemmingsplan - Gemeente Hilvarenbeek
Ontwerp op 14-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'Herziening Inpassingsplan Recreatiepark Beekse Bergen 2023' met identificatienummer NL.IMRO.0798.BPherzinpplBkseBrg-ON01 van de gemeente Hilvarenbeek.
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Artikel 2 Toepassingsverklaring
Dit plan heeft betrekking op de volgende vigerende bestemmingsplannen van de gemeente Hilvarenbeek.
Naam bestemmingsplan | Datum vaststelling | Onherroepelijk |
Inpassingsplan Beekse Bergen | 30 maart 2012 | 30 maart 2012 |
Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen | 29 september 2016 | 29 september 2016 |
- a. De verbeeldingen van de hiervoor genoemde inpassingsplannen worden herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit inpassingsplan. Voor het overige blijven de verbeeldingen van de inpassingsplannen ongewijzigd van toepassing.
- b. De regels van de hiervoor genoemde inpassingsplannen worden herzien zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze regels. Voor het overige blijven de regels van de inpassingsplannen ongewijzigd van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - Dagrecreatie - 1
- Artikel 5.2 (Bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' onder 5.2.1 onder b wordt vals volgt herzien:
"b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m, uitgezonderd ter plaatsevan de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zalencentrum' waar de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 17 m;"
De overige regels van artikel 5 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 4 Recreatie - Dagrecreatie - 2
- Artikel 6.2 (Bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' onder 6.2.1 onder b en artikel 3.2 (Bouwregels) uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' onder 3.2.1 onder b worden als volgt herzien:
"b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 10 m bedragen;"
- Artikel 6.3 (Afwijken van de bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen wordt vervangen door de volgende bepaling:
"Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder 2 voor een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit landschappelijk inpasbaar is."
- Artikel 3.3 (Afwijken van de bouwregels)uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' wordt vervangen door:
"Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder 2 voor een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit landschappelijk inpasbaar is."
De overige regels van artikel 6 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' en artikel 3 uit het 'Partiële
herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 5 Recreatie - Verblijfsrecreatie -1
- Artikel 7.1 (Bestemmingsomschrijving) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' en artikel 4.1 (Bestemmingsomschrijving) uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' worden vervangen door:
"Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor de bedrijfsmatige exploitatie van:
- a. verblijfsrecreatie in de vorm van maximaal 425 recreatieverblijven, met dien verstande dat het bepaalde maximum aantal recreatieverblijven in dit lid van toepassing wordt verklaard voor de betreffende bestemming in het inpassingsplan en de partiële herziening gezamenlijk;
- b. een safaripark met daarbij behorende voorzieningen zoals, stallen en dierenverblijven;
- c. centrale recreatieve voorzieningen, waarbij geldt dat daarbij behorende, ondergeschikte detailhandel en horeca is toegestaan een totale oppervlakte van maximaal 2.580 m² bvo;
- d. één bedrijfswoning;
- e. waterberging;
met daarbij behorende
- f. terreinen;
- g. wegen, parkeervoorzieningen en paden;
- h. gebouwen;
- i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- j. andere werken, geen bouwwerken zijnde;
- k. groenvoorzieningen;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen."
- Artikel 7.2.1 (Bouwregels; Gebouwen) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen'en artikel 4.2.1 (Bouwregels; Gebouwen) uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' worden vervangen door:
"Gebouwen
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
- a. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 20% van het bestemmingsvlak met dien verstand dat dit percentage geldt voor de gezamenlijke bestemmingsvlakken met onderhavige bestemming in het inpassingsplan en de partiële herziening gezamenlijk;
- b. de oppervlakte per recreatieverblijf bedraagt maximaal 200 m2;
- c. de goot- en bouwhoogte van een recreatieverblijf mag maximaal 8,5 m bedragen;
- d. de goot- en bouwhoogte van een bedrijfswoning mag maximaal 8 m bedragen;
- e. de goot- en bouwhoogte van een bijgebouw bij een recreatieverblijf mag maximaal 5 m bedragen;
- f. de goot- en bouwhoogte van een ander gebouw mag maximaal 15 m bedragen;
- g. de afstand van een gebouw tot aan een plan- of bestemmingsgrens moet minimaal 10 m bedragen."
- Artikel 7.3 (Afwijken van de bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen wordt vervangen door de volgende bepaling:
"Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 voor een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit landschappelijk inpasbaar is."
- Artikel 4.3 (Afwijken van de bouwregels)uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' wordt vervangen door:
"Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 voor een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit landschappelijk inpasbaar is."
De overige regels van artikel 7 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' en artikel 4 uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 6 Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
- Artikel 8.2 (Bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' onder 8.2.1 onder c wordt als volgt herzien:
"c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan maximaal:
1. 8 m voor recreatieverblijven;
2. 10 m voor centrale recreatieve voorzieningen;
- Artikel 8.3 (Afwijken van de bouwregels) uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen'wordt als volgt herzien:
"Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.2 voor een bouwhoogte tot maximaal 15 m, mits dit landschappelijk inpasbaar is."
De overige regels van artikel 8 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 7 Waarde- Archeologie-1
- De regeling zoals opgenomen in artikel 11 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' en artikel 5 uit het 'Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Artikel 8 Waarde - Archeologie - 2
- De regeling zoals opgenomen in artikel 12 uit het 'Inpassingsplan Beekse Bergen' blijven ongewijzigd van toepassing.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels Herziening Inpassingsplan Beekse Bergen 2023.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Voor het recreatiepark Beekse Bergen is op 30 maart 2012 door Provinciale Staten van de provincie Noord-Brabant een inpassingsplan vastgesteld. Vanwege een wijziging in het stedenbouwkundig plan voor het inmiddels gedeeltelijke gerealiseerde Safari Resort, is het inpassingsplan op 29 september 2016 door de gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek partieel herzien.
Het park Beekse Bergen is continu in ontwikkeling. Momenteel is Safari resort Fase II in aanbouw. Bij de meest recente ontwikkelingen is geconstateerd dat de bouwuitgangspunten zoals gehanteerd in het oorspronkelijk inpassingsplan achterhaald zijn. Deze stemmen niet meer overeen met de verschijningsvorm en het functionele gebruik van de gebouwen. Zo wordt de bebouwing van Safari Resort Fase II gerealiseerd zonder kap en wordt de bouwhoogte in dat geval tevens aangemerkt als goothoogte. De in het inpassingsplan opgenomen goothoogtes voldoen in dat geval niet. Daarnaast voldoet de in het inpassingsplan opgenomen goothoogte in de meeste gevallen niet voor de verblijven van de dieren. Voor de in 2020 gerealiseerde bullenstal is ten behoeve van een hogere goothoogte afgeweken van het inpassingsplan. Om niet voor ieder gebouw een uitgebreide afwijkingsprocedure te hoeven volgen wordt de toegestane goothoogte in voorliggende herziening gelijk getrokken met de toegestane bouwhoogte. Tevens wordt de afwijking voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelijk getrokken zodat het in alle gevallen mogelijk is deze in het kader van dierenwelzijn te verhogen tot maximaal 15 m. mits landschappelijk inpasbaar.
Ten behoeve van de realisatie van Safari Resort Fase II is door de gemeente een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, lid 1 onder c Wabo verleend. Op basis van deze vergunning is het toegestane m2 aan detailhandel en horeca binnen de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie -1' met 580 m2 vergroot. De verleende omgevingsvergunning is verwerkt in deze herziening.
Daarnaast is op basis van diverse archeologische onderzoeken die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, voor een deel van het recreatiepark Beekse Bergen vast komen te staan dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn. Om die reden kan de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie - 1' in voorliggende herziening van het Inpassingsplan op dat deel komen te vervallen.
Op basis van bovenstaande aspecten en de voor het gebied onherroepelijke omgevingsvergunning 'Beekse bergen Safari resort Fase 2' is voorliggende herziening van het Inpassingsplan Recreatiepark Beekse Bergen (inclusief "Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen”) opgesteld.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Het Recreatiepark Beekse Bergen ligt ten noorden van de gemeente Hilvarenbeek, ten oosten van de gemeente Goirle en ten zuiden van de gemeente Tilburg. Het recreatiepark wordt doorsneden door de provinciale weg N269 en een parallelweg daarvan, de Tilburgseweg.
De herziening van het inpassingsplan heeft betrekking op het gehele park Beekse Bergen.. Onderstaande afbeelding geeft de topografische situatie van het omliggend gebied van het plangebied weer. Tevens is het plangebied aangeduid.
TOPOGRAFISCHE SITUATIE TER PLAATSE VAN RECREATIEPARK BEEKSE BERGEN
1.3 Vigerende Inpassingsplannen
Ter plaatse van het plangebied vigeert het inpassingsplan "Recreatiepark Beekse Bergen", vastgesteld door de Provinciale Staten d.d. 30 maart 2012.
Daarnaast vigeert voor een deel van het plangebied de "Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen", vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Hilvarenbeek d.d. 29 september 2016.
Op basis van deze inpassingsplannen gelden de volgende enkelbestemmingen:
- Recreatie - Dagrecreatie - 1
- Recreatie - Dagrecreatie - 2
- Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1
- Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2
- Water
- Natuur -1
- Natuur - 2
Op basis van deze inpassingsplannen gelden de volgende dubbelbestemmingen:
- Waarde - Archeologie -1
- Waarde - Archeologie -2
- Waarde - Ecologie
Het plangebied voor de herziening komt nagenoeg overeen met het plangebied van het Inpassingsplan Beekse Bergen. In deze herziening zijn de compensatiepercelen niet meegenomen.
PLANGEBIED GEHELE HERZIENING INPASSINGSPLAN RECREATIEPARK INCLUSIEFCOMPENSATIELOCATIES
1.4 Leeswijzer
De huidige en toekomstige vormgeving van het plangebied wordt in hoofdstuk 2 beschreven. In hoofdstuk 3 van dit document worden de vigerende beleidskaders beschreven en in hoofdstuk 4 worden de verschillende omgevingsaspecten behandeld. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de financiële en maatschappelijke haalbaarheid van het plan.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
In dit hoofdstuk is de beschrijving van zowel de huidige als voorgenomen situatie van het plangebied opgenomen.
2.1 Inleiding
Zoals in Hoofdstuk 1 is beschreven ziet deze herziening op het gelijktrekken van de goothoogte met de bouwhoogte alsmede op het gedeeltelijk vervallen van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie-1'.
Voorliggende herziening leidt niet tot wijzigingen in de ruimtelijke- en of functionele structuur van het Recreatiepark. Evenmin verandert met deze herziening de positionering van het Recreatiepark als bovenregionale recreatieve functie. Tenslotte heeft deze wijziging ook geen effecten op de relatie van het plan met de omgeving.
2.2 Beschrijving Herziening
Goot- en bouwhoogtes
Met de herziening van de inpassingsplannen "Recreatiepark Beekse Bergen" en de "Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen" worden de maximale goothoogtes gelijk getrokken met de maximale bouwhoogtes, aangezien de goothoogtes niet langer aansluiten bij de uitgangspunten voor de gewenste verschijningsvorm en het functionele gebruik van de gebouwen binnen het Recreatiepark.
De verschijningsvorm met een hellend dak, waarvoor de huidige goothoogtes bepaald zijn, sluiten niet langer aan bij de bebouwingsuitgangspunten voor het Recreatiepark. Gebouwen met plat dak zijn geschikter voor het functionele gebruik van de gebouwen binnen het Recreatiepark. Het verhogen van de goothoogte naar dezelfde bouwhoogte zorgen bij de betreffende gebouwen niet voor een ruimtelijk relevante impact, daar deze gebouwen solitair in de open ruimte staan. Er zijn dus geen nadelige gevolgen voor de omgeving te verwachten.
In voorliggend plan worden in de enkelbestemmingen 'Recreatie – Dagrecreatie - 1', 'Recreatie – Dagrecreatie - 2', 'Recreatie – Verblijfsrecreatie - 1' en 'Recreatie – Verblijfsrecreatie - 2' de goot-en bouwhoogtes als één hoogte opgenomen.
In onderstaande tabel zijn per enkelbestemming de huidige en nieuwe goot- en bouwhoogtes opgenomen:
Enkelbestemming | Soort gebouw | Huidige max. goot-en bouwhoogte | Nieuwe max. goot-en bouwhoogte |
Recreatie - Dagrecreatie - 1 | alle gebouwen | 5 m en 10 m | 10 m |
Recreatie - Dagrecreatie - 2 | alle gebouwen | 5 m en 10 m | 10 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | recreatieverblijf | 4 m en 8,5 m | 8,5 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | bedrijfswoning | 4 m en 8 m | 8 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | ander gebouw | 5 m en 15 m | 15 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -2 | recreatieverblijf | 4 m en 8 m | 8 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -2 | centrale recreatieve voorziening | 6 m en 10 m | 10 m |
Daarnaast wordt de afwijking voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen deze bestemmingen gelijk getrokken zodat het in alle gevallen mogelijk is deze hoogte te verhogen tot maximaal 15 m. mits landschappelijk inpasbaar. Deze aanpassing is niet van toepassing op de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie - 1', omdat deze afwijking hierbinnen reeds is opgenomen.
Als laatste is de omgevingsvergunning voor Safari Resort Fase II in deze herziening verwerkt waardoor het toegestane m2 aan detailhandel en horeca binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie-1 met 580 m2 is vergroot.
Waarde- Archeologie
Naast de aanpassing van de goothoogtes komt met voorliggend plan een deel van de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie - 1' te vervallen.
Middels diverse archeologische onderzoeken ter plaatse van het Recreatiepark is geconcludeerd dat binnen delen van het plangebied geen archeologische waarden aanwezig zijn, die door gebruik van de gronden ter plaatse tot mogelijke aantasting van de archeologische waarden leidt. In paragraaf 4.1.1 zijn de resultaten van de archeologische onderzoeken beschreven.
In onderstaande afbeelding is met de groene arcering zichtbaar welk deel van de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie - 1' komt te vervallen.
RECREATIEPARK MET AANDUIDING VRIJGEGEVEN GRONDEN MET HET ASPECT ARCHEOLOGIE
![]() | ![]() |
OVERZICHT VRIJGEGEVEN GRONDEN
Hoofdstuk 3 Beleid
De voorgenomen aanpassing van de inpassingsplan moet passen binnen het vigerende beleid op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau.
Voorliggende herziening betreft uitsluitend de wijziging van goothoogtes en de verwijdering van een deel van de bestemming 'Waarde – Archeologie 1' van de verbeelding. De aanpassingen aan de verbeelding en regels betreffen echter geen ontwikkelingen waarvoor nieuwe beleidsstukken zijn opgesteld, waardoor een beleidsmatige afweging niet noodzakelijk is.
Hoofdstuk 4 Uitvoeringsaspecten
Ten behoeve van het vigerende inpassingsplannen zijn de diverse milieuaspecten reeds onderzocht.
De aanpassing van de goothoogtes voor de diverse gebouwen heeft geen milieuhygiënische consequenties. De wijzigingen leiden niet tot geheel nieuwe situaties ten opzichte van de vigerende bouwmogelijkheden.
De verwijdering van een deel van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie' kan plaatsvinden doordat er diverse archeologische onderzoeken hebben plaatsgevonden waaruit gebleken is dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn.
In onderstaande paragraaf is het aspect archeologie beschreven.
4.1 Archeologie
4.1.1 Inleiding
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Bro moet bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening gehouden worden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten.
4.1.2 Analyse
Ter plaatse van het plangebied geldt op diverse locaties de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' en 'Waarde - Archeologie - 2'. Deze aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Ten behoeve van eerdere ontwikkelingen binnen het Recreatiepark heeft ADC ArcheoProjecten in 2016 een drietal archeologische onderzoeken uitgevoerd.
Hieronder zijn de conclusies uit deze onderzoeken kort benoemd:
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek (Rapport 4041)
Dit onderzoek is op 25 februari 2016 uitgevoerd ten behoeve van de bouw van een tweetal stallen aan de zuidwestzijde van het park. Het onderzoek is als bijlage 1 bijgevoegd.
ADC ArcheoProjecten concludeert dat:
- in de diepere ondergrond van de plangebieden Oud Dekzand aanwezig (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden) is . Alleen in het zuidwestelijke deel van stal 2 heeft zich in het dekzand een veldpodzolbodem ontwikkeld, afgedekt door stuifzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Kootwijk). In de overige boringen is de bodem dusdanig omgewerkt, dat van een natuurlijke bodemopbouw geen sprake meer is.
- alleen in het zuidwestelijke deel van stal 2 intacte veldpodzolgronden, afgedekt door stuifzand zijn . Op de overige locaties is de bodem tot in de C-horizont omgewerkt; van een natuurlijke bodemopbouw is hier geen sprake.
- in de plangebieden zich geen Jong Dekzand bevindt, dus de Allerød-laag zal niet aanwezig zijn.
- alleen in het zuidwestelijke deel van stal 2 intacte dekzandafzettingen aangetroffen zijn. Deze worden gezien als archeologisch relevant.
- de top van het dekzand zich in het zuidwestelijke deel van stal 2 op een diepte van 115 cm –mv, oftewel 16,5 m +NAP bevindt. Het maaiveld bevindt zich derhalve op 17,65 m +NAP.
- tijdens de karterende fase ter hoogte van stal 2 geen archeologische indicatoren aangetroffen zijn.
- op basis van het verkennend en deels karterend booronderzoek ter hoogte van stallen 1 en 2 de archeologische verwachting naar beneden kan worden bijgesteld.
- de kans dat de toekomstige planontwikkeling zal resulteren in bedreiging van archeologische waarden, klein wordt geacht, aangezien het onderzoek heeft aangetoond dat de kans op intacte archeologische resten klein is.
- stallen 1 en 2 als voldoende onderzocht worden beschouwd.
ADC ArcheoProjecten adviseert om de plangebieden stal 1 en stal 2 vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend
booronderzoek (Rapport 4111)
Dit onderzoek is op 18 juli 2016 uitgevoerd in het gebied savanne en gracht. Aangezien dit gebied deels overlapt met de zone waar grafheuvels werden vermoed, is tijdens het proces besloten om tevens het deelgebied Grafheuvels te onderzoeken. Het onderzoek is als bijlage 2 bijgevoegd.
ADC ArcheoProjecten concludeert dat alle onderzochte heuvels moeten worden geïnterpreteerd als stuifduinen en niet als grafheuvels. De zeven min of meer cirkelvormige zones (“vermoedelijke grafheuvels”), kunnen worden vrijgegeven voor de geplande ontwikkelingen.
ADC ArcheoProjecten adviseert om plangebied Savanne en gracht en Grafheuvels vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Aanwijzingen voor vuursteenvindplaatsen of vindplaatsen uit latere fasen van de prehistorie (waaronder grafheuvels) zijn niet aangetroffen. Voor de op de Archeologisch vrijgegeven vlekkenkaart d.d. 17 februari 2016 (bijlage 3 in rapportage) weergegeven gebieden B, C, D en E geldt derhalve dat ADC ArcheoProjecten aanbeveelt om deze als onderzocht en vrijgegeven te beschouwen.
Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek (Rapport 4236)
Dit onderzoek is op 21 november 2016 uitgevoerd. Het onderzoek heeft betrekking op het gebied waar de recreatiewoningen gepland zijn (deelgebied Lodges) en het nog niet eerder onderzochte deel van de aan te leggen savanne (deelgebied Rest Savanne). Het onderzoek is als bijlage 3 bijgevoegd.
ADC ArcheoProjecten concludeert dat:
- in de deelgebieden Lodges en Rest Savanne in alle boringen eolische afzettingen (dekzand) zijn aangetroffen. Hierin heeft zich een podzolbodem ontwikkeld. In het noorden van de deelgebieden is in plaats van een A-horizont sprake van zandig veen, die geïnterpreteerd is als de opvulling van een ven. Het ven en de podzolbodems zijn later al dan niet erosief is bedekt door een pakket stuifzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Kootwijk) van wisselende dikte. Op de plekken waar op basis van het verkennende booronderzoek een grotendeels intact podzolbodem werd vermoed, werd en karterend booronderzoek uitgevoerd met als doel het terrein systematisch te onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Aangezien dit onderzoek geen archeologische indicatoren heeft opgeleverd, zijn er geen aanwijzingen dat zich binnen deze deelgebieden een archeologische vindplaats bevindt.
- in veel gevallen is de winderosie beperkt is gebleven tot de A- en de E-horizont. De B-horizont, die door de aanwezigheid van humus en ijzerdeeltjes vaak relatief compact en consistent is, is minder vatbaar voor erosie. Op Bijlage 1 van het onderzoek is aangegeven in welke zones de oorspronkelijke podzolbodem in het dekzand tot tenminste de B-horizont is geërodeerd of omgewerkt. Dit is het geval in een gebied met een oppervlakte van ca. 19,28 ha; dit is ca. 80% van de onderzochte deelgebieden. Aangezien de B-horizont in de niet-verstoorde boringen zonder stuifzanddek over het algemeen rond 50 cm –mv wordt aangetroffen, is de inschatting dat de omwerking in het aangegeven gebied tot minimaal 50 cm –mv zal zijn. Dit komt overigens overeen met de diepte waarbinnen zich eventueel aanwezige vuursteenvindplaatsen zouden bevinden.
- het in theorie mogelijk is dat binnen het plangebied de de Allerød-laag wordt aangetoond. Onder het Jonge Dekzand II bevindt zich namelijk Oud Dekzand of Jong Dekzand I. Tussen het Jong Dekzand I en II kan, mits de omstandigheden dat toe hebben gelaten, tijdens het Allerød-interstadiaal een bodem zijn ontwikkeld. Deze bodem of Allerød-laag is echter tijdens het onderzoek niet aangetroffen.
- op basis van het verkennende booronderzoek de gebieden zonder geconstateerde bodemverstoringen beschouwd werden als archeologisch relevant. Aangezien tijdens het karterende booronderzoek geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, is de archeologische relevantie van de top van het dekzand in dit plangebied gering. Bodemsporen zijn eigenlijk alleen op te sporen middels gravend onderzoek (proefsleuven, opgraving). Met de intensiteit van het toegepaste karterende grid (8 x 10 m) zouden evenwel nederzettingsresten opgespoord moeten kunnen worden. De bodem is immers vaak redelijk intact en niet in de Middeleeuwen of later opgenomen in een akkerlaag, zoals bij akkerbodems meestal het geval is. Ook is er in het terrein geen plaggenbodem aangetroffen. De kans op het diep verploegd zijn van het voormalige maaiveldniveau is daarmee in deze landschappen klein, en ook niet geconstateerd. Het relatief recentelijk omzetten van heide naar bos in de loop van de 19e eeuw heeft - zo blijkt uit de boringen - heeft met uitzondering van het noordelijke deel van het terrein, waar zich rabatten bevinden, navenant geen dermate grote impact gehad dat daarmee de podzolbodem volledig is verstoord, en een eventuele vondstenlaag zou zijn verdwenen.
- tijdens de karterende fase in deelgebieden Lodges en Rest Savanne geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, noch uit de steentijd, noch uit de jongere prehistorie.
- op basis van de resultaten van het verkennend en karterend booronderzoek in plangebied Lodges en Rest Savanne, waarbij in de boringen geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen en bovendien de bodem voor ca. ca. 80% van de totale oppervlakte tot tenminste de B-horizont blijkt te zijn omgewerkt, de archeologische verwachting naar beneden kan worden bijgesteld.
- de kans dat de toekomstige planontwikkeling zal resulteren in bedreiging van archeologische waarden, klein wordt geacht, aangezien het onderzoek heeft aangetoond dat de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische resten klein is.
- Deelgebieden Lodges en Rest Savanne als voldoende onderzocht worden beschouwd.
ADC ArcheoProjecten adviseert om deelgebieden Lodges en Rest Savanne vrij te geven voor de
voorgenomen ontwikkeling. Aanwijzingen voor vuursteenvindplaatsen of vindplaatsen uit latere
fasen van de prehistorie zijn niet aangetroffen.
Archeologisch Vrijgegeven Vlekkenkaart
Op onderstaande Archeologisch Vrijgegeven Vlekkenkaart is een overzicht gegeven van de gebieden A t/m H. Deze gebieden kunnen hierbij als onderzocht en vrijgegeven worden beschouwd.
In onderstaande tabel is een overzicht van de vrijgegeven gebieden gegeven.
4.1.3 Conclusie
Voor bovengenoemde gebieden zijn geen archeologische waarden aangetroffen en deze gebieden zijn vrijgegeven voor gebruik. Op de verbeelding van deze herziening van het inpassingsplan is daarom een deel van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie – 1' verwijderd. Bij toekomstige ontwikkelingen is er geen verplichting meer voor het uitvoeren van archeologisch onderzoek.
Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen, die tijdens het onderzoek aan de waarneming en interpretatie zijn ontsnapt. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in paragraaf 5.4 (art. 5.10 en 5.11) van de Erfgoedwet.
Hoofdstuk 5 Haalbaarheid
In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond. Een bestemmingsplan moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar zijn. Er wordt daarom een korte financiële toelichting gegeven en daarnaast worden de doorlopen procedures weergegeven.
5.1 Financiële Haalbaarheid
De Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12.1) verplicht gemeenten gelijktijdig met een ruimtelijk besluit een exploitatieplan vast te stellen, indien er sprake is van een bij wet aangewezen bouwplan. Deze herziening ziet uitsluitend op het gelijktrekken van de goot- en bouwhoogtes waardoor een exploitatieplan niet aan de orde is.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Inspraak
Op 30 maart 2012 hebben Provinciale Staten van de provincie Noord Brabant het Inpassingsplan Beekse Bergen vastgesteld. Op 29 september 2016 heeft de gemeente Hilvarenbeek de Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen vastgesteld. De inpassingsplannen bieden een juridisch - planologisch kader voor de uitbreiding van het Safaripark met verblijfsrecreatieve voorzieningen in een Safari Resort met een verblijf voor savannedieren.
De aanpassing van de goothoogtes en verwijdering van een deel van de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie -1' ten opzichte van het Inpassingsplan Beekse Bergen en de Partiële herziening inpassingsplan recreatiepark Beekse Bergen wordt beschouwd als een ondergeschikte herziening. Ten behoeve van voorliggend plan is daarom besloten geen inspraakprocedure te doorlopen.
Het plan is in het kader van het wettelijk vooroverleg voorgelegd aan de provincie Noord-Brabant. De provincie heeft aangegeven dat het plan in overeenstemming is met de provinciale belangen (Bijlage 5 Vooroverlegreactie).
Zienswijzen
In het kader van de terinzagelegging heeft de ontwerp herziening van het inpassingsplan Beekse In het kader van de terinzagelegging wordt de ontwerpherziening van het inpassingsplan Beekse Bergen, gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode is er mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen. De resultaten van de procedure worden te zijner tijd hier ingevoegd.
Vaststelling
p.m.
Hoofdstuk 6 Juridische Aspecten
6.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze het plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling is bindend.
Het inpassingsplan bestaat uit:
- de toelichting;
- de planregels;
- de verbeelding.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het inpassingsplan.
Het inpassingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012.
6.2 Planregels
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Hoofdstuk 4 Overgangsregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)
In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.
Toepassingsverklaring (artikel 2)
In dit artikel zijn de inpassingsplannen opgenomen, waarvoor deze herziening van toepassing is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
De regelingen behorende bij de bestemmingen 'Natuur - 1'. 'Natuur - 2', 'Water' en dubbelbestemmingen 'Leiding- Gas', 'Waarde - Archeologie - 1', 'Waarde - Archeologie – 2' en 'Waarde - Ecologie' blijven ongewijzigd van toepassing.
Herziening van de regels(Artikel 3)
In dit artikel is voor de bestemmingen Recreatie - Dagrecreatie - 1, Recreatie - Dagrecreatie - 2, Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1 en Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 een herziening van de bouwregels opgenomen.
Voor de verschillende bestemmingen 'Recreatie – Dagrecreatie' en 'Recreatie – Verblijfsrecreatie' worden de hoogtes als volgt herzien:
Enkelbestemming | Soort gebouw | Huidige max. goot-en bouwhoogte | Nieuwe max. goot-en bouwhoogte |
Recreatie - Dagrecreatie - 1 | alle gebouwen | 5 m en 10 m | 10 m |
Recreatie - Dagrecreatie - 2 | alle gebouwen | 5 m en 10 m | 10 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | recreatieverblijf | 4 m en 8,5 m | 8,5 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | bedrijfswoning | 4 m en 8 m | 8 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 | ander gebouw | 5 m en 15 m | 15 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -2 | recreatieverblijf | 4 m en 8 m | 8 m |
Recreatie - Verblijfsrecreatie -2 | centrale recreatieve voorziening | 6 m en 10 m | 10 m |
Daarnaast is de oppervlakte aan detailhandel en horeca op de gronden met de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie -1 vergroot met 580 m2.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
De algemene regels bevatten bepalingen die (tenzij anders aangegeven) voor alle in het plan voorkomende bestemmingen gelden. Het betreft enerzijds aanvullende regels voor het gebruik en het bebouwen van gronden, en anderzijds flexibiliteitsbepalingen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
De overgangs- en slotregels bevatten de wettelijk voorgeschreven overgangsregels en de citeertitel van het plan.
Bijlage 1 Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (Rapport 4041)
Bijlage 1 Archeologisch inventariserend veldonderzoek (Rapport 4041)
Bijlage 2 Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (Rapport 4111)
Bijlage 2 Archeologisch inventariserend veldonderzoek (Rapport 4111)
Bijlage 3 Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek (Rapport 4236)
Bijlage 3 Archeologisch inventariserend veldonderzoek (Rapport 4236)
Bijlage 4 Archeologisch Vrijgegeven Vlekkenkaart
Bijlage 4 Archeologisch vrijgegeven vlekkenkaart