Mattemburgh 2016
Bestemmingsplan - Gemeente Woensdrecht
Vastgesteld op 23-02-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan Mattemburgh 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0873.BUITxBP126xHERZx11-VG01 van de gemeente Woensdrecht.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aardkundige waarden en kenmerken
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen danwel anderszins vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van algemeen belang zijn vanuit aardkundig oogpunt.
1.6 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gewenst is.
1.7 archeologische verwachtingswaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden.
1.8 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 bed & breakfast/gastenverblijf
bed & breakfast/gastenverblijf is een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast/gastenverblijf is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de eigenaren van de betreffende woning en heeft maximaal 5 kamers en 10 bedden.
1.10 bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke
1.11 beperkt kwetsbare objecten
Onder beperkt kwetsbare objecten wordt verstaan:
- a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
- b. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
- c. kantoorgebouwen;
- d. hotels en restaurants;
- e. winkels;
- f. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
- g. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden;
- h. bedrijfsgebouwen;
- i. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
- j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
1.12 beroep aan huis
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.13 bestaand
t.a.v. bebouwing:
- bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens vóór dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning; / omgevingsvergunning;
t.a.v. gebruik:
- het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.17 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.20 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
1.23 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
1.24 detailhandel
bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.25 ecologische waarden
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde.
1.26 EHS
ecologische hoofdstructuur: samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
1.27 extensieve dagrecreatie
die vormen van dagrecreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
1.28 evenement
een voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, markten, betogingen en samenkomsten, (openbare) vergaderingen en sportwedstrijden op of in sportterreinen, sporthallen en/of -zalen.
1.29 funnel
het plangebied is deels gelegen binnen de zogenaamde funnel van de vliegbasis Woensdrecht; dit is een obstakelvrij start- en landingsvlak met zijkanten dat ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid is vastgesteld.
1.30 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.31 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
1.32 hartlijn
het midden van de leiding.
1.33 HK/MC
Heemkunde Kring (HK), zoals Boerderijcommissie van stichting Brabants Heem, of de gemeentelijke monumentencommissie (MC) voor advies inzake de monumentale, cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden.
1.34 hoofdgebouw
een gebouw, dat in architectonisch en functioneel opzicht als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.35 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij.
1.36 huishouden
een verzameling van één of meer personen die één woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in de dagelijkse levensbehoeften.
1.37 IHCS
het plangebied is gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface van de vliegbasis Woensdrecht; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegveiligheid.
1.38 ILS (International Landing System)
de vliegbasis Woensdrecht beschikt over een Instrument Landing System. Het ILS is bedoeld voor nauwkeuriger uitvoeren van naderingen door vliegverkeer. Voor het goed functioneren van het systeem is noodzakelijk dat in een gebied rondom start- en landingsbaan geen verstoring optreedt.
1.39 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit
de in de bij de planregels behorende "Staat van bedrijven" (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
1.40 kwetsbare objecten
onder kwetsbare objecten wordt verstaan:
- a. woningen, niet zijnde beperkt kwetsbare objecten;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object;
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk brutovloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt en winkels met een totaal brutovloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
1.41 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
1.42 natuurlijke waarden / natuurwaarden
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
1.43 normaal onderhoud en beheer
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren.
1.44 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
1.45 onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, kampeermiddelen, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
1.46 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
1.47 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.48 perceelgrens
de grens tussen bestemmingsvlakken.
1.49 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
1.50 restaurant
een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van drank (daaraan) ondergeschikt is
1.51 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar
1.52 voorzieningen van algemeen nut
voorzieningen ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.53 vrijstaand bijgebouw
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw.
1.54 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen zoals schoorstenen, lichtkoepels, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen.
2.4 goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.8 ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.9 ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Natuur
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurlijke en ecologische waarden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de EHS. De regeling in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'beheersgebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de EHS. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - spoor', de geluidzone van het spoorverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens voor de bescherming en instandhouding van de EHS. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- h. extensief dagrecreatief en educatief medegebruik;
- i. infrastructurele voorzieningen;
- j. natuurbeheer;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met een hoogte van maximaal 2 meter, met dien verstande dat overkappingen niet zijn toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Natuur - Landgoed
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor het behoud en versterking van het Cultuurhistorisch complex Mattemburgh, zoals beschreven in het rapport 'Versterkingsplan Mattemburgh', dat als bijlage 1 bij deze regels is opgenomen.
Daarbij zijn toegelaten:
- a. bescherming, behoud en herstel van de monumentale en cultuurhistorische waarden, met name de villa, de tuinmanswoning annex koetshuis, tuinmuur en oranjerie, de historische tuin en park, inclusief de bestaande tuinkoepel met ijskelder en het bestaande reeënhok, een en ander zoals vervat in de Aanwijzing Historische Buitenplaats Mattemburgh, monumentnummer 520129;
- b. overige bebouwing, zoals nader omschreven in 4.2.2, 4.2.3 en 4.2.4 en 4.2.5;
- c. het behoud, herstel en de ontwikkeling van natuurlijke en ecologische waarden;
- d. bijeenkomsten, zoals conferenties en partijen;
- e. een restaurantfunctie in de historische oranjerie plus de toegestane uitbreiding ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overige gebouwen - 2';
- f. een nieuwe winterberging als overwinteringsplaats voor de kuipplanten, alsmede voor exposities en bijeenkomsten;
- g. evenementen in de openlucht, gericht op cultuur, kunst en natuurbeleving;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens wonen en overnachten in de twee bestaande bedrijfswoningen,
- i. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebied ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de EHS. De regeling in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- j. er plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied': tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens voor de bescherming en instandhouding van de EHS. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg', de geluidzone van het wegverkeer;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', tevens voor een parkeerterrein;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'reservering waterberging', tevens voor het behoud van het waterbergend vermogen van dit gebied. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 17.1 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- q. agrarisch natuurbeheer;
- r. extensief recreatief en educatief medegebruik;
- s. infrastructurele voorzieningen;
- t. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van het behoud en herstel van de cultuurhistorische - en natuurlijke waarden.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Leiding - Gas - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gastransportleiding.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 5.2 en toestaan dat in de ter plaatse geldende bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding, geen kwetsbare objecten worden toegelaten en de veiligheid van de gasleiding niet wordt geschaad;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Aardkundig Waardevol Gebied
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende aardkundige waarden.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 6.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de aardkundige waarden.
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op aardkundig gebied.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waarde - Archeologie 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de middelhoge archeologische verwachtingswaarden van de gronden.
7.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht tot een diepte van meer dan 0,50 meter onder de oppervlakte en waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 250 m².
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bepaalde in 7.2 en toestaan dat wordt gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf;
- b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf;
- c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Waarde - Archeologie 3
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de middelhoge archeologische verwachtingswaarden van de gronden.
8.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht tot een diepte van meer dan 0,50 meter onder de oppervlakte en waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 1000 m².
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bepaalde in 8.2 en toestaan dat wordt gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf;
- b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf;
- c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming, behoud en/of herstel van de monumentale en cultuurhistorische waarden;
- b. Brabantse Wal;
- c. aardkundig waardevolle gronden.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 9.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de cultuurhistorische waarden;
- b. de cultuurhistorische waarden hersteld danwel versterkt worden.
- c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op cultuurhistorisch gebied.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Waarde - Natura 2000
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de op en/of in deze gronden voorkomende ecologische waarden.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 10.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de ecologische waarden van het Natura 2000-gebied.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Waterstaat - Waterkering
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 13 Algemene Bouwregels
13.1 Algemene regel met betrekking tot ondergronds bouwen
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
13.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en maten
Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels
14.1 luchtvaartverkeerzone - 2
14.2 luchtvaartverkeerzone - 7
14.3 luchtvaartverkeerzone - 8
14.4 veiligheidszone - leiding
14.5 vrijwaringszone - radar
14.6 vrijwaringszone - weg 1
14.7 vrijwaringszone - weg 2
14.8 overig - in Verordening ruimte te verwijderen ecologische hoofdstructuur
Van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overig - in Verordening ruimte te verwijderenecologische hoofdstructuur' wordt in de Verordening ruimte de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur' met de eerstvolgende herziening verwijderd.
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
15.1 Afwijken
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, voor zover niet reeds op grond van een ander artikel een omgevingsvergunning is verleend;
- b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
- d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
15.2 Afwijken mantelzorg
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
- a. een dergelijke bewoning is noodzakelijk uit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies wordt ingewonnen van een, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, onafhankelijke deskundige;
- b. de afhankelijke woonruimte mag slechts worden gebruikt voor de huisvesting van één huishouden;
- c. voor de afhankelijke woonruimte mag een vloeroppervlakte van ten hoogste 80 m² worden gebruikt;
- d. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- e. de gronden zijn niet gelegen binnen de nadere aanduiding 'geluidzone - industrie';
- f. de omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a. bedoelde noodzaak is komen te vervallen.
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 meter bedragen het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 17 Overige Regels
17.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.2 Voorrangsregels
Voor zover op de verbeelding dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:
- a. op de eerste plaats geldt het bepaalde in de dubbelbestemming 'Waterstaat -Waterkering';
- b. op de tweede plaats geldt het bepaalde in de dubbelbestemming 'Leiding - Gas - 1';
- c. op de derde plaats geldt het bepaalde in de dubbelbestemmingen 'Waarde - Aardkundigwaardevol gebied', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3', 'Waarde -Cultuurhistorie' en 'Waarde - Natura 2000';
- d. op de vierde plaats geldt het bepaalde in de onderliggende bestemmingen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
18.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels bestemmingsplan Mattemburgh 2016.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Voorliggend rapport betreft het bestemmingsplan "Mattemburgh 2016" van de gemeente Woensdrecht.
Afbeelding 1 geeft de topografische situatie weer.
AFBEELDING 1: TOPOGRAFISCHE SITUATIE
Landgoed Mattemburgh
Brabants Landschap is eigenaar van het ca. 387 ha grote gebied Mattemburgh aan weerszijden van de autosnelweg A4/A58.
Centraal daarin ligt de historische buitenplaats Mattemburgh, een cultuurhistorisch waardevol complex met een villa en andere waardevolle gebouwen, alsmede het bijbehorende cultuurhistorische park en tuin, tezamen vervat in voorliggend bestemmingsplan "Mattemburgh 2016".
Het plangebied van voorliggend bestemmingsplan bestaat uit twee delen:
- 1. het bebouwingscomplex met park van de buitenplaats Mattemburgh, overeenkomstig bovenstaande afbeelding;
- 2. drie locaties voor de natuurcompensatie, op gronden nabij Lindonk, aan de Antwerpsestraatweg en aan de Spoorbaan.
De gronden van Landgoed Mattemburgh vallen geheel binnen het vigerende bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied" van de gemeente Woensdrecht dat begin 2011 is vastgesteld. Dit bestemmingsplan bevat voor het landgoed een conserverende bestemming. Dat wil zeggen dat het bestaande gebruik van de gronden en opstallen positief is bestemd. Nieuwe ontwikkelingen vragen een herziening van het bestemmingsplan.
1.1.1 Aanleiding
Het Landgoed Mattemburgh is in 1970 middels schenking eigendom geworden van Brabants Landschap. In 1982, na het overlijden van Graaf de Chambure, heeft Brabants Landschap het landgoed/buitenplaats in beheer genomen en opengesteld.
Brabants Landschap heeft met het aanvaarden van de schenking ook de verplichting op zich genomen om dit bijzondere cultuurhistorische erfgoed duurzaam in stand te houden. Deze verplichting heeft grote financiële consequenties.
De hoge beheer- en onderhoudslasten worden niet gedekt door een beheervergoeding en de beschikbare subsidies voor het onderhoud van de gebouwen zijn onvoldoende. Deze situatie vraagt om een duurzame integrale oplossing met passende economische dragers.
Om het landgoed (financieel) duurzaam in stand te kunnen houden moet er een eigentijdse, bij het karakter van het landgoed passende bestemming worden gevonden. Daartoe heeft Brabants Landschap in 2014/2015 een studie verricht die is uitgemond in het 'Versterkingsplan Mattemburgh', hierna kortweg 'Versterkingsplan' genoemd. Het Versterkingsplan bevat zowel een visie op de kernwaarden van Mattemburgh als voorstellen voor nieuwe ontwikkelingen die ervoor kunnen zorgen dat deze kernwaarden in de toekomst behouden blijven. Het Versterkingsplan schetst een eenduidige 'stip aan de horizon' en is richtinggevend voor de stappen die gezet worden bij de verdere invulling van het landgoed. Het Versterkingsplan is als bijlage 1 bij de regels opgenomen.
1.1.2 Doel
Het doel van voorliggende bestemmingsplanherziening is het planologisch mogelijk maken van bovenbedoelde nieuwe ontwikkelingen, met name:
- verruiming toegestane functies;
- uitbreiding bestaande historische oranjerie;
- bouw nieuwe winterberging / nieuwe oranjerie;
- aanleg nieuwe parkeerplaats;
en
- de vereiste natuurcompensatie voor de nieuwe parkeerplaats en nieuwe winterberging.
1.2 Ligging En Kadastrale Begrenzing
Afbeelding 2 geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van dit bestemmingsplan ingetekend.
AFBEELDING 2: KADASTRALE SITUATIE
In het plangebied zijn opgenomen:
- het bestaande park en de bebouwing van Mattemburgh;
- de nieuwe parkeerplaats en winterberging voor Mattemburgh;
- drie locaties natuurcompensatie ten behoeve van de nieuwe parkeerplaats en winterberging.
Tabel 1 en 2 bevatten de perceelnummers met oppervlakten van het plangebied.
Alle gronden zijn eigendom van Brabants Landschap.
TABEL 1: KADASTRALE SITUATIE LANDGOED MATTEMBURGH
perceelnummer | oppervlakte | ||
A1212 (gedeeltelijk) | 63 | m² | |
A1217 (gedeeltelijk) | 18.122 | m² | |
A1218 | 20 | m² | |
A1220 (gedeeltelijk) | 3.386 | m² | |
A1564 (gedeeltelijk) | 62.822 | m² | |
totaal | 84.413 (ca 8,44 ha) | m² |
TABEL 2: KADASTRALE SITUATIE LOCATIES NATUURCOMPENSATIE
perceelnummer | oppervlakte | ||
A57 (gedeeltelijk) | 12 | m² | |
A59 (gedeeltelijk) | 40 | m² | |
A438 (gedeeltelijk) | 673 | m² | |
A439 (gedeeltelijk) | 6.829 | m² | |
A685 (gedeeltelijk) | 3.440 | m² | |
A927 | 2.215 | m² | |
A1683 (gedeeltelijk) | 1.070 | m² | |
A1684 (gedeeltelijk) | 1.726 | m² | |
A1848 (gedeeltelijk) | 968 | m² | |
G933 | 1.342 | m² | |
totaal | 18.315 (ca 1,83 ha) | m² |
In totaal heeft het plangebied voor het bestemmingsplan een oppervlakte van (84.413 m² + 18.315 m²) = 102.728 m² (ca. 10,27 ha).
1.3 Eigendomssituatie En Speciale Bepalingen
Brabants Landschap heeft de toekomstplannen voor Mattemburgh en de gang van zaken met betrekking tot het beheer tot nu toe, gedeeld met de nazaten van De Chambure, en de naast het wonen beoogde functies, zoals horeca in de oranjerie en vergaderingen en besloten bijeenkomsten in de villa, nader toegelicht.
Uit dit overleg is geleken dat de familie waardering heeft voor de wijze waarop Brabants Landschap het landgoed tot op heden in stand heeft gehouden en beheerd, en dat zij instemt met de in het Versterkingsplan geschetste ontwikkelingen, waaronder de beoogde nieuwe functies. De opgenomen voorwaarde in de schenkingsakte levert dan ook geen beperking op voor de verder in het Versterkingsplan geschetste ontwikkelingen.
1.4 Vigerend Bestemmingsplan
De plangebieden liggen binnen het bestemmingsplan “Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied”, gemeente Woensdrecht:
- vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 17 februari 2011.
Daarnaast liggen de plangebieden binnen het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening":
- vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 27 februari 2014.
Hierin zijn enkele regels gewijzigd en zijn de volgende gebiedsaanduidingen toegevoegd:
- veiligheidszone - leiding
- ecologische hoofdstructuur
Afbeeldingen 3 en 4 geven uitsneden van de vigerende plankaarten, respectievelijk de bestemmingen en de gebiedsaanduidingen. De ligging van de plangebieden is aangegeven.
AFBEELDING 3: UITSNEDE PLANKAART BESTEMMINGEN
1.4.1 Plangebied Landgoed Mattemburgh
Voor het plangebied Landgoed Mattemburgh vigeren de volgende bestemmingen.
Artikel 18 Natuur
ad 18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarden en/of ecologische waarden;
- b. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de EHS;
c. t/m s. [...];
t. agrarisch natuurbeheer;
u. extensief dagrecreatief en/of educatief medegebruik;
v. infrastructurele voorzieningen;
w. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Artikel 19 Natuur - Landgoed
ad 19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur - Landgoed" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de handhaving van bestaande functies conform onderstaande tabel:
adres | activiteit | toegestaan aantal bedrijfswoningen | |
Antwerpsestraatweg 185 | landgoed Mattemburgh (Stichting Brabants Landschap) | 2 |
- b. […];
- c. […];
- d. ter plaatse van de aanduiding ‘archeologische verwachtingswaarde’, tevens voor de bescherming en instandhouding van archeologische verwachtingswaarde. De regeling opgenomen in artikel 50.1.1. dient in acht genomen te worden;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebieden ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de EHS. De regeling opgenomen in artikel 50.1.2 dient in acht te worden genomen;
- f. […];
- g. […];
- h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch waardevolle gebied. De regeling opgenomen in artikel 50.1.4 dient in acht te worden genomen;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg', de geluidzone van het wegverkeer;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de geluidzone van het en industrieterrein en de vliegbasis;
- k. […];
- l. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem. De regeling opgenomen in artikel 50.1.8 dient in acht te worden genomen;
- m. […];
met daaraan ondergeschikt:
- n. agrarisch natuurbeheer;
- o. extensief recreatief en/of educatief medegebruik;
- p. infrastructurele voorzieningen;
- q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voorts zijn een aantal dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen van toepassing. De beoogde nieuwe ontwikkelingen passen binnen de regels van de betreffende dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen. Deze zullen derhalve onverminderd van kracht blijven. Het betreft:
Dubbelbestemmingen
Artikel 39 Waarde - Aardkundig waardevol gebied
Artikel 40 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 41 Waarde - Natura 2000
Artikel 46 Gebiedsaanduidingen
- luchtvaartverkeerzone 2
- luchtvaartverkeerzone 7
- vrijwaringszone - radar
- vrijwaringszone - weg 1
- vrijwaringszone - weg 2
AFBEELDING 4: UITSNEDE PLANKAART AANDUIDINGEN
1.4.2 Plangebied locaties natuurcompensatie
Ter plaatse van de locaties natuurcompensatie geldt de bestemming:
Artikel 6 Agrarisch met Waarden - Natuur- en landschapswaarden
ad 6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. [...];
- b. [...];
- c. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de EHS;
d. t/m ag. [...].
Voorts zijn een aantal dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen van toepassing. De beoogde nieuwe ontwikkelingen passen binnen de regels van de betreffende dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen. Deze zullen derhalve onverminderd van kracht blijven. Het betreft per compensatielocatie:
Antwerpsestraatweg | Lindonk | Spoorbaan | |
dubbelbestemmingen | |||
Leiding - Gas - 1 | X | ||
Waarde - Aardkundig waardevol gebied | X | X | X |
Waarde - Cultuurhistorie | X | X | X |
Waarde - Natura 2000 | X | ||
Waterstaat - Waterkering | X | ||
gebiedsaanduidingen | |||
attentiegebied EHS | X | X | |
archeologische verwachtingswaarde | X | X | |
beheersgebied EHS | X | ||
cultuurhistorisch waardevol gebied | X | ||
ecologische hoofdstructuur | X | X | X |
geluidzone - industrie | X | X | X |
geluidzone - spoor | X | ||
luchtvaartverkeerzone - 2 | X | X | X |
luchtvaartverkeerzone - 8 | X | X | |
veiligheidszone - leiding | X | ||
vrijwaringszone - radar | X | X | X |
1.4.3 Toetsing voorliggend plan aan bestemmingsplan
Toetsing van de voorgenomen ontwikkelingen van Brabants Landschap aan de vigerende bestemmingen leidt tot de volgende conclusies.
- 1. De uitbreiding van de bestaande oranjerie en de verbreding van de functies op Mattemburgh zijn gesitueerd binnen het vigerende bouwvlak. Deze ontwikkelingen vragen “alleen” een verruiming van de toegestane functies en bouwmogelijkheden binnen het bouwvlak.
- 2. De nieuwe winterberging is gesitueerd buiten een bouwvlak en in de EHS. Dit vraagt een herziening van de bestemming Natuur - Landgoed.
- 3. De nieuwe parkeergelegenheid is gesitueerd in de EHS. De parkeerplaats ligt grotendeels binnen de bestemming Natuur - Landgoed en voor een klein deel binnen de bestemming Natuur. Dit vraagt een herziening van de bestemming Natuur naar Natuur - Landgoed.
- 4. De natuurcompensatie op de locaties Antwerpsestraatweg, Lindonk en Spoorbaan is niet in strijd met de vigerende bestemming, maar vraagt een wijziging. Gekozen is voor een herziening in de bestemming Natuur.
- 5. Alle vigerende dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen vormen geen belemmering voor de nieuwe ontwikkelingen en blijven onverminderd van kracht.
1.5 Historische Buitenplaats Mattemburgh
Het landgoed is in 2002 aangewezen als historische Buitenplaats Mattemburgh, (Rijksmonument nr. 520129), voor zover het betreft het gebied binnen de aangegeven omgrenzing van het complex met de daarbinnen gelegen genummerde onderdelen. Afbeelding 5 betreft een uitsnede van de kaart Aanwijzingsbesluit Mattemburgh van de Rijksdienst voor de monumentenzorg.
Het deel van de historische Buitenplaats dat binnen voorliggend bestemmingsplan ligt, is aangeduid.
AFBEELDING 5: HISTORISCH PARK EN BUITENPLAATS MATTEMBURGH
1.6 Leeswijzer
Dit opbouw van de toelichting is als volgt:
In hoofdstuk 2 wordt de gebiedsanalyse van Mattemburgh en omgeving beschreven.
In hoofdstuk 3 staat het feitelijke stedenbouwkundig-landschappelijke plan voor Mattemburgh beschreven.
Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het relevante ruimtelijk beleidskader waaraan het hele plan moet voldoen.
Hoofdstuk 5 vervolgt met de met het plan samenhangende uitvoeringsaspecten, inclusief de waterparagraaf.
De financiële aspecten komen in hoofdstuk 6 aan bod.
Hoofdstuk 7 beschrijft de juridische aspecten als toelichting op de regels en bestemmingsplankaart / verbeelding.
Hoofdstuk 8 tenslotte bevat een rapportage van de resultaten van de planprocedure.
Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse Mattemburgh
Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de bestaande ruimtelijk-functionele situatie. Achtereenvolgens:
- 1. Geschiedenis
- 2. Ligging
- 3. Plangebied Landgoed Mattemburgh
- 4. Toeristisch en recreatieve aspecten
2.1 Geschiedenis
De buitenplaats is gesticht door P.J. Cuypers. Zijn vrouw Maria van Mattemburgh liet de villa bouwen en is de naamgever van het landgoed. Vanaf 1845 werd onder leiding van haar zoon Louis de buitenplaats aangelegd op slechts beperkt ontgonnen bosgronden die de naam 'Mussepot' droegen. In 1855 was de landschappelijke tuin, ontworpen door de Antwerpse (tuin)architect Emmanuel van Cuyck, grotendeels gerealiseerd. In de jaren '70 van de 19e eeuw werd geïnvesteerd in de moestuin en de oranjerie, waarbij de Franse tuin naar het zuiden werd uitgebreid om de coniferencollectie een plek te geven. Hoewel gebouwen en tuin van Mattemburgh forse schade ondervonden van de Tweede Wereldoorlog, verwierf Brabants Landschap in 1970 een redelijk gave 19e eeuwse buitenplaats van de Graaf de Chambure, op het uitdrukkelijke verzoek van zijn echtgenote, Gravin de Chambure - Cuypers. Tegelijkertijd werd het huis met het park aan Brabants Landschap geschonken.
Het park en de stijltuin werden aangelegd tussen 1843 en 1878. Louis Cuypers bouwde het landgoed verder uit, evenals zijn zoon Aymon Cuypers, die in 1884 het bezit erfde. In 1939 erfde zijn dochter Marie-Louise het gehele familiebezit. Ze trouwde in datzelfde jaar met Jacques Marie Louis Henri Ghislain Pelletier, graaf de Chambure. Het echtpaar stierf kinderloos. Marie Louise bepaalde dat het gebied Mattemburgh verkocht moest worden aan Brabants Landschap. Dat gebeurde in 1970. Tegelijkertijd werden huis en stijltuin toen geschonken, aanvaardbaar bij het overlijden van de weduwnaar. In 1982 overleed de graaf.
AFBEELDING 6: PARK MATTEMBURGH, 1906
Het is belangrijk om op te merken dat Mattemburgh, zoals zovele landgoederen, altijd in beweging is geweest. In de loop der jaren zijn gebruikswijzigingen opgetreden, die ook eisen stelden aan tuinen en opstallen, met aanpassingen en uitbreidingen als gevolg. Met de voor ogen staande nieuwe ontwikkelingen wordt dan ook een traditie voortgezet.
2.2 Ligging
Het gebied Mattemburgh is gelegen ten zuiden van Bergen op Zoom, in Noord-Brabant. Op afbeelding 7 zijn de percelen in eigendom en beheer van Brabants Landschap gearceerd aangegeven.
AFBEELDING 7: EIGENDOMMEN BRABANTS LANDSCHAP
De snelweg Roosendaal-Vlissingen (A58) en de oude Antwerpsestraatweg doorsnijden het grote gebied, waardoor het gebied uiteenvalt in een oostelijk en westelijk gedeelte. Mattemburgh wordt aan de zuid- en oostzijde begrensd door de vliegbasis Woensdrecht en een militair oefenterrein. Aan de zuidzijde bevindt zich het bosgebied van het landgoed 'Lindonk'. In het noorden ligt de Augustapolder, bestaande uit cultuurgronden en natuurgebied. waarvan een deel tot Mattemburgh behoort. In het westen sluit het gebied van Mattemburgh aan bij het Markiezaat, dat sinds 1984 bij Brabants Landschap in erfpacht is van de Staat.
De eigendomsoppervlakte van Mattemburgh bedraagt in totaal 387 hectare en bestaat uit bos, akkers, grasland, een parkgedeelte en twee vennen. Het centrale deel van Mattemburgh wordt gevormd door een buitenplaats, bestaande uit een villa met tuinmanswoning annex koetshuis, een ommuurde binnentuin met een oranjerie en enkele schuren. Deze staan te midden van een landschappelijk park met tuinkoepel annex ijskelder en ornamenten. De gronden van deze buitenplaats vormen het plangebied van dit bestemmingsplan Landgoed Mattemburgh.
Het oostelijke deel bestaat uit in de 19e eeuw aangeplante bossen op de voormalige Zuidgeester heide. Het gehele gebied is sterk geaccidenteerd. Bij het Bloempjesven in het zuidoosten van het landgoed komen hoogten van ca. 10 meter boven NAP voor, terwijl de Kraaijenberg in het noordwesten op ongeveer 15 meter boven NAP ligt.
Door het afwisselende reliëf is het terrein ook in natuurwetenschappelijk en landschappelijk opzicht zeer gevarieerd. Naast hoger gelegen droge gronden komen plaatsen voor waar de bodem op geringe diepte ten gevolge van kwel voortdurend met water verzadigd is. Verder zijn er afvoerloze laagten die mede door het voorkomen van leemlagen een hoge (schijn)grondwaterstand hebben. De abrupte overgang van de jonge zeekleigronden naar de oude pleistocene zandgronden is kenmerkend voor het gebied, waar de zee tot 1984 haar directe invloed had.
AFBEELDING 8: LIGGING MATTEMBURGH IN BREDE CONTEXT
2.3 Plangebied Landgoed Mattemburgh
AFBEELDING 9: BESTAANDE TOESTAND PLANGEBIED EN DIRECTE OMGEVING
2.3.1 Elementen Historische Buitenplaats
In de Aanwijzing Historische Buitenplaats staan de volgende voor onderhavig bestemmingsplan relevante aspecten.
citaat:
"Beschrijving van het complex
In structuur en deels in detail gaaf bewaarde buitenplaats met
- HOOFDGEBOUW (1);
- HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2);
- TUINMANSWONING ANNEX KOETSHUIS (3);
- TUINMUUR rondom moestuin (4);
- ORANJERIE (5);
- REEËNHOK (6);
- TUINKOEPEL MET IJSKELDER (7);
- BRUG (8);
- BRUG (9).
Aan de provinciale weg van Bergen op Zoom naar Antwerpen, ten noorden van de dorpskern Woensdrecht ligt de historische buitenplaats Mattemburgh op de overgangszone van hoge zandgronden naar jongere zeekleigronden.
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. Begrenzing bepaald door de Antwerpsestraatweg (oost), de Beukendreef (zuid), de Dubbele Dreef (noord) en weilanden aan de westzijde.
Waardering
DE HISTORISCHE BUITENPLAATS MATTEMBURGH is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang vanwege:
- de ouderdom;
- de eenheid van huis en park, die vanaf 1846 tot stand zijn gekomen;
- het in neoclassicistische stijl opgetrokken hoofdgebouw, dat samen met de overige opstallen een gaaf bewaard en karakteristiek ensemble van 19de-eeuwse architectuur vormt;
- de bij de buitenplaats behorende historische tuin- en parkaanleg in landschapsstijl;
- de visuele samenhang tussen de complexonderdelen."
Kuipplanten
Een bijzonder onderdeel van de schenking vormt de collectie van meer dan 150 jaar oude kuipplanten. Dit is een erkende unieke verzameling in Nederland. Brabants Landschap is verplicht deze cultuurhistorische erfenis te beheren.
Voor de beschrijving van de onderdelen hoofdgebouw (1) etc. wordt verwezen naar het integrale Aanwijzingsbesluit.
De bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven op de afbeeldingen 9 en 10, alsmede op Kaart Bestaande toestand en ontwikkelingen (Bureau Verkuylen, nr. 27415003A, blad 1, versie V04) d.d. 8 december 2015, zie bijlage 1.
Verklaring nummers op afbeelding 9:
bebouwing rijksmonument
- 1. hoofdgebouw / villa
- 2. historische tuin en parkaanleg
- 3. tuinmanswoning annex koetshuis
- 4. moestuin met tuinmuur
- 5. oranjerie
- 6. voormalig reeënverblijf
- 7. tuinkoepel met ijskelder
- 8. stenen brug, (rotsenbrug)
- 9. ijzeren brug, (Chinese brug).
Overigens aanwezig
- 10. schuur
- 11. houthok
- 12. fietsenstalling
- 13. parkeerterrein
Entree’s
- 14. hoofdentree
- 15. nevenentree
- 16. dienstentree
AFBEELDING 10: LUCHTFOTO MATTEMBURGH
AFBEELDING 11: ONTWIKKELING BEBOUWING
2.3.2 Ontwikkeling park en tuin
De huidige inrichting van het park en tuin is het resultaat van anderhalve eeuw ontwikkeling.
De kern van het park bestaat vermoedelijk sinds ca. 1863, bestaande uit de vijver en zichtassen vanuit de tuinkoepel en een kronkelend padenstelsel in de landschapsstijl.
Op de topografische kaart van 1900 zijn de structuurelementen van het landgoed helder af te lezen:
- het beekdal bij de Blaffert;
- de omringende bossen;
- het bebouwingsensemble met landhuis, tuinmanswoning, moestuin en oranjerie;
- de waterpartij in de tuin;
- de zichtassen vanuit de verhoogde tuinkoepel.
De wandelpaden in de tuin zijn niet op deze topografische kaart aangegeven.
Vanuit de tuinkoepel is er een veldweg naar de toen nog bestaande boerderij Klein Mussepot. Tegenover het landhuis, aan de overzijde van de straatweg, ligt een open landschappelijke as bestaande uit een grasveld overgaand in een laan door de bossen.
In 1957 is de oranjerie uitgebreid en de siertuin tussen de oranjerie en de Beukenlaan aangepast in Franse stijl. Voor de oranjerie liggen gazons tussen wijkende wegen met westelijk daaraan grenzend de bloementuin. Zie ook afbeelding 11.
Heden zijn park en tuin qua structuur nog in hoge mate hetzelfde als in 1900 en 1950. Alleen heeft de aanleg van de A58 in 1969 het landhuis afgesneden van het tuin-parkgedeelte aan de oostzijde van de oude straatweg.
Authenticiteit
Het park van Mattemburgh heeft een unieke waarde en heeft nog een hoge mate van authenticiteit. Deze authenticiteit, de beleving van een historische buitenplaats met de daarvoor kenmerkende elementen zijn belangrijke immateriële waarden van Mattemburgh. Er zijn in de loop der jaren geen structurele grootschalige ingrepen gedaan die het park hebben aangetast. Dit is mede te danken aan de eigendomssituatie: van particulier eigendom rechtstreeks naar Brabants Landschap.
2.3.3 Ontwikkeling bebouwing
Eigen aan een landgoed zijn voortdurende aanpassingen in de loop van de tijd. Afbeelding 11 illustreert de situaties in 1875, 1945 en heden.
AFBEELDING 12: VILLA AFBEELDING 13: ORANJERIE
Op het landgoed staan diverse gebouwen.
De villa groeit van een paviljoen uit 1848 naar een statig landhuis in neoclassicistische stijl in 1854 door architect C. Franssen uit Antwerpen. De serre wordt er in 1878 aan toegevoegd (nr.1).
De oorspronkelijke tuinmanswoning dateert uit 1852 en is herbouwd in 1947 na oorlogsschade (nr. 3).
De tuinmuur rond de moestuin dateert uit de tweede helft 19e eeuw (nr. 4).
Het middendeel van de oranjerie is gebouwd in 1880. In 1947 herbouwd na oorlogsschade, en in 1957 uitgebreid met twee gebogen vleugels (nr. 5).
Het reeënhok resteert ook uit de tweede helft 19e eeuw (nr. 6).
De tuinkoepel met ijskelder is rond 1854 gebouwd (nr. 7).
De rustieke stenen brug is in 1860 gebouwd (nr. 8).
De ijzeren “Chinese brug” is in de tweede helft 19e eeuw gebouwd (nr. 9).
Beheer
Mattemburgh is als historische buitenplaats een beschermd Rijksmonument. Het waardevolle gebouwenbestand wordt door regulier onderhoud in een goede staat gehouden. Met name de Rijksmonumenten kennen hoge onderhoudskosten. Incidenteel (wanneer er middelen beschikbaar zijn) worden gebouwen grootschaliger gerestaureerd of herbestemd.
In 2005 is Brabants Landschap is begonnen met de eerste grootschalige restauratie. De oranjerie is toen grondig gerestaureerd en kreeg een horecafunctie als een economische drager voor het landgoed. De oranjerie was destijds al niet meer geschikt voor de gegroeide kuipplantcollectie. Vervolgens zijn in 2011 de villa, in 2012 de Chinese brug en het reeënhuisje en in 2013 de tuinkoepel/ijskelder gerestaureerd. De tuinmanswoning annex koetshuis en de tuinmuur zijn hard toe aan restauratie.
2.3.4 Huidig gebruik bebouwing
Het landgoed kent thans een bescheiden gebruik.
De villa werd tot 2012 verhuurd als woning en was niet openbaar toegankelijk. Het bebouwd oppervlak bedraagt circa 315 m².
De tuinmanswoning is als woning in gebruik. Het bebouwd oppervlak bedraagt circa 95 m².
Het bijbehorende koetshuis heeft een footprint van 85 m².
De oranjerie is sinds 2005 in gebruik als restaurant onder de naam Oranjerie Mattemburgh. Het horecabedrijf richt zich op de hogere sector in de markt, zoals zakelijke bijeenkomsten, bruiloften en partijen. Het bebouwd oppervlak bedraagt circa 270 m². De huidige keuken is ondergebracht in een tijdelijke voorziening van circa 155 m².
Het park was voorheen alleen op afspraak door groepen te bezichtigen. Met de opening van het horecabedrijf kan het park ook door individuele bezoekers bezocht worden.
De ommuurde moestuin wordt gebruikt voor:
- het opkweken van bloemen en planten voor de tuinen van het landgoed, zowel in de volle grond als in een kas;
- de moestuin levert tevens groenten en kruiden voor het restaurant.
De werkschuur biedt onderdak voor het materieel voor het onderhoud van het landgoed. Het bebouwd oppervlak bedraagt 130 m². Daarnaast staat een houtopslag van 50 m².
De gebouwen die onderdeel vormen van de tuinmuur worden gebruikt door het tuinpersoneel als kantine en opslag.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de oppervlakten van de thans aanwezige bebouwing.
onderdeel | bestaande oppervlakte in m² | |||||||
gebouwen, rijksmonumenten | ||||||||
villa | 315 | |||||||
tuinmanswoning | 95 | |||||||
koetshuis | 85 | |||||||
oranjerie | 270 | |||||||
tuinkoepel | 25 | |||||||
voormalig reeën verblijf | 10 | |||||||
subtotaal | 800 | |||||||
overige gebouwen | ||||||||
keuken oranjerie (is "voorlopige voorziening" en heeft geen formele status) | (155) | |||||||
kas binnentuin | 220 | |||||||
bergingen langs tuinmuur | 85 | |||||||
werkschuur | 130 | |||||||
houtopslag | 50 | |||||||
subtotaal | 485 | |||||||
totaal afgerond | 1.285 |
2.3.5 Ontsluiting en parkeren
Ontsluiting
Het landgoed is op drie plaatsen aangesloten op de openbare weg:
- de villa en de koetsierswoning hebben een erfontsluiting op de Antwerpsestraatweg. Dit is de voormalige hoofdingang;
- de oranjerie is voor voetgangers ontsloten vanaf de Beukenlaan. Dit is de actuele hoofdentree voor de bezoekers;
- voorts is er vanaf de Beukenlaan een dienstentree met onverharde weg naar de schuur.
Parkeren
Nabij de villa en de koetsierswoning liggen (ca. 15) verspreide parkeerplaatsen voor bewoners en werknemers, hetgeen een rommelige uitstraling heeft. Voor de bezoekers aan de oranjerie is in 2005 aan de zuidzijde van de Beukenlaan, tegenover de entree naar de oranjerie een nieuwe parkeerplaats (ca. 17,5 x 95 m) aangelegd voor ca. 75 auto’s. Halverwege de entree en de oranjerie staat een fietsenstalling langs de bosrand.
2.3.6 Planologische belemmeringen
Voor de voorgenomen ontwikkelingen - verbreding van de bestaande functies - bestaan geen planologische belemmeringen vanwege milieu, waarden of water, zoals in hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten wordt toegelicht.
2.3.7 Exploitatie
Het onderhoud van landgoed Mattemburgh is jaarlijks een grote kostenpost. Om dit te kunnen betalen wordt momenteel, met name bij grote restauraties van gebouwen, veel gebruik gemaakt van subsidies. Bij een terugtredende overheid zullen de subsidies structureel beperkt blijven. Mede hierdoor is het belangrijk een gezonde financiële basis te hebben waarbij kosten en opbrengsten meer in evenwicht zijn. Er zullen echter altijd externe (overheids)bijdragen nodig blijven.
Een van de belangrijkste inkomstenbronnen op het landgoed is momenteel de huuropbrengst van de opstallen. Het is een grote noodzaak om voor (een deel van) de gebouwen een dusdanige invulling te vinden dat deze structureel huur opbrengen.
Duidelijk is dat momenteel het verschil tussen de kosten en de opbrengsten niet uit eigen middelen van Brabants Landschap kunnen worden bijgelegd, en dat geen sprake is van een duurzame situatie. Bij het huidige verschil tussen kosten en opbrengsten is er een groot risico dat de kwaliteit en continuïteit niet gewaarborgd kunnen worden. Met nieuwe invullingen en functies alleen is het gat niet volledig te dichten. Voor een duurzame instandhouding van het landgoed op een allure dat bij het landgoed past zullen dus naast hogere directe opbrengsten ook diverse subsidies noodzakelijk blijven.
De kosten die nu voor de gebouwen worden opgevoerd betreffen alleen regulier onderhoud. Grote restauraties komen hier nog bij. Een overzicht van de exploitatie en de investeringen is opgenomen in bijlage 2.
2.3.8 De opgaven samengevat
De beschreven onderdelen maken duidelijk dat Brabants Landschap voor een grote opgave en uitdaging staat. Continuering van de huidige situatie waarbij jaarlijks een grote investering uit eigen middelen wordt gevraagd is geen optie. Naast de financiële component is ook het onderdeel 'gebruik en beleving' van wezenlijk belang. Bij gebouwen hoort een passende invulling. Door een geschikte invulling wordt een gebouw meer dan 'onroerend goed'. Het krijgt belevingswaarde en daarmee als het ware een 'ziel'.
De belangrijkste knelpunten/opgaven/constateringen op dit moment zijn:
- het ensemble van park en tuin, collectie kuipplanten en monumentale gebouwen is uniek. De onderlinge samenhang wil Brabants Landschap behouden voor de komende generaties;
- de kuipplantencollectie staat momenteel niet jaarrond op Mattemburgh. Dit is ongewenst zowel uit een oogpunt van de kwetsbaarheid van de planten, als voor het niet beleefbaar zijn ervan. Daarnaast brengt het jaarlijks heen en weer vervoeren en elders stallen relatief hoge kosten met zich mee;
- de kosten voor onderhoud van de gebouwen en het park zijn hoog en worden slechts ten dele gedekt door de huidige exploitatie, onderhouds- en beheersubsidies. Een dergelijk bezit rechtvaardigt tot op zekere hoogte dat er kosten worden gemaakt. Er moet echter wel een balans worden gezocht met de inkomsten, anders is dit op termijn niet vol te houden en wordt het landgoed een bodemloze put;
- er moeten op korte termijn investeringen worden gedaan in verband met de huidige exploitatie van de oranjerie en de villa. Brabants Landschap wil deze investeringen niet ad hoc doen waarbij uitsluitend naar de opgave voor het betreffende gebouw wordt gekeken, maar in samenhang met het ensemble. Hierbij moet ook worden teruggegrepen op de geschiedenis. Ook in het verleden is het landgoed ontwikkeld en uitgebreid, in die zin passen verdere ontwikkelingen dus ook binnen de historische context. Ontwikkelingen moeten echter wel plaatsvinden met respect voor de geschiedenis en met oog op de toekomst.
- Het park van Mattemburgh maakt deel uit van een gebied dat wat betreft natuur, landschap en cultuurhistorie een hoge beschermingsgraad heeft (Europees: N2000 Brabantse Wal en Markiezaat, Rijk: Ecologische hoofdstructuur en Rijksmonument en Provinciaal: Verordening ruimte). Losse ontwikkelingen zijn binnen enkele van deze regelingen lastig of niet mogelijk. De visie in het Versterkingsplan schetst de noodzaak tot ontwikkelingsruimte van bepaalde onderdelen binnen bestaande wet- en regelgeving. Instandhouding van het monumentaal ensemble is alleen mogelijk met passende en eigentijdse economische dragers. Dit verdraagt zich ook met de continue ontwikkelingsgeschiedenis van het landgoed.
2.4 Toeristisch En Recreatieve Aspecten
Belangrijk voor de ontwikkeling van Landgoed Mattemburgh is haar positie in de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de streek. Het landgoed is inmiddels door het rijk, provincie en gemeenten aangewezen als belangrijk (Rijks)monument en het is niet alleen meer een taak van Brabants Landschap, maar ook van genoemde overheden om deze status te waarborgen voor de toekomst en te delen met het publiek.
Ligging en bereikbaarheid
Wie kent het niet? De toonaangevende witte villa langs de A58 op de grens van Bergen op Zoom met Woensdrecht en Hoogerheide. Doordat dit gebouw net ten zuiden van de stad Bergen op Zoom ligt aan de verbindingsweg 'de Antwerpsestraatweg' heeft het voldoende (potentiële) aantrekkingskracht in zich. Daarnaast ligt het als verbindende schakel tussen de denkbeeldige driehoek Bergen op Zoom, Middelburg (Zeeland) en Antwerpen (België). Mattemburgh is goed te bereiken per auto en per fiets. Een bushalte ligt bij Korteven op ca. 1 km van de entree van het landgoed.
Recreatieve zonering rondom Mattemburgh – natuurgerichte recreatie
Grofweg zijn drie recreatieve zones rondom Mattemburgh te onderscheiden, zoals afgebeeld op afbeelding 14.
AFBEELDING 14: ZONERING
- Markiezaatsmeer-Kraaijenberg-Hildernisse
Ten westen van de spoorlijn ligt voor Brabant een uniek gebied, een wetland van allure, het Markiezaat, een Natura 2000-gebied met hoge vogelkundige waarden. Het is zelfs het meest vogelrijke broedgebied van Nederland. Het Markiezaat is beperkt toegankelijk, omdat het overgrote deel van het gebied erg verstoringsgevoelig is voor recreatie.
Op de Kraaijenberg is een bezoekerscentrum en er staat een uitkijktoren.
B& B Hoeve Hildernisse:, een Rijksmonument, ooit de enige buitendijkse boerderij van Nederland, heeft na beëindiging van het landbouwbedrijf in 2013 een meer publieke functie gekregen, bed en breakfast, ontvangst van groepen en beperkte ondersteunende horeca.
- De middenzone–verbinding tussen buiten en binnen Mattemburgh
De middenzone, tussen de spoorlijn en de snelweg A58, is een gebied met een verweving van natuur en agrarische gronden en open en gesloten landschapsdelen en relatief veel bebouwing, waaronder diverse boerderijen (Lindonk en Boerke Bogers) en ook Landgoed Mattemburgh. Het is door verharde wegen en paden ontsloten en wordt recreatief intensief gebruikt. Het vormt een recreatieve verbindingsschakel tussen Bergen op Zoom en Woensdrecht.
- Bosreservaat Mattemburgh
Ten oosten van de A58 ligt het bosreservaat, onderdeel van Mattemburgh: een uniek gebied vallend onder Natura 2000-gebied De Brabantse Wal en van belang voor doelsoorten zoals de wespendief en zwarte specht. Hier is relatieve rust van belang voor de natuurdoelen.
AFBEELDING 15: BELANGRIJKE RECREATIEVE PUNTEN
Landgoed Mattemburgh – cultuurgerichte recreatie
Landgoed Mattemburgh was tot 1982 in het geheel niet toegankelijk voor publiek. Met de ingebruikname van de historische oranjerie als restaurant in 2005, is ook het park toegankelijk gemaakt.
Voor Brabants Landschap was het inzetten van de horecafunctie een bewuste keuze. Niet alleen werd de huuropbrengst een extra kostendrager, maar werd het park tijdens de openingsuren van de Oranjerie openbaar voor eenieder.
De villa is tot 2012 altijd particulier bewoond. Het direct omliggende erf was privédomein van de bewoner. Vanaf 2013 zijn op verzoek in een arrangement met Oranjerie Mattemburgh rondleidingen gegeven in park en villa door een vaste groep vrijwilligers van Brabants Landschap. In 2014 kwamen hier in totaal ruim 300 mensen op af.
Het Landgoed Mattemburgh draait tevens mee in het cultureel scholenprogramma 'Cukids' voor basisschoolkinderen van de gemeente Woensdrecht.
Vanuit de streekorganisatie Brabantse Wal en de bijbehorende gemeenten Bergen op Zoom en Woensdrecht wordt steeds vaker een beroep gedaan op het landgoed en de oranjerie als evenementenlocatie, bijvoorbeeld voor de Brabantse Wal-dag en tijdens de Open Monumentendag. Deze evenementen trekken duizenden mensen. Door dit soort evenementen maar een paar keer per jaar toe te staan, lijden het park, de tuinen en gebouwen er minimaal onder.
Door de horeca trekt het landgoed het hele jaar door mensen, waarbij de maanden mei tot en met september het hoogseizoen zijn. Dan staan de perken in bloei en staan de kuipplanten buiten. In deze maanden straalt de allure van het landgoed af en is het een unieke beleving.
Na tien jaar ervaring met recreatief en educatief medegebruik kan Brabants Landschap de potentie voor de komende jaren goed inschatten en aangeven welke doelgroepen zich nu aangetrokken voelen en welke doelgroepen dat na de bouw van de vernieuwde horeca, oranjerie en verlegging van hoofdentree, routestructuur en parkeervoorziening zullen zijn. De recreant die zich aangetrokken voelt tot Landgoed Mattemburgh is te scharen onder de categorie 'de cultuurgerichte recreant'.
Toeristisch beleidskader Brabantse Wal
Nadat dit bijzondere gebied in 2009 door de Provincie als provinciaal landschap is aangewezen, hebben de gemeenten Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen in november 2009 een Nota toeristisch beleid Brabantse Wal uitgebracht.
AFBEELDING 16: BRABANTSE WAL
De belangrijkste doelen zijn: toename bekendheid, meer bezoekers trekken, vergroting herkenbaarheid en verhoging van gastvrijheid, van toegankelijkheid en kwaliteit van verblijf en van het samenwerkingsbewustzijn.
De Brabantse Wal, nu vooral een doorgangsgebied, zal meer een verblijfsgebied moeten worden door verhoging van de gastvrijheid, het aantal logeeraccommodaties, goede verwijzing vanaf de snelweg en verstrekking van informatie. Wat dat betreft zijn er volop mogelijkheden voor park Mattemburgh.
De toeristisch-recreatieve ontwikkeling als maatschappelijke taak en economische drager voor het behoud van het landgoed heeft alleen kans van slagen als deze visie gezien wordt als gezamenlijke opgave door betrokken overheidsinstanties, exploitant(en), Brabants Landschap en streekorganisaties. Daarbij is het van groot belang dat Mattemburgh niet als individueel toeristisch product in de markt wordt gezet, maar als onderdeel van de toeristische bestemming Brabantse Wal, Brabant en - vanwege de unieke kwaliteit - zelfs heel Nederland.
Hoofdstuk 3 Plan Mattemburgh
Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan voor het Landgoed Mattemburgh. Afbeelding 17 geeft de inrichtingsschets.
AFBEELDING 17: INRICHTINGSSCHETS 2016
Dit hoofdstuk is gebaseerd op het Versterkingsplan. Veel onderdelen zijn overgenomen, sommige onderdelen zijn iets ingekort of samengevat, met een verwijzing naar het Versterkingsplan, dat als bijlage 1 bij de regels is opgenomen.
3.1 Visie Mattemburgh
Brabants Landschap vindt het belangrijk om het landgoed naast de ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische functies, ook een publieke functie te geven. Bovendien streeft Brabants Landschap naar een financiële positie waarbij het landgoed duurzaam in stand kan worden gehouden, onder het motto “Behoud door ontwikkeling”. Om dit mogelijk te maken zijn enkele oplossingsrichtingen in beeld met bijbehorende investeringen. Zo moet de belangrijkste financiële drager van het landgoed - de horeca - verder wordt uitgebouwd, verbreed en gespecificeerd, passend in de historische omgeving en context. Door met de uitbreidingen het accent te leggen op de kernwaarden en de unieke specifieke eigenschappen van Mattemburgh, kan zowel een publiek worden getrokken dat geïnteresseerd is in het bijzondere erfgoed als mensen op zoek naar een bijzondere 'eetbelevenis'.
Het is van belang de kwaliteiten van het park te versterken en de unieke, specifieke waarden te tonen. Voor Mattemburgh in zijn algemeenheid is dit de aanwezigheid van een volwaardige en complete buitenplaats (hoofdhuis / bijgebouwen / park / tuinen). Onderscheidend is de nog immer aanwezige horticultuur (te vertalen als hovenierskunst, tuinbouw of tuinierskunst) die zich op vele wijzen toont (collectie bomen, coniferen, werkende kweektuinen, leifruit, bloemperken, guirlandes, kuipplanten, interieurafwerkingen).
Naast het overbrengen van kennis aan botanisch en historisch geïnteresseerden draagt de botanische en florale rijkdom sterk bij aan de uitstraling en beleving van de buitenplaats. Het voortzetten van de horticultuur is een belangrijk uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkelingen.
Voor de ontwikkeling en versterking van de buitenplaats Mattemburgh als geheel is in 2010 een Toekomstvisie Park Mattemburgh opgesteld door SB4 met een daarop gebaseerd Maatregelenplan (2013) dat vooral ingaat op de inrichting en verschijningsvorm van het park. Daarnaast is het van belang de horticulturele aspecten als 'cultuurhistorisch erfgoed' voor het voetlicht te brengen en te faciliteren. Het tonen van de bijzondere horticultuur van Mattemburgh kan verder gaan dan het in de zomer en winter zien van planten in park en tuin. Te denken is aan plantenfeesten, tuinfestivals, het naar buiten brengen van kuipplanten als evenement. De horticultuur als unique sellingpoint kan tevens worden gebruikt door de horeca. Door de beleving van moestuin en plantenkweek met bijpassende gerechten en dineren in oranjerie en tuin kan de relatie tussen de horeca en de plek waar deze horeca zich bevindt worden versterkt.
De rode draad bij deze ontwikkeling is het publiek op iedere locatie in het park en in de gebouwen deelgenoot te maken van het verleden, toen met name de liefde voor planten, de horticultuur, functie en gebruik van planten voor zowel sier als voeding, maar ook de pracht van bomen in hun soorten- en vormenrijkdom centraal stonden. Dit gegeven wil Brabants Landschap nieuwe betekenis geven in de verdere ontwikkeling van Mattemburgh.
De authenticiteit van Landgoed Mattemburgh is overal herkenbaar en beleefbaar. Bij nieuwe gebouwen zal beleefbaarheid van authentieke elementen, zoals de kuipplantencollectie, de kweek van perkplanten, kruiden, groenten en fruit, versterkt worden. Park en parkbos worden door nieuwe schakels zoals bruggen en een nieuwe zichtlijn tussen de bestaande en nieuwe oranjerie, nauwer verbonden en ontsloten en meer als eenheid beleefbaar.
3.2 Verbreding Functies Mattemburgh
De historische oranjerie is in 2005 in gebruik genomen als restaurant, als aanzet voor nieuwe economische dragers. Tegelijk met deze voorziening is het landgoed toegankelijk gemaakt. Dit restaurant en de openstelling van het park hebben een positieve impuls aan het beheer gegeven. Daarom streeft Brabants Landschap naar een verdere verbreding van de functies op het landgoed voor een groter publiek.
Uitgangspunt is versterking van de horecafunctie en vergroting van het aantal zakelijke bijeenkomsten, bruiloften en feesten. De villa kan ruimte bieden voor conferenties, en voor overnachtingen in het kader van conferenties en bruiloften.
De uitbreiding van de historische oranjerie/restaurant en de bouw van een nieuwe winterberging met multifunctioneel gebruik vormen de basis voor de verbreding van functies. Nadrukkelijk geldt als randvoorwaarde dat de bestaande ruimtelijke kwaliteiten niet aangetast worden. Er is geen commercieel oogmerk. De exploitatie / het landgoedbedrijf is een financieel hulpmiddel voor het beheer en onderhoud van het totale rijksmonument. Het landgoed blijft in eigendom van Brabants Landschap. De exploitatie van de horeca-/conferentiefunctie wordt op huurbasis in handen gegeven van een private partij.
De voorgestelde plannen behelzen het doorontwikkelen van het Landgoed Mattemburgh tot een locatie voor horeca en bijeenkomsten in de meer exclusieve sector. Het bestaande, als monument aangewezen ensemble van gebouwen en park vormt daarbij het te behouden fysieke kader, waarbinnen nieuwe, collectieve, eigentijdse ontmoetingsfuncties onder voorwaarden zijn toegelaten. Deze doorontwikkeling past ook in het voormalige Belvederebeleid met als motto: 'behoud door ontwikkeling'.
Hierna worden de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen en het park beschreven.
3.3 Gebouwen Op Mattemburgh
3.3.1 Villa
Centraal op het landgoed staat de villa, die tot 2012 altijd bewoond is geweest. Vanuit de functie wonen zijn andere gebouwen ten dienste hiervan toegevoegd, zoals de tuinmanswoning en het aangebouwde koetshuis, de tuinkoepel en de daaronder gelegen ijskelder en later de binnentuin en oranjerie voor de kweek en opslag van planten.
Brabants Landschap wil graag de villa Mattemburgh een openbaar karakter geven en dit belangrijke monument openstellen voor het publiek. De activiteiten die hier worden georganiseerd, moeten passen bij de grandeur van deze plek. Daarbij wordt heel duidelijk ingezet op kleinschalige activiteiten in het exclusieve segment. Te denken valt aan huiskamerconcerten, huwelijksvoltrekkingen, vergaderingen met een exclusief karakter, rondleidingen etc.
De verbreding van de functie van de villa -met nadruk op meer publiek gebruik- zal gerelateerd moeten zijn aan de horecaonderneming op Mattemburgh. Ook een beperkte overnachtingsfunctie (erfgoedlogies) kan in de villa gerealiseerd worden, mits dit de authenticiteit niet aantast. Het wordt mogelijk om op landgoed Mattemburgh een compleet arrangement aan te bieden, zoals een huwelijksvoltrekking in de villa, met feest in de huidige oranjerie en daarna overnachting weer in de villa.
Om te waarborgen dat het gevoelige interieur behouden blijft, zijn strikte huisregels en duidelijke randvoorwaarden nodig, alsmede een toeziend beheerder. Daartoe kan ook gedeeltelijke bewoning van de villa nuttig zijn, bijvoorbeeld in het souterrain.
De mogelijkheden voor een verbreding van het gebruik zijn samengevat in onderstaande tabel. Daarbij wordt uitgegaan van flexibele gebruiksmogelijkheden voor bijeenkomsten zoals conferenties en trouwpartijen, overnachtingen e.d. Catering is mogelijk vanuit het restaurant in de oranjerie.
ruimte | bvo in m² | functies afgestemd op de praktische mogelijkheden | |
souterrain | 210 | algemeen, wonen, kantoor voor het beheer | |
begane grond | 210 | conferentieruimten voor ca. 50 personen | |
1e verdieping | 185 | conferentieruimten voor ca. 30 personen of overnachting voor ca. 8 personen | |
2e verdieping | 160 | algemeen, utilitair |
gebruiksmogelijkheden villa
Samenvattend zijn de beoogde functies van de villa:
- exclusieve activiteiten/bijeenkomsten ondersteund door horeca in de oranjerie
- trouwlocatie
- groepsrondleidingen
- erfgoedlogies
- bewoning (souterrain)
- utilitair (zolder)
3.3.2 Tuinmanswoning en koetshuis
De tuinmanswoning was oorspronkelijk de koetsierswoning, aangebouwd aan het koetshuis met de stallen en rijtuigen. Deze woning zal weer worden bewoond door de exploitant/beheerder van het landgoed die naast zijn onderhouds- en beheerwerkzaamheden ook de zorg voor de veiligheid op het landgoed tot taak zal hebben.
Het koetshuis is geschikt voor meerdere functies. Thans wordt het gebruikt als garage en berging.
3.3.3 Historische oranjerie
Een belangrijke keuze die reeds eerder is gemaakt, is de jaarronde horecafunctie in de historische oranjerie. De restaurantfunctie is een economische drager voor het landgoed en wordt versterkt. De historische oranjerie vormt het fysieke hart van de horecaonderneming op het landgoed.
De oranjerie bevat een restaurant met een oppervlakte van 270 m² exclusief de noodkeuken. Hier worden bruiloften, feesten, (zakelijke) lunches en diners gehouden. Om als eigentijds restaurant te kunnen functioneren is een uitbreiding nodig met een nieuwe keuken en extra restaurantruimte, tezamen 475 m².
AFBEELDING 18: IMPRESSIE ONTWERP UITBREIDING BESTAANDE ORANJERIE
Het concept voor het te vernieuwen restaurant wordt nader toegelicht in de paragraaf 5.4 van het Versterkingsplan, zie bijlage 1 bij de regels.
Bevoorrading
De uitbreiding brengt met haar inpassing tegelijk de logistiek van het restaurant op orde. Waar de bevoorrading nu nog plaatsvindt door de binnentuin, is er bewust voor gekozen om aan de straatzijde een nieuwe doorgang te creëren in de bestaande tuinmuur. Vrachtwagens voor het laden en lossen veroorzaken dan de minste overlast, hoeven niet midden over het landgoed te rijden of bij de villa te parkeren. De nieuwe doorgang zal als ondergeschikte entree vormgegeven worden en in beeldtaal/materialiteit met dezelfde kenmerken en materialen als de horeca-uitbreiding worden uitgevoerd.
3.3.4 Tuinkoepel
Een bestaand pareltje vormt de recent gerestaureerdetuinkoepel met daaronder de ijskelder. De ijskelder zal zijn belangrijke functie van overwinteringsplaats van vleermuizen behouden en kan alleen buiten de overwinteringsperiode en onder begeleiding worden bezocht. De bijzondere waarde van de ijskelder voor fauna prevaleert.
Na de restauratie heeft de tuinkoepel weer de allure die bij het landgoed past. Hiervandaan zijn de verschillende zichtlijnen in het park prachtig beleefbaar. De tuinkoepel is in het bijzonder inzetbaar bij kunst- en cultuuruitingen tijdens de activiteiten die op het landgoed worden georganiseerd door Brabants Landschap en Oranjerie Mattemburgh.
3.3.5 Nieuwe winterberging kuipplanten
Inmiddels past de kuipplantencollectie niet meer in de historische oranjerie. Om de kuipplantencollectie weer jaarrond op Mattemburgh te kunnen herbergen zal een nieuwe winterberging gebouwd moeten worden.
Het jaarlijkse vervoer van de bijzondere collectie kuipplanten naar een stalling buiten het landgoed vormt een onacceptabel risico voor deze collectie. Voor het ontwikkelen van een nieuwe winterberging op Mattemburgh zijn twee uiteenlopende aspecten van belang:
- het voorzien in een geschikte overwinteringsplek voor de collectie;
- het jaarrond presenteren van de kuipplanten aan de bezoekers, als onlosmakelijk onderdeel van de buitenplaats.
Naast functionele zaken als klimaat, omvang en toegankelijkheid zijn daarom de locatie en de beleving van belang.
Het concept en de situering van de te bouwen nieuwe winterberging is nader toegelicht in de paragrafen 5.2 en 5.3 van het Versterkingsplan, (bijlage 1 bij de regels).
In het Versterkingsplan wordt gepleit voor een versterking van de belevingswaarde van de horticulturele kwaliteiten op Mattemburgh. De kuipplantencollectie met de citrusbomen vormt daarbij een belangrijk onderdeel.
AFBEELDING 19: IMPRESSIE WINTERBERGING
Door de kuipplanten een prominente plek te geven bij de nieuwe parkeerplek, komt de bezoeker direct bij aankomst in contact met deze bijzondere collectie. Tevens wordt door de aanleg van een 'Franse' zichtas een visuele relatie gelegd tussen de historische oranjerie en de nieuwe winterberging.
De nieuwe winterberging en de nieuwe parkeerplaats liggen in de ecologische hoofdstructuur (EHS). De volgens de provinciale Verordening ruimte vereiste afweging en compensatie worden nader toegelicht in paragraaf 3.9 Natuurcompensatie.
3.3.6 Afweging alternatieve locaties winterberging
In de voorbije jaren zijn alternatieve locaties voor de winterberging bezien, met name in de binnentuin en op de bestaande parkeerplaats buiten het park. Deze locaties zijn afgevallen op basis van de volgende overwegingen.
- 1. Geen winterberging in de binnentuin omdat:
- a. deze wat betreft ruimte en beeldkwaliteit een te zwaar beslag legt op het historische moestuincomplex, de hoogte zou boven de tuinmuur uitkomen;
- b. deze locatie niet effectief is voor het beheer van de collectie; bomen kunnen niet door tuinpoort;
- c. de ommuring als wezenlijk onderdeel, met o.a. leifruit, dan zijn functie verliest voor de moestuin;
- d. ook andere wezenlijke onderdelen, zoals de bakken met vlakglas voor de uitwenning van de perkplanten, in de verdrukking komen;
- e. de nu nog authentieke beleving van de binnentuin daardoor wezenlijk wordt aangetast.
- 2. Geen nieuwe winterberging op de bestaande parkeerplaats, omdat:
- a. deze parkeerplaats geen goede bezonning biedt;
- b. deze parkeerplaats gezien de benodigde parkeercapaciteit, die nu soms al ontoereikend is, niet gemist kan worden, met name voor bezoekers van Oranjerie Mattemburgh;
- c. de unieke plantencollectie op een veilige plek moet staan, niet direct aan de openbare weg, gezien ook de in de laatste jaren alsmaar toenemende criminaliteit;
- d. de winterberging een onlosmakelijk onderdeel is van het ensemble van de buitenplaats;
- e. de rijafstanden te groot worden voor de heftruck met de kuipplanten.
NB. Een uitbreiding van de oranjerie in plaats van het huidige noodgebouw is wel aanvaardbaar, omdat:
- door de oriëntatie van de uitbreiding op de binnentuin, deze moestuin juist extra betrokken wordt in de beleving van de bezoeker.
- er, door de relatief lage uitbreiding tegen de huidige oranjerie, geen dominant gebouw komt.
3.3.7 Ruimten beheer en onderhoud
Momenteel is de werkplaats ondergebracht in het koetshuis, gebruiken de tuinmannen bijgebouwen aan de tuinmuur, en fungeert de werkschuur als opslagplaats voor de horeca. Door verschuiving van deze onderdelen kan het dagelijks functioneren beter georganiseerd worden.
De nieuwe winterberging biedt de mogelijkheid om de verschillende over het landgoed verspreide faciliterende functies bij elkaar te brengen. De werkplaats, het WVS (sociale werkvoorziening), de kantine en (buiten)opslag worden aan de achterzijde van de nieuwe winterberging gehuisvest, waardoor de logistiek op het landgoed verbetert. Door ook parkeerplaatsen voor het (horeca)personeel te realiseren bij de stalling kan het erf direct rond de gebouwen vrij blijven van auto's. Zo ontstaat een duidelijke centrale beheerplek, met een efficiëntere bedrijfsvoering tot gevolg.
Door het clusteren van alle onderhoudsactiviteiten ontstaat er centraal in het park een duidelijke beheerplek en een efficiëntere bedrijfsvoering.
Bovendien wil Brabants Landschap de opstallen duurzaam verwarmen. Door de strategische ligging (korte leidingafstanden) ten opzichte van alle andere gebouwen is deze clustering van gebouwen erg geschikt voor de plaatsing van een verwarmingsinstallatie. Deze clustering krijgt een representatieve voorkant aan de zijde aankomst/parkeerterrein en een functionele achterkant, zijde beheersactiviteiten.
3.4 Duurzaam Beheer
Ook voor het landgoed zijn de eigentijds aspecten duurzaam bouwen en beheer aan de orde.
Behoud van een landgoed betekent dat een goed evenwicht gevonden moet worden tussen de financiële dragers en de instandhoudingskosten. Dit vormt de aanleiding om te bekijken hoe het landgoed zo effectief mogelijk om kan gaan met haar energiegebruik en -voorzieningen. Op welke manier kunnen kosten bespaard worden en op welke manier kunnen de energielasten (met stijgende energieprijzen) beheersbaar worden gemaakt.
Op landgoed Mattemburgh staan meerdere panden, die thans individueel worden verwarmd door middel van gasgestookte ketels. Is deze decentrale wijze van warmteopwekking per locatie wel de meest rendabele? Een vraag die gesteld kan worden juist omdat de monumentale panden slechts een uiterst beperkte verduurzamingspotentie bezitten. De villa en de bestaande oranjerie kunnen niet nageïsoleerd worden of aanvullend van HR++ beglazing worden voorzien. Daarom richt het onderzoek zich met name op het zo effectief mogelijk opwekken van de warmte, waarbij toekomstige aanpassingen en de komst van nieuwe technieken moeten kunnen worden ingepast. In het bijzonder zijn deze vragen gerelateerd aan de bouw van de nieuwe winterberging en werkplaatsen.
Er is in onderzoek op welke wijze de werktuigbouwkundige installaties van de bestaande en nieuwe panden die in de visie benoemd worden duurzaam uitgevoerd kunnen worden.
In het Versterkingsplan is een bijlage ter zake opgenomen. De concretisering ervan valt overigens buiten het bestek van dit bestemmingsplan.
3.5 Samenvatting Bebouwing En Functies
AFBEELDING 20: HERVERDELING FUNCTIES - FUNCTIEVERBREDING - MEER ACTIVITEITEN (NB. PARKEERTERREIN IS IETS VERSCHOVEN, ZIE AFBEELDING 21)
Het plan voorziet in nieuwe bebouwing en een uitbreiding van de toegestane functies, zoals in onderstaande tabel samenvattend is weergegeven.
bebouwing monument | bestaand bebouwd oppervlak (in m²) | nieuw bebouwd oppervlak (in m²) | toegestane functies in nieuwe situatie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
villa | 315 | 315 | wonen, conferentie, overnachting; e.e.a. exclusief | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuinmanswoning | 95 | 95 | wonen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
koetshuis | 85 | 85 | algemene functies t.b.v. landgoed | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
historische oranjerie | 270 | 270 | restaurant, conferentie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tuinkoepel | 25 | 25 | tuinkoepel, horeca/klein horeca punt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voormalig reeën verblijf | 10 | 10 | informatie ruimte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
subtotaal | 800 | 800 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
overige gebouwen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
berging tuinmuur | 85 | 85 | berging | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kas binnentuin | 220 | 185 | kas | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieuwe keuken /restaurant | noodkeuken 155 | 475 | restaurant / keuken en berging ca 100 m² | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nieuwe winterberging | - | 725 | winteropslag kuipplanten, in zomer bijeenkomsten, exposities e.d. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werkschuur | 130 | 130 | beheer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
houtopslag | 50 | 50 | eigen energie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
subtotaal | 485 | 1.650 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
totaal | 1.285 | 2.450 |
De bebouwing in de nieuwe situatie omvat als geheel:
- de gebouwen met monumentstatus; deze blijven in principe onveranderd;
- de bestaande noodkeuken van 155 m² wordt opgenomen in de uitbreiding van de oranjerie met een permanente keuken en restaurant van 475 m²;
- de voorziene nieuwbouw voor een winterberging, met in de zomer multifunctionele horeca en exposities met een oppervlakte van 725 m²;
- voor de overige gebouwen is een kleine vergroting aangehouden.
Een en ander leidt tot een voorziene uitbreiding van het bebouwd oppervlak op het landgoed van thans ca. 1.285 m² naar ca. 2.450 m², zijnde 1.165 m².
Functieverdeling
In bovenstaande schema's is ook de functieverdeling weergegeven zoals die thans voorzien wordt. De omvang van de functies wordt mede bepaald door de parkeercapaciteit. Bovenstaande functieverdeling past bij de beschikbare parkeercapaciteit zoals die in paragraaf 3.8 wordt beschreven.
De essentie van voorliggend plan is dat in de bestaande gebouwen een verbreding van de functies mogelijk wordt. De precieze omvang wordt mede bepaald door het parkeren. Omwille van de flexibiliteit is in de regels het volgende opgenomen:
- de bijeenkomsten (conferenties, vergaderingen, partijen inclusief catering) zijn in alle gebouwen mogelijk. De exploitant behoudt hiermee de mogelijkheid om bijvoorbeeld eventueel in de villa ook een exclusief diner te houden, te verzorgen vanuit de keuken van het restaurant.
- de specifieke restaurantfunctie vraagt de meeste parkeerplaatsen. De voorziene restaurantfunctie in de historische oranjerie plus de uitbreiding met de nieuwe keuken/restaurant, totaal 270 + 475 = 745 m² past binnen de parkeercapaciteit. Omwille van de flexibiliteit van het plan is in de regels opgenomen dat de totale omvang van de specifieke restaurantfunctie maximaal 750 m² mag bedragen.
- wonen en overnachten wordt toegestaan zowel in de villa als in de tuinmanswoning;
- de nieuwe winterberging, groot bruto 725 m², mag multifunctioneel gebruikt worden: in de winter voor het stallen van de kuipplanten en in de zomer voor exposities en bijeenkomsten.
3.6 Park
Het park en de tuin vervullen een functie voor:
- uitloop voor gasten van restaurant / bijeenkomsten
- specifiek bezoek aan historische tuin
- bezoek in geval van exposities
- bijzondere evenementen, zoals Brabantse Wal / Mattemburgh Culinair met enkele duizenden bezoekers).
De nieuwe functies leiden tot een paar aanpassingen van de bestaande inrichting van het landgoed zoals op afbeelding 17 en op de Kaart Bestaande toestand en ontwikkelingen, bijlage 1 is weergegeven.
Al langere tijd is er de wens om park Mattemburgh naar een hoger niveau te tillen. Hiertoe is in 2010 reeds een visie opgesteld die later is uitgewerkt in een maatregelenplan. De kern van de visie is het behoud en de versterking van het unieke karakter samengesteld uit de kleurige mozaïekperken, de oude kuipplanten, de bijzondere boomsoorten (horticultuur) en de zichtlijnen in het landschappelijke park. Het bureau dat de visie heeft opgesteld (SB4) noemt dit treffend het tafelzilver voor de toekomst. Mattemburgh munt uit in deze nog authentieke situatie, alsof de 19e eeuwse graaf en gravin net vertrokken zijn. Dit is dus ook in de beleving van de recreant een sterk punt.
AFBEELDING 21: UITGEWERKT STREEFBEELD (SB4, 2016)
Speerpunt voor de toekomst is daarom behoud van alle elementen die een 19e-eeuwse buitenplaats kenmerken zoals het bovengenoemde tafelzilver. Maar ook zeer waardevol is de gevarieerde rondwandeling langs de tuinkoepel, rond een slingerende vijver, door een volwassen bos en een moestuin met kas, kweekbedden, oranjerie en pinetum. Mattemburgh heeft de potentie om op deze elementen uit te blinken en daarmee een aantrekkingskracht uit te oefenen op tuinliefhebbers. Door dit als speerpunt voor de toekomst te nemen, blijven niet alleen de belangrijke waarden van de buitenplaats behouden, maar blijft Mattemburgh hiermee ook onderscheidend van andere buitenplaatsen.
De gevarieerde terreinsituatie, op de rand van het beekdal van de Blaffert en de bijzondere compositie van de aanleg, in combinatie met de ouderdom van het park, hebben gezorgd voor hoge ecologische waarden. Samen met het herstel van de tuin moet ook een wijziging in beheer plaats gaan vinden. Op sommige plekken moet dit intensiever en op sommige juist extensiever.
Ook de recreatieve ontsluiting tussen park en parkbos verdient meer aandacht. Een nieuwe brug geeft mogelijkheden voor een logische ontsluiting. Herstel van cultuurhistorische elementen, zoals de vijverpartij in het parkbos en de beplanting op de heuvel van de tuinkoepel tussen de zichtlijnen, zal tevens de recreatieve aantrekkelijkheid verhogen.
De binnentuin heeft vanouds een kweekfunctie voor de perkplanten, snijbloemen, groenten, fruit etc. voor de graaf en de gravin. De kweek van de perkplanten in de kas en de bakken is er nog en zal ook blijven. De villabewoners zijn er niet meer, wel de restaurant- en villabezoekers. De kweekfunctie van de binnentuin zal dan ook meer daarop gericht worden.
De oranjerie en de geometrische tuin zijn weer een geheel andere belevingswereld. Waar vroeger de kuipplanten binnen stonden, kan nu worden gedineerd met zicht op de kuipplanten die de toegang tot de oranjerie flankeren. De beukenboog aan het einde van deze tuin, is sinds de ingebruikname als restaurant een nieuwe entree tot het park geworden, waarbij de bezoeker meteen de allure van de oranjerie ervaart. Het westelijk deel afgescheiden door de leilinden is het Pinetum, een bijzondere naaldbomenverzameling.
Het parkbos met vijver, die momenteel nog overgroeid met rododendrons en helemaal verland is, zal juist door het herstel van de vijver, het vrijstellen van bijzondere bomen en de aanleg van een eigentijdse brug in combinatie met de al open en grazige zichtassen, de bezoeker veel meer aanspreken. Tevens wordt een nieuwe parkeerplaats aangelegd bij de nieuwe oranjerie. De relatie met park en entree wordt hierdoor versterkt.
Tussen de zichtassen zelf en de wandelpaden, die intensiever onderhouden zullen gaan worden, zal het bosbeheer echt natuurvolgend blijven, zoals dit al vanaf de zeventiger jaren is geweest. Het heeft tot belangrijke ecologische waarden voor bijvoorbeeld vleermuizen, boommarters en vele holenbroeders geleid. De zwarte specht is een belangrijke Natura 2000-doelsoort die hier ook broedt.
3.7 Evenementen
Restaurantbezoek, vergaderingen, partijen, conferenties en overige bijeenkomsten zullen jaarrond plaatsvinden in de gebouwen. De verbreding van functies behelst ook het incidenteel houden van evenementen in de openlucht, zoals thans op landgoederen alom gebruikelijk is. Op Mattemburgh wordt bijvoorbeeld de Brabantse Wal / Mattemburgh Culinair gehouden, die duizenden bezoekers trekken. Meer algemeen zijn gangbare evenementen op een landgoed: zomerfairs (producten van het land), winterfairs (natuurlijke sfeerproducten voor de feestdagen), cultuurevenementen (kunstmanifestaties, optreden gilden, historische rijtuigen en oldtimers, muziek, toneel); natuurwandelingen en kunst- en antiekbeurzen.
Op Mattemburgh zijn evenementen toelaatbaar, voor zover sprake is van medegebruik van het cultuurhistorische monument en het natuurlijke kader van het park/landgoed. De evenementen mogen de bestaande waarden niet schaden. Uitgaande van de bestaande praktijk worden vier soorten evenementen in de openlucht passend geacht.
- voorjaar op het landgoed;
- bijeenkomst Brabantse Waldag / Mattemburgh Culinair;
- monumentendag;
- kerstmis fair.
De duur van een evenement in de openlucht wordt beperkt tot een vrijdag en aansluitend weekend. Inclusief opbouw en afbouw; per keer totaal niet meer dan één week.
Voor de openlucht evenementen gelden de voorts de volgende criteria.
- alleen van cultuurlijke, kunstzinnige en/of natuurlijke aard;
- niet meer dan vier evenementen per jaar;
- niet meer dan 5.000 bezoekers op één moment;
- alleen tussen zonsopgang en zonsondergang;
- alleen in het park binnen het plangebied, niet in de omliggende bossen;
- geen verstoring van flora- en faunawaarden in het park.
Deze criteria zijn in artikel 4.4.1 onder e van de regels opgenomen.
De overige evenementen op Mattemburgh zijn gekoppeld aan activiteiten in de gebouwen en zijn kleinschaliger van aard.
NB. In het evenementenbeleid van de gemeente Woensdrecht wordt een openlucht evenement als hier bedoeld aangemerkt als een "klein evenement".
Effecten op flora en fauna
Gelet op:
- het beperkte aantal en de omvang van de evenementen;
- ruimtelijke inperking van het gebied voor een evenement;
- het ontbreken van bijzondere flora en fauna in het park;
- het voorkomen van alleen de zwarte specht van de Rode Lijst-soorten in het omringende bos,
kan geconcludeerd worden dat geen sprake is van een onaanvaardbare verstoring van de flora- en faunawaarden c.q. natuurwaarden.
3.8 Verkeer En Parkeren
3.8.1 Ontsluiting
De ontsluiting is op afbeelding 17 weergegeven.
Het landgoed wordt op drie plaatsen ontsloten.
- De bestaande entree vanaf de Beukendreef blijft gehandhaafd als de representatieve hoofdentree.
- Er komt een nieuwe entree vanaf de Beukendreef naar het nieuwe parkeerterrein. De bestaande diensttoegangsweg vervalt. Direct ten oosten ervan komt de nieuwe route voor de auto.
- De oorspronkelijke toegang tot het landgoed vanaf de Antwerpsestraatweg wordt een nevenentree voor dienstverkeer en bevoorrading.
3.8.2 Parkeren
De functieverbreding leidt tot een behoefte aan extra parkeerplaatsen.
Raming parkeerbehoefte
De raming van de parkeerbehoefte is gebaseerd op de CROW-publicatie 182, “Parkeercijfers - Basis voor parkeernormering”, 2008. Deze publicatie bevat de kengetallen voor verschillende gebiedstypologieën. In de berekening is voor dit plan uitgegaan van de gebiedstypologie 'niet-stedelijk / rest bebouwde kom'.
Voorts is voor de onderscheiden ruimten uitgegaan van de activiteit die volgens de CROW-indeling de meeste parkeerplaatsen vereist.
In onderstaande tabel zijn voorts alleen die ruimten bvo's opgenomen, die geschikt zijn voor feitelijk gebruik door bezoekers.
onderdeel | bvo in m2 | functie | parkeernorm per 100 m² bvo | parkeerbehoefte | ||||
oranjerie plus nieuwbouw incl. keuken, excl. berging | 675 | restaurant | 14 - 16 | 101 | ||||
villa, | 200 | bijeenkomsten, recepties | 6 - 11 | 17 | ||||
nieuwe winterberging, in de zomer gedeeltelijk multifunctioneel | 250 | bijeenkomsten, exposities | 6 - 11 | 21 | ||||
park en tuin | n.v.t. | wandelen, exposities | 5 | |||||
personeel en diensten, inclusief bedrijfswoningen | n.v.t. | 15 | ||||||
kengetallen totaal | 159 |
BEREKENING PARKEERBEHOEFTE (CROW)
Gelijktijdigheid
Met betrekking tot genoemde ramingen kan worden opgemerkt dat geen sprake is van gelijktijdigheid van het maximale gebruik van alle voorzieningen.
- 1. Personeel en diensten zijn dagelijks aanwezig.
- 2. Volbezetting van het restaurant kan gedurende het gehele jaar voorkomen, maar is geen dagelijkse situatie.
- 3. Volbezetting van de villa kan eveneens gedurende het gehele jaar voorkomen, maar is eveneens geen dagelijkse situatie.
- 4. Volbezetting van de winterberging blijft beperkt tot de zomerperiode met maximaal 10-20 keer per jaar.
Parkeersituaties
- punt 1 en 2 vragen samen 116 parkeerplaatsen
- punt 1, 2 en 3 vragen samen 133 parkeerplaatsen
- punt 1, 2 en 3 en 4 plus park vragen samen 159 parkeerplaatsen
Volbezetting van het restaurant, van de villa en van de wintertuin inclusief parkbezoek kan in de zomerperiode voorkomen. Naar verwachting zal deze pieksituatie evenwel weinig aan de orde zijn.
Parkeervoorzieningen
Het bestaande parkeerterrein biedt ruimte voor circa 75 auto's. In het plan zijn nieuwe parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien: circa 70 parkeerplaatsen ter plaatse van de winterberging en circa 15 parkeerplaatsen voor het personeel achter de nieuwe winterberging.
Het tot nu toe gebruikelijke parkeren circa 15 plaatsen rondom de tuinmanswoning vervalt als vaste parkeervoorziening.
Totaal biedt het inrichtingsplan ruimte aan ca. 160 parkeerplaatsen. Hiermee wordt voldaan aan bovenstaande ramingen van de parkeerbehoefte.
In bijzondere situaties is er in geval van noodzaak ook de mogelijkheid tot piekparkeren in een weiland buiten het park ten noorden van de villa, zoals thans al gebeurt in geval van evenementen.
3.8.3 Afweging locatie parkeerplaats.
De nieuwe parkeerplaatsen liggen in de EHS. Dit vereist een afweging van de noodzaak daartoe c.q. het overwegen van andere mogelijkheden.
Afstand parkeerplaats
De bestaande parkeerplaats ligt buiten het landgoed tegenover de hoofdingang. De afstand vanaf de bestaande parkeerplaats bedraagt:
- tot oranjerie/restaurant: circa 200 m (entree) - 300 m (achterzijde terrein);
- tot de villa: circa 300 m (entree) - 400 m (achterzijde terrein).
Deze afstanden worden in de praktijk als bezwaarlijk ervaren. Daarbij komt het risico van vandalisme op het parkeerterrein. De bestaande afstand van gemiddeld 350 meter tot de villa moet als te groot worden beschouwd.
De CROW bevat ook kengetallen voor acceptabele loopafstanden, zoals opgenomen in onderstaand schema.
In de CROW worden de functies restaurant en conferentie niet onderscheiden. Ten behoeve van dit plan worden deze gelijkgesteld met ontspanning, gezondheidszorg, onderwijs. Dit is 100 meter vanaf de parkeerplaats tot het restaurant/oranjerie en de villa.
In verband met het gewenste kwaliteitsniveau van de conferentiefunctie, trouwpartijen e.d. van Mattemburgh is een relatief kleine loopafstand van het parkeren tot de villa gewenst.
Opties uitbreiding parkeercapaciteit
Binnen een aanvaardbare afstand liggen alleen het park Mattemburgh en de omgevende bossen. Langs de Antwerpsestraatweg ontbreekt de ruimte voor de aanleg van parkeerplaatsen.
Praktisch gezien zijn er twee locaties denkbaar voor de uitbreiding van de parkeercapaciteit.
Locatie 1: uitbreiding bestaande parkeerplaats
AFBEELDING 22: AFBEELDING 23: AFBEELDING 24:
BESTAANDE PARKEERPLAATS SCHETS UITBREIDING LOCATIE UITBREIDING
De huidige situatie bestaat uit een rijbaan met aan weerszijden parkeerplaatsen (17,5 x 95 m). Totaal ca. 70 plaatsen.
Een uitbreiding van het bestaande parkeerterrein met ca. 85 plaatsen is denkbaar aan de zuidwestzijde, omdat het terrein aan de noordwestzijde een relatief sterke golving kent (zandrug). Ter plaatse van de uitbreiding staan grove dennen.
De gemiddelde loopafstand tot de villa bedraagt ca. 400 meter.
De toerit naar dit nieuwe parkeerterrein kan verlopen via het bestaande parkeerterrein. Het parkeerterrein ligt onbeschermd en is vandalisme gevoelig in een anonieme bosomgeving met slecht begaanbare paden.
Locatie 2: nieuw parkeerterrein op landgoed
Een nieuw parkeerterrein met ca. 70 + 15 = 85 plaatsen op het landgoed is denkbaar ter plaatse van het bosvak waar de werkschuur is gelegen. De locatie is bereikbaar via de bestaande dienstentree vanaf de Beukenlaan. Op de plek staan relatief weinig bomen.
De gemiddelde afstand van de parkeerplaatsen tot de villa bedraagt ca. 150 meter. Bovendien liggen de parkeerplaatsen beschermd binnen de poort van het landgoed.
AFBEELDING 25: LOCATIE BIJ WERKSCHUUR AFBEELDING 26: SCHETS PARKEERPLAATSEN/-TERREIN
De plek is sinds jaar en dag in gebruik voor onder meer composteren, bladhopen en houtopslag. Daardoor is er geen sprake van een waardevol bosmilieu. Voorts wordt gestreefd naar een dusdanige inrichting van het parkeerterrein dat de bestaande bomen zoveel mogelijk gespaard worden. Een parkeerterrein met bomen past bij de sfeer van een landgoed. Brabants Landschap heeft het bomenbestand nader verkend met het oog op de nieuwe winterberging en het parkeren. De te verwijderen bomen verkeren in een minder goede conditie, dan wel belemmeren andere bomen in een goede doorontwikkeling. Voldoende bezonning van de winterberging vereist voldoende openheid.
De toerit naar dit parkeerterrein zal gaan via een nieuwe route aan de oostkant langs de bestaande dienstweg vanaf de Beukenlaan. De bestaande weg is smal met waardevolle bomen, terwijl ter plaatse van de nieuwe route relatief weinig bomen staan.
AFBEELDING 27: LOGISTIEK EN PARKEREN (NB. PARKEERTERREIN IS IETS VERSCHOVEN, ZIE AFBEELDING 21)
De ruimte voor het onderhoud wordt in noordelijke richting verschoven naar de locatie van de houtschuur. De fietsenstalling zal eveneens naar de plek rand parkeerterrein / houtschuur verplaatst worden. De vrijkomende ruimte van de fietsenstalling wordt benut voor de uitbreiding van het pinetum.
Keuze
In onderstaand schema zijn de belangrijkste aspecten per locatie gewaardeerd.
aspecten | locatie 1 | locatie 2 | |
loopafstand bezoekers | – – | + + | |
beheer parkeerterrein | – | + | |
aantasting EHS | – | – |
Gekozen is voor locatie 2, om de volgende redenen:
- de huidige parkeerplaats functioneert matig; een tweede parkeerplaats nabij de voorzieningen villa en oranjerie is vereist voor de klantvriendelijkheid;
- een parkeerterrein op het park is beter te beheren dan een groot parkeerterrein op afstand;
- de bestaande waardevolle bomen worden gehandhaafd en overigens vindt de natuurcompensatie plaats volgens de Verordening ruimte;
- in de bestaande situatie is de locatie in gebruik voor beheer- en onderhoudsactiviteiten op het landgoed.
De vereiste compensatie aantasting EHS wordt uitgewerkt in paragraaf 3.9.
3.8.4 Parkeren evenementen
Bij bijzondere evenementen, zoals de landgoeddag, kunnen grote aantallen bezoekers komen. Voor dit soort evenementen - die slechts een paar keer per jaar voorkomen - worden in overleg met de gemeente, speciale maatregelen getroffen om alles in goede banen te leiden. Bijvoorbeeld de inzet van pendelbussen om bezoekers naar het landgoed te brengen.
Ook is in de voorbije jaren gebruik gemaakt van een wei aan de Antwerpsestraatweg, direct ten noorden van het park Mattemburgh. In de parkeerberekening is geen rekening gehouden met dergelijke evenementen.
3.8.5 Logistiek
Op afbeelding 27 zijn de logistieke lijnen ingetekend.
- De beide parkeerplaatsen voor de bezoekers zijn alleen bereikbaar vanaf de Beukenlaan.
- De bestaande entree vanaf de Antwerpsestraatweg zal nog alleen voor de bevoorrading van het restaurant gebruikt worden en wel en langs de oostzijde van de binnentuin.
- Al het personeelsverkeer en het overige dienstverkeer/onderhoudsverkeer zal rijden via de bestaande route voor het dienstverkeer vanaf de Beukenlaan.
3.8.6 Conclusies parkeren en logistiek
- 1. Op het bestaande parkeerterrein is ruimte voor ca. 70 auto’s. Extra parkeerruimte voor bezoekers met ca. 65 auto's is voorzien in het park naast de nieuwe winterberging. Beide parkeerplaatsen alleen te bereiken vanaf de Beukenlaan.
- 2. In geval van evenementen worden speciale (parkeer)maatregelen getroffen.
- 3. De representatieve hoofdentree blijft onveranderd aan de Beukenlaan.
- 4. De bestaande toegang vanaf de Beukenlaan krijgt alleen een functie voor de bevoorrading van het restaurant langs de oostzijde van de binnentuin.
- 5. Alle voor parkeren en dienstverkeer voor personeel, onderhoud e.d. moet gebruik maken van de vervangende nieuwe ontsluiting vanaf de Beukenlaan.
- 6. De fietsenstalling wordt verplaatst naar de nieuwe loper tussen de nieuwe winterberging en de bestaande oranjerie/restaurant.
3.8.7 Verkeersbewegingen
Het aantal verkeersbewegingen is afgeleid van het aantal beschikbare parkeerplaatsen, zijnde ca. 160, de piek drukten niet meegerekend. Verder is aangenomen dat een parkeerplaats niet meer dan 2 x per dag wordt gebruikt. Het aantal verkeersbewegingen bedraagt dan maximaal 4 maal het aantal parkeerplaatsen (2 x komen, 2 x gaan).
Het totaal aantal verkeersbewegingen in de nieuwe situatie komt hiermee uit op:
4 x 160 = 640 verkeersbewegingen.
De toename van het aantal verkeersbewegingen ten opzichte van de huidige situatie bedraagt: 640 - (4 x 70) = 360 verkeersbewegingen.
Deze auto bewegingen verspreiden zich in beide richtingen op de Antwerpsestraatweg. Gezien het profiel van de Antwerpsestraatweg en de functie als parallelweg van de A58 is deze toename vanwege Mattemburgh verkeerstechnisch aanvaardbaar.
3.9 Natuurcompensatie
3.9.1 Inleiding
De natuurcompensatie is gebaseerd op de provinciale Verordening, artikelen 5.5, 5.6 en 5.7. Zoals beschreven in paragraaf 3.3.3 respectievelijk paragraaf 3.8.2 zijn de nieuwe winterberging en nieuwe parkeerruimte in de EHS gesitueerd.
N.B.
In het kader van de voorbereiding van dit bestemmingsplan is in de periode 2012 / 2013 reeds een procedure herbegrenzing EHS doorlopen in relatie met de geplande parkeerplaats voor circa 70 auto's. Deze procedure was gebaseerd op de Verordening ruimte 2012. In de Verordening ruimte 2014 is de begrenzing van de EHS al hierop aangepast, inhoudende dat de locatie van de eerder geplande parkeerplaats thans tot de groenblauwe mantel behoort, en het compensatieperceel op Lindonk reeds als EHS-gebied is opgenomen.
Deze compensatie op Lindonk is vooruit gelopen op een bestemmingsherziening. In dit plan wordt daarom de vereiste natuurcompensatie berekend voor de parkeerplaats en de winterberging tezamen.
Achtereenvolgens worden beschreven:
- de aantasting
- de mitigatie
- de compensatie
3.9.2 Aantasting
AFBEELDING 28: AFBEELDING 29: AFBEELDING 30:
BOSVAK SCHETS PARKEREN EN WINTERBERGING UITSNEDE EHS
AFBEELDING 31: TE VERWIJDEREN EHS
De nieuwe winterberging en de parkeerruimte liggen aan de rand van het park van het landgoed. Het park behoort niet tot de EHS. De aantasting vindt derhalve plaats in de rand van de EHS.
De aantasting van de EHS door de nieuwe toegangsweg bedraagt 500 m² en is reeds gecompenseerd. Het bestaande weggetje wordt opgeheven en er komt een nieuwe route aan de oostkant ervan die circa 20 meter naar het oosten aansluit op de Beukenlaan. De oppervlakte van dit nieuwe weggetje bedraagt ook 500 m², waardoor de aantasting van de EHS kwantitatief niet verandert. Het bestaande weggetje zal verbossen.
De aantasting als geheel behelst:
oppervlakte | |||||
1. | aantasting EHS 2012 (reeds in herbegrenzing EHS verwerkt) | 3.900 | m² | ||
2. | toegangsweg (onderdeel herbegrenzing EHS 2012) | 500 | m² | ||
3. | extra te verwijderen EHS voor winterberging en parkeren personeel | 1.675 | m² | ||
4. | extra te verwijderen EHS voor parkeerterrein bezoekers | 1.325 | m² | ||
totale aantasting EHS | 7.400 | m² |
3.9.3 Mitigatie
De ingreep moet ter plaatse zoveel mogelijk gemitigeerd worden. Dit geschiedt op de volgende manieren.
- De bestaande beplanting zal zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. In de bestaande situatie is sprake van een relatief open bosvak met weinig grote bomen. De waardevolle bomen zullen behouden blijven. De parkeerplaats krijgt een parkachtige inrichting aansluitend op het bestaande park Mattemburgh.
- Aan de noordkant van deze open ruimte is de nieuwe winterberging gesitueerd vrij op de zon georiënteerd.
- De winterberging voegt veel waarde toe aan het landgoed, omdat hiermee de horticultuur versterkt wordt. De winterberging, multifunctioneel te gebruiken, is gesitueerd aan een zij-as van het bestaande ensemble en krijgt daardoor een directe ruimtelijke en functionele relatie met de bestaande oranjerie/restaurant en omgeving. Vanaf het parkeerterrein biedt de winterberging aan de bezoeker de eerste visuele beleving van de buitenplaats-ensemble.
- De parkeerplaatsen en de winterberging zullen met aanvullende beplanting in de parkgroenstructuur worden opgenomen. Veel rododendrons om de auto's zoveel mogelijk aan het zicht te onttrekken. Ook kunnen nieuwe bomen worden bijgeplant om een bosachtige sfeer te behouden.
- De ontsluiting is via een nieuw weggetje om waardevolle bomen langs het bestaande weggetje te kunnen sparen.
3.9.4 Compensatie
De aangetaste EHS is bosgebied dat in het Natuurbeheerplan is aangeduid als ‘dennen-, eiken- en beukenbos’. Gezien de ontwikkeltijd van het bos (meer dan 25 jaar) en de matige kwaliteit van het bestaande bos, is een compensatiefactor van 1,66 aangehouden. Dit betekent dat 7.400 x 1,66= ca. 12.500 m² nieuw bos moet worden ontwikkeld. En wel van het natuurbeheertype 'dennen-, eiken- en beukenbos'. In het herbegrenzingsbesluit d.d. 21 januari 2014 is reeds 7.500 m² compensatie vervat. Er resteert derhalve kwantitatief nog minimaal 5.000 m² te compenseren.
Naast het verlies aan oppervlakte is ook sprake van kwalitatief verlies in de vorm extra drukte- en lichtuitstraling op de omgevende EHS. Op basis van de Verordening is daarom een overmaat aan compensatie vereist, zoals toegelicht in de Verordening paragraaf 4.21.3 lid 4.
Locaties compensatie
AFBEELDING 32: LOCATIES NIEUWE EHS
De aanvullende compensatie behelst:
- langs Antwerpsestraatweg: ca. 5.100 m² droog schraalland, N11.01;
- langs spoorlijn Spoorbaan/Holleweg: ca. 3.600 m² dennen- eiken- en beukenbos, N15.02.
Tezamen 8.700 m².
De kwantitatieve overmaat dekt de vereiste volgens de toelichting in paragraaf 4.21.3 lid 4.
Het parkeerterrein en de winterberging hebben een uitstraling op de omgevende EHS en bovendien het gegeven dat 'droog schraalland' een lagere natuurwaarde bezit dan 'dennen- eiken- en beukenbos'.
SAMENVATTEND SCHEMA
reeds gecompenseerd en in EHS opgenomen | 7.500 m² | dennen-, eiken- en beukenbos, N15.02 |
nog te compenseren 1 | 5.100 m² | droog schraalgrasland N11.01 |
nog te compenseren 2 | 3.600 m² | dennen-, eiken- en beukenbos, N15.02 |
totale compensatie | 16.200 m² |
NB Er is geen herbegrenzing EHS nodig, omdat gecompenseerd wordt op perceel Lindonk en binnen 'niet - gerealiseerde EHS' op de locaties Spoorbaan en Antwerpsestraatweg.
Effecten
De keuze voor locaties natuurcompensatie heeft de volgende effecten:
- 1. De berekende compensatieverplichting bedraagt kwantitatief 12.500 m². De feitelijke compensatie bedraagt kwantitatief 16.200 m². De overwaarde 3.700 m² vormt de kwalitatieve meerwaarde aan het totaal aan natuurwinst.
- 2. De reeds gecompenseerde dennen-, eiken-, en beukenbos sluiten aan op bestaande bospercelen van eenzelfde natuurdoeltype. Er komt meer aaneengesloten bosmassa.
- 3. Het droog schraalgrasland verzekert een natuurgebied als open spieën in het bos, met als waarden: cultuurhistorie, ecologie zowel botanisch als faunistisch en landschap.
- 4. Een bosperceel langs de Spoorbaan leidt tot een versteviging van de opgaande groenstructuur. Dit geeft de Spoorbaan een landschappelijke afscherming van de spoorlijn. Bovendien ontstaat een betere ecologische verbinding met de Duintjes-Lindonk, waaronder een hop-over voor vleermuizen in relatie met spoorlijn.
Uitvoering
Voor zover de Boswet aan de orde is moet voorafgaand aan de kap een melding worden gedaan en aan de voorwaarden voldaan.
De aanleg van het compensatiebos zal geschieden spoedig na het onherroepelijk worden van onderhavig bestemmingsplan.
Beheer en onderhoud
Het compensatiebos blijft eigendom van Brabants Landschap, die het reguliere beheer en de ontwikkeling zelf verzorgt.
Privaatrechtelijke overeenkomst
De ex artikel 5.7 lid 9 Verordening ruimte vereiste privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente en Brabants Landschap moet worden gesloten. Voor de locatie Lindonk is dit reeds geschied. Voor de locaties Antwerpsestraatweg en Spoorbaan wordt/is dit gedaan voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Ruimtelijk Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot onderhavig project toegelicht. Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:
- 1. Nationaal niveau
- 2. Provinciaal niveau
- 3. Gemeentelijk niveau
4.1 Nationaal Niveau
4.1.1 Natura 2000
Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de volgende EU-richtlijnen:
- Vogelrichtlijn (1979)
- Habitatrichtlijn (1992)
Beide richtlijnen zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet.
Afbeelding 33 geeft een uitsnede van het begrenzingenplan Natura 2000-gebieden.
AFBEELDING 33: UITSNEDE GEBIEDENDATABASE (BRON: KAARTMACHINE MIN. LNV)
Het plangebied Mattemburgh valt binnen de grenzen van het Natura 2000-gebied Brabantse Wal. Voor Mattemburgh voorziet dit plan in het behoud van het rijksmonument Historische Buitenplaats. In de context van Natura 2000-gebied is sprake van een relatief beperkte uitbreiding van de activiteiten.
Concreet omvat voorliggend plan:
- 1. Uitbreiding restaurant oranjerie (475 m²) in de binnentuin in aansluiting op de bestaande oranjerie, buiten de ecologische hoofdstructuur (EHS);
- 2. Aanleg parkeerterrein en bouw nieuwe winterberging binnen de EHS, groot 7.400 m²;
- 3. Aanleg natuurcompensatie EHS (in verband met aanleg parkeerplaats en winterberging), groot 16.200 m² bos op gronden met de status niet-gerealiseerde EHS.
Toetsing
De gebruikelijke procedure is dat de initiatiefnemer wordt gevraagd een voortoets op te stellen waarin de noodzaak voor een vergunningaanvraag wordt onderzocht. In dit geval is aan de hand van het ingezonden plan direct een beoordeling gemaakt in hoeverre sprake is van vergunningplicht.
Relevant Natuurbeschermingswetgebied
Het plangebied valt voor wat betreft de nieuwbouw van de oranjerie en de aanleg van het parkeerterrein binnen het Vogelrichtlijngebied Brabantse Wal. De aanleg van natuurcompensatie valt buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. In of op korte afstand van het plangebied zijn geen relevante habitat-typen aanwezig. Relevante doelsoorten zijn de broedvogels Wespendief en Zwarte Specht. De doelstelling voor deze soorten is behoud van de omvang van het leefgebied.
Zijn de instandhoudingsdoelen van de doelsoorten in het geding?
Voor de aanleg van het parkeerterrein en de bouw van de nieuwe winterberging wordt gestreefd naar een dusdanige situering en inrichting dat de bestaande bomen zoveel mogelijk ingepast worden.
De ingreep is van een dusdanig beperkte omvang dat een significant negatief effect op het leefgebied van Wespendief en Zwarte Specht op voorhand kan worden uitgesloten.
De uitbreiding van de oranjerie vindt plaats in aansluiting op bestaande bebouwing. Er hoeven geen bomen te worden gekapt. Een negatief effect op het leefgebied van de doelsoorten is uitgesloten.
Wat de toename van het aantal verkeersbewegingen betreft zijn significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebied evenmin te verwachten.
Het flora- en faunaonderzoek wordt toegelicht in paragraaf 5.2.2.
Conclusie
Op voorhand valt uit te sluiten dat de voorgestelde ingrepen effect hebben op de instandhoudingsdoelen van het Natuurbeschermingsgebied waar het initiatief plaatsvindt. Een Natuurbeschermingswetvergunning is niet nodig.
4.1.2 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) 2012 geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.
AFBEELDING 34: UITSNEDE NATIONALE RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR
In de SVIR worden de ambities van het Rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het Rijk voor minder nationale belangen en eenvoudiger regelgeving. De SVIR bevat 13 nationale belangen die worden beschermd middels het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening. Voor dit bestemmingsplan zijn aan de orde:
- Militaire terreinen en objecten;
- De ecologische hoofdstructuur (EHS).
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
de in de SVIR opgenomen nationale belangen hebben een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
Militaire objecten en terreinen
Het plangebied ligt in het invloedsgebied van het militaire vliegveld Woensdrecht. Ter bescherming van het functioneren van het vliegveld legt het Barro hoogte beperkingen op aan gebouwen en bouwwerken in deze zone. In paragraaf 5.1.8 is een toetsing opgenomen aan de beperkende hoogten.
Ecologische hoofdstructuur
In het Barro is opgenomen dat de nationale ecologische hoofdstructuur middels provinciale verordening moet zijn begrensd en beschermd. De provincie Noord-Brabant heeft dit opgenomen in de Verordening ruimte 2014. In paragraaf 4.2.2 wordt het plan getoetst aan deze verordening.
Toetsing
Het plangebied ligt in een zone met zaken van nationaal belang. Het EHS-gebied Markiezaat - Mattemburgh ligt als een kleine groene buffer tussen de economische kerngemeenten Antwerpen en Bergen op Zoom - Roosendaal. De verstedelijking hierin zal toenemen. Het plangebied ligt dus niet in een omgeving van rust en stilte, maar in een omgeving van drukte en dynamiek. De opgave van de verdere ontwikkeling ligt enerzijds in behoud en versterking van natuur en cultuurhistorie en anderzijds in het inspelen op de potenties voor medegebruik door de stedelijke bevolking.
Conclusies
- 1. Het plan moet de EHS beschermen.
- 2. Er zijn beperkingen van toepassing vanwege vliegveld Woensdrecht.
- 3. Een ontwikkeling van Landgoed Mattemburgh met een bredere horecafunctie past ruimtelijk-functioneel in het voortgaande verstedelijkingsproces van West Brabant.
4.1.3 Belvederebeleid
In 1999 heeft het Rijk de beleidsnota Belvedere gepubliceerd. Deze nota bevat een vernieuwend beleid inzake de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke ontwikkeling. Het motto van het Belvederebeleid is: behoud door ontwikkeling.
Het Rijk heeft het actieve Belvederebeleid formeel beëindigd. De doelstellingen blijven echter onveranderd (hierna te noemen: Belvederebeleid).
De kern van het beleid is dat de cultuurhistorie geen museum is van een ‘voltooid verleden tijd’, maar een voortgaand proces van generatie op generatie. Deze visie biedt ruimte voor een voortgaande ontwikkeling en vernieuwing, zodat er een kwaliteitstoevoeging met maatschappelijke meerwaarde kan ontstaan.
Het Belvederebeleid is van direct belang voor onderhavig plan. Het landgoed bezit een grote cultuurhistorische waarde. Een verbreding van de functies voor bijeenkomsten vergroot het economische draagvlak voor het behoud van het monument. De bouw van de nieuwe winterberging en nieuw parkeerterrein bieden maatschappelijk aantrekkelijke voorzieningen voor ontmoeting en verblijf.
Conclusie
Voorliggend plan past bij uitstek in het Belvederebeleid: behoud door ontwikkeling.
4.2 Provinciaal Niveau
Op provinciaal niveau zijn van belang:
- 1. Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014
- 2. Verordening ruimte 2014
- 3. Natuurbeheerplan
- 4. Beheerplan Brabantse Wal
4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO)
De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening bevat de hoofdlijnen van het provinciaal beleid met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkelingen in Noord-Brabant. Afbeelding 35 geeft een uitsnede van de plankaart. Het plangebied is aangeduid.
AFBEELDING 35: UITSNEDE PLANKAART STRUCTUURVISIE RUIMTELIJKE ORDENING
- 1. Landgoed Mattemburgh ligt binnen de aanduiding ‘kerngebied groenblauw’.
- 2. De bestaande parkeerplaats ligt binnen de aanduiding ‘kerngebied groenblauw’.
- 3. Het perceel natuurcompensatie Lindonk ligt eveneens binnen de aanduiding ‘kerngebied groenblauw'.
Onderstaande citaten uit de Structuurvisie geven de provinciale beleidsdoelstellingen weer.
"Perspectief kerngebied groenblauw
1 Beschrijving
[……..]
Het kerngebied groenblauw bestaat uit de ecologische hoofdstructuur inclusief de ecologische verbindingszones en waterstructuren zoals beken en kreken. Deze waterstructuren zijn nagenoeg geheel gebaseerd op de Kaderrichtlijn Water en de waterlopen met de functie Waternatuur uit het Provinciaal Waterplan 2010-2015.
[……..]
2 Beleid
[……..]
Het ruimtelijke beleid is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. Er is geen ruimte voor (grootschalige of intensieve) ontwikkelingen die niet passen binnen de doelstellingen voor de EHS en beheer/herstel van de waterstructuren. Bestaande functies en bestaand gebruik binnen de groenblauwe kern worden gerespecteerd.
Voor de ontwikkeling van functies binnen de groenblauwe kern gelden de EHS-spelregels,
zoals die door het Rijk/IPO zijn afgesproken: het 'nee, tenzij'-principe met toepassing van het compensatiebeginsel en met mogelijkheden voor de zogenaamde herbegrenzing en
saldobenadering. De ontwikkeling van extensieve recreatie die zich richt op de beleving van
natuurgebieden, is goed mogelijk. De ontwikkeling moet wel passen binnen de natuurdoelstellingen van het gebied en bijdragen aan de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden
[……..]
De ontwikkeling van extensieve recreatie die zich richt op de beleving van natuurgebieden, is goed mogelijk. De ontwikkeling moet passen binnen de natuurdoelstellingen van het gebied en bijdragen aan de versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden.
De toegankelijkheid van de natuur is van belang. De ontwikkeling van recreatieve poorten nabij de EHS draagt bij aan de beleving van de natuur.
[……..]"
Toetsing
- 1. Voorliggend bestemmingsplan is gericht op een duurzame instandhouding van het landgoed Mattemburgh. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan het behoud van de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden. Het landgoed is in de Verordening opgenomen als complex van cultuurhistorisch belang.
- 2. De parkeerplaats Mattemburgh is een bestaande voorziening, waarvoor in het verleden natuurcompensatie heeft plaatsgevonden nabij de bunker op Lindonk. In voorliggend plan is een vergroting van de parkeercapaciteit opgenomen als uitvloeisel van de verbreding van functies op Mattemburgh. De compensatie hiervoor is op het huisperceel van boerderij Lindonk gepland.
Conclusie
Voorliggend plan past in het beleidsstreven in de Structuurvisie RO.
4.2.2 Verordening ruimte 2014
De Verordening ruimte stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken. De Verordening maakt onderscheid in:
- algemene regels;
- structuren; en
- aanduidingen.
De algemene regels zijn algemeen dekkend. De structuren zijn provinciedekkend. Afhankelijk van de waarden in of kenmerken van een gebied gelden er één of meerdere aanduidingen. De relevante artikelen met consequenties voor het bestemmingsplan worden hierna behandeld.
4.2.3 Natuurbeheerplan
Het Natuurbeheerplan 2016 beschrijft onder meer welke natuur- en landschapsdoelen van toepassing zijn in de vorm van natuurdoeltypen en stelt eisen ten aanzien van beheermaatregelen. De beheertypenkaart geeft de huidige situatie weer. De ambitiekaart geeft de huidige situatie en de natuurpotenties weer.
Afbeelding 37 toont een uitsnede uit de beheertypenkaart. Binnen het plandeel Mattemburgh worden twee natuurbeheertypen aangeduid:
- park- of stinzenbos;
- dennen-, eiken- en beukenbos.
Binnen het plandeel Lindonk:
- dennen-, eiken- en beukenbos.
Binnen de twee overige compensatielocaties:
- nog in te richten bestaande natuur.
AFBEELDING 37: UITSNEDE BEHEERTYPENKAART
Afbeelding 38 is een uitsnede uit de ambitiekaart. Uit de afbeelding blijkt dat op Mattemburgh het eerdere natuurbeheertype 'park- of stinzenbos' is komen te vervallen. Het beheertype 'dennen-, eiken- en beukenbos' is onveranderd.
AFBEELDING 38: UITSNEDE AMBITIEKAART
Toetsing
- Het kerngebied van het park Mattemburgh heeft geen aanduiding
- De locatie met nieuwe parkeerterrein Mattemburgh heeft (had in 2012) de aanduiding "dennen-, eiken- en beukenbos"
- Het huisperceel van voormalige boerderij Lindonk heeft de aanduiding "dennen-, eiken- en beukenbos"
- De twee overige locaties voor compensatie hebben de aanduiding "dennen-, eiken- en beukenbos" en "droog schraalgrasland"
De aanleg van het nieuwe parkeerterrein vereist compensatie volgens artikel 4.11 van de Verordening. Daarbij gaat het in voorliggend plan om verlies / aantasting van het natuurdoeltype "dennen-, eiken- en beukenbos". De compensatietoeslag bedraagt 2/3. Bovendien is voorzien in een extra kwantitatieve toeslag omdat het beheertype "droog schraalgrasland" lager gewaardeerd wordt dan "dennen-, eiken- en beukenbos".
Conclusie
De compensatie voor de ingreep (7.400 m²) vanwege het parkeerterrein en de winterberging leidt tot omzetting van (16.200 m²) niet-gerealiseerde EHS in nieuwe EHS conform de beheertypen op de ambitie kaart met de bestemming Natuur. Hiervan reeds 7.500 m² vigerend op Lindonk en 8.700 m² nieuw in dit bestemmingsplan.
4.2.4 Beheerplan Brabantse Wal
Op dit moment werkt de provincie aan het beheerplan voor Natura 2000-gebied de Brabantse Wal. De Brabantse Wal strekt zich uit van de bossen ten oosten van Bergen op Zoom tot aan de Belgische grens in het zuiden. Kenmerkend voor de Brabantse Wal is de grote diversiteit. Zo zijn hier klei- en zandgronden, bossen en heidevelden, stuifduinen, polderlandschappen en zoet en zout water te vinden. Dankzij deze grote verscheidenheid is de Brabantse Wal leefgebied voor vele soorten planten en dieren. Met name de grote verscheidenheid aan vogels is uniek. Voorts is het gebied rijk aan cultuurhistorie. Het gebied staat behoorlijk onder druk door recreatie, woningbouw, wegenaanleg en verschillende grondwaterwinningen.
De ambitie is een samenhangend, herkenbaar, provinciaal landschap te ontwikkelen. Zie afbeelding 39.
AFBEELDING 39: AMBITIE HEEL DE WAL
De ligging van onderhavig plangebied is aangeduid. Het landgoed Mattemburgh vormt een cultuurhistorische parel op de Brabantse Wal. Voorliggend plan van Brabants Landschap leidt tot een hoogwaardige recreatieve voorziening en ondersteunt het streefbeeld voor de Wal.
Recreatieve routestructuur
Voor de Brabantse Wal is een recreatieve routestructuur opgesteld. Afbeelding 40 geeft een uitsnede daarvan.
AFBEELDING 40: RECREATIEVE ROUTESTRUCTUUR
Voor onderhavig plan is van belang dat Landgoed Mattemburgh is aangeduid als een 'kleine onthaalpoort', met de activiteiten wandelen en fietsen en de aanwezige voorzieningen horeca en rondleiding landgoed.
Conclusie
Voorliggend plan past bij uitstek in het streefbeeld voor de Brabantse Wal.
4.3 Gemeentelijk Niveau
4.3.1 StructuurvisiePlus
De gemeente heeft de Structuurvisie uit 2002 in 2009 geactualiseerd: "Actualisatie 2009 StructuurvisiePlus". Deze bevat voor het plangebied geen bijzondere doelstellingen. De StructuurvisiePlus sluit aan op het provinciale beleid met betrekking tot het plangebied.
4.3.2 Bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied"
Het beleid met betrekking tot het landgoed is formeel vastgelegd in het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied". De van toepassing zijnde regels zijn beschreven in paragraaf 1.4.
Hierna wordt voorliggend plan aan de vigerende bestemming getoetst.
Artikel 6 Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden
Deze bestemming bevat een wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van de vigerende agrarische bestemming naar Natuur ten behoeve van de compensatieverplichting.
6.9.10 Wijzigen naar bestemming Natuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Ecologische verbindingszone, en/of;
- 2. Attentiegebieden EHS, en/of;
- 3. Beheergebied EHS, en/of;
- 4. Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen.
- b. de agrarische bedrijvigheid is of zal worden beëindigd;
- c. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- d. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Toetsing
ad a. | De gronden zijn gelegen binnen de aanduidingen: 'attentiegebied ehs' en 'beheergebied ehs', zoals die waren opgenomen in de provinciale Verordening ruimte 2012, op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan in 2011. |
ad b. | De agrarische bedrijvigheid zal worden beëindigd. De voormalige boerderij Lindonk heeft thans de bestemming Wonen. |
ad c. | Er wordt bos geplant, natuurbeheertype 'dennen - eiken - beuken'. |
ad d. | Er is geen bebouwing aanwezig. |
Artikel 19 Natuur – Landgoed
Dit artikel bevat geen flexibiliteitsbepalingen op basis waarvan de in dit plan voorziene functieverbreding en de verruiming van bouwen kunnen worden gerealiseerd.
Artikel 46.16 Vrijwaringszone - weg 1, en
artikel 46.17 Vrijwaringszone - weg 2
Het eerdere voorontwerp bestemmingsplan voor Mattemburgh is ter toetsing gezonden naar RWS Noord-Brabant, afdeling Planvorming en Advies. Daarop is per email d.d. 26-07-2011 onderstaande reactie ontvangen.
citaat:
"Wat Rijkswaterstaat betreft bestaat er dezerzijds geen bezwaar tegen deze ruimtelijke ontwikkeling.
Overigens is uw verzoek aanleiding om contact op te nemen met de gemeente, omdat de bijgesloten regels niet corresponderen met de verbeelding.
In principe is er sprake van een vrijwaringzone van 50 meter bebouwingsvrij.
De ruimte vanaf kant verharding tot 75 meter betreft een overlegzone. In dat laatste geval wil RWS graag met de ontwikkelende partij overleggen, mochten er uitbreidingsplannen voor de weg zijn, om zaken voor beide partijen mogelijk te maken.
In deze kwestie gaat het om reeds bestaande bebouwing, vandaar dat geen bezwaren bestaan."
De opmerking van RWS inzake de afstanden is in dit plan verwerkt.
Conclusies
Dit plan is in overeenstemming met de "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied", met uitzondering van onderstaande punten.
Landgoed Mattemburgh
De functieverbreding, de uitbreiding van de bestaande oranjerie/restaurant, de bouw van de nieuwe winterberging en de aanleg van een nieuwe parkeerplaats zijn niet voorzien in het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied". Dit is de aanleiding voor voorliggende planherziening.
Compensatie
Hoewel voorliggend plan voldoet aan de criteria van de wijzigingsbevoegdheid in het vigerende bestemmingsplan is er voor gekozen de natuurcompensatie te regelen in deze herziening.
Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten
In dit hoofdstuk worden de omgevingsaspecten beschreven, achtereenvolgens:
- 1. Milieu
- 2. Waarden
- 3. Water
5.1 Milieu
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer moet in een bestemmingsplan een toetsing plaats vinden aan de relevante milieuaspecten, teneinde strijdigheid van het toekomstig gebruik met de omgeving te voorkomen.
5.1.1 Bedrijven en milieuzonering
5.1.2.1 Inleiding
Om te voorkomen dat als gevolg van het plan voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten optreden moet worden getoetst of:
- de voorgenomen ontwikkeling van invloed is op omliggende milieugevoelige objecten (woningen etc.) en of
- de voorgenomen ontwikkeling een belemmering vormt voor de bedrijfsvoering van omliggende inrichtingen;
- bestaande milieubelastende inrichtingen (bedrijven) van invloed zijn op de voorgenomen ontwikkeling.
Basis voor deze toetsing vormt de handreiking "Bedrijven en milieuzonering" (VNG, Den Haag, 2009), waarin richtafstanden zijn opgenomen voor diverse bedrijfstypen. In de handreiking wordt onderscheid gemaakt tussen twee omgevingstypen: een rustige woonwijk en gemengd gebied. In een gemengd gebied mag een kleinere richtafstand dan in een rustige woonwijk worden aangehouden. De richtafstanden mogen dan met één 'afstandstap' worden teruggebracht.
Analyse
Volgens de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering 2009 bedraagt voor de functies hotel, conferentieoord en restaurant (SBI-code 5510 en 561) de richtafstand 10 meter voor een rustige woonwijk. Binnen deze afstand liggen alleen de bedrijfswoningen van Mattemburgh.
Conclusie
Het aspect Bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen op Mattemburgh.
5.1.2 Bodem
Conform het bepaalde in artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet inzichtelijk worden gemaakt of de voorgenomen ontwikkelingen worden belemmerd door een eventuele bodemverontreiniging. Hiertoe zijn twee bodemonderzoeken uitgevoerd.
Analyse
Het bodemonderzoek voor de uitbreiding oranjerie/restaurant is uitgevoerd door Agel Adviseurs, rapport "Verkennend bodemonderzoek Antwerpsestraatweg 185 te Hoogerheide" (nr. 20120284, definitief 01) d.d. 31 mei 2012. Dit rapport is als bijlage 3 bij dit plan opgenomen. De conclusies en aanbevelingen zijn hieronder overgenomen.
"Conclusies
- In het mengmonster van de bovengrond zijn licht verhoogde gehalten aan kwik en lood aangetoond. De gemeten gehalten van de overige geanalyseerde parameters zijn kleiner dan de achtergrondwaarden. In de ondergrond zijn geen overschrijdingen van de achtergrondwaarden gemeten;
- In het grondwater zijn geen van de geanalyseerde parameters verhoogd aangetoond ten opzichte van de streefwaarde en/of detectielimiet;
- Op basis van de resultaten van het verrichte bodemonderzoek zijn er vanuit de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem redelijkerwijs geen belemmeringen ten aanzien van de voorgenomen ontwikkeling van de locatie.
Aanbevelingen en opmerkingen
Indien bij de voorgenomen bouwactiviteiten grond van de locatie vrijkomt, dient er rekening te worden gehouden met beperkingen ten aanzien van hergebruik en afzet van de grond. Opgemerkt wordt dat dit onderzoek geen bewijsmiddel is zoals bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit. Voor de definitieve kwaliteitsbepaling van grond die vrijkomt van de onderzoekslocatie kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond een partijkeuring noodzakelijk zijn (AP04). De gemeente is bevoegd gezag inzake grondverzet en toepassing van grond binnen de restricties en voorwaarden van de
bodemkwaliteitskaart. Hiervoor geldt een meldingsprocedure."
Het onderzoek voor de nieuwe winterberging is uitgevoerd door Verhoeven Milieutechniek BV, rapport 'Verkennend bodemonderzoek, toekomstig bouwvlak Landgoed Mattemburgh', (nr. B15.6086/Brfrpp-01/TN) d.d. 24 juni 2015, zoals opgenomen in bijlage 4. De resultaten van het onderzoek worden hierna geciteerd.
"Conclusies
Voor de algemene bodemkwaliteit werd de hypothese gesteld van een onverdachte locatie met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging, aangezien maximaal lichte verontreinigingen werden verwacht voor de parameters van een standaard NEN pakket. Op basis van de onderzoeksresultaten dient de hypothese formeel te worden verworpen, aangezien in het grondwater een sterke verontreiniging van nikkel is aangetoond. In de grond zijn maximaal lichte verontreinigingen aangetoond.
Ons inziens is echter sprake van een verhoogde achtergrondwaarde voor nikkel in het grondwater op basis van de onderstaande punten:
- bij licht tot sterk verhoogde gehalten voor metalen in het grondwater is een lage zuurgraad (pH) kenmerkend. In voorliggend onderzoek is inderdaad sprake van een lage pH van 3,5;
- in de boven- en ondergrond zijn geen verhoogde gehalten voor nikkel aangetoond ten opzichte van de detectielimiet;
- op de locatie zijn geen bodembedreigende activiteiten aanwezig (geweest) die duiden op de aanwezigheid van een ernstige grondwaterverontreiniging met nikkel.
Een nader onderzoek naar nikkel in het grondwater wordt niet zinvol geacht.
Met het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem ter plaatse van het toekomstig bouwvlak bij Landgoed Mattemburgh in voldoende mate vastgesteld. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt bestaan geen bezwaren tegen de realisatie van de nieuwbouw, rekening houdend met onderstaande aanbeveling.
Er bestaan geen beperkingen bij het oppompen en toepassing van grondwater op de locatie in verband met de verhoogde achtergrondwaarde voor metalen in het grondwater."
Conclusies
Uit de bodemonderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen functiewijzigingen en nieuwbouw op Mattemburgh.
5.1.3 Externe veiligheid
5.1.4 Geurhinder en veehouderijen
Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij moet worden beoordeeld of de bouw van nieuwe woningen of andere geurgevoelige objecten een belemmering vormt voor omliggende agrarische bedrijven. Tevens moet worden beoordeeld of het leefklimaat in het plangebied voldoende is.
Analyse
Landgoed Mattemburgh ligt niet binnen of nabij een milieucontour van een veehouderij.
Conclusie
Het plan is niet in strijd met de Wet geurhinder en veehouderij.
5.1.5 Luchtkwaliteit
In het kader van voorliggend bestemmingsplan wordt enerzijds getoetst in hoeverre de voorgenomen ontwikkelingen bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Anderzijds wordt gekeken of de luchtkwaliteit ter plaatse een belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkelingen.
Analyse
Het ministerie van VROM heeft in samenwerking met Infomil een rekenmodule (NIMB-tool) ontwikkeld, waarmee op een snelle manier kan worden bepaald of een project al dan niet bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Afbeelding 43 is een weergave ('screendump') van de resultaten van deze NIMB-tool.
AFBEELDING 43: UITVOER NIBM-TOOL
De invoergegevens voor de NIMB-tool zijn het extra aantal voertuigbewegingen ten gevolge van het plan en het aandeel vrachtverkeer daarvan. Het extra aantal voertuigbewegingen is berekend in paragraaf 3.8.7 en bedraagt 340. Het aandeel vrachtverkeer is geschat op 5%. Uit de berekening blijkt dat nader onderzoek niet nodig is. De luchtkwaliteit wordt niet in betekenende mate aangetast door de voorgenomen ontwikkelingen.
Anderzijds moet gekeken worden in hoeverre de luchtkwaliteit ter plaatse een belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling. Naast de bestaande functie wonen zijn de te realiseren functies restaurant en conferentieruimten met overnachtingsmogelijkheid in het kader van de Wet luchtkwaliteit niet aangemerkt als gevoelig object. Dit betekent dat de luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.
Conclusie
Het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit van de omgeving is voldoende om in een gezond leefklimaat te voorzien.
5.1.6 Verkeerslawaai
De onderzoekszone verkeerslawaai van de A4/A58, tevens Antwerpsestraat, bedraagt 400 meter (info: Wet geluidhinder, Artikel 74).
De onderzoekszone spoorweglawaai van de spoorlijn Vlissingen - Bergen op Zoom, bedraagt 500 meter (info: regeling zonekaart spoorwegen).
Analyse
Mattemburgh ligt binnen de onderzoekszone verkeerslawaai van de A4/A58. Er zijn evenwel geen nieuwe geluidgevoelige functies voorzien.
Conclusie
Er is geen nader geluidsonderzoek nodig.
5.1.7 Luchtvaartlawaai
Landgoed Mattemburgh ligt buiten de 35 Ke-contour van vliegbasis Woensdrecht.
Conclusie
Voor het plan vormt het luchtvaartlawaai geen belemmering.
5.1.8 Vliegveiligheid vliegbasis Woensdrecht
Onderhavig plangebied ligt in de nabijheid van de vliegbasis Woensdrecht (ca 900 meter). Ten behoeve van de vliegveiligheid zijn op de vliegbasis een aantal technische systemen aanwezig. Om deze systemen optimaal te laten functioneren worden beperkingen gesteld aan de situering en hoogte van bebouwing in de omgeving. Per systeem gelden andere beperkingen.
Radarverstoringsgebied
Het radarverstoringsgebied strekt zich uit in een gebied met een straal van 27,8 km op een hoogte boven 65 m +NAP. Het plangebied ligt op een hoogte van ca 6,5 m +NAP. In geval van het radarverstoringsgebied mag tot maximaal 58,5 m boven maaiveld worden gebouwd. De bouwhoogten in het plan voldoen ruimschoots aan deze eis. In de regels van dit bestemmingsplan is de hoogte beperking opgenomen in artikel 14.5 vrijwaringszone - radar.
Inner Horizontal and Conical Surface (IHCS)
Binnen de IHCS mag bebouwing wat hoogte betreft vanwege de veiligheid niet hoger reiken dan de onderkant van de IHCS. Binnen het plangebied ligt de onderkant op 56 m +NAP. In geval van de IHCS mag worden gebouwd tot maximaal 49,5 m boven maaiveld.
In de regels van dit bestemmingsplan is de IHCS-beperking opgenomen in artikel 14.1luchtvaartverkeerzone - 2.
Instrument Landing System (ILS)
Vliegbasis Woensdrecht beschikt voorts over ILS-apparatuur om landingen in verminderde weersomstandigheden mogelijk te maken. Het ILS kan door bebouwing van een bepaalde hoogte in de omgeving worden verstoord. Om dat te voorkomen moet bebouwing die hoger reikt dan de onderkant van de ILS-vlakken (zijnde een horizontaal en een oplopend vlak) nader getoetst worden op de aanvaardbaarheid c.q. het voorkomen van onevenredige verstoring van de ILS.
Het landgoed Mattemburgh ligt deels in het horizontale ILS-vlak. In deze zone is bebouwing toegestaan tot een hoogte van 30 m +NAP. Ter plaatse betekent dat een hoogte van maximaal 23,5 m boven maaiveld. De bestaande bebouwing voldoet geheel aan deze hoogtebeperking. In de regels van dit bestemmingsplan is deze ILS-beperking opgenomen in artikel 14.2 luchtvaartverkeerzone - 7.
Conclusie
De toegestane bebouwing is niet in strijd met de randvoorwaarden met betrekking tot radarverstoringsgebied en ILS-gebied.
5.1.9 Industrielawaai
Het landgoed ligt binnen de geluidzone behorende bij het industrieterrein en de vliegbasis Woensdrecht.
Analyse
Binnen het plangebied zijn geen functies gepland die strijdig zijn met het (sanerings)plan voor het industrieterrein en vliegbasis Woensdrecht.
Conclusie
De geluidzone industrie vormt geen belemmering voor de geplande ontwikkelingen.
5.1.10 Milieueffectrapportage
Het instrument milieueffectrapportage (m.e.r.) is ontwikkeld om het milieubelang volwaardig in de besluitvorming te betrekken. In de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage zijn de gevallen opgenomen waarvoor een m.e.r.-plicht of een m.e.r.-beoordelingsplicht geldt. Alle andere vormen van ontwikkeling zijn in principe niet m.e.r.-(beoordelings)plichtig, maar er kan hiervoor wel een nadere motivering vereist zijn.
Analyse
De orde van grootte van onderhavig plan is te vergelijken met activiteiten, zoals genoemd in de bijlage Besluit milieueffectrapportage D11.2. Omdat de omvang van het plan echter ruimschoots onder de drempelwaarden voor m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten blijft kan zonder nader onderzoek worden geconcludeerd dat het plan geen belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Een en ander zoals toegelicht in paragraaf 3.8.7 (verkeersbewegingen) en paragraaf 5.1.1 (bedrijven en milieuzonering), waarin de milieueffecten van voorliggende plan op de omgeving zijn toegelicht.
Het plan heeft geen bijzondere milieueffecten.
code | activiteit | drempelwaarde | ||||
D11.2 | De aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van winkelcentra of parkeerterreinen. | In gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op: 1°. een oppervlakte van 100 hectare of meer, 2°. een aaneengesloten gebied en 2000 of meer woningen omvat, of 3°. een bedrijfsvloeroppervlakte van 200.000 m2 of meer. |
Conclusies
- 1. Het plan heeft geen bijzondere nadelige milieugevolgen.
- 2. Het plan is niet m.e.r.(-beoordelings)plichtig.
5.2 Waarden
5.2.1 Archeologie en cultuurhistorie
Ingevolge artikel 38a Monumentenwet 1988 dient alvorens een bestemmingsplan kan worden vastgesteld, rekening gehouden te worden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische monumenten.
In het kader van dit bestemmingsplan is het beschikbare kaartmateriaal geraadpleegd. Meer concreet is onderzocht of blijkens de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig dan wel te verwachten zijn.
De provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart is in 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Ook is de CHW-kaart opgenomen in de provinciale Verordening ruimte. Mattemburgh is tevens aangeduid als Complex van cultuurhistorische belang. Een en ander zoals reeds in het hoofdstuk Ruimtelijk beleidskader vermeld.
AFBEELDING 44: UITSNEDE CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART - ARCHEOLOGISCHE WAARDE
5.2.2 Flora en fauna
In deze paragraaf wordt het plan getoetst aan de aanwezige natuurwaarden en de stikstofdeposito.
5.3 Waterparagraaf
5.3.1 Inleiding
De waterparagraaf bevat een beschrijving van zowel de huidige als toekomstige waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater).
Het plangebied ligt binnen het beheergebied van het Waterschap Brabantse Delta.
5.3.2 Beleid
Het waterschapsbeleid is onder meer beschreven in:
- Het Waterbeheerplan 2016-2021 van het Waterschap, Grenzeloos verbindend.
In het Waterbeheerplan Brabantse Delta 2016-2021 zijn de hoofdlijnen van het waterschapsbeleid beschreven. Citaat.Verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zorgen voor nieuwe uitdagingen in het waterbeheer.De vergrijzing, informatie technologie, de toegenomen welvaart in combinatie met klimaat veranderingen zorgen voor nieuwe opgaven op het gebied van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en waterkwaliteit. Grenzeloze, verbindende samenwerking staat hierbij centraal. Het waterschap zoekt voortdurend naar een optimale balans tussen de te realiseren opgave en de maatschappelijke lasten die hiermee gemoeid zijn.
Het waterbeheerplan bevat de doelen en de noodzakelijke ingrepen, maar bevat geen concrete randvoorwaarden voor onderhavige plangebieden.
- Brabant Keur
Voor de beheergebieden van de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en De Dommel geldt dezelfde keur: Brabant Keur. De keur bevat regels ter bescherming van de waterwerken die nodig zijn voor een goed waterbeheer (kwantiteit) en voor de bescherming van het gebied tegen hoog water.
Bij veel projecten is sprake van een toename van het verharde oppervlak. Hieromtrent is in de Algemene regels bij de keur het volgende opgenomen:- 1. Bij een toename van het verharde oppervlak van minder dan 2.000 m² stelt het waterschap geen nadere eisen aan de verwerking van het hemelwater. Hiervoor geldt het gemeentelijke beleid. Dit is in voorliggend plan met een uitbreiding van ca. 1.400 m² het geval.
- 2. Bij een toename van het verharde oppervlak van meer dan 2.000 m² maar minder dan 10.000 m² moeten compenserende maatregelen ten aanzien van de verwerking van het hemelwater worden getroffen conform de rekenregel:
- 3. Bij een toename van het verhard oppervlak van meer dan 10.000 m² is een watervergunning nodig.
- Beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009.
In de Beleidsregel 'hydraulische randvoorwaarden 2009' worden de kaders en normen voor de watertoets gegeven. De uitgangspunten ten aanzien van het hemelwaterbeleid worden beschreven. Met behulp van de afvoernormen kan de benodigde waterberging en/of retentievoorziening worden berekend. De voorkeursvolgorde voor de te treffen compenserende maatregel betreft:
- 1. infiltreren;
- 2. retentie aanleggen binnen plangebied;
- 3. retentie aanleggen buiten plangebied;
- 4. berging zoeken in bestaand plangebied.
Deze afweging wordt hierna beschreven.
5.3.3 Waterhuishoudkundig systeem
Bodem
De bodemopbouw is bepaald met behulp van de Bodemkaart van Nederland en bestaat uit leemarm en zwak lemig fijn zand.
Hoogteligging terrein
Met behulp van de topografische kaart is de hoogteligging van het plangebied bepaald. Het plangebied ligt op een hoogte van circa 6,5 m +NAP.
Oppervlaktewater
Op afbeelding 46 staan de oppervlaktewateren die binnen of in de buurt van Landgoed Mattemburgh liggen. Ten noorden van het plangebied Mattemburgh ligt een waterloop categorie A. Hierop vinden vanuit het plangebied geen lozingen plaats. Al het hemelwater wordt binnen het plangebied geïnfiltreerd.
AFBEELDING 46: UITSNEDE KEURKAART OPPERVLAKTEWATEREN
Grondwater
De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) in het plangebied is bepaald met behulp van de “kaart GHG” uit de Wateratlas Noord-Brabant en ligt op ca 180-200 cm -mv.
5.3.4 Hemelwaterafvoer
Het bestaand verhard oppervlak bedraagt:
bebouwing | 1.285 m² | ||
verharding wegen (overwegend halfverhard) ca | 3.500 m² | ||
totaal bestaand | 4.785 m² |
De toename van het bebouwd oppervlak bedraagt, zie ook paragraaf 3.5:
uitbreiding oranjerie/restaurant | 475 m² | ||
nieuwe winterberging | 725 m² | ||
afname kas | -35 m² | ||
totaal uitbreiding bebouwing | 1.165 m² | ||
bijbehorende verharding / stoepen | 235 m² | ||
totaal uitbreiding | 1.400 m² |
Het nieuwe parkeerterrein heeft een oppervlakte van ca. 2.500 m²en wordt in principe halfverhard uitgevoerd, evenals de ontsluiting en het pad van het parkeerterrein naar de bestaande bebouwing.
Berekening bergingscapaciteit
Volgens de nieuwe 'Brabantkeur' 2015 is bij een verhardingstoename van minder dan 2.000 m² geen hemelwatercompensatie noodzakelijk. De toename van het verhard oppervlak van voorliggend initiatief ligt met een toename van 1.400 m² onder deze drempelwaarde. Het realiseren van compensatie is voor het waterschap derhalve niet noodzakelijk. Het hemelwater op het parkeerterrein vloeit natuurlijk weg.
Ontwerp retentievoorziening
Conform de Beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009 is uitgangspunt dat retentie binnen het plangebied plaats vindt.
Dit kan door hemelwater met een ondergrondse leiding naar de binnen het plangebied gelegen bestaande waterpartij af te voeren. De bestaande waterpartij staat niet in verbinding met de categorie A-waterloop volgens de Keurkaart oppervlaktewateren. Het hemelwater wordt dus binnen het plangebied gebufferd en vervolgens geïnfiltreerd. Deze ondergrondse afvoer wordt in een later stadium ontworpen.
Een alternatieve optie is het aanleggen van een infiltratievoorziening. Binnen het plangebied is voldoende ruimte om dit te realiseren.
5.3.5 Droogweerafvoer
Het huidige droogweerafvoerstelsel (DWA) is niet toereikend om de toename van het afvalwater van huishoudelijke aard naar het gemeentelijke rioolstelsel af te voeren. De aanwezige drukrioolput is afgetakt vanuit de villa. Deze aansluiting is niet gebruikelijk en dient aangepast te worden.
Voor de afvoer van het afvalwater is een extra drukrioolput nodig met bijbehorende persleiding. Tevens is een eigen stroomvoorziening ten behoeve van de put noodzakelijk. Brabants Landschap heeft deze aanpassingen voorzien als onderdeel van de aanstaande herinrichtingsmaatregelen.
5.3.6 Waterkwaliteit
Het schone hemelwater en het vuile afvalwater worden apart behandeld.
Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.
5.3.7 Overleg waterschap
Met het waterschap is in 2010 overleg gevoerd over de ontwikkeling van het landgoed. Het waterschap heeft per email d.d. 1 juli 2010 bericht in te stemmen met de inhoud van de toenmalige waterparagraaf. Voorliggende aanpassingen betreffen alleen een uitbreiding van de verharding met 1.400 m², terwijl eerder een uitbreiding van 640 m² was voorzien.
Deze extra uitbreiding wordt opnieuw aan het waterschap voorgelegd.
5.3.8 Conclusies
- 1. Hemelwater wordt op het landgoed opgevangen.
- 2. Afvoer vuilwater Mattemburgh vraagt een extra drukrioolput.
- 3. Het waterschap stemt in met de waterparagraaf.
Hoofdstuk 6 Financiële Aspecten
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
De geplande verbreding van functies en uitbreiding van de bebouwing op Mattemburgh zullen stapsgewijs worden uitgevoerd naar gelang de rentabiliteit van de bedrijfsvoering. Brabants Landschap is daarvoor risicodrager. De gemeente heeft geen financiële betrokkenheid en loopt geen financieel risico.
Het plan is economisch uitvoerbaar.
6.2 Kostenverhaal
Er zal een (anterieure) overeenkomst tussen de gemeente en de grondeigenaren worden gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal conform artikel 6.12 Wro. Daarin zijn ook de verhaalsovereenkomst inzake planschadevergoedingen opgenomen. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins' verzekerd. Het opstellen van een exploitatieplan is niet vereist.
Hoofdstuk 7 Juridische Aspecten
7.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke manier voorliggend plan juridisch is vertaald. Deze juridische vertaling bindt burgers en overheid.
Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de notitie "Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012, bindende afspraken en aanbevelingen met betrekking tot de opbouw en de presentatie van het bestemmingsplan (digitaal en analoog)" (SVBP2012) en het "Informatiemodel Ruimtelijke Ordening 2012" (IMRO2012).
Voorts komt de regeling overeen met het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied". Met name de dubbelbestemmingen en de gebiedsaanduidingen zijn ongewijzigd overgenomen. De aanduidingen ‘toegevoegde ehs' en 'verwijderde ehs’ zijn nieuwe aanduidingen die niet in het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied" voorkomen.
Het bestemmingsplan bestaat uit:
- de toelichting;
- de planregels;
- de verbeelding.
De toelichting heeft geen juridisch bindende werking. De toelichting heeft wel een belangrijke functie voor de onderbouwing van het plan en ook bij de verklaring van de bestemmingen en planregels, en in het bijzonder ten aanzien van de regels inzake nadere eisen en afwijkingen.
De planregels vormen de juridische regels voor gebruik van de gronden, de toegelaten bebouwing en het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding geeft de geografische ligging van de bestemmingen en aanduidingen weer. De verbeelding vormt samen met de planregels het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan.
7.2 Planregels
De indeling van de planregels is als volgt.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Hoofdstuk 3 Algemene regels.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels.
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen (artikel 1)
In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)
In dit artikel is aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
De standaardopbouw van de bestemmingsregels conform de SVBP2012 betreft:
- Bestemmingsomschrijving
- Bouwregels
- Nadere eisen
- Afwijken van de bouwregels
- Specifieke gebruiksregels
- Afwijken van de gebruiksregels
- Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
- Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
- Wijzigingsbevoegdheid.
Per bestemming kunnen onderdelen, voor zover niet relevant, ontbreken.
In voorliggend bestemmingsplan zijn de volgende bestemmingen opgenomen.
Natuur (artikel 3)
Deze bestemming bevat de compensatielocaties nodig voor de aanleg van het nieuwe parkeerterrein en de bouw van de nieuwe winterberging. Het betreffen drie bestemmingsvlakken. Binnen deze bestemming mag niet worden gebouwd. Deze bestemming komt overeen met de gelijknamige bestemming in de "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied", inclusief de omgevingsvergunningplicht.
NB Er is geen herbegrenzing EHS nodig voor zover het betreft 'toe te voegen EHS', omdat gecompenseerd wordt binnen 'niet - gerealiseerde EHS'. Er is wel sprake van 'te verwijderen EHS' , met name enkele stukjes ter plaatse van het nieuwe parkeerterrein en nieuwe winterberging.
Natuur - Landgoed (artikel 4)
In deze bestemming is het Landgoed Mattemburgh vervat, bestaande uit de bebouwing en de aansluitende tuinen en het parkgedeelte.
Versterkingsplan
Als basis voor deze bestemming geldt het 'Versterkingsplan Mattemburgh', dat door Brabants Landschap is opgesteld. Dit versterkingsplan vormt bijlage 1 bij de planregels van dit bestemmingsplan.
Bebouwing
De volgende bebouwing is toegestaan:
- 1. bestaande bebouwing, ter plaatse van de aanduiding:
- a. bouwvlak: respectievelijk de villa, de tuinmanswoning (beide met de nadere aanduiding 'bedrijfswoning'), het koetshuis en de oranjerie;
- b. 'specifieke bouwaanduiding - overige gebouwen 1': de kas en berging in c.q. aan de rand van de moestuin;
- c. 'specifieke bouwaanduiding - overige gebouwen 3': de werkschuur;
- 2. nieuwe bebouwing, ter plaatse van de aanduiding:
- a. 'specifieke bouwaanduiding - overige gebouwen 2': een uitbreiding van de bestaande oranjerie/restaurant inclusief nieuwe keuken;
- b. 'specifieke bouwaanduiding - overige gebouwen ': een nieuwe winterberging.
Functies
Als functies in de nieuwe situatie zijn toegestaan:
- bijeenkomsten zoals conferenties, vergaderingen en partijen in de villa, in de oranjerie, de nieuwe winterberging;
- een restaurant in de bestaande oranjerie plus uitbreiding tot een omvang van maximaal 750 m² bvo, inclusief keuken;
- wonen en overnachten alleen in de villa en de tuinmanswoning.
Parkeerterrein
Binnen het park is een nieuw parkeerterrein opgenomen op de daartoe aangeduide plaats. Conform artikel 36.5 van de provinciale Verordening ruimte is voor het parkeerterrein en de locatie nieuwe winterberging de aanduiding 'overig - in Verordening ruimte te verwijderenecologische hoofdstructuur' opgenomen.
Groen
De primaire functie is het behoud en ontwikkeling van park en tuin, zoals vervat in de Aanwijzing rijksmonument. Nieuwe toevoegingen als straatmeubilair en voorzieningen ten behoeve van exposities en evenementen zijn toegestaan, maar gebonden aan de bepalingen van het rijksmonument.
Omgevingsvergunningen
Een omgevingsvergunningplicht voor werken en werkzaamheden voorziet in de bescherming van de aardkundige, cultuurhistorische en natuurlijke waarden.
Dubbelbestemmingen
In het plan zijn vijf dubbelbestemmingen opgenomen. Dat wil zeggen dat er naast de dubbelbestemming nog een andere (hoofd)bestemming geldt. Het betreft de volgende dubbelbestemmingen:
- Leiding - Gas (artikel 5). Deze dubbelbestemming geldt voor de brandstofleiding
met veiligheidszone die door de bestemming Natuur (natuurcompensatie) loopt. Deze
dubbelbestemming is conform de gelijknamige bestemming in het
bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied".
- Waarde - Aardkundig waardevol gebied (artikel 6)
- Waarde - Archeologie 2 en 3 (artikelen 7 en 8)
- Waarde - Cultuurhistorie (artikel 9)
- Waarde - Natura 2000 (artikel 10)
- Waterstaat - Waterkering (artikel 11)
De regels van de hoofdbestemming en van de dubbelbestemming zijn beide van toepassing.
Bij strijd tussen deze regels prevaleren de regels van de dubbelbestemming. De reden hiervoor is dat de belangen van de dubbelbestemming zwaarder wegen dan die van de hoofdbestemming. Bebouwing (anders dan ten dienste van de dubbelbestemming zelf) is op deze gronden alleen toegestaan na een afwijkingsprocedure.
Voor bouwwerken die al legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan wordt de afwijking geacht te zijn verleend.
In alle dubbelbestemmingen is een omgevingsvergunningplicht opgenomen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op het te beschermen belang van de dubbelbestemming.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel (artikel 12)
Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels (artikel 13)
Dit artikel bevat regels ten aanzien van ondergronds bouwen en ten aanzien van afwijkende bestaande bebouwing en ondergeschikte bouwdelen.
Algemene aanduidingsregels (artikel 14)
Dit betreft de volgende gebiedsaanduidingen:
- 14.1 luchtvaartverkeerzone - 2
- 14.2 luchtvaartverkeerzone - 7
- 14.3 luchtvaartverkeerzone - 8
- 14.4 veiligheidszone - leiding
- 14.5 vrijwaringszone - radar
- 14.6 vrijwaringszone - weg 1
- 14.7 vrijwaringszone - weg 2
- 14.8 overig - in Verordening ruimte te verwijderen ecologische hoofdstructuur
Voor wat betreft de regeling is zowel qua systematiek als qua inhoud aangesloten bij de regels van het bestemmingsplan "Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied". Uitzondering daarop vormen de regels onder 14.3, die zijn aangepast overeenkomstig het verzoek per e-mail van de Dienst Vastgoed Defensie, Directie Zuid d.d. 19 april 2012, en de regels onder 14.6 en 14.7, die zijn aangepast overeenkomstig het verzoek van Rijkswaterstaat per brief van 26 juli 2011.
Algemene afwijkingsregels (artikel 15)
In dit artikel is een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Deze afwijkingen betreffen het overschrijden van de maximaal toegestane maten, afmetingen en percentages, evenals het toestaan van afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg.
Algemene wijzigingsregels (artikel 16)
In dit artikel is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen met betrekking tot het verschuiven van bestemmingsgrenzen met ten hoogste 3 m.
Overige regels (artikel 17)
In dit artikel zijn alle regels met betrekking tot de benodigde omgevingsvergunningen voor werken en werkzaamheden binnen de gebiedsaanduidingen samengebracht.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht (artikel 18)
Voor volgens de regels afwijkende bestaande bebouwing is voor de omvang, het onderhoud en de herbouw een overgangsregel opgenomen. Het gebruik van de bebouwing daarentegen wordt indien mogelijk positief bestemd of indien noodzakelijk door handhaving aan de gebruiksregels van de betreffende bestemming aangepast.
Slotregel (artikel 19)
Hier wordt vermeld onder welke naam de regels van dit bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Hoofdstuk 8 Procedure
Het bestemmingsplan doorloopt de gebruikelijke procedure. De voorziene procedurestappen zijn:
- 1. Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
- 2. Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan
- 3. Vaststelling door gemeenteraad
- 4. Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan
8.1 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Het verslag van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is als bijlage 17 opgenomen.
8.2 Terinzagelegging Ontwerpbestemmingsplan
Van 22 september tot en met 2 november 2016 heeft het ontwerpbestemmingsplan “Mattemburgh 2016” ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is door twee instanties een zienswijze ingediend op dit plan. Een overzicht van de ingediende zienswijzen en de beantwoording ervan is opgenomen in de Nota beantwoording zienswijzen, zoals opgenomen in bijlage 18. De ingekomen zienswijzen hebben aanpassingen van de regels tot gevolg. Deze aanpassingen zijn tevens opgenomen in de Nota beantwoording zienswijzen en in de Staat van wijzigingen, zoals opgenomen in bijlage 19.
8.3 Vaststelling Door Gemeenteraad
Op 23 februari 2017 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan "Mattemburgh 2016" gewijzigd vastgesteld.
Bijlage 1 Versterkingsplan Mattemburgh
Bijlage 1 Versterkingsplan Mattemburgh
Bijlage 2 Compensatieplan
Bijlage 3 Lijst Van Vrije Beroepen
Bijlage 3 Lijst van vrije beroepen
Bijlage 1 Kaart Bestaande Toestand En Ontwikkelingen
Bijlage 1 Kaart Bestaande toestand en ontwikkelingen
Bijlage 2 Bedrijfseconomische Indicatie Mattemburgh
Bijlage 2 Bedrijfseconomische indicatie Mattemburgh
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek Uitbreiding Oranjerie/restaurant
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek uitbreiding oranjerie/restaurant
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek Nieuwe Winterberging
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek nieuwe winterberging
Bijlage 5 Verantwoording Groepsrisico
Bijlage 5 Verantwoording groepsrisico
Bijlage 6 Kwantitatieve Risicoanalyse A4/a58
Bijlage 6 Kwantitatieve Risicoanalyse A4/A58
Bijlage 7 Aanvullende Notitie Externe Veiligheid Buisleidingen
Bijlage 7 Aanvullende notitie externe veiligheid buisleidingen
Bijlage 8 Qra Hogedruk Aardgas Buisleidingen
Bijlage 8 QRA hogedruk aardgas buisleidingen
Bijlage 9 Brandweeradvies
Bijlage 10 Archeologisch Vooronderzoek
Bijlage 10 Archeologisch vooronderzoek
Bijlage 11 Archeologisch Advies Verplaatsing Winterberging
Bijlage 11 Archeologisch advies verplaatsing winterberging
Bijlage 12 Archeologisch Onderzoek Plangebieden Mattemburgh En Spoorbaan
Bijlage 12 Archeologisch onderzoek plangebieden Mattemburgh en Spoorbaan
Bijlage 13 Quick-scan Onderzoek Natuurwaarden
Bijlage 13 Quick-scan onderzoek natuurwaarden
Bijlage 14 Aanvullend Advies Onderzoek Natuurwaarden
Bijlage 14 Aanvullend advies onderzoek natuurwaarden
Bijlage 15 Onderzoek Vleermuizen
Bijlage 15 Onderzoek vleermuizen
Bijlage 16 Rekenresultaten Aerius Calculator
Bijlage 16 Rekenresultaten Aerius Calculator
Bijlage 17 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 17 Nota Inspraak en Overleg
Bijlage 18 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 18 Nota beantwoording zienswijzen