KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Bouwregels
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Van Het Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
Hoofdstuk 2 Projectprofiel
2.1 Inleiding
2.2 Gebiedsbeschrijving
2.3 Projectbeschrijving
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Inleiding
3.2 Rijksbeleid
3.3 Provinciaal Beleid
3.4 Proactieve Aanwijzing
3.5 Gemeentelijk Beleid
3.6 Gerechtelijke Uitspraak
Hoofdstuk 4 Sectorale Aspecten
Hoofdstuk 5 Juridische Opzet
5.1 Algemeen
5.2 Voldoening Aan De Verordening Ruimte (Vr14) En De Proactieve Aanwijzing
5.3 De Verbeelding
5.4 De Regels
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Haalbaarheid
6.2 Maatschappelijke Haalbaarheid
6.3 Conclusie
Hoofdstuk 7 Procedure
7.1 De Te Volgen Procedure
7.2 Vooroverleg
7.3 Zienswijzen
Bijlage 1 Kencijfers Parkeren
Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 1 Vooroverlegreactie Provincie Noord-brabant

Recreatieve zone De Heihorsten, wijziging Provincialeweg 9

Wijzigingsplan - gemeente Someren

Vastgesteld op 27-01-2015 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Recreatieve zone De Heihorsten, wijziging Provincialeweg 9 met identificatienummer NL.IMRO.0847.BP2013003-VS01 van de gemeente Someren.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 bebouwing

Één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.5 bedrijf

Een organisatorische eenheid, waarbinnen opeen bepaalde locatie commerciële activiteiten worden uitgeoefend.

1.6 bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.7 beeldkwaliteitsplan

Document waarin de beeld- en ruimtelijke kwaliteitseisen worden weergegeven. Voor dit gebied geldt het beeldkwaliteitsplan 'Beeldtaal recreatieve zone De Heihorsten' d.d. 22 juli 2009.

1.8 bestaande bebouwing

Bebouwing, zoals die bestaat, of rechtens mag bestaan, op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.

1.9 bestaand gebruik

Het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip dat het onderhavige bestemmingsplan of planonderdeel rechtskracht heeft verkregen.

1.10 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.11 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.12 bevoegd gezag

Bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo.

1.13 bewoning

Het verblijf c.q. gebruik als woonruimte inclusief nachtverblijf voor de huisvesting van een huishouden zonder dat elders aantoonbaar over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.

1.14 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.15 bijgebouw

Een gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.16 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.17 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.18 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.19 camping

Een kampeerterrein met recreatie als hoofdactiviteit waarop alle kampeermiddelen in principe zijn toegestaan, inclusief kampeermiddelen met een permanent karakter zoals stacaravans en chalets.

1.20 carport

Een overdekte open ruimte, waarvan de begrenzingen worden gevormd door bestaande gebouwen of door vrijstaande ondersteuningen, en die niet wordt aangemerkt als een gebouw.

1.21 centrum

Een terrein en of verzameling van gebouwen waarin of waarop meerdere functies worden uitgeoefend en of meerdere diensten en of meerdere voorzieningen bij elkaar worden aangeboden ter gebruik door dag- en verblijfsrecreanten van een recreatiepark (recreatiebedrijf).

1.22 centrumvoorzieningen

Verzameling van voorzieningen die op een terrein en of in een of meerdere gebouw(en) worden aangeboden ten dienste van dag- en verblijfsrecreanten van een recreatiepark (recreatiebedrijf). Onder centrumvoorzieningen wordt onder andere verstaan, service- en onderhoudsvoorzieningen, sanitaire voorzieningen, speel en sportvoorzieningen, zwembad, dagrecreatieve voorzieningen, ondersteunende detailhandel en ondersteunende horeca.

1.23 dagrecreatieve voorzieningen

Voorzieningen behorende bij het bedrijfsmatig uitoefenen van diensten op het gebied van recreatie, sport, educatie, informatievoorziening of cultuur.

1.24 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop/huur aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop/ verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen/huren voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.25 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 gebruiken

Gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.

1.27 hoofdgebouw

Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.28 horeca

Het bedrijfsmatig ter plaatse aanbieden van overnachtingen in de vorm van hotel, en/of het ter plaatse aanbieden van maaltijden, voedsel en/of dranken voor consumptie in de vorm van restaurant, cafetaria of café.

1.29 infiltratievoorziening

Een open voorziening, zonder bodemverhardingen en gelegen boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand, waarmee tijdelijk opgevangen (schoon) regenwater kan indringen in c.q. passief kan infiltreren in de bodem.

1.30 kampeerterrein

Een terrein of een plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

1.31 landschappelijke waarden

Het geheel van waarden in verband met bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;

1.32 netto- vloeroppervlakte

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) vloeroppervlakte waar ten dienste van de hoofdfunctie maaltijden en of dranken tegen betaling worden aangeboden voor consumptie ter plaatse. Hiervan zijn uitgezonderd oppervlakten ten behoeve van bijbehorende voorzieningen zoals een keuken, toiletgroepen, kleedruimten, garderobe, opslag, dienstruimten e.d.

1.33 omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.34 ondergeschikt medegebruik

gebruik dat in functioneel en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de ingevolge de bestemming toegestane hoofdfunctie. Het ondergeschikt gebruik dient van beperkte functionele en/of ruimtelijke omvang te zijn, zodat de hoofdfunctie qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;

1.35 ondersteunende functie

Functie die ten dienste staat van de hoofdfunctie en die in ruimtelijk opzicht hieraan ondergeschikt is. Het ondersteunende karakter dient van beperkte functionele en ruimtelijke omvang te zijn zodat de hoofdfunctie qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als zodanig herkenbaar blijft;

1.36 ondersteunende horeca

Horeca die ten dienste staat van de hoofdfunctie en die in ruimtelijk opzicht hieraan ondergeschikt is. Het ondersteunende karakter dient van beperkte functionele en ruimtelijke omvang te zijn zodat de hoofdfunctie qua aard, omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als zodanig herkenbaar blijft;

1.37 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.38 permanente bewoning

Bewoning van een verblijf als hoofdverblijf.

1.39 recreatie

Activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie en het bedrijfsmatig verstrekken van dag- en/of verblijfsrecreatie.

1.40 recreatieappartement

Een gebouw, dat bestemd is voor recreatief woonverblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen, omvattende maximaal één slaapkamer.

1.41 recreatiewoning

Een gebouw, dat bestemd is voor recreatief woonverblijf, niet zijnde permanente bewoning en dat gedurende het hele jaar wordt gebruikt voor recreatieve doeleinden door wisselende personen, omvattende meerdere slaapkamers.

1.42 stacaravans

Een wagen (niet uitklapbaar) gebouwd, ingericht en bestemd om te kamperen welke volgens de bepalingen van de wegenverkeerswetgeving niet over de openbare weg achter een auto mag worden voortbewogen en die bedoeld is voor gebruik op een vaste standplaats;

1.43 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.44 verblijfsrecreatie

Een activiteit die overwegend gericht is op het bedrijfsmatig verstrekken van recreatie met een overnachting ter plaatse.

1.45 waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen

Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etcetera.

1.46 woning/ wooneenheid

Één complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, waaronder tevens begrepen gezinsvervangende woonvormen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

Tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.

2.7 de horizontale diepte van een gebouw

De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen en/ of recreatieappartementen ter plaatse van de aanduiding 'centrum' en de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  2. b. ten behoeve van het recreatiepark ter plaatse van de aanduiding 'centrum': service- en onderhoudsvoorzieningen, sanitaire voorzieningen, (overdekte) speel en sportvoorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen, ondersteunende detailhandel, netto- vloeroppervlakte ondersteunende horeca tot een maximum van 10% van het bebouwingsoppervlak en een overdekt zwembad;
  3. c. bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. dagrecreatie en dagrecreatieve voorzieningen;
  5. e. sportvoorzieningen;
  6. f. speelvoorzieningen,

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. verkeers- en groenvoorzieningen en terreinen;
  2. h. parkeren, waarbij wordt voldaan aan de berekeningswijze zoals gehanteerd in Bijlage 1Kencijfers parkeren;
  3. i. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterhuishoudkundige doeleinden, waterpartijen, waterberging, infiltratievoorzieningen en waterlopen;
  4. j. wegen en paden;
  5. k. landschappelijke waarden;
  6. l. parkontsluiting en ontsluiting ten behoeve van nabijgelegen woningen en voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting'

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Bouwregels

5.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening

De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  5. e. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  6. f. de ruimte tussen bouwwerken.

Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels

6.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van andere bouwwerken ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  4. d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.

6.2 Voorwaarden

Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 7 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten, wijziging Provincialeweg 9'.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Someren van ..............

Mij bekend,

de raadsgriffier.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Aan de Provincialeweg 9 in het buitengebied van de gemeente Someren is een verblijfsrecreatieve voorziening met bijbehorende voorzieningen in ontwikkeling. Het gaat om de realisatie van luxe vakantiewoningen in een bos- en waterrijke omgeving. De locatie maakt deel uit van de Recreatieve Zone De Heihorsten, waarin diverse recreatieve functies tot stand zijn en worden gebracht.

Ter plaatse zijn op basis van het op 30 januari 2013 vastgestelde bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' maximaal 100.000 bezoekers per jaar toegestaan, alsmede een maximum oppervlakte aan bebouwing van 15.000 m². Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de provinciale Verordening Ruimte. Het volledige plan voor de recreatieve voorziening gaat echter uit van maximaal 125.000 bezoekers en een maximale bebouwingsoppervlakte van 18.000 m². Door middel van een proactieve aanwijzing heeft de provincie Noord-Brabant inmiddels aangegeven dat afgeweken mag worden van de Verordening Ruimte teneinde het volledige plan doorgang te kunnen laten vinden.

Alhoewel het vigerende bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' uit diende te gaan van de maximale aantallen op basis van de Verordening Ruimte, is in dat plan wel een opening geboden voor uitvoering van het volledige plan voor de recreatieve voorziening door middel van de opname van een wijzigingsbevoegdheid. Met het onderhavige wijzigingsplan wordt gebruik gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid. Door gebruik te maken van de wijzigingsregels is het mogelijk het aantal bezoekers en het maximaal toegestane bebouwingsoppervlak uit te breiden met respectievelijk 25.000 en 3.000 m². Ook voorziet de wijzigingsbevoegdheid in het uitbreiden van het aantal bedrijfswoningen tot maximaal 4 (ten opzichte van twee op basis van het vigerende bestemmingsplan). Daarmee kan het volledige plan voor de luxe recreatiewoningen in een bos- en waterrijke omgeving tot uitvoering worden gebracht.

Behalve de bovengenoemde wijziging dient het vigerende bestemmingsplan ook in geringe mate gewijzigd te worden ten behoeve van het opnemen van de bestaande garage binnen de recreatieve bestemming. Deze valt nu gedeeltelijk binnen de groenbestemming. Ook is een nadere afstemming nodig van de plangrens op het meest recente inrichtingsplan voor het vakantiepark. Het in geringe mate wijzigen van de bestemmingsgrenzen is mogelijk op basis van een andere algemene wijzigingsbevoegdheid uit het vigerende bestemmingsplan. Hiermee is het mogelijk de bestemmingsgrenzen van de recreatieve bestemming af te stemmen op de ligging van de garage en de meest recente inrichtingstekening.

Het onderhavige wijzigingsplan voorziet in de benodigde ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de planwijziging, in de vorm van een toelichting. Aan bod komen onder andere:

  • project- en gebiedsbeschrijving;
  • toetsing aan het geldende beleid;
  • toetsing aan milieuwetgeving en andere ruimtelijke wetgeving met betrekking tot bestaande of potentiële belemmeringen in de omgeving van het plangebied;
  • haalbaarheid;
  • procedure.

Naast deze toelichting omvat dit bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten, wijziging Provincialeweg 9' regels en een verbeelding.

1.2 Ligging Van Het Plangebied

Het plangebied van dit wijzigingsplan is gelegen in het buitengebied van de gemeente Someren en maakt deel uit van de Recreatieve Zone De Heihorsten. Het plan voor het vakantiepark met de bijbehorende voorzieningen is gesitueerd ten zuiden van de Provincialeweg, op huisnummer 9. Het plangebied waarop dit wijzigingsplan betrekking heeft is circa 9 hectare groot en beslaat ongeveer de helft van het in totaal meer dan 20 hectare grote terrein van het vakantiepark.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP2013003-VS01_0001.png"

ligging plangebied (geel gemarkeerd) in de recreatieve poort van De Heihorsten

1.3 Vigerende Bestemmingsplannen

Voor het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten', dat op 30 januari 2013 door de gemeenteraad van Someren is vastgesteld en op 19 april 2013 in werking is getreden. Het plangebied heeft de bestemming 'Recreatie', alwaar ter plaatse van de aanduidingen 'centrum' en 'verblijfsrecreatie' tezamen maximaal 100.000 bezoekers per jaar en maximaal 15.000 m² aan bebouwd oppervlak zijn toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding zijn maximaal twee bedrijfswoningen toegestaan. Het vigerende bestemmingsplan (moederplan) is in te zien via deze weblink.

Aangezien het planvoornemen uitgaat van een bezoekersaantal van maximaal 125.000 per jaar en een maximum bebouwd oppervlak van 18.000 m², is dit op basis van het vigerende bestemmingsplan niet mogelijk. Ook de voorgenomen bouw van 4 bedrijfswoningen past niet binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan.

In het vigerende bestemmingsplan is echter wel een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, op basis waarvan het planvoornemen wel doorgang kan vinden (Zie ook deze weblink). In deze wijzigingsbevoegdheid is namelijk bepaald dat burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Recreatie' met aanduiding 'centrum' en 'verblijfsrecreatie' te wijzigingen door:

  1. a. het bepaalde in artikel 5.2.4. onder e. en artikel 5.2.5 onder d. ten aanzien van het maximaal te bebouwen oppervlak ter plaatse van de aanduidingen 'centrum' en 'verblijfsrecreatie' uit te breiden met maximaal 3.000 m² tot een maximum van 18.000 m²;
  2. b. het bepaalde in artikel 5.2.8 en artikel 5.3 lid c ten aanzien van het maximaal aantal vanwege bestaande c.q. te vergunnen recreatiewoningen en/of recreatieappartementen aanwezige bezoekers uit te breiden tot een maximum van 125.000;
  3. c. het bepaalde in artikel 5.2.6 onder b ten aanzien van het maximaal te bouwen bedrijfswoningen uit te breiden tot het oprichten van maximaal vier (4) woningen;
  4. d. na toepassing van artikel 12.1 lid c het mogelijk maken van bewoning van twee (2) van de vier (4) bedrijfswoningen binnen de aanduiding 'centrum' door derden (in afwijking van het bepaalde in artikel 1.18 bedrijfswoning).

Het vigerende plan bevat daarnaast een algemene wijzigingsbevoegdheid voor het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen. Dit is noodzakelijk om de bestaande garage volledig binnen de bestemming 'Recreatie' te leggen en nader afstemmen van de plangrenzen op het meeste recente inrichtingsplan. De voorwaarden die gesteld worden bij deze wijzigingsbevoegdheid zijn:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Door middel van het onderhavige wijzigingsplan wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wijzigingsbevoegdheden uit het vigerende bestemmingsplan bieden. Na toepassing van de wijzigingsregels kan het volledige plan voor de realisatie van luxe recreatiewoningen in een bos- en waterrijke omgeving doorgang vinden.

Ten aanzien van punt d. van de eerstgenoemde wijzigingsbevoegdheid heeft de provincie in het kader van het wettelijk vooroverleg aangegeven dat dit punt strijdig is met het provinciale beleid. Bedrijfswoningen mogen namelijk niet als (burger)woning voor derden worden gebruikt. Van punt d. wordt dan ook geen gebruik gemaakt in onderhavig wijzigingsplan. In deze toelichting wordt onderbouwd dat het planvoornemen verder wel past binnen de overige wijzigingsregels alsmede het provinciale beleidskader, met name de door de provincie gegeven proactieve aanwijzing.

Hoofdstuk 2 Projectprofiel

2.1 Inleiding

Het planvoornemen gaat uit van het mogelijk maken van maximaal 25.000 extra bezoekers per jaar, maximaal 3.000 m² extra bebouwingsoppervlakte en maximaal twee extra bedrijfs- of burgerwoningen bij de recreatieve voorziening aan de Provincialeweg 9 in Someren. Ook wordt de bestaande garage volledig binnen de recreatieve bestemming gelegd en vindt een nadere afstemming plaats van de plangrenzen op het meeste recente inrichtingsplan voor het recreatiepark. Daarmee wordt het voor de recreatieve voorziening mogelijk gemaakt het volledige plan voor de realisatie van luxe recreatiewoningen in een bos- en waterrijke omgeving ter plaatse tot uitvoering te brengen.

2.2 Gebiedsbeschrijving

Het plangebied maakt deel uit van de Recreatieve zone De Heihorsten, een gebied waar de totstandkoming van een harmonieus evenwicht tussen economische functies en de overige functies van het landelijk gebied (landschap, landbouw, recreatie, natuur, water, cultuurhistorie) centraal staat. Momenteel is het plangebied ingericht als agrarisch gebied, waarbij aan de Provincialeweg een agrarische bedrijf aanwezig is. Hier staat bebouwing in de vorm van twee bedrijfswoningen en diverse stallen. Voor het overige is het plangebied onbebouwd.

De (wijdere) omgeving van het plangebied bestaat voor een groot deel eveneens uit agrarisch gebied. Daarnaast zijn met name in noordelijke en westelijke richting bosgebieden aanwezig. In oostelijke richting ligt de kern Someren, naar het zuiden toe overwegend agrarisch gebied en de kern Someren-Heide. In het gebied De Heihorsten zijn al diverse (recreatieve) plannen in uitvoering, waaronder een golfbaan ten oosten van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP2013003-VS01_0002.png"

Ligging plangebied binnen de Recreatieve zone De Heihorsten

2.3 Projectbeschrijving

Hert planvoornemen vindt plaats in het kader van de ontwikkeling van een luxe recreatiepark aan de Provincialeweg 9. Het project voor het recreatiepark is reeds beschreven en verantwoord in het vigerende bestemmingsplan. Teneinde het project volledig te kunnen realiseren dient echter een maximaal bezoekersaantal van 125.000 per jaar te worden toegestaan (verblijfgasten), dat is 25.000 meer dan op basis van het vigerende bestemmingsplan kan. Ook is 3.000 m² extra bebouwingsoppervlak nodig bovenop het bestaande maximum van 15.000 m². Tenslotte vereist een volledige uitvoering van het plan voor het recreatiepark dat twee extra bedrijfswoningen kunnen worden gebouwd. Het onderhavige wijzigingsplan maakt dit mogelijk. Voor het overige geldt dat het recreatiepark zal worden gerealiseerd zoals dat op basis van het vigerende bestemmingsplan reeds planologisch mogelijk is gemaakt. Het wijzigingsplan betreft in dat kader feitelijk alleen een verruiming van de vigerende bouw- en gebruiksmogelijkheden.

Het recreatiepark betreft een terrein waar ruimte is voor recreatiewoningen met een grondoppervlak van maximaal 150 m² per recreatiewoning. Het plan richt zich op mensen die in een hoogwaardige omgeving willen verblijven. Ook worden appartementen gerealiseerd met een oppervlakte van maximaal 75 m² per recreatieappartement. Naast de recreatiewoningen en -appartementen moeten ook de aanwezige voorzieningen bijdragen aan de beoogde hoogwaardigheid, waaronder centrumvoorzieningen (en bedrijfswoningen).

De recreatiewoningen worden gebouwd als vrijstaande en als geschakelde woningen. Bij het merendeel van de woningen wordt uitgegaan van een 6-tal vaste slaapplaatsen. Enkele woningen zullen geschikt worden gemaakt voor groepen tot circa 16 personen. Voor de stijl is uitgegaan van moderne woningen met een duidelijke knipoog naar de authentieke Brabantse boerderijen. De woningen worden vrij in het landschap geplaatst, waardoor de groene beleving optimaal wordt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0847.BP2013003-VS01_0003.png"

Impressie recreatiewoningen

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren.

3.2 Rijksbeleid

Het planvoornemen betreft het wijzigen van het vigerende bestemmingsplan, teneinde de vigerende bouw- en gebruiksmogelijkheden ten aanzien van het maximaal toegestane aantal bezoekers, bebouwingsoppervlak en bedrijfswoningen voor het recreatiepark aan de Provincialeweg 9 te verruimen.

Het planvoornemen voor het recreatiepark is in een eerder stadium door middel van het bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' reeds getoetst aan het nationale beleid. Daaruit is gebleken dat de realisatie van luxe recreatiewoningen in een bos- en waterrijke omgeving past binnen het gestelde beleidskader. Er wordt met zorg omgegaan met de in het gebied aanwezige waarden, waaronder ecologische waarden, cultuurhistorische waarden en hydrologische waarden. De voorgenomen wijziging van de bouw- en gebruiksmogelijkheden conflicteert hier niet mee, maar zorg er juist voor dat het volledige plan kan worden uitgevierd en de daarmee gepaard gaande verbetering en/of een versterking van de aanwezige waarden doorgang kan vinden.

3.3 Provinciaal Beleid

Het volledige plan voor het recreatiepark (125.000 verblijfsgasten per jaar en 18.000 m² bebouwd oppervlak) is in strijd met het provinciale beleid zoals geformuleerd in de Verordening Ruimte (2012). Vandaar dat in het bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' noodgedwongen uitgegaan is van maximaal 100.000 bezoekers en maximaal 15.000 m² bebouwingsoppervlak. De provincie Noord-Brabant staat, net als het college van B en W van de gemeente Someren, evenwel positief tegenover het volledige plan en wil daarom toch medewerking verlenen.

3.4 Proactieve Aanwijzing

Het afwijken van de Verordening Ruimte gebeurt aan de hand van een proactieve aanwijzing. Op 13 mei 2014 is voor voorliggende ontwikkeling een proactieve aanwijzing verleend door Gedeputeerde Staten. Het besluit treft u hier. Dit houdt in dat de gemeente Someren wordt opgedragen om binnen twee jaar een bestemmingsplan vast te stellen dat tegemoet komt aan de eisen uit de proactieve aanwijzing. De opdracht aan de gemeenteraad luidt:

  1. 1. De gemeenteraad van Someren wordt opgedragen om in afwijking van de Verordening een wijzigingsplan vast te stellen ten aanzien van de gronden zoals digitaal vastgelegd in dit aanwijzingsbesluit dat de mogelijkheid biedt tot:
    1. a. het oprichten van 2 (extra) bedrijfswoningen (beheerderswoningen);
    2. b. het oprichten van 3.000 m2 recreatieve bebouwing;
  2. 2. De gemeenteraad van Someren wordt opgedragen om een wijzigingsplan vast te stellen ten aanzien van de gronden zoals digitaal vastgelegd in dit aanwijzingsbesluit (bijlage: verbeelding) dat de mogelijkheid biedt tot: het toestaan van maximaal 125.000 bezoekers per jaar (exclusief dagrecreanten).
  3. 3. Bij de vaststelling van het wijzigingsplan neemt de raad de bepalingen van artikel 12.1, sub a, b en c van het geldende bestemmingsplan Recreatieve Zone De Heihorsten als voorwaarden in acht waarbij de bestemming 'Recreatie' met de aanduidingen 'centrum' en 'verblijfsrecreatie' gewijzigd wordt door:
    1. a. het bepaalde in artikel 5.2.4. onder e. en artikel 5.2.5 onder d. van het plan ten aanzien van het maximaal te bebouwen oppervlak ter plaatse van de aanduidingen 'centrum' en 'verblijfsrecreatie' uit te breiden met maximaal 3.000 m² tot een maximum van 18.000 m²;
    2. b. het bepaalde in artikel 5.2.8 en artikel 5.3 lid c van het plan ten aanzien van het maximaal aantal, vanwege bestaande c.q. te vergunnen recreatiewoningen en/of recreatieappartementen, aanwezige bezoekers uit te breiden tot een maximum van 125.000 per jaar;
    3. c. het bepaalde in artikel 5.2.6 onder b van het plan ten aanzien van het maximaal te bouwen bedrijfswoningen uit te breiden tot het oprichten van maximaal vier (4) woningen.
  4. 4. Bij de vaststelling van het wijzigingsplan stelt de raad regels ten aanzien van het oneigenlijk gebruik van de in het plangebied te realiseren danwel de reeds aanwezige bedrijfswoningen door bewoning van bedrijfswoningen door derden uit te sluiten.
  5. 5. Bij de vaststelling van het wijzigingsplan dient de raad te waarborgen dat de recreatiedruk in het gebied, welke op grond van de Verordening is aangeduid als groenblauwe mantel, niet (veel) verder toeneemt.
  6. 6. Voor de vaststelling van het wijzigingsplan door de gemeenteraad van Someren geldt een termijn van maximaal 2 jaar na de inwerkingtreding van deze proactieve aanwijzing.

Met voorliggend wijzigingsplan wordt voldaan aan de hierboven geformuleerde opdracht.

3.5 Gemeentelijk Beleid

Ook voor het gemeentelijke beleid geldt dat het planvoornemen daar door middel van het bestemmingsplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' al aan is getoetst. Geconcludeerd is dat het gehele plan voor de ontwikkeling van de recreatieve zone bijdraagt aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelen. Het onderhavige planvoornemen voor de verruiming van de vigerende mogelijkheden voor het recreatiepark aan de Provincialeweg 9 draagt daar verder aan bij.

3.6 Gerechtelijke Uitspraak

Het moederplan 'recreatieve zone De Heihorsten' is op 30 januari 2013 vastgesteld. Tegen dit plan was beroep ingesteld, wat resulteerde in de gerechtelijke uitspraak van 28 mei 2014. In deze uitspraak werd de raad van Someren opgedragen het moederplan gewijzigd vast te stellen door de toegestane oppervlakte aan ondersteunende horeca specifiek te benoemen.

Op 26 juni 2014 is het moederplan 'recreatieve zone De Heihorsten' voor de tweede keer vastgesteld naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak. Dit heeft voor het voorliggende plangebied als gevolg dat de netto- vloeroppervlakte ondersteunende horeca tot een maximum van 10% van het bebouwingsoppervlak is toegestaan.

Hoofdstuk 4 Sectorale Aspecten

Milieubeleid wordt steeds meer geïncorporeerd in andere beleidsvelden. Verbreding van milieubeleid naar andere beleidsterreinen is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Ook in de ruimtelijke planvorming is structureel aandacht voor milieudoelstellingen nodig. De milieudoelstellingen worden daartoe integraal en vanaf een zo vroeg mogelijk stadium in het planvormingsproces meegewogen. Een duurzame ontwikkeling van de gemeente is een belangrijk beleidsuitgangspunt dat zijn doorwerking heeft in meerdere beleidsterreinen.

Het volledige plan voor de Recreatieve zone De Heihorsten is door middel van een milieutoets in het moederplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' reeds getoetst aan de diverse sectorale aspecten:

  • bodemkwaliteit;
  • water;
  • archeologie en cultuurhistorie;
  • flora en fauna;
  • verkeer en parkeren;
  • geluid;
  • luchtkwaliteit;
  • externe veiligheid;
  • bedrijven en milieuzonering;
  • geurhinder;
  • kabels en leidingen.

Dit geldt derhalve ook voor het gedeelte van de recreatieve zone waarop dit wijzigingsplan betrekking heeft. Daarbij is uitgegaan van het volledige plan voor het recreatiepark, dus uitgaande van 125.000 bezoekers per jaar, 18.000 m² aan bebouwd oppervlak en 4 bedrijfswoningen. Via deze weblink is de milieutoets te raadplegen, waarin het planvoornemen voor de gehele recreatieve zone De Heihorsten is verantwoord en waar de resultaten van de uitgevoerde milieuonderzoeken zijn weergegeven.

Het uitvoeren van nadere milieuonderzoeken wordt voor het onderhavige wijzigingsplan niet noodzakelijk geacht. De verantwoording van het planvoornemen heeft reeds plaatsgevonden door middel van de milieutoets in het moederplan 'Recreatieve zone De Heihorsten'.

Hoofdstuk 5 Juridische Opzet

5.1 Algemeen

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt een drietal zaken de opzet en inrichting van de bestemmingsplanregels, te weten:

  • de digitale raadpleegbaarheid;
  • de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012);
  • de Woningwet.

Bij het opstellen van de inhoud van de regels van dit wijzigingsplan is zoveel mogelijk aangesloten bij de systematiek zoals gehanteerd in het moederplan 'Recreatieve zone De Heihorsten' van de gemeente Someren. Daarbij heeft een afstemming plaatsgevonden op de SVBP 2012, waar het vigerende bestemmingsplan nog is opgesteld conform de SVBP 2008.

5.2 Voldoening Aan De Verordening Ruimte (Vr14) En De Proactieve Aanwijzing

Het ontwerp bestemmingsplan was op delen in strijd met de VR12, daarom werd het vastgestelde bestemmingsplan aangepast om te voldoen aan de VR12. De toegestane maximale bebouwing werd teruggebracht naar 15.000 m² en het aantal bezoekers werd gelimiteerd op 100.000 per jaar.

Met een wijzigingsbevoegdheid werd de mogelijkheid geboden om na een specifieke besluit van de provincie (Proactieve aanwijzing) het aantal bedrijfswoningen, de maximale oppervlakte en het aantal bezoekers te verhogen.

Met voorliggende wijzigingsplan wordt voldaan aan de verkregen proactieve aanwijzing. Echter door de nieuwe Verordening ruimte 2014 is de inhoud van de proactieve aanwijzing licht gewijzigd ten opzichte van de Verordening ruimte 2012. Zo wordt er tegenwoordig gesproken over maximaal 125.000 bezoekers exclusief daggasten, terwijl vanwege de VR12 er in het moederplan een limitering is opgenomen inclusief daggasten. Dit houdt in dat de gehanteerde formule ter bepaling van het aantal vakantieappartemen en -woningen aangepast dient te worden. We spreken dan ook niet meer van bezoekers, maar van verblijfsgasten.

Bij het bepalen van de maximale hoeveelheid recreatiewoningen en/of recreatieappartementen binnen de aanduidingen 'centrumvoorzieningen' en 'verblijfsrecreatie' gezamenlijk, dient rekening te worden gehouden met vanwege bestaande c.q. te vergunnen recreatiewoningen en/of recreatieappartementen aanwezige verblijfsgasten van deze delen van het plangebied, welk aantal niet meer dan 125.000 mag bedragen. Om de verhouding appartementen, woningen getalsmatig inzichtelijk te krijgen is een verdeelsleutel/formule uitgewerkt.

Berekeningsgrondslag verblijfsgasten /overnachtingen

Begrenzing VR 2014 en proactieve aanwijzing:

Bebouwing: maximaal 18.000 m² BVO

Bezoekers: maximaal 125.000 verblijfsgasten

Uitgangspunten berekeningsgrondslag:

Woning: gemiddeld 4 verblijfsgasten x 365 dagen x 50% (bezettingsgraad)

Appartement: gemiddeld 1,5 verblijfsgasten x 365 dagen x 50% (bezettingsgraad)

Surplus: daggasten (komt te vervallen ivm VR14)

Verblijfsgasten per woning (W):

4 x 365 x 0,5 = 730 verblijfsgasten

Verblijfsgasten per appartement (A):

1,5 x 365 x 0,5 = 274 verblijfsgasten

Formule:

(730 W) + (274 A) = 125.000 verblijfsgasten

Met een maximale bebouwing van 18.000 m² BVO

Ter bepaling van voormeld aantal verblijfsgasten wordt bij iedere omgevingsvergunningverlening binnen beide aanduidingen 'centrumvoorzieningen' en 'verblijfsrecreatie' gezamenlijk gebruik gemaakt van de navolgende berekening : (730 verblijfsgasten x aantal recreatiewoningen) + (274 verblijfsgasten x aantal recreatieappartementen) waarvan de uitkomst maximaal 125.000 mag bedragen.

5.3 De Verbeelding

Op de verbeelding zijn aangegeven:

  • de grens van het plangebied;
  • de bestemming van de in het plangebied gelegen gronden: 'Recreatie';
  • de functieaanduidingen 'verblijfsrecreatie', 'centrum', 'ontsluiting' en 'bedrijfswoning';
  • de maatvoeringsaanduidingen 'maximum goot- en bouwhoogte' en 'maximum aantal wooneenheden'.

5.4 De Regels

De regels zijn conform de SVBP 2012 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) als volgt opgebouwd:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregels.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Haalbaarheid

De economische haalbaarheid van het gehele plan voor de recreatieve zone De Heihorsten en daarmee van het recreatiepark is reeds in het vigerende bestemmingsplan aangetoond. De uitvoering van het plan vindt plaats door een ontwikkelaar. De uitvoeringsrisico's liggen bij deze ontwikkelaar. De ontwikkelaar heeft voorafgaand aan de uitwerking van de plannen marktonderzoek uit laten voeren. Naar recreatieve voorzieningen is voldoende vraag. De ontwikkelaar en de gemeente hebben een anterieure overeenkomst afgesloten, waarin afspraken, verplichtingen en kostenverhaal zijn vastgelegd. Voor zover uit deze onderzoeken in het kader van het bestemmingsplan consequenties voortvloeien, zijn deze gewaardeerd in de grondexploitatie. Aan de kostenzijde van de grondexploitatie zijn de kosten voor de herinrichting van het gebied voorzien. Dit betreffen de kosten van het bouwrijp en het woonrijp maken van het gebied, inclusief de aanplant van groen en de investeringen in het landschap (landschapsbouw). Tevens zijn voorbereidingskosten en plankosten opgenomen, naast een budget voor onvoorziene zaken.

De dekking van de kosten vindt plaats door de exploitatie van de te realiseren opstallen. Wanneer de opstalexploitatie tenminste sluitend is, is sprake is van een haalbaar plan. De exploitatie van dit plan laat zien dat dit een haalbaar plan is.

6.2 Maatschappelijke Haalbaarheid

Het planvoornemen betreft het verruimen van het vigerend toegestane maximum aantal bezoekers, bebouwd oppervlak en (bedrijfs)woningen voor het te realiseren recreatiepark aan de Provincialeweg 9 in Someren. Daarnaast wordt de garage van de voormalige bedrijfswoning aan de Provincialeweg 9 volledig binnen het bestemmingsvlak 'Recreatie' gelegd en wordt de plangrens nader afgestemd op het meest recente inrichtingsplan. Gelet op het gegeven dat de planologische verruiming van de bouw- en gebruiksmogelijkheden conform het oorspronkelijke ontwikkelingsplan voor het recreatiepark plaatsvinden en het feit dat de aanpassing aan de bestemmingsgrenzen geen ruimtelijk relevante effecten met zich meebrengt, mag aangenomen worden dat tegen het planvoornemen geen overwegende bezwaren bestaan. Tegen het moederplan, waarin deze planologische verruiming als wijzigingsbevoegdheid reeds was opgenomen, zijn op dat punt geen bezwaren ingediend.

Het wijzigingsplan wordt conform de gebruikelijke procedure ter inzage gelegd. Gedurende de inzagetermijn kan een ieder reageren op het planvoornemen en zijn of haar zienswijzen indienen.

6.3 Conclusie

Het planvoornemen zal gezien het bovenstaande niet leiden tot overwegende planologische bezwaren. De toepassing van de wijzigingsbevoegdheden betekent, na een afweging van de verschillende belangen, een aanvaardbare invulling van het plangebied.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De Te Volgen Procedure

Bij het wijzigen van een vigerend bestemmingsplan ingevolge de in de regels van dat plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, waarvan in onderhavig geval sprake is, worden de procedureregels van artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening in acht genomen.

7.2 Vooroverleg

Artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een wijzigingsplan, waar nodig, overleg plegen met andere betrokken overheden en overheidsdiensten, zoals naburige gemeenten, het waterschap, en de diensten van het Rijk en de provincie. Overleg met het waterschap is altijd verplicht, terwijl het tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort om te beoordelen of overleg met de desbetreffende diensten van het Rijk en de provincie nodig is. De bedoeling van dit vooroverleg is voornamelijk om de opstellers van het plan tijdig de mogelijkheid te geven het plan desgewenst aan opmerkingen van andere overheden aan te passen.

Het wijzigingsplan is ten behoeve van het wettelijk vooroverleg voorgelegd aan het waterschap Aa en Maas en de provincie Noord-Brabant. Het vooroverleg met de provincie heeft zich daarbij met name gericht op het nader afstemmen van de proactieve aanwijzing.

Door de provincie is in de vooroverlegreactie d.d. 22 november 2013 aangegeven dat één onderdeel van het voorontwerp wijzigingsplan geen onderdeel heeft uitgemaakt van het meerwaardetraject en dientengevolge geen deel uitmaakt van de ontwerp-proactieve aanwijzing. Het betreft het door middel van de wijzigingsbevoegdheid uit artikel 12.1 onder punt d. van het vigerende bestemmingsplan mogelijk maken van de bewoning van twee van de vier bedrijfswoningen door derden. Naar aanleiding van de reactie van de provincie is het wijzigingsplan op dit onderdeel aangepast en niet langer strijdig met de Verordening Ruimte.

De vooroverlegreactie van de provincie is als Bijlage 1 Vooroverlegreactie provincieNoord-Brabant bij deze toelichting gevoegd.

7.3 Zienswijzen

Het ontwerp wijzigingsplan heeft van 6 januari 2014 voor 6 weken ter inzage gelegen samen met de ontwerp proactieve aanwijzing. Tegen de proactieve aanwijzing en voorliggend wijzigingsplan is een zienswijze ingediend. Deze is in het kader van procedure van de proactieve aanwijzing afgehandeld.

Bijlage 1 Kencijfers Parkeren

Bijlage 1 Kencijfers parkeren

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 2 Beeldkwaliteitsplan

Bijlage 1 Vooroverlegreactie Provincie Noord-brabant

Bijlage 1 Vooroverlegreactie provincie Noord-Brabant