Bedrijventerreinen 2013
Bestemmingsplan - gemeente Weert
Vastgesteld op 26-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan “Bedrijventerreinen 2013” van de gemeente Weert.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0988.BPBedrijventerrein-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 aan huis gebonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Onder een aan huis gebonden beroep worden hier eveneens begrepen consument verzorgende activiteiten (bijvoorbeeld schoonheidsspecialist(e), nagelstudio, atelier).
1.4 aan huis gebonden bedrijf:
een ambachtelijk bedrijf, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.5 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van gronden.
1.6 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 activiteit:
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste of tweede lid Wabo.
1.8 afhankelijke woonruimte:
een extra woonruimte in een bijgebouw bij een woning, waarin een huishouding gevestigd is, dat afhankelijk is van de bewoner(s) in de zelfstandige woonruimte.
1.9 ambachtelijk bedrijf:
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen verband houdende met het ambacht.
1.10 archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden.
1.11 architectonische waarde:
de aan een bouwwerk toegekende waarde in verband met de vormgeving, het materiaalgebruik en/of detaillering.
1.12 bebouwing:
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.13 bebouwingspercentage:
een in de regels c.q. op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van een deel van een bouwperceel aangeeft, dat ten hoogste mag worden bebouwd.
1.14 bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
1.15 bedrijvenlijst:
een in Bijlage 1 opgenomen staat van inrichtingen, waarvan de categorie-indeling is gebaseerd op de VNG-publicatie, Bedrijven en milieuzonering, uitgave 2009.
1.16 beeldkwalitatieve waarde:
waarde van zaken, welk van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.
1.17 besluit geluidhinder:
besluit van 20 oktober 2006 (staatsblad 532), betreffende de hogere grenswaarden bij geluidsgevoelige bestemmingen binnen zones rond wegen, spoorwegen en industrieterreinen.
1.18 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.19 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.20 Bevi-inrichting:
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.21 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.22 bijgebouw:
een al dan niet aangebouwd gebouw of uitbouw, dat in bouwkundig en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en bestaat uit één bouwlaag.
1.23 (bouw)aanduiding 'bijgebouwen':
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.24 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.25 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak.
1.26 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.27 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.28 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel.
1.29 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.30 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt op of in de grond.
1.31 café:
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
1.32 cafetaria/snackbar:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken.
1.33 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat ontstaan is door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt. Archeologische waarden worden hieronder mede begrepen.
1.34 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop en/of ten verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen en/of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.35 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, werkbemiddelings-, advies- en ingenieursbureaus met een beperkte publieksgerichte functie, en administratie/showroom ten behoeve van de groothandel.
1.36 discotheek:
een horecabedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen.
1.37 draaderfafscheiding:
een afscheiding bestaande uit draad met een maaswijdte of onderlinge afstand van minimaal 5 cm.
1.38 e-commerce:
locatie uitsluitend bedoeld voor opslag en distributie van artikelen en ophalen van artikelen door consumenten, tot stand gekomen na aan- en/of verkoop via internet en zonder rechtstreekse verkoop of productadvisering via winkel, showroom of etalage.
1.39 erf:
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw en, voorzover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
1.40 erfgrens:
een grens van een erf.
1.41 erotisch getinte horeca:
een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard en tevens bedrijfsmatig ten behoeve van verbruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
1.42 evenement:
een tijdelijke activiteit (in de openlucht) al dan niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden.
1.43 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gezoneerd industrieterrein
1.44 gezoneerd industrieterrein:
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in onderdeel D van bijlage van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
1.45 groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan weder-verkopers, instellingen, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.46 grote lawaaimaker:
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 BOR.
1.47 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel vorm als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.48 horecabedrijf:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt geëxploiteerd.
1.49 internetcafé:
een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is voor het bedrijfsmatig beschikbaar stellen van internet aan derden om ter plaatse te gebruiken.
1.50 Jongeren ontmoeting Plaats (JOP):
een in de openbare ruimte gelegen onderkomen ten behoeve van een ontmoetingsplek voor jongeren.
1.51 kampeermiddel:
- 1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
- 2. enig ander voertuig of gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
1.52 kantoor:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, waarin al dan niet ambtelijk/bestuurlijk of bedrijfsmatig activiteiten plaatsvinden van bestuurlijke, maatschappelijke, juridische, administratieve, ontwerptechnische, (sociaal) wetenschappelijke en daarmee gelijk te stellen aard.
1.53 karakteristiek:
Rijksmonument, welke is opgenomen in 'Bijlage 5 bij de regels: Monumenten'.
1.54 karakteristieke beplanting:
beeldbepalende en/of waardevolle beplanting welke past bij de omgeving.
1.55 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de 'levende' en 'niet levende' natuur c.q. beplanting.
1.56 maatschappelijke doeleinden:
maatschappelijke, sociale, educatieve, medische, culturele, levensbeschouwelijke en/of religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van overheids- en openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.57 molenbiotoop:
het gebied rondom een molen dat van essentieel belang is voor de vrije windvang en het zicht op de molen en daarmee van invloed is op het functioneren van die molen als maal-werktuig en als monument.
1.58 omgevingsvergunning:
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
1.59 onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen.
1.60 ondergronds bouwwerk:
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
1.61 ondersteunende horeca:
niet-zelfstandige horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een bestemming waarvan de functie een andere is dan horeca en waarbij de ondersteunende horeca een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die geen onevenredige afbreuk doet aan de hoofdfunctie van het gebouw.
1.62 parkeerbeleidsnota:
de op 28 juni 2006 door de raad vastgestelde nota waarin het gemeentelijke beleid verwoord is ten aanzien van parkeren.
1.63 peil:
- a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. in andere gevallen de gemiddelde kruinhoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, bij voltooiing van de bouw.
1.64 perifere detailhandel (PDV):
detailhandel in woninginrichting en meubels, bouwmarkt, keukencentra, sanitaircentra, tuincentra alsmede land- en tuinbouwcentra, conform Bijlage 3 van de regels, die vanwege hun omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot uitstallingsoppervlak nodig hebben en waarvan de verkoopvloeroppervlakte per vestiging minimaal 1000 m² en maximaal 5000 m² bedraagt met dien verstande dat de verkoopvloeroppervlakte voor detailhandel in woninginrichting en meubels per vestiging maximaal 15.000 m² bedraagt.
1.65 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.66 prostitutie:
het bedrijfsmatig –of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt- gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of vaartuig, verrichten van seksuele handelingen met een ander, nader te onderscheiden in:
- a. raamprostitutie: prostitutie waarbij de seksueel-erotische dienstverlening zichtbaar vanaf de (openbare) weg of openbaar vaarwater wordt aangeboden;
- b. bordeelprostitutie: prostitutie waarbij de seksueel-erotische dienstverlening in een besloten daarvoor ingerichte of bedoelde ruimte wordt aangeboden.
1.67 recreatietuin/volkstuin:
stuk grond waarop voedings- en siergewassen worden geteeld voor vermaak of als bijvoeding, alsmede stuk grond ingericht als siertuin ten behoeve van het buiten zijn.
rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht:
1.68 rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht:
stads- en dorpsgezicht zoals vastgesteld ingevolge de Monumentenwet.
1.69 setback:
een dakopbouw die is gelegen ten minste 2,00 m achter de denkbeeldige verticaal doorgetrokken voorgevel van een gebouw en die een hoogte heeft van maximaal 3,50 m, gemeten vanaf de bovenkant van de desbetreffende verdiepingsvloer.
1.70 schietboom:
bouwwerk, geen gebouw zijnde, met bijbehorende kogelvanger, te gebruiken voor schietwedstrijden door schutterijen.
1.71 sierhekwerk:
hekwerk dienende als erfafscheiding bestaand uit smeedwerk of spijlen.
1.72 speelterrein:
een terrein in de openbare ruimte voor speeldoeleinden, zoals:
- een terrein met meerdere (grote) speeltoestellen;
- trapveld;
- basketveld;
- skate- c.q. skateboardbaan.
1.73 speeltoestel:
bouwwerk c.q. inrichting in de openbare ruimte bestemd voor vermaak of ontspanning bedoeld voor kinderen om mee te spelen, zoals een schommel, glijbaan, klimrek, wipwap of zandbak.
1.74 sporthal:
gebouw met afgezette en onderbroken ruimten die zijn aan te passen voor de uitoefening van verschillende sport- en recreatieactiviteiten en daarbij behorende kleedruimten en sanitaire voorzieningen alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.75 sportschool:
commercieel bedrijf waar men diverse vormen van sport kan beoefenen onder begeleiding, al dan niet met behulp van speciaal daartoe ontworpen apparatuur, met als doel lichamelijke conditie te verbeteren alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.76 stedenbouwkundig beeld:
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing die wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
1.77 stedenbouwkundige waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met stedenbouwkundige elementen, zoals situatie en infrastructuur, alsmede de ligging van bouwwerken in dat gebied (tot uitdrukking komend de bouwmassa, hoogtematen, dakvorm en gevelopbouw).
1.78 structureel groen:
groenvoorzieningen, die een wezenlijk onderdeel vormen van de ruimtelijke structuur met een duidelijke beeldbepalende rol.
1.79 tuincentrum:
een bedrijf, dat is ingericht al dan niet in combinatie met het telen van gewassen, op het verkopen en leveren van die gewassen en andere goederen voor het inrichten van tuinen.
- a. het basisassortiment:
artikelen die op grond van de algemene verkeersopvatting als basisassortiment van een tuincentrum kunnen worden gerekend zoals planten, bloemen, zaden, tuinmeubelen, interieur- en sfeerartikelen, grondproducten, tuinhout en dierverzorgingsproducten.
- b. aanvullend assortiment I:
artikelen die niet tot het basisassortiment behoren, zoals seizoens- of andere (actie)artikelen waaronder wordt begrepen kerst- en paasartikelen, tuin- en doe-het-zelf gerelateerde (werk)kleding (overalls, bodywarmers, waxkleding, handschoenen, etc.), tuin en interieur gerelateerde cadeau artikelen en verkoop van artikelen i.v.m. het nuttigen van maaltijden (tafels, stoelen, tafelaankleding).
- c. aanvullend assortiment II:
artikelen die niet tot het basis- en aanvullend assortiment I behoren, detailhandel in de vorm van verkoop van grootschalige artikelen (waaronder in ieder geval begrepen zwembaden en speeltoestellen) alsmede het leveren van aan een tuincentrum gerelateerde diensten in de vorm van exposities, seminars en shows, alsmede overige detailhandel.
1.80 verstoringsoppervlakte:
oppervlakte van een bouwwerk, werk of werkzaamheid die nodig is om deze uit te voeren.
1.81 Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.82 water, watergang:
permanent en semi-permanent watervoerende oppervlaktewateren; verschijningsvormen zijn: riviertjes, beken, sloten, vloedsgraven, stroom- en grasbanen, fictieve of theoretische wateren (gelegen op de bodem van droogdalen of in vijvers / stilstaande wateren), regen-waterbuffers, wegwatergangen en overkluisde wateren; de taluds (het oppervlak tussen de bodem en de insteek) en eventueel onderhoudsstroken behoren ook tot het water.
1.83 wet geluidhinder:
wet van 16 februari 1979, Stb. 99, houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze wet laatstelijk is gewijzigd bij de Wet van 5 juli 2006, Stb. 2006, 350.
1.84 woning/wooneenheid:
een (gedeelte van een) gebouw dat uitsluitend dient voor de huisvesting van één zelfstandige huishouding.
1.85 zijerf:
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw gelegen is.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Meetvoorschriften
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het desbetreffende gebouw, waar die afstand het kortst is.
2.2 De bebouwingshoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals antennes, lichtkoepels, schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 Het bedrijfsvloeroppervlak:
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
2.4 De dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 De goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 De inhoud van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, dit met inbegrip van de buitenzijde van erkers en dakkapellen en boven de begane grondvloer.
2.7 De lengte, de breedte en de diepte van een bouwwerk:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidsmuren), met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
2.8 De oppervlakte van een bouwwerk:
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren), nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; ondergrondse bouwdelen buiten de buitenzijden van de gevels worden bij de berekening van de oppervlakte van een bouwwerk in zoverre ook meegerekend.
2.9 Verkoopvloeroppervlak (vvo):
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor verkoopruimte inclusief etalage.
2.10 Ondergeschikte bouwdelen:
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken, bijgebouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, lichtkoepels, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m wordt overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouw- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,00 m wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Niet van toepassing.
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Niet van toepassing.
4.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Natuur- En Landschapswaarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken met een maximum afwijkingspercentage van 10%, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige gevolgen voor:
- a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- b. dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundig beeld.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Niet van toepassing.
Artikel 7 Bedrijventerrein
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
7.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 7.2.3. onder e voor het toestaan van hogere hoogte met een maximum van 20,00 m, mits de hogere hoogte vanwege de bedrijfsvoering en/of milieuwetgeving noodzakelijk wordt geacht en de stedenbouwkundige en landschappelijke waarden niet worden aangetast.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Artikel 8 Centrum
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, indien dit noodzakelijk is, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, dan wel voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het na te streven stedenbouwkundige beeld.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.5 Specifieke gebruikregels
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Niet van toepassing.
8.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
9.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde voor vergroting van het maximaal toegestane bebouwingspercentage tot ten hoogste 100%, mits:
- a. de nieuw op te richten bebouwing past binnen de verder ter plaatse geldende regels;
- b. de nieuw op te richten bebouwing voldoet aan de bij of krachtens de Wet geluidhinder gestelde eisen;
- c. uit onderzoek blijkt dat de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem en het grondwater geen beletsel of beperkingen vormen voor de realisering van de gewenste bebouwing;
- d. uit onderzoek blijkt dat de luchtkwaliteit en externe veiligheid geen beletsel of beperking vormen voor de realisering van de bebouwing;
- e. uit onderzoek naar de ter plaatse eventueel voorkomende archeologische waarden blijkt, dat deze geen beletsel of beperkingen vormen voor de realisering van de bebouwing, tenzij aangetoond is dat met deze beperkingen bij de bouw rekening wordt gehouden;
- f. voorafgaand aan de bouw onderzoek wordt gedaan op grond van de Flora- en faunawet, waarbij de onderzoeksresultaten geen belemmering mogen vormen voor de realisering van de bebouwing;
- g. voldaan wordt aan de gemeentelijke eisen ten aanzien van de opvang en berging van hemelwater, zoals die gelden op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Niet van toepassing.
9.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 10 Natuur
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
10.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 voor het oprichten van geringe bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het recreatief medegebruik, zoals speel- en schuilgelegenheden, informatieborden en bewegwijzering, met dien verstande dat:
- a. het bestaande gebruik van de gronden niet onevenredig wordt belemmerd;
- b. de voorzieningen aansluiten op de bestaande recreatieve routestructuur;
- c. het bebouwd oppervlak maximaal 20 m² mag bedragen;
- d. de bouwhoogte maximaal 2,00 m mag bedragen;
- e. de landschappelijke waarden als benoemd onder 10.1.1 niet worden aangetast.
10.5 Specifieke gebruiksregels
10.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 11 Recreatie - Volkstuin
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
11.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
11.5 Specifieke gebruiksregels
11.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
11.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
12.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de bouwregels voor het oprichten van jongeren ontmoetingsplaatsen (jop's), mits:
- a. de afstand tot woningen minimaal 25,00 m bedraagt;
- b. het oppervlak van het te plaatsen onderkomen maximaal 25,00 m2 bedraagt;
- c. de bouwhoogte van het te plaatsen onderkomen maximaal 3,00 m bedraagt.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Artikel 13 Verkeer - Railverkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
13.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
13.5 Specifieke gebruiksregels
13.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
13.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 14 Water
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.1 onder c. voor het overkluizen of overbouwen van water c.q. watergangen, mits het belang van het water c.q. de watergang zich hiertegen niet verzet. Hiertoe wordt de beheerder van de waterloop gehoord.
14.5 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden voor opslagdoeleinden.
14.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
14.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
14.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 15 Water - Vaarweg
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
15.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
15.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
15.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
15.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
16.4 Afwijken van de bouwregels
16.5 Specifieke gebruiksregels
16.6 Afwijken van de gebruiksregels
16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing
Artikel 17 Leiding - Brandstof
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 17.2.1 ten behoeve van bouwwerken die zijn toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen bestemming, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de leidingen en nutsvoorzieningen, daartoe wordt vooraf advies ingewonnen van de betrokken leidingbeheerder of diens opvolger.
17.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
17.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
17.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
17.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 18 Leiding - Gas
18.1 Bestemmingsomschrijving
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
18.4 Afwijken van de bouwregels
18.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
18.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
18.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 19 Leiding - Hoogspanning
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
19.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
19.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2, ten behoeve van het bouwen van gebouwen of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde op de voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden, met dien verstande dat:
- a. het doelmatig functioneren van de in artikel 19.1 bedoelde hoogspanningsverbinding niet wordt aangetast;
- b. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de verbinding;
- c. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
19.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
19.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 20 Leiding - Riool
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
20.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
20.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
20.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Artikel 21 Waarde - Archeologie Hoog
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
21.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
21.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
21.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
21.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.8 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Archeologie Waarde - Hoog' aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen in een lager beschermingsniveau of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Artikel 22 Waarde - Archeologie Middelhoog
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
22.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
22.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
22.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
22.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.8 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie Middelhoog' aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Artikel 23 Waarde - Archeologie Zeer Hoog
23.1 Bestemmingsomschrijving
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Niet van toepassing.
23.5 Specifieke gebruiksregels
Niet van toepassing.
23.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
23.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.8 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de voor 'Waarde - Archeologie zeer hoog' aangewezen gronden die, bij wijze van dubbelbestemming, bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden te wijzigen in een lager beschermingsniveau of geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen, indien:
- a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn of zich op een andere plaats bevinden;
- b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarde voorziet.
Artikel 24 Waterstaat - Waterlopen
24.1 Bestemmingsomschrijving
24.2 Bouwregels
24.3 Nadere eisen
Niet van toepassing.
24.4 Afwijken van de bouwregels
24.5 Specifieke gebruiksregels
24.6 Afwijken van de gebruiksregels
Niet van toepassing.
24.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.8 Wijzigingsbevoegdheid
Niet van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 25 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 26 Algemene Bouwregels
26.1 Algemene beschermingsregel
Geen bouwwerk mag worden opgericht, indien daardoor een ander bouwwerk met het daarbij behorende bouwperceel hetzij niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
26.2 Overschrijding bouwgrens/bijgebouwengrens
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de op de verbeelding aangegeven bouwgrens c.q. bijbouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
26.3 Ondergronds bouwen
Ondergrondse gebouwen (zoals kelders) zijn in het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' toegestaan onder bestaande gebouwen en nieuw op te richten gebouwen tot een maximale diepte van 3,00 m.
Artikel 27 Algemene Aanduidingsregels
27.1 geluidzone - industrie
- a. Het is verboden nieuwe geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder op te richten binnen de aanduiding geluidzone - industrie, tenzij de raad gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden hebben vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden of tenzij vanwege verkleining of opheffing van de geluidzone - industrie de beperking ter plaatse is opgeheven.
- b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "gezoneerd industrieterrein" zijn geluidshinderlijke inrichtingen toegestaan.
27.2 gezoneerd industrieterrein
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'gezoneerd ndustrieterrein' zijn de gronden aangewezen als een industrieterrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
27.3 milieuzone - rioolwaterzuiveringsinstallatie
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - rioolwaterzuiveringsinstallatie' zijn, ongeacht de aangegeven milieucategorie, bedrijfsvormen, ten behoeve de vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken (SBI-codes 15 (151 t/m 1598) en groothandel in voedingsmiddelen en dranken (SBI-codes 5121 t/m 5139) niet toegestaan; de SBI-codes zijn weergegeven in de bijlage bij deze regels.
27.4 rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht
27.5 veiligheidszone - risicovolle inrichting
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone – risicovolle inrichting' is de bouw van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten zoals woningen, scholen, bejaarden-, verzorgings- en ziekenhuizen niet toegestaan.
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de aanduiding 'veiligheidszone – risicovolle inrichtingen' als bedoeld in sub a te wijzigen of (gedeeltelijk) te laten vervallen, indien de (bedrijfsmatige) exploitatie van de risicovolle inrichting gestaakt is dan wel de activiteiten van de risicovolle inrichting dusdanig zijn dat het risico is verminderd.
27.6 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
27.7 vrijwaringszone - molenbiotoop
27.8 vrijwaringszone - spoor
27.9 vrijwaringszone - vaarweg
27.10 vrijwaringszone - weg
Artikel 28 Algemene Afwijkingsregels
28.1 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende regels van het plan voor:
- a. het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, inhoudsbepalingen, goothoogten, bebouwingshoogten, bouwperceelsgrensafstanden, bebouwde oppervlakten en hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met ten hoogste 10%;
- b. het in geringe mate, doch niet meer dan 1,00 m, afwijken (ten behoeve van het bouwen, gebruik, werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden) van een bestemmingsgrens, alsmede van de vorm van bouwvlakken, dan wel de ligging van rooilijnen voor zover dit noodzakelijk is om het plan (en de daaraan ten grondslag liggende intenties) in te passen in de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein;
- c. voor het oprichten van niet voor bewoning bestemde gebouwen en andere bouwwerken van openbaar nut en van geringe afmetingen, mits de gebouwen geen grotere oppervlakte dan 25 m² en geen grotere goothoogte dan 3,00 m hebben en mits de andere bouwwerken geen grotere bebouwingshoogte hebben dan 5,00 m, met uitzondering van antennes, lichtmasten, ontluchtingspijpen en gasdrukregel- en meetstations;
- d. voor het oprichten van antennes ten behoeve van het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen voor privé-gebruik, mits deze antennes niet hoger zijn dan 15 m;
- e. voor het oprichten van vrijstaande antenne-opstelpunten, mits:
- 1. deze masten niet hoger zijn dan 40,00 m;
- 2. sitesharing (gemeenschappelijk gebruik van antennes) niet mogelijk is;
- 3. geen gebouw of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, aanwezig of beschikbaar is om een niet vrijstaande antenne-opstelpunt te kunnen bouwen;
- 4. bij de locatiekeuze en uitvoering op evenredige wijze rekening is gehouden met de aanwezige stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en de woonfunctie niet onevenredig wordt geschaad;
- 5. zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de aanwezige hoge elementen;
- 6. op de desbetreffende percelen geen woonfunctie rust;
- 7. aanvrager door middel van een onafhankelijk rapport heeft aangetoond dat een antenne-opstelpunt onmisbaar is voor de realisering van een adequaat, dekkend netwerk.
28.2 Toetsing
De in het vorige lid genoemde afwijkingen mogen slechts worden verleend indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 29 Algemene Wijzigingsregels
29.1 Algemene wijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de verbeelding, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken met dien verstande, dat de overschrijding niet meer dan 2,00 m mag bedragen.
29.2 Wijzigingsbevoegdheid 'Wonen'
29.3 Wijzigingsbevoegdheid 'Bedrijventerrein'
29.4 Wijzigingsbevoegdheid 'Natuur'
Artikel 30 Overige Regels
30.1 (Wettelijke) regels
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerpplan.
30.2 Verkeerslawaai
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit
geluidhinder dient voldaan te worden aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij het bevoegd gezag voorafgaand aan of gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
30.3 Industrielawaai
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder, dient voldaan te worden aan de aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij het bevoegd gezag voorafgaand aan of gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
30.4 Railverkeerslawaai
Bij het nieuw oprichten van geluidsgevoelige objecten als bedoeld in het Besluit geluidhinder, dient voldaan te worden aan de aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, tenzij het bevoegd gezag voorafgaand aan of gelijktijdig met de vaststelling van dit bestemmingsplan hogere grenswaarden heeft vastgesteld welke als maximaal toelaatbaar gelden.
30.5 Voorrangsregeling
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het beschermen en in stand houden van infrastructurele voorzieningen voorgaan boven dubbelbestemmingen gericht op bescherming van bestaande waarden. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
- 1. Leiding - Brandstof;
- 2. Leiding - Gas;
- 3. Leiding - Hoogspanning;
- 4. Leiding - Riool;
- 5. Waterstaat - Waterlopen;
- 6. Waarde - Archeologie zeer hoog;
- 7. Waarde - Archeologie hoog;
- 8. Waarde - Archeologie middelhoog.
Artikel 31 Kwaliteitsregels
31.1 Algemeen
Het bestemmingsplan maakt nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk. Om verzekerd te zijn van de beoogde kwaliteitsverbetering worden instrumenten ingezet die erop gericht zijn om de ontwikkelingen te combineren met die benodigde kwaliteitsverbetering. Deze kwaliteitsverbetering vindt plaats via het instrument landschappelijke inpassing.
De ruimtelijke kwaliteit via het instrument landschappelijke inpassing geldt voor agrarische bedrijven. Voor zover sprake is van uitbreiding van verharding en bebouwing binnen het bouwkavel kan het instrument worden ingezet via de nadere eisenregeling.
31.2 Ruimtelijke kwaliteit via het instrument landschappelijke inpassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 32 Overgangsregels
32.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
32.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 33 Slotregels
Deze regels worden aangehaald als de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen 2013' van de gemeente Weert.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Stads En Dorpsgezichten
Bijlage 2 Stads en dorpsgezichten
Bijlage 3 Branchering
Bijlage 4 Molenbiotoop
Bijlage 5 Monumenten
Bijlage 1 Bijlagenboek
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Geluidzone Savelveld
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek geluidzone Savelveld
Bijlage 3 Advies Vooroverleg Provincie Limburg
Bijlage 3 Advies vooroverleg provincie Limburg
Bijlage 4 Eindverslag Inspraak Voorontwerpbestemmingsplan
Bijlage 4 Eindverslag inspraak voorontwerpbestemmingsplan