1ste partiële herziening Kom Heeze 2015
Bestemmingsplan - Gemeente Heeze-Leende
Vastgesteld op 05-03-2018 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan '1ste partiële herziening Kom Heeze 2015' met identificatienummer NL.IMRO.1658.BPkomheeze2018-vs01 van de gemeente Heeze-Leende;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanbouw/uitbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf:
een bedrijf of het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of gedeeltelijk door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
1.7 aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, niet gericht op consumentenverzorging, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Gastouder als bedoeld in de Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (WKKP) is hieronder begrepen;
1.8 afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning met een zelfstandige woonvoorziening waarin een huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
1.9 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houthandel daaronder begrepen) of het houden van dieren, met uitzondering van intensieve veehouderij;
1.10 bebouwing:
één of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 bedrijf:
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
1.12 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf, inclusief opslagruimten, sanitaire ruimten en dergelijke;
1.13 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bestemd voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.14 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.15 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16 bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.17 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
1.18 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19 bouwlaag:
het doorlopende geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering;
1.20 bouwlocatie:
plaats die dient voor de opbouw en afbraak van Brabantsedagwagens en waar ten behoeve van deze functie een tijdelijk bouwwerk, dat dient als onderkomen voor deze praalwagens, mag worden opgericht;
1.21 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.23 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.24 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon of de architectuur;
1.26 cultuurhistorische waarden en kenmerken:
waarden en kenmerken van een gebied of daar aanwezige zaken, verband houdend met het bouwkundig erfgoed, het stedenbouwkundig erfgoed, de historische groenwaarden, het historisch-geografisch erfgoed en de bekende en verwachte archeologische waarden;
1.27 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met uitzondering van supermarkten. Bedrijven gericht op consumentenverzorging, zoals kappers, schoonheidsspecialisten en nagelstudio's zijn hieronder begrepen;
1.28 dienstverlening:
het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, al dan niet door middel van een baliefunctie, met uitzondering van een seksinrichting;
1.29 dierenverblijf:
gebouw voor het houden van landbouwhuisdieren;
1.30 evenement:
een georganiseerde publieke gebeurtenis in de vorm van een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak in de vorm van sport, spel, cultuur, tradities en dergelijke;
1.31 extensief recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en waarbij het gebruik weinig invloed heeft op de doeleinden binnen de bestemming;
1.32 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.33 groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen dan wel personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
1.34 handel in volumineuze goederen:
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling, zoals caravans, auto's etc. Bouwmarkten zijn hieronder tevens begrepen;
1.35 hoofdgebouw:
een gebouw, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, gelet op die bestemming, het belangrijkste is;
1.36 horecabedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, het exploiteren van zaalaccommodatie of nachtverblijf. Tot de hieronder genoemde begrippen Horeca 1 tot en met Horeca 3 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
Horeca 1 (daghoreca):
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren of dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons en lunchrooms.
Horeca 2:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals (eet)cafés, restaurants, brasseriën, cafetaria's etc., met uitzondering van een discotheek, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Horeca 3:
een bedrijf waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt met als nevenfunctie het verstrekken van maaltijden of dranken (aan de logerende gasten), zoals hotels en pensions.
1.37 huishouden:
een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderling verbondenheid;
1.38 intensieve veehouderij:
een agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen;
1.39 landschapselementen:
de verzameling van landschappelijke beplantingen en kleine natuurelementen, welke onderdeel uitmaken van het lokaal landschappelijk raamwerk;
1.40 kamerverhuur:
de verhuur van een woning of woongebouw geheel of nagenoeg geheel via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken er in van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- of wasgelegenheid of toilet;
1.41 kantoor:
een locatie die dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord worden gestaan en geholpen;
1.42 landschappelijke waarden:
het geheel van waarden in verband met bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object, in de zin van karakteristieke verschijningsvorm, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit, dat bestaat uit aardkundige, archeologische, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang;
1.43 lawaaisporten:
voorziening voor sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, de motorsport en de modelvliegsport;
1.44 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, alsmede voorzieningen ten behoeve van sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
1.45 mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.46 natuurlijke waarden:
de waarden in verband met de aanwezigheid van bijzondere planten, dieren en leefgemeenschappen in onderlinge samenhang en in samenhang met hun leefomgeving (biotoop) en welke verband houden met zaken als verscheidenheid/zeldzaamheid, natuurlijkheid/ongestoordheid en kenmerkendheid voor het gebied;
1.47 ondergeschikte detailhandel:
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten;
1.48 ondersteunende horeca:
horeca-activiteiten die uitsluitend in samenhang met en ondersteunend aan de hoofdactiviteit mogen plaatsvinden en waarbij de openingstijden van de horeca-activiteiten gelijk zijn aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
1.49 overkapping:
een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal 2 wanden;
1.50 peil:
- a. bij nieuw te bouwen hoofdgebouwen en daarbij behorende aan- of uitbouwen:
het straatpeil ter plaatse van de perceelgrens vermeerderd met 3 centimeter per meter afstand tussen de hoofdtoegang van het gebouw en die perceelgrens met een maximum van 30 centimeter; - b. bij nieuw te bouwen bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde:
de gemiddelde maaiveldhoogte van het aansluitend afgewerkte terrein; - c. bij bestaande gebouwen:
een denkbeeldig vlak op 5 centimeter onder het niveau van de afgewerkte begane grondvloer;
1.51 prostitutiebedrijf:
een bedrijf, waarin het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding als beroep wordt uitgeoefend;
1.52 seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.53 vloeroppervlak:
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
1.54 (vollegronds)teeltbedrijf:
agrarisch bedrijf in de land- en tuinbouwsector dat zich richt op het telen van gewassen met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt;
1.55 voorgevel:
de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is (bij een hoekgevel is er slechts sprake van één voorgevel);
1.56 voorgevellijn:
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
1.57 water en waterhuishoudkundige voorzieningen:
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer en waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten et cetera;
1.58 woning:
een complex van ruimten, dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.59 zorgwoning:
een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw, bedoeld voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen, gericht op het verlenen van zorg;
1.60 zorgwonen:
begeleid wonen, waarbij voorzieningen voor 24-uurs begeleiding tot de mogelijkheden behoort.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 Meetwijzen
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel;
de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel:
de gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde bouwperceel zijn of mogen worden opgericht op grond van een verleende vergunning of zijn opgericht op grond van artikel 2.3 lid 1 Bor juncto artikel 3 van bijlage 2 Bor, met inbegrip van de oppervlakten van (gedeelte van) gebouwen die volledig onder maaiveld zijn gelegen;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van scheidsmuren;
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 meter is.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische doeleinden, met uitzondering van boom- en fruitteelt;
- b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. behoud van bestaande paden en wegen.
3.2 Bouwregels
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Agrarisch - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een
agrarisch bedrijfvollegrondsteeltbedrijf; - b. een paardenhouderij;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - melkrundveehouderij', uitsluitend een melkrundveehouderij;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning al dan niet met aan-huis-verbonden-beroep;
met de daarbij behorende
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. verkeer- en parkeervoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'bedrijven categorie 1': bedrijven voor zover deze bedrijven voorkomen in categorie 1 van de in Bijlage 1 bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
- 2. 'bedrijven t/m categorie 2': bedrijven voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 1 bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
- 3. 'specifieke vorm van bedrijf - autowasserette': autowasserette;
- 4. 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw': een bedrijfsverzamelgebouw, voor zover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 1 bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
- 5. 'specifieke vorm van bedrijf - buitenopslag': buitenopslag;
- 6. 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf': garagebedrijf;
- 7. 'specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf': gemeentewerf;
- 8. 'specifieke vorm van bedrijf - molen': molen;
- 9. 'specifieke vorm van bedrijf - showroom': showroom;
- 10. 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning al dan niet met aan-huis-verbonden-beroep;
- 11. 'Overige zone - groenblauwe mantel': uitsluitend bestaande bedrijfswoningen;
- 12. 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg': verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg;
- 13. 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg': verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
- 14. 'groothandel': groothandel;
- 15. 'hovenier': hovenier;
- 16. 'brandweerkazerne': brandweerkazerne;
- 17. 'specifieke vorm van bedrijf – onderzoek en ontwikkelingswerk': bedrijf in onderzoek en ontwikkelingswerk;
- b. bedrijven zoals genoemd in de 'Tabel Bedrijven':
Tabel Bedrijven:
Nr. sb | Adres | Bedrijfsactiviteiten |
1. | Vondellaan 2a | Dierenarts |
2. | Prins Bernhardlaan 5 | Fijnmechanica |
3. | Geldropseweg 114 | Opnamestudio |
4. | Achter Nieuwendijk 36/38 | Vleesverwerking |
5. | Nieuwendijk 42a | Handel in rondhout |
6. | Achter Ginderover 18/20 | Utiliteitsbouw |
7. | Ginderover 19a | Gitarenfabriek |
8. | Achter Ginderover 23a | Hovenier |
9 | Achter Ginderover 23 | Veehandel / Stratenmakersbedrijf |
10 | Achter Ginderover 25 | Stratenmakersbedrijf |
11. | Sterkselseweg 24/26 | Aannemersbedrijf, betonverwerking |
12. | Somerenseweg 37a | Sloopwerkzaamheden |
13. | Achter Somerenseweg 29 | Dakdekkersbedrijf |
14. | Heipoldersstraat 6 | Beton- en houtbouw |
15. | Oude Stationsstraat 23d | Lessen in personal training / opslag van goederen voor handel in personal training artikelen |
- c. opslag;
met de daarbij behorende
- d. ondergeschikte detailhandel;
- e. erven en terreinen;
- f. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen van openbaar nut, zoals energie-, warmte- en telecommunicatievoorzieningen en naar de daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
met de daarbij behorende:
- b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Bedrijf - Oude Stationsstraat 25
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Oude Stationsstraat 25' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfsverzamelgebouw':
- 1. een bedrijfsverzamelgebouw voor zover deze bedrijven voorkomen in de in Bijlage 2 bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten Oude Stationsstraat 25;
- 2. handel in volumineuze goederen, uitsluitend ten behoeve van woninginrichting;
- b. opslag;
met de daarbij behorende:
- c. ondergeschikte detailhandel;
- d. erven en terreinen;
- e. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 8 Centrum
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- b. detailhandel, niet zijnde detailhandel in volumineuze goederen;
- c. dienstverlening;
- d. kantoor, met uitzondering van ter plaatse van de aanduiding "kantoren uitgesloten (-k)";
- e. ondersteunende horeca;
- f. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderdagverblijven;
- g. horecabedrijven uit de categorie Horeca 1;
- h. evenementen;
- i. kiosk;
- j. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'supermarkt': een supermarkt;
- 2. 'garage': garageboxen;
- 3. 'specifieke vorm van centrum - garagebedrijf': garagebedrijf;
- 4. 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg': verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg;
- 5. 'horeca categorie Horeca 2': horecabedrijven uit de categorie Horeca 2, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - restaurant (-sh-rest)' een restaurant is uitgesloten;
met de daarbij behorende:
- k. erven en terreinen;
- l. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- m. groenvoorzieningen;
- n. terrassen;
- o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Gemengd
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- b. dienstverlening;
- c. kantoor;
- d. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderdagverblijven;
- e. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'detailhandel': detailhandel, niet zijnde handel in volumineuze goederen;
- 2. 'detailhandel volumineus': handel in volumineuze goederen;
- 3. 'supermarkt': supermarkt;
met de daarbij behorende:
- f. erven en terreinen;
- g. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. extensief recreatief medegebruik;
- e. evenementen;
- f. kunstobjecten;
- g. paden;
- h. kiosk;
- i. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'geluidscherm': geluidswerende voorzieningen;
- 2. 'parkeerterrein': parkeren;
- 3. 'specifieke vorm van groen - bouwlocatie': bouwlocaties voor praalwagens;
met de daarbij behorende:
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- b. horecabedrijven uit de categorie Horeca 2 en 3
, waarbij het aantal woningen niet meer magbedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven; - c. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van horeca - gamehal': een gamehal;
- 2. 'bowlingbaan': een bowling- / kegelbaan.
met de daarbij behorende:
- d. terrassen;
- e. erven en terreinen;
- f. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van een kinderdagverblijf, welke enkel is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf';
- b. woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- c. ondersteunende horeca;
- d. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'begraafplaats': begraafplaatsen;
- 2. 'horeca': horeca 1 en 2;
- 3.
'kinderdagverblijf': kinderdagverblijf; - 4. 'zorgwonen': zorgwoningen.
met de daarbij behorende:
- e. erven en terreinen;
- f. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.4 Afwijken van de gebruiksregels
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 13 Recreatie
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterrein;
met de daarbij behorende:
- b. erven en terreinen;
- c. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
- b. het gebruik van de buitenruimte voor opslag;
- c. het gebruik van panden voor kamerverhuur;
Artikel 14 Sport
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de beoefening van sport met bijbehorende voorzieningen;
- b. ondersteunende horeca;
- c. evenementen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'specifieke vorm van sport - bouwlocatie': bouwlocaties voor praalwagens;
- 2. 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - groenblauwe mantel' is vestiging of uitbreiding van lawaaisporten niet toegestaan.
met de daarbij behorende
- g. erven en terreinen;
- h. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Tuin
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuin, behorende bij de op de aangrenzende bestemming 'Wonen' gelegen hoofdgebouwen;
met de daarbij behorende:
- b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
15.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 15.2.2 onder a en toegestaan worden dat erkers, entreeportalen, luifels en overkappingen mogen worden gebouwd achter de voorgevellijn:
- a. het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast,
- b. de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet;
- c. geen afbreuk wordt gedaan aan de benodigde parkeermogelijkheden op eigen terrein;
- d. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Binnen de bestemming 'Tuin' is het op onderstaande adressen toegestaan om de achterliggende bedrijven te ontsluiten:
- Prins Bernhardlaan 5, Heeze
- Ginderover 20, Heeze
- Ginderover 23, Heeze
- Ginderover 25, Heeze
Ginderover 23a, Heeze- Ginderover 53, Heeze
Sterkselseweg 16, HeezeSterkselseweg 20, HeezeDe Kluis 8, Heeze- Somerenseweg 29, Heeze
- De Waarden 26, Heeze
Artikel 16 Verkeer
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden;
- b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- c. speelvoorzieningen;
- d. evenementen;
- e. kunstobjecten;
- f. kiosk;
- g. terrassen behorende bij aangrenzende horecavoorzieningen;
- h. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'garage': garageboxen;
- 2. 'evenemententerrein': evenemententerrein;
- 3. 'specifieke vorm van verkeer - fietsenstalling': fietsenstalling;
- 4. 'specifieke vorm van verkeer - bouwlocatie': bouwlocaties voor praalwagens;
met de daarbijbehorende:
- i. erven en terreinen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Verkeer - Spoorweg
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Spoorweg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegverkeersdoeleinden met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen;
met de daarbij behorende
- b. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Water
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. het behoud en de ontwikkeling van de natuur- en landschappelijke waarden van de waterloop en bijbehorende oevers;
- c. extensief recreatief medegebruik;
met de daarbij behorende
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Wonen
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
- b. ter plaatse van de aanduiding:
- 1. 'garage': garageboxen;
- 2. 'zorgwoning': zorgwonen;
- 3. 'specifieke vorm van wonen - bouwlocatie': bouwlocaties voor praalwagens;
met de daarbij behorende
- c. erven en terreinen;
- d. verkeer- en parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.2 Bouwregels
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.4 Afwijken van de gebruiksregels
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Leiding
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor:
- a. de aanleg, instandhouding of bescherming van:
- 1. bovengrondse hoogspanningsleidingen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanning';
- 2. ondergrondse rioolwaterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - rioolwaterleiding';
- b. groenvoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
waarbij de volgende bestemmingsbreedten gelden gemeten aan weerszijden uit het hart van de leiding:
Leiding | Bestemmingsbreedte |
Hoogspanningsleiding tussen de masten 111 en 115 | 70 meter |
Hoogspanningsleiding (overig) | 80 meter |
Rioolwaterleiding van gemaal richting riool zuid (Eindhoven) | 10 meter |
Rioolwaterleiding (overig) | 5 meter |
20.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in de in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend worden gebouwd:
- a. bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 meter voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse transportleidingen;
- b. hoogspanningsmasten tot een maximale bouwhoogte van 35 meter ten behoeve van bovengrondse hoogspanningsleidingen.
- c. uitbreidingen van hoofdgebouwen of aanbouwen, bijgebouwen of overkappingen bij hoofdgebouwen bij bestaande, positief bestemde woningen.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden. Hiervoor gelden de volgende regels:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie- en afvalwatervoorziening dient te zijn gewaarborgd;
- b. het bevoegd gezag dient schriftelijk advies te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Waarde - Archeologie 1
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' (gebied met een hoge archeologische verwachting, historische kern en linten) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
21.4 Afwijken van de bouwregels
21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Waarde - Archeologie 2
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' (gebied met een hoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
22.4 Afwijken van de bouwregels
22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 23 Waarde - Archeologie 3
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' (gebied met een middelhoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
23.4 Afwijken van de bouwregels
23.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 24 Waarde - Plaatse Strabrecht
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Plaatse Strabrecht' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming mede bestemd voor de bescherming en het in stand houden van de binnen het ensemble Strabrecht voorkomende, dan wel de daar aan eigen cultuurhistorische waarden en kenmerken, met in het bijzonder de herkenbaarheid van de volgende elementen:
- a. het driehoekig plein, met informele loofbomenstructuur in het grasveld;
- b. het collectieve open voorerf aan de oostzijde van het plein;
- c. de bestaande wegenstructuur;
- d. de informele bebouwingsstructuur in langgeveltypologie, evenwijdig aan de straatas, met doorkijk naar het achtererf;
- e. hagen binnen de bestemming 'Tuin' tot maximaal 1 m hoog als erfafscheiding.
24.2 Bouwregels
In aanvulling op de regels ten aanzien van de maatvoering in de basisbestemming, gelden de volgende regels:
24.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan, gehoord de monumentencommissie en de welstandscommissie, worden afgeweken van het bepaalde in 24.2.1 en 24.2.2, teneinde de bestaande hoofdvormgeving te veranderen, mits:
- a. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundig en landschappelijk karakter en van de bouwkundige samenhang van de bebouwing.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Waterstaat - Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' 'Waterstaat – Attentiegebied EHS’
aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor verdrogingsbestrijding.
25.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.
25.3 Afwijken van de bouwregels
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 27 Algemene Bouwregels
27.1 Bestaande afwijkende maatvoering
Met betrekking tot bestaande maten gelden de volgende regels:
- a. de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan met een verleende omgevingsvergunning toegestane afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen, die meer bedragen dan de maximale maten welke in Hoofdstuk 2 zijn voorgeschreven, moeten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
- b. de op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan met een verleende omgevingsvergunning toegestane afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en oppervlaktematen die minder bedragen dan de minimale maten welke Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, moeten als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
- c. in geval van (her)bouw is het bepaalde onder a en b slechts van toepassing, indien de (her)bouw op dezelfde plaats plaatsvindt, waarbij de afwijking niet groter mag zijn dan de vergunde situatie.
27.2 Parkeereis en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen
Artikel 28 Algemene Aanduidingsregels
28.1 Overige zone - aardkundig waardevol
28.2 Overige zone - groenblauwe mantel
28.3 Overige zone - herziening planregels
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - herziening planregels' wordt het plangebied begrensd waarop de herziening van de regels betrekking heeft.
28.4 Veiligheidszone
28.5 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
28.6 Waterberging, NNB, EVZ en beekherstel
Artikel 29 Algemene Afwijkingsregels
29.1 Algemeen
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het volgende:
- a. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- b. het oprichten van liftschachten en trappenhuizen als onderdeel van de hoofdbouw tot maximaal 3 meter boven de toegelaten goothoogte voor de hoofdbouw;
- c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter wering van geluidhinder of luchtverontreiniging, brand- en explosiegevaar, mits de hoogte ten hoogste 5 meter is;
- d. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclamedoeleinden direct nabij de openbare weg, mits de hoogte ten hoogste 2,5 meter is.
29.2 Aan-huis-verbonden bedrijf
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels om toe te staan dat een aan-huis-verbonden bedrijf in of bij een (bedrijfs)woning mogelijk is, met dien verstande dat:
- a. de omvang van de activiteit niet meer bedraagt dan 45 m²;
- b. de woonfunctie de hoofdfunctie blijft;
- c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
- d. detailhandel alleen plaatsvindt ondergeschikt aan en in direct verband met de lichte bedrijvigheid;
- e. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
29.3 Bed & breakfast
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning of bijgebouwen bij de woning voor bed and breakfast-voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de voorzieningen dienen te worden gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
- b. het maximaal aantal personen dat logies en ontbijt kan worden geboden bedraagt acht, met een maximum verblijfsduur van
6 weken14 dagen; - c. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
- d. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
- e. bedoeld gebruik mag geen hinder voor het woonmilieu opleveren en mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- f. bedoeld gebruik mag geen belemmering voor de omliggende bedrijven opleveren;
- g. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
- h. de maximale oppervlakte in totaal 75 m² bedraagt, met dien verstande dat maximaal 50% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw ten behoeve van de Bed & Breakfast in gebruik mag zijn.
29.4 Internetverkoop
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels ten behoeve van het gebruik van ruimten voor internetverkoop, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. er mag geen showroom of andersoortige winkelopstelling aanwezig zijn;
- b. het assortiment is alleen te bezichtigen via internet of catalogus;
- c. fysiek bezoek door klanten is niet toegestaan;
- d.
levering van producten vindt alleen plaats via post- of koeriersdiensten; - e. de vestiging mag niet leiden tot onveilige c.q. overlastgevende (verkeers)situaties;
- f. wanneer de functie uitgeoefend wordt in of bij een woning mag de omvang van de activiteit niet meer bedragen dan 45 m² en moet de activiteit worden uitgeoefend door de bewoner.
29.5 Mantelzorg
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor het gebruik van een deel van de (bedrijfs)woning of een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning als afhankelijke woonruimte, mits:
- a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is van uit een oogpunt van mantelzorg, blijkend uit een advies van een terzake deskundige;
- b. de oppervlakte die wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte, niet meer bedraagt dan de maximaal toegestane gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen tot een maximum van 80 m²;
- c. de belangen van derden niet onevenredig worden aangetast;
- d. de afstand tussen het hoofdgebouw en het vrijstaande bijgebouw dat wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte niet meer dan 20 m bedraagt.
De omgevingsvergunning zoals hierboven vermeld kan worden ingetrokken als de noodzaak voor mantelzorg niet meer aanwezig is.
29.6 Ondergronds bouwen ten behoeve van parkeren
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken ten behoeve van parkeren buiten het bouwvlak, mits:
- a. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken maximaal 4 meter onder peil bedraagt.
- b. er geen blijvende verstoring van de waterhuishouding plaatsvindt. Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij het waterschap.
29.7 Bouwlocatie voor praalwagens
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bestemmingsplanregels voor bouwlocaties van praalwagens, waarbij voor het bouwen van bouwwerken de volgende regels gelden:
- a. de bouwhoogte van tenten voor praalwagens is maximaal 8,5 meter;
- b. bouwwerken van de bij de tenten behorende gebouwen is maximaal 3,5 meter;
- c. de bouwhoogte van terreinafscheidingen is maximaal 2 meter;
- d. de totale oppervlakte per bouwgroep bedraagt maximaal 800 m²;
- e. de bouwwerken zijn toegestaan tussen 1 juni en 1 oktober.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwen
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
30.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
30.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan '1ste partiële herziening Kom Heeze 2015' Kom Heeze 2015 van de gemeente Heeze-Leende.
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten Oude Stationsstraat 25
Bijlage 3 Parkeervisie Gemeente Heeze-leende
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Reparatieplan
Op 13 april 2015 heeft de gemeenteraad van Heeze-Leende het bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' vastgesteld. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan is een aantal beroepschriften ingediend. Op 22 juni 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) uitspraak1 gedaan naar aanleiding van die beroepschriften, waarbij een aantal van deze beroepen (gedeeltelijk) gegrond is verklaard.
Naar aanleiding van deze uitspraak van de AbRS moet het bestemmingsplan op onderdelen worden aangepast. Tevens wil de gemeente Heeze-Leende de (consequenties van de) gewijzigde Verordening ruimte 2014 (Vr 2014) en een aantal ambtshalve correcties verwerken in het bestemmingsplan.
Ter voldoening aan de uitspraak van de AbRS is in deze toelichting aangegeven op welke onderdelen de vernietiging van het onderhavige bestemmingsplan betrekking heeft en is tevens een onderbouwing opgenomen voor de inhoudelijke aanpassingen.
- 1. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22 juni 2016, zaaknummer 201504520/1/R2 en 201506228/1/R2 (uitspraak is opgenomen als bijlage bij deze toelichting)
1.2 Te Herstellen En/of Te Corrigeren Planonderdelen
In deze paragraaf worden de aan te passen planonderdelen weergegeven met daarbij een korte beschrijving van de reden tot aanpassing.
1.2.1 Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van de ingediende beroepschriften tegen het vastgestelde bestemmingsplan
Naar aanleiding van de gegrondverklaring door de AbRS van een deel van de beroepschriften en de vernietiging van onderdelen van het bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' worden de volgende onderdelen van het bestemmingsplan gewijzigd:
- a. Algemeen: in de regels is geen parkeernorm opgenomen en ook geen verwijzing naar een parkeernorm in gemeentelijk beleid. De planregels bieden hierdoor onvoldoende waarborg om te worden gehanteerd als toetsingsnorm bij een omgevingsvergunningaanvraag voor wat betreft parkeren. Naar aanleiding van deze uitspraak wordt het volgende onderdeel gewijzigd:
- 1. in de algemene bouwregels wordt de parkeereis gewijzigd;
- b. Schoolstraat 2: de functieaanduiding 'horeca van categorie 2' op dit perceel biedt ruimere mogelijkheden dan de verleende omgevingsvergunning voor deze locatie. Naar aanleiding van deze uitspraak worden de volgende onderdelen gewijzigd:
- 1. ter plaatse van de bestemming 'Centrum' wordt de onderstaande cursieve tekst aan 'horeca categorie Horeca 2' toegevoegd: horecabedrijven uit de categorie Horeca 2, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - restaurant (-sh-rest)' een restaurant is uitgesloten;
- 2. de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - restaurant (-sh-rest)' wordt toegevoegd aan de locatie Schoolstraat 2;
- c. De Kluis 8 en Sterkselseweg 16: de ontsluiting van bedrijven op deze locaties via de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' is niet meer noodzakelijk, aangezien deze percelen op een andere wijze worden ontsloten. Daarnaast is het achtergelegen bedrijfsperceel reeds juridisch-planologisch geregeld in het bestemmingsplan 'De Poortmannen 2015'. Naar aanleiding van deze uitspraak worden de volgende onderdelen gewijzigd:
- 1. de bestemmingsplangrenzen worden aangepast conform het bestemmingsplan 'De Poortmannen 2015';
- 2. binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' wordt de ontsluiting van bedrijven op deze locaties verwijderd;
- d. Sterkselseweg 20: de achterzijde van dit perceel heeft ten onrechte de bestemming 'Bedrijf' gekregen. De ontsluiting van dit achterliggende bedrijfsperceel via de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' is dan ook niet meer noodzakelijk. Naar aanleiding van deze uitspraak worden de volgende onderdelen gewijzigd:
- 1. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in 'Wonen';
- 2. binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' wordt de ontsluiting van bedrijven op deze locaties verwijderd;
- e. Ginderover 23a: een deel van het perceel achter Ginderover 23a, waarop de ontsluiting van dit bedrijf plaatsvindt, heeft ten onrechte de bestemming 'Agrarisch - 1' gekregen. Bovendien ligt een deel van dit perceel buiten het plangebied. Naar aanleiding van deze uitspraak worden de volgende onderdelen gewijzigd:
- 1. de bestemming 'Agrarisch - 1' wordt gewijzigd in 'Bedrijf', zonder bouwvlak (gedeeltelijk);
- 2. de bestemmingsplangrens wordt verlegd zodat het gehele perceel binnen dit bestemmingsplan komt te liggen.
1.2.2 Inwerkingtreding Verordening ruimte 2014
Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben in hun vergaderingen van 7 februari 2014 en 14 maart 2014 de Verordening ruimte 2014 (Vr 2014) vastgesteld. Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten in hun vergadering van 18 maart 2014 besloten de Verordening ruimte 2014 op onderdelen te wijzigen. De Vr 2014 bevat kaarten en regels die gemeenten in acht moeten nemen bij het opstellen van bestemmingsplannen en andere planologische maatregelen en stelt daarmee eisen aan door de gemeenten in Noord-Brabant op te stellen bestemmingsplannen en andere planologische maatregelen. Na vaststelling van de Verordening zoals hiervoor aangegeven is nog een aantal kaartaanpassingen vastgesteld en zijn er enkele veegrondes geweest waarin de regels op onderdelen zijn aangepast. Op 1 januari 2017 is een geconsolideerde versie van de Vr 2014 in werking getreden. In deze verordening zijn alle tot die datum vastgestelde wijzigingen van regels en kaarten verwerkt. De gemeente wil middels het onderhavige bestemmingsplan de consequenties van de (gewijzigde) Vr 2014 implementeren in het bestemmingsplan Kom Heeze.
Bovendien hebben Provinciale Staten op 10 maart 2017 de ontwerp 'Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017' ter inzage gelegd. De gemeente wil, vooruitlopend op de vaststelling hiervan, ook deze actualisatie implementeren in het bestemmingsplan Kom Heeze.
In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de van toepassing zijnde regels in de Vr 2014, de consequenties daarvan voor het bestemmingsplan en de wijze waarop deze worden geïmplementeerd in dit bestemmingsplan.
1.2.3 Ambtshalve aanpassingen
Na vaststelling van het bestemmingsplan in 2015 is gebleken dat een aantal onderdelen niet correct is opgenomen. Dit betreft een aanpassing op onderdelen van de regels, alsmede een aanpassing van de verbeelding voor een aantal locaties waar de bestemming moet worden gewijzigd. Daarnaast dient de bestemming van de gronden die zijn verkocht in het project Verkoop Reststroken te worden gewijzigd. Een overzicht van de ambtshalve aanpassingen is weergegeven in paragraaf 3.2.4.
1.3 Leeswijzer
De toelichting van deze partiële herziening is als volgt opgebouwd:
In dit hoofdstuk is een beschrijving gegeven van de vernietigde onderdelen van het vigerende bestemmingsplan, de gewijzigde Verordening ruimte 2014 en ambtshalve wijzigingen waarvoor in de onderhavige partiële herziening een nieuwe regeling wordt opgenomen. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de huidige situatie en hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van het gebiedsprofiel en het planprofiel. Hoofdstuk 4 heeft betrekking op het beleidskader. Hoofdstuk 5 gaat in op de milieuaspecten. In hoofdstuk 6 komt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan de orde en in hoofdstuk 7 wordt de juridische planopzet toegelicht. In hoofdstuk 8 wordt de procedure nader toegelicht.
Hoofdstuk 2 Huidige Situatie
Voor een beschrijving van de historie en ruimtelijke structuur van het plangebied en de daarin voorkomende functies wordt verwezen naar de toelichting van het geldende bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015'.
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Gebiedsprofiel
Voor het gebiedsprofiel wordt verwezen naar de toelichting van het vigerende bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015'.
3.2 Planprofiel
3.2.1 Algemeen
In de onderstaande subparagrafen worden de te herziene onderdelen beschreven. Daarbij gelden de volgende hoofduitgangspunten:
- 1. In het bestemmingsplan worden de volgende elementen meegenomen:
- a. Reparatie van de door de AbRS vernietigde planonderdelen met inachtneming van de overwegingen van de Afdeling die hebben geleid tot de vernietiging;
- b. Ambtshalve correcties (aanpassingen die noodzakelijk zijn gebleken in verband met de gewijzigde bestemming van de gronden die zijn verkocht in het project Verkoop Reststroken en in verband met geconstateerde feitelijke onjuistheden);
- c. Vertaling van de consequenties van inwerkingtreding van wijzigingen op de Vr 2014 inclusief de ontwerp 'Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017';
- 2. De systematiek van het in 2015 vastgestelde bestemmingsplan blijft zoveel mogelijk behouden. Dit betekent ook dat het consoliderende karakter van dat bestemmingsplan behouden blijft. Ook blijven de in het geldende bestemmingsplan opgenomen bestemmingen gehandhaafd. Wel worden begripsbepalingen aangepast aan de begripsbepalingen in de Vr 2014 en wordt opgenomen dat de toename van de oppervlakte van dierenverblijven niet is toegestaan;
- 3. Bestaande rechten uit de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn zoveel mogelijk overgenomen in het bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' en de voorliggende partiële herziening van dit plan;
- 4. De dubbelbestemming en aanduidingen vanuit de Vr 2014 die zijn opgenomen in het geldende bestemmingsplan en die door de wijzigingen in de Vr 2014 een nieuwe naam en/of begrenzing hebben gekregen worden vervangen door die nieuwe dubbelbestemming en aanduidingen conform de gewijzigde Vr 2014;
- 5. Vestiging van, uitbreiding van en toename van de bestaande bebouwingsoppervlakte van mestbewerking wordt aangemerkt als strijdig gebruik conform de regels uit de Vr 2014.
3.2.2 Door de AbRS vernietigde planonderdelen
In paragraaf 1.2.1 is aangegeven welke onderdelen van het bestemmingsplan zijn vernietigd door de AbRS. Daarbij is de raad tevens opgedragen om binnen 26 weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit te nemen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan voor de vernietigde onderdelen. In het onderhavige bestemmingsplan worden de volgende aanpassingen doorgevoerd zoals aangegeven in de overwegingen van de AbRS die hebben geleid tot de vernietiging:
- a. Algemeen:
- 1. in de algemene bouwregels wordt de parkeereis gewijzigd;
- b. Schoolstraat 2:
- 1. ter plaatse van de bestemming 'Centrum' wordt de onderstaande cursieve tekst aan 'horeca categorie Horeca 2' toegevoegd: horecabedrijven uit de categorie Horeca 2, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - restaurant (-sh-rest)' een restaurant is uitgesloten;
- 2. de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - restaurant (-sh-rest)' wordt toegevoegd aan de locatie Schoolstraat 2;
- c. Kluis 8 en Sterkselseweg 16:
- 1. de bestemmingsplangrenzen worden aangepast conform het bestemmingsplan 'De Poortmannen 2015';
- 2. binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' wordt de ontsluiting van bedrijven op deze locaties verwijderd;
- d. Sterkselseweg 20:
- 1. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in 'Wonen';
- 2. binnen de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' wordt de ontsluiting van bedrijven op deze locaties verwijderd;
- e. Ginderover 23a:
- 1. de bestemming 'Agrarisch - 1' wordt gewijzigd in 'Bedrijf', zonder bouwvlak (gedeeltelijk);
- 2. de bestemmingsplangrens wordt verlegd zodat het gehele perceel binnen dit bestemmingsplan komt te liggen.
3.2.3 Aanpassingen als gevolg van de inwerkingtreding van de Verordening ruimte 2014
In paragraaf 4.1 wordt nader ingegaan op de Verordening ruimte 2014 en op de consequenties die dit heeft voor het onderhavige bestemmingsplan.
3.2.4 Ambtshalve aanpassingen
Zoals in paragraaf 1.2 reeds is aangegeven is na inwerkingtreding gebleken dat een aantal correcties noodzakelijk is omdat bestemmingen en/of aanduidingen verkeerd zijn ingetekend danwel omdat de regels op onderdelen aanpassing behoeven. Daarnaast dient de bestemming van de gronden die zijn verkocht in het project Verkoop Reststroken te worden gewijzigd. Behoudens enkele tekstuele, redactionele en/of technische aanpassingen welke geen inhoudelijke consequenties hebben, zijn deze situaties hieronder beschreven:
Nr. | Locatie / Artikel | Omschrijving aanpassing |
1. | Leenderweg 12 | De aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt toegevoegd, waarbij op deze locatie maximaal 1 woning wordt toegestaan. Het bouwvlak wordt vergroot, waardoor de bestaande, vergunde bebouwing in het bouwvlak komt te liggen. In het nieuwe gedeelte van het bouwvlak wordt een hoogteaanduiding opgenomen op de bebouwing, waarbij de maximale goot- en bouwhoogte 4,5 meter bedragen. Op het nieuwe gedeelte van het bouwvlak wordt de functieaanduiding 'bowlingbaan' toegevoegd. |
2. | Geldropseweg 116 | De bestemming 'Wonen' wordt gewijzigd naar 'Gemengd'. Het maximum aantal wooneenheden blijft 1. |
3. | Ten Borchwardplein 26 (horeca) | De aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' wordt toegevoegd, waarbij op deze locatie maximaal 1 woning wordt toegestaan. |
4. | De Kluis 20a | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 6 meter. |
5. | Aangelagen 2 | De bestemming wordt gewijzigd naar 'Gemengd'. De functieaanduiding 'kinderdagverblijf' wordt verwijderd. |
6. | Ten Borchwardplein 8 | De bestemming wordt gewijzigd naar 'Gemengd'. De functieaanduiding 'kinderdagverblijf' wordt verwijderd. |
7. | Kruis 21c | De functieaanduiding 'kinderdagverblijf' komt op het gehele perceel te liggen, niet alleen op het hoofdgebouw. |
8. | Schoolstraat 1 | De functieaanduiding 'kinderdagverblijf' wordt toegevoegd op het gedeelte van het bouwvlak gelegen aan de Schoolstraat. |
9. | Leenderweg 30 | De bestemming 'Water' wordt gewijzigd naar 'Wonen'. |
10. | Ginderover 45-53 | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 7,5 meter en de maximale goothoogte wordt gewijzigd naar 3,5 meter. |
11. | Kapelstraat 36/42 | In totaal zijn hier 7 woningen en 1 winkel aanwezig. De aanduiding 'maximum aantal woningen' wordt gewijzigd naar 7. De aanduiding 'maximum aantal woningen' binnen de bestemming 'Gemengd' wordt verwijderd. |
12. | Ginderover 23 | Het achterste gedeelte van het perceel wordt bestemd tot 'Bedrijf'. Op het gehele bestemmingsvlak van de bestemming 'Bedrijf' wordt een bouwvlak en de aanduiding 'b = 1' toegevoegd. |
13. | Ginderover 25 | Het achterste gedeelte van het perceel wordt bestemd tot 'Bedrijf'. Op het gehele bestemmingsvlak van de bestemming 'Bedrijf' wordt een bouwvlak en de aanduiding 'b = 1' toegevoegd. |
14. | Ranger 12 | De bestemming 'Tuin' wordt vanaf de bestaande uitbouw gewijzigd naar 'Wonen'. |
15. | Kapelstraat 24 | De bestemming van een gedeelte van het perceel wordt gewijzigd naar 'Gemengd'. |
16. | Boschlaan 3 en omgeving | Het maximum aantal wooneenheden wordt gewijzigd naar 5. |
17. | Sterkselseweg 49 | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 8 meter en de maximale goothoogte wordt gewijzigd naar 3,5 meter. |
18. | Sterkselseweg 41-45 | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 7 meter. |
19. | Kruis 22 | Het perceel wordt gesplitst in de bestemming 'Bedrijf' met de functieaanduiding 'hoveniersbedrijf' en de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden: 1'. Ter plaatse van het hoofdgebouw (woning) wordt een bouwvlak toegevoegd. Het bouwvlak binnen de bestemming 'Bedrijf' wordt aangepast. De functieaanduiding 'bedrijfswoning' wordt verwijderd. |
20. | Ginderover 42-52 | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 7,5 meter. |
21. | Industrieweg 1-5/ Ginderover 40 | De maximale bouwhoogte wordt gewijzigd naar 8 meter en de maximale goothoogte wordt gewijzigd naar 4,5 meter. |
22. | Perceel achter Pastoor van de Voortlaan 6 | De bestemming van het perceel kadastraal bekend Heeze, sectie C, nr. 3561, wordt gewijzigd van 'Agrarisch - 1' naar 'Wonen'. |
23. | 3.1 sub a | Binnen de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Agrarisch – 1' wordt boom- en fruitteelt uitgesloten. |
24. | 3.3 | Een vergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt opgenomen bij de bestemming 'Agrarisch - 1'. |
25. | 8.1 sub f | Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Centrum' wordt toegevoegd aan maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderdagverblijven. |
26. | 8.2.3, 9.2.2, 11.2.2, 12.2.2 en 19.2.2 | Aan de bouwregels voor aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen van de bestemmingen 'Centrum', 'Gemengd', 'Horeca', 'Maatschappelijk' en 'Wonen' wordt de volgende regel toegevoegd: overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelgrens minimaal 3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet met enige wand omsloten is. De regel is op de volgende wijze verwerkt in de regels: 8.2.3: nieuwe sub c toegevoegd 9.2.2: nieuwe sub b toegevoegd 11.2.2: nieuwe sub b toegevoegd 12.2.2: nieuwe sub b toegevoegd 19.2.2: nieuwe sub b toegevoegd |
27. | 8.6.2 | Voor de bestemming 'Centrum' is een wijzigingsbevoegdheid toegevoegd voor het verwijderen van de functieaanduiding 'supermarkt'. |
28. | 9.1 sub d | Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Gemengd' wordt toegevoegd aan maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van kinderdagverblijven. |
29. | 11.1 sub a en b | Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Horeca' wordt toegevoegd aan woningen, al dan niet met aan huis-verbonden-beroep, waarbij het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven. Bij de bestemmingsomschrijving wordt de volgende tekst verwijderd bij horecabedrijven uit de categorie Horeca 2 en 3, |
30. | 11.1 sub c | Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Horeca' wordt onder sub c toegevoegd: 2. 'bowlingbaan': een bowling- / kegelbaan. |
31. | 12.1 sub a | Aan de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Maatschappelijk' wordt toegevoegd aan maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van een kinderdagverblijf, welke enkel is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf'. |
32. | 12.1 sub d | Bij de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Maatschappelijk' wordt onder sub d verwijderd: |
33. | 15.2.2 | Aan de bouwregels voor aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen van de bestemming 'Tuin' wordt de volgende regel toegevoegd als sub b: overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelgrens minimaal 3,00 meter bedraagt en het binnen de bestemming Tuin gebouwde deel van de overkapping niet met enige wand omsloten is |
34. | 15.2.3 | Bij de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde van de bestemming 'Tuin' wordt de volgende regel onder sub d verwijderd: |
35. | 19.2.2 | Aan de bouwregels voor aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen van de bestemming 'Wonen' worden de volgende regels toegevoegd als sub h: voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits: 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter; 2. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter; 3. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter; 4. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is; 5. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter; 6. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt. |
36. | 29.3 sub b | In de algemene afwijkingsregels voor bed & breakfast wordt onder sub b de maximum verblijfsduur gewijzigd naar 14 dagen. |
37. | 29.4 sub d en e | In de algemene afwijkingsregels voor internetverkoop wordt sub d verwijderd: De volgende regel wordt toegevoegd als nieuwe sub e: wanneer de functie uitgeoefend wordt in of bij een woning mag de omvang van de activiteit niet meer bedragen dan 45 m² en moet de activiteit worden uitgeoefend door de bewoner. |
De bestemming van de volgende percelen wijzigt, omdat deze gronden zijn verkocht in het project Verkoop Reststroken. In de onderstaande tabel is tevens weergegeven wat de nieuwe bestemming van deze gronden wordt:
Nr. | Locatie | Oppervlakte | Nieuwe bestemming |
1. | Ariane 5 | 107 m2 | Tuin |
2. | De Ambachten 120 | 52 m2 | Voorste deel Tuin, achterste deel Wonen |
3. | De Ambachten 121 | 17 m2 | Wonen |
4. | De Imker 22 | 41 m2 | Wonen |
5. | De Imker 24 | 38 m2 | Wonen |
6. | De Imker 26 | 35 m2 | Wonen |
7. | De Imker 28 | 32 m2 | Wonen |
8 | De Kuiper 26 | 21 m2 | Wonen |
9. | De Slotenmaker 1 | 52 m2 | Tuin |
10. | De Slotenmaker 17 | 28 m2 | Tuin |
11. | De Slotenmaker 2 | 33 m2 | Wonen |
12. | De Slotenmaker 4 | 33 m2 | Wonen |
13. | De Slotenmaker 6 | 33 m2 | Wonen |
14. | De Slotenmaker 8 | 33 m2 | Wonen |
15. | De Slotenmaker 10 | 40 m2 | Wonen |
16. | De Tinnegieter 80 | 54 m2 | Gedeelte Tuin, gedeelte Wonen |
17. | Geldropseweg 56 | 139 m2 | Tuin |
18. | Iras 38 | 64 m2 | Tuin |
19. | Zuster Stellalaan 12 | 42 m2 | Wonen |
20. | Aangelagen 70 | 40 m2 | Tuin |
21. | Aangelagen 72 | 42 m2 | Tuin |
22. | Aangelagen 74 | 33 m2 | Tuin |
23. | De Grutter 25 | 24 m2 | Wonen |
24. | De Grutter 27 | 73 m2 | Wonen |
25. | De Imker 5 | 38 m2 | Tuin |
26. | De Tinnegieter 50 | 21 m2 | Tuin |
27. | Mariner 7 | 50 m2 | Tuin |
28. | Mercury 20 | 22 m2 | Tuin |
29. | Telstar 7 | 28 m2 | Tuin |
30. | Tiros 7 | 39 m2 | Tuin |
Hoofdstuk 4 Beleidskader
Voor het algemene beleidskader op zowel Rijks-, provinciaal als gemeentelijk niveau wordt verwezen naar de toelichting van het vigerende bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015'. Vanwege de wijzigingen van de Vr 2014 en de daarin opgenomen verplichting om op basis daarvan het bestemmingsplan op onderdelen aan te passen, alsmede de wens van de gemeente om het bestemmingsplan ook op andere onderdelen in overeenstemming te brengen met de geconsolideerde Vr 2014 en de ontwerp 'Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017', wordt in de volgende paragrafen nader ingegaan op dit gewijzigd provinciaal beleid en op de consequenties daarvan voor het onderhavige bestemmingsplan.
4.1 Verordening Ruimte 2014
4.1.1 Inleiding
In de Vr 2014 zijn regels opgenomen waarvan de provincie het belangrijk vindt dat die door iedere gemeente worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. Deze verordening vervangt de Verordening ruimte 2012 en de sindsdien vastgestelde wijzigingsverordeningen. Naast diverse beleidsinhoudelijke veranderingen is ook de opzet van de Vr 2014 gewijzigd.
De Vr 2014 is voor het eerst in maart 2014 vastgesteld. Hierna hebben meerdere hierzieningen van de verordening plaatsgevonden. Op 1 januari 2017 is een geconsolideerde versie van de Vr 2014 in werking getreden.
Naast vereenvoudiging van de regels en tekstuele aanpassingen zijn er ook inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd in de Vr 2014. De belangrijkste inhoudelijke verschillen met de vorige verordening zijn:
- mogelijkheden voor ondergeschikte afwijking vanwege maatwerk: in de praktijk blijkt dat er de behoefte bestaat om in bijzondere gevallen tot ondergeschikte afwijking van de maten over te gaan. Hiervoor is een bepaling opgenomen;
- nieuwvestiging: er is een algehele mogelijkheid voor nieuwvestiging opgenomen in geval dat er een verplaatsing nodig is vanwege openbaar belang, maar ook binnen het NNB voor kleine bouwwerken;
- een bevoegdheid voor gedeputeerde Staten om met het stellen van nadere regels af te wijken van bepalingen uit de Verordening in het geval van regionale afspraken en in het geval van een gebiedsgerichte aanpak van overbelaste situaties;
- regionale afstemming en afspraken ingeval van de ontwikkeling van detailhandelslocaties;
- compensatiebeleid: indien een ruimtelijke ontwikkeling aantasting geeft van het Natuur Netwerk Brabant (NNB), dan is niet alleen fysieke, maar ook financiële compensatie mogelijk. Bij fysieke compensatie geldt dat deze in beginsel binnen de nog niet gerealiseerde delen van het NNB moet plaatsvinden. Hierop is een uitzondering opgenomen voor gebiedsontwikkelingen. Deze verandering is het gevolg van de wijzigingen van het natuurbeleid zoals opgenomen in Brabant Uitnodigend Groen;
- beleid voor de agrarische sector: De afgelopen jaren is er veel gebeurd rondom het beleid voor veehouderijen, te beginnen met het zogenaamde megastallen debat. De provincie wil dat er een transitie op gang komt naar een zorgvuldige veehouderij. Dit heeft gevolgen voor het beleid rondom agrarische bedrijven. Er worden nu vier soorten agrarische bedrijven onderscheiden en de integrale zonering voor de intensieve veehouderij op grond van de reconstructiewet vervalt. Verder is er nieuw beleid voor mestbewerking in de verordening opgenomen;
- aanpassingen vanwege gewijzigd rijksbeleid, zoals het opnemen van de ladder voor duurzame verstedelijking, het vervallen van de aanduidingen nationaal landschap, beheergebieden en een aantal aanduidingen op het gebied van water;
- er is een nieuwe aanduiding opgenomen inzake sanerings- en verplaatsingslocaties. Gebleken is dat deze locaties niet altijd duidelijk in beeld zijn bij gemeenten waardoor op een plek waar eerst sanering heeft plaatsgevonden vervolgens weer eenzelfde functie wordt toegelaten;
- (overige) aanpassing van de kaarten: er zijn vier doorgroeigebieden glas verwijderd en drie bovenregionale leisurevoorzieningen (in ontwikkeling) zijn opgenomen binnen de aanduiding integratie stad-land.
Provinciale Staten hebben op 10 maart 2017 de ontwerp 'Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017' ter inzage gelegd. Deze wijziging van de Vr 2014 is ingegeven vanwege nieuwe beleidsinzichten. De wijzigingen hebben betrekking op:
- nieuwe regels voor mestbewerking;
- nieuwe regels voor een uitzondering op de maximale omvang van bouwpercelen;
- nieuwe regels voor ontwikkeling van veehouderijen gericht op sloop van leegkomende stallen elders;
- verruimen van de mogelijkheden voor grondgebonden zonneparken;
- uitzondering van het verbod op nieuwvestiging binnen het Natuur Netwerk Brabant door bestaand stedelijk gebied;
- aanpassing voor het maken van regionale afspraken.
Zoals aangegeven wil de gemeente middels het onderhavige bestemmingsplan de consequenties van de wijzigingen in de Vr 2014 implementeren in de voorliggende partiële herziening van het bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015'.
4.1.2 Vergelijking vigerend bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' met de Vr 2014
In Bijlage 1 zijn de relevante verschillen tussen het geldende bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' en de Vr 2014 benoemd. Daarbij is voor elk verschil aangegeven of hieruit een aanpassing volgt van het bestemmingsplan en op welke wijze deze aanpassingen worden opgenomen in het onderhavige bestemmingsplan.
Uit de vergelijkende analyse in Bijlage 1 blijkt onder andere dat de begrenzing van de groenblauwe mantel opgenomen dient te worden in de voorliggende partiële herziening. Daarnaast dient de toelichting bij de herziening een verantwoording te bevatten van de wijze waarop de nodige kennis over de aanwezige ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken is vergaard. Onderstaand wordt hier invulling aan gegeven.
Gebieden die zijn gelegen binnen de groenblauwe mantel zijn bestemd voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken. Diverse ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder agrarische ontwikkelingen, ruimte voor ruimte, landgoederen en recreatie, zijn onder voorwaarden mogelijk binnen deze gebieden. In de Verordening ruimte 2014 (geconsolideerde versie per 01-01-2017) zijn deze voorwaarden per ontwikkeling benoemd. Daarnaast is een aantal ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel niet toegestaan. Dit betreft de volgende ontwikkelingen:
- de bouw of uitbreiding van kassen;
- uitbreiding van, vestiging van of omschakeling naar een glastuinbouwbedrijf;
- vestiging van een overig agrarisch bedrijf;
- zelfstandige bewoning van bedrijfsgebouwen, al dan niet solitaire recreatiewoningen en andere niet voor bewoning bestemde gebouwen;
- vestiging of uitbreiding van lawaaisporten.
Deze verbodsbepalingen zijn opgenomen in de regels van de afzonderlijke bestemmingen.
Omdat de voorliggende partiële herziening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is ervoor gekozen om de voorwaarden die gelden voor ontwikkelingen binnen de groenblauwe mantel niet in de regels bij dit bestemmingsplan op te nemen. Als een initiatiefnemer een nieuwe ontwikkeling wil realiseren binnen de groenblauwe mantel, dient dit door middel van een omgevingsvergunning voor een binnenplanse dan wel een buitenplanse afwijking te worden geregeld. Hierbij wordt dan voor het initiatief beschouwd of deze voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de Vr 2014. Het voorliggende bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming met de regels van de Vr 2014.
4.1.3 Afweging Vr 2014
Alle rechtstreeks doorwerkende regels in de Vr 2014 zijn, voor zover relevant, doorvertaald naar het bestemmingsplan. Tevens zijn alle begripsbepalingen aangepast aan de begripsbepalingen in de Vr 2014. De systematiek van het bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' blijft echter overeind. Dit betekent bijvoorbeeld dat er binnen het gemengd landelijk gebied geen onderscheid wordt gemaakt tussen gebieden waar een gemengde plattelandseconomie wordt nagestreefd en gebieden waar een in hoofdzaak agrarische economie wordt nagestreefd. Daarnaast worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt middels het bestemmingsplan. Daarom worden er ook geen voorwaarden met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit opgenomen bij de wijzigingsbevoegdheden.
Het voorliggende bestemmingsplan is daarmee in overeenstemming met de regels van de Vr 2014.
Hoofdstuk 5 Milieuaspecten
5.1 Milieuhygiënische Aspecten
5.1.1 Algemeen
Middels het onderhavige bestemmingsplan worden geen nieuwe functies of uitbreiding daarvan toegestaan die volgens het geldende bestemmingsplan niet ook al toegestaan zijn, danwel feitelijk reeds gedurende vele jaren aanwezig en/of vergund. Dit bestemmingsplan is dan ook niet van invloed op de bodem- en grondwaterkwaliteit, geur, milieuzoneringen en luchtkwaliteit. Er worden ook geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk gemaakt middels dit bestemmingsplan. Nader onderzoek ten aanzien van deze milieuaspecten is derhalve niet noodzakelijk. De wijzigingen in het voorliggende bestemmingsplan ten opzichte van het geldende bestemmingsplan dienen wel getoetst te worden aan het aspect externe veiligheid.
5.1.2 Externe veiligheid
In deze paragraaf wordt een nadere onderbouwing gegeven voor het aspect externe veiligheid. Op een aantal locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Daarom zijn voor deze locaties de effecten van de wijzigingen op externe veiligheid onderbouwd. Windmill heeft hiertoe in juni 2017 voor deze locaties een inventarisatie uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's als gevolg van de wijzigingen. Hieronder zijn de conclusies van dit onderzoek kort samengevat. Voor meer informatie wordt verwezen naar het volledige onderzoeksrapport2.
De voorliggende partiële herziening maakt op een zevental locaties nieuwe ontwikkelingen mogelijk, waarvoor een onderzoek naar de externe veiligheidsaspecten noodzakelijk is. Het betreft de volgende locaties:
- Leenderweg 12;
- Geldropseweg 116;
- Ten Borchwardplein 26;
- Aangelagen 2;
- Ten Borchwardplein 8;
- Schoolstraat 1;
- Kapelstraat 36/38.
Transport over water
Het plangebied is niet gelegen binnen een PR 10-6-risicocontour of invloedsgebied van de nabijgelegen waterweg. De risico’s als gevolg van de transporten met gevaarlijke stoffen over het water vormen geen aandachtspunt voor het plangebied.
Transport over de weg
Het plangebied is niet gelegen binnen een PR 10-6-risicocontour, een plasbrandaandachtsgebied of een afstand van 200 meter van de nabijgelegen wegen waarover structureel gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het gehele plangebied is wel gelegen binnen het invloedsgebied van de A2 en de A67. Als gevolg van de risico’s van gevaarlijke stoffen over de A2 en de A67 geldt een beperkte verantwoordingsplicht groepsrisico voor al de 7 locaties overeenkomstig de “Beleidsvisie externe veiligheid Heeze-Leende”.
Transport over spoor
Het plangebied is niet gelegen binnen een PR 10-6-risicocontour of een plasbrandaandachtsgebied van een spoorweg waarover structureel gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Wel zijn de planlocaties Leenderweg 12 en Schoolstraat 1 gelegen op minder dan 200 meter afstand van de spoorlijn Weert-Eindhoven, waardoor een berekening van de hoogte van het groepsrisico noodzakelijk is.
Uit de resultaten blijkt dat zowel vóór als na planrealisatie sprake is van een groepsrisico dat lager ligt dan de oriëntatiewaarde. De gewijzigde populatieaantallen resulteren in een lichte toename van de hoogte van het groepsrisico. De normwaarde neemt echter niet met méér dan 10% toe. Gelet op deze beperkte toename kan ingevolge artikel 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) volstaan worden met beperkte verantwoording van het groepsrisico.
Buisleidingen
Het plangebied bevindt zich niet binnen de 1%-letaliteitsafstand van een buisleiding. De risico’s ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen vormen geen belemmering voor het planvoornemen.
Inrichtingen
De risico’s als gevolg van de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen vormen geen aandachtspunt voor het planvoornemen. Wel dient aan de locatie Leenderweg 12 aandacht te worden geschonken in de verantwoording van het groepsrisico, in verband met de ligging van een deel van deze locatie in het invloedsgebied van een LPG-tankstation.
Beperkte verantwoording van het groepsrisico
Het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) verplicht het bevoegd gezag om een beoordeling en afweging van de externe veiligheid mee te nemen bij ruimtelijke plannen die in de directe nabijheid zijn gelegen van een transportas waarover transporten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden. Met het invullen van de verantwoordingsplicht wordt antwoord gegeven op de vraag in hoeverre externe veiligheidsrisico's in het plangebied worden geaccepteerd en welke maatregelen getroffen zijn om het risico zoveel mogelijk te beperken. Deze verantwoording is kwalitatief en bevat verschillende onderdelen die aan bod kunnen of moeten komen. Voor deze verantwoording dient advies aangevraagd te worden bij de Veiligheidsregio.
Bevt - Railtransport
Op basis van het Bevt moet verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden als er sprake is van een toename van het groepsrisico als gevolg van ontwikkelingen binnen het betreffende plangebied. Indien sprake is van een groepsrisico gelegen boven de oriënterende waarde dient altijd verantwoording plaats te vinden, ook als er geen sprake is van een toename. Ten aanzien van de verantwoordingsplicht groepsrisico wordt onderscheid gemaakt tussen een volledige verantwoording en een beperkte verantwoording van het groepsrisico. Een volledige verantwoording kan achterwege blijven indien kan worden aangetoond dat:
- a. het groepsrisico niet hoger is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico, of;
- b. het groepsrisico, gelet op de redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen, met niet meer dan 10% toeneemt en;
- c. de oriëntatiewaarde, gelet op de dichtheid van personen, niet wordt overschreden.
Het plangebied is gelegen binnen de 200 meter zone vanaf de spoorlijn. Aangetoond is dat de hoogte van het groepsrisico met minder dan 10% toeneemt en de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Hiermee kan bij de besluitvorming worden volstaan met een beperkte verantwoording van de risico’s.
In een beperkte verantwoording worden de volgende aspecten beschouwd:
- mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval;
- zelfredzaamheid ten aanzien van nog niet gerealiseerde (beperkt) kwetsbare objecten.
Als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn heeft een ongeval met een transport van brandbare gassen (bijvoorbeeld LPG) of toxische stoffen (bijvoorbeeld ammoniak) invloed op het plangebied.
Mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval zijn met name gericht op bereikbaarheid en de aanwezigheid van bluswater. De bereikbaarheid en de bluswatervoorziening voor de brandweer dient voldoende te zijn.
Bereikbaarheid en bluswaterwatervoorziening
De locatie moet bereikbaar zijn voor de hulpverleningsdiensten via twee van elkaar onafhankelijke aanvalswegen, waardoor in geval van calamiteiten het plangebied bereikbaar is. Het plangebied wordt via diverse wegen ontsloten. Er zijn voldoende mogelijkheden voor de brandweer om de planlocatie te bereiken. Voor de bestrijding van een brand dienen voldoende bluswatervoorzieningen beschikbaar te zijn.
Zelfredzaamheid
De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het plangebied in staat zijn zich op eigen kracht (zonder daadwerkelijke hulp van hulpverleningsdiensten) in veiligheid te brengen door te vluchten of te schuilen in een gebouw. Van belang hierbij is onder andere:
- mogelijkheden voor ontvluchting van het gebied;
- mogelijkheden voor ontvluchting van gebouwen;
- schuilmogelijkheden in gebouwen;
- de mobiliteit van de aanwezigen;
- communicatie en informatie / alarmering.
Het plangebied bevindt zich volledig binnen het invloedsgebied van de spoorlijn. Binnen het plangebied worden een restaurant met bowlingbaan, een woning en een kinderdagverblijf mogelijk gemaakt. In het restaurant en de woning zijn personen aanwezig die normaal zelfredzaam zijn. In het kinderdagverblijf zijn jonge kinderen aanwezig die verminderd zelfredzaam zijn. Ten aanzien van de verbetering van de zelfredzaamheid worden de volgende aanbevelingen gedaan:
- het gebouw dient luchtdicht gemaakt te worden. Dat wil zeggen dat de ventilatie in het gebouw centraal door de gebruikers buitenwerking kan worden gesteld, zodat de gebruikers bij een incident langere tijd veilig in het gebouw kunnen verblijven.
- er dient een bedrijfsnoodplan te worden opgesteld, dat gericht is op de mogelijke gevaren van buitenaf. De bedrijfshulpverlening van de BSO dient bekend te zijn met het bedrijfsnoodplan.
Daarnaast dient aandacht te zijn voor risico-communicatie (zie onderstaand).
Risicocommunicatie
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de zelfredzaamheid kan worden verbeterd door maatregelen zoals een waarschuwings- en alarmeringsinstallatie en risicocommunicatie (hoe te handelen bij een incident, gebaseerd op eerder genoemde scenario. In geval van een calamiteit is het van levensbelang dat de bevolking tijdig gewaarschuwd wordt.
Advies Veiligheidsregio
De Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant heeft een standaard-advisering opgesteld die onder bepaalde voorwaarden toegepast kan worden bij de verantwoording van het groepsrisico. Dit is bijvoorbeeld het geval bij plannen waarbij geen grote groepen (zeer) kwetsbare personen worden toegevoegd en de ontwikkeling plaatsvindt op grote afstand van risicovolle bedrijven of transportassen. Als wordt voldaan aan de criteria waarbij het standaard advies mag worden toegepast, hoeft de Veiligheidsregio niet separaat om advies te worden gevraagd. Als het standaard advies mag worden toegepast, dient de Veiligheidsregio na vaststelling van het bestemmingsplan op de hoogte te worden gesteld.
Gezien de geringe omvang van de nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan en de afstand van deze ontwikkelingen tot risicovolle inrichtingen en/of transportassen kan voor het merendeel van de locaties die in deze paragraaf worden beschreven het standaard advies van de Veiligheidsregio worden toegepast. Dit standaard advies is opgenomen in Bijlage 4 bij deze toelichting. Voor de locatie aan Schoolstraat 1 kan het standaard advies niet worden toegepast. Op deze locatie wordt namelijk een kinderdagverblijf mogelijk gemaakt. Dit is een zeer kwetsbaar gebouw. In combinatie met de afstand tot de risicobron (minder dan 200 meter van de spoorlijn Weert-Eindhoven) betekent dit dat niet voldaan wordt aan de criteria waarbij het standaard advies mag worden toegepast. Voor de locatie Schoolstraat 1 wordt daarom advies gevraagd aan de Veiligheidsregio. Dit advies wordt als separate bijlage bij deze toelichting gevoegd.
- 2. Windmill, Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Kom Heeze 2015, 1e herziening, rapportnummer 17.152.01-02, 10 juli 2017
5.2 Natuur, Landschap En Flora En Fauna
5.2.1 Wet natuurbescherming
De bescherming van de natuur is per 1 januari 2017 in Nederland vastgelegd in de Wet natuurbescherming (Wnb). Deze wet vormt voor wat betreft soortenbescherming en gebiedsbescherming een uitwerking van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Daarnaast vindt beleidsmatige gebiedsbescherming plaats door middel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), de voormalige Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Gebiedsbescherming vanuit de Wet natuurbescherming
De Wet natuurbescherming, heeft voor wat betreft gebiedsbescherming betrekking op de Europees beschermde Natura 2000-gebieden. De Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden worden in Nederland gecombineerd als Natura 2000-gebieden aangewezen. Als er naar aanleiding van projecten, plannen en activiteiten mogelijkerwijs significante effecten optreden, dienen deze vooraf in kaart gebracht en beoordeeld te worden. Projecten, plannen en activiteiten die mogelijk een negatief effect hebben op de beschermde natuur in een Natura 2000-gebied zijn vergunningsplichtig.
Planologische gebiedsbescherming vanuit de Verordening ruimte 2014
In de Verordening ruimte 2014 van de provincie Noord-Brabant is een aantal regimes opgenomen die strekken tot de bescherming van ecologische waarden. Een aantal van deze regimes, te weten ‘Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant', ‘Natuur Netwerk Brabant’, ‘Ecologische verbindingszone’ en de zone ‘Behoud en herstel watersystemen’, is gedeeltelijk gelegen binnen het onderhavige plangebied. Het eerstgenoemde regime is in het voorliggende plan vertaald in een dubbelbestemming, de daarna genoemde regimes worden beschermd middels bepalingen zoals opgenomen in de algemene aanduidingsregels. Naast de bovengenoemde regimes zijn ook nog andere aan het landschap verbonden regimes in het plangebied gelegen, dit betreft het ‘Reserveringsgebied Waterberging’ en ‘Aardkundig waardevol gebied’. Binnen de bestemming ‘Tuin’ is bepaald dat bijgebouwen niet zijn toegestaan op gronden die tevens zijn gelegen in Natuur Netwerk Brabant. Dit betreft gronden die in het zuiden van het plangebied zijn gelegen. Door opname van deze regimes worden de ecologische (en landschappelijke) waarden en kenmerken van gebieden planologisch beschermd.
Soortenbescherming vanuit de Wet natuurbescherming
Soortenbescherming vanuit de Wet natuurbescherming heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, (trek)vogels, reptielen en amfibieën, een aantal vissen, libellen en vlinders, enkele bijzondere en min of meer zeldzame ongewervelde dierensoorten en een aantal vaatplanten. Voor alle soorten, dus ook voor de soorten die niet onder de aangewezen bescherming vallen, of die zijn vrijgesteld van de ontheffingsplicht, geldt de zogenaamde 'algemene zorgplicht' (art. 1.10 Wnb). Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan aanwezige soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er een ontheffing of vrijstelling is verleend.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet onder de Wet natuurbescherming vanaf 1 januari 2017 naast de zorgplicht ook rekening gehouden worden met juridisch zwaarder beschermde soorten uit 'bijlage A en B' van de Wet natuurbescherming (Wnb-andere soorten), de door de betreffende provincie gekozen soorten uit het besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten, de soorten uit Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, de soorten uit Bijlage 1 en 2 Verdrag van Bern, en Bijlage 1 verdrag van Bonn, en met alle in Europa inheemse vogels vanwege de Vogelrichtlijn (Wnb-hrl).
Op de 'Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' van het Ministerie van LNV (augustus 2009) wordt onderscheid gemaakt in verschillende categorieën vogelnesten. Van de meeste vogelsoorten zijn de nesten uitsluitend beschermd wanneer deze tijdens de broed- en nestperiode in gebruik zijn. Het gaat om soorten die jaarlijks nieuwe nesten maken. Van een aantal soorten roofvogels en uilen, koloniebroeders en gebouw bewonende vogelsoorten ('categorie 1-4 soorten') zijn de nesten en de functionele leefomgeving jaarrond beschermend. Tenslotte is er een categorie nesten van vogelsoorten die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed, maar die over voldoende flexibiliteit beschikken om, als die broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen ('categorie 5-soorten'). Het is momenteel nog niet geheel duidelijk hoe de Wet natuurbescherming omgaat met deze indeling. Vooralsnog moet ervan uitgegaan worden, dat deze indeling gehandhaafd blijft.
Komen soorten van de hierboven genoemde beschermingsregimes voor, dan is de eerste vraag of de voorgenomen activiteiten effecten hebben op de beschermde soorten. Treden er effecten op, dan dient er gekeken te worden of er passende maatregelen getroffen kunnen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats te garanderen.
Conclusie
Het voorliggende plan maakt maakt geen ingrepen mogelijk waarvan het aannemelijk is dat die in strijd zijn met de Wet natuurbescherming. De in de Verordening ruimte 2014 opgenomen provinciale planologische regimes zijn overgenomen in de juridische regeling van het voorliggende plan.
5.3 Waterhuishouding
Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen directe bouw- en/of gebruikstitels voor nieuwe ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens het geldende bestemmingsplan, danwel feitelijk reeds aanwezig en/of vergund zijn. Op enkele locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Dit bestemmingsplan heeft hiermee geen nadelige consequenties voor de waterhuishouding binnen het plangebied.
5.4 Archeologie En Cultuurhistorie
5.4.1 Archeologie
Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen directe bouw- en/of gebruikstitels voor nieuwe ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens het geldende bestemmingsplan, danwel feitelijk reeds aanwezig en/of vergund zijn. Op enkele locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Dit bestemmingsplan heeft hiermee geen nadelige consequenties voor behoud van archeologische waarden. De dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waarde - Archeologie 3' blijven gehandhaafd voor de gronden die in het vigerende bestemmingsplan ook al als zodanig zijn bestemd.
5.4.2 Cultuurhistorie
Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen directe bouw- en/of gebruikstitels voor nieuwe ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens het geldende bestemmingsplan, danwel feitelijk reeds aanwezig en/of vergund zijn. Op enkele locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Dit bestemmingsplan heeft hiermee geen nadelige consequenties voor behoud van cultuurhistorische waarden. De dubbelbestemming 'Waarde - Plaatse Strabrecht' blijft gehandhaafd voor de gronden die in het vigerende bestemmingsplan ook al als zodanig zijn bestemd.
5.5 Verkeer En Parkeren
5.5.1 Verkeer
Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen directe bouw- en/of gebruikstitels voor nieuwe ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens het geldende bestemmingsplan, danwel feitelijk reeds aanwezig en/of vergund zijn. Op enkele locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Dit bestemmingsplan heeft hiermee geen nadelige consequenties voor de verkeersafwikkeling in het plangebied.
5.5.2 Parkeren
Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen directe bouw- en/of gebruikstitels voor nieuwe ontwikkelingen die niet ook al mogelijk waren volgens het geldende bestemmingsplan, danwel feitelijk reeds aanwezig en/of vergund zijn. Op een aantal locaties vinden in het voorliggende bestemmingsplan wijzigingen plaats ten opzichte van het geldende bestemmingsplan, waardoor de gebruiksmogelijkheden op deze locaties worden gewijzigd of uitgebreid. Dit betreft allemaal locaties waar de uitgebreide of gewijzigde mogelijkheden die dit bestemmingsplan biedt reeds gedurende vele jaren aanwezig zijn en/of zijn vergund. Dit bestemmingsplan heeft hiermee geen nadelige consequenties voor de beschikbare parkeercapaciteit en de mogelijkheid om op eigen erf te kunnen voorzien in de parkeerbehoefte. Daarnaast is in de algemene bouwregels vastgelegd dat bij nieuwe bouwontwikkelingen voldaan moet worden aan het op dat moment geldende gemeentelijke parkeerbeleid. Hierdoor is geborgd dat ook bij nieuwe ontwikkelingen voldoende parkeercapaciteit wordt gerealiseerd.
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.1.1 Kostenverhaal
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening rust op de gemeente de verplichting tot het verhaal van kosten die tot de grondexploitatie behoren op basis van een exploitatieplan. De gemeente kan hiervan afzien in bij algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen, of indien:
- a. het kostenverhaal anderszins is verzekerd;
- b. het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is;
- c. het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels aan werken en werkzaamheden met betrekking tot bouwrijp maken, aanleg van nutsvoorzieningen, inrichten van de openbare ruimte en uitvoerbaarheid niet noodzakelijk is.
Binnen het plangebied worden geen bouwplannen mogelijk gemaakt, zoals bedoeld in artikel 6.12, lid 1 Wro in samenhang met artikel 6.2.1. onder a Bro, die niet eerder op grond van het voorheen geldende bestemmingsplan al mogelijk waren. Het project is derhalve niet exploitatieplanplichtig.
6.1.2 Planschade
Op grond van het bepaalde in artikel 6.1 Wro kennen burgemeester en wethouders aan degene die schade leidt als gevolg van de inwerkingtreding van onder andere een bestemmingsplan een tegemoetkoming toe voor zover de schade niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de tegemoetkoming niet voldoende anderszins is verzekerd.
Er is geen sprake van nieuwe ontwikkelingen op grond waarvan derden aanspraak kunnen maken op tegemoetkoming in planschade.
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.2.1 Algemeen
De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter inzage gelegd kan worden. Daarnaast is er de gelegenheid om in het voortraject belanghebbenden te laten inspreken. Pas daarna wordt de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan opgestart (artikel 3.8 Wro).
6.2.2 Vooroverleg
Het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg voeren met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. De instanties die in kennis gesteld moeten worden van dit bestemmingsplan zullen worden geïnformeerd. De reacties van deze instanties zullen in dit plan verwerkt worden. Het concept bestemmingsplan wordt in het kader van dit wettelijk vooroverleg toegezonden aan de provincie Noord-Brabant en het waterschap De Dommel.
6.2.3 Inspraakprocedure
De Wro bevat geen procedurevoorschriften met betrekking tot de inspraak, en inspraak is in Wro zelf niet verplicht gesteld. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen bijvoorbeeld op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de Gemeentewet onder meer dat in een gemeentelijke inspraakverordening moet worden geregeld op welke wijze bovenbedoelde personen en rechtspersonen hun mening kenbaar kunnen maken.
Voor het voorliggend bestemmingsplan wordt geen inspraakprocedure gevolgd.
Hoofdstuk 7 Juridische Planopzet
7.1 Algemeen
Een bestemmingsplan bestaat uit de juridisch bindende regels en verbeelding en gaat vergezeld van een toelichting.
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing, regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.
De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven, met daarbij de harde randvoorwaarden. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende deel van het bestemmingsplan.
De toelichting heeft geen bindende werking; de toelichting maakt juridisch ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en ook bij de uitleg van bepaalde bestemmingen en regels.
7.2 Opzet Herziening
Voorliggend bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het geldende bestemmingsplan 'Kom Heeze 2015' (moederplan). Hierdoor is sprake van een afwijkende opzet in vergelijking met een 'regulier' bestemmingsplan. Voor het inzichtelijk krijgen van de geldende situatie binnen het plangebied is het noodzakelijk om naast deze herziening ook het geldende bestemmingsplan (moederplan) te raadplegen; er ontstaat geen compleet overzicht van de nieuwe geldende situatie. Zo zijn in de verbeelding en in deze toelichting slechts die onderdelen opgenomen, die deel uitmaken van deze herziening. De regels zijn, omwille van de gebruiksvriendelijkheid, wel volledig opgenomen in deze partiële herziening. Hierbij is aangegeven welke onderdelen zijn toegevoegd (cursief gedrukt weergegeven in de regels) en welke onderdelen zijn vervallen (doorgehaald in de planregels).
Hoofdstuk 8 Procedure Bestemmingsplan
8.1 Procedure Bestemmingsplan
8.1.1 Algemeen
In het onderhavige bestemmingsplan is sprake van herstel van door de AbRS vernietigde onderdelen en herziening van andere onderdelen van het plan. De gemeente heeft ervoor gekozen om alle aanpassingen mee te nemen in één herziening en volgt hiervoor de wettelijke voorbereidingsprocedure volgens artikel 3.8 Wro en afdeling 3.4 Awb.
8.1.2 Wettelijke procedure
In het kader van de procedure ex artikel 3.1 Wro dient de procedure genoemd in afdeling 3.4 Algemene Wet Bestuursrecht gevolgd te worden. De procedure ziet er als volgt uit:
- Vooroverleg met betrokken instanties;
- Openbare kennisgeving van het ontwerp-bestemmingsplan;
- Terinzagelegging van het ontwerp en bijbehorende stukken gedurende 6 weken en toezending aan gedeputeerde staten en de betrokken rijksdiensten, waterschappen en gemeenten;
- Gedurende de termijn van terinzagelegging kunnen door een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen worden ingebracht;
- Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad binnen 12 weken;
- Algemene bekendmaking van het bestemmingsplan door terinzagelegging met voorafgaande kennisgeving en toezending aan gedeputeerde staten en betrokken rijksdiensten, waterschappen en gemeenten: binnen 2 weken dan wel, indien gedeputeerde staten of de inspecteur zienswijzen hebben ingebracht of het bestemmingsplan gewijzigd is vastgesteld, vanaf 6 weken na vaststelling;
- Mogelijkheid tot beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen 6 weken na bekendmaking voor belanghebbenden;
- Inwerkingtreding op de dag na afloop van de beroepstermijn, zijnde 6 weken na de bekendmaking, tenzij binnen deze termijn een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
8.1.3 Ontwerp bestemmingsplan
Het ontwerp bestemmingsplan '1ste partiële herziening Kom Heeze 2015' heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.8 van de Wro ter inzage gelegen van 28 september 2017 tot en met 8 november 2017. Tijdens deze periode kon een ieder een zienswijze indienen. Alle binnengekomen zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota van zienswijzen, die als Bijlage 5 is opgenomen bij deze toelichting. Per zienswijze is aangegeven in hoeverre deze heeft geleid tot een aanpassing in het bestemmingsplan. Daarnaast zijn er ambtelijke wijzigingen in het plan doorgevoerd, waarvan in de Nota zienswijzen een overzicht is opgenomen.
8.1.4 Vaststelling bestemmingsplan
Op 5 maart 2018 heeft de gemeenteraad van Heeze-Leende het bestemmingsplan vastgesteld.