KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden – Landschap
Artikel 4 Wonen
Artikel 5 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Middelhoog
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Landschappelijke Tegenprestatie
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 11 Afwijken Van De Bouw- En Gebruiksregels Algemeen
Artikel 12 Wijzigingsregels
Artikel 13 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel
Artikel 14 Overgangsrecht
Artikel 15 Slotregel
Bijlage 1 Mogelijkheden Functieverandering Agrarische Bedrijven
Bijlage 2 Mogelijkheden Kleinschalige Activiteiten Bij Agrarische Bedrijven
Bijlage 3 Lijst Van Rechtstreeks Toelaatbare Aan Huis Gebonden Activiteiten
Bijlage 4 Milieuzoneringslijst
Bijlage 5 Overzicht Sloop Nonnenstraat
Bijlage 6 Bestaande Kleinschalige Activiteiten
Bijlage 7 Tabel Diersoorten Veehouderij
Bijlage 8 Tabel Hobbymatig Vee
Bijlage 9 Inrichtingsplan Amsteleindstraat

Ontwikkelingen 3 Buitengebied Oss - 2022

Bestemmingsplan - gemeente Oss

Vastgesteld op 06-07-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Bijlage Bij Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 aan-huis-gebonden activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.2 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld over het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 achtergevel:

de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.

1.6 afhankelijke woonruimte:

een vrijstaand bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de bijbehorende woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.7 agrarisch bedrijf:

inrichting die tot een, krachtens artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, aangewezen categorie behoort en die is gericht op het voortbrengen van producten door het telen van gewassen of door het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een paardenhouderij, een veehouderij, een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf.

1.8 agrarisch medegebruik:

agarisch medegebruik in de vorm van extensief beheerd grasland en/of het extensief begrazen van het gebied, waarbij de instandhouding en versterking van omliggende en ter plaatse aanwezige natuur- en landschapswaarden voorop staat.

1.9 ark:

een vaar- of drijftuig dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze over waterwegen voortbewogen te worden, maar dat in het algemeen op één vaste locatie afgemeerd is, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken die geen gebouw zijn.

1.11 bed and breakfast:

een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende aan- of uitbouw en/of aangebouwd bijgebouw, en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.

1.12 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de woning.

1.13 bedrijfsvloeroppervlakte (bvo):

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit, kantoor of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.14 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.15 bedrijvenlijst:

de lijst van handels- en bedrijfsactiviteiten die als bijlage 4 onderdeel uitmaakt van de regels, waarin deze activiteiten naar milieucategorie zijn onderscheiden.

1.16 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.17 bestaand:

  1. a. voor bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan legaal bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
  2. b. voor gebruik: gebruik van gronden en opstallen zoals dat legaal aanwezig is op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.18 bestaande ammoniakemissie:

het bestaand aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de emissiefactoren van het bestaande stalsysteem, waarbij geldt:

  1. a. bestaand stalsysteem: het stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan;
  2. b. bestaande aantal dierplaatsen: het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan;
  3. c. bestaande diersoorten: de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.

1.19 bestaand dierenverblijf:

uitsluitend voor zover het betreft de toepassing van de artikelen 3.4 en 3.5: een feitelijk aanwezig, legaal opgericht dierenverblijf dat op grond van een omgevingsvergunning milieu ex artikel 2.1, eerste lid onder e Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of omgevingsvergunning beperkte milieutoets ex artikel 2, eerste lid onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of melding ex artikel 1.10 Activiteitenbesluit milieubeheer, op 17 maart 2017 en de daaraan voorafgaande drie jaar onafgebroken bedrijfsmatig is gebruikt voor het houden van landbouwhuisdieren.

1.20 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.21 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0828.BPontwkkl3bpbg2022-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.22 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, met dien verstande dat geometrisch bepaalde bestemmingsvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' als één bestemmingsvlak gelden.

1.23 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.24 bouwen:

het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

1.25 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.26 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolders.

1.27 bouwmassa:

een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.

1.28 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.29 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.30 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken die geen gebouw zijn, zijn toegelaten. Geometrisch bepaalde bouwvlakken die aan elkaar zijn gekoppeld met de figuur 'relatie' gelden als één bouwvlak.

1.31 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

1.32 cultuurhistorische waarde:

De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.

1.33 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.34 dienstverlening:

een bedrijfsmatige activiteit met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copy-shops, videotheken en autorijscholen.

1.35 dierenverblijf:

een gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daartoe behorende voorzieningen.

1.36 eerste bouwlaag:

de bouwlaag op de begane grond.

1.37 escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend.

1.38 functie:

activiteiten waarvoor gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.

1.39 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.40 gebruiksoppervlakte:

de bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik, bepaald volgens NEN2580.

1.41 groepsmatige activiteit:

een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit die in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend in de vorm van het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan drie of meer personen tegelijk, kinderopvang daaronder mede begrepen.

1.42 grondgebonden veehouderij:

een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie. Of hiervan sprake is wordt getoetst op grond van de criteria die zijn opgenomen in nadere regels die hieromtrent op basis van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant door Gedeputeerde Staten zijn gesteld.

1.43 GVE (groot vee-eenheid):

eenheid waarmee de fosfaatproductie van landbouwhuisdieren wordt uitgedrukt en waarbij 1 GVE overeenkomt met de fosfaatproductie van één melkkoe.

1.44 hobbymatig agrarisch grondgebruik:

het gebruik van grond voor agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd, met uitzondering van volkstuinen.

1.45 hokdier

runderen met uitzondering van melkrundvee, varkens, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren met uitzondering van nertsen.

1.46 hokdierhouderij:

veehouderij met uitzondering van nertsenhouderij, melkrundveehouderij en schapenhouderij.

1.47 hoofdgebouw:

een gebouw dat door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel kan worden aangemerkt.

1.48 horeca:

een bedrijf gericht op één of meer van de navolgende bedrijfsmatige activiteiten:

  1. a. het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse of elders te nuttigen;
  2. b. het verstrekken van nachtverblijf;
  3. c. het exploiteren van zaalaccommodatie;
  4. d. het bieden van gelegenheid tot dansen.

1.49 huishouden:

een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelingsbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners is, waaronder mede wordt begrepen:

  1. a. het inwonen of het bewonen van kamers door niet meer dan 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen;
  2. b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronde mede wordt begrepen de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 2 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.

1.50 kampeermiddel:

tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.51 kampeerterrein:

een terrein, speciaal ingericht om in een kampeermiddel te overnachten.

1.52 kantoor:

een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.

1.53 kas:

een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.

1.54 kavelpad:

een pad zonder doorgaande functie dat dient ter ontsluiting van een individueel agrarisch perceel of enkele individuele agrarische percelen.

1.55 kelder:

een geheel of nagenoeg geheel, dat wil zeggen maximaal 0,5 m boven peil, ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk.

1.56 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald die in acht genomen moet worden.

1.57 landschappelijke waarde/landschapswaarde:

de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht.

1.58 lawaaisport:

voorziening voor sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, de motorsport, waterskiën en de modelvliegsport.

1.59 lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten:

de lijst, behorend bij deze regels (bijlage 3), waarin is aangegeven welke beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten rechtstreeks toelaatbaar zijn in woningen.

1.60 maatschappelijk c.q. maatschappelijke voorzieningen:

maatschappelijke voorzieningen op het gebied en/of in de vorm van: asielzoekerscentrum, bibliotheek, drugsopvang, gezondheidszorg (inclusief apotheek), jeugdopvang, kinder- en naschoolse opvang, onderwijs, openbaar bestuur en openbare dienstverlening, praktijkruimte, religie en levensbeschouwing, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling, zorgboerderij, zorginstelling, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.

1.61 mantelzorg:

het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.

1.62 mestbewerking:

de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest.

1.63 ondergeschikte detailhandel:

beperkte, op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met bedrijfsactiviteiten die als hoofdfunctie worden uitgeoefend.

1.64 overig agrarisch bedrijf:

agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van veehouderij, (vollegronds)teeltbedrijf, paardenhouderij of glastuinbouwbedrijf valt.

1.65 paardenbak:

een al dan niet door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere aangebrachte ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het laten loslopen van paarden en/of pony's dan wel het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen.

1.66 paardenhouderij:

een agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken, opfokken, beleren en/of trainen van paarden.

1.67 peil:

  1. a. voor bouwwerken op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte, normale maaiveld.

1.68 permanente bewoning:

bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.

1.69 plan:

het bestemmingsplan 'Ontwikkelingen 3 Buitengebied Oss - 2022'.

1.70 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.71 risicovolle inrichting:

een inrichting waarbij ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risicoafstand moet worden aangehouden bij het in een bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.72 ruimtelijke kwaliteit:

de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde van die ruimte.

1.73 schuilgelegenheid:

een niet voor bewoning bestemd agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden.

1.74 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.75 stacaravan:

een caravan of soortgelijk onderkomen al dan niet op wielen dat mede gelet op de afmetingen niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat/die het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.

1.76 statische opslag:

opslag van goederen die naar hun aard weinig verplaatsing nodig hebben, zoals caravans, campers, boten en (klassieke) auto's.

1.77 teeltbedrijf/vollegrondsteeltbedrijf:

een agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.

1.78 teeltondersteunende voorziening:

voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:

  1. a. verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  2. b. verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
  3. c. bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen onkruidbestrijding, effectief omgaan met water).

Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten.

Knalapparatuur wordt niet aangemerkt als teeltondersteunende voorziening.

1.79 tijdelijke teeltondersteunende voorziening:

teeltondersteunende voorziening die zo lang de teelt het vereist aanwezig is, met een maximum van acht maanden per jaar.

1.80 toercaravan:

een caravan of soortgelijk onderkomen dat mede, gelet op de afmetingen, bestemd en/of geschikt is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen over grote afstanden als aanhangsel van een auto te worden voortbewogen, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat/die het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve doeleinden.

1.81 uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.82 vee:

runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.

1.83 veehouderij:

een agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en pelsdieren.

1.84 verdieping:

elke bouwlaag boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.85 voorgevellijn:

de lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.

1.86 werk:

een constructie die geen bouwwerk is.

1.87 wonen:

het bewonen van een woning.

1.88 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

1.89 woonhuis:

een gebouw dat één grondgebonden woning omvat.

1.90 zorgvuldige veehouderij:

een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het betreffende bouwwerk op een bouwperceel.

2.2 de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken samen.

2.3 het bebouwingspercentage:

de oppervlakte die met gebouwen (carports en overkappingen inbegrepen) is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming; de oppervlakte wordt altijd in gehele getallen bepaald.

2.4 de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.5 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 de breedte van een bouwperceel:

tussen de zijdelingse perceelsgrenzen, gemeten over ten minste 3/4 van de lengte van het bouwperceel, in welke lengte in ieder geval het bouwvlak aanwezig is of de toegestane situering van het hoofdgebouw indien geen bouwvlak is aangegeven.

2.7 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

het gedeelte van een bouwwerk dat gelegen is boven peil, tussen de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.9 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk dat geen gebouw is met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.10 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.11 de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden – Landschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met het oog op:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  4. d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  5. e. de verkeersveiligheid;
  6. f. de woonsituatie;

nadere eisen stellen aan:

  1. a. de situering van de bebouwing;
  2. b. de nokrichting van daken;
  3. c. de oriëntatierichting van de bebouwing.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  4. d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  5. e. de verkeersveiligheid;
  6. f. de woonsituatie;

en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:

Activiteit Basisregel Voorwaarden
Het bouwen van gebouwen, zoals schuilgelegenheden voor vee, buiten het bouwvlak


artikel 3.2.2 onder a - de bouwhoogte mag niet meer mag bedragen dan 3,5 m
- de goothoogte mag niet meer mag bedragen dan 2,5 m
- de oppervlakte van het bijbehorende kadastrale terrein moet ten minste 0,5 ha bedragen
- de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein tot 1 ha, niet meer dan 25 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein tussen 1 en 2 ha, en niet meer dan 30 m² bij een bijbehorend kadastraal terrein dat groter is dan 2 ha
- het aantal gebouwen mag niet meer bedragen dan één per bijbehorend kadastraal terrein
- het gebouw ligt op een afstand van minimaal 20 m ten opzichte van woningen van derden
- er moet voorzien zijn in een goede landschappelijke inpassing
- deze afwijkingsmogelijkheid geldt alleen binnen de zones 'overige zone - oeverwal'
Het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf voor een veehouderij




Artikel 3.1.2 onder e2 - maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij, een en ander conform de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde regels van de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij zoals die gelden ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning
- de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving. Het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid
- er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -als blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting die ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert
- er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling
- het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf van een geitenhouderij is pas toegestaan nadat het moratorium voor geitenhouderij in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is opgeheven, waardoor het op provinciaal niveau niet meer verboden is om de oppervlakte stalruimte voor geiten uit te breiden
- bij ligging in de zone 'overige zone - beperking veehouderij' mag, als sprake is van een niet-grondgebonden veehouderij, de oppervlakte van de gebouwen, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en), ten hoogste de omvang hebben van de gebouwen die:
* op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering waren; of
* gebouwd mogen worden krachtens een vóór 21 september 2013 verleende omgevingsvergunning
- als sprake is van een hokdierhouderij: Gedeputeerde Staten hebben bewijs overlegd dat:
* binnen het stalderingsgebied een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij is gesaneerd door sloop of herbestemming, waarbij het gebruik als dierenverblijf juridisch en feitelijk is beëindigd;
* ingeval van sloop de oppervlakte van de sanering ten minste 120% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen;
* ingeval van herbestemming de oppervlakte van de sanering ten minste 200% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen;
* deze sanering plaatsvindt in directe samenhang met het oprichten of ingebruiknemen van een gebouw als dierenverblijf en dat voor de sanering geen gebruik is gemaakt van een provinciale saneringsregeling
* waarbij geldt voor veehouderijen die gebruik maken van de regeling in artikel 2.68 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (uitzonderingsregeling stoppende veehouderij) dat alleen de oppervlakte dierenverblijf voor hokdieren die nodig is om het aantal dieren te huisvesten overeenkomstig de gedane mededeling, meetelt als inbreng voor een te saneren dierenverblijf
Het bouwen van zonnepanelen buiten het bouwvlak artikel 3.2.2 onder a - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 250 m² per bijbehorend agrarisch bouwvlak
- de hoogte mag niet meer bedragen dan 2 m
- de zonnepanelen zijn gesitueerd aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak
- er is binnen het bouwvlak geen mogelijkheid om de zonnepanelen te situeren
- de met de zonnepanelen opgewekte elektriciteit is voor eigen gebruik
Het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak artikel 3.2.2 onder a - binnen de zone 'overige zone - komgebied' is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 0,5 m;
- binnen de overige gebieden is afwijking uitsluitend toegestaan tot een hoogte van 4,5 m
Het bouwen van permanente teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak artikel 3.2.2 onder a - het mogen geen gebouwen betreffen
- de invloed op de omgeving is beperkt
- de hoogte mag niet meer bedragen van 6 m
Het bouwen van ooievaarsnesten buiten het bouwvlak artikel 3.2.2 onder a - de hoogte mag niet meer bedragen dan 8 m
Het overschrijden van de goothoogte van bedrijfswoningen artikel 3.2.3 onder d - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond
- de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m
Het overschrijden van de goothoogte van bedrijfsgebouwen
artikel 3.2.4 onder c - de noodzaak voor deze afwijking moet zijn aangetoond
- de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  4. d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  5. e. de verkeersveiligheid;
  6. f. de woonsituatie;

en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:

Activiteit Voorwaarden
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg
- op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn
- de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend
- er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden
- de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m²
- het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bestaand bijgebouw of bedrijfsgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw of bedrijfsgebouw
Het gebruik van bijgebouwen of bedrijfsgebouwen voor bewoning - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een maatschappelijk belang, bijvoorbeeld reclassering
- op het perceel dient al een bedrijfswoning aanwezig te zijn
- de omgevingsvergunning wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend
- er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden
- de voor bewoning te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen of bedrijfsgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 40 m²
- het bijgebouw of het bedrijfsgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning
Kleinschalige activiteiten - de activiteit wordt uitgeoefend als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf
- het gebruik voor de kleinschalige activiteit vindt plaats binnen het agrarisch bouwvlak
- de afwijking mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse
- er dient voldaan te worden aan het bepaalde in Bijlage 2 Mogelijkheden kleinschalige activiteiten bij agrarische bedrijven, met dien verstande dat als een bouwvlak binnen meerdere zones ligt, per kleinschalige activiteit het ruimste regime geldt
- buitenopslag is niet toegestaan
- er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekking
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte binnen het bouwvlak
- lawaaisporten zijn niet toegestaan
- de maximale oppervlakte voor opslag bedraagt 1.000 m², verminderd met de oppervlakte die in gebruik is voor andere kleinschalige activiteiten dan opslag;
- de maximale oppervlakte van andere kleinschalige activiteiten dan opslag bedraagt 500 m², met dien verstande dat de maximale oppervlakte voor verkoopactiviteiten niet meer dan 200 m² bedraagt
- verkoop van streekproducten mag alleen plaatsvinden in combinatie met verkoop van agrarische dan wel ambachtelijke producten van het eigen agrarische dan wel ambachtelijke bedrijf
Minicamping - het aantal plaatsen bedraagt maximaal 25
- de minicamping is gesitueerd binnen of direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak
- de landschappelijke inpassing dient op zorgvuldige wijze plaats te vinden aan de hand van een gedetailleerd uitgewerkt en door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan
- parkeren dient op eigen terrein binnen het bouwvlak plaats te vinden
- alleen kampeermiddelen zijn toegestaan; stacaravans en andere recreatieve bouwwerken zijn niet toegestaan
- het gebruik is uitsluitend toegestaan in de periode van 31 maart tot 1 oktober
Huisvesting tijdelijke arbeidskrachten - het betreft uitsluitend voorzieningen in de vorm van overnachtingsmogelijkheden en verblijfsruimten voor tijdelijke arbeidskrachten die benodigd zijn voor en werkzaam zijn bij het betreffende bedrijf gedurende het plant- en oogstseizoen, met een maximum van zes maanden per jaar
- de voorzieningen hebben een maximale oppervlakte van 200 m²
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in Bijlage 3 rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten
- de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte
- het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van Bijlage 4 Bedrijvenlijst
- de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben
- de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten'
Het toestaan van groepsmatige activiteiten - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse
- de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering
Het toestaan van paardenbakken voor hobbymatig gebruik - de paardenbak is gesitueerd direct aansluitend op het bijbehorende agrarisch bouwvlak dan wel het bijbehorende bestemmingsvlak 'Wonen'
- de totale oppervlakte bedraagt niet méér dan 1.225 m² per bijbehorend agrarisch bouwvlak respectievelijk bestemmingsvlak 'Wonen'
- de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van de as van de weg
- de paardenbak is voorzien van een goede landschappelijke inpassing
- de paardenbak is gesitueerd op minimaal 20 m van woningen van derden
Het bewonen van een bedrijfswoning met aan-, uit- en bijgebouwen en bijbehorend erf anders dan als bedrijfswoning (de plattelandswoning) - binnen het bouwvlak is een agrarisch bedrijf actief
- er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren; als milieuhygiënisch bezwaar worden in ieder geval niet beschouwd milieuhygiënische bezwaren als gevolg van de aanwezigheid van een agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak
- de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast
Het halfverharde van onverharde wegen en paden, en het aanleggen van verharde kavelpaden n.v.t.
Het gebruik van agrarische gronden buiten het bouwvlak voor erfverharding - de verharding ligt aansluitend aan het bijbehorend bouwvlak
- de noodzaak is aangetoond
- binnen de zone 'overige zone - beperking veehouderij' is sprake van een grondgebonden veehouderij
- er is voorzien in een goede landschappelijke inpassing
- de totale oppervlakte van de erfverharding inclusief het bijbehorend bouwvlak is niet groter dan
* 2 ha voor een teeltbedrijf/vollegrondsteeltbedrijf
* 2 ha voor een veehouderij in de zone 'overige zone - komgebied'
* 1,5 ha voor overige situaties
Het gebruik als tuin van agrarische gronden buiten het bestemmingsvlak op een grotere afstand tot het bijbehorende bestemmingsvlak dan 20 m - de oppervlakte van de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' die als tuin worden gebruikt, is niet groter dan 1.500 m²
- indien sprake is van een burgerwoning: de oppervlakte van de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' die als tuin worden gebruikt en de oppervlakte van de bijbehorende bestemming 'Wonen' zijn samen niet groter dan 3.000 m²
- indien sprake is van een niet-agrarische bedrijfswoning: de oppervlakte van de gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' die als tuin worden gebruikt en de oppervlakte van de betreffende woning met tuin, voor zover gelegen binnen het betreffende bestemmingsvlak, zijn samen niet groter dan 3.000 m²
Toename van stikstofdepositie (mol/ha/jaar) op Natura 2000 gebied De natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden mogen niet worden aangetast. Deze kenmerken worden niet aangetast als op grond van de Wet natuurbescherming vergunning is verleend.
Het uitbreiden van de oppervlakte bebouwing die in gebruik is als dierenverblijf voor een veehouderij - maatregelen worden getroffen en in stand gehouden die invulling geven aan een zorgvuldige veehouderij, een en ander conform de door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde regels van de Brabantse Zorgvuldigheidscore Veehouderij zoals die gelden ten tijde van de aanvraag om omgevingsvergunning
- de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving. Het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid
- er is aangetoond dat de kans op cumulatieve geurhinder (achtergrondbelasting) op geurgevoelige objecten in de bebouwde kom niet hoger is dan 12% en in het buitengebied niet hoger is dan 20%, tenzij er -als blijkt dat de achtergrondbelasting hoger is dan voornoemde percentages- maatregelen worden getroffen door de veehouderij die tot een daling leiden van de achtergrondbelasting die ten minste de eigen bijdrage aan de overschrijding van de achtergrondbelasting compenseert
- er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling
- het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf van een geitenhouderij is pas toegestaan nadat het moratorium voor geitenhouderij in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is opgeheven, waardoor het op provinciaal niveau niet meer verboden is om de oppervlakte stalruimte voor geiten uit te breiden
- bij ligging in de zone 'overige zone - beperking veehouderij' mag, als sprake is van een niet-grondgebonden veehouderij, de oppervlakte van de gebouwen, met uitzondering van de bestaande bedrijfswoning(en), ten hoogste de omvang hebben van de gebouwen die:
* op 21 september 2013 legaal aanwezig of in uitvoering waren; of
* gebouwd mogen worden krachtens een vóór 21 september 2013 verleende omgevingsvergunning
- als sprake is van een hokdierhouderij: Gedeputeerde Staten hebben bewijs overlegd dat:
* binnen het stalderingsgebied een bestaand dierenverblijf van een hokdierhouderij is gesaneerd door sloop of herbestemming, waarbij het gebruik als dierenverblijf juridisch en feitelijk is beëindigd;
* ingeval van sloop de oppervlakte van de sanering ten minste 120% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen;
* ingeval van herbestemming de oppervlakte van de sanering ten minste 200% bedraagt van de oppervlakte die wordt opgericht of in gebruik wordt genomen;
* deze sanering plaatsvindt in directe samenhang met het oprichten of in gebruik nemen van een gebouw als dierenverblijf en dat voor de sanering geen gebruik is gemaakt van een provinciale saneringsregeling
* waarbij geldt voor veehouderijen die gebruik maken van de regeling in artikel 2.68 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (uitzonderingsregeling stoppende veehouderij) dat alleen de oppervlakte dierenverblijf voor hokdieren die nodig is om het aantal dieren te huisvesten overeenkomstig de gedane mededeling, meetelt als inbreng voor een te saneren dierenverblijf
Het houden van een ander veetype dan op basis van artikel 3.1.2 is toegestaan - er is een zorgvuldige dialoog gevoerd, gericht op het betrekken van de belangen van de omgeving in de planontwikkeling
- het omschakelen naar een nertsenhouderij is niet toegestaan
- er mag geen sprake zijn van een diersoort of bedrijfsvorm die eerder is beëindigd in het kader van de beëindigingsregelingen RBV, VIV, BIV, SUN of de 'uitzonderingsregeling stoppende veehouderij' als bedoeld in artikel 2.68 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
- als sprake is van geiten: het uitbreiden van de oppervlakte dierenverblijf van een geitenhouderij is pas toegestaan nadat het moratorium voor geitenhouderij in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is opgeheven, waardoor het op provinciaal niveau niet meer verboden is om de oppervlakte stalruimte voor geiten uit te breiden
Mestvergisting afkomstig van samenwerkende rundveebedrijven - de capaciteit bedraagt ten hoogste 25.000 ton per jaar
- de locatie is goed ontsloten
- de op- en overslag en verwerking van producten vinden niet in de openlucht plaats
- in het geval dat de mest na vergisting ter plaatse verder wordt bewerkt, wordt ten minste 50% van het volume van de mest omgezet in loosbaar water
- de ontwikkeling is vanuit een goede leefomgeving inpasbaar in de omgeving; het betreft hier onder andere verkeersafwikkeling, milieuaspecten en volksgezondheid
Mestbewerking of een toename van de gebruiksoppervlakte van bebouwing voor mestbewerking van mest die niet afkomstig is van het bouwvlak waarop de mest bewerkt wordt - de mest wordt met pijpleidingen aangevoerd vanaf de locatie waar de mest wordt geproduceerd
- ten minste 50% van het volume van de mest wordt omgezet in loosbaar water
- de op- en overslag en de verwerking van producten vinden niet in de open lucht plaats
- de mestbewerking is vanuit het oogpunt van een veilige en gezonde leefomgeving en gelet op artikel 3.5 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, inpasbaar in de omgeving
- de locatie ligt buiten de aanduiding 'overige zone - beperking veehouderij'
- de landschappelijke inpassing bedraagt ten minste15% van de omvang van het bouwperceel
- er wordt aangetoond dat een zorgvuldige dialoog is gevoerd, gericht op het betrekken van belangen van omwonenden bij de planontwikkeling

3.7 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

  • Direct naar 'Inleidende regels'
  • Direct naar 'Bestemmingsregels'
  • Direct naar 'Algemene regels'
  • Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
  • Direct naar 'Bijlagen bij de regels'

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

  1. a. Bebouwing mag alleen worden opgericht voor de doelen, genoemd in artikel 4.1.
  2. b. Het aantal woningen bedraagt per bestemmingsvlak niet meer dan één.
  3. c. Woningen mogen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd.
  4. d. Algehele herbouw van een woning mag, eventueel in afwijking van het bepaalde in artikel 8.4, uitsluitend plaatsvinden op de oorspronkelijke locatie binnen het bestemmingsvlak.
  5. e. Voor de voorgevel van de woning mogen geen aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, balkons en luifels, mits de voorgevel met ten hoogste 1,5 m wordt overschreden en de breedte van de erker, het balkon of de luifel niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de voorgevel.
  6. f. De afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3 m te bedragen met inachtneming van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1'.
  7. g. Vrijstaande bijgebouwen moeten op minimaal 1 m achter de voorgevel van de woning worden gebouwd.
  8. h. Gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' worden niet aangemerkt als erf, in de zin van artikel 1 lid 1 van Bijlage 2 bij het Besluit omgevingsrecht.
  9. i. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' is het realiseren van bebouwing niet toegestaan.
  10. j. De bebouwing binnen de zone 'overige zone - dekzandrand' moet verder voldoen aan de regels in de onderstaande tabel:
Bouwwerken Maximale goothoogte in m Maximale bouwhoogte in m Maximale oppervlakte in m2 Maximale inhoud in m3
Woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen 3 8 - 750
Vrijstaande bijgebouwen 3 5 100 -
Erf- en terreinafscheidingen - -voor de voorgevellijn of als er geen voorgevellijn is: 1,2;
-voor het overige: 2
Bouwwerken met een dakconstructie die geen gebouw zijn - 3 -voor de voorgevel van de woning: 0
-achter de voorgevel van de woning: 30
-
Overige bouwwerken die geen gebouw zijn - - lichtmasten voor paardenbakken: 4
-voor het overige: 3
- -

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1 voor de activiteiten als genoemd in onderstaande tabel onder de voorwaarde dat de ruimtelijke en/of stedenbouwkundige inpasbaarheid en de milieuhygiënische aanvaardbaarheid zijn aangetoond en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit;
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  3. c. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
  4. d. de landschappelijke en natuurwaarden;
  5. e. de verkeersveiligheid;
  6. f. de woonsituatie;

en met inachtneming van de per afzonderlijke activiteit omschreven voorwaarden in onderstaande tabel:

Activiteit Voorwaarden
Het gebruik van bijgebouwen voor bewoning - het gebruik dient noodzakelijk te zijn vanuit een oogpunt van mantelzorg
- op het perceel dient al een woning aanwezig te zijn
- de afwijking wordt niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning verleend
- er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van belangen van belanghebbenden
- de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en is in ieder geval niet groter dan 100 m²
- het bijgebouw is gelegen op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw
Bedrijfsmatige opslag - uitsluitend statische opslag/opslag van caravans is toegestaan
- afwijking wordt uitsluitend verleend voor gebouwen voor opslagdoeleinden tot een maximum van 500 m²
- alle gebouwen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de woning met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, 100 m² vrijstaande bijgebouwen, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en maximaal 500 m² bebouwing voor de opslagfunctie
- de opslag dient te voldoen aan de eisen die daaraan uit hoofde van de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid worden gesteld
- de opslag mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de lokale verkeersdruk
- bedrijfsmatige activiteiten verband houdend met de opslag zijn niet toegestaan
- buitenopslag is niet toegestaan
- het gebouw waar de opslag plaatsvindt, dient landschappelijk te worden ingepast
- er zijn geen milieuhygiënische bezwaren
Kleinschalige recreatieve nevenactiviteiten - het betreft uitsluitend kleinschalige activiteiten die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals het bieden van overnachtingsaccommodatie voor kortdurend toeristisch verblijf voor maximaal 10 personen in maximaal 5 slaapkamers, een theeterras, een minicamping tot maximaal 5 plaatsen, overnachten in een mobiele vakantiewagen ('Pipowagen') en een recreatiewoning voor maximaal 10 personen
- buitenopslag is niet toegestaan
- er is geen sprake van onevenredige verkeersaantrekkende werking
- het parkeren dient op eigen terrein binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' plaats te vinden
- er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren
- de nevenactiviteit wordt landschappelijk ingepast
- het betreft geen activiteiten die vergunningsplichtig zijn op grond van de Drank- en Horecawet
Het toestaan van activiteiten die genoemd worden in Bijlage 3 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten met een bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan 35 m² of die niet in die lijst genoemd worden, maar naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met de in die lijst wél genoemde activiteiten - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte
- het betreft een activiteit uit of vergelijkbaar met categorie 1 van Bijlage 4 Bedrijvenlijst
- de activiteit mag geen sterk publieksaantrekkende werking hebben
- de activiteit is niet uitgesloten in de 'lijst van rechtstreeks toelaatbare aan-huis-gebonden activiteiten'
Het toestaan van groepsmatige activiteiten - de woonfunctie blijft als hoofdfunctie, dat wil zeggen voor ten minste 50%, gehandhaafd
- de bedrijfsvloeroppervlakte bedraagt niet meer dan 75 m²
- de aard, de groepsgrootte en de frequentie leiden niet tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de woonomgeving
- een goede verkeersafwikkeling is gewaarborgd en er wordt voorzien in de parkeerbehoefte
Detailhandel als onderdeel van de uitoefening van een aan-huis-gebonden activiteit - de detailhandel is onderdeel van de klantgerichte activiteiten ter plaatse
- de detailhandel is van ondergeschikte aard en een niet-zelfstandig onderdeel van de totale bedrijfsvoering
De huisvesting van meer dan één huishouden in een vrijstaande woning - het past binnen de geldende bouwregels en overige geldende gebruiksbepalingen
- de woning niet bewoond wordt door meer dan één persoon per 12 m² gebruiksoppervlakte
- de belangen van eigenaren en / of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad
- het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad
- er wordt voldaan aan het gemeentelijk beleid ten aanzien van parkeernormen
- de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie

4.6 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

  • Direct naar 'Inleidende regels'
  • Direct naar 'Bestemmingsregels'
  • Direct naar 'Algemene regels'
  • Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
  • Direct naar 'Bijlagen bij de regels'

Artikel 5 Waarde - Archeologie Verwachtingswaarde Middelhoog

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde middelhoog' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van op of in die gronden aanwezige archeologische waarden.

5.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken die geen bouwwerk zijn of van werkzaamheden

5.3 Informatieve verwijzing naar andere regels van dit plan

Voor de volledige inhoud zijn alle hoofdstukken en de bijlagen van de regels van belang.

  • Direct naar 'Inleidende regels'
  • Direct naar 'Bestemmingsregels'
  • Direct naar 'Algemene regels'
  • Direct naar 'Overgangs- en slotregels'
  • Direct naar 'Bijlagen bij de regels'

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Landschappelijke Tegenprestatie

7.1 Tegenprestatieplicht

  1. a. De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 7.2 die worden gerealiseerd op basis van dit bestemmingsplan met toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan dan wel met toepassing van een wijzigingsregeling moeten gepaard gaan met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuur.
  2. b. Deze fysieke verbetering dient duurzaam in stand te worden gehouden.
  3. c. Als de vereiste fysieke verbetering niet kan worden gerealiseerd, dient deze te worden uitgevoerd als een financiële storting in een gemeentelijk fonds voor financiering van landschappelijke projecten.
  4. d. De omvang van de tegenprestatie is afhankelijk van de omvang van de ruimtelijke ontwikkeling en moet in een redelijke verhouding hiertoe staan.

7.2 Tegenprestatieplichtige ontwikkelingen

De ontwikkelingen als bedoeld in artikel 7.1 onder a zijn:

  1. a. het vergroten van een agrarisch bouwvlak tot een omvang van meer dan 1,5 ha
  2. b. het omschakelen met toepassing van de artikelen 12.6 en 12.7
  3. c. het vergroten van de inhoud van woningen tot een inhoud tussen 750 en 1.000 m3 met toepassing van artikelen 3.4 en 4.3, tenzij elders in deze regels expliciet anders is bepaald
  4. d. het realiseren van telecommunicatiemasten met toepassing van artikel 12.9

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Afwijkende bebouwing

Als de bestaande bebouwing afwijkt van hetgeen elders in deze regels is toegestaan, dienen in afwijking van die regels, de bestaande afwijkingen voor wat betreft:

  1. a. goothoogte
  2. b. bouwhoogte
  3. c. oppervlakte
  4. d. inhoud
  5. e. afstand tot de as van de weg
  6. f. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
  7. g. situering ten opzichte van andere bebouwing

ter plaatse van de afwijking als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering op legale wijze tot stand is gekomen.

8.2 Parkeervoorzieningen

8.3 Ondergronds bouwen

8.4 Afstand van bouwwerken tot de weg

De afstand van bouwwerken tot de as van de weg dient ten minste 20 m te bedragen.

Het hiervoor bepaalde geldt niet voor bouwwerken die worden opgericht binnen bouwvlakken binnen de bestemming 'Wonen'.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Verboden gebruik

  1. a. Onder het gebruiken van gronden, bouwwerken of onderkomens in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik, daaronder begrepen het doen en/of laten gebruiken:
    1. 1. als stort- en/of opslagplaats
    2. 2. voor buitenopslag
    3. 3. voor (detail)handel
    4. 4. voor bedrijfsdoeleinden
    5. 5. voor een kleinschalig kampeerterrein, groepskampeerterrein en/of natuurkampeerterrein
    6. 6. voor motor-, water- en modelvliegtuigsport en andere vormen van lawaaisport
    7. 7. voor een seksinrichting en/of escortbedrijf
    8. 8. voor bewoning
    9. 9. als ligplaats voor woonschepen of woonarken
    10. 10. als vis- of viskweekvijver binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap'
  2. b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing als de bestemmingsomschrijving (inclusief detaillering) in de overige planregels het betreffende gebruik expliciet toestaat.

9.2 Verboden gebruik geitenhouderij

  1. a. Het is niet toegestaan het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen ten behoeve van het houden van geiten in die zin dat er niet meer geiten mogen worden gehouden dan is toegestaan op grond van een vóór 5 september 2018:
    1. 1. ingediende melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer of de Wet milieubeheer;
    2. 2. verleende vergunning op basis van de Hinderwet;
    3. 3. verleende omgevingsvergunning beperkte milieutoets;
    4. 4. verleende omgevingsvergunning milieu op basis van artikel 2.1 onder e van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); of
    5. 5. verleende vergunning op basis van de Wet milieubeheer.
  2. b. Het verbod onder a geldt niet voor:
    1. 1. het hobbymatig houden van minder dan 10 geiten op een bedrijf of locatie waar geen geiten worden gehouden; of
    2. 2. geitenlammeren met een leeftijd tot 30 dagen die gehouden worden op de geitenhouderij waar ze geboren zijn.
  3. c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a nadat het moratorium voor geitenhouderij in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant is opgeheven, waardoor het op provinciaal niveau niet meer verboden is om de oppervlakte stalruimte voor geiten uit te breiden.

9.3 Afwijken van inrichtingsplannen

  1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.1 voor het anders uitvoeren van een inrichtingsplan mits die andere uitvoering vanuit het oogpunt van landschappelijke inpassing en/of compensatie en/of ruimtelijke kwaliteit minimaal gelijkwaardig is aan het oorspronkelijke inrichtingsplan, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.
  2. b. Met een omgevingsvergunning kan worden bepaald dat het verbod als bedoeld in artikel 10.1 pas geldt na een langere periode dan 2 jaar als daar genoemd indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels

10.1 overige zone - inrichtingsplan

In aanvulling op het bepaalde in de overige artikelen geldt ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - inrichtingsplan' het volgende:

  1. a. de gronden zijn tevens bestemd voor de inrichting conform Bijlage 9, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vorm van de inrichting;
  2. b. er mag alleen worden gebouwd als is zekergesteld dat de inrichting van de gronden plaatsvindt conform Bijlage 9 en de gronden duurzaam worden beheerd en in stand worden gehouden conform Bijlage 9, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting;
  3. c. onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan gebruik, daaronder mede begrepen het doen en/of laten gebruiken, van gronden in afwijking van het inrichtingsplan dat als Bijlage 9 onderdeel uitmaakt van deze regels, met dien verstande dat de aanduiding van bouwwerken geen onderdeel vormen van de inrichting en met dien verstande dat dit verbod uitsluitend geldt vanaf 2 jaar na de verlening van de eerste omgevingsvergunning voor het bouwen op deze gronden.

10.2 overige zone - oeverwal

10.3 overige zone - komgebied

10.4 overige zone - dekzandrand

10.5 overige zone - bebouwingsconcentratie

Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.

10.6 overige zone – overig agrarisch gebied

Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.

10.7 overige zone – beperkingen veehouderij

Binnen deze zone zijn de overige regels uitsluitend van toepassing, voor zover dit volgt uit die regels.

10.8 vrijwaringszone – molenbiotoop

10.9 wetgevingzone – wijzigingsgebied 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een (andere) aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen', voor de realisering van nieuwe woningen met erf en tuin, anders dan als omzetting van uitsluitend een bedrijfswoning in een burgerwoning, mits:

  1. a. de wijziging betrekking heeft op gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' of 'Wonen';
  2. b. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
  3. c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
  4. d. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
  5. e. het aantal te realiseren woningen en/of de economische opbrengst van de woningbouw in een redelijke verhouding staat tot de waarde van het te saneren (agrarische) bedrijf en/of een eventuele landschappelijke en/of cultuurhistorische tegenprestatie, daaronder begrepen natuurontwikkeling; hierbij geldt dat de hoogte van deze tegenprestatie per woning minimaal gelijk moet zijn aan de waarde van een ruimte-voor-ruimterecht;
  6. f. er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
  7. g. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
  8. h. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3;
  9. i. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
  10. j. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid;
  11. k. is bezien of een ruimte-voor-ruimteontwikkeling deel kan uitmaken van de kwaliteitsverbetering.

Artikel 11 Afwijken Van De Bouw- En Gebruiksregels Algemeen

11.1 Afwijkingen

Mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. a. de ruimtelijke kwaliteit
  2. b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden
  3. c. het straat- en/of bebouwingsbeeld
  4. d. de landschappelijke en natuurwaarden
  5. e. de verkeersveiligheid
  6. f. de woonsituatie

kan het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de bouwhoogte op gronden die zijn aangeduid als 'vrijwaringszone - molenbiotoop', tot niet meer dan 25% van die maten, afmetingen en percentages, met dien verstande dat de inhoud van woningen na deze afwijking niet meer mag bedragen dan 1.000 m3;
  2. b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, als de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit of andere verkeerskundige redenen daartoe aanleiding geven; hierbij geldt dat de grens van de weg slechts over een ondergeschikte lengte mag opschuiven, waarbij de maximale overschrijding 15 m bedraagt;
  3. c. de regels en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de regels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes voor het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes voor de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, met dien verstande dat:
    1. 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 mag bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m mag bedragen;
  5. e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken die geen gebouw zijn, wordt vergroot:
    1. 1. voor kunstwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 15 m;
    2. 2. voor waarschuwings- en/of communicatiemasten tot niet meer dan 40 m;
    3. 3. voor overige bouwwerken die geen gebouw zijn tot niet meer dan 10 m;
  6. f. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd tot maximaal 2 m, mits de ruimtelijke kwaliteit en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden aangetast;
  7. g. de regels voor de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte voor plaatselijke verhogingen, zoals liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak;
    2. 2. de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.
  8. h. de regels voor de minimale afstand van gebouwen tot de weg, mits het bepaalde in de Wet geluidhinder in acht wordt genomen.

Artikel 12 Wijzigingsregels

12.1 Wijziging actualisering

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor de actualisering van de in het plan opgenomen verwijzing naar wetten, verordeningen, circulaires, publicaties, instanties en dergelijke, als het handhaven van de in de regels opgenomen redactie tot onduidelijkheden en/of onjuistheden met het oog op de verwijzing leidt en als de actualisering geen inhoudelijke beleidswijziging betreft.

12.2 Wijziging vormverandering agrarisch bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' van vorm te veranderen mits:

  1. a. de oppervlakte van het te wijzigen bouwvlak niet wijzigt;
  2. b. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
  3. c. het bouwvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
  4. d. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt.

12.3 Wijziging vergroting agrarisch bouwvlak

12.4 Wijziging omschakeling naar paardenhouderij

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' voor de vestiging van een paardenhouderij de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' toe te kennen in combinatie met het opnemen van een veetype in de tabel in Bijlage 7 Tabel 'Diersoorten veehouderij', mits:

  1. a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
  2. b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
  3. c. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
  4. d. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha;

12.5 Wijziging omschakeling naar overig agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om aan een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - overig agrarisch bedrijf' toe te kennen, mits:

  1. a. aangetoond is dat voldaan wordt aan de eisen van de milieuwetgeving (ammoniak, geur, volksgezondheid en dergelijke) en er geen onevenredige nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (zoals water, ecologie, Natura 2000-gebied, landschap, cultuurhistorie en archeologie) en voor de belangen van derden;
  2. b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
  3. c. de oppervlakte van het bouwvlak maximaal 1,5 ha bedraagt, waarvan minimaal 10% moet bestaan uit een goede landschappelijke inpassing met inheemse beplanting;
  4. d. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 1,5 ha, het bouwvlak, inclusief de minimaal vereiste 10% landschappelijke inpassing, moet worden teruggebracht tot maximaal 1,5 ha;

12.6 Wijziging omschakeling naar bedrijfsmatige activiteiten

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te wijzigen in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Horeca', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1', 'Maatschappelijk' of 'Sport' voor het omschakelen naar een (andersoortige) bedrijvigheid of functie, mits:

  1. a. de in voorkomend geval uitgeoefende agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
  2. b. er wordt voldaan aan het bepaalde in Bijlage 1 Mogelijkheden functieverandering agrarische bedrijven;
  3. c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
  4. d. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot een bedrijf behorende tot milieucategorie 3 of hoger, met dien verstande dat bij een agrarisch verwant bedrijf en een agrarisch-technisch hulpbedrijf de milieucategorie maximaal 3 mag zijn;
  5. e. de beoogde ontwikkeling niet leidt tot twee of meer zelfstandige bedrijven;
  6. f. bebouwingspercentage en bouwhoogte passen bij de aard van de omgeving en de beoogde ontwikkeling;
  7. g. de inrichting van het bestemmingsvlak een gunstige verhouding tussen bruto en netto ruimtebeslag bevordert;
  8. h. buitenopslag uitsluitend plaatsvindt voor de toegestane functie;
  9. i. geen detailhandel plaatsvindt, tenzij het betreft de verkoop van op het bedrijf geproduceerde producten en gewassen tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  10. j. het aantal bedrijfswoningen na de wijziging niet meer bedraagt dan het aantal agrarische bedrijfswoningen dat op basis van dit bestemmingsplan is toegestaan vóór de functiewijziging;
  11. k. de inhoud van een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 750 m3 dan wel de bestaande grotere inhoud;
  12. l. alle gebouwen voor de te wijzigen functie worden gesloopt, met uitzondering van
    1. 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
    2. 2. de eventueel aanwezige bedrijfswoning(en) inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning;
    3. 3. maximaal 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen dan wel, uitsluitend als het betreft een agrarisch-technisch hulpbedrijf, 5.000 m²;
  13. m. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
  14. n. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
  15. o. eventuele bijbehorende gronden die geen erffunctie hebben, beschikbaar blijven of komen voor de grondgebonden functies landbouw, natuur of recreatie, overeenkomstig de functie van het betrokken gebied;
  16. p. als sprake is van een groter bestaand bouwvlak dan 0,5 ha, het bestemmingsvlak moet worden teruggebracht tot maximaal 0,5 ha dan wel, indien sprake is van een agrarisch-technisch hulpbedrijf buiten de groenblauwe mantel, 1,5 ha.

12.7 Wijziging omschakeling agrarische bedrijven naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om gronden met een bouwvlak met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor de omschakeling van agrarische bedrijvigheid naar wonen, mits:

  1. a. de agrarische bedrijfsactiviteiten blijvend worden gestaakt;
  2. b. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
  3. c. het aantal woningen na de wijziging niet meer bedraagt dan 1, dan wel het aantal agrarische bedrijfswoningen dat op basis van dit bestemmingsplan is toegestaan vóór de functiewijziging;
  4. d. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van
    1. 1. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
    2. 2. de eventueel aanwezige bedrijfswoning(en) inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwdebijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning;
    3. 3. niet-overtollige bebouwing met een maximum van 1.000 m² aan al dan niet te herbouwen bedrijfsgebouwen;
  5. e. de eventueel aanwezige bedrijfswoning(en) inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwdebijgebouwen en maximaal 100 m² vrijstaande bijgebouwen per bedrijfswoning;
  6. f. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen.

12.8 Wijziging realisering ruimte-voor-ruimtewoning

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden zijn burgemeester en wethouders bevoegd om de bestemming van gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' dan wel binnen de bestemming 'Wonen' een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op te nemen dan wel een bestemmingsvlak 'Wonen' te splitsen in meerdere bestemmingsvlakken 'Wonen' voor de realisering van meer dan het oorspronkelijke aantal aanwezige woningen, mits:

  1. a. het gronden betreft die zijn gelegen binnen de zone 'overige zone - bebouwingsconcentratie';
  2. b. per te realiseren woning een ruimte-voor-ruimterecht bij de provinciale Noord-Brabantse 'Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte CV' wordt gekocht dan wel voldaan wordt aan het provinciaal beleid met betrekking tot de regeling 'Ruimte voor ruimte' zoals vastgelegd in de provinciale Interim omgevingsverordening Noord-Brabant. Hierbij geldt dat als deze regels worden gewijzigd of vervangen, rekening wordt gehouden met deze wijziging of vervanging;
  3. c. er sprake is van een substantiële ruimtelijke kwaliteitswinst door bijvoorbeeld de sanering van een (agrarisch) bedrijf;
  4. d. de eventueel voorkomende agrarische of andere (bedrijfs)activiteiten blijvend worden gestaakt;
  5. e. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
  6. f. er geen sprake is van een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
  7. g. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
  8. h. de inhoud van de woningen niet meer bedraagt dan 750 m3 dan wel de bestaande grotere inhoud;
  9. i. voor het overige voor de bouw- en gebruiksregels wordt aangesloten bij de regels zoals die van toepassing zijn ingevolge de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat de daarvoor opgenomen afwijkingen rechtstreeks in de wijziging kunnen worden meegenomen;
  10. j. de toename van het aantal woningen in overeenstemming is met het gemeentelijke woonbeleid.

12.9 Wijziging uitbreiding wonen

Indien wordt aangetoond dat een dialoog is gevoerd met de direct aanwonenden zijn burgemeester en wethouders bevoegd om een bestemmingsvlak met de bestemming 'Wonen' te vergroten tot een maximale oppervlakte van 1.500 m² mits:

  1. a. het bestemmingsvlak goed en zorgvuldig landschappelijk wordt ingepast met inheemse beplanting;
  2. b. een goede uitstraling van het geheel in stedenbouwkundige, landschappelijke en/of architectonische zin wordt bereikt;
  3. c. er geen sprake is van milieuhygiënische bezwaren;
  4. d. omliggende bedrijfsmatige functies niet onevenredig worden gehinderd in hun ontwikkelingsmogelijkheden.

12.10 Wijzigingen overig

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de in de onderstaande tabel omschreven activiteiten, zulks met inachtneming van de aangegeven voorwaarden:

Wijziging Voorwaarden
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van archeologische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de medebestemming 'Waarde - Archeologie Monument', 'Waarde - Archeologie historische kern', 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde hoog' of 'Waarde - Archeologie verwachtingswaarde middelhoog' -de geconstateerde aan- of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van onderzoek en/of opgraving, geeft aanleiding tot wijziging;
-alvorens tot wijziging over te gaan, horen burgemeester en wethouders de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, uitsluitend als de wijziging (mede) betrekking heeft op de medebestemming 'Waarde - Archeologie Monument'.
Toevoegen van een nieuwe woning door splitsing van een bestaande vrijstaande woning met de bestemming 'Wonen' (en toevoeging van de aanduiding 'twee-aaneen' dan wel 'aaneengebouwd') -de te splitsen woning heeft cultuurhistorische waarde en is gelegen op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden';
- de splitsing is (mede) gericht op het behoud of het herstel van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
- de te splitsen woning heeft een inhoud van ten minste 700 m3, en de woningen na splitsing hebben elk een inhoud van ten minste 250 m3 ;
- de verschijningsvorm van het gebouw wordt niet wezenlijk aangetast;
- het grondoppervlak wordt niet vergroot en de bestaande situering wordt niet gewijzigd;
- het aantal woningen na splitsing bedraagt niet meer dan 3;
- de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast;
- er is geen sprake van milieuhygiënische bezwaren;
- de oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen bedraagt niet meer dan 100 m² per woning en de vrijstaande bijgebouwen worden voor het overige gesloopt; deze sloop is niet nodig als de betreffende vrijstaande bijgebouwen zijn aangewezen als rijksmonument of gemeentelijk monument dan wel cultuurhistorische waarde hebben en gelegen zijn op gronden die zijn aangeduid met 'cultuurhistorische waarden'.
Toevoegen of laten vervallen van de bescherming van cultuurhistorische waarden door het laten vervallen en/of opnemen van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' -de geconstateerde aan- of afwezigheid van cultuurhistorische waarden geeft aanleiding tot wijziging;
-alvorens tot wijziging over te gaan horen burgemeester en wethouders de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige op het gebied van monumentenzorg.
Toelaten van telecommunicatiemasten en daarmee vergelijkbare voorzieningen door de bestemming 'Bedrijf' op te nemen - wijziging is alleen mogelijk van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap';
- de hoogte van bouwwerken mag niet meer zijn dan 50 m;
- de omvang van de wijzigingslocatie mag niet meer zijn dan 25 m2;
- uit onderzoek moet gebleken zijn dat plaatsing ter plaatse in het belang van communicatievoorziening noodzakelijk en verantwoord is, waarbij dat onderzoek in ieder geval betrekking moet hebben op:
1. de mogelijkheden van plaatsing van deze voorzieningen op bestaande gebouwen of bouwwerken;
2. de benutting van de mogelijkheden van gemeenschappelijk gebruik door telecommunicatiebedrijven;
3. de inpassing van de mast in landschappelijk en stedenbouwkundig opzicht
- er zijn geen milieuhygiënische bezwaren.
Wijziging naar de bestemming 'Natuur' voor natuurontwikkeling - wijziging vindt niet plaats op gronden binnen de zone 'overige zone - komgebied';
- de belangen van omliggende al dan niet agrarische bedrijven en aangrenzende percelen worden niet onevenredig aangetast;
- er is sprake van vrijwilligheid van de grondeigenaren;
- er dient te zijn zekergesteld dat de inrichting van de nieuwe natuur passend is gelet op de waarden die de betreffende zone beschermt.
Wijziging van Bijlage 4 Bedrijvenlijst voor het onderbrengen van bedrijfsactiviteiten in een andere categorie c.q. door het toevoegen dan wel laten vervallen van bedrijfsactiviteiten - de opgenomen vermelding is niet meer juist of volledig.

Artikel 13 Overige Regels

13.1 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.

13.2 Cultuurhistorische waarden

13.3 Toelaatbaarheid en horen

  1. a. Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.2.1 kan slechts worden verleend als door de sloop van het gebouw dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende kan worden tegemoetgekomen.
  2. b. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld onder a hoort het bevoegd gezag hierover de Monumentenkamer van de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit of een andere deskundige op het gebied van monumentenzorg.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregel

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

14.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Ontwikkelingen 3 Buitengebied Oss - 2022'.

Bijlage 1 Mogelijkheden Functieverandering Agrarische Bedrijven

Bijlage 1 Mogelijkheden functieverandering agrarische bedrijven

Bijlage 2 Mogelijkheden Kleinschalige Activiteiten Bij Agrarische Bedrijven

Bijlage 2 Mogelijkheden kleinschalige activiteiten bij agrarische bedrijven

Bijlage 3 Lijst Van Rechtstreeks Toelaatbare Aan Huis Gebonden Activiteiten

Als rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden aangemerkt de volgende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten:

rubriek aan huis gebonden activiteiten
1 Individuele praktijk voor medische en paramedische dienstverlening - huisartsenij,
- psychologie,
- psychiatrie,
- fysiotherapie en bewegingsleer,
- voedingsleer en voedingsadvies,
- mondhygiëne,
- tandheelkunde,
- logopedie,
- orthopedagogie,
- verloskunde,
- alternatieve geneeswijze,
- diergeneeskunde
2 Individuele praktijk voor zakelijke dienstverlening - notaris,
- advocaat, deurwaarder en juridisch adviseur,
- accountant en belastingconsulent,
- assurantie- en verzekeringsbemiddeling,
- exploitatie en handel in onroerende zaken,
- hypotheekadviseur en financieel adviseur
- tolk/vertaler
3 Vervaardiging en kunstnijverheid in de vorm van een eenmansbedrijf - (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
- hoedenmaker
- (muziek)instrumentenmaker
- kaarsenmaker
- lijstenmaker
- vervaardiging munten
- vervaardiging sieraden
- kunstschilder (met atelier)
- fotograaf
4 Individuele praktijk op gebied van advies, ontwerp en onderzoek - reclame ontwerp
- grafisch ontwerp
- architectonisch ontwerp
- stedenbouwkundig ontwerp
- tuin- en landschapsontwerp
- computerservice en informatietechnologie
- maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
5 Kantoor- en opslagfunctie voor bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend - kantoor-, stallings- en opslagfunctie voor schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, klussenbedrijf, bestratingsbedrijf, loodgieter, electriciën, metselaar, glazenwasser (een en en ander zonder bewerking of verwerking van stofffen, voorwerpen of materialen)
- kantoor,- stallings- en opslagfunctie voor een groothandelsbedrijf en voor internetverkoop (mits zonder klantcontact aan huis)
6 Eenmans-reparatie-/
verhuurbedrijf
- uurwerkreparatiebedrijf
- goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
- reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek, radio’s/tv’s/digitale apparatuur)
- reparatie van muziekinstrumenten
7 Overige dienstverlening in de vorm van eenmansbedrijven - kappersbedrijf (met niet meer dan één kappersstoel)
- schoonheidsspecialist
- manicure
- pedicure
- sportmassage
- hondentrimmer
- taxi-/koeriersbedrijf (alleen eigen rijder, niet meer dan één auto)
- begrafenisonderneming (niet zijnde een mortuarium)
- decorateur
- privé-docenten (zoals remedial teachers en individuele muziek-, spraak- en taalllessen)
Uitsluitingen.
Tot de onder punt 1 tot en met 7 bedoelde rechtstreeks toelaatbare aan huis gebonden activiteiten worden in ieder geval niet gerekend:
- groepsmatige activiteiten, dat wil zeggen het verlenen van diensten en het geven van onderricht en informatie aan 3 of meer personen tegelijk
- buitenopslag, dat wil zeggen opslag van goederen buiten gebouwen
- opslag van brandgevaarlijke en explosiegevaarlijke stoffen
- reparatiebedrijven voor gemotoriseerde voertuigen
- detailhandel

Bijlage 4 Milieuzoneringslijst

SBI-2008 nr OMSCHRIJVING categorie
01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
011, 012, 013 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 2
011, 012, 013, 016 0 Tuinbouw:
011, 012, 013 1 - bedrijfsgebouwen 2
011, 012, 013 2 - kassen zonder verwarming 2
011, 012, 013 3 - kassen met gasverwarming 2
0113 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 2
0113 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 3.2
0163 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 2
011 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 2
0141, 0142 Fokken en houden van rundvee 3.2
0143, 0145 0 Fokken en houden van overige graasdieren:
0143 1 - paardenfokkerijen 3.1
0145 2 - overige graasdieren 3.1
0146 Fokken en houden van varkens 4.1
0147 0 Fokken en houden van pluimvee:
0147 1 - legkippen 4.1
0147 2 - opfokkippen en mestkuikens 4.1
0147 3 - eenden en ganzen 4.1
0147 4 - overig pluimvee 3.2
0149 0 Fokken en houden van overige dieren:
0149 1 - nertsen en vossen 4.1
0149 2 - konijnen 3.2
0149 3 - huisdieren 3.1
0149 4 - maden, wormen e.d. 3.2
0149 5 - bijen 2
0149 6 - overige dieren 2
0150 Akker-en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief) 3.2
016 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
016 1 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 3.1
016 2 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² 2
016 3 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² 3.1
016 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² 2
0162 KI-stations 2
02 -
02 - BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
021, 022, 024 Bosbouwbedrijven 3.1
03 -
03 - VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0311 Zeevisserijbedrijven 3.2
0312 Binnenvisserijbedrijven 3.1
032 0 Vis- en schaaldierkwekerijen
032 1 - oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 3.2
032 2 - visteeltbedrijven 3.1
08 -
08 - TURFWINNING
089 Turfwinningbedrijven 3.2
06 -
06 - AARDOLIE- EN AARDGASWINNING
061, 062 0 Aardolie- en aardgaswinning:
061 1 - aardoliewinputten 4.1
062 2 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: < 10.000.000 N m3/d 5.1
062 3 - aardgaswinning incl. gasbeh.inst.: >= 10.000.000 N m3/d 5.2
08 -
08 - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.
0812 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):
0812 1 - algemeen 4.1
0812 2 - steenbrekerijen 5.2
0893 Zoutwinningbedrijven 3.2
0899 Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven 5.1
10, 11 -
10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:
101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 3.2
101 2 - vetsmelterijen 5.2
101 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4.2
101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 3.2
101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 3.1
101 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² 3.1
101, 102 7 - loonslachterijen 3.1
108 8 - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² 3.1
102 0 Visverwerkingsbedrijven:
102 1 - drogen 5.2
102 2 - conserveren 4.1
102 3 - roken 4.2
102 4 - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m² 4.2
102 5 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 3.2
102 6 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 3.1
1031 0 Aardappelprodukten fabrieken:
1031 1 - vervaardiging van aardappelproducten 4.2
1031 2 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 3.1
1032, 1039 0 Groente- en fruitconservenfabrieken:
1032, 1039 1 - jam 3.2
1032, 1039 2 - groente algemeen 3.2
1032, 1039 3 - met koolsoorten 3.2
1032, 1039 4 - met drogerijen 4.2
1032, 1039 5 - met uienconservering (zoutinleggerij) 4.2
104101 0 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104101 1 - p.c. < 250.000 t/j 4.1
104101 2 - p.c. >= 250.000 t/j 4.2
104102 0 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:
104102 1 - p.c. < 250.000 t/j 4.1
104102 2 - p.c. >= 250.000 t/j 4.2
1042 0 Margarinefabrieken:
1042 1 - p.c. < 250.000 t/j 4.1
1042 2 - p.c. >= 250.000 t/j 4.2
1051 0 Zuivelprodukten fabrieken:
1051 1 - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u 5.1
1051 2 - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u 5.1
1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.2
1051 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 4.2
1051 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 4.2
1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 3.2
1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 2
1061 0 Meelfabrieken:
1061 1 - p.c. >= 500 t/u 4.2
1061 2 - p.c. < 500 t/u 4.1
1061 Grutterswarenfabrieken 4.1
1062 0 Zetmeelfabrieken:
1062 1 - p.c. < 10 t/u 4.1
1062 2 - p.c. >= 10 t/u 4.2
1091 0 Veevoerfabrieken:
1091 1 - destructiebedrijven 5.2
1091 2 - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 5.2
1091 3 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water 4.2
1091 4 - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u water 5.2
1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 4.1
1091 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 4.2
1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.1
1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 2
1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 3.2
1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 3.2
1081 0 Suikerfabrieken:
1081 1 - v.c. < 2.500 t/j 5.1
1081 2 - v.c. >= 2.500 t/j 5.3
10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
10821 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 5.1
10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 3.2
10821 3 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 2
10821 4 - Suikerwerkfabrieken met suiker branden 4.2
10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 3.2
10821 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 2
1073 Deegwarenfabrieken 3.1
1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen:
1083 1 - koffiebranderijen 5.1
1083 2 - theepakkerijen 3.2
108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 4.1
1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 4.1
1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 4.1
1089 0 Soep- en soeparomafabrieken:
1089 1 - zonder poederdrogen 3.2
1089 2 - met poederdrogen 4.2
1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 4.1
110101 Destilleerderijen en likeurstokerijen 4.2
110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:
110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 4.1
110102 2 - p.c. >= 5.000 t/j 4.2
1102 t/m 1104 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 2
1105 Bierbrouwerijen 4.2
1106 Mouterijen 4.2
1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 3.2
12 -
12 - VERWERKING VAN TABAK
120 Tabakverwerkende industrie 4.1
13 -
13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
131 Bewerken en spinnen van textielvezels 3.2
132 0 Weven van textiel:
132 1 - aantal weefgetouwen < 50 3.2
132 2 - aantal weefgetouwen >= 50 4.2
133 Textielveredelingsbedrijven 3.1
139 Vervaardiging van textielwaren 3.1
1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 4.1
139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 3.1
14 -
14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141 Vervaardiging kleding van leer 3.1
141 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 2
142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 3.1
19 -
15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
151,152 Lederfabrieken 4.2
151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 3.1
152 Schoenenfabrieken 3.1
-
16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
16101 Houtzagerijen 3.2
16102 0 Houtconserveringsbedrijven:
16102 1 - met creosootolie 4.1
16102 2 - met zoutoplossingen 3.1
1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 3.2
162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 3.2
162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 3.1
162902 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 2
17 -
17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
1711 Vervaardiging van pulp 4.1
1712 0 Papier- en kartonfabrieken:
1712 1 - p.c. < 3 t/u 3.1
1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 4.1
1712 3 - p.c. >= 15 t/u 4.2
172 Papier- en kartonwarenfabrieken 3.2
17212 0 Golfkartonfabrieken:
17212 1 - p.c. < 3 t/u 3.2
17212 2 - p.c. >= 3 t/u 4.1
58 -
58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
581 Uitgeverijen (kantoren) 1
1811 Drukkerijen van dagbladen 3.2
1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 3.2
18129 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2
1814 A Grafische afwerking 1
1814 B Binderijen 2
1813 Grafische reproduktie en zetten 2
1814 Overige grafische aktiviteiten 2
182 Reproduktiebedrijven opgenomen media 1
19 -
19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN
191 Cokesfabrieken 5.3
19201 Aardolieraffinaderijen 6
19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 3.2
19202 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 4.2
19202 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 4.2
201, 212, 244 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 6
20 -
20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2011 0 Vervaardiging van industriële gassen:
2011 1 - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 5.2
2011 2 - overige gassenfabrieken, niet explosief 5.1
2011 3 - overige gassenfabrieken, explosief 5.1
2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 4.1
2012 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:
2012 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 4.2
2012 2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 5.2
20141 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:
20141 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 4.2
20141 A2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 5.3
20141 B0 Methanolfabrieken:
20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 4.1
20141 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 4.2
20149 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):
20149 1 - p.c. < 50.000 t/j 4.2
20149 2 - p.c. >= 50.000 t/j 5.1
2015 Kunstmeststoffenfabrieken 5.1
2016 Kunstharsenfabrieken e.d. 5.2
202 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:
202 1 - fabricage 5.3
202 2 - formulering en afvullen 5.1
203 Verf, lak en vernisfabrieken 4.2
2110 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:
2110 1 - p.c. < 1.000 t/j 4.2
2110 2 - p.c. >= 1.000 t/j 5.1
2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken:
2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 3.1
2120 2 - verbandmiddelenfabrieken 2
2041 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 4.2
2042 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 4.2
2051 Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 5.3
2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 3.2
2052 2 - met dierlijke grondstoffen 5.1
205902 Fotochemische produktenfabrieken 3.2
205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 3.1
205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 4.1
2060 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 4.2
22 -
22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
221101 Rubberbandenfabrieken 4.2
221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
221102 1 - vloeropp. < 100 m2 3.1
221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 4.1
2219 Rubber-artikelenfabrieken 3.2
222 0 Kunststofverwerkende bedrijven:
222 1 - zonder fenolharsen 4.1
222 2 - met fenolharsen 4.2
222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 3.1
23 -
23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
231 0 Glasfabrieken:
231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 3.2
231 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 4.2
231 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 4.2
231 4 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 5.1
231 Glasbewerkingsbedrijven 3.1
232, 234 0 Aardewerkfabrieken:
232, 234 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2
232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 3.2
233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 4.1
233 B Dakpannenfabrieken 4.1
2351 0 Cementfabrieken:
2351 1 - p.c. < 100.000 t/j 5.1
2351 2 - p.c. >= 100.000 t/j 5.3
235201 0 Kalkfabrieken:
235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 4.1
235201 2 - p.c. >= 100.000 t/j 5.1
235202 0 Gipsfabrieken:
235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 4.1
235202 2 - p.c. >= 100.000 t/j 5.1
23611 0 Betonwarenfabrieken:
23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 4.1
23611 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 4.2
23611 3 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d 5.2
23612 0 Kalkzandsteenfabrieken:
23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 3.2
23612 2 - p.c. >= 100.000 t/j 4.2
2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 3.2
2363, 2364 0 Betonmortelcentrales:
2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 3.2
2363, 2364 2 - p.c. >= 100 t/u 4.2
2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:
2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 3.2
2365, 2369 2 - p.c. >= 100 t/d 4.2
237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:
237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 3.2
237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 3.1
237 3 - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j 4.2
237 4 - met breken, zeven of drogen, v.c. >= 100.000 t/j 5.2
2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 3.1
2399 A0 Bitumineuze materialenfabrieken:
2399 A1 - p.c. < 100 t/u 4.2
2399 A2 - p.c. >= 100 t/u 5.1
2399 B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):
2399 B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 4.2
2399 B2 - overige isolatiematerialen 4.1
2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 3.2
2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 4.1
2399 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 4.2
24 -
24 - VERVAARDIGING VAN METALEN
241 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:
241 1 - p.c. < 1.000 t/j 5.2
241 2 - p.c. >= 1.000 t/j 6
245 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:
245 1 - p.o. < 2.000 m2 5.1
245 2 - p.o. >= 2.000 m2 5.3
243 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:
243 1 - p.o. < 2.000 m2 4.2
243 2 - p.o. >= 2.000 m2 5.2
244 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:
244 A1 - p.c. < 1.000 t/j 4.2
244 A2 - p.c. >= 1.000 t/j 5.2
244 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:
244 B1 - p.o. < 2.000 m2 5.1
244 B2 - p.o. >= 2.000 m2 5.3
2451, 2452 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:
2451, 2452 1 - p.c. < 4.000 t/j 4.2
2451, 2452 2 - p.c. >= 4.000 t/j 5.1
2453, 2454 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:
2453, 2454 1 - p.c. < 4.000 t/j 4.2
2453, 2454 2 - p.c. >= 4.000 t/j 5.1
25 -
25, 31 - VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)
251, 331 0 Constructiewerkplaatsen
251, 331 1 - gesloten gebouw 3.2
251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 3.1
251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 4.1
251, 331 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 4.2
2529, 3311 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:
2529, 3311 1 - p.o. < 2.000 m2 4.2
2529, 3311 2 - p.o. >= 2.000 m2 5.1
2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 4.1
255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 4.1
255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 3.2
255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 3.1
2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:
2561, 3311 1 - algemeen 3.2
2561, 3311 10 - stralen 4.1
2561, 3311 11 - metaalharden 3.2
2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 3.2
2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 3.2
2561, 3311 3 - thermisch verzinken 3.2
2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 3.2
2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 3.2
2561, 3311 6 - anodiseren, eloxeren 3.2
2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 3.2
2561, 3311 8 - emailleren 3.2
2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 3.2
2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 3.2
2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 3.1
259, 331 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:
259, 331 A1 - p.o. < 2.000 m2 4.1
259, 331 A2 - p.o. >= 2.000 m2 5.1
259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 3.2
259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 3.1
27, 28, 33 -
27, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
27, 28, 33 0 Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:
27, 28, 33 1 - p.o. < 2.000 m2 3.2
27, 28, 33 2 - p.o. >= 2.000 m2 4.1
28, 33 3 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 4.2
26, 28, 33 -
26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 2
26, 27, 33 -
26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.
271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 4.1
271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 4.1
273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 4.1
272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 3.2
274 Lampenfabrieken 4.2
293 Elektrotechnische industrie n.e.g. 2
2790 Koolelektrodenfabrieken 6
26, 33 -
26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie 3.1
2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 3.1
26, 32, 33 -
26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 2
29 -
29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven
291 1 - p.o. < 10.000 m2 4.1
291 2 - p.o. >= 10.000 m2 4.2
29201 Carrosseriefabrieken 4.1
29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 4.1
293 Auto-onderdelenfabrieken 3.2
30 -
30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)
301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
301, 3315 1 - houten schepen 3.1
301, 3315 2 - kunststof schepen 3.2
301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 4.1
301, 3315 4 - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 5.1
3831 Scheepssloperijen 5.2
302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:
302, 317 1 - algemeen 3.2
302, 317 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 4.2
303, 3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:
303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 4.1
303, 3316 2 - met proefdraaien motoren 5.3
309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 3.2
3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 3.2
31 -
31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
310 1 Meubelfabrieken 3.2
9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 1
321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 2
322 Muziekinstrumentenfabrieken 2
323 Sportartikelenfabrieken 3.1
324 Speelgoedartikelenfabrieken 3.1
32991 Sociale werkvoorziening 2
32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1
38 -
38 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING
383201 Metaal- en autoschredders 5.1
383202 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:
383202 A1 - v.c. < 100.000 t/j 4.2
383202 A2 - v.c. >= 100.000 t/j 5.2
383202 B Rubberregeneratiebedrijven 4.2
383202 C Afvalscheidingsinstallaties 4.2
35 -
35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)
35 A1 - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 5.2
35 A2 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 5.1
35 A3 - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in 5.1
35 A4 - kerncentrales met koeltorens 6
35 A5 - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 5.1
35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:
35 B1 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 3.2
35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 3.2
35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
35 C1 - < 10 MVA 2
35 C2 - 10 - 100 MVA 3.1
35 C3 - 100 - 200 MVA 3.2
35 C4 - 200 - 1000 MVA 4.2
35 C5 - >= 1000 MVA 5.1
35 D0 Gasdistributiebedrijven:
35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 4.2
35 D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW 5.1
35 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 1
35 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 2
35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 3.1
35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
35 E1 - stadsverwarming 3.2
35 E2 - blokverwarming 2
35 F0 windmolens:
35 F1 - wiekdiameter 20 m 3.2
35 F2 - wiekdiameter 30 m 4.1
35 F3 - wiekdiameter 50 m 4.2
36 -
36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:
36 A1 - met chloorgas 5.3
36 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 3.1
36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
36 B1 - < 1 MW 2
36 B2 - 1 - 15 MW 3.2
36 B3 - >= 15 MW 4.2
41, 42, 43 -
41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 3.2
41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 3.1
41, 42, 43 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 3.1
41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 2
45, 47 -
45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS
451, 452, 454 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 2
451 Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) 3.2
45204 A Autoplaatwerkerijen 3.2
45204 B Autobeklederijen 1
45204 C Autospuitinrichtingen 3.1
45205 Autowasserijen 2
453 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 2
473 0 Benzineservisestations:
473 1 - met LPG > 1000 m3/jr 4.1
473 2 - met LPG < 1000 m3/jr 3.1
473 3 - zonder LPG 2
46 -
46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
461 Handelsbemiddeling (kantoren) 1
4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 3.1
4621 1 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer 4.2
4622 Grth in bloemen en planten 2
4623 Grth in levende dieren 3.2
4624 Grth in huiden, vellen en leder 3.1
46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 3.1
4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 3.1
4634 Grth in dranken 2
4635 Grth in tabaksprodukten 2
4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 2
4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 2
4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 2
464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 2
46499 0 Grth in vuurwerk en munitie:
46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2
46499 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3.1
46499 3 - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk) 5.1
46499 4 - professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton 5.3
46499 5 - munitie 2
46711 0 Grth in vaste brandstoffen:
46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 3.1
46711 2 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 5.1
46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:
46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 4.1
46712 2 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 5.1
46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 4.2
46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 3.2
46721 0 Grth in metaalertsen:
46721 1 - opslag opp. < 2.000 m2 4.2
46721 2 - opslag opp. >= 2.000 m2 5.2
46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 3.2
4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen:
4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 3.1
4673 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 2
46735 4 zand en grind:
46735 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 3.2
46735 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 2
4674 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
4674 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 3.1
4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 2
46751 Grth in chemische produkten 3.2
46752 Grth in kunstmeststoffen 2
4676 Grth in overige intermediaire goederen 2
4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 3.2
4677 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 3.1
4677 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 3.2
4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 3.1
466 0 Grth in machines en apparaten:
466 1 - machines voor de bouwnijverheid 3.2
466 2 - overige 3.1
466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 2
47 -
47 - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN
47 A Detailhandel voor zover n.e.g. 1
471 Supermarkten, warenhuizen 1
4722, 4723 Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken 1
4724 Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel 1
4773, 4774 Apotheken en drogisterijen 1
4752 Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten 2
4778 Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt 1
4791 Postorderbedrijven 3.1
952 Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) 1
55 -
55 - LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING
5510 Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congrescentra 1
553, 552 Kampeerterreinen, vakantiecentra, e.d. (met keuken) 3.1
561 Restaurants, cafetaria's, snackbars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 1
563 1 Café's, bars 1
563 2 Discotheken, muziekcafé's 2
5629 Kantines 1
562 Cateringbedrijven 2
49 -
49 - VERVOER OVER LAND
491, 492 0 Spoorwegen:
491, 492 1 - stations 3.2
491, 492 2 - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) 4.2
493 Bus-, tram- en metrostations en -remises 3.2
493 Taxibedrijven 2
493 Touringcarbedrijven 3.2
494 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 3.2
494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 3.1
495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 2
50, 51 -
50, 51 - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
50, 51 A Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) 1
52 -
52 - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
52241 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:
52241 1 - containers 5.1
52241 2 - stukgoederen 4.2
52241 3 - ertsen, mineralen e.d., opslagopp. >= 2.000 m2 5.3
52241 4 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5.1
52241 5 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 5.2
52241 6 - olie, LPG, e.d. 5.3
52241 7 - tankercleaning 4.2
52242 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
52242 1 - containers 4.2
52242 10 - tankercleaning 4.2
52242 2 - stukgoederen 3.2
52242 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 4.2
52242 4 - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 5.2
52242 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 4.2
52242 6 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5.1
52242 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 4.2
52242 8 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 5.1
52242 9 - olie, LPG, e.d. 5.2
52102, 52109 A Distributiecentra, pak- en koelhuizen 3.1
52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 2
5221 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2
5221 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 3.2
5222 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 1
5223 A Luchthavens 6
5223 B Helikopterlandplaatsen 5.1
791 Reisorganisaties 1
5229 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 1
64 -
53 - POST EN TELECOMMUNICATIE
531, 532 Post- en koeriersdiensten 2
61 A Telecommunicatiebedrijven 1
61 B0 zendinstallaties:
61 B1 - LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: onderzoek!) 3.2
61 B2 - FM en TV 1
61 B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) 1
64, 65, 66 -
64, 65, 66 - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN
64, 65, 66 A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 1
41, 68 -
41, 68 - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
41, 68 A Verhuur van en handel in onroerend goed 1
77 -
77 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
7711 Personenautoverhuurbedrijven 2
7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 3.1
773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 3.1
772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 2
62 -
62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
62 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 1
58, 63 B Datacentra 2
72 -
72 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
721 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2
722 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 1
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 -
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 1
812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 3.1
74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 2
82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 4.1
82992 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 1
84 -
84 - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN
84 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 1
8422 Defensie-inrichtingen 4.1
8425 Brandweerkazernes 3.1
85 -
85 - ONDERWIJS
852, 8531 Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 2
8532, 854, 855 Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs 2
86 -
86 - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG
8610 Ziekenhuizen 2
8621, 8622, 8623 Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven 1
8691, 8692 Consultatiebureaus 1
871 1 Verpleeghuizen 2
8891 2 Kinderopvang 2
37, 38, 39 -
37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING
3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:
3700 A1 - < 100.000 i.e. 4.1
3700 A2 - 100.000 - 300.000 i.e. 4.2
3700 A3 - >= 300.000 i.e. 5.1
3700 B rioolgemalen 2
381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 3.1
381 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 3.1
381 C Vuiloverslagstations 4.2
382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:
382 A1 - mestverwerking/korrelfabrieken 5.1
382 A2 - kabelbranderijen 3.2
382 A3 - verwerking radio-actief afval 6
382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 3.1
382 A5 - oplosmiddelterugwinning 3.2
382 A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 4.2
382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 2
382 B Vuilstortplaatsen 4.2
382 C0 Composteerbedrijven:
382 C1 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr 4.2
382 C2 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr 5.2
382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 3.2
382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 4.1
382 C5 - GFT in gesloten gebouw 4.1
94 -
94 - DIVERSE ORGANISATIES
941, 942 Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 1
9491 Kerkgebouwen e.d. 2
94991 A Buurt- en clubhuizen 2
94991 B Hondendressuurterreinen 3.1
59 -
59 - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE
591, 592, 601, 602 Studio's (film, TV, radio, geluid) 2
5914 Bioscopen 2
9004 Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen 2
9321 Recreatiecentra, vaste kermis e.d. 4.2
8552 Muziek- en balletscholen 2
85521 Dansscholen 2
9101, 9102 Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. 1
91041 Dierentuinen 3.2
91041 Kinderboerderijen 2
931 0 Zwembaden:
931 1 - overdekt 3.1
931 2 - niet overdekt 4.1
931 A Sporthallen 3.1
931 B Bowlingcentra 2
931 C Overdekte kunstijsbanen 3.2
931 D Stadions en open-lucht-ijsbanen 4.2
931 E Maneges 3.1
931 F Tennisbanen (met verlichting) 3.1
931 G Veldsportcomplex (met verlichting) 3.1
931 H Golfbanen 1
931 I Kunstskibanen 3.1
931 0 Schietinrichtingen:
931 1 - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen 4.1
931 10 - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen 5.3
931 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen 2
931 2 - binnenbanen: boogbanen 1
931 3 - vrije buitenbanen: kleiduiven 4.2
931 4 - vrije buitenbanen: schietbomen 6
931 5 - vrije buitenbanen: geweerbanen 6
931 6 - vrije buitenbanen: pistoolbanen 6
931 7 - vrije buitenbanen: boogbanen 4.1
931 8 - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen 5.1
931 9 - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen 6
931 A Skelter- en kartbanen, in een hal 3.1
931 B Skelter- en kartbanen, open lucht, < 8 uur/week in gebruik 5.1
931 C Skelter- en kartbanen, open lucht, >=8 uur/week in gebruik 5.3
931 D Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik 5.2
931 E Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik 6
931 F Sportscholen, gymnastiekzalen 2
932 G Jachthavens met diverse voorzieningen 3.1
9200 Casino's 2
92009 Amusementshallen 2
93299 Modelvliegtuig-velden 4.2
93 -
96 - OVERIGE DIENSTVERLENING
96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 3.1
96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 3.1
96012 Chemische wasserijen en ververijen 2
96013 A Wasverzendinrichtingen 2
96013 B Wasserettes, wassalons 1
9602 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 1
9603 0 Begrafenisondernemingen:
9603 1 - uitvaartcentra 1
96031 2 - begraafplaatsen 1
96032 3 - crematoria 3.2
9313, 9604 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 2
9609 A Dierenasiels en -pensions 3.2
9609 B Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 1

Bijlage 5 Overzicht Sloop Nonnenstraat

Bijlage 5 Overzicht sloop Nonnenstraat

Bijlage 6 Bestaande Kleinschalige Activiteiten

Bijlage 6 Bestaande kleinschalige activiteiten

Bijlage 7 Tabel Diersoorten Veehouderij

Bijlage 7 Tabel Diersoorten veehouderij

Bijlage 8 Tabel Hobbymatig Vee

Bijlage 8 Tabel hobbymatig vee

Bijlage 9 Inrichtingsplan Amsteleindstraat

Bijlage 9 Inrichtingsplan Amsteleindstraat