Kazernekwartier
Bestemmingsplan - Gemeente Venlo
Vastgesteld op 28-06-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan 'Kazernekwartier' met identificatienummer NL.IMRO.0983.BP202110KAZERNE-VA01 van de gemeente Venlo.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Aangebouwd bijgebouw
Een bijgebouw, dat op enigerlei wijze aan het hoofdgebouw is aangebouwd door het verankeren van vloer, dak of mu(u)r(en) en/of door het gebruik maken van dezelfde constructiemu(u)r(en) en in bouwkundige zin ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.6 Aan- en/of uitbouw
Een aan een hoofdgebouw vastgebouwd gebouw, dat architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
1.7 Aan huis gebonden bedrijf
Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de bijbehorende bouwwerken met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel.
1.8 Aan huis gebonden beroep
Het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn omvang in een woning en bijbehorende bouwwerken met overwegend behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Hieronder dienen niet te worden begrepen de uitoefening van consumentverzorgende ambachtelijk bedrijfsactiviteiten noch detailhandel.
1.9 Ander bouwwerk
Een bouwwerk geen gebouw zijnde.
1.10 Archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten in het verleden.
1.11 Archeologisch onderzoek
Onderzoek naar archeologische waarden uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm voor Nederlandse Archeologie (versie 4.1).
1.12 Archeologisch waardevol gebied
Gebied met (zeer) hoge archeologische waarden of verwachting.
1.13 Bebouwing
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.14 Bebouwingspercentage
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.15 Bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen niet daaronder begrepen.
1.16 Bedrijfsgebouw
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 Beperkt kwetsbaar object
Beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.18 Bestaand
- Bebouwing: De bebouwing, welke bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning mag worden gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
- Gebruik: Gebruik van gronden en bouwwerken, zoals dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van dit plan.
1.19 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.20 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.21 Bijgebouw
Een gebouw behorende bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw.
1.22 Bioscoop
Locatie waar films op een groot scherm worden vertoond, waarbij de filmzalen tevens als congreszalen kunnen worden gebruikt.
1.23 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.24 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.25 Bouwlaag
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback en met een maximale hoogte van 3,00 m. voor woningen.
1.26 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
1.27 Bouwperceelsgrens
De grens van een bouwperceel.
1.28 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.29 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.30 Bruto vloeroppervlakte
De oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Meten vindt plaats op basis van NEN 2580.
1.31 Buurtwinkel
kleinschalig detailhandelsbedrijf met een winkelvloeroppervlak van maximaal 200 m² en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levensmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening voor de klanten.
1.32 Casino
Een inrichting als bedoeld in artikel 27g van de Wet op de Kansspelen: een voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen, met dien verstande dat speelhallen niet zijn toegestaan, en met hieraan ondergeschikt detailhandel en daarnaast ondersteunende functies zoals kantoren, kleedruimten en magazijnen.
1.33 Coffeeshop
Een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
1.34 Cultuur en ontspanning
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning, zoals podiumkunsten en filmhuizen, musea en toeristische attracties, muziek- en dansscholen, freerunning, oefenruimten en creativiteitscentra en feestzalenverhuur, met dien verstande dat speelhallen, casino's, en seksinrichtingen niet zijn toegestaan.
1.35 Deelmobiliteit
Het delen van transportmiddelen tussen gebruikers, dan wel tegelijk of na elkaar.
1.36 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.37 Dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
1.38 Discotheek / dancing
Een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarvan het laten beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
1.39 Dove gevel/voorzetgevel
Een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.
1.40 Energie Opslag Systemen (EOS)
Elektrische energieopslag waarbij lithiumbevattende oplaadbare energiedragers worden toegepast.
1.41 (Eet-) café
Een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt echter op het verstrekken van drank.
1.42 Evenement
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak.
1.43 Fastfood-vestiging
Een horecabedrijf, waar frituurwaren en kleine eetwaren, al dan niet in combinatie met alcoholvrije of alcoholhoudende dranken, worden verstrekt in wegwerpverpakkingen al dan niet voor gebruik ter plaatse, zoals een cafetaria, friture of afhaalcentrum.
1.44 Filmhuis
Locatie, niet zijnde een bioscoop, waar films op een groot scherm worden vertoond en waarbij in tegenstelling tot een bioscoop, overwegend sprake is van films buiten het reguliere commerciële aanbod om, met vaak een artistiek karakter.
1.45 Functies voor niet of verminderd zelfredzame personen
Functies waar extra kwetsbare personen verblijven zoals:
- bejaardentehuizen;
- verzorgingstehuizen;
- verpleegtehuizen;
- functies waar kinderen jonger dan 12 jaar verblijven in groepen van meer dan 10 kinderen (kindercrèches, basisscholen e.d.);
- celfuncties (penitentiaire inrichtingen);
- gezondheidszorgfuncties voor met aan bed gebonden patiënten;
- gezondheidsfuncties van een algemeen, categoriaal of academische ziekenhuis;
- functies voor geestelijk of lichamelijk gehandicapten;
- speciaal onderwijs.
als bedoeld in het beleidsplan externe veiligheid 2012-2015.
1.46 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.47 Geluidsgevoelige gebouwen
Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere bestemming die extra bescherming tegen geluid behoeft ingevolge de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder.
1.48 Geluidsgevoelige objecten
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
1.49 Gemeentelijk monument
Beschermd monument ingevolge de Gemeentelijke Erfgoedverordening Venlo.
1.50 Gemiddelde jaarlijkse NOx-emissie
De gemiddelde jaarlijkse NOx-emissie, gemeten over een periode van 5 jaar.
1.51 Groepsrisico
De cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval op een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is.
1.52 Hogere grenswaarde
Een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
1.53 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.54 Horeca
Het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of logies.
Horeca, categorie 1:
Een horecabedrijf dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt.
Horeca, categorie 2:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood- en broodjeszaak, lunchroom, ijssalon/ijswinkel, koffie en/of theeschenkerij, afhaalcentrum, eetwinkels, restaurant.
Horeca, categorie 3:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen. Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar.
Horeca, categorie 4:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen: discotheek/dancing, nachtcafé en een zalencentrum (met nachtvergunning).
Horeca, categorie 5:
Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, al dan niet in combinatie met een restaurant. Daaronder wordt begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers.
1.55 Horecabedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodaties, een en ander gepaard gaande met dienstverlening, niet zijnde coffeeshops.
1.56 Huishouden
De bewoning van een woning door:
- a. één persoon;
- b. twee of meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishouding voeren of willen voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, waaronder geen kamerbewoning begrepen.
1.57 Kamerbewoning
Een woning die, al dan niet mede door de rechthebbende, duurzaam en (nagenoeg) zelfstandig kamergewijs door maximaal 2 personen wordt bewoond en welk niet valt aan te merken als het verstrekken van logies.
1.58 Kamerverhuur(bedrijf)
Een pand of een deel van een pand dat door meer dan 2 personen, anders dan door de rechthebbende,bedrijfsmatig kamergewijs wordt bewoond en welk niet valt aan te merken als logiesverblijf.
1.59 Kantoor
Een gebouw of ruimte, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
1.60 Kwetsbaar object
Kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.61 Maatschappelijk
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd / kinderopvang, onderwijs, religie, uitvaart / begraafplaats, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven en/of defensie / militaire zaken.
1.62 Microbrouwerij/-branderij
Een niet-industriële brouwerij en ambachtelijke (niet-industriële) koffiebranderij, al dan niet met inbegrip van aanverwante proeverij, bottelarij, en/of horecagelegenheid, waarvan de milieuhinder richting milieugevoelige objecten niet hoger is dan van inrichtingen van milieucategorie 2, zoals opgenomen in de als Bijlage 2 bij deze regels behorende Lijst vanbedrijfsactiviteiten.
1.63 Museum
Een gebouw en/of buitenlocatie waar voorwerpen van kunst, wetenschap en/of historie worden tentoongesteld, fysiek uitgebeeld en/of beoefend, inclusief galerie en magazijn/opslag.
1.64 Ondergronds bouwwerk
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
1.65 Onderwijsinstelling
Instelling ten behoeve van georganiseerde communicatie van niet-incidentele aard met als doel overdracht van kennis, vermeerdering van inzicht en/of aanleren van vaardigheden zoals primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs en educatie, tertiair onderwijs en overig onderwijs en bij onderwijs behorende sportvoorzieningen.
1.66 Ontwikkelplan Fase 1 Kazerne Kwartier
Het op 8 maart 2022 vastgestelde 'Ontwikkelplan Fase 1 Kazerne Kwartier'.
1.67 Openbaar toegankelijk gebied
weg als bedoeld in artikel 1 eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede parken, plantsoenen, pleinen en ander openbaar gebied, niet zijnde water, dat voor publiek algemeen toegankelijk is.
1.68 Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, daaronder begrepen een carport.
1.69 Parkeervoorziening
Een al of niet overdekte, op straat aanwezige dan wel met een straat in open verbinding staande ruimte, die gelet op de ligging en de ontsluiting geschikt is om te worden gebruikt voor het parkeren van motorvoertuigen.
1.70 Peil
- a. Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang van het bouwwerk;
- b. Voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang van het bouwwerk;
1.71 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding, daaronder begrepen straatprostitutie.
1.72 Restaurant
Een horecabedrijf, waarin in dat bedrijf bereide volledige maaltijden, alsmede alcoholvrije of alcoholhoudende dranken – in principe alleen in combinatie met die maaltijden – worden verstrekt voor gebruik ter plaatse; een volwaardige bedrijfskeuken maakt deel uit van de vestiging.
1.73 Risicovolle inrichting
Een inrichting zoals aangewezen in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
1.74 Rijksmonument
Beschermd monument als bedoeld in de Erfgoedwet.
1.75 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.76 Standplaats
Een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.
1.77 Straatprostitutie
Het zich op de openbare weg of in een zich op de openbare weg bevindend voertuig beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen tegen vergoeding.
1.78 Studenten
Personen die ingeschreven zijn bij een voltijdstudie aan een MBO-opleiding, HBO-opleiding, academie, universiteit of vergelijkbare onderwijsinstelling, dan wel personen die niet langer dan 1 jaar uitgeschreven zijn bij een voltijdstudie aan een MBO-opleiding, HBO-opleiding, academie, universiteit of vergelijkbare onderwijsinstelling.
1.79 Studentenkamers
Kamers ten behoeve van de huisvesting van studenten, waarbij de bewoners beschikken over een eigen (slaap)kamer en waarbij zij afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die kamer.
1.80 Studentenwoningen
Woningen gericht op de huisvesting van studenten, dit met inbegrip van studentenkamers.
1.81 Supermarkt
Grootschalig detailhandelsbedrijf met een winkelvloeroppervlak van meer dan 400 m² en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levensmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening voor de klanten.
1.82 Tuin
Gronden gelegen bij gebouwen, die begrensd zijn en meestal omheind en overwegend bestaande uit groenelementen en verhardingen en waterpartijen.
1.83 Uitbouw
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.84 Verkeer
Wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie, railverkeer, luchtverkeer, voet- en rijwielpaden, parkeervoorzieningen, bermen en beplanting en/of straatmeubilair.
1.85 Voorgevel
Een of meer gevel(s) van een gebouw die is / zijn gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant(en) van een gebouw vorm(t)(en).
1.86 Voorwerpen van beeldende kunst
Door kunst voortgebrachte voorwerpen, zoals schilderijen en beelden.
1.87 Voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.88 Vrijstaand bijgebouw
Een bijgebouw, dat in functionele en bouwkundige zin ondergeschikt is aan en qua constructie en in ruimtelijk visueel opzicht vrij staat van het hoofdgebouw of daarmee slechts verbonden is door een tuinmuur, haag of andere tuinafscherming.
1.89 Waardevolle groenstructuren
Groenelementen met cultuurhistorische en ecologische betekenis en van belang als verbindingszones voor mens en natuur.
1.90 Waardevolle boomstructuren
Waardevolle groenstructuren bestaande uit, overwegend lijnvormige, boomaanplantingen die tevens van belang zijn voor een aangenaam stadsklimaat.
1.91 Watergang
Een werk, al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen –taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
1.92 Waterhuishoudkundige voorzieningen
Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
1.93 Weg
Een voor het rij- en ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
1.94 Wet/wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
1.95 Winkelvloeroppervlak (wvo)
De voor het publiek toegankelijke winkelruimte ten behoeve van detailhandel.
1.96 WKO-installatie
Putten in watervoerende zandlagen, die fungeren als koudebron en warmtebron voor het verwarmen en koelen van gebouwen.
1.97 Wonen
Het gehuisvest zijn in een woning.
1.98 Woning / wooneenheid
Een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
1.99 Zolder
Ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
Tussen (de lijnen getrokken langs) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).
2.8 de ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.9 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, energievoorzieningen, duurzaamheidsvoorzieningen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Gemengd
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, waaronder tevens begrepen kamerbewoning (maximaal 2 personen per woning), met dien verstande dat:
- 1. in totaal maximaal 505 woningen zijn toegestaan, waarvan maximaal 150 als grondgebonden woningen mogen worden uitgevoerd, met dien verstande dat vrijstaande woningen niet zijn toegestaan;
- 2. in totaal maximaal 132 studentenwoningen zijn toegestaan;
- b. aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in de als Bijlage 1 bij deze regels behorende Lijst aan huis gebonden beroepen enbedrijfsactiviteiten;
- c. bedrijfsmatige activiteiten, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening van mileucategorie 1, zoals opgenomen in de als Bijlage 2 bij deze regels behorende Lijstvan bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
- 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van milieucategorie 2', deze functies tevens zijn toegestaan van milieucategorie 2, voor zover opgenomen in de als Bijlage2 bij deze regels behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten;
- 2. een gezamenlijke maximale bruto vloeroppervlakte van6.600 m² ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening voor zover opgenomen in de als Bijlage 2 bij deze regels behorende Lijst vanbedrijfsactiviteiten is toegestaan;
- d. detailhandel, uitsluitend in de vorm van een buurtwinkel en in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten, met dien verstande dat per detailhandelsvestiging, niet zijnde een buurtwinkel, een maximale bruto vloeroppervlakte van 50 m² is toegestaan;
- e. een kinderdagverblijf, met dien verstande dat maximaal 1 kinderdagverblijf is toegestaan.
- f. een buitenschoolse opvang, met dien verstande dat maximaal 1 buitenschoolse opvang is toegestaan.
- g. onderwijsinstellingen, met dien verstande dat:
- 1. maximaal 1 basisschool is toegestaan;
- 2. een gezamenlijke maximale bruto vloeroppervlakte van 6.000 m² ten behoeve van onderwijsinstellingen is toegestaan;
- h. horeca, categorie 2, 3 en 5, met dien verstande dat:
- 1. een gezamenlijke maximale bruto vloeroppervlakte van 3.600 m² ten behoeve van horeca in de categorieën 2 en 3 is toegestaan, dit met inbegrip van horeca behorende bij een hotel als bedoeld onder 2.
- 2. maximaal één hotel (horeca categorie 5) is toegestaan met maximaal 80 kamers;
- i. cultuur en ontspanning, met dien verstande dat een gezamenlijke maximale bruto vloeroppervlakte van 1.900 m² ten behoeve van cultuur en ontspanning is toegestaan;
- j. een microbrouwerij/-branderij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - microbrouwerij/-branderij';
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument', voor een rijksmonument;
- l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument', voor een gemeentelijk monument;
- m. (collectieve) (ondergrondse) energievoorzieningen, warmte- en koude opslagvoorzieningen alsmede overige duurzaamheidsvoorzieningen;
- n. de aanleg van WKO-installaties, met dien verstande dat een vergunning als bedoeld in 3.7 nodig is.
Dit alles met dien verstande dat de maximale totale bruto vloeroppervlakte van de functies zoals genoemd in 3.1 sub c t/m j tezamen niet meer bedraagt dan 22.000 m².
Met daarbij behorende:
- o. wegen en paden, waaronder vluchtroutes;
- p. bermen en beplanting;
- q. groenvoorzieningen en tuinen;
- r. bovengrondse en ondergrondse parkeervoorzieningen, met dien verstande dat rekening dient te worden gehouden met het bepaalde in artikel 13.1;
- s. voorwerpen van beeldende kunst;
- t. voorzieningen van algemeen nut;
- u. waterhuishoudkundige voorzieningen, watergangen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Waarde - Archeologie
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
4.2 Bouwregels
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Waterstaat - Waterkering
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Op de gronden aangewezen als 'Waterstaat - Waterkering' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
- a. Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
- b. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
7.2 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Het is verboden de in de artikel 3 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
9.1 veiligheidszone - functies verminderd zelfredzame personen uitgesloten
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - functies verminderd zelfredzame personenuitgesloten', zijn functies voor niet of verminderd zelfredzame personen niet toegestaan.
9.2 veiligheidszone - (beperkt) kwetsbare objecten uitgesloten
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - (beperkt) kwetsbare objecten uitgesloten', zijn (beperkt) kwetsbare objecten en functies voor verminderd zelfredzame personen uitgesloten.
9.3 archeologisch zeer waardevolle zone
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
10.1 Algemeen
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden, het woon- en leefklimaat, de stedenbouwkundige kwaliteit, de beeldkwaliteit, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de brandveiligheid, de cultuurhistorische en archeologische waarden, en rampenbestrijding van de aangrenzende gronden en bouwwerken, middels een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de voorgeschreven maximum maten, afmetingen, percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, of tot ten hoogste één extra bouwlaag, met dien verstande dat niet mag worden afgeweken van de in deze regels opgenomen maximale vierkante meters;
- b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
- c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m, met uitzondering van erfafscheidingen;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 m onder de volgende voorwaarden:
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
- buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
- binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken.
- 2. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
- op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de commissie Ruimtelijke Kwaliteit;
- tegen gevels aan; wanneer de invloed van installaties geen afbreuk doet aan de aanwezige kwaliteiten.
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
- f. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers en lichtkappen, mits:
- 1. de maximale oppervlakte van de vergroting maximaal 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
- 2. de hoogte maximaal 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;
- g. het bouwen van kleine niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, (glas)containers, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
- 1. de oppervlakte niet meer dan 15 m² bedraagt;
- 2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
- 3. de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer dan 10 meter mag bedragen;
- 4. uit een bodemonderzoek is gebleken dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- c. de overschrijdingen als bedoeld in sub a en b mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij wordt verwezen naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
Artikel 12 Algemene Procedureregels
12.1 Procedure nadere eisen
Bij het stellen van nadere eisen als bedoeld in deze regels is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 13 Overige Regels
13.1 Parkeren
13.2 Voorrangsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Kazernekwartier'
Bijlage 1 Lijst Aan Huis Gebonden Beroepen En Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Lijst aan huis gebonden beroepen en bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Lijst van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Overzichtskaarten Hogere Grenswaarden
Bijlage 3 Overzichtskaarten hogere grenswaarden
Bijlage 1 Ontwikkelplan Fase 1
Bijlage 1 Ontwikkelplan fase 1
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Verkeerslawaai
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek verkeerslawaai
Bijlage 3 Historisch Bodemonderzoek
Bijlage 3 Historisch bodemonderzoek
Bijlage 4 Ecologie - Monitoring Broedvogels En Vleermuizen 2019
Bijlage 4 Ecologie - Monitoring broedvogels en vleermuizen 2019
Bijlage 5 Ecologie - Monitoring Huismus En Steenuil 2021
Bijlage 5 Ecologie - Monitoring huismus en steenuil 2021
Bijlage 6 Ecologie - Activiteitenplan 2021
Bijlage 6 Ecologie - Activiteitenplan 2021
Bijlage 7 Ecologie - Ontheffing Wnb Soorten 2018
Bijlage 7 Ecologie - Ontheffing Wnb soorten 2018
Bijlage 8 Ecologie - Wijziging Onheffing Wnb Soorten 2022
Bijlage 8 Ecologie - Wijziging onheffing Wnb soorten 2022
Bijlage 9 Monitoring Vleermuizen, Huismus, Gierzwaluw, Huiszwaluw En Steenuil 2022
Bijlage 9 Monitoring vleermuizen, huismus, gierzwaluw, huiszwaluw en steenuil 2022
Bijlage 10 Stikstofdepositie Onderzoek
Bijlage 10 Stikstofdepositie onderzoek
Bijlage 11 Passende Beoordeling
Bijlage 11 Passende beoordeling
Bijlage 12 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 12 Onderzoek externe veiligheid
Bijlage 13 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 13 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 14 Verkeerskundig Onderzoek
Bijlage 14 Verkeerskundig onderzoek
Bijlage 15 Aanmeldingsnotitie Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 15 Aanmeldingsnotitie vormvrije m.e.r.-beoordeling
Bijlage 16 Besluitdocument College Van Burgemeester En Wethouders
Bijlage 16 Besluitdocument college van burgemeester en wethouders