KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
Artikel 4 Verkeer
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene Gebruiksregels
Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht
Artikel 11 Slotregel
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen
Bijlage 2 Tekening Parkeren En Groen
Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek
Bijlage 2 Functionele Verkenning
Bijlage 3 Bodemonderzoek Bremweg 2
Bijlage 4 Bodemonderzoek Bremweg Ong.
Bijlage 5 Memo Parkeren
Bijlage 6 Tekening Parkeren En Groen Inter Chalet
Bijlage 7 Kwantitatieve Risicoanalyse
Bijlage 8 Advies Veiligheidsregio

Inter Chalet

Bestemmingsplan - gemeente Horst aan de Maas

Vastgesteld op 08-10-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het bestemmingsplan 'Inter Chalet' van de gemeente Horst aan de Maas.

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1507.HOINTERCHALET-VA01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 afhaalpunt ten behoeve van internetverkoop:

een ruimte binnen een gebouw waarin via internet gekochte artikelen kunnen worden afgehaald en betaald. De te verkopen artikelen mogen niet worden uitgestald, dus een showroom of buitenruimte waar artikelen bekeken of getest kunnen worden, is niet toegestaan.

1.4 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing:

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.7 bebouwingspercentage:

Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.8 bedrijf:

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen danwel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.

1.9 bedrijfsgebouw:

Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.10 bedrijfsverzamelgebouw:

Een gebouw waarin het uitoefenen van verschillende vormen van bedrijvigheid (waaronder industriële, ambachtelijke, dienstverlenende, consumentverzorgende, therapeutische functies en kantoren) wisselend en tegelijkertijd kan worden uitgeoefend, waarbij de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met die van één bedrijf.

1.11 bedrijfsvloeroppervlakte:

De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.

1.12 bestaand:

Ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp bestemmingsplan aanwezig.

1.13 bestemmingsgrens:

De grens van een bestemmingsvlak.

1.14 bestemmingsvlak:

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 Bevi-inrichting:

Inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.16 bijbehorend bouwwerk:

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd bouwwerk met een dak.

1.17 bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.18 bouwgrens:

De grens van een bouwvlak.

1.19 bouwlaag:

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.20 bouwmarkt:

Verkoop, al dan niet geheel overdekt, van een volledig assortiment bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad aan zowel vakman als particulier;

1.21 bouwperceel:

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.22 bouwvlak:

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.23 bouwwerk:

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.24 bruto-vloeroppervlakte:

De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten en met uitzondering van gebouwde (ondergrondse of half verdiept gelegen) parkeervoorzieningen.

1.25 detailhandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.26 erf:

Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.

1.27 erfafscheiding:

De afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of perceel, of van de openbare ruimte.

1.28 evenement:

Een publiekgerichte activiteit die een bijdrage levert aan het culturele, sociale en/of sportieve leven.

1.29 gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.30 gelegenheidsassortiment:

Artikelen die door hun aard verbonden zijn aan jaarlijkse feestdagen/evenementen, zoals carnaval, kerst, sinterklaas, pasen en speciale (sport)evenementen van nationaal belang.

1.31 gespecialiseerde sportartikelen:

Detailhandel in sportartikelen die niet of in beperkte mate voorkomt in sportwinkels en vanwege de omvang, het assortiment en/of de gespecialiseerde kennis over de betreffende tak van sport in de regel voorkomt in speciaalzaken voor de betreffende sport, zoals golfsport en jachtsport. Detailhandel in paardensport is hiervan uitgesloten.

1.32 groothandel:

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.33 hoofdgebouw:

Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.34 horeca:

Een bedrijf waar dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.35 horeca van categorie 1:

Een inrichting die qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt.

1.36 horeca van categorie 2:

Een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse kunnen of dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:

  1. a. cafetaria/snackbar;
  2. b. fastfood en broodjeszaken;
  3. c. lunchroom;
  4. d. ijssalon, ijswinkel;
  5. e. koffie- en/of theeschenkerij;
  6. f. afhaalcentrum;
  7. g. eetwinkels;
  8. h. restaurant.

1.37 horeca van categorie 3:

Een inrichting die is gericht op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen te worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:

  1. a. café;
  2. b. bar;
  3. c. grand-café;
  4. d. eetcafé;
  5. e. pubs;
  6. f. juice- en healthbar.

1.38 horeca van categorie 4:

Een inrichting die is gericht op het verstrekken van recreatief nachtverblijf met de daarbij behorende voorzieningen. Daaronder worden begrepen:

  1. a. hotel;
  2. b. motel;
  3. c. pension;
  4. d. overige logiesverstrekkers.

1.39 horeca van categorie 5:

Een inrichting die is gericht op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen:

  1. a. discotheek/dancing;
  2. b. nachtcafé;
  3. c. zalencentrum (met nachtvergunning).

1.40 land- en tuinbouwcentrum:

Een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op de verkoop van artikelen gericht op de land- en tuinbouwsector alsmede de hobby-agrariër, zoals landbouwwerktuigen, tuinonderhoud- en tuininrichtingsartikelen, dieren, dierbenodigdheden en diervoeders, plant- en zaaigoed en dergelijke.

1.41 maaiveld:

De bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat waar sprake is van een hellend of ongelijk maaiveld onder het 'aangrenzende maaiveld' wordt verstaan het maaiveld dat grenst aan de voorgevel van een gebouw.

1.42 nevenassortiment:

Kleine en lichte artikelen die in rechtstreeks functioneel verband staan tot de detailhandel die op grond van dit bestemmingsplan is toegestaan.

1.43 ondergeschikt:

Een functie die qua omvang en uitstraling ten dienste staat van een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie.

1.44 ondergeschikte-/winkelgebonden horeca:

Een horecavoorziening van categorie 1 binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren en die:

  1. a. qua exploitatievorm en openingstijden aansluit bij winkelvoorzieningen;
  2. b. qua branche ondersteunend is voor de hoofdfunctie c.q. de publieksaantrekkende werking van de hoofdfunctie en een positieve bijdrage levert aan de levendigheid, de veelzijdigheid en de kwaliteit van de hoofdfunctie.

1.45 ondergronds bouwen:

Bouwen onder peil.

1.46 ondergronds bouwwerk - ondergrondse ruimte:

Een (gedeelte van een) gebouw of ruimte, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op minimaal 1,75 meter beneden peil, verticaal gemeten straks langs de omtrek van het gebouw. Ondergrondse bouwwerken en ruimten moeten voldoen aan de elders in de planregels voorgeschreven afstanden tot de perceelgrenzen.

1.47 overkapping:

Een bijbehorend bouwwerk, geen gebouw zijnde dat is omsloten door maximaal één wand en is voorzien van een gesloten dak.

1.48 pand:

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.49 peil:

  1. a. voor gebouwen: de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte begane grondvloer en/of de hoofdtoegang van de woning;
  2. b. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwperceel.

1.50 perceelsafscheiding:

Afscheiding welke op een grens tussen twee percelen, niet zijnde erven, is geplaatst.

1.51 perifere detailhandel:

  1. a. detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans en tenten (beide laatste in combinatie met kampeerartikelen);
  2. b. detailhandel in automaterialen;
  3. c. detailhandel in keukens (inclusief inbouwapparatuur)
  4. d. detailhandel in badkamers, sanitair en tegels;
  5. e. bouwmarkten;
  6. f. tuincentra;
  7. g. (zeer) volumineuze artikelen, zoals zonwering, tuinhuisjes, buitenspeeltoestellen, zwembaden, tuinbeelden, haarden en kachels, grafzerken, (paarden)trailers, aanhangwagens etc.;
  8. h. brand- en explosiegevaarlijke stoffen (waaronder consumentenvuurwerk), grove bouwmaterialen, landbouwwerktuigen;
  9. i. woninginrichting (meubelen, woningtextiel, vloerbedekking, verlichting, woondecoratie).

1.52 seksinrichting:

Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. bordeel;
  2. b. erotische-massagesalon;
  3. c. parenclub;
  4. d. prostitutiebedrijf;
  5. e. seksautomatenhal;
  6. f. seksbioscoop;
  7. g. sekssauna;
  8. h. sekstheater.

1.53 tuincentrum:

Een bedrijf dat is gericht op de verkoop van bloemen, planten, bomen, heesters, tuinartikelen, dierenbenodigdheden en -voeding, woondecoratie en gelegenheidsassortiment voor Pasen en Kerst, alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals tuinmeubelen, tuinverlichting, bouwmaterialen voor tuinhuisjes en erfafscheidingen, serres, vijvers.

1.54 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

De voor de consument toegankelijke ruimte van de totale vloeroppervlakte van een detailhandelsvestiging, welke bestemd is voor de verkoop en uitstalling van goederen.

1.55 voorgevel:

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan een naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.

1.56 voorgevelrooilijn:

Denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.

1.57 vrijstaand bijbehorend bouwwerk:

Een van het hoofdgebouw en aangebouwde bijbehorende bouwwerken vrijstaand gebouw dat ten dienste staat van het hoofdgebouw en door zijn ligging, constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.58 werkkleding:

Speciale kleding die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens het werk te dragen, zoals uniformen en overalls of kleding die voorzien is van een of meer duidelijk zichtbare aan de organisatie gebonden beeldmerken (bijvoorbeeld een logo). Vrijetijdskleding en confectie worden niet beschouwd als werkkleding.

1.59 zelfstandige horeca:

Horeca als hoofdactiviteit, die niet als ondersteuning van een andere hoofdactiviteit/-bestemming dient.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

Tussen de zijdelingse grenzen van een perceel en enig punt van het betreffende bouwwerk, waar de afstand het kortste is.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven van categorie 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen, die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd;
  2. b. bedrijfsverzamelgebouwen;
  3. c. groothandel;
  4. d. perifere detailhandel;
  5. e. ondergeschikte/-winkelgebonden horeca;
  6. f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwen, wonen en tuin', tevens detailhandel in nevenassortiment:
    1. 1. detailhandel in gespecialiseerde sportartikelen, uitsluitend ten behoeve van de golfsport en de jachtsport;
    2. 2. detailhandel in gelegenheidsassortiment;
    3. 3. detailhandel in werkkleding;
    4. 4. detailhandel in huishoudelijke artikelen, inclusief kleine huishoudelijke apparaten;
    5. 5. detailhandel in boeken en kantoorartikelen
  7. g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - land- en tuinbouwcentrum', tevens:
    1. 1. een land- en tuinbouwcentrum;
    2. 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', kantoren;
    3. 3. een afhaalpunt ten behoeve van internetverkoop;

met daaraan ondergeschikt:

  1. h. opslag aan de achterzijde van de bedrijfsgebouwen;
  2. i. maximaal één reclamemast;

en met de daarbij behorende:

  1. j. doeleinden van openbaar nut;
  2. k. wegen en parkeervoorzieningen;
  3. l. groenvoorzieningen;
  4. m. water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat het oprichten van gebouwen op de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden uitsluitend is toegestaan als verzekerd is dat de groenvoorzieningen en terreininrichting is of worden gerealiseerd en vervolgens in stand worden gehouden overeenkomstig bijlage 2 Tekening parkeren en groen bij deze regels.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. artikel 3.2 ten behoeve van het later realiseren van de groenvoorziening en terreinirichting overeenkomstig bijlage 2 bij deze regels, met dien verstande dat de groenvoorziening en terreininrichting uiterlijk binnen 1 jaar na gereedkoming van de bebouwing gereed is;
  2. b. lid 3.2.2 ten behoeve van het ophogen van terreinafscheidingen tot maximaal 3 meter indien dit noodzakelijk is met het oog op de bedrijfsveiligheid.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. artikel 3.1 onder a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die niet worden genoemd in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen, mits:
    1. 1. deze bedrijven naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die genoemd zijn in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen onder de categorieën 2, 3.1 en 3.2, gehoord een door Burgemeester en Wethouders nader aan te wijzen deskundige;
    2. 2. het geen Wgh-inrichtingen betreft;
    3. 3. het geen Bevi-inrichting betreft;
  2. b. artikel 3.1 onder a voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die staat vermeld onder categorie 4.1 in bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen, dan wel een bedrijf dat daarmee naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is, mits:
    1. 1. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu in de directe omgeving of het bedrijfsmilieu binnen de plangrens ontstaan of kunnen ontstaan;
    2. 2. het geen Wgh-inrichting betreft;
    3. 3. het geen Bevi-inrichting betreft;
  3. c. artikel 3.4.2 ten behoeve van een eenmalige uitbreiding van de maximale verkoopvloeroppervlakte per specifieke vorm van detailhandel met maximaal 10 % van de toegestane verkoopvloeroppervlakte, mits:
    1. 1. er voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is;
    2. 2. er voldoende ruimte op eigen terrein aanwezig is ten behoeve van het laden- en lossen;
    3. 3. geen zelfstandige detailandelsvestigingen ontstaan;
  4. d. artikel 3.4.2 lid a onder 4. voor het vestigen van detailhandel in niet genoemde gespecialiseerde sportartikelen, met dien verstande dat:
    1. 1. maximaal één tak van sport mag worden toegevoegd;
    2. 2. de verkoopvloeroppervlakte maximaal 100 m2 bedraagt;
    3. 3. geen zelfstandige detailhandelsvestigingen ontstaan.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen, hondentoilet;
  3. c. voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene Gebruiksregels

  1. a. Het is verboden de in dit bestemmingsplan begrepen gronden, alsmede gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.
  2. b. Onder verboden gebruik als bedoeld onder a wordt in elk geval verstaan:
    1. 1. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
    2. 2. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
    3. 3. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 7 Algemene Aanduidingsregels

7.1 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied venlo schol

7.2 reconstructiewetzone - verwevingsgebied

7.3 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen

7.4 vrijwaringszone - weg 1

7.5 vrijwaringszone - weg 2

Artikel 8 Algemene Afwijkingsregels

8.1 Afwijkingsbevoegdheid

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in deze regels en worden toegestaan dat bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 meter, mits deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  2. b. het bepaalde in deze regels en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 meter;
  3. c. het bepaalde in deze regels over de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en worden toegestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter.

8.2 Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 kan slechts worden verleend, indien:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 9 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 10 Overgangsrecht

10.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

10.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

10.3 Hardheidsclausule

Indien toepassing van het in 10.2 opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillikheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders een persoonsgebonden ontheffing van dat overgangsrecht verlenen met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie.

Artikel 11 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Inter Chalet'.

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerreinen

Bijlage 2 Tekening Parkeren En Groen

Bijlage 2 Tekening parkeren en groen

Bijlage 1 Archeologisch Onderzoek

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Bijlage 2 Functionele Verkenning

Bijlage 2 Functionele verkenning

Bijlage 3 Bodemonderzoek Bremweg 2

Bijlage 3 Bodemonderzoek Bremweg 2

Bijlage 4 Bodemonderzoek Bremweg Ong.

Bijlage 4 Bodemonderzoek Bremweg ong.

Bijlage 5 Memo Parkeren

Bijlage 5 Memo parkeren

Bijlage 6 Tekening Parkeren En Groen Inter Chalet

Bijlage 6 Tekening parkeren en groen Inter Chalet

Bijlage 7 Kwantitatieve Risicoanalyse

Bijlage 7 Kwantitatieve Risicoanalyse

Bijlage 8 Advies Veiligheidsregio

Bijlage 8 Advies Veiligheidsregio