Bedrijventerrein Bosscheweg, herontwikkeling Wellestraat Oost
Bestemmingsplan - gemeente Laarbeek
Ontwerp op 15-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan Bedrijventerrein Bosscheweg, herontwikkeling Wellestraat Oost met identificatienummer NL.IMRO.1659.BPBDWellestrheront-ON01 van de gemeente Laarbeek.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 Afhaalpunt
Een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten behoeve van verkoop en/of overige activiteiten.
1.6 Ambachtelijk bedrijf
Het bedrijfsmatig vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen, geheel of overwegend door middel van handwerk, alsook het in verband hiermee beperkt verkopen en/of leveren van ter plaatse vervaardigde, geproduceerde of bewerkte goederen.
1.7 Archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.8 Archeologische verwachting
Aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten; de trefkans of verwachting kan uiteen lopen van geen tot laag tot hoog.
1.9 Archeologisch onderzoek
Diversen vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.10 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.11 Bebouwingspercentage
Een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.12 Bestaand
- met betrekking tot bebouwing: de bebouwing als aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het plan danwel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;
- met betrekking tot gebruik: het gebruik als aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het plan.
1.13 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.14 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 Bevi-inrichtingen
Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.16 Bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van het hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk, met een dak.
1.17 Bodemingreep/verstoringsoppervlakte
Alle grondwerkzaamheden/activiteiten die een bodemverstorende werking kunnen hebben op het aanwezige archeologisch bodemarchief.
1.18 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.19 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.20 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 Bouwperceelgrens
De grens van een bouwperceel.
1.22 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.23 Bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.24 Buitenopslag
Het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur, en dergelijke.
1.25 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.26 Detailhandel in ABC-goederen
Detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
1.27 Detailhandel in machines
Detailhandel in machines, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
1.28 Erkende archeologische partij
Een gecertificeerde archeologische dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
1.29 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.30 Gebied voor grootschalige logistiek
Perceel van 3 hectare of groter met grootschalige bebouwing voor logistieke- of distributieactiviteiten.
1.31 Industrieel bedrijf
Een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productietechnische bedrijven).
1.32 Kantoor
Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden.
1.33 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek.
1.34 Lijst van bedrijfsactiviteiten
De lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals die lijst is opgenomen in de bijlage behorende bij deze regels.
1.35 Ondergeschikt kantoor
Een onderdeel van een bedrijf, dat andere bedrijfsactiviteiten als inkomstenbron heeft en waarvoor het kantoor uitsluitend een ondersteunende functie heeft.
1.36 Oppervlakte van een bodemingreep
Het bebouwde (bruto) oppervlak als het gaat om bovengrondse ontwikkelingen en het oppervlak van een bodemingreep vanaf maaiveld als het gaat om bodemingrepen in het kader van de procedure omgevingsvergunning.
1.37 Peil
- Voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
- In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.38 Prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.39 Programma van Eisen
Een programma van eisen is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het college van burgemeester en wethouders.
1.40 Raamprostitutie
Een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prositutie).
1.41 Risicovolle inrichting
Een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.42 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.43 Voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, de afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.44 Vracht- en bestelauto's
Motorvoertuigen, ingericht voor het vervoer van goederen
1.45 Webwinkel
Het verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en geen sprake is van een voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom.
1.46 Weg
Alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, waaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.47 Wonen
Het gehuisvest zijn in een woning.
1.48 Woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstand tot de bouwperceelsgrens
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.2 De breedte, lengte, diepte van een bouwwerk
Afstand tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of het de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
2.3 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 Diepte bodemingreep
Vanaf het peil/maaiveld tot aan het diepste punt van de ingreep.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijventerrein
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van industriële en ambachtelijke bedrijven en groothandelsbedrijven, voorzover deze bedrijven voorkomen in de categorieën 2, 3.1 en 3.2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie 2", uitsluitend bedrijven in categorie 2 zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1", uitsluitend bedrijven in de categorieën 2 en 3.1 zijn toegestaan;
- 3. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.2", uitsluitend bedrijven in de categorieën 2 tot en met 3.2 zijn toegestaan;
- b. webwinkels met afhaalpunt;
- c. bedrijfsgebouwen;
- d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met de daarbijbehorende:
- e. buitenopslag ten behoeve van de bedrijven zoals genoemd onder a en b, met in achtneming van het bepaalde in lid 3.6.2;
- f. ondergeschikte kantoren ten behoeve van de bedrijven zoals genoemd onder a en b;
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. in- en uitritten, met in achtneming van het bepaalde in lid 3.8;
- i. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
- j. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. groenvoorzieningen;
- l. voorzieningen van algemeen nut.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
- a. de situering en afmeting van bouwwerken;
indien en voorzover dit noodzakelijk is:
- 1. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
- 2. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
- 3. ter waarborging van verkeers-, sociale en brandveiligheid en de milieusituatie;
- 4. in verband met de laden- en lossen op eigen terrein, als bedoeld in artikel 3.6.3.
3.4 Voorwaardelijke verplichting niet transparant glas
Gebouwen met een gevel liggend in of nabij de 'specifieke bouwaanduiding - niet transparant glas' mogen alleen worden opgericht en in stand worden gehouden indien de gevel geen transaprant glas heeft. In de gevel is alleen 'niet transparant glas' of ander vergelijkbaar materiaal toegestaan om zo inkijk op buurpercelen te voorkomen.
3.5 Toetsingsregel gasloos bouwen
De omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen binnen het plangebied wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat de gebouwen gasloos worden ontwikkeld.
3.6 Specifieke gebruiksregels
3.7 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1, onder a ten behoeve van:
- 1. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in één categorie hoger dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1, onder a, aanhef en onder 1 t/m 3 indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijkwaardig zijn;
- 2. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die, hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 3.1, onder a, aanhef en onder 1 t/m 3 , niet in de Lijst van bedrijfsactiviteiten worden genoemd;
- b. Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
3.8 Voorwaardelijke verplichting ontsluiting vracht- en bestelauto's
Gebouwen mogen alleen in gebruik zijn indien de ontsluiting van vracht- en bestelauto's plaatsvindt via de Thibostraat.
3.9 Voorwaardelijke verplichting hekwerk
- a. Gebouwen mogen alleen in gebruik zijn indien het hekwerk op het zuidelijk hoekperceel Thibostraat/Bosscheweg dat gelegen is parallel aan de Bosscheweg op het moment van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan in noordoostelijke richting wordt opgeschoven.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a voor een andee ligging van het hekwerk bij gewijzigde inrichting van de T-splitsing, onder de voorwaarde, dat de verkeersveiligheid in voldoende mate blijft gewaarborgd.
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. geluidwerende voorzieningen;
- c. voet- en rijwielpaden;
- d. in- en uitritten;
met daarbijbehorende:
- e. kunstwerken;
- f. straatmeubilair;
- g. objecten voor beeldende kunst;
- h. voorzieningen van algemeen nut;
- i. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. speelvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Leiding - Riool
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd;
- b. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de doeleinden genoemd in artikel 5.1 zijn toegestaan alsmede erf- en terreinafscheidingen op basis van de daar voorkomende bestemming(en);
- c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 teneinde het bouwen van bouwwerken overeenkomstig andere bestemmingen mogelijk te maken, voorzover:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of de bouwwerken de belangen, bedoeld onder a, schaden, en welke beperkingen en voorschriften bij de omgevingsvergunning dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Archeologie 4
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de op of in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
6.2 Bouwregels
Het is verboden op de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden bouwwerken op te richten. Het verbod geldt niet voor:
- a. het oprichten van een bouwwerk kleiner dan 250 m² of met een bodemverstoring niet dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld;
- b. het vervangen van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld;
- c. het oprichten van gebouwen tot maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan de verbeelding van het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 4':
- a. naar ligging wordt verschoven, dan wel;
- b. naar omvang wordt vergroot of verkleind, dan wel;
- c. van bestemming wijzigt in een andere 'Waarde – Archeologie 2, 3, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2 of 7', waarbij de regels behorende bij de genoemde bestemmingen uit het bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie en monumenten gemeente Laarbeek', met identificatienummer NL.IMRO.1659.BPARCHMON-VG01 van de gemeente Laarbeek van toepassing worden verklaard; dan wel
- d. wordt verwijderd.
Artikel 7 Waarde - Archeologie 5.1
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de op of in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
7.2 Bouwregels
Het is verboden op de voor 'Waarde - Archeologie 5.1' aangewezen gronden bouwwerken op te richten. Het verbod geldt niet voor:
- a. het oprichten van een bouwwerk kleiner dan 500 m² of met een bodemverstoring niet dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld;
- b. het vervangen van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld;
- c. het oprichten van gebouwen tot maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan de verbeelding van het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.1':
- a. naar ligging wordt verschoven, dan wel;
- b. naar omvang wordt vergroot of verkleind, dan wel;
- c. van bestemming wijzigt in een andere 'Waarde – Archeologie 2, 3, 4, 5.2, 6.1, 6.2 of 7', waarbij de regels behorende bij de genoemde bestemmingen uit het bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie en monumenten gemeente Laarbeek', met identificatienummer NL.IMRO.1659.BPARCHMON-VG01 van de gemeente Laarbeek van toepassing worden verklaard; dan wel;
- d. wordt verwijderd.
Artikel 8 Waarde - Archeologie 5.2
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de op of in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
Het is verboden op de voor 'Waarde - Archeologie 5.2' aangewezen gronden bouwwerken op te richten. Het verbod geldt niet voor:
- a. het oprichten van een bouwwerk kleiner dan 500 m² of met een bodemverstoring niet dieper dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld;
- b. het vervangen van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders en voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 0,5 m ten opzichte van het maaiveld;
- c. het oprichten van gebouwen tot maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.5 Wijzigingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan de verbeelding van het bestemmingsplan zodanig wijzigen dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5.2':
- a. naar ligging wordt verschoven, dan wel;
- b. naar omvang wordt vergroot of verkleind, dan wel;
- c. van bestemming wijzigt in een andere 'Waarde – Archeologie 2, 3, 4, 5.1, 6.1, 6.2 of 7', waarbij de regels behorende bij de genoemde bestemmingen uit het bestemmingsplan 'Parapluplan Archeologie en monumenten gemeente Laarbeek', met identificatienummer NL.IMRO.1659.BPARCHMON-VG01 van de gemeente Laarbeek van toepassing worden verklaard; dan wel;
- d. wordt verwijderd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Strijdig gebruik
- a. Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te (doen of te laten) gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving, of met een gebruik waarvoor ingevolge de bepalingen van dit plan een omgevingsvergunning is verleend. Algemeen gebruiksverbod is ook geregeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo juncto artikel 7.2 Wro dus is in principe niet nodig.
- b. Onder verboden gebruik als bedoeld onder sub a wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van:
- 1. een seksinrichting, (raam- en/of straat)prostitutie en/of escortbedrijf;
- 2. een coffeeshop;
- 3. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval;
- 4. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen,
- 5. buitenopslag van goederen, stoffen en materialen voor de voorgevellijn, anders dan is toegestaan conform artikel 3.1, aanhef en onder e juncto artikel 3.6.2.
een en ander behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
12.1 Afwijken algemeen
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kunnen burgemeester en wethouders door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:
- a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering, waaronder inhoudsmaten en percentages, met ten hoogste 10%;
- b. het in geringe mate afwijken van een grens van een aanduiding - voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken danwel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, waarbij de overschrijding niet meer dan 3 meter mag bedragen en het vlak van de aanduiding ten hoogste 10% wordt vergroot;
- c. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van waterlopen, wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien waterhuishoudkundige aspecten en/of de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
- d. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
- f. de bouw van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor voorzieningen van algemeen nut, voor zover deze gebouwtjes geen grotere oppervlakte hebben dan 30 m2 en geen grotere hoogte hebben dan 3,5 meter.
12.2 Afwijken t.b.v. zend-, ontvang- en/of sirenemasten
Burgemeester en wethouders zijn door middel van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en kan toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de volgende voorwaarden:
- a. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan:
- 1. buiten de bebouwde kom en in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
- 2. binnen de bebouwde kom op bedrijventerreinen en sportparken;
- b. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
- 1. op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de monumentencommissie;
- 2. tegen gevels aan; wanneer de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten.
12.3 Afwegingskader
De in dit artikel 12 bedoelde omgevingsvergunningen worden slechts verleend, onder de voorwaarden dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. het straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de woonsituatie;
- c. de milieuhygienische uitvoerbaarheid, waaronder begrepen leidingbelangen;
- d. de verkeersveiligheid;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- f. de landschappelijke en natuurwaarden, archeologische, cultuurhistorische of aardkundige waarden.
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
13.1 Wijzigen algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van waterlopen, wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien waterhuishoudkundige aspecten en/of de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de Lijst van bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 aan deze regels is gehecht, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in dit bestemmingsplan, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
13.2 Wijzigen dubbelbestemming 'Leiding - Riool'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van het verleggen van de ligging van de rioolleiding ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' onder de voorwaarden dat:
- a. het waterschap Aa en Maas akkoord is met de gewijzigde ligging;
- b. door de gewijzigde ligging geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van naastgelegen gronden en bouwwerken.
Daar waar de rioolleiding wordt verlegd mag de dubbelbestemming 'Leiding - Riool worden verwijderd.
Artikel 14 Algemene Procedureregels
14.1 Nadere eisen
Bij het stellen van nadere eisen wordt de volgende procedure gevolgd:
- a. het voornemen tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende twee weken op het gemeentehuis ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op electronische wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in dat belanghebbenden schriftelijk of electronisch hun zienswijzen kunnen indienen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. degenen die tijdig hun zienswijzen schriftelijk of electronisch hebben ingediend worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen mondeling nader toe te lichten;
- e. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Parkeren
15.2 Voorwaardelijke verplichting groenvoorzieningen
- a. De omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen binnen het plangebied wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat binnen 1 jaar na het gereedkomen van de bebouwing minimaal 10% van het plangebied is ingericht met opgaande groenstructuren die bijdragen aan de goede landschappelijke inpassing van het perceel conform een beplantingsplan dat onderdeel uitmaakt van de aanvraag van de omgevingsvergunning. Het groen dient duurzaam in stand gehouden te worden.
- b. Het goedgekeurde beplantingsplan maakt onderdeel uit van de te verlenen omgevingsvergunning.
- c. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid a van dit artikel over het instandhouden van het groen conform het goedgekeurde beplantingsplan, indien naar het oordeel van de gemeente een nieuw beplantingsplan ook zorgt voor een goede landschappelijke inpassing van het plangebied.
15.3 Industrielawaai
15.4 Toetsingsregel asbest
De omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen binnen het plangebied wordt slechts verleend onder de voorwaarde dat een onderzoek naar asbest heeft plaatsgevonden conform de NEN5897 en NEN5707 in een bestaande puin- en balastlaag binnen het plangebied. Indien het puin asbest bevat boven de normen voor hergebruik (>100 mg/kg d.s.) dient het materiaal afgevoerd te worden voor de start van de bouw.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sub a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Bosscheweg, herontwikkeling Wellestraat Oost'.
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Notitie Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 1 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 1 Quickscan flora en fauna
Bijlage 2 Vervolgonderzoek Teunisbloempijlstaart
Bijlage 2 Vervolgonderzoek Teunisbloempijlstaart
Bijlage 3 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek
Bijlage 4 Stikstofonderzoek
Bijlage 5 Digitale Watertoets
Bijlage 6 Bezonnings- En Inkijkstudie
Bijlage 6 Bezonnings- en inkijkstudie
Bijlage 7 Aanmeldingsnotitie Vormvrije M.e.r-beoordeling
Bijlage 7 Aanmeldingsnotitie vormvrije m.e.r-beoordeling
Bijlage 8 Verslag Omgevingsdialoog
Bijlage 8 Verslag omgevingsdialoog
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 9 Akoestisch onderzoek industrielawaai