KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Verkeer - Wegverkeer
Artikel 6 Leiding - Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 12 Algemene Procedureregels
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Eindverslag Inspraakreacties
Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen
Bijlage 4 Separaat Bijlagenboek

Aansluiting A76/A79 - Kunderberg

Bestemmingsplan - gemeente Heerlen

Vastgesteld op 21-09-2011 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolgde deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.2 aanduidingsgrens

grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.3 agrarisch gebruik

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren met inbegrip van recreatief medegebruik van onbebouwde gronden;

1.4 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.5 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.6 bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0917.BP031800W000001-0401 met bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.7 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.8 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.9 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.10 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.11 bouwwerk, geen gebouw zijnde

alle bouwwerken welke geen gebouw zijn;

1.12 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.13 peil

  • voor (bouw)werken, onmiddellijk grenzend aan de weg: de hoogte van die weg ter plaatse;
  • voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld, plus minus 0,50 m.;

1.14 plan

het bestemmingsplan 'Aansluiting A76/A79 - Kunderberg' van de gemeente Heerlen;

1.15 prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van prostitutie zijn in ieder geval de volgende gebiedstyperingen relevant:

  • woonbuurt

Een gebied, ten minste bestaande uit 10 of meer aaneengesloten bouwpercelen met daarop woningen en de daarbij behorende ontsluitingswegen en groenvoorzieningen;

  • maatschappelijke voorziening

op het gebied van openbaar bestuur, dienstverlening van voorziening:
overheidswege, godsdienstuitoefening, verenigingsleven, onderwijs,
volksgezondheid en andere culturele of daarmee gelijk te stellen doeleinden;

1.16 straatprostitutie

Het zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling;

1.17 seksinrichting

Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden;

1.18 sekswinkel

De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht dan wel verhuurd;

1.19 verbeelding

de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan 'Aansluiting A76/A79 - Kunderberg' zijnde het GML-bestand met nummer NL.IMRO.0917.BP031800W000001-0401;

1.20 Wro

Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.3 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarisch gebruik;
  2. b. bebossing van gronden;
  3. c. extensieve dagrecreatieve waarden;

een en ander met:

  1. d. bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  2. e. geluidswallen;
  3. f. geluidsschermen;
  4. g. volkstuinen;
  5. h. speelterreinen;
  6. i. groenvoorzieningen;
  7. j. verhardingen en bijbehorende voorzieningen;
  8. k. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  9. l. natuurvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. situering van bouwwerken dient te geschieden binnen het bestemmingsvlak;
  2. b. gebouwen mogen niet worden gebouwd;
  3. c. de maximale bouwhoogte van geluidsschermen en geluidswallen bedraagt 7 meter;
  4. d. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de in lid 3.1omschreven doeleinden bedraagt 2,5 meter.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden, wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden voor:

  1. a. staan- of ligplaats voor onderkomens;
  2. b. sport-, wedstrijd- of parkeerterreinen;
  3. c. het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorsport en de modelvliegsport, voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, bromfietsen of mountainbikes;
  4. d. het racen of crossen met motorrijtuigen, bromfietsen of mountainbikes;
  5. e. militaire oefeningen, met uitzondering van marsoefeningen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  6. f. staanplaats voor wagens die geschikt en bestemd zijn de uitoefening van handel;
  7. g. het uitvoeren van werken of van werkzaamheden ten behoeve van doeleinden als omschreven onder 3.3sub a t/m f.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bermen en beplanting;
  3. c. voet- en toegangspaden;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. bebossing;
  6. f. geluidsschermen;
  7. g. volkstuinen;
  8. h. geluidswallen;
  9. i. voorzieningen van algemeen nut;
  10. j. kunstwerken;
  11. k. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  12. l. evenementen;
  13. m. natuurvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampen bestrijding.

Artikel 5 Verkeer - Wegverkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met hoofdzakelijk een functie voor het doorgaand verkeer, met dien verstande dat:

  1. a. de wegas van het knooppunt A76/A79 en de hier op aangesloten wegen uitsluitend mag worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'as van de weg';
  2. b. het knooppunt A76/A79 niet meer dan 2 x 2 rijstroken mag bevatten.

Ten behoeve van deze bestemming zijn toegelaten:

  1. c. de bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en andere bijbehorende voorzieningen;
  2. d. retentiebekkens en andere waterhuishoudkundige voorzieningen voor het vasthouden, het bergen en het afvoeren van regenwater;
  3. e. onderdoorgangen, zoals wild- en faunapassages, rasters en ecovoorzieningen;
  4. f. geluidwerende voorzieningen (waaronder begrepen geluidsschermen en geluidwallen);
  5. g. bebossing;
  6. h. uitsluitend een geluidwal ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal';
  7. i. verhardingen en bijbehorende voorzieningen, zoals bouwwerken voor verkeersgeleiding, straatverlichting, bermsloten en straatmeubilair.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Leiding - Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding-Water' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de transmissie van water alsmede voor het onderhoud en het bedrijfsveilig functioneren van deze waterleiding en secundair voor andere ingevolge dit plan aan deze gronden gegeven enkelbestemmingen.

6.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in andere bestemming(en) mogen alleen bouwwerken ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van bouwwerken die zijn toegestaan ingevolge de enkelbestemming, mits:

  1. a. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterleiding alsmede van de veiligheid;
  2. b. vóór het verlenen van de afwijking de beheerder schriftelijk is gehoord.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Bouwverordening

De regels van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen;
  2. b. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  3. c. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  4. d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.

8.2 Ondergronds bouwen

Ondergrondse gebouwen of souterrains mogen uitsluitend worden opgericht tot een diepte van maximaal 3,50 meter per bouwlaag met een maximum van 1,50 meter boven peil worden gebouwd.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik prostitutie

Het is verboden, tenzij uitdrukkelijk daarvoor bestemd, de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken of delen daarvan te gebruiken:

  • voor straatprostitutie;
  • als seksinrichting;
  • sekswinkels, behoudens in opstallen waarin krachtens de bestemming detailhandel mogelijk is en die zijn gelegen op een afstand van 250 meter of meer van woonbuurten en maatschappelijke voorzieningen van onderwijskundige of godsdienstige aard, zoals scholen en kerken.

9.2 Strijdig gebruik algemeen

Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 6 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.

Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels

10.1 vrijwaringszone - weg 1 en 2

10.2 vrijwaringszone - straalpad

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – straalpad' dienen de gronden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, boven een hoogte van 193 m + NAP vrij gehouden te worden van bebouwing.

10.3 milieuzone - bodembeschermingsgebied

De gronden gelegen binnen het aanduidingsvlak ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - bodembeschermingsgebied' zijn aangewezen voor duurzaam behoud van kwetsbare functies en waarden en voor bijzondere bescherming van de bodem van het bodembeschermingsgebied Mergelland. De bepalingen uit Omgevingsverordening Limburg zijn hierbij van toepassing.

Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels

11.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan, behoudens voorzover reeds op grond van enige andere bepaling in dit plan afwijking is verleend, door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde:

  1. a. ten aanzien van de in deze regels gegeven maten, afmetingen, percentages, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%;
  2. b. ten aanzien van de in de regels of de verbeelding opgenomen profielen van wegen, ten behoeve van een aanpassing in geringe mate indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft.
  3. c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter.

11.2 Inperking afwijkingsbevoegdheid

Bij het verlenen van de afwijking als bedoeld in lid 11.1 dient het onderstaande in acht te worden genomen:

  1. a. de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. aan het stedenbouwkundige beeld en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse mag geen afbreuk worden gedaan;
  3. c. er mogen geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
  4. d. de parkeerbalans in de directe omgeving mag niet onevenredig worden beïnvloed.

11.3 Procedure

Bij het toepassen van de afwijkingsregels van het bevoegd gezag worden de algemene procedureregels in acht genomen zoals vermeld in artikel 12.

Artikel 12 Algemene Procedureregels

12.1 Afwijking

Bij toepassing van de in dit plan opgenomen afwijkingsregels neemt het bevoegd gezag afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

12.2 Nadere eisen

Bij toepassing van de in dit plan opgenomen nadere eisen nemen Burgemeester en Wethouders afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen op perceelsniveau ten aanzien van de plaats van de op de verbeelding aangegeven bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en noodzakelijk is in verband met de terreingesteldheid ter plaatse.

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen - enkelvoudige bestemmingen

Voor zover voor gronden tevens een dubbelbestemming en/of een gebiedsaanduiding geldt, dienen bij de toepassing van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden, gebruiks-, bebouwings-, afwijkings- en wijzigingsregels van de voor deze gronden geldende enkelvoudige bestemmingen de regels van de dubbelbestemming(en) en/of gebiedsaanduiding(en) in acht te worden genomen.

14.2 Dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen - onderling

Voor zover de in deze regels opgenomen dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidigen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:

  1. a. in de eerste plaats de regels van artikel 6;
  2. b. in de tweede plaats de regels van artikel 10;

in de derde plaats de regels van artikelen 3 t/m 5.

14.3 Algemene bepaling omtrent bodemonderzoek

Bij de oprichting van gebouwen en bouwwerken dient, voor zover daarin (nagenoeg) voortdurend mensen verblijven, inzicht te worden verschaft in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem aan de hand van een in te stellen bodemonderzoek. Dit geldt eveneens voor locaties waar middels een afwijkings- of wijzigingsbevoegdheid gebouwd kan worden. Het gemeentelijk bodembeheerplan is toetsingskader in dezen.

14.4 Andere wettelijke bepalingen

Voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan.

14.5 Stafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 9.2 is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2° van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

15.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Aansluiting A76/A79 - Kunderberg'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
………………………
De voorzitter, De griffier,
………. ………

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek

Bijlage 2 Eindverslag Inspraakreacties

Bijlage 2 Eindverslag inspraakreacties

Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 3 Nota van Zienswijzen

Bijlage 4 Separaat Bijlagenboek

Bijlage 4 Separaat bijlagenboek