Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019
Bestemmingsplan - Gemeente Woensdrecht
Vastgesteld op 01-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' heeft uitsluitend betrekking op: - de met een doorhaling in Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019', blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' van de gemeente Woensdrecht;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO: BUITxBP170xHERZx19-VG01.
1.3 de verbeelding
digitale verbeelding: BUITxBP170xHERZx19;
1.4 AAB
Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, voor advies inzake volwaardigheid, continuïteit en noodzaak in verband met een agrarisch bedrijf;
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7 aangebouwd bijgebouw
een met een overlap van minimaal 1,2 m aan het hoofdgebouw, geheel of gedeeltelijk, verbonden bijgebouw; anders is sprake van een vrijstaand bijgebouw;
1.8 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.9 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.10 aardkundige waarden en kenmerken
waarden en kenmerken van een gebied die vanwege geologische, geomorfologische, bodemkundige en (geo)hydrologische verschijnselen en processen dan wel anderszins vanwege de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van de bodem, van algemeen belang zijn vanuit aardkundig oogpunt;
1.11 abiotische waarden
het geheel van waarden in verband met het abiotisch milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen);
1.12 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gewenst is;
1.13 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, zijnde: een (vollegronds)teeltbedrijf, een veehouderij (nader te onderscheiden in intensieve veehouderij en niet intensieve veehouderij), een glastuinbouwbedrijf of een overig agrarisch bedrijf (nader te onderscheiden in een paardenhouderij en overige agrarische bedrijven). Onder de bedrijfsvoering wordt niet verstaan het be- en/of verwerken van agrarische producten en/of dierlijke resten, zoals mest;
1.14 agrarisch bedrijfsgebouw
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
1.15 agrarische bedrijfswoning
een woning, krachtens het plan toegestaan binnen een agrarisch bouwvlak, en slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk is;
1.16 agrarisch gebruik
bedrijfsmatig grondgebonden agrarisch gebruik, alsmede het gebruik ten behoeve van het weiden van hobbymatig gehouden vee;
1.17 agrarisch-technisch hulpbedrijf
een bedrijf dat is gericht op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren, of de toepassing van andere landbouwkundige methoden, met uitzondering van mestbewerking;
voorbeelden van agrarisch-technische hulpbedrijven zijn: grootveeklinieken, KI-stations, mestopslag- en mesthandelsbedrijven, loonwerkbedrijven (inclusief verhuurbedrijven voor landbouwwerktuigen), veetransportbedrijven, veehandelsbedrijven;
1.18 agrarisch verwant bedrijf
een bedrijf of instelling gericht op het verlenen van diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven door middel van het telen van gewassen, het houden van dieren of de toepassing van andere landbouwkundige methoden;
voorbeelden van agrarisch verwante bedrijven zijn: dierenasiels, dierenklinieken, groencomposteringsbedrijven, hondenkennels, hoveniersbedrijven, stalhouderijen, instellingen voor agrarisch praktijkonderwijs, proefbedrijven, volkstuinen;
1.19 agrarisch bedrijf, hobbymatig
een agrarisch bedrijf met een economische omvang van minder dan 10 Nge(Nederlandse grootte-eenheden);
1.20 ambachtelijk bedrijf
een bedrijf dat, geheel of overwegend door middel van handwerk, goederen vervaardigt, bewerkt of herstelt en installeert, alsook het verkopen en/of leveren van goederen die verband houden met het ambacht als ondergeschikte functie;
1.21 archeologische verwachtingswaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden;
1.22 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.23 bebouwingsconcentratie
een kernrandzone, bebouwingslint of een bebouwingscluster;
1.24 bebouwingspercentage
een op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.25 bed & breakfast/gastenkamers
bed & breakfast/gastenkamer is een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf eventueel met het serveren van ontbijt en/of maaltijden. Een bed & breakfast/gastenkamer heeft maximaal 5 kamers waarin tezamen maximaal 10 personen mogen verblijven als het gevestigd is als toeristisch-recreatieve nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of als recreatieve activiteit bij voormalige agrarische bedrijfsbebouwing. Een bed & breakfast/gastenkamer heeft maximaal 2 kamers waarin tezamen maximaal 6 personen mogen verblijven als het gevestigd is bij een bestemming Wonen;
1.26 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.27 bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.28 bedrijfsplan
een bedrijfsplan moet bestaan uit:
- algemene gegevens (naam, adres, etc);
- beschrijving van het plan. Inclusief: soort en aantal kampeermiddelen (indien relevant), hoeveelheid en kwaliteit (sanitaire) voorzieningen, aansluiting brancheorganisatie, afvoer vaste en vloeibare afvalstoffen, de capaciteit van verwarmingsketels in de accommodatie, de aanwezige brandblusmiddelen (plaats en soort);
- de hoofdactiviteit van het bedrijf (bij een t&r nevenactiviteit);
- visie op de ontwikkeling van de toeristische (neven)activiteit;
- exploitatiebegroting voor de komende vijf jaar. Hierin zijn opgenomen: de verwachte omzet, de kosten en het bedrijfsresultaat. Bij het bepalen van de kosten kunt u denken aan de volgende factoren:
- 1. welke investeringen zijn met het initiatief gemoeid? (bijvoorbeeld aankoop, sloop, bouwkosten, inrichting van het terrein, inrichting gebouwen, onderzoekskosten);
- 2. algemene (jaarlijks terugkerende) kosten (inkoop, energie, water, reclame);
- 3. arbeid: inzet eigen arbeid/gebruik vaste/losse arbeidskrachten);
- bij het bedrijfsplan zit een akkoordverklaring van een deskundige (accountant);
1.29 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.30 be- en verwerking van agrarische producten
het snijden, wassen en verpakken van agrarische producten, het verhitten, combineren en bewerken van agrarische producten tot bewerkt voedsel, het al dan niet gekoeld opslaan van te bewerken en bewerkte producten in combinatie met aan- en afvoer van producten;
1.31 beperkingen veehouderij
gebied waar de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijen zijn beperkt;
1.32 beperkt kwetsbare objecten
onder beperkt kwetsbare objecten wordt verstaan:
- a. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per ha;
- b. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
- c. kantoorgebouwen;
- d. hotels en restaurants;
- e. winkels;
- f. sporthallen, zwembaden en speeltuinen;
- g. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden;
- h. bedrijfsgebouwen;
- i. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde, gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn;
- j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;
1.33 beroep aan huis
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt, en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.34 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.35 bestaande ammoniakemissie door beweiding
de beweiding zoals toegepast in het jaar voorafgaand aan de vaststelling van het plan;
1.36 bestaande ammoniakemissie per bouwvlak
bestaande ammoniakemissie wordt bepaald door:
- a. de ammoniakemissie vanuit stallen, gebaseerd op het bestaande aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de emissiefactoren van het bestaande stalsysteem;
- b. indien van toepassing, ammoniakemissie vanuit mestopslag die geen onderdeel uitmaakt van het stalsysteem;
1.37 bestaande aantal dierplaatsen
het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan;
1.38 bestaande diersoorten
de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd;
1.39 bestaand stalsysteem
het legaal gerealiseerde stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan; bedoeld zijn de stalsystemen overeenkomstig de unieke stalbeschrijvingen van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) alsmede de nageschakelde initiatieven;
1.40 bestaande stikstofdepositie
bestaande stikstofdepositie wordt bepaald door:
- a. de bestaande ammoniakemissie per bouwvlak, en;
- b. de emissies door transportbewegingen die samenhangen met het bestaande aantal dierplaatsen, bestaande diersoorten en/of stalsystemen, en;
- c. indien van toepassing, de bestaande ammoniakemissie door beweiding;
1.41 bestaande situatie
ten aanzien van bebouwing
- bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning;
ten aanzien van gebruik
- het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.42 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.43 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.44 bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw op een bouwperceel, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.45 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.46 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.47 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.48 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.49 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.50 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.51 buisleiding
holle buis voor het doorstromen van gassen, vloeistoffen of capsules, bestemd om hetzij een gas, een vloeistof of capsules te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgeloste of verpulverde stof. Een standaard buisleiding is aangelegd volgens NEN 3650 en heeft e en minimale gronddekking van 0,8 m in het vrije veld;
1.52 buisleidingenstaat
een brede strook grond, die primair bestemd is voor het leggen van meerdere buisleidingen en zo nodig is uitgevoerd met collectieve voorzieningen zoals kunstwerken; de buisleidingenstraat in Zuidwest Nederland (van Rotterdam naar Antwerpen en Zeeland) wordt beheerd door een daarvoor opgerichte stichting;
1.53 chalet/stacaravan
een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen die volgens de bepalingen van het wegenverkeersreglement niet over de openbare weg achter een auto mag worden voortbewogen of een gebouw van lichte constructie zonder vaste fundering dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, en die zijn gebouwd, ingericht en bestemd als recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die elders hun hoofdverblijf hebben;
1.54 cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur;
1.55 dagrecreatie
recreatieve activiteit die plaatsvindt tussen 07.00 uur en 22.00 uur;
1.56 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel en supermarkt;
Onder grootschalige detailhandel wordt verstaan:
- a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
- b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
- c. tuincentra;
- d. grootschalige detailhandelsbedrijven in meubels, keukens en badkamers, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering;
- e. bouwmarkten.
1.57 dierenverblijf
gebouw of gedeelte van een gebouw, gebruikt voor het houden van landbouwhuisdieren, inclusief de daarbij behorende voorzieningen;
1.58 differentiatievlak
een op de verbeelding aangegeven en binnen het bouwvlak gelegen vlak waarmee de gronden zijn aangeduid waarop uitsluitend permanente teeltondersteunende voorzieningen, geen kassen zijnde, mogen worden opgericht;
1.59 ecologische verbindingszone
zone die dienst doet als migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen. De zone moet zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht zijn ingericht en beheerd volgens de eisen van de doelsoorten;
1.60 ecologische waarden en kenmerken
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde;
1.61 EHS
Ecologische Hoofdstructuur: samenhangend netwerk van natuurgebieden van (inter)nationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden;
1.62 erfbeplanting
al dan niet afschermende (rand)beplanting binnen of direct aansluitend op het bestemmingsvlak of bouwperceel van een agrarisch bedrijf, met uitzondering van een intensieve veehouderij, een niet-agrarisch bedrijf of een woning;
1.63 extensieve recreatie
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen;
1.64 funnel
het plangebied is deels gelegen binnen de zogenaamde funnel van de vliegbasis Woensdrecht; dit is een obstakelvrij start- en landingsvlak met zijkanten dat ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid is vastgesteld;
1.65 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.66 geitenhouderij
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van geiten, nader te onderscheiden in intensieve geitenhouderij en niet intensieve geitenhouderij;
1.67 gevellijn
de denkbeeldige lijn, die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;
1.68 geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.69 geomorfologische waarde
de waarde van de samenhang van de verschijningsvorm van het aardoppervlak met de wijze van zijn ontstaan;
1.70 glastuinbouwbedrijf
een specifieke vorm van een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend plaatsvindt in kassen en/of hoge tunnels, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn;
1.71 groepsrisico
de kans per jaar en per kilometer transportleiding dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportleiding in een keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval met die transportleiding. Het groepsrisico kan worden uitgedrukt in een logaritmische grafiek, de FN-curve. Voor de toetsing van het groepsrisico geldt geen wettelijke norm, maar een oriënterende waarde.
Met het groepsrisico wordt invulling gegeven aan het idee dat niet alleen de kans op een ongeval een rol speelt bij de beoordeling van risico's (deze wordt uitgedrukt door het plaatsgebonden risico), maar ook de effecten en eventuele maatschappijontwrichtende gevolgen daarvan;
1.72 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aan bieden, verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan personen ter aanwending in een ander bedrijf;
1.73 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering waarbij de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende open onbebouwde grond; Daaronder wordt ook begrepen grond met kassen of tunnels, lage tunnels of andere teeltvoorzieningen, voor zover deze allen tijdelijk teeltondersteunend zijn;
1.74 hartlijn
het midden van de leiding;
1.75 HK/MC
Heemkunde Kring (HK), zoals Boerderijcommissie van stichting Brabants Heem, of de gemeentelijke monumentencommissie (MC) voor advies inzake de monumentale, cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden;
1.76 hoofdgebouw
een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.77 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij, te onderscheiden in:
horeca van categorie 1:
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt; daaronder worden begrepen: een ijssalon, een koffie- en/of theehuis;
horeca van categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden; daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken/lunchroom, konditorei, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant;
horeca van categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen; daaronder worden begrepen: café, bar, grand café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar;
horeca van categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren; daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nachtcafé en een zalencentrum (met nachtvergunning);
horeca van categorie 5:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf; daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers;
1.78 horecabedrijf
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.79 huishouden
een verzameling van één of meer personen die één woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in de dagelijkse levensbehoeften;
1.80 IHCS
het plangebied is deels gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface van de vliegbasis; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de vliegverkeersveiligheid;
1.81 ILS
de vliegbasis Woensdrecht beschikt over een Instrument Landing System. Het ILS is bedoeld voor nauwkeuriger uitvoeren van naderingen door vliegverkeer. Voor het goed functioneren van het systeem is noodzakelijk dat in een gebied rondom start- en landingsbaan geen verstoring optreedt;
1.82 inrichtingsplan
het inrichtingsplan dient te bestaan uit:
- a. een plattegrond op schaal (maximaal 1:500) van de huidige situatie waarop de bestaande bebouwing en de terreingrens/eigendomsgrens staan aangegeven;
- b. een tekening op schaal (maximaal 1:500), waarop de toekomstige inrichting is aangegeven. Hierin dient aandacht te worden besteed aan:
- 1. ontsluiting; ook vrij te houden gangen en looppaden aangeven;
- 2. parkeren;
- 3. standplaatsen (bij camping);
- 4. voorzieningen;
- c. aandacht voor de vormgeving van de gebouwen;
- d. eventuele (vervangende) nieuwbouw moet aansluiten bij de aanwezige karakteristieke bebouwing;
- e. aandacht voor de beplanting door middel van beplantingsplan;
1.83 intensieve geitenhouderij
een bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering dat is gericht op het houden van geiten, mogelijk in combinatie met andere agrarische bedrijfstakken;
1.84 intensieve veehouderij
een bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren, zoals rundveemesterij (exclusief vetweiderij), varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
1.85 inwoning
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in een aan het hoofdgebouw aangebouwd bijgebouw en waarbij woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is;
1.86 kabel
een kabel is een geheel van geleiders welke voorzien is van één ommanteling en bestemd is voor transport van energie of data;
1.87 kamerbewoning
het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijgebouw door meer dan twee onzelfstandige huishoudens;
1.88 kampeermiddel
- a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, met uitzondering van bussen, vrachtwagens en trailers, voor zover geen bouwwerk zijnde;
een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.89 kas
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
1.90 kassen, hoge tunnels
gebouwen en/of bouwwerken, met een hoogte tot maximaal 4 m, waarvan de wanden en het dak of de bedekking voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen;
1.91 kleinschalige bedrijfsmatige activiteit
de in de bij de planregels behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten (Bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.92 kunstwerken
een civieltechnische constructie of installatie in de infrastructuur die een of meer functies vervult zoals onderdoorgangen, duikers, overkluizingen;
1.93 kwetsbare objecten
onder kwetsbare objecten wordt verstaan:
- a. woningen, niet zijnde woningen als bedoeld in onderdeel 1.1 sub a, (dus niet zijnde beperkt kwetsbare objecten);
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen;
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object;
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
- d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
1.94 lage tunnels
bouwwerken of andere werken, met een hoogte van maximaal 1,5 m, overwegend voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend of ander beschermend materiaal die dienen tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, groenten, bloemen, bloembollen, planten of bomen alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen;
1.95 landschappelijke waarde
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
1.96 landschappelijke inpassing
een inpassing van objecten met groenelementen die is afgestemd op de landschappelijke waarde van een gebied; het 'Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering van het landschap West-Brabant', zoals deze geldt op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag voor een initiatief, dient als leidraad voor de beoordeling van de landschappelijke inpassing en het daarvoor opgestelde inrichtingsplan;
1.97 maatschappelijk
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, voorzieningen ten behoeve van militaire activiteiten en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten behoeve van deze voorzieningen;
1.98 manege
gebruiksgerichte vorm van een paardenhouderij voor het beoefenen van de paardensport alsmede voor het stallen van paarden en pony's. Het bedrijf richt zich op het instructies geven over het paardrijden en het opleiden van ruiters;
1.99 mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.100 mestbewerking
de toepassing van basistechnieken of combinaties daarvan met als doel de aard, samenstelling of hoedanigheid van dierlijke mest te wijzigen, zoals droging, bezinking, (co)vergisting, scheiding, hygiënisatie of indamping van mest;
1.101 mestverwerking
het bewerken van mest ten behoeve van het exportwaardig maken daarvan;
1.102 midicamping
een kleinschalige camping (met maximaal 50 kampeermiddelen, stacaravans uitgesloten, waaronder minimaal 5 toeristische plaatsen en maximaal 4 trekkershutten), waaraan verplicht een dagrecreatieve voorziening is verbonden (zoals bijvoorbeeld een kaas- of geitenboerderij), een en ander als nevenactiviteit bij een functionerend agrarisch bedrijf dan wel - na wijziging van de agrarische bestemming naar de bestemming Recreatie - als hoofd- of nevenactiviteit bij een recreatief bedrijf;
1.103 minicamping
een kleinschalige camping (met maximaal 25 kampeermiddelen, stacaravans uitgesloten, waaronder minimaal 3 toeristische plaatsen en maximaal 2 trekkershutten);
1.104 nevenactiviteit
activiteiten waarvoor een gedeelte van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen als zodanig mag worden gebruikt en die uitgevoerd worden naast het eigenlijke beroep of de hoofdactiviteit, ze zijn ondergeschikt aan de primair toegekende functie (vaak agrarisch); bij de beoordeling van hoofd- of nevenactiviteit wordt zowel de arbeidsbehoefte, financiële opbrengst (als richtlijn wordt gehanteerd dat niet meer dan 40 % van de bedrijfsinkomsten gegenereerd wordt met de nevenactiviteit), het ruimtebeslag en de mate van milieuhinder beoordeeld;
1.105 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren;
1.106 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering
een agrarische bedrijfsvoering waarbij de productie geheel of overwegend niet afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende open onbebouwde grond;
1.107 niet intensieve veehouderij
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering gericht op het houden van melk- en ander vee;
1.108 normaal onderhoud en beheer
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.109 omschakeling agrarisch bedrijf
het geheel dan wel in overwegende mate overstappen van een grondgebonden agrarisch bedrijf naar een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf of andersom, met uitzondering van intensieve veehouderijen, waarbij het overstappen van een grondgebonden bedrijf naar een niet-grondgebonden bedrijf wordt aangemerkt als intensivering;
1.110 ondergeschikte activiteit
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft;
1.111 ondergeschikte functie
functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte tot een maximum van 400 m2 van het bedrijfsgebouw als zodanig mag worden gebruikt;
1.112 overig agrarisch bedrijf
agrarisch bedrijf dat niet binnen de begripsbepaling van (intensieve of niet intensieve) veehouderij, (vollegrond)teeltbedrijf of glastuinbouw valt, nader te onderscheiden in productiegerichte paardenhouderij en overige agrarische bedrijven zoals witloftrekkerijen, champignonkwekerijen, wormenkwekerijen en aquacultuur;
1.113 overige teeltondersteunende voorzieningen
onder de overige teeltondersteunende voorziening vallen de voorzieningen die niet in één van de bovenstaande categorieën geplaatst kunnen worden. Dit geldt voor boomteelthekken. Boomteelthekken zijn permanente voorzieningen, maar ze worden meestal buiten het bouwvlak toegepast om de boomteeltpercelen heen, zodat dieren geweerd kunnen worden van de percelen;
1.114 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport;
1.115 paalkamperen
vorm van kamperen, die alleen is toegestaan binnen een straal van 10 m rondom een speciaal hiervoor door Staatsbosbeheer geplaatste paal, waarbij een tent niet langer dan 72 uur aanwezig mag zijn en waarbij een maximum geldt van 3 trekkerstentjes per paalkampeerplaats;
1.116 paardenfokkerij
het fokken van paarden, zoals hengstenstations, opfokbedrijven en paarden- en ponyfokbedrijven;
1.117 paardenhouderij
voor de paardenhouderij dient onderscheid gemaakt te worden in productiegerichte en gebruiksgerichte paardenhouderij;
productiegerichte paardenhouderij (diergerichte paardenhouderij)
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden;
gebruiksgerichte paardenhouderij (mensgerichte paardenhouderij)
een paardenhouderij waar het rijden met paarden primair gericht is op de ruiter/amazone (inclusief het in pension houden van paarden van derden);
1.118 parkeervoorziening
verhardingen en voorzieningen voor het op het maaiveld parkeren van voertuigen;
1.119 peil
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; - b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; - c. indien in of op het water wordt gebouwd:
het Nieuw Amsterdams Peil (of andere plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.120 perceelgrens
de grens tussen bestemmingsvlakken of de grens tussen aaneengesloten bouwvlakken;
1.121 permanente bewoning
bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;
1.122 permanente teeltondersteunende voorzieningen
permanente voorzieningen zijn teeltondersteunende voorzieningen die voor onbepaalde tijd worden gebruikt. Er zijn permanente voorzieningen (o.a. bakken op stellingen (aardbeien) en regenkappen (zachtfruit)) en permanente lage voorzieningen (containervelden);
1.123 plaatsgebonden risico
risico op een plaats, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor dit risico geldt een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten;
1.124 productiegebonden detailhandel
de bedrijfsmatige hoofdactiviteit bestaat uit het produceren of kweken van een product; de verkoop van dat product in of vanuit de bedrijfslocatie vorm een ondergeschikte activiteit ten opzichte van het productieproces;
1.125 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.126 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.127 recreatieve bewoning
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
1.128 recreatiewoning
een gebouw bestemd voor verblijfsrecreatie ten dienste van een huishouden dat zijn hoofdverblijf elders heeft;
1.129 ruimtelijke kwaliteitswinst
een fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied of de omgeving, overeenkomstig het 'Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering van het landschap West-Brabant', zoals deze geldt op het tijdstip van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag voor een initiatief;
1.130 schuilgelegenheid
overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, binnen de bos/natuurbestemming, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter; in de schuilgelegenheid is geen opslag toegestaan;
1.131 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.132 standplaats (toeristisch)
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf; een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt;
1.133 standplaats (woonwagen)
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
1.134 statische opslag (binnenopslag)
de binnenopslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, niet bestemd voor handel, zoals (seizoens)stalling van (antieke) auto's, boten, caravans, campers en dergelijke;
1.135 teeltfolies
uitgespreide folies dienend, als afdek- en/of ondermateriaal, ter bescherming voor vollegrondsteelten alsmede, in voorkomende gevallen, tot bescherming van de omgeving en/of bodem tegen milieubelastende stoffen;
1.136 teeltondersteunende kassen
een teeltondersteunende kas is een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dek voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden; schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen (> 1,5 m) worden beschouwd als kas;
1.137 teeltondersteunende voorzieningen
een voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
- verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
- verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
- bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringen van onkruidbestrijding, effectief omgaan met water);
voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn:
- aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoek, boomteelthekken, hagelnetten, insectengaas, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten;
1.138 tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen
naast permanente voorzieningen zijn er ook nog tijdelijke voorzieningen (folies, insectengaas, acryldoek, wandelkappen, schaduwhallen, hagelnetten). Onder tijdelijk wordt verstaan dat deze teeltondersteunende voorzieningen op dezelfde locatie gebruikt kunnen worden zo lang de teelt dit vereist, met een maximum van 6 maanden. Deze tijdelijke voorzieningen hebben een directe relatie met het grondgebruik;
1.139 toeristische appartementen
toeristische appartementen betreffen overnachtingaccommodaties gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf. Toeristische appartementen bestaan uit maximaal 5 appartementen, waarvan de totale maximale oppervlakte per appartement 50 m² bedraagt. Er mogen in 5 toeristische appartementen tezamen maximaal 10 personen verblijven;
1.140 trekkershut
een gebouw van eenvoudige constructie met een maximale oppervlakte van 30 m², niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief woonverblijf van passanten;
1.141 tuin
de gronden van een bouwperceel behorende bij een woning;
1.142 tuincentrum
een detailhandelsbedrijf gericht op:
- a. het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop van:
- 1. levend materiaal, waaronder in ieder geval begrepen zaden, bollen en knollen, bomen, heesters en coniferen, vaste planten en kamerplanten, eenjarige en tropische buitenplanten, snijbloemen, kleine huisdieren, alsmede;
- 2. niet-levend materiaal, waaronder in ieder geval begrepen meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, grondproducten, potterie, cadeau-, sfeer- en interieurartikelen, glas- en aardewerk, kerst- en paasartikelen, schoonmaakartikelen en -middelen, vijvermaterialen en bestratingsmateriaal, blokhutten, kastjes, serres met tuinhout, tuingereedschappen, (tuin)verlichting, tuinmeubelen en terrasaankleding, dierbenodigdheden, tuin- en outdoorkleding (met inbegrip van schoeisel);
- b. de verhuur van machines, gereedschappen en aanhangers, het aanbieden van activiteiten op het gebied van tuinarchitectuur en tuinlease;
1.143 veehouderij
agrarisch bedrijf gericht op het fokken, mesten en houden van runderen, varkens, schapen, geiten, pluimvee, tamme konijnen en/of pelsdieren, nader te onderscheiden in intensieve veehouderij en niet intensieve veehouderij;
1.144 veldschuur
een vrij in het open veld staande schuur, die wordt gebruikt voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden en/of voor de opslag van agrarische producten en/of voor de opslag van agrarische werktuigen;
1.145 verblijfsrecreatie
vormen van recreatie die mede gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf;
1.146 verbrede landbouw
het ontplooien van activiteiten op een agrarisch bouwblok, die ruimtelijk inpasbaar zijn en verbonden zijn aan de bestaande en te behouden agrarische bedrijfsvoering;
1.147 (vollegronds)teeltbedrijf
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt; daaronder wordt ook begrepen grond met kassen of tunnels, lage tunnels of andere teeltvoorzieningen, voor zover deze allen tijdelijk teeltondersteunend zijn;
1.148 volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van ten minste één volledige arbeidskracht en waarvan het behoud ook op langere termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd, dat wil zeggen in zowel bedrijfseconomisch opzicht als op milieuhygiënisch verantwoorde wijze;
1.149 voorzieningen van algemeen nut
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.150 vrijstaand bijgebouw
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw;
1.151 woonwagen
voor bewoning bestemd bouwwerk in de zin van de Woningwet dat is geplaatst op een standplaats;
1.152 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.153 scouting
het organiseren van groepsgerichte activiteiten voor jongeren die met name buiten plaatsvinden, zoals het bouwen van hutten;
1.154 verkoopvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke overdekte winkelruimten;
1.155 zorgvuldige veehouderij
een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 meerdere dakopbouwen
bij de goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst ligt. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dat 50% van de gevelbreedte, wordt de goot- en de bouwhoogte van de dakopbouw(en) als goothoogte respectievelijk bouwhoogte aangemerkt;
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen met inachtname van het bepaalde in artikel 48.1;
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk met inachtname van het bepaalde in artikel 48.1;
2.7 afstand tot de perceelsgrens
tussen de grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.8 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
2.9 de hoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
2.10 ondergeschikte bouwdelen
- Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
- Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als luifels, erkers en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' heeft uitsluitend betrekking op: - de met een doorhaling in Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019', blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarisch gebruik
de uitoefening van een agrarisch bedrijf; - b. het behoud en versterken van de open gebieden in relatie tot de aanwezige agrarische functies;
- c. per bouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan;
- d. (vollegronds)teeltbedrijven en paardenhouderij bij wijze van neventak;
- e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', tevens voor een glastuinbouwbedrijf;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens voor een intensieve veehouderij
eneen niet intensieve veehouderij; - h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - loonwerkbedrijf', tevens voor een loonwerkbedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' tevens voor een zorgboerderij;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij', voor een neventak intensieve veehouderij
en een neventak niet intensieve veehouderij; - k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', tevens voor een niet intensieve veehouderij;
- l. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximum oppervlakte van 100 m²;
- m. statische opslag
de stalling van caravansin de bestaande bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 1.000 m²; - n. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbinepark', de geluidszone van het windturbinepark;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij', voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij;
met de daarbij behorende:
- t. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen;
- u. voorzieningen van algemeen nut;
- v. infrastructurele voorzieningen;
- w. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- x. waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, bestaande stalletjes en schuilgelegenheden (bestaande situaties voor bouwen en gebruik), erfafscheidingen en sleufsilo's en voederplaten ten behoeve van niet intensieve veehouderijbedrijven. Sleufsilo's en voederplaten zijn toegestaan indien:
- a. noodzakelijk voor de opslag van ruwvoer;
- b. in aansluiting op het bouwvlak;
- c. het bedrijf in overwegende mate voor de bedrijfsvoering is aangewezen op de opslag van ruwvoer;
- d. er op het bouwvlak geen ruimte meer aanwezig is;
- e. en tot een maximale oppervlakte van 0,5 ha per bouwvlak.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
3.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
3.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 4 Agrarisch - Paardenhouderij
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een gebruiksgerichte paardenhouderij, alsmede (tevens) voor het fokken en africhten van paarden;
- b. per
bestemmingsvlakbouwvlak is niet meer dan één bedrijf toegestaan; - c. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- d. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximaal 100 m²;
- e. statische opslag
de stalling van caravansin de bestaande bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 1.000 m²; - f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met de daarbij behorende:
- i. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen;
- j. voorzieningen van algemeen nut;
- k. infrastructurele voorzieningen;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. waterlopen en waterpartijen.
4.2 Bouwregels
Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en parkeervoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
4.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
4.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Landschapswaarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. duurzaam grondgebonden agrarisch gebruik
een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening; - b. het behoud en versterken van de landschapswaarden in relatie tot de aanwezige agrarische functies;
- c. per
bestemmingsvlakbouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan; - d. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- e. (vollegronds)teeltbedrijven en paardenhouderij bij wijze van neventak;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet grondgebonden', tevens voor een overig agrarisch bedrijf, niet zijnde een paardenhouderij;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens voor een intensieve veehouderij en een niet intensieve veehouderij;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', tevens voor een glastuinbouwbedrijf als onderdeel van het agrarisch bedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf - uienschilbedrijf', tevens voor een uienschilbedrijf;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - loonwerkbedrijf', tevens voor een loonwerkbedrijf;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', tevens voor een niet intensieve veehouderij;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij', voor een neventak intensieve veehouderij en een neventak niet intensieve veehouderij;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', tevens voor een niet intensieve veehouderij;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve geitenhouderij', tevens voor een intensieve geitenhouderij';
- o. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximum oppervlakte van 100 m²;
- p. statische opslag
stalling van caravansin de bestaande bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 1.000 m²; - q. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine', tevens voor een windturbine;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - spoor', de geluidszone van het spoorverkeer;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduiker', tevens voor een ecoduiker;
- y. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - loonwerkbedrijf, tevens voor een loonwerkbedrijf als nevenactiviteit;
- z. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - differentiatievlak teeltondersteunende voorzieningen', een differentiatievlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen;
- aa. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij', voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij;
met de daarbij behorende:
- ab. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen;
- ac. voorzieningen van algemeen nut;
- ad. infrastructurele voorzieningen;
- ae. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- af. waterlopen en waterpartijen.
5.2 Bouwregels
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, bestaande stalletjes en schuilgelegenheden (bestaande situaties voor bouwen en gebruik), erfafscheidingen en sleufsilo's en voederplaten ten behoeve van niet intensieve veehouderijbedrijven. Sleufsilo's en voederplaten zijn toegestaan indien:
- a. noodzakelijk voor de opslag van ruwvoer;
- b. in aansluiting op het bouwvlak;
- c. het bedrijf in overwegende mate voor de bedrijfsvoering is aangewezen op de opslag van ruwvoer;
- d. er op het bouwvlak geen ruimte meer aanwezig is;
- e. en tot een maximale oppervlakte van 0,5 ha per bouwvlak.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbymatig' mogen geen nieuwe bedrijfsgebouwen worden opgericht.
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
5.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
5.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. duurzaam grondgebonden agrarisch gebruik
een duurzame agrarische bedrijfsuitoefening; - b. het behoud en versterken van de natuur- en landschapswaarden in relatie tot de aanwezige agrarische functies;
- c. het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de EHS;
- d. per
bestemmingsvlakbouwvlak is niet meer dan één agrarisch bedrijf toegestaan; - e. wonen in een bedrijfswoning binnen het bouwvlak, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. (vollegronds)teeltbedrijven en paardenhouderij bij wijze van neventak;
- g. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit tot maximum oppervlakte van 100 m²;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch verwant', tevens voor een agrarisch verwante activiteit tot een maximum van 500 m²;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - niet grondgebonden', tevens voor een overig agrarisch bedrijf, niet zijnde een paardenhouderij;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - stacaravans', tevens voor een stacaravan;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens voor voorzieningen ten behoeve van de scouting;
- l. statische opslag
stalling van caravansin de bestaande bedrijfsbebouwing binnen het bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 1.000 m²; - m. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens voor een intensieve veehouderij en een niet intensieve veehouderij;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hobbymatig', voor een hobbymatig bedrijf;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij', tevens voor een niet intensieve veehouderij';
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve geitenhouderij', tevens voor een intensieve geitenhouderij';
- q. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - spoor', de geluidszone van het spoorverkeer;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - differentiatievlak teeltondersteunende voorzieningen', een differentiatievlak voor permanente teeltondersteunende voorzieningen;
- x. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak', tevens voor een paardenbak;
- y. ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij', voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij;
met de daarbij behorende:
- z. tuin/erf, verhardingen en andere bij de bestemming passende voorzieningen;
- aa. voorzieningen van algemeen nut;
- ab. infrastructurele voorzieningen;
- ac. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- ad. waterlopen en waterpartijen.
6.2 Bouwregels
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht, met uitzondering van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, bestaande stalletjes en schuilgelegenheden (bestaande situaties voor bouwen en gebruik), erfafscheidingen en sleufsilo's en voederplaten ten behoeve van niet intensieve veehouderijbedrijven. Sleufsilo's en voederplaten zijn toegestaan indien:
- a. noodzakelijk voor de opslag van ruwvoer;
- b. in aansluiting op het bouwvlak;
- c. het bedrijf in overwegende mate voor de bedrijfsvoering is aangewezen op de opslag van ruwvoer;
- d. er op het bouwvlak geen ruimte meer aanwezig is;
- e. en tot een maximale oppervlakte van 0,5 ha per bouwvlak;
- f. met dien verstande dat sleufsilo's en voederplaten op de gronden met de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur' niet buiten de bouwvlakken zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van agrarisch - agrarisch hobbymatig mogen geen nieuwe bedrijfsgebouwen worden opgericht.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
6.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 7 Bedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. categorie 1 en 2 bedrijven conform de Lijst van Bedrijfsactiviteiten in bijlage 1, met dien verstande dat tevens bedrijven zijn toegestaan die specifiek zijn aangeduid als onderstaand;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten', de ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', tevens voor een tuincentrum;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg', voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage', tevens voor een garage;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel', tevens voor een groothandel;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf', voor een aannemersbedrijf;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf', voor een constructiebedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - duivenmakelaar', voor een duivenmakelaar;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasdrukmeet- en regelstation', uitsluitend voor een gasdrukmeet- en regelstation;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondwerkbedrijf', voor een grondwerkbedrijf;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kantine', voor een kantine;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkingsbedrijf', voor een kunststofverwerkingsbedrijf;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -landbouwmechanisatiebedrijf', voor een landbouwmechanisatiebedrijf;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonwerkbedrijf', voor een loonwerkbedrijf;
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - medische plasticbewerkers', voor medische plasticverwerkers;
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - overslagbedrijf', voor een overslagbedrijf;
- r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolretentie', voor een rioolretentie;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf', voor een transportbedrijf;
- t. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - uienschilbedrijf', voor een uienschilbedrijf;
- u. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - veehandel', voor een veehandel;
- v. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch machineverhuur bedrijf', voor een agrarisch machineverhuur bedrijf;
- w. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - palletbedrijf', voor een palletbedrijf;
- x. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- y. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal', voor een gemaal;
- z. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
- aa. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- ab. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- ac. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- ad. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met de daarbij behorende:
- ae. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
7.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
7.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen van algemeen nut;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast', een antennemast;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolwaterzuivering', voor een rioolwaterzuivering;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - waterwinbedrijf', voor een waterwinbedrijf;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daarbij behorende:
- j. groenvoorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
n.v.t.
8.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
8.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
8.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 9 Bedrijventerrein - Fokkerterrein
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - Fokkerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijvigheid op het gebied van reparatie, nieuwbouw en het beproeven van technische componenten en objecten, voornamelijk gericht op de vliegtuigbouw;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang', kinderopvang ten behoeve van de werknemers van dit bedrijf;
- c. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsterfregeling', geldt dat niet bedrijfgerelateerde bewoning van de bedrijfswoning is toegestaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarde;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met de daarbij behorende:
- g. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
n.v.t.
9.4 Afwijken bouwregels
9.5 Specifieke gebruiksregel
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
9.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van het bos met de daarop afgestemde bosbouw;
- b. instandhouding van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden;
- c. paalkamperen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- i. instandhouding van in het bos aanwezige onverharde wegen;
- j. extensief dagrecreatief medegebruik.
10.2 Bouwregels
Ten aanzien van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- bouwwerken, welke ter plaatse noodzakelijk zijn uit een oogpunt van beheer en onderhoud, waaronder begrepen beperkte voorzieningen ten behoeve van de extensieve dagrecreatie, zoals bijvoorbeeld informatiepanelen en vogelwachterhuisjes.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Afwijken van de bouwregels
10.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
10.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
10.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
10.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bos te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding Attentiegebieden ehs;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'museum', een museum;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', een kantoor;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- d. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
met de daaraan ondergeschikt:
- e. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de bestemming;
- f. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Afwijken van de bouwregels
11.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- d. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
- e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
11.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
11.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 12 Detailhandel
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een zelfstandige detailhandelsvoorziening - met uitzondering van grootschalige detailhandel - met een maximale verkoopvloeroppervlakte 200 m2 of de aanwezige oppervlakte ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan Buitengebied;
- a. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', tevens voor een hovenier met daaraan ondergeschikt het onderhoud voor eigen machines en de verkoop van bloem- en tuinbenodigdheden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - autohandel', tevens voor een autohandel;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - verkoop en reparatie bedrijfsvoertuigen', tevens voor de verkoop en reparatie van bedrijfsvoertuigen;
- e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- i. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- d. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
- e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
12.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
12.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 13 Groen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen);
- b. de aanleg en instandhouding van groen(voorzieningen) ten behoeve van landschappelijke inpassing;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met daaraan ondergeschikt:
- d. hondentoiletten;
- e. speelvoorzieningen;
- f. voorzieningen van algemeen nut;
- g. paden;
- h. watergangen en waterpartijen.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.
13.3 Nadere eisen
n.v.t.
13.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
13.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. prostitutie.
13.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
13.7 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
13.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
13.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 14 Horeca
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca van categorie 1;
- b. horeca van categorie 2;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5', tevens voor horeca van categorie 5;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', tevens voor horeca van categorie 3;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- g. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
- h. terrassen;
- i. verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen;
- j. waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- d. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
- e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning
met uitzondering van mantelzorg.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
14.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
14.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 15 Maatschappelijk
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats', een begraafplaats;
- b. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- c. het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de EHS;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- i. verhardingen, wegen en parkeervoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
15.4 Afwijken van de bouwregels
15.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. seksinrichtingen;
- c. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- d. het gebruik van gebouwen, behoudens de bedrijfswoning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
- e. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning
met uitzondering van mantelzorg.
15.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
15.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
15.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
15.9 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Maatschappelijk te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Attentiegebieden ehs, en/of;
- 2. Ecologische hoofdstructuur en/of;
- 3. de dubbelbestemming Waarde - Natura 2000;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 16 Maatschappelijk - Militaire Vliegbasis
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Militaire vliegbasis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een militaire vliegbasis;
- b. medegebruik;
- c. het behoud, herstel en/of ontwikkeling van de EHS;
- d. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden;
- e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1', een zone 1;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 2', een zone 2;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 3', een zone 3;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4', een zone 4.
met daaraan ondergeschikt:
- l. verhardingen, wegen en parkeervoorzieningen;
- m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
16.4 Afwijken van de bouwregels
16.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. detailhandel;
- b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
- c. seksinrichtingen;
- d. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
16.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
16.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
16.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 17 Maatschappelijk - Militaire Zaken
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. militaire doeleinden;
- b. medegebruik;
- c. het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de EHS;
- d. instandhouding, herstel en/of ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden;
- e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met daaraan ondergeschikt:
- h. verhardingen, wegen en parkeervoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. detailhandel;
- b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
- c. seksinrichtingen;
- d. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- e. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
17.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
17.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
17.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Maatschappelijk - Militaire Zaken van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Ecologische verbindingszone en/of;
- 2. Ecologische hoofdstructuur en/of;
- 3. de dubbelbestemming Waarde - Natura 2000;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 18 Natuur
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein, een militair oefenterrein;
- b. het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarden en/of ecologische waarden;
- c. paalkamperen;
- d. het behoud, herstel en/ of ontwikkeling van de EHS;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', een ecologische verbindingszone. De regeling opgenomen in artikel 54.2.4 dient in acht te worden genomen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbinepark', de geluidszone van het windturbinepark;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduiker', een ecoduiker;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- m. agrarisch natuurbeheer;
- n. extensief dagrecreatief en/of educatief medegebruik;
- o. infrastructurele voorzieningen;
- p. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met een hoogte van niet meer dan 2 m, met dien verstande dat overkappingen niet zijn toegestaan. In afwijking hierop mag binnen het bouwvlak een gebouw met een bouwhoogte van 8 m worden gebouwd en zijn tevens toegestaan de bestaande bunkers met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
- b. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
18.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
18.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
18.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 19 Natuur - Landgoed
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de handhaving van bestaande functies conform de onderstaande tabel:
adres | activiteit | toegestaan aantal bedrijfswoningen | |
Putseweg 44 / Herenbaan 246 | sociaal-medische doeleinden (verzorgingstehuis Bieduinenhof) | 2 | |
Putseweg 17 | wonen | 1 | |
Antwerpsestraatweg 185 | landgoed Mattenburg (Stichting Brabants Landschap) | 2 | |
Grote Meer ong. | wonen (landgoed Grote Meer) | 2 | |
Molenbergdreef ong. | wonen | 3 | |
Tweede Verdelingsweg 30 | wonen (landgoed Mevrisse) | 2 | |
Emmahoeve | wonen | 4 | |
Abdijlaan 48 | wonen | 1 |
- b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', voor recreatiewoningen;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- h. agrarisch natuurbeheer;
- i. extensief recreatief en/of educatief medegebruik;
- j. infrastructurele voorzieningen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.
19.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
19.4 Afwijken van de bouwregels
19.5 Specifieke gebruiksregels
19.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
19.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
19.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 20 Recreatie
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'dagrecreatie', voor dagrecreatie;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', voor een kampeerterrein voor maximaal 15 standplaatsen (toeristisch);
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - ondergeschikte horeca', voor ondergeschikte horeca;
- e. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met daaraan ondergeschikt:
- i. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
- j. verhardingen;
- k. groen- en parkeervoorzieningen.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. voor permanente bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- c. seksinrichtingen;
- d. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
- e. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- f. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
20.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
20.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
20.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
20.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 21 Recreatie - De Staartse Duinen
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - De Staartse Duinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 85 stacaravans/chalets;
- b. bedrijfsmatige exploitatie van het recreatieterrein, waaronder toeristische standplaatsen;
- c. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- d. (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een zwembad, wasserette, kantine, receptie, restaurant, sport- en speelvoorzieningen tot een maximaal bebouwingsoppervlakte van 750 m²;
- e. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het aanwezige bos;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het waterhuishoudkundige systeem in relatie met het hiervoor genoemde aanwezige bos;
- g. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- h. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
- i. verhardingen;
- j. groen- en parkeervoorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
n.v.t.
21.4 Afwijken bouwregels
21.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. detailhandel;
- b. opslag, behalve welke voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
- c. zelfstandige kantoren;
- d. opslag en verkoop van LPG;
- e. seksinrichtingen;
- f. voor permanente bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- g. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- h. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
21.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
21.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
21.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor:
Artikel 22 Recreatie - Recreatiecentrum Familyland
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiecentrum Familyland' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 107 stacaravans/chalets;
- b. maximaal 266 recreatiewoningen;
- c. bedrijfsmatige exploitatie van het recreatieterrein;
- d. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- e. (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een zwembad, wasserette, detailhandel, kantine, receptie, restaurant, sport- en speelvoorzieningen tot een maximaal bebouwingsoppervlakte van 7.400 m² waarvan maximaal 200 m² ten behoeve van detailhandel;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het aanwezige bos;
- g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het waterhuishoudkundige systeem in relatie met het hiervoor genoemde aanwezige bos;
- h. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met daaraan ondergeschikt:
- j. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
- k. verhardingen;
- l. groen- en parkeervoorzieningen.
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
n.v.t.
22.4 Afwijken bouwregels
22.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. opslag, behalve welke voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
- b. zelfstandige kantoren;
- c. opslag en verkoop van LPG;
- d. seksinrichtingen;
- e. voor permanente bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- g. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
22.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
22.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
22.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
22.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 23 Recreatie - Recreatiecentrum Hazeduinen
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiecentrum Hazeduinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. minimaal 50 standplaatsen (toeristisch);
- b. maximaal 315 stacaravans/chalets;
- c. maximaal 140 recreatiewoningen;
- d. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- e. (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een zwembad, wasserette, detailhandel, kantine, receptie, restaurant, sport- en speelvoorzieningen tot een maximaal bebouwingsoppervlakte van 2.700 m² waarvan maximaal 200 m² ten behoeve van detailhandel en maximaal 170 m² ten behoeve van 4 trekkershutten;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het aanwezige bos;
- g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het waterhuishoudkundige systeem in relatie met het hiervoor genoemde aanwezige bos;
- h. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- i. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
- j. verhardingen;
- k. groen- en parkeervoorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
n.v.t.
23.4 Afwijken bouwregels
23.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. opslag, behalve welke voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
- b. zelfstandige kantoren;
- c. opslag en verkoop van LPG;
- d. seksinrichtingen;
- e. voor permanente bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- f. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- g. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
23.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
23.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
23.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
23.9 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 24 Recreatie - Recreatiepark Groenendries
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiepark Groenendries' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maximaal 63 recreatiewoningen;
- b. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- c. (centrale) functies ten behoeve van de verblijfsrecreatieve voorzieningen, zoals een zwembad, wasserette, kantine, receptie, restaurant, sport- en speelvoorzieningen tot een maximaal bebouwingsoppervlakte van 750 m²;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - beheerderswoning', is tevens een beheerderswoning en beroep aan huis tot 60 m² toegestaan;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het aanwezige bos;
- g. behoud, herstel en/of ontwikkeling van het waterhuishoudkundige systeem in relatie met het hiervoor genoemde aanwezige bos;
- h. behoud en herstel van de landschappelijke waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- i. opslag van de bij de bestemming behorende materialen;
- j. verhardingen;
- k. groen- en parkeervoorzieningen.
24.2 Bouwregels
24.3 Nadere eisen
n.v.t.
24.4 Afwijken bouwregels
24.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. detailhandel;
- b. opslag, behalve welke voor de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
- c. zelfstandige kantoren;
- d. opslag en verkoop van LPG;
- e. seksinrichtingen;
- f. voor permanente bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- g. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- h. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
24.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
24.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
24.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
24.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 25 Sport
25.1 Bestemmingsomschrijving
De op voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sport;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondensport', een hondensport;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport- schietbaan', voor een schietbaan;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport- ponyclub', voor een ponyclub;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'manege', voor een manege;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast ', een antennemast;
- g. wonen in een bedrijfswoning, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidzone van het wegverkeer;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidzone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', tevens voor ten hoogste vijf recreatiewoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- m. horecavoorzieningen die ten dienste staan van de bestemming;
- n. groen- en speelvoorzieningen;
- o. parkeervoorzieningen;
- p. waterlopen en waterpartijen.
25.2 Bouwregels
25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
25.4 Afwijken van de bouwregels
25.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. seksinrichtingen;
- c. kamperen;
- d. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- f. voor permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- g. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning;
- h. bewoning door tijdelijke werknemers en arbeidsmigranten.
25.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
25.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
25.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
25.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 26 Verkeer
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met hoofdzakelijk een verkeersfunctie alsmede de daarbij behorende verkeerskundige en waterstaatkundige voorzieningen zoals voet- en fietspaden, op- en afritten, viaducten, geleiderails;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal', voor een geluidwal;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - spoor', de geluidszone van het spoorverkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbinepark', de geluidszone van het windturbinepark;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ecoduiker', een ecoduiker;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
met daaraan ondergeschikt:
- k. parkeervoorzieningen;
- l. zitbanken, panoramatafels, informatieborden en lichtmasten;
- m. groenvoorzieningen;
- n. duikers, waterlopen en waterpartijen;
- o. oeververbindingen (bruggen).
26.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
- b. de maximale goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;
- c. op deze gronden mogen geen overkappingen worden gebouwd;
- d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 12 m bedragen.
26.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
26.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
26.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
- b. de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in de bestemmingsomschrijving is toegestaan;
- c. seksinrichtingen;
- d. permanente of tijdelijke bewoning met uitzondering van de bedrijfswoning;
- e. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
26.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
26.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
26.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
26.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Verkeer van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Ecologische verbindingszone, en/of;
- 2. Attentiegebieden ehs, en/of;
- 3. Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 27 Verkeer - Railverkeer
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen met ten hoogste 2 sporen (exclusief eventuele rangeersporen);
- b. spoorwegvoorzieningen, zoals overgangen, bermen e.d.;
- c. wegen en paden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- e. ter plaatse van de aanduiding geluidszone - spoor, de geluidszone van het spoorverkeer;
- f. ter plaatse van de aanduiding geluidszone - weg, de geluidszone van het wegverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met daaraan ondergeschikt:
- h. geluidwerende voorzieningen;
- i. viaducten;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. zitbanken, panoramatafels, informatieborden en lichtmasten;
- l. groenvoorzieningen;
- m. duikers, waterlopen en waterpartijen;
- n. oeververbindingen (bruggen).
27.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 12 m bedragen.
27.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
27.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
27.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
27.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
27.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
27.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
27.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Verkeer - Railverkeer van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding Attentiegebieden ehs;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 28 Verkeer - Zandpad
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Zandpad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. onverharde wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. ter plaatse van de aanduiding geluidszone - weg, de geluidszone van het wegverkeer;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbinepark', de geluidszone van het windturbinepark;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daaraan ondergeschikt:
- g. parkeervoorzieningen;
- h. zitbanken, panoramatafels, informatieborden en lichtmasten;
- i. groenvoorzieningen;
- j. duikers, waterlopen en waterpartijen;
- k. oeververbindingen (bruggen).
28.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 8 m bedragen.
28.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
28.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
28.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
28.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
28.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
28.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
28.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Verkeer - Zandpad van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Ecologische verbindingszone, en/of;
- 2. Attentiegebieden ehs, en/of;
- 3. Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 29 Water
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen, waterkeringen en waterpartijen;
- b. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
- e. infiltratievoorzieningen;
- f. behoud, herstel en/of ontwikkeling van landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- h. ter plaatse van de aanduiding geluidszone - spoor, de geluidszone van het spoorverkeer;
- i. ter plaatse van de aanduiding geluidszone - weg, de geluidszone van het wegverkeer;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbine', de geluidszone van het windturbinepark;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen.
29.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- b. op of in deze gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de waterhuishouding mogen worden gebouwd, alsmede bruggen, steigers, duikers en keerwanden.
29.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
29.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
29.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. detailhandel;
- c. seksinrichtingen;
- d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
29.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
29.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
29.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
29.9 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Water van de gronden te wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. de gronden zijn gelegen binnen de nadere aanduiding:
- 1. Ecologische verbindingszone, en/of;
- 2. Attentiegebieden ehs, en/of;
- 3. Zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen;
- b. natuurontwikkeling zal plaatsvinden;
- c. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder;
- d. overtollige bebouwing dient te worden gesloopt, behalve wanneer deze bebouwing een monument betreft.
Artikel 30 Wonen
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', een recreatiewoning;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingsconcentratie', een bebouwingsconcentratie;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - spoor', de geluidszone van het spoorverkeer;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', de bescherming van panden met cultuurhistorische waarden;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hobbymatig', tevens voor het uitoefenen van hobbymatige agrarische activiteiten, met dien verstande dat ter plaatse van deze aanduiding geen woonhuis is toegestaan.
met de daarbij behorende:
- k. tuinen en erven;
- l. parkeervoorzieningen.
30.2 Bouwregels
Op onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 30.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels.
30.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
30.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
30.5 Specifieke gebruiksregels
30.6 Afwijken van de gebruiksregels
30.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
30.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
30.9 Wijzigingsbevoegdheden
Artikel 31 Wonen - Woonwagenstandplaats
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in woonwagens, waarbij tevens beroep aan huis tot een maximale oppervlakte van 60 m² is toegestaan;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
met de daarbij behorende:
- d. tuinen en erven;
- e. verhardingen en parkeervoorzieningen;
- f. bergingen en sanitaire ruimten.
31.2 Bouwregels
31.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. een goede woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
31.4 Afwijken van de bouwregels
n.v.t.
31.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
- a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. detailhandel;
- c. demontage van voertuigen;
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
- e. seksinrichtingen;
- f. kamperen;
- g. opslag van goederen en materialen voor de gevellijn;
- h. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen betreft;
- i. voor bewoning van vrijstaande bijgebouwen bij een woning.
31.6 Afwijken gebruiksregels
n.v.t.
31.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
De regelingen zoals opgenomen in artikel 49 en 54 dienen in acht te worden genomen.
31.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
31.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 32 Buisleidingenstraat
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Buisleidingenstraat' aangewezen gronden zijn bestemd:
- a. voor ondergrondse buisleidingen en kabels;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', tevens voor een nutsvoorziening;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - spoor', de geluidzone van het spoorverkeer;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - weg', de geluidszone van het wegverkeer;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie', de geluidszone van het industrieterrein en de vliegbasis;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - windturbinepark', de geluidszone van het windturbinepark;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', een groenelement. De regeling opgenomen in artikel 54.2.8 dient in acht te worden genomen;
met daarbij behorende:
- h. voorzieningen welke behoren bij de buisleiding voor het goed functioneren van de buisleiding;
- i. gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde;
- j. water en waterhuishoudingsvoorzieningen;
- k. bruggen, viaducten en andere kunstwerken;
en tevens:
- l. agrarisch medegebruik;
- m. extensief recreatief medegebruik;
- n. paden en wegen.
32.2 Bouwregels
32.3 Nadere eisen
n.v.t.
32.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen van:
- a. hetgeen bepaald onder 32.2.2 voor het toestaan van een hogere bouwhoogte dan wel een grotere oppervlakte mits deze hogere bouwhoogte respectievelijk grotere oppervlakte noodzakelijk is voor het beheer en/of onderhoud van de ondergrondse buisleidingen;
- b. hetgeen bepaald onder 32.2.3 voor het toestaan van een hogere bouwhoogte mits deze hogere bouwhoogte noodzakelijk is voor het beheer en/of onderhoud van de ondergrondse buisleidingen;
- c. indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de Buisleidingenstraat.
32.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
32.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van hetgeen is bepaald onder 32.1 voor het toestaan van een ander gebruik mits het ander gebruik verenigbaar is met de bestemming alsmede de veiligheid van personen en goederen niet in gevaar worden gebracht. Hierover wordt vooraf schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de Buisleidingenstraat.
32.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen gebouw zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- a. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
- b. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- c. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
- d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen
en aanleggen van drainage; - e. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
- f. het permanent opslaan van goederen.
Het verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:
- g. het aanbrengen, het in bedrijf nemen en onderhouden van buisleidingen en kabels en bijbehorende voorzieningen voor een goed functioneren van de buisleidingenstraat;
- h. die reeds in uitvoering zijn op het van kracht worden van het plan;
- i. die het normale onderhoud ten aanzien van de buisleidingenstraat, de leiding en belemmeringsstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
- j.
welke graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse nettenvormen.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de veiligheid van de leiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook.
32.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
32.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 33 Leiding - Brandstof
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een brandstofleiding.
33.2 Bouwregels
33.3 Nadere eisen
n.v.t.
33.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 33.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
33.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
33.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
33.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
33.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
33.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 34 Leiding - Gas
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gastransportleiding.
34.2 Bouwregels
34.3 Nadere eisen
n.v.t.
34.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 34.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
34.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
34.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
34.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
34.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
34.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 35 Leiding - Gas - 1
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas - 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gastransportleiding.
35.2 Bouwregels
35.3 Nadere eisen
n.v.t.
35.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 35.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
35.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
35.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
35.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
35.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
35.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 36 Leiding - Hoogspanning
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van een bovengrondse 150 kV hoogspanningsverbinding.
36.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van hoogspanningsverbindingen worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
36.3 Nadere eisen
n.v.t.
36.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in lid 36.2 indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken leiding wordt geen afwijking verleend.
36.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
36.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
36.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
36.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
36.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 37 Leiding - Leidingstrook
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een leidingstrook.
37.2 Bouwregels
37.3 Nadere eisen
n.v.t.
37.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken verlenen van het bepaalde in 37.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
37.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
37.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
37.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
37.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
37.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 38 Leiding - Riool
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding.
38.2 Bouwregels
38.3 Nadere eisen
n.v.t.
38.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 38.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
38.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
38.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
38.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
38.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
38.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 39 Leiding - Water
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterleiding.
39.2 Bouwregels
39.3 Nadere eisen
n.v.t.
39.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 39.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen
onevenredigeaantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; - b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
39.5 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn binnen deze bestemming geen midi- en minicampings toegestaan.
39.6 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.5 en midi- en minicampings toestaan, mits:
- a. geen
onevenredigeaantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding; - b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leidingbeheerder.
39.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
39.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
39.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 40 Waarde - Aardkundig Waardevol Gebied
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Aardkundig waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de bescherming en het behoud van de op en/of in de gronden voorkomende aardkundige waarden.
40.2 Bouwregels
40.3 Nadere eisen
n.v.t.
40.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 40.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de aardkundige waarden;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op aardkundig gebied.
40.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
40.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
40.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
40.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
40.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 41 Waarde - Natura 2000
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de op en/of in deze gronden voorkomende ecologische waarden.
41.2 Bouwregels
41.3 Nadere eisen
n.v.t.
41.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 41.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de beoogde bescherming van de ecologische waarden van het Natura 2000-gebied.
41.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
41.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
41.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
41.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
41.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 42 Waarde - Archeologie 1
42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende hoge archeologische waarden.
42.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot; en waarbij de diepte incl. fundering niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht tot een diepte van 0,50 meter onder maaiveld èn waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m².
42.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 42.2en toestaan dat ten behoeve van de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf
- b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf
- c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
42.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 43 Waarde - Archeologie 2
43.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende hoge archeologische waarden.
43.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht op een diepte van minder dan 1,50 meter onder de oppervlakte èn waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m².
43.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 43.2en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf
- b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf
- c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
43.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 44 Waarde - Archeologie 3
44.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende middelhoge archeologische waarden.
44.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- a. ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot;
- b. de bouw van een bijgebouw, de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw of het oprichten van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor graafwerkzaamheden worden verricht op een diepte van minder dan 0,50 meter onder de oppervlakte èn waarvan de toename van de bebouwde oppervlakte niet meer bedraagt dan 100 m².
44.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.2en toestaan dat het in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de aanvraag om een omgevingsvergunning een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
- a. het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd, òf
- b. de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad, òf
- c. in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.
44.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 45 Waterstaat - Waterbergingsgebied
45.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterbergingsgebied.
45.2 Bouwregels
45.3 Nadere eisen
n.v.t.
45.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 45.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterberging;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterberging.
45.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
45.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
45.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
45.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
45.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Artikel 46 Waterstaat - Waterkering
46.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.
46.2 Bouwregels
46.3 Nadere eisen
n.v.t.
46.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde in 46.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende waterkering.
46.5 Specifieke gebruiksregels
n.v.t.
46.6 Afwijken van de gebruiksregels
n.v.t.
46.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
46.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
n.v.t.
46.9 Wijzigingsbevoegdheid
n.v.t.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' heeft uitsluitend betrekking op: - de met een doorhaling in Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019', blijft voor het overige van toepassing. - in |
Artikel 47 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 48 Algemene Bouwregels
48.1 Algemene regel m.b.t. ondergronds bouwen
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
48.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en maten
48.3 Voldoende parkeergelegenheid
Tenzij in hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
- a. bij de oprichting van een nieuw bouwwerk, de vergroting van een bestaand bouwwerk of de verandering van de functie van een bouwwerk al dan niet met bijbehorend bouwperceel dient in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien;
- b. bij een omgevingsvergunning, dan wel bij de beoordeling of de functie in overeenstemming is met het plan wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde CROW-normen bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
- c. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
Artikel 49 Algemene Aanduidingsregels
49.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
49.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
49.3 Milieuzone - Geluidsgevoelige functie
49.4 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
De voor 'Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit.
49.5 Milieuzone - Waterwingebied
De voor 'Milieuzone - Waterwingebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor de exploitatie en bescherming van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening.
49.6 Luchtvaartverkeerzone 1
49.7 Luchtvaartverkeerzone 2
49.8 Luchtvaartverkeerzone 3
49.9 Luchtvaartverkeerzone 4
49.10 Luchtvaartverkeerzone 5
49.11 Luchtvaartverkeerzone 6
49.12 Luchtvaartverkeerzone 7
49.13 Luchtvaartverkeerzone 8
49.14 Luchtvaartverkeerzone 9
49.15 Vrijwaringszone - radar
49.16 Vrijwaringszone - weg 1
49.17 Vrijwaringszone - weg 2
49.18 Veiligheidszone - munitie 1
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - munitie 1' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), tevens bestemd voor het beschermen van het veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een munitiecomplex.
- b. In afwijking van het bepaalde in de onderliggende bestemming(en) gelden binnen de 'Veiligheidszone - munitie 1' de volgende voorwaarden:
- 1. gebouwen mogen niet worden gebouwd;
- 2. openbare wegen, persoonspoorwegen en druk bevaren waterwegen mogen niet worden opgericht;
- 3. geen parkeerterrein worden opgericht;
- 4. recreatie is niet toegestaan;
- 5. gebouwen, waarin zich regelmatig personen bevinden, zoals woonhuizen, winkels, kantoren, werkplaatsen, cafés, e.d. zijn niet toegestaan;
- 6. grote aantallen recreanten, sportvelden, jachthaven, zwembaden, kampeerterreinen, caravanparken e.d. zijn niet toegestaan;
- 7. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich als regel een groot aantal mensen bevindt, zijn niet toegestaan.
49.19 Veiligheidszone - munitie 2
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - munitie 2' zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), tevens bestemd voor het beschermen van het veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een munitiecomplex.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemming(en) gelden binnen de 'Veiligheidszone - munitie 2' de volgende voorwaarden:
- 1. gebouwen, waarin zich regelmatig personen bevinden, zoals woonhuizen, winkels, kantoren, werkplaatsen, cafés, e.d. zijn niet toegestaan;
- 2. grote aantallen recreanten, sportvelden, jachthaven, zwembaden, kampeerterreinen, caravanparken e.d. zijn niet toegestaan;
- 3. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich als regel een groot aantal mensen bevindt, zijn niet toegestaan;
- 4. hoofdverkeerswegen zijn niet toegestaan.
49.20 Veiligheidszone - munitie 3
- a. Ter plaatse van de aanduiding Veiligheidszone - munitie 3 zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aan - gewezen bestemming(en), tevens bestemd voor het beschermen van het veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een munitiecomplex.
- b. In afwijking van het bepaalde bij de andere aangewezen bestemming(en) gelden binnen de 'Veiligheidszone - munitie 3' de volgende voorwaarden:
- 1. gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en voorts gebouwen met zeer grote glasopstanden, waarin zich als regel een groot aantal mensen bevindt, zijn niet toegestaan.
49.21 Veiligheidszone - Leiding
Artikel 50 Algemene Afwijkingsregels
50.1 Afwijken
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, voor zover niet reeds op grond van een ander artikel een omgevingsvergunning is verleend;
- b. de regels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
- c. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
- e. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
- f. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen wordt verhoogd ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
- g. de regels en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van communicatievoorzieningen, worden vergroot tot niet meer dan 35 m;
- h. bij de bouw van installaties voor mobiele telecommunicatie gelden de volgende voorwaarden:
- 1. het plaatsen van gsm-apparatuur dient zoveel mogelijk gebundeld te worden ('site-sharing'). Indien 'site-sharing' niet mogelijk is gebleken, dient plaatsing van een mast in landschap, stedenbouw en architectuur te worden ingepast;
- 2. een basisstation wordt geplaatst op een bestaand bouwwerk, geen gebouw zijnde, hoger dan 15 m (bijvoorbeeld hoogspanningsmasten, windmolens viaduct enz.), of op een bestaand 'werkgebouw' (d.i. een gebouw zonder woonfunctie, waar geen mensen permanent verzorgd of verpleegd worden, en waar geen kinder- en kleuteropvang plaatsvindt hoger dan 15 m;
- 3. plaatsing op een bestaand woongebouw is alleen mogelijk indien met een radiotechnisch rapport is aangetoond dat een andere locatie vanuit radiotechnisch oogpunt onmogelijk is;
- 4. bij plaatsing op een bestaand bouwwerk mag de hoogte van de antenne niet meer dan 6 m bedragen en moet de afstand van de stralingsbron tot een voor personen toegankelijke ruimte in horizontale richting (recht voor de antenne) ten minste 3 m bedragen en in verticale richting ten minste 2,5 m;
- 5. indien het basisstation wordt verplaatst op een mast met voet, mag de hoogte van mast/voet en antenne tezamen niet meer dan 40 m bedragen;
- 6. de inhoud van een apparatuurkast bij een basisstation mag niet meer bedragen van 2 m³;
- 7. plaatsing is niet toegestaan op of nabij een rijksmonument en op of nabij een beeldbepalend pand;
- 8. plaatsing is niet toegestaan op de gronden met de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur';
- 9. de waarden van natuur en landschap zoals beschreven in de desbetreffende bestemmingsbepalingen, daardoor niet onevenredig worden aangetast, in die zin dat de locatiekeuze ruimtelijk moet worden onderbouwd, waarbij rekening moet worden gehouden met de aanwezigheid van specifieke natuurwaarden, het bepaalde in de Flora- en faunawet en eventuele invliegfunnels;
- 10. het bepaalde in hoofdstuk 3 daarbij in acht wordt genomen.
50.2 Afwijken mantelzorg
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke bouw- en gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit een oogpunt van mantelzorg, waartoe advies wordt ingewonnen van een, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, onafhankelijke deskundige;
- b. de afhankelijke woonruimte mag slechts worden gebruikt voor de huisvesting van één huishouden;
- c. de omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a. bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
- d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- e. de een vloeroppervlakte van ten hoogste 80 m² mag worden gebruikt als afhankelijke woonruimte.
50.3 Windturbines
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van de bestemmingen Agrarisch, Agrarisch - Paardenhouderij, Agrarisch met waarden - Landschapswaardenen Bedrijf voor het realiseren van een windturbine binnen een bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
- a.
de hoogte van de windturbine mag niet meer dan 20 m bedragen met dien verstande dat:- 1.
voor windturbines op gronden met de aanduiding 'luchtvaartzone 3 tot en met 9' debepalingen in artikel 49.8 tot en met 49.14 in acht moeten worden genomen; - 2.
windturbines niet zijn toegestaan:op de gronden met de aanduiding 'Waarde - Natura 2000';in een zone van 250 m rond de aanduiding 'Waarde - Natura 2000';in het gebied ten noordwesten van de A58 tot aan de plangrens;
- 1.
- b.
de windturbine is uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt aanvaardbaar; - c.
er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van natuurwaarden; - d.
er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van overige in het geding zijnde belangenwaaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
Artikel 51 Algemene Wijzigingsregels
51.1 Algemene Wijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 m bedragen het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer dan 3 m bedragen het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
51.2 Wijziging in groenblauwe mantel en overig gebied
51.3 Wijzigingsbevoegdheid kleine windturbines
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen teneinde de realisatie van kleine windturbines, door het opnemen van een daarop toegesneden aanduiding mogelijk te maken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- a. deze wijzigingsbevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast binnen bouwvlakken met de bestemming Agrarisch, Agrarisch - Paardenhouderij, Agrarisch met waarden - Landschapswaardenof Bedrijf;
- b. de hoogte van de windturbine mag niet meer dan 20 m bedragen met dien verstande dat:
- 1. voor windturbines op gronden met de aanduiding 'luchtvaartzone 3 tot en met 9' de bepalingen in artikel 49.8 tot en met 49.14 in acht moeten worden genomen;
- 2. windturbines niet zijn toegestaan:
- op de gronden met de aanduiding 'Waarde - Natura 2000';
- in een zone van 250 m rond de aanduiding 'Waarde - Natura 2000';
- in het gebied ten noordwesten van de A58 tot aan de plangrens;
- c. de windturbine is uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt aanvaardbaar;
- d. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van natuurwaarden;
- e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van overige in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven.
Artikel 52 Algemene Procedureregels
52.1 Afwijkingsbevoegdheid
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
52.2 Nadere eisen
Bij toepassing van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
52.3 Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
52.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Artikel 53 Algemeen Gebruiksverbod
Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of te laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals nader is aangeduid in de doeleinden.
Artikel 54 Overige Regels
54.1 Aanduidingsomschrijving
Ter plaatse van de hierna genoemde aanduiding zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), tevens bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische verwachtingswaarde', tevens voor de bescherming en instandhouding van de archeologische verwachtingswaarden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'attentiegebieden ehs', tevens voor de bescherming en instandhouding van de attentiegebieden van de ehs;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorisch waardevol gebied', tevens voor de bescherming en instandhouding van de cultuurhistorische waarden;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', tevens voor de waarborging van de mogelijkheden om een ecologische verbindingszone te realiseren;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'kerkepad', tevens voor het behoud van een kerkepad;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'reserveringsgebied - waterberging', een reserveringsgebied ten behoeve van waterberging;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen', tevens voor de bescherming en instandhouding van het watersysteem;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - groenelement', het behoud van een groenelement;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur', tevens voor de bescherming en instandhouding van de ecologische hoofdstructuur.
54.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
Het is op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders verboden ter plaatse van de aangeduide waarden de volgende werken en/of werkzaamheden buiten het bouwvlak (zie bijlage 2) te verrichten:
54.3 Normaal onderhoud
Het verbod als bedoeld in 54.2 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
- a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
- b. van zodanig geringe omvang en ondergeschikte betekenis zijn dat daardoor geen aantasting van de aanwezige waarden plaatsvindt;
- c. worden gedaan ter uitvoering van de in artikel 32.1 sub a omschreven doeleinden;
- d. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
- e. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
54.4 Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 54.2 zijn slechts toelaatbaar, indien:
- a. deze verband houden met de omschrijving, die aan de desbetreffende bestemming is toegekend;
- b. door de werken of werkzaamheden hetzij direct hetzij indirect de bestaande waarden zoals bedoeld in 54.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
- c. door de werken of werkzaamheden hetzij direct hetzij indirect de gewenste waarden zoals bedoeld in 54.1 niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast;
- d. het waterschap is gehoord voor wat betreft waarden die te maken hebben met het watersysteem.
54.5 Beperkingen veehouderij
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij' zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van natuur en woonconcentraties door het stellen van regels met betrekking tot de ontwikkelingsmogelijkheden van de niet intensieve veehouderij en de intensieve veehouderij:
- a. voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch wordt verwezen naar de regels in artikel 3;
- b. voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden wordt verwezen naar de regels in artikel 5;
- c. voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden wordt verwezen naar de regels in artikel 6;
- d. voor zover de aanduiding op de verbeelding samenvalt met een andere bestemming dan de bestemmingen genoemd onder a t/m c heeft de aanduiding geen betekenis.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' heeft uitsluitend betrekking op: - de met een doorhaling in Het moederplan, zoals dat luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019', blijft voor het overige van toepassing. |
Artikel 55 Overgangsrecht
55.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
55.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
55.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meerder natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Artikel 56 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied,
partiële herziening 2019'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 23 maart 2017 is het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016' vastgesteld door de gemeenteraad (NL.IMRO.0873.BUITxBP123xHERZx09-VG01), waarin met name de Visie Buitengebied van de gemeente Woensdrecht en de geconsolideerde versie Verordening ruimte van de provincie Noord-Brabant zijn verwerkt.
Sinds de vaststelling van het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016' is het gemeentelijk en provinciaal beleid ten aanzien van een aantal onderwerpen aangevuld of aangescherpt. In dat kader zijn in de voorliggende herziening de volgende onderwerpen verwerkt:
- Hobbymatig agrarische activiteiten;
- Archeologie en cultuurhistorie;
- Verordening ruimte;
- Vergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden met betrekking tot de landschaps- en natuurwaarden;
Naast deze beleidsmatige aanpassingen zijn ook ambtshalve aanpassingen (inclusief omissies) en de uitspraak Raad van State (d.d. 15 mei 2019) in het kader van de beroepsprocedure van de herziening 2016 verwerkt.
Daarnaast is een analyse uitgevoerd van de bestemmingsregeling in het licht van de uitspraak van 30 januari 2018 in het kader van de Dienstenrichtlijn. Beoordeeld is of aanpassing van de bestemmingsregeling nodig of gewenst is.
1.2 Naamgeving Plan
De naam van deze herziening van het bestemmingsplan 'Actualisering bestemmingsplan Buitengebied' wordt 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019'.
1.3 Plangebied
Sinds de vaststelling van het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016' zijn enkele andere bestemmingsplannen vastgesteld binnen het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied. Dit betekent dat de plangrens van het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' is aangepast met dien verstande dat de nieuw vastgestelde bestemmingsplangrenzen buiten 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' worden gelaten.
1.4 Leeswijzer
De standaarden voor het opstellen van bestemmingsplannen voorzien niet in een standaard voor het opstellen van herzieningen. In hoofdstuk 9 is de juridische plantoelichting opgenomen. In de hoofdstukken 2 tot en met 7 zijn alle wijzigingen ten opzichte van de huidige juridische regeling voor de hiervoor aangegeven onderwerpen beschreven. Tot slot komt in hoofdstuk 9 het aspect uitvoerbaarheid aan de orde.
Hoofdstuk 2 Hobbymatige Agrarische Activiteiten
2.1 Inleiding
In maart 2019 is in opdracht van de gemeente Woensdrecht de notitie 'Hobbymatige agrarische activiteiten' opgesteld (zie bijlage 1). In de notitie wordt ingegaan op vragen over het gebruik van agrarische gronden voor het weiden van hobbydieren en het bouwen van gebouwen ten behoeve van hobbydieren. Het beleid 'Hobbymatig agrarische activiteiten' voorziet tevens in gebruik van agrarische gronden als sier-moestuin.
2.2 Aanpassing Beleid
Brabant wil in 2020 tot de meest innovatieve, duurzame en slimme agrofoodregio's van Europa behoren. De Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) is daarin een belangrijk element voor de veehouderij. De BZV helpt veehouders om zorgvuldig te zijn. Onder zorgvuldig wordt verstaan dat veehouderijen hun bedrijfsvoering zo inrichten dat zij daarmee goed passen in hun omgeving.
Het aangepaste beleid heeft ertoe geleid dat gebruiks- en bouwactiviteiten ten behoeve van het hobbymatig houden van dieren, sier- en moestuinen algemeen toelaatbaar worden geacht binnen bestemmings- en bouwvlakken waar een (bedrijfs)woning toelaatbaar aanwezig is (inclusief Wonen).
Het hobbymatig weiden van dieren op agrarische gronden wordt ook algemeen toelaatbaar geacht. Dit geldt zowel voor de agrarische bestemmingen zonder waarden als voor de bestemmingen met landschaps- en natuurwaarden.
Het gemeentebestuur acht het uitbreiden van percelen met woningen om een sier- of moestuin te realiseren of uit te breiden in beginsel toelaatbaar. Voor het bepalen van de toelaatbaarheid (qua ligging en omvang) wordt een aantal ruimtelijke aspecten getoetst.
Het realiseren van sier- of moestuinen op afstand van woningen, in het agrarisch gebied, wordt niet toelaatbaar geacht.
Het wordt niet gewenst geacht om mogelijkheden te bieden voor het bouwen van stal- en opslagruimte ten behoeve van het hobbymatig weiden van dieren.
Het gemeentebestuur acht het realiseren van paardenbakken en stapmolens binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken waar een woning is toegestaan toelaatbaar in combinatie met het houden van paarden. Buiten deze bouw- en bestemmingsvlakken wordt dat alleen onder voorwaarden toelaatbaar geacht in aansluiting op een bouw- of bestemmingsvlak behorend bij de aan de paardrij-activiteiten gekoppelde woning.
Tabel 2.1 Overzicht gebruiks- en bouwmogelijkheden
gebruik/bouwen | hobbymatig houden van dieren | moes- en siertuinen |
gebruik binnen een agrarisch bouwvlak of ander bestemmingsvlak waar een (bedrijfs)woning is toegestaan | toegestaan | toegestaan |
bouwen binnen een agrarisch bouwvlak of ander bestemmingsvlak waar een (bedrijfs)woning is toegestaan | toegestaan, waarbij de oppervlakte bijgebouwen bepalend is voor de bouwmogelijkheden | toegestaan, waarbij de oppervlakte bijgebouwen bepalend is voor de bouwmogelijkheden |
gebruik binnen een agrarisch bouwvlak of ander bestemmingsvlak waar geen (bedrijfs)woning is toegestaan | toegestaan | toegestaan |
bouwen binnen een agrarisch bouwvlak of ander bestemmingsvlak waar geen (bedrijfs)woning is toegestaan | niet toegestaan | niet toegestaan |
gebruik op agrarische bestemmingen zonder bouwvlak | algemeen toegestaan | onder voorwaarden toegestaan grenzend aan percelen met een woning |
bouwen op agrarische bestemmingen zonder bouwvlak | niet toegestaan | niet toegestaan |
2.3 Aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied
Weiden van hobbymatig gehouden dieren
De bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden' en 'Agrarisch - Paardenhouderij' maken alleen bedrijfsmatige agrarische activiteiten mogelijk. Om ook hobbymatige agrarische activiteiten – en bijvoorbeeld ook het weiden van manegepaarden – toe te staan, is aanpassing van de bestemmingsomschrijving nodig. Volstaan kan worden met het mogelijk maken van het 'grondgebonden agrarisch gebruik', in plaats van 'bedrijfsmatige agrarische activiteiten'. In aanvulling daarop is een begripsbepaling opgenomen, waarin het agrarisch gebruik wordt gedefinieerd als 'bedrijfsmatig grondgebonden agrarisch gebruik, alsmede het gebruik ten behoeve van het weiden van hobbymatig gehouden vee'. Daarmee is op het niveau van het gebruik het weiden van dieren anders dan als agrarische bedrijfsactiviteit mogelijk gemaakt. Dat laat onverlet dat voor het hobbymatig houden van dieren in het kader van een agrarisch bedrijf een binnenplanse afwijking nodig is en dat op grond van andere wetgeving (Wet milieubeheer, Wet natuurbescherming) ook toetsing, ontheffing of vergunningverlening mogelijk kan zijn.
Realiseren van sier- en moestuinen op agrarische gronden
Om het realiseren van sier- en moestuinen op agrarische gronden, grenzend aan bouw- en bestemmingsvlakken waar (bedrijfs)woningen zijn toegestaan mogelijk te maken, is een wijzigingsbevoegdheid in de regels voor de agrarische bestemmingen opgenomen, waarmee de bestemming kan worden gewijzigd naar de bestemming 'Tuin'.
Deze mogelijkheid wordt opgenomen gekoppeld aan de bestemmingen Bedrijf, Detailhandel, Horeca en Wonen. In het kader van de wijzigingsbevoegdheid wordt getoetst of de ruimtelijke kwaliteit, de agrarische structuur en landschaps- en natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad.
Realiseren van paardenbakken en stapmolens op agrarische gronden
In het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' worden in de agrarische bestemmingen afwijkingsbevoegdheden opgenomen, om paardenbakken en stapmolens voor privégebruik mogelijk te maken, grenzend aan percelen waar een (bedrijfs-)woning aanwezig en in gebruik is. Deze mogelijkheden worden niet geboden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschaps- en natuurwaarden'. In de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' worden deze mogelijkheden onder voorwaarden wel geboden. Lichtmasten en geluidsinstallaties worden niet toegelaten. Verder moet worden voorzien in een goede landschappelijke inpassing. In relatie tot de afwijkingsbevoegdheid wordt in de specifieke gebruiksregels het gebruik van gronden voor paardenbak of stapmolen primair verboden.
Hoofdstuk 3 Archeologie En Cultuurhistorie
3.1 Inleiding
Met de inwerkingtreding van de Erfgoedwet op 1 juli 2016 dienen gemeenten een gemeentelijke erfgoedverordening vaststellen en het erfgoedregister bij te houden. Daartoe heeft de gemeente Woensdrecht op 29 september 2018 de gemeentelijke erfgoedverordening vastgesteld. Het erfgoedbeleid is het kader, waarin de omgang met de archeologische waarden wordt beschreven en dat een actueel overzicht biedt van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Woensdrecht.
3.2 Archeologische Waardenkaart
De wet op de Archeologische Monumentenzorg en de wet Ruimtelijke Ordening vereisen sinds 2007 van gemeenten dat zij archeologische waarden meewegen in de ruimtelijke planvorming. Deze waarden dienen vertaald te worden in de bestemmingsplannen. Vóór 2010 was alleen de nationale Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) beschikbaar als bron voor de kennis van de archeologische terreinen. Deze had echter absoluut niet het gewenste detailniveau.
In 2010 heeft de gemeente Woensdrecht een gemeentelijke waardenkaart laten opstellen. Deze kaart werd in 2011 voltooid, maar werd nooit door de gemeenteraad vastgesteld en in het beleid van de gemeente verankerd. In 2016 is een nieuwe inventarisatie uitgevoerd ten behoeve van de actualisatie van het Bestemmingsplan Buitengebied Woensdrecht. Dit leidde tot een sterk gewijzigd kaartbeeld ten opzichte van de eerdere kaart uit 2011. De oorzaak hiervan is het gewijzigde inzicht in de landschapshistorie van Woensdrecht, alsook de resultaten van diverse onderzoeken die sinds 2012 uitgevoerd zijn. Het bestemmingsplan Buitengebied dekt ruim ¾ van het totale gemeentelijke oppervlak, zodat in feite een compleet nieuwe visie op de verspreiding van de archeologische waarden ontstond. De totstandkoming van het nieuwe erfgoedbeleid vormde dan ook een mooi startmoment om de gemeentelijke archeologische waardenkaart grondig te herzien.
De archeologische waardenkaart uit 2011 was voornamelijk gebaseerd op de geomorfologische informatie en landschappelijke kenmerken, en veel minder op historische gegevens.
Deze waardenkaart houdt onvoldoende rekening met de typische kenmerken van de bodem en de veranderingen die het landschap gedurende duizenden jaren onderging, zowel door de natuur als door de mens veroorzaakt.
In de tweede plaats is onvoldoende rekening gehouden met de historie van het gebied. Er is inmiddels een beter beeld van de geleidelijke cultivering van het landschap.
Ten slotte was er zeer beperkte informatie uit archeologisch onderzoek beschikbaar. Inmiddels hebben enkele grotere onderzoeken en opgravingen plaatsgevonden.
De nieuwe archeologische waardenkaart is opgebouwd uit vier verwachtingszones:
- Gebieden met een hoge archeologische verwachting;
- Gebieden met een middelhoge archeologische verwachting;
- Gebieden met een lage archeologische verwachting;
- Gebieden die vergraven zijn of eerder archeologisch onderzocht werden.
3.3 Cultuurhistoriekaart
De cultuurhistorische kaart voor de gemeente Woensdrecht (opgesteld in 2013; zie bijlage 2) biedt een actueel overzicht van het bovengronds cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente. De kaart omvat een inventarisatie van historisch-geografische en historisch-(steden)bouwkundige objecten en structuren en de landschappelijke (en stedenbouwkundige) gebieden met cultuurhistorische waarde. Aangegeven zijn waardevolle objecten vanwege historische bouwkunst, (monumenten, religieuze gebouwen en terreinen (zoals kerken en begraafplaatsen), buitenplaatsen, waterstaatkundige bouwwerken, militair erfgoed, bedrijfsbebouwing, waaronder molens), historische stedenbouw, historische geografie (lijn- en vlakelementen), historisch groen en historische zichtrelaties. Deze objecten, stedenbouwkundige en landschappelijke waarden zijn een uitwerking van de (voormalige cultuurhistorische waardenkaart van de provincie. De cultuurhistorische waarden zijn in de herziening 2016 verwerkt in het bestemmingsplan, op basis van de destijds geldende Verordening Ruimte. Veel elementen zijn door middel van bestemmingen en (gebieds)aanduidingen in het bestemmingsplan beschermd. Aanvullende regeling wordt niet nodig en wenselijk geacht.
3.4 Aanpassingen Bestemmingsplan Archeologiebeleid
De bescherming van archeologisch waardevolle gebieden wordt in overeenstemming met de Monumentenwet 1988 geregeld via het bestemmingsplan. Door middel van dubbelbestemmingen wordt de archeologische waarde van een gebied vastgelegd. Het doel van het juridisch-planologisch kader in het bestemmingsplan is om het gemeentebestuur in staat te stellen passende maatregelen te treffen voor het behoud van belangrijke archeologische waarden door conform artikel 39, derde lid van de Monumentenwet 1988, de aanvrager van een bouw- of aanlegvergunning indien nodig te verplichten tot:
- 1. Aanpassing van de beoogde ontwikkeling zodat archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. Het uitvoeren van archeologisch (voor-)onderzoek c.q. opgravingen;
- 3. De activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Figuur 3.1 De Archeologische Waardenkaart (Bron: Gemeente Woensdrecht 2018)
In figuur 3.1. zijn de gebieden met een hoge trefkans (waarde) in rood aangeduid; de gebieden met een middelhoge trefkans (waarde) in geel. Gebieden met een lage trefkans en/of gebieden met een reeds verstoorde ondergrond zijn niet gekleurd.
Gebieden met een hoge archeologische verwachting
Voor deze gebieden met een hoge archeologische verwachting geldt dat op basis van geologische en bodemkundige opbouw, historische informatie, en archeologische gegevens, een hoge kans bestaat op het aantreffen van archeologische vondsten of sporen. Om het archeologisch bodemarchief van deze gebieden gedegen te beheren is bij een bodemverstoring met een oppervlakte van 50 m² of meer én een diepte van 50 cm of meer het uitvoeren van een archeologisch onderzoek vereist. Deze gronden krijgen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 (Artikel 42).
Een uitzondering hierop vormt het oude stroomdal van de Schelde. In dit gebied bestaat weliswaar een hoge archeologische trefkans, maar de archeologische resten bevinden zich op grotere diepte en zijn meer verspreid. Om het archeologisch bodemarchief van dit gebied gedegen te beheren is vanaf een bodemverstoring met een minimum oppervlakte van 100 m² én een diepte van 150 cm of meer een archeologisch onderzoek vereist. Deze gronden krijgen in deze herziening de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 (Artikel 43).
Gebieden met een middelhoge archeologische verwachting
Voor deze gebieden geldt dat op basis van geologische en bodemkundige opbouw, historische informatie, en archeologische gegevens, een middelhoge kans bestaat op het aantreffen van archeologische vondsten of sporen. Vanwege dit aspect is het gerechtvaardigd om voor de gebieden met een middelhoge archeologische verwachting een ruimere norm te hanteren dan voor de gebieden met een hoge archeologische verwachting. Immers, de archeologische potentie van deze gebieden staat niet vast en bovendien is de kans dat bij een kleinschalige bodemingreep een archeologische waarde wordt verstoord, gezien de verwachte geringere dichtheid van archeologische waarden, kleiner. Om het archeologisch bodemarchief van deze gebieden gedegen te beheren is vanaf een bodemverstoring met een minimum oppervlakte van 100 m² én een diepte van 50 cm een archeologisch onderzoek vereist. Deze gronden krijgen de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 (Artikel 44).
Gebieden met een lage archeologische verwachting
Het gaat hierbij om gebieden waar op archeologische en landschappelijke gronden de kans op het aantreffen van behoudenswaardige archeologische vondsten of sporen klein wordt geacht. Deze gebieden zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Voor deze gronden is geen dubbelbestemming opgenomen in voorliggende herziening.
Gebieden waar geen archeologische verwachting meer voor geldt
Het gaat hierbij om gebieden waar de bodem zodanig verstoord is, dat eventuele archeologische resten als verloren beschouwd moeten worden. Deze gebieden zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek. Voor deze gronden is geen dubbelbestemming opgenomen in voorliggende herziening.
Hoofdstuk 4 Interim Omgevingsverordening Noord-brabant
4.1 Aanpassing Naar Aanleiding Van Wijziging Verordening Ruimte
De Verordening Ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant (VR2014) is sinds de vaststelling diverse keren herzien. In de herziening 2016 van het bestemmingsplan zijn de aanpassingen in de VR2014 tot 1 januari 2016 - voor zover nodig - vertaald in de bestemmingsregeling. In deze herziening worden de relevante aanpassingen van de VR2014 bestemmingsregeling sinds 1 januari 2016 verwerkt.
In tabel 4.1. wordt een overzicht gegeven van de gevolgen van de aanpassingen van de VR2014 die voor het bestemmingsplan Buitengebied van belang zijn.
Tabel 4.1. Overzicht aanpassingen VR2014
wijziging | besluit van | datum besluit | gevolgen voor het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Woensdrecht |
Wijziging Verordening ruimte 2014, kaartaanpassingen 5 | GedeputeerdeStaten | 12-09-2016 | Diverse kleine aanpassingen begrenzing NNB-ehs en groenblauwe mantel voor aantal gebieden |
Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017 | Provinciale Staten | 08-07-2017 | Verschillende aanpassingen in de regels. |
Wijziging Verordening ruimte Noord-Brabant, kaartaanpassingen 2017 | GedeputeerdeStaten | 25-09-2017 | Verschillende kaartaanpassingen |
Wijziging Verordening ruimte Noord-Brabant, kaartaanpassingen 2018 | GedeputeerdeStaten | 25-09-2018 | Diverse aanpassingen verbeelding |
De wijzigingen in de verordening hebben betrekking op de volgende onderwerpen:
- Kaartaanpassingen:
- 1. diverse aanpassingen op perceelsniveau, met name van de begrenzing van het Natuur Netwerk Brabant (NNB-ehs);
- 2. opnieuw opnemen van een aanduiding voor de geitenhouderijen in het plangebied; waarbij onderscheid wordt gemaakt in intensieve en grondgebonden geitenhouderijen. In het plangebied komen 3 geitenhouderijen voor, die alle drie als intensieve geitenhouderij moeten worden aangemerkt. Het betreft de volgende adressen:
- a. Langeweg 32 in Ossendrecht;
- b. Weg naar Wouw 1 in Huijbergen;
- c. Bossestraat 16 in Woensdrecht.
- Regels:
- 1. opnemen van een verbod op de uitoefening van een geitenhouderij in de artikelen 3.5. en 4.5;
- 2. in artikel 5 is in de bestemmingsomschrijving de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - intensieve geitenhouderij' opgenomen voor de bestaande geitenhouderijen;
- 3. in artikel 5 zijn aanvullende regels opgenomen voor de geitenhouderijen, om uitbreiding van de bestaande bedrijven te voorkomen: in de bouwregels (art. 5.2.2.), in de afwijkingsregels voor vergroten van de bedrijfsbebouwing (art. 5.4.3.), in de specifieke gebruiksregels (art. 5.5.1.), en in de afwijkingsregels voor dierplaatsen, diersoorten en stalsystemen (art. 5.6.7.), is steeds de geitenhouderij uitgezonderd van toepassing van de betreffende regels.
- 4. in relatie tot de beperking van de geitenhouderij is een begripsbepaling dierenverblijf opgenomen.
- 5. in de artikel 5.9.8 en 3.9.8 is als aanvullende voorwaarde opgenomen dat de oppervlakte van de landschappelijke inpassing minimaal 10% van de oppervlakte van het bouwvlak beslaat.
4.2 Aanpassing Naar Aanleiding Van Invoering Van De Interim Omgevingsverordening Noord-brabant
Op 25 oktober 2019 is de Interim Omgevingsverordening Noord-Brabant vastgesteld. Deze Interim omgevingsverordening vervangt de Verordening Ruimte en sorteert voor op de invoering van de Omgevingswet. De Interim omgevingsverordening is beleidsneutraal. Dat wil zeggen dat er geen inhoudelijke aanpassing van het provinciaal beleid en regeling is opgenomen. Dat betekent dat naar aanleiding van de Interim omgevingsverordening aanpasing van de bestemmingsregeling niet nodig is. Wel is in het verlengde van de Interim omgevingsverordening de regeling voor de veehouderij in het bestemmingsplan aangescherpt en intern afgestemd. Het belangrijkste aspect daarbij is dat ontwikkeling van de veehouderij, ook wat betreft aanpassing van dierplaatsen, diersoorten en stalsystemen alleen mogelijk is als voldaan wordt aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore èn er geen relevante extra stikstofdepositie optreedt.
Hoofdstuk 5 Vergunningenstelsel Landschaps- En Natuurwaarden
5.1 Algemeen
De in het bestemmingsplan opgenomen regels richten zich onder andere op het veiligstellen van de aanwezige waarden in het plangebied. Dit vertaalt zich naar het omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden en de randvoorwaarden bij werken en werkzaamheden, bij wijzigingsbevoegdheden en bij afwijkingen van het bestemmingsplan.
In principe wordt voor alle gronden waar te beschermen waarden voorkomen een vergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen. Hiervoor zijn in het bestemmingsplan Buitengebied diverse gebiedsaanduidingen en dubbelbestemmingen opgenomen. Per aanduiding wordt aangegeven welke werken en werkzaamheden buiten het bouwvlak vergunningsplichtig zijn.
5.2 Vergunningenstelsel Landschapswaarden En Landschaps- En Natuurwaarden
Voor een deel van de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden Natuur- en landschapswaarden' geldt echter geen gebiedsaanduiding of dubbelbestemming waarmee de betreffende landschaps- en/of natuurwaarden beschermd worden. Daarom wordt in de regels van de enkelbestemmingen 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden Natuur- en landschapswaarden' een aanvullend vergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen.
Het vergunningenstelsel voor de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' heeft betrekking op landschappelijke aspecten als openheid/beslotenheid (beplanting), verkavelingspatronen, verharding van wegen/paden etc.
Het vergunningenstelsel voor de bestemming 'Agrarisch met waarden Natuur- en landschapswaarden' gaat naast genoemde landschappelijke aspecten in op de waterhuishouding en andere te beschermen natuurwaarden.
Hoofdstuk 6 Ambtshalve Aanpassingen
6.1 Regels
Door toevoeging van de enkelbestemming 'Buisleidingenstraat' en de dubbelbestemmingen 'Waarde -Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3, zijn de artikelen 32 en verder vernummerd.
Artikel 4.1 lid b, artikel 5.1 lid c en artikel 6.1 lid d. (Één bedrijf per bouwvlak)
In de artikelen 4, 5 en 6 staat vermeld dat per bestemmingsvlak niet meer dan één agrarisch bedrijf is toegestaan. Dit had moeten zijn 'per bouwvlak'. Dit zal worden aangepast in artikel 4.1 lid b, artikel 5.1 lid c en artikel 6.1 lid d.
Artikel 13lid e (bestemming Groen)
In de regels van het "Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016” is in dit artikel abusievelijk de tekst “met uitzondering van mantelzorg” niet doorgehaald. Mantelzorg is niet van toepassing in de bestemming Groen. De beoogde correctie zal in voorliggende herziening worden verwerkt.
Artikel 3.9.11, 4.9.5, 5.9.12, 6.9.4 (oppervlakte bijgebouwen bij functiewijziging van agrarisch naar wonen)
In de wijzigingsbevoegdheden van de agrarische bestemmingen naar de bestemming Wonen, wordt bepaald dat de oppervlakte bijgebouwen die na functiewijziging en sanering van overtollige bebouwing mag worden gehandhaafd, met een maatvoeringsaanduiding wordt vastgelegd. Daardoor is expliciet duidelijk welke omvang bijgebouwen gehandhaafd mag blijven.
Artikel 32.2.2 (Bouwvlak Buisleidingenstraat)
Binnen de bestemming Buisleidingenstraat zijn twee bouwvlakken opgenomen. Deze bouwvlakken zijn abusievelijk niet in de regels vertaald. In het kader van het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' wordt in artikel 32.2.2 (aanhef) de bepaling opgenomen, dat gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan.
Artikel 50.2 (plaatsen tijdelijke woonunit)
In het artikel 50.2 wordt de plaatsing van een tijdelijke woonunit mogelijk gemaakt. Hierdoor is niet alleen een afwijking gewenst van de gebruiksregels maar ook van de bouwregels. "...afwijken van de specifieke gebruiksregels..." wordt gewijzigd in "...afwijken van de specifieke bouw- en gebruiksregels...".
6.2 Verbeelding
Molendreef 167 te Ossendrecht.
In 2010 is vergunning verleend voor de herbouw van de woning op een andere locatie. De situering van het bouwvlak moet hierop worden aangepast (zie figuur 6.1).
Figuur 6.1 Molendreef 167 te Ossendrecht (Bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
Landgoed Mattemburgh
In het bestemmingsplan Mattemburgh 2016 zijn drie percelen opgenomen die onderdeel waren van het bestemmingsplan Buitengebied (zie figuur 6.2). Vervolgens zijn de betreffende percelen ook onderdeel van de herziening 2016 van het bestemmingsplan Buitengebied. In dat kader is met name een aantal gebiedsaanduidingen aangepast. Om onduidelijkheden te voorkomen worden de betreffende percelen weer integraal opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied, waarbij de actuele regelingen uit het bestemmingsplan Mattemburgh 2016 en het bestemmingsplan Buitengebied worden gecombineerd.
Figuur 6.2. Ligging drie percelen Landgoed Mattemburg.
Begraafplaatsen in het buitengebied
In artikel 15.2 (bouwregels van de bestemming Maatschappelijk) staat vermeld dat de maximale oppervlakte aan bebouwing, bedrijfsgebouwen en overkappingen zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' niet mag worden overschreden.
Niet op alle begraafplaatsen in het buitengebied is maatvoeringsaanduiding met een maximale oppervlakte bebouwing aangegeven. Dit is wel gewenst i.v.m. de mogelijkheid om een materiaal- en materieelberging, fietsenstalling etc. te kunnen realiseren. Daarvoor wordt een minimale maat van 30 m2 aanvaardbaar geacht. Ook een overmaat van 30 m² bij de begraafplaatsen waar wél al bebouwing is toegestaan, is gewenst. Op de verbeelding wordt op de begraafplaatsen waarop nog geen aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aanwezig is een aanduiding opgenomen met een waarde van 30 m². Op de begraafplaatsen waar wel al een maatvoeringsaanduiding was opgenomen wordt deze waarde met 30 m² verhoogd.
Plangrens
Het bestemmingsplan “Uitbreiding bedrijventerrein de Kooi, Hoogerheide” (vastgesteld 2 april 2015) op www.ruimtelijkeplannen.nl wordt overschreven door de geconsolideerde versie van het bestemmingsplan Buitengebied versie 20 juni 2016. Er is geen sprake van een feitelijke (juridische) overschrijving, maar door een latere publicatiedatum lijkt dat wel zo. Om de leesbaarheid te verbeteren wordt de plangrens van voorliggende herziening ter plaatse van het bestemmingsplan 'Uitbreiding bedrijventerrein de Kooi, Hoogerheide' gecorrigeerd, zodat er geen sprake meer is van een overschrijding van de plangrens.
Geluidzone - industrie
De doorverwijzing van de verbeelding naar de regels van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' op www.ruimtelijkeplannen.nl is niet correct. Deze koppeling wordt hersteld in voorliggende herziening.
Hoofdstuk 7 Uitspraak Raad Van State
7.1 Wijzigingsbevoegdheid Kleinschalige Windturbines
Op 15 mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het kader van de beroepsprocedure van de herziening 2016 van het bestemmingsplan Buitengebied Woensdrecht.
De Afdeling Bestuursrechtspraak heeft het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van de herziening 2016 op 2 punten vernietigd:
- verwijzing naar regionaal afsprakenkader. In de regels wordt verwezen naar het regionaal afsprakenkader. Omdat de raad verzuimd heeft het regionaal afsprakenkader aan belanghebbenden beschikbaar te stellen door het stuk met het ontwerpplan ter inzage te leggen, wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan op dit punt vernietigd. De raad heeft het regionaal afsprakenkader inmiddels op de gemeentelijke website geplaatst waardoor het stuk te raadplegen is. Om die reden ziet de Afdeling aanleiding om de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte van het besluit met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb in stand te laten. Het in stand laten van de rechtsgevolgen betekent dat de planregels waarin wordt verwezen naar het regionaal afsprakenkader blijven gelden. Op dit punt hoeft het bestemmingsplan dan ook niet gerepareerd te worden.
- artikel 48.3 van de regels. Voor het oprichten van kleinschalige windturbines is in de regels een afwijkingsbevoegdheid opgenomen binnen de bestemmingen Agrarisch, Agrarisch - Paardenhouderij, Agrarisch met waarden - Landschapswaarden en Bedrijf. Omdat uit de doeleindenomschrijving van de betrokken bestemmingen niet volgt dat de desbetreffende gronden mogen worden benut voor een windturbine leidt de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid niet tot een ondergeschikte afwijking van de planregels. De raad had dan ook moeten onderkennen dat de voorziene windturbines op bedrijfspercelen niet met een afwijkingsregeling mogelijk kunnen worden gemaakt. Het plan is in zoverre vastgesteld in strijd met artikel 3.6, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wro.
De gemeente hecht er in het licht van het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid aan, dat mogelijkheden worden geboden om - mits ruimtelijk aanvaardbaar - om duurzaam energie op te wekken op perceelsniveau. Om die reden wordt de mogelijkheid om kleinschalige windturbines op te richten opnieuw opgenomen in het bestemmingsplan, door middel van een wijzigingsbevoegdheid.
Hoofdstuk 8 Juridische Planbeschrijving
8.1 Algemeen
Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
8.2 Opzet Van De Partiële Herziening
Voorliggend 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' betreft een gedeeltelijke herziening van het geldende bestemmingsplan Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied en Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening. Omdat sprake is van een omvangrijk bestemmingsplan en daarin de nodige aanpassingen worden verwerkt, is gekozen voor een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan.
Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende juridisch-planologische situatie binnen het plangebied, is het noodzakelijk om naast deze partiële herziening ook het geldende bestemmingsplan 'Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied', 'Actualisatie bestemmingsplan Buitengebied, 3e herziening' en 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016'. te raadplegen; deze partiële herziening geeft geen compleet overzicht van de nieuwe juridisch-planologische situatie. Op www.ruimtelijkeplannen.nl is door de gemeente een geconsolideerd plan tot en met het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2016' gepubliceerd; dit plan biedt een goed inzicht in het juridisch-planologische kader maar is niet juridisch bindend. Nadat ook het 'Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening 2019' onherroepelijk is geworden zal het geconsolideerde plan worden geactualiseerd.
Verbeelding
Alleen de percelen waar naar aanleiding van deze herziening een aanpassing plaatsvindt worden op de verbeelding opgenomen. De SVBP2012 biedt de mogelijkheid om uitsluitend die zaken in de herziening op te nemen die wijzigen. Uitgangspunt voor de weergave op de verbeelding is dat alleen het gewijzigde aspect in beeld gebracht wordt. Gebleken is dat niet alle wijzigingen op basis van deze systematiek in beeld gebracht kunnen worden. Hierbij gaat het voornamelijk om zaken die van de verbeelding verwijderd dienen te worden. Denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van een functieaanduiding of het verwijderen van een gedeelte van het bouwvlak (dit is het geval wanneer het bouwvlak verkleind of van vorm veranderd dient te worden).
Om die reden wordt ten aanzien van de verbeelding gebruikgemaakt van 2 systematieken:
- Daar waar een toevoeging op de verbeelding plaatsvindt, wordt alleen het gewijzigde aspect in beeld gebracht: de bestemming Agrarisch wordt gewijzigd in de bestemming Wonen waarbij het bouwvlak niet wordt gewijzigd. In dit geval wordt alleen de gele kleur van de woonbestemming in beeld gebracht. Logisch gevolg is dat de groene kleur van de bestemming Agrarisch komt te vervallen omdat een perceel niet twee enkelbestemmingen kan bevatten. Deze verwijdering van de bestemming Agrarisch behoeft niet in beeld gebracht te worden.
- Voor percelen waar bijvoorbeeld een aanduiding of een bouwvlak verwijderd dient te worden, worden alle geldende perceelsgebonden enkelbestemmingen, functie-, maatvoerings- en bouwaanduidingen in beeld gebracht, met uitzondering van het te verwijderen aspect. Voor deze gronden geldt dat de nieuwe situatie/de eindsituatie op perceelsniveau zichtbaar is (dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen die niet worden gewijzigd, worden voor het perceel niet zichtbaar gemaakt).
Om een compleet beeld te krijgen van de nieuwe situatie, dient deze herziening derhalve in samenhang met het basisplan en de eerdere herzieningen geraadpleegd te worden.
Regels
Voor de regels geldt dat de regels zijn weergegeven zoals die na vaststelling van deze partiële herziening gelden. De aanpassingen van de regels in het kader van het bestemmingsplan 'Buitengebied, partiële herziening 2019' zijn voor de duidelijkheid en inzichtelijkheid gemarkeerd weergegeven in de integrale regels van het bestemmingsplan Buitengebied. De wijzigingen dan wel aanvullingen/verwijderingen als gevolg van onderhavige partiële herziening 2019 zijn in de planregels - met een doorhaling in paars ('regel') of een toevoeging in blauw ('regel') - opgenomen. Alleen de blauw (toevoegingen) of paars (vervallen tekst) gemarkeerde aanpassingen maken dus juridisch-planologisch onderdeel uit van deze partiële herziening. De overige regels zijn ter informatie opgenomen zodat een goed beeld ontstaat van de nieuwe regels en hoe de herziening is ingepast in de (bestaande) regels van het vigerende plan.
De aanpassing van de regels hebben betrekking op het totale plangebied van moederplan. Om die reden zijn de aanpassingen van de regels gekoppeld aan de plancontour van het totale plangebied.
De herziening is opgesteld op basis van SVBP2012 omdat terinzagelegging plaatsvindt na 1 juli 2013. Voor alle bestemmingsplannen die worden opgesteld na deze datum - ook voor partiële herzieningen - dient op basis van de Wro SVBP2012 te worden toegepast. De gebruikte terminologie van SVBP2012 kan op onderdelen verschillen van die van SVBP2008, de standaard die in het moederplan is toegepast.
Hoofdstuk 9 Uitvoerbaarheid
9.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden.
Inspraak en vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 14 november 2019 t/m 25 december 2019 in het kader van de inspraak ter inzage gelegen en is toegezonden aan diverse overleginstanties. Er zijn in totaal acht inspraakreacties/vooroverleg-reacties ingediend tijdens deze periode. Twee inspraakreacties zijn (ruim) na de inzagetermijn ingediend. Het gaat om de reacties van de Gasunie (17-01-2020) en die van de provincie Noord-Brabant (30-03-2020). Dit verklaart de ruime periode tussen einde ter inzage en ontwerpversie van het bestemmingsplan.
De reacties zijn in de Nota inspraak en overleg (Bijlage 3) samengevat en beantwoord.
Ontwerpbestemmingsplan
Het ontwerpbestemmingsplan is, op grond van afdeling 3.4 Awb, voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen in te dienen. In totaal zijn er 8 zienswijzen binnen de termijn binnen gekomen. De zienswijzen zijn samengevat en van beantwoording voorzien in de Nota Zienswijzen. Naar aanleiding van de zienswijzen is het bestemmingsplan op enkele punten en in de verbeelding aangepast. Ook zijn er drie ambtshalve wijzigingen in de Nota opgenomen en verwerkt in het bestemmingsplan.
Naar aanleiding van een van de zienswijzen wordt nog opgemerkt dat voor de toetsing van ruimtelijke ontwikkeling een aan de 10-6-risicocontour gebruik zal worden gemaakt van de professionele risicokaart.
De Nota zienswijzen is opgenomen in Bijlage 4.
9.2 Economische Uitvoerbaarheid
De aanpassingen in voorliggende herziening hebben geen betrekking op ontwikkelingen waarop kostenverhaal mogelijk is. De kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan zijn dan ook voor rekening van de gemeente en het opstellen van een exploitatieplan is voor deze onderdelen van de herziening niet aan de orde.
Mochten er andere kosten zijn, die op grond van artikel 6.13 Wet ruimtelijke ordening dienen te worden verhaald, dan zal uitsluitend worden meegewerkt aan de omgevingsvergunning voor afwijken of wijziging, nadat een exploitatieovereenkomst is gesloten.
Overige kosten, die verder uit dit plan kunnen voortvloeien, zijn planschadekosten. Deze zijn op voorhand niet uit te sluiten. De gemeente zal daarom bij iedere aanvraag bezien of er planschade kan ontstaan. Indien dit het geval kan zijn, zal met de belanghebbende aanvrager een overeenkomst worden gesloten, zoals bedoeld in artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening. Daarmee kan worden voorkomen dat de gemeenschap de planschadekosten moet betalen, die gemaakt worden in het belang van de aanvrager.
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Lijst van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Werken En Werkzaamheden
Bijlage 2 Werken en werkzaamheden
Bijlage 3 Inpassing Putseweg 15
Bijlage 3 Inpassing Putseweg 15
Bijlage 4 Afwijkende Aantallen
Bijlage 4 Afwijkende aantallen
Bijlage 1 Hobbymatige Agrarische Activiteiten
Bijlage 1 Hobbymatige agrarische activiteiten
Bijlage 2 Cultuurhistoriekaart
Bijlage 2 Cultuurhistoriekaart
Bijlage 3 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 3 Nota inspraak en overleg