KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
Artikel 4 Maatschappelijk
Artikel 5 Verkeer
Artikel 6 Wonen
Artikel 7 Waarde - Archeologie 3
Artikel 8 Waarde - Archeologie 6
Artikel 9 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Artikel 10 Waarde - Waardevolle Bomen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelregel
Artikel 12 Algemene Bouwregels
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 16 Algemene Procedureregels
Artikel 17 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
Artikel 19 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplan
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Nieuw Bouwplan
2.1 Inleiding
2.2 Aanpassingen
2.3 Verkeer En Parkeren
Hoofdstuk 3 Juridische Aspecten
3.1 Algemeen
3.2 Planonderdelen
3.3 Nadere Toelichting Op De Verbeelding
3.4 Nadere Toelichting Op De Regels
3.5 De Regeling In Het Onderhavige Plan
Hoofdstuk 4 Procedure
4.1 De Te Volgen Procedure

Koningin Julianaplein e.o.

Bestemmingsplan - gemeente Vaals

Vastgesteld op 30-06-2014 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.' van de gemeente Vaals.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aan huis verbonden bedrijf:

het hoofdzakelijk door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel. Behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.

1.6 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse, niet zijnde detailhandel. Behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.

1.7 activiteit

activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid of artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.8 agrarisch:

het (bedrijfsmatig) telen van gewassen en/of het houden van dieren.

1.9 ambacht(elijk):

het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.10 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden

1.11 architectonische waarde:

de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.

1.12 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bebouwingspercentage:

een in de verbeelding of regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogst mag worden bebouwd.

1.14 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan-huisverbonden beroepen niet daaronder begrepen.

1.15 bed & breakfast:

een kleinschalige overnachtingaccommodatie voor toeristische doeleinden, welke gericht is op kamerverhuur voor een kortdurig verblijf en het serveren van ontbijt. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.

1.16 beeldkwaliteit:

de aan een bouwwerk toegekende architectonische waarde met betrekking tot de bouwkundige vormgeving en ruimtelijke en functionele aspecten.

1.17 begane grond:

de eerste bouwlaag boven het peil.

1.18 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bijgebouw:

een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.21 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.22 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.23 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder, dakopbouw of setback.

1.24 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.28 coffeeshop:

een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.

1.29 consument verzorgend ambacht/consument verzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten:

het beroepsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot het aan huis verbonden beroep, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarbij de omvang van de activiteit zodanig is dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.

1.30 cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat in de loop van de geschiedenis is ontstaan door het gebruik dat de mens van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.

1.31 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop, te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan diegenen die, die goederen kopen resp. huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.32 dienstverlening:

het verrichten van diensten in een vorm die voor wat betreft ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel en waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek zoals reisbureaus, overheidsinstellingen, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.

1.33 (eet-)café:

een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt echter op het verstrekken van dranken.

1.34 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.

1.35 evenement:

een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.

1.36 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.37 gestapelde woning:

een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.

1.38 grondgebonden woning:

een gebouw dat uitsluitend één woning omvat en waarvan op het bijbehorende bouwperceel geen andere woningen voorkomen.

1.39 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.40 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.

1.41 horeca van categorie 1:

een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.

1.42 horeca van categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria / snackbar, fastfood en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon / ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.

1.43 horeca van categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het vestrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.

1.44 horeca van categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder wordt begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.

1.45 horeca van categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek / dancing, nacht-café en een zalencentrum (met nachtvergunning).

1.46 kampeermiddel:

  1. a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto, toercaravans, vouwwagens, campers of huifkarren;
  2. b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1 lid 1a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.47 kantoor:

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijke administratieve aard.

1.48 landschappelijke waarde:

de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.

1.49 maaiveld:

bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.

1.50 mantelzorg:

langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie.

1.51 monumenten:

alle bouwwerken conform artikel 6 Monumentenwet, alsmede gemeentelijke monumenten.

1.52 N.A.P.:

Normaal Amsterdams Peil.

1.53 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.

1.54 onderkomens:

voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.

1.55 openbare nutsvoorziening:

een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.

1.56 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) wand.

1.57 peil:

bovenkant afgewerkte begane grond vloer.

1.58 recreatie:

activiteiten en mogelijkheden voor ontspanning c.q. vrijetijdsbesteding.

1.59 seksinrichting:

de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.60 setback:

een dakopbouw, die gelegen is op tenminste 2.00 m. achter de voorgevel. Bij een gebouw met meerdere voorgevels wordt in deze alleen de voorgevel waarin de hoofdtoegang is gelegen, als zodanig aangemerkt. Een setback wordt niet gezien als een afzonderlijke bouwlaag.

1.61 stedenbouwkundig beeld:

het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte.

1.62 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.

1.63 verdieping:

een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag op de begane grond.

1.64 verkeersdoeleinden:

Normaal weggebruik met de daarbij behorende voorzieningen zoals bermen, fiets- en/of voetpaden, parkeerplaatsen en laad- en losplaatsen.

1.65 voorgevel:

gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.

1.66 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.

1.67 weg:

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

1.68 woning/wooneenheid:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één zelfstandig huishouden.

1.69 woningsplitsing:

het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer woningen/wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens:

de kortste afstand tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw.

2.2 het bebouwingspercentage:

het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk gemeten ten opzichte van N.A.P., inclusief setback, exclusief ondergeschikte bouwdelen, zoals opbouwen van liftschachten, schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 de dakhelling:

de hoek gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of) het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.7 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.8 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.9 ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze qua aard en afmeting bij de gebouwen en de bestemming passen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 7 Waarde - Archeologie 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

Op of in de als 'Waarde - Archeologie 3' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, mits de verstoring van de bodem maximaal 100 m² bedraagt en niet dieper is dan 50 cm, danwel nadat de aanvrager een rapport (voortoets, bijvoorbeeld bureauonderzoek, inventariserend veldonderzoek, proefsleuvenonderzoek, opgraving, sleufgraaf, archeologische begeleiding) van een door gemeenteweg erkende archeologisch deskundige heeft overgelegd waaruit blijkt dat de in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemmingsplan omschreven archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:

  1. a. het uitvoeren van grondbewerkingen, voor zover de werkzaamheden dieper gaan dan 50 cm ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld;
  2. b. het indrijven van voorwerpen in de grond, dieper dan 50 cm.

7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie 6

8.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden nader aangewezen voor 'Waarde - Archeologie 6' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Op of in de als 'Waarde - Archeologie 6' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd, mits de verstoring van de bodem maximaal 2.500 m² bedraagt en niet dieper is dan 50 cm, danwel nadat de aanvrager een rapport (voortoets, bijvoorbeeld bureauonderzoek, inventariserend veldonderzoek, proefsleuvenonderzoek, opgraving, sleufgraaf, archeologische begeleiding) van een door gemeenteweg erkende archeologisch deskundige heeft overgelegd waaruit blijkt dat de in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemmingsplan omschreven archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.

8.3 Afwijken van de bouwregels

8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:

  1. a. het uitvoeren van grondbewerkingen, voor zover de werkzaamheden dieper gaan dan 50 cm ten opzichte van het oorspronkelijke maaiveld;
  2. b. het indrijven van voorwerpen in de grond, dieper dan 50 cm.

8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 9 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

9.1 Bestemmingsomschrijving

9.2 Bouwregels

Gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, dienen naar aard en afmetingen te passen binnen het stedenbouwkundig beeld voor zover van cultuurhistorisch belang.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de instandhouding van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het Beschermd dorpsgezicht.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Waarde - Waardevolle Bomen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle en bijzondere boombeplantingen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing.

10.2 Bouwregels

Op de voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, behoudens indien een omgevingsvergunning voor de betreffende boom/bomen onherroepelijk rechtskracht heeft gekregen en er geen herplantplicht is opgelegd.

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 11 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 12 Algemene Bouwregels

12.1 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'parkeergarage' en 'specifieke bouwaanduiding - berging';
  2. b. de ondergrondse bouwwerken mogen maximaal één bouwlaag diep zijn.

Artikel 13 Algemene Gebruiksregels

13.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

13.2 Strijdig gebruik

Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
  2. b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
  3. c. straatprostitutie;
  4. d. de plaatsing van kampeermiddelen of andere onderkomens, niet zijnde een bouwwerk in de zin van de Woningwet, een en ander met uitzondering van een normaal gebruik overeenkomstig de bestemming.

Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels

14.1 10%-regeling

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages met dien verstande dat dit niet geldt wanneer reeds op grond van deze regels al anderszins kan worden afgeweken. Deze 10% is niet van toepassing op de bouwhoogte en het maximaal toelaatbare vloeroppervlak ten behoeve van retail/detailhandel, dienstverlening en horeca, te weten 1.860 m2.

14.2 Meetverschillen

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.

14.3 Toverformule

Burgemeester en wethouders kunnen van de planregels afwijken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

14.4 Burgemeester en wethouders

In deze regels wordt, voor zover het de afwijkingsregels betreft, onder burgemeester en wethouders mede verstaan elk ander bevoegd gezag ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels

15.1 Verschuiven bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de kaart ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.

Artikel 16 Algemene Procedureregels

Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:

  1. a. het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;
  2. b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;
  3. c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
  4. d. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;
  5. e. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 17 Overige Regels

17.1 Voorrangsregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 18 Overgangsrecht

18.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. 2. Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

18.2 Overgangsrecht gebruik

  1. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 19 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.'.

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Vaals van 30 juni 2014.

Mij bekend,

de raadsgriffier.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Vaals heeft d.d. 23 februari 2013 het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.' vastgesteld op basis van het toenmalige bouwplan. Inmiddels is er echter een nieuw bouwplan voor dit gebied. Dit nieuwe bouwplan sluit niet geheel aan op de bouwmogelijkheden zoals geregeld in het bestemmingsplan.

De gemeenteraad van Vaals heeft zich echter geconformeerd aan het nieuwe bouwplan. Hierdoor is het noodzakelijk om de bouwmogelijkheden van het bestemmingsplan aan te passen.

In deze toelichting wordt nader ingegaan op de noodzakelijke wijzigingen van het bestemmingsplan. De wijzigingen worden vervolgens in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan juridische geregeld. De toelichting van het oorspronkelijke bestemmingsplan (vastgesteld d.d. 23 februari 2013) en de bijbehorende onderzoeken blijven onverminderd van toepassing, voor zover het niet betreft de gewijzigde plandelen.

1.2 Plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0002.png"
luchtfoto met afgebakend plangebied

Het plangebied voor het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.' is exact gelijk aan het vigerende bestemmingsplan dat in februari 2013 is vastgesteld. Het plangebied is hierboven weergegeven en bevat in ieder geval het Koningin Julianaplein, de Tyrellsestraat, Sint Paulusstraat en het Von Clermontplein.

1.3 Vigerende Bestemmingsplan

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0003.png"
uitsnede vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied betreft het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.' dat door de raad van de gemeente Vaals is vastgesteld d.d. 25 februari 2013.

Conform het vigerende bestemmingsplan zijn ter plaatse de volgende bestemmingen van kracht:

  • 'Centrum';
  • 'Maatschappelijk';
  • 'Verkeer';
  • 'Wonen'.

Het beoogde nieuwe bouwplan past in zijn geheel binnen de bestemmingsvlakken van deze bestemmingen. Het is dan ook niet noodzakelijk om de bestemmingsvlakken aan te passen. Echter de bouwmogelijkheden binnen de betreffende bestemmingen komen niet geheel overeen met het nieuwe bouwplan. De bouwvlakken, maatvoeringsaanduidingen, functieaanduidingen en bouwaanduidingen dienen in dat kader dan ook te worden aangepast.

1.4 Leeswijzer

In onderhavige toelichting wordt na dit inleidende hoofdstuk eerst ingegaan op de planologische wijzigingen die moeten worden doorgevoerd om het nieuwe bouwplan realiseerbaar te maken. Naast de wijzigingen wordt in hoofdstuk 2 ook ingegaan op de gevolgen van deze wijzigingen ten aanzien van verkeer en parkeren. Aangezien in het vigerende bestemmingsplan reeds uitgebreid is ingegaan op het beleidskader en de sectorale aspecten, wordt daar in deze toelichting niet nader op ingegaan. In hoofdstuk 3 wordt de juridische opzet van onderhavig bestemmingsplan beschreven. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de te doorlopen procedure.

Hoofdstuk 2 Nieuw Bouwplan

2.1 Inleiding

De huidige bebouwing aan het Koningin Julianaplein is verouderd en past niet bij de prachtige historische omgeving nabij het gemeentehuis. Door te investeren in een duurzaam en hoogwaardig centrum wordt het gebied aantrekkelijker voor inwoners en bezoekers van Vaals. Het vigerende bestemmingsplan moet zorgen voor mogelijkheden voor een verbetering op het gebied van wonen, detailhandel, dienstverlening, horeca, monumenten, openbare ruimte, verkeer en parkeren. Dit bestemmingsplan wordt herzien op basis van het nieuwe bouwplan en het aangepaste verkeers- en parkeeronderzoek. Het nieuwe bouwplan is opgesteld conform het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan alsmede het beeldkwaliteitsplan, dat is geïntegreerd in het vigerende bestemmingsplan. Het is dan ook niet noodzakelijk deze beleidsstukken hier opnieuw te beschrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0004.png"
impressie nieuw bouwplan (blok D)

2.2 Aanpassingen

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0005.png"
situatie nieuw bouwplan

Het nieuwe bouwplan overschrijdt op enkele locaties de op basis van het vigerende bestemmingsplan maximaal toegestane bouwhoogte. Daarnaast voorziet het nieuwe bouwplan niet langer in torentjes en ook komen een tweetal onderdoorgangen te vervallen. Verder voorziet het bouwplan in de realisatie van balkons en luifels die op basis van de huidige regeling niet zijn toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0006.png"
indicatieve blokdelen beeldkwaliteitsplan

Om aan te geven waar de wijzigingen plaats zullen vinden wordt hierna verwezen naar blokdelen. Deze blokdelen zijn overgenomen uit het beeldkwaliteitsplan dat ten grondslag ligt aan onderhavige ontwikkeling. De afbeelding hierboven geeft de locaties van de verschillende blokdelen weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0007.jpg"
impressie blok H

Om het bouwplan mogelijk te maken dienen enkele bouwvlakken aan te worden gepast. Verder worden de toegestane hoogten aangepast. In onderstaande tabel zijn de betreffende wijzigingen dikgedrukt weergegeven. Voor de volledigheid zijn ook de blokken waar zich geen wijzigingen voordoen in de tabel opgenomen.

Blok Maximale bouwhoogte t.o.v. N.A.P. conform vigerend bestemmingsplan Maximale bouwhoogte t.o.v. N.A.P. t.b.v. bouwplan Maximaal aantal bouwlagen conform vigerend bestemmingsplan Maximaal aantal bouwlagen t.b.v. bouwplan
A 208,30 209,00 3 3
B 208,60 210,50 2 3
C 212,79 212,79 3 + setback 3
D1 212,79 214,30 3 + setback 4
D2 212,79 214,60 3 + setback 4
DT 216,39 216,39 5 5
E 211,65 211,65 3 + setback 4
G (gedeeltelijk) 207,79 213,79 2 + setback 3
G (gedeeltelijk) 208,88 208,88 2 + setback 2
H1 214,32 214,32 3 3
H2 211,50 212,00 1 1
H3 209,67 210,50 2 2
afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0008.jpg"
impressie blok E

Naast deze wijzigingen ten aanzien van de toegestane bouwhoogte en het aantal bouwlagen zijn ook wijzigingen voorzien in de dakhelling van diverse blokken:

Blok dakhelling o.b.v. vigerend bestemmingsplan dakhelling bouwplan
A
B 1 - 15° 0 - 15°
C 0 - 15° 0 - 50°
D1 0 - 15° 0 - 45°
D2 0 - 15° 0 - 45°
DT 0 - 15° 0 - 35°
E 0 - 15° 0 - 15°
G (gedeeltelijk) 0 - 50°
G (gedeeltelijk) 0 - 50°
H1 50 - 60° 30 - 50°
H2 50 - 60° 30 - 50°
H3 50 - 60° 30 - 50°

Middels onderhavig bestemmingsplan wordt het navolgende programma direct mogelijk gemaakt:

  • 66 woningen waarvan 7 grondgebonden en 59 appartementen;
  • 1.256 m² aan commerciële ruimte.

Het aantal woningen dat nu mogelijk wordt gemaakt komt overeen met het aantal woningen dat op basis van het vigerende bestemmingsplan rechtstreeks mogelijk was. Middels afwijkingsmogelijkheden was het mogelijk om binnen het plangebied maximaal 76 woningen en minimaal 54 woningen te realiseren en daarnaast maximaal 1.860 m² aan commerciële ruimte te realiseren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0009.jpg"
impressie blokken D2 en DT

Middels onderhavig bestemmingsplan wordt middels afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden het volgende programma mogelijk gemaakt:

  • minimaal 60 woningen en maximaal 1.926 m² commerciële ruimte;
  • maximaal 70 woningen en minimaal 756 m² commerciële ruimte.

2.3 Verkeer En Parkeren

In het kader van onderhavig planvoornemen is een parkeer- en verkeeronderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek hebben ook ruimtelijke en functionele gevolgen voor het planvoornemen. Gemeente Vaals heeft meerdere scenario’s hoe het plan kan worden ingevuld waarbij ruimte wisselt qua bestemming tussen commerciële ruimten en woningen. Hiervoor zijn in de regels van onderhavig bestemmingsplan afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Om te bezien of de scenario’s passen binnen het voorgestelde stedenbouwkundige plan is gewerkt met het scenario waarbij het aantal m² commerciële ruimte is gemaximaliseerd. Uit de berekeningen van de parkeerbalans blijkt dat dit scenario het zwaarst drukt op de parkeerbezetting.

Als gevolg van de herinrichting van het Koningin Julianaplein zal bestaande bebouwing gaan verdwijnen ten gunste van de realisatie van het stedenbouwkundig plan. Het gekozen scenario bestaat uit het amoveren van 58 appartementen én parkeerterreinen en daarvoor in de plaats het realiseren van retail (commerciële ruimten) van circa 1.926 m² en maximaal 53 nieuwe appartementen en 7 grondgebonden woningen. Dit betreft dus in ieder geval een uitbreiding van het aantal wooneenheden met minimaal 2 stuks. In het scenario waar het aantal woningen gemaximaliseerd wordt is sprake van de nieuwbouw van 70 woningen (63 appartementen en 7 grondgebonden woningen) en realisatie van 756 m² commercieel.

Naast de wijzigingen in de bestemmingen, wijzigt ook de geplande verkeerssituatie:

  • Het plan voorziet in eenrichtingsverkeer op zowel de Tyrellsestraat als de Koperstraat (tussen Bergstraat en Maastrichterlaan).
  • Door de nieuwbouw vervalt de functie van de Sint Paulusstraat. Dit wordt nu, voor bewoners van de nieuwe appartementen alsmede voor enkele ondernemers, een toegangsweg tot een ondergrondse parkeergarage en parkeerterrein ‘t Schanes. Ook de parkeervakken komen te vervallen.
  • Het parkeerterrein op het huidige Koningin Julianaplein komt te vervallen.
  • Het aantal parkeervakken op de Tyrellsestraat zal afnemen van 37 nu naar 20 in de nieuwe situatie. Het betreft dus een afname van 17 parkeerplaatsen.
  • Er wordt een parkeergarage aangelegd voor bewoners met een capaciteit van 54 parkeerplaatsen.
  • Er wordt een parkeerterrein aangelegd voor bewoners achter bouwblok A met een capaciteit van 20 plaatsen.

Voor de toekomstige parkeervraag is met behulp van de parkeerkencijfers van het CROW een inschatting gemaakt van de effecten van de herontwikkeling op de parkeervraag. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Vaals wordt gezien als matig stedelijk gelet op de korte afstand tot Aken.
  • Er komen 58 appartementen te vervallen, hiervoor in de plaats komen in totaal conform dit scenario 60 wooneenheden terug. Netto is derhalve sprake van een toename van 2 wooneenheden. De wijzigingen hebben gevolgen voor het noodzakelijk aantal parkeerplaatsen en de afwikkeling van het verkeer. DHV heeft in dat kader inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen zijn voor het planvoornemen.
  • Er wordt een restaurant gerealiseerd van 245 m².
  • De overige commerciële voorzieningen bedragen 1.681 m² BVO.
  • Te slopen uitgegaan van appartementen, huur, etage, middel/goedkoop.
  • Nieuwe woningen uitgegaan van huurhuis, sociale huur.
  • Nieuwe appartementen uitgegaan van huur, etage, midden/goedkoop.
  • Commercieel uitgegaan van dorps- en buurtcentrum.
  • Parkeergarage en parkeerterrein alleen toegankelijk voor bewoners.

Dit resulteert in onderstaande overzicht:

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0010.png"

Op het drukste tijdstip van de nieuwe voorzieningen (koopavond) zijn dus 126 extra parkeerplaatsen noodzakelijk. Het parkeren voor bewoners kan echter worden afgewikkeld in de afgesloten parkeergarage en het parkeerterrein, zodat een netto vraag naar 69 extra parkeerplaatsen op koopavond noodzakelijk is. De extra vraag naar parkeren is op de zaterdagmiddag met 73 plaatsen net iets groter. Er verdwijnen echter ook functies uit het gebied, namelijk de appartementen die gesloopt worden. De bewoners hiervan parkeren momenteel in de openbare ruimte. Het verschuiven van de geparkeerde voertuigen van de openbare ruimte (in de bestaande situatie) naar de parkeergarage (in de nieuwe situatie) betekent dat er capaciteit vrij komt voor de nieuwe functies. Echter, een deel van deze capaciteit gaat verloren omdat het parkeerterrein aan het Koningin Julianaplein komt te vervallen.

In dit onderzoek is naar een aantal mogelijkheden gekeken hoe het best geanticipeerd kan worden op de herontwikkeling. Uit het onderzoek blijkt dat de variant waarbij het optimaal benutten van bestaande parkeergelegenheid het beste scoort. In deze variant wordt verder gekeken dan de directe omgeving van het Koningin Julianaplein.

Alle restcapaciteit op parkeerterreinen in het centrum van Vaals wordt betrokken om de groei naar parkeergelegenheid op te vangen. Hierbij worden de volgende parkeergelegenheden betrokken:

  • Parkeergarage Von Clermontpark;
  • Parkeerterrein nabij de Aldi;
  • Parkeerterrein aan de Lindenstraat;
  • Parkeerterrein aan het Kerkplein;
  • Straatparkeren Tyrellsestraat.

Het Koningin Julianaplein is in de eindsituatie niet meegenomen omdat dit terrein haar parkeerfunctie na realisatie van de herontwikkeling verliest. Ook de parkeerfunctie van het Wilhelminaplein komt te vervallen. Op de Tyrellsestraat vervalt een deel van de parkeergelegenheid.

Het snel vinden van een geschikte parkeerplaats is een belangrijke randvoorwaarde voor bezoekers van kernen met de omvang van Vaals. Het is daarom van belang dat de parkeergelegenheden op een logische manier met elkaar verbonden zijn: is het ene parkeerterrein vol, dan moet de volgende parkeergelegenheid snel gevonden worden. Dit is de reden waarom parkeerterrein ’t Schanes niet is meegenomen in de parkeerbalans. Door de ligging van het parkeerterrein is dit parkeerterrein niet logisch te koppelen aan een parkeerroutering. Het parkeerterrein wordt nu en in de toekomst gebruikt door langparkeerders zoals de ambtenaren van de gemeente en medewerkers van de commerciële voorzieningen in het centrum. Het terrein is echter wel openbaar toegankelijk en kan ook in de toekomst door deze en andere automobilisten worden gebruikt.

Parkeerdruk anno 2012 doorvertaald naar de nieuwe situatie

In de huidige situatie zijn er op bovenstaande parkeergelegenheden plus de parkeerterreinen Wilhelminaplein en Koningin Julianaplein in totaal 463 parkeerplaatsen voorhanden (416 op dinsdag i.v.m. met de markt) die volgens tellingen gehouden in 2012 de grootste parkeerdruk hebben op de dinsdagmiddag. De parkeerdruk bedraagt dan 73%. In deze telling was het Koningin Julianaplein dus niet beschikbaar vanwege de markt.

De restcapaciteit op de telmomenten fluctueerde tussen 113 plaatsen op de dinsdagmiddag en 252 op de donderdagmiddag. Op zaterdagmiddag waren nog 206 parkeerplaatsen beschikbaar. De restcapaciteit kan echter niet direct worden gebruikt voor de gewenste nieuwe situatie aangezien de gemeente Vaals voornemens is om de parkeerterreinen aan het Koningin Julianaplein en het Wilhelminaplein te onttrekken uit het parkeerbestand. Ook het aantal parkleerplaatsen in de Tyrellsestraat gaat afnemen met 20 stuks. In de nieuwe situatie zijn 363 parkeerplaatsen beschikbaar, een afname van exact 100 plaatsen.

De sloop van de bestaande 57 appartementen heeft ook effect op de toekomstige parkeervraag. De bewoners van de appartementen parkeerden in de gereserveerde parkeerplaatsen in de St. Paulusstraat, op het Koningin Julianaplein of in de Tyrellsestraat. Voor de parkeerbalans zijn alleen de geparkeerde voertuigen op het Koningin Julianaplein en Tyrellsestraat van belang aangezien de parkeergelegenheid van de St. Paulusstraat tegelijk met de woningen wordt geamoveerd. Het gaat om 33 van de 57 woningen, dat neerkomt op 24 geparkeerde voertuigen op de zaterdagmiddag, 20 op de dinsdagmiddag en 32 op de koopavond.

Wanneer rekening wordt gehouden met de huidige parkeerbezetting, de wijzigingen in het ruimtelijk programma en parkeergelegenheid is er na realisatie van het plan rekenkundig sprake van een parkeerdruk van 84% op zaterdag en 91% op dinsdagmiddag. Dit houdt in dat er op de wekelijks terugkerende piek voldoende parkeergelegenheid aanwezig is.

In deze berekeningen is daarbij alleen gekeken naar de effecten op de bovengenoemde parkeergelegenheden. Naast deze parkeervoorzieningen heeft het centrum van Vaals ook nog een groot deel van haar capaciteit direct aan de straat liggen. In de huidige situatie zijn er naast bovenstaande parkeergelenheden nog eens bijna 250 parkeerplaatsen op straat welke gebruikt worden door mensen met een bestemming in het centrum. Uit de tellingen van 2012 bleek dat de drukste bezetting op de zaterdag 72%, op de dinsdag 79% en op de donderdag 52% is. Door het invoeren van combiparkeren, waarbij bewoners en bezoekers beiden gebruik kunnen maken van alle parkeerplaatsen wordt de parkeergelegenheid beter benut en wordt extra capaciteit gecreëerd. Daarnaast kende parkeerterrein ’t Schanes restcapaciteit op de meeste telmomenten.

Verkeerskundige aspecten

Met behulp van het gemeentelijk verkeersmodel Questor van de gemeente Vaals is de voorkeursvariant doorgerekend op verkeerskundige haalbaarheid. De resultaten van deze berekening zijn weergegeven in de figuur hieronder. De figuur laat het verschil zien van de verkeersdrukte tussen de huidige situatie en de situatie waarin het Koningin Julianaplein heringericht is. De wegen die rood zijn weergegeven worden drukker, de wegen die groen zijn worden rustiger. Hoe dikker de lijn, hoe meer motorvoertuigen het betreft.

afbeelding "i_NL.IMRO.0981.BPKJP2014-VA01_0011.png"
Verkeerskundige haalbaarheid

Op bovenstaande afbeelding zijn de volgende effecten te zien:

  • door het afsluiten van de Sint Paulusstraat wordt de route over de Tentstraat – Bos-straat rustiger. Verkeer gaat meer gebruik maken van de randweg. Dit is te verklaren omdat de toegang tot de Maastrichterlaan via de Bosstraat geen gelukkige aansluiting is. De oude route via de Sint Paulusstraat leidde naar een rotonde, de Bosstraat naar een inritconstructie;
  • verkeer dat vanuit de Bosstraat richting Maastricht rijdt, kiest er voor een groot deel voor om eerst rechtsaf te slaan en via de rotonde de route naar Maastricht te nemen;
  • de Tyrellsestraat wordt aanmerkelijk rustiger. Enerzijds doordat er eenrichtingsverkeer is ingevoerd, anderzijds doordat de route via de Bosstraat en de Sint Paulusstraat niet meer voor handen is;
  • In het centrum van Vaals worden diverse wegen drukker dan nu het geval is. Dit is grotendeels te verklaren doordat de extra ontwikkelingen ook extra verkeer genereert.

Om de parkeerterreinen goed bereikbaar te maken en bezoekers te sturen naar de locaties waar voldoende parkeergelegenheid aanwezig is, is een goede verkeerscirculatie en parkeerverwijzing noodzakelijk.

Hoofdstuk 3 Juridische Aspecten

3.1 Algemeen

Het wettelijk kader wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

Ingevolge de Wro bepaalt een viertal zaken de opzet en inrichting van de planregels, te weten:

  • de digitale raadpleegbaarheid;
  • de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012;
  • het vigerende bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.';
  • de Woningwet;
  • de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De wettelijke regeling voor bestemmingsplannen is vervolgens verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Het bestemmingsplan gaat uit van de als bijlage bij de voornoemde Regeling opgenomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP2012). Aangezien bestemmingsplannen moeten voldoen aan het SVBP2012 zullen bestemmingsplannen voortaan kwalitatief gelijkwaardig zijn en uniform in aanpak, uitvoering, uitwisseling van gegevens en raadpleging daarvan.

3.2 Planonderdelen

Het bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.' bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindende deel van het plan. Verbeelding en regels dienen te allen tijde in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.

Op de verbeelding krijgen alle gronden binnen het plangebied een bestemming. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. De juridische betekenis van deze bestemmingen en aanduidingen zijn terug te vinden in de regels. Een gedeelte van de informatie op de verbeelding heeft geen juridisch betekenis, maar is slechts opgenomen om de leesbaarheid van en oriëntatie op de verbeelding te vergroten, zoals een kadastrale- en GBKN-ondergrond. Alle letters, aanduidingen en lijnen worden verklaard in de legenda op de verbeelding.

De regels bepalen de gebruiksmogelijkheden van de gronden binnen het plangebied en geven tevens de bouw- en gebruiksmogelijkheden met betrekking tot bouwwerken aan.

3.3 Nadere Toelichting Op De Verbeelding

De structuur van het bestemmingsplan is zodanig dat de verbeelding de primaire informatie geeft over waar en hoe gebouwd mag worden. Bij het raadplegen van het plan dient dan ook eerst naar de verbeelding te worden gekeken. Vervolgens kan in de regels worden teruggelezen welk gebruik en welke bouwmogelijkheden zijn toegestaan. Op de verbeelding zijn aangegeven:

  • de grens van het plangebied;
  • de bestemming van de in het plangebied gelegen gronden;
  • de aanduidingen bij de bestemmingen;
  • de verklaringen.

Het plangebied is ingevuld met de bestemmingen 'Centrum', 'Maatschappelijk', 'Verkeer' en 'Wonen'. Binnen de centrumbestemming is het gebruik van de gronden ten behoeve van retail en de overige commerciële ruimten alsmede wonen (uitsluitend op de verdiepingen) toegestaan. Ten behoeve van deze voorzieningen is een bouwvlak opgenomen.

3.4 Nadere Toelichting Op De Regels

De regels zijn conform de SVBP 2012 als volgt opgebouwd:

  • inleidende regels;
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregels.

3.4.1 Inleidende regels

In de begripsbepalingen worden omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze zijn opgenomen om onduidelijkheid door interpretatieverschillen te voorkomen. Er zijn alleen begripsbepalingen opgenomen die in de regels worden gebruikt en wellicht voor meerdere uitleg vatbaar zijn. Een gedeelte van de begrippen is omschreven in het SVBP en dient daaruit te worden overgenomen.

Ook over de bepaling van afstanden, hoogtes en oppervlaktes kunnen interpretatieverschillen ontstaan. Om op een eenduidige manier afstanden, hoogtes en oppervlakten te bepalen, wordt in de 'wijze van meten' uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Ten aanzien van de wijze van meten op de verbeelding geldt steeds dat het hart van een lijn moet worden aangehouden. Ook voor de wijze van meten worden in de SVBP2012 voorschriften gegeven die in het plan letterlijk zijn overgenomen.

3.4.2 Bestemmingsregels

Voor elke bestemming die op de verbeelding wordt gebruikt, worden gebruiks- en bouwregels opgenomen. De opbouw van de bestemmingen ziet er in beginsel als volgt uit:

  1. 1. Bestemmingsomschrijving
  2. 2. Bouwregels
  3. 3. Nadere eisen
  4. 4. Afwijken van de bouwregels
  5. 5. Specifieke gebruiksregels
  6. 6. Afwijken van de gebruiksregels
  7. 7. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  8. 8. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (voorheen: sloopvergunning)
  9. 9. Wijzigingsbevoegdheid

Niet alle onderdelen komen bij elke bestemming voor. Op de meest gebruikte onderdelen volgt hieronder een korte toelichting.

Bestemmingsomschrijving

In de bestemmingsomschrijving wordt een omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functies. De hoofdfuncties worden als eerste genoemd. Indien van toepassing, worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies beschreven. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de woorden “met daaraan ondergeschikt”. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie binnen de betreffende bestemming.

Bouwregels

In de bouwregels is bepaald welke bouwwerken mogen worden opgericht, waarbij in ieder geval een onderscheid wordt gemaakt tussen de regeling van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde en daar waar van toepassing ook tussen hoofdgebouwen en aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen. Voorts bevatten de bouwregels – voor zover van toepassing – minimale en maximale maatvoeringen voor de diverse bouwwerken zoals goothoogtes, bouwhoogtes, oppervlaktes en dakhellingen.

Nadere eisen

Nadere eisen kunnen worden gesteld aan bijvoorbeeld de situering van bouwwerken ten behoeve van bepaalde criteria, zoals een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. De nadere eisenregeling biedt de mogelijkheid om in concrete situaties in het kader van het verlenen van een omgevingsvergunning sturend op te treden door het opnemen van nadere eisen. Nadere eisen kunnen alleen worden gesteld als er in de regels ook een primaire eis wordt gesteld. De nadere eisen moeten verband houden met deze eis. De nadere eisenregeling hoeft niet in alle bestemmingen te worden geregeld.

Afwijken van de bouwregels

Door het opnemen van afwijkingsbevoegdheden wordt flexibiliteit in bestemmingsregels gecreëerd door mogelijkheden te bieden om in beperkte mate af te wijken van de algemeen toegestane bouwregelingen. Voor elke afwijking wordt aangegeven waarvan wordt afgeweken, de maximale aanpassing die met de afwijking kan worden toegestaan en meestal de situaties waarin of voorwaarden waaronder afwijking wordt verleend. Het gaat hier om afwijkingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien afwijkingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels).

Specifieke gebruiksregels

In specifieke gebruiksregels kunnen bepaalde gebruiksvormen als verboden gebruik worden benoemd.

Afwijking van de gebruiksregels

Van de gebruiksregels kan ten behoeve van een concrete vorm van grondgebruik worden afgeweken. Dit mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Dat wil zeggen dat wel kan worden afgeweken ten behoeve van functies die inherent zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies, maar dat via afwijking geen 'nieuwe' functies kunnen worden toegestaan. De afwijking dient te zien op kleinere, planologisch minder ingrijpende onderwerpen. Functiewijzigingen en grotere, ruimtelijke ingrepen dienen via een wijzigingsbevoegdheid of bestemmingsplanherziening te worden geregeld.

Wijzigingsbevoegdheid

Door het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om het bestemmingsplan te wijzigen (binnenplanse wijziging). In de meeste gevallen zal het gaan om het wijzigen van de op een perceel gelegde bestemming. Het gaat hier om wijzigingsbevoegdheden voor specifieke bestemmingen. Indien wijzigingsbevoegdheden gelden voor meerdere bestemmingen dan wel een algemene strekking hebben, zijn ze opgenomen in hoofdstuk 3 (algemene regels).

3.4.3 Algemene regels

Anti-dubbeltelbepaling

Overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening wordt de zogenaamde 'anti-dubbeltelbepaling' opgenomen. Deze regel wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel of een bepaalde oppervlakte van een bouwperceel mogen beslaan, het resterende onbebouwde terrein ook nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Algemene bouwregels

Voor het hele plangebied en alle bestemmingen geldt een aantal algemene bouwregels. Zo wordt bijvoorbeeld geregeld dat het verboden is de bouwgrenzen te overschrijden, behoudens uitzonderingsgevallen.

Algemene afwijkingsregels

In deze regels wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven middels een omgevingsvergunning af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het – tenzij anders vermeld – om afwijkingsregels die ten aanzien van alle bestemmingen in het plan gelden.

Algemene wijzigingsregels

In deze regels wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om bestemmingen te wijzigen. De voorwaarden, die bij toepassing daarvan in acht moeten worden genomen, zijn daarbij aangegeven.

3.4.4 Overgangs- en slotregels

In deze regels wordt het overgangsrecht, zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening, overgenomen. Als laatste wordt de slotregel opgenomen, zoals eveneens voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze regel schrijft voor hoe het plan dient te worden aangehaald.

3.5 De Regeling In Het Onderhavige Plan

3.5.1 Algemeen

De herinrichting van het Koningin Julianaplein past niet binnen het vigerende bestemmingsplan vanwege afwijkende bouwmogelijkheden. De retail en overige commerciële ruimten alsmede het wonen op de verdieping en de nieuwe appartementen en stadswoningen dienen allemaal in een (nieuw) bouwvlak te worden gerealiseerd. Door middel van aanduidingen wordt de gewenste goot- en bouwhoogten en aantallen woningen geregeld conform het nieuwe bouwplan voor het Koningin Julianaplein. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en afmetingen van bouwwerken.

3.5.2 Bestemmingen

Centrum

De gronden waarop de detailhandel-, dienstverlening, horecavoorzieningen en de nieuwe appartementen aan het Koningin Julianaplein en de Tyrellsestraat liggen, krijgen de bestemming 'Centrum'. Binnen deze bestemming is middels specifieke aanduidingen aangegeven welke functies binnen welk blok conform het vigerende bestemmingsplan, zijn toegestaan en op welke verdieping. Naast de functie detailhandel zijn ook horeca-activiteiten, dienstverlenende bedrijven en maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Bovendien is wonen toegestaan.

Naast de hieronder genoemde functieaanduidingen wordt middels de functieaanduiding 'parkeerterrein' het parkeerterrein aan de achterzijde van blok A mogelijk gemaakt. Daarnaast gelden ook diverse (specifieke) bouwaanduidingen zoals 'parkeergarage', 'onderdoorgang' en 'specifieke bouwaanduiding – berging'. Het maximale aantal wooneenheden wordt aangegeven middels het matrixsymbool 'maximum aantal wooneenheden'.

De toegestane bouwhoogte, het aantal bouwlagen en de dakhelling wordt per blok (zie paragraaf 2.2) vastgelegd op basis van de toegestane hoogte ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.). Hieronder is een overzicht opgenomen van de toegestane bouwhoogten ten opzichte van N.A.P. en het aantal toegestane bouwlagen:

Schema bouwhoogte / aantal bouwlagen

Blok Aanduiding Bestemmingsplan maximale bouwhoogte t.o.v. N.A.P. Aantal bouwlagen
A ´specifieke vorm van centrum / 1´ 209,00 3
B 'specifieke vorm van centrum – 2' 210,50 3
C 'specifieke vorm van centrum – 3' 212,79 3
D1 'specifieke vorm van centrum – 4' 214,30 4
D2 'specifieke vorm van centrum – 5' 214,60 4
DT 'specifieke vorm van centrum – 6' 216,39 5
G (ged.) 'specifieke vorm van centrum – 7' 213,79 3

Maatschappelijk

Het gemeentehuis is in onderhavig bestemmingsplan bestemd als 'Maatschappelijk' en krijgt ter plaatse van de bestaande horeca voorziening een aanduiding 'horeca tot en met categorie 3'. Ter plaatse van de bestaande onderdoorgang is de bouwaanduiding ´onderdoorgang´ opgenomen.

Verkeer

De nieuw ingerichte parkeerplaats aan het Von Clermontplein wordt specifiek aangeduid middels de aanduiding 'parkeerterrein', het plein zelf en de toegangswegen zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer'.

Wonen

Voor de stadswoningen aan het Von Clermontplein en de appartementen aan het Koningin Julianaplein, de Tyrellsestraat en de Sint Paullusstraat (zonder commerciële ruimten op de begane grond) is een woonbestemming opgenomen. Binnen deze bestemming is middels specifieke aanduidingen aangegeven wat de specifieke bouwhoogte per blok mag zijn en welke dakhelling is toegestaan.

Binnen de bestemming 'Wonen' komen naast de hieronder genoemde specifieke functieaanduidingen ook de bouwaanduidingen 'bijgebouwen' en 'gestapeld' voor. Middels deze aanduidingen worden bepaalde bouwvormen toegestaan. Het maximale aantal wooneenheden wordt aangegeven middels het matrixsymbool 'maximum aantal wooneenheden'.

De toegestane bouwhoogte en dakhelling wordt per blok (zie paragraaf 2.2) vastgelegd op basis van de toegestane hoogte ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.). Hieronder is een overzicht opgenomen van de toegestane bouwhoogten ten opzichte van N.A.P. en het aantal toegestane bouwlagen:

Schema bouwhoogte / aantal bouwlagen

Blok Aanduiding Bestemmingsplan Maximale bouwhoogte t.o.v. N.A.P. Aantal bouwlagen
E 'specifieke vorm van wonen – 1' 211,65 4
G (ged.) 'specifieke vorm van wonen – 2' 208,88 2
H1 'specifieke vorm van wonen – 3' 214,32 3
H2 'specifieke vorm van wonen – 4' 212,00 1
H3 'specifieke vorm van wonen – 5' 210,50 2

3.5.3 Dubbelbestemmingen

Waarde – Archeologie 3 en 6

Deze dubbelbestemming is verdeeld in de categorieën 3 en 6, hetgeen te maken heeft met het onderliggende gemeentelijke archeologische beleid en de te beschermen waarden. Deze regeling wordt ook conform het vigerende bestemmingsplan overgenomen. Gronden met deze dubbelbestemming zijn mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de archeologische waarden en oudheidkundige waardevolle elementen, in het bijzonder voor beschermde archeologische monumenten. Bouwen dan wel aanleggen in dergelijke gronden is niet zonder meer mogelijk.

Waarde – Beschermd dorpsgezicht

De dubbelstemming 'Waarde – Beschermd dorpsgezicht' voorziet in de bescherming van het dorpsgezicht 'Kern Vaals'. De bescherming bestaat uit de verplichting tot het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

Waarde – Waardevolle bomen

De dubbelbestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' voorziet in de bescherming van de drie beeldbepalende bomen binnen het plangebied. Het betreft de volgende beeldbepalende bomen:

  • Voor het fractiehuis;
  • In het binnenhof;
  • Voor café de Gau.

Hoofdstuk 4 Procedure

4.1 De Te Volgen Procedure

Het bestemmingsplan doorloopt als ontwerp respectievelijk vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan de volgende procedure, te weten:

  1. a. Ontwerp:

1e ter inzage legging (ontwerp bestemmingsplan)

Mogelijkheid om zienswijzen in te dienen

  1. b. Vaststelling:

Vaststelling door de Raad

2e ter inzage legging (vastgesteld bestemmingsplan)

Mogelijkheid om beroep in te stellen

  1. c. Beroep:

(Gedeeltelijk) onherroepelijk bestemmingsplan

Reactieve aanwijzing

Beroep bij Raad van State

Aangezien onderhavig bestemmingsplan niet ziet op significant grote wijzigingen van het bestemmingsplan ter plaatse, heeft de gemeente direct een ontwerpbestemmingsplan in procedure gebracht. De mogelijkheid om een inspraakreactie in te brengen is daarmee vervallen. In het kader van het ontwerp is het natuurlijk wel voor eenieder mogelijk geweest om zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar te maken. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in Bijlage 1 bij raadsvoorstel en -besluit Zienswijzennota Bestemmingsplan 'Koningin Julianaplein e.o.'. Ten gevolge van de ingediende zienswijzen zijn de regels op enkele punten aangepast, in die zin dat aan aantal afwijkingsmogelijkheden de bepaling is toegevoegd dat 'het maximale toelaatbare vloeroppervlak ten behoeve van retail/detailhandel, dienstverlening en horeca, te weten 1.860 m2 voor het totale plangebied Koningin Julianaplein eo, niet wordt overschreden', dan wel dat de 10%-regeling niet van toepassing is op 'het maximaal toelaatbare vloeroppervlak ten behoeve van retail/detailhandel, dienstverlening en horeca, te weten 1.860 m2'.

Na vaststelling van het bestemmingsplan kunnen belanghebbenden beroep aantekenen bij de Raad van State. Hiervoor dient in de fase van het ontwerp een zienswijze ingediend te zijn of dient het plan ten opzichte van het ontwerp gewijzigd te zijn. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Uiteindelijk besluit de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien nodig, over het plan in zijn onherroepelijke vorm.