Evenemententerreinen, Nederhorst den Berg
Bestemmingsplan - gemeente Wijdemeren
Vastgesteld op 02-11-2023 - vastgesteld
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Evenemententerreinen, Nederhorst den Berg met identificatienummer NL.IMRO.1696.BPEveNed05062023-va00 van de gemeente Wijdemeren;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 evenementen
een georganiseerde, publieke en bijzondere gebeurtenis, in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak;
1.4 evenementendag
periode van maximaal 24 uren waarin specifiek aan een evenement gerelateerde activiteiten plaatsvinden die binnen de afgegeven evenementenvergunning georganiseerd worden;
1.5 ijsbaan
een berijdbaar gemaakte ijsoppervlakte in een seizoensgebonden bouwwerk (tent) met koek en zopie voor de verkoop van voedsel en drank.
2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Administratieve Bepaling
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - administratieve bepaling' zijn het bestemmingsplan ‘Kern Nederhorst den Berg', vastgesteld op 27 oktober 2011 door de raad van de gemeente Wijdemeren, en het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren Wijdemeren 2019', vastgesteld op 4 februari 2021 door de raad van de gemeente Wijdemeren, onverminderd van toepassing, aangevuld met de regels zoals die opgenomen zijn in artikel 4 van dit plan.
3 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels
4.1 Overige zone - evenementen 1
4.2 Overige zone - evenementen 2
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het bestemmingsplan 'Evenemententerreinen, Nederhorst den Berg'.
1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op twee evenemententerreinen gelegen in de kern Nederhorst den Berg. Nederhorst den Berg is een bruisende kern waar jaarlijks evenementen plaatsvinden op twee evenemententerreinen, te weten het plein gelegen aan de Voorstraat en het parkeerterrein aan de Blijklaan. Het geldende bestemmingsplan 'Kern Nederhorst den Berg' staat ter plaatse bepaalde evenementen toe, waaronder een ijsbaan op het parkeerterrein aan de Blijklaan en een muziektent bij de Voorstraat. In de gebruiksregels is echter niets geregeld over de omvang, de duur en het aantal evenementen. Ook in de toelichting van het bestemmingsplan is geen afweging gemaakt met betrekking tot de ruimtelijke inpassing van de evenementen.
Hoewel de bouw van voorzieningen ten behoeve van de evenementen mogelijk is gemaakt, ontbreekt een goede ruimtelijke afweging in het bestemmingsplan en een algemene beschouwing van het woon- en leefklimaat in relatie tot de evenementen. De twee evenementenlocaties zijn opgenomen in het 'Evenementenbeleid Wijdemeren 2019-2022’. Ondanks de opname van de evenemententerreinen in de beleidsnota en de bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan, is het gewenst dat het evenementenbeleid vertaald wordt in het juridisch-planologisch kader. Dit biedt duidelijkheid aan omwonenden en andere betrokkenen over de impact van (meerdaagse) evenementen op het woon- en leefklimaat.
De gemeente Wijdemeren wenst de evenementen op de twee locaties, qua omvang, duur en aantal in een herziening van het bestemmingsplan te regelen. Daarbij kan een structurele borging van de evenementen worden bereikt door een goede afweging te maken of de evenementen op de beoogde locaties vanuit ruimtelijk oogpunt toelaatbaar zijn.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied bestaat uit twee gebieden in de kern Nederhorst den Berg, gemeente Wijdemeren: het terrein gelegen aan de Voorstraat en het terrein gelegen bij het parkeerterrein aan de Blijklaan. Onderstaande afbeeldingen tonen de globale ligging en de globale begrenzing van het plangebied.

Globale ligging plangebied (rood omcirkeld, bron: ruimtelijkeplannen.nl)

Begrenzing plangebied Voorstraat (rood omkaderd, bron: ruimtelijkeplannen.nl)

Begrenzing plangebied Blijklaan (rood omkaderd, bron: ruimtelijkeplannen.nl)
1.3 Geldend Planologisch Regime
Het voorliggende bestemmingsplan is van toepassing op de twee evenementenlocaties in de kern Nederhorst den Berg. Onderstaand is per locatie aandacht voor het geldende planologische regime. Voor beide gebieden geldt het bestemmingsplan 'Kern Nederhorst den Berg', vastgesteld door de raad van de gemeente Wijdemeren op 27 oktober 2011. Tevens geldt het bestemmingsplan 'Parapluplan Parkeren Wijdemeren 2019', vastgesteld door de raad van de gemeente Wijdemeren op 4 februari 2021.
Plein bij de Voorstraat
De locatie aan de Voorstraat beschikt over de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Deze gronden zijn mede bestemd ten behoeve van een verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Tevens beschikt een deel van de gronden over de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1'. Ter plaatse van de aanduiding is een muziektent toegestaan.
Navolgende afbeelding toont een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.

Uitsnede bestemmingsplan 'Kern Nederhorst den Berg', plangebied rood omkaderd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Parkeerterrein bij de Blijklaan
Voor de locatie gelegen aan de Blijklaan geldt de bestemming 'Verkeer- Verblijfsgebied' en 'Groen'. De gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn mede bestemd voor een verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Het noordelijke deel van het plangebied heeft de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1'. Deze gronden zijn mede bestemd voor een seizoensgebonden bouwwerk (november - februari) voor een ijsbaan. De gronden met de bestemming 'Groen' zijn mede bestemd voor groen en voor bijbehorende voorzieningen.
Onderstaande afbeelding toont een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.

Uitsnede bestemmingsplan 'Kern Nederhorst den Berg', plangebied rood omkaderd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Conclusie
Het bestemmingsplan geeft aan dat de locaties gedeeltelijk gebruikt kunnen worden voor aan evenementen gerelateerde functies. Een goede motivering over de inpasbaarheid ontbreekt. In de gebruiksregels is bovendien niets geregeld over de omvang, de duur en het aantal evenementen.
Met onderliggend bestemmingsplan wordt aan beide deelgebieden de aanduidingen 'overige zone - evenementen 1' en 'overige zone - evenementen 2' toegevoegd. De regels van dit bestemmingsplan zijn voorzien van specifieke criteria voor evenementen. De overige regels van het geldende bestemmingsplan worden gehandhaafd.
1.4 Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de huidige situatie beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het relevante beleid opgenomen. Hoofdstuk 4 bevat de planbeschrijving. In hoofdstuk 5 komen de verschillende omgevingsaspecten aan de orde. Hoofdstuk 6 bevat vervolgens een juridische toelichting. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
2 Huidige Situatie
Het plangebied betreft twee afzonderlijke locaties in de kern Nederhorst den Berg. De kern heeft ca. 5.500 inwoners en is onderdeel van de gemeente Wijdemeren. Ten oosten van de kern bevindt zich de Spiegelplas, welke is ontstaan door de turf- en zandwinning die in het verleden hebben plaatsgevonden. Het plangebied betreft twee locaties die verspreid over het jaar voor evenementen worden gebruikt.
Plein aan de Voorstraat
De locatie aan de Voorstraat betreft het plein, de omliggende parkeergelegenheid en de twee straten aan beide zijden van het plein. Aan de oostzijde bevinden zich de Overmeerseweg en de Dammerweg. Aan de westzijde bevindt zich de Voorstraat. Aan beide wegen bevinden zich een mix aan winkels, horeca en woningen. Een aantal keer per jaar vinden hier evenementen plaats, waaronder het Lentespektakel. Tijdens het Lentespektakel wordt een kermis georganiseerd.
Onderstaande afbeelding toont een impressie van de Voorstraat vanaf de Dammerweg.

Impressie van de Voorstraat vanaf de Dammerweg (bron: Google streetview, september 2022)
Parkeerterrein aan de Blijklaan
De andere locatie betreft het parkeerterrein gelegen aan de Blijklaan. Aan de westzijde van het plangebied bevindt zich basisschool 'Warinschool'. Aan de oostzijde van het plangebied bevinden zich de brandweerkazerne en sporthal De Blijk. Het terrein bestaat uit een parkeerplaats en een naastgelegen grasveld. Aan de zuidzijde van de Blijklaan zijn woningen gesitueerd en ook aan de Overmeerseweg zijn (bedrijfs)woningen gesitueerd. Iedere winter komt hier een kunstijsbaan te liggen. In de zomer wordt hier het Zomerspektakel gehouden.
De onderstaande afbeelding geeft een impressie van de parkeerplaats gelegen aan de Blijklaan.

Impressie van de parkeerplaats bij de Blijklaan (bron: Google streetview, maart 2021)
3 Beleidskader
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt het geldende bestemmingsplan partieel herzien met betrekking tot de evenemententerreinen in de kern Nederhorst den Berg. Met de planologische wijziging gaan geen permanente fysieke ingrepen gepaard. De beide locaties zijn volgens het rijks- en provinciaal beleid gelegen binnen bestaand stedelijk gebied. In dit hoofdstuk wordt daarom uitsluitend ingegaan op het van toepassing zijnde rijksbeleid en gemeentelijk beleid.
3.1 Rijksbeleid
3.1.1 Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.
De 'stappen van de ladder' worden in artikel 3.1.6, leden 2 - 4 Bro als volgt omschreven:
- De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
- Indien in een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid toepassing is gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de wet kan bij dat bestemmingsplan worden bepaald dat de beschrijving van de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling en een motivering als bedoeld in het tweede lid eerst wordt opgenomen in de toelichting bij het wijzigings- of het uitwerkingsplan als bedoeld in dat artikel.
- Een onderzoek naar de behoefte als bedoeld in het tweede lid, heeft, in het geval dat een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid, ziet op de vestiging van een dienst als bedoeld in artikel 1 van de Dienstenwet en dit onderzoek betrekking heeft op de economische behoefte, de marktvraag of de beoordeling van de mogelijke of actuele economische gevolgen van die vestiging, slechts tot doel na te gaan of de vestiging van een dienst in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
Planspecifiek
Conform artikel 1.1.1, eerste lid onder i van het Bro wordt onder een stedelijke ontwikkeling verstaan: een 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.' Het voorgenomen plan voorziet in het planologisch vastleggen van evenementen op twee evenemententerreinen binnen het bestaand stedelijk gebied. Hierbij wordt geen extra bebouwing mogelijk gemaakt, met uitzondering van een seizoensgebonden bouwwerk. Ook zullen de gebruiksmogelijkheden nauwelijks toenemen. Het voorgenomen plan is niet aan te merken als een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Toetsing aan de ladder is derhalve niet noodzakelijk.
Conclusie Geconcludeerd wordt dat voorgenomen ontwikkeling niet nader getoetst hoeft te worden aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
3.2 Gemeentelijk Beleid
3.2.1 Omgevingsvisie Wijdemeren 2040
Op 16 september 2021 is de omgevingsvisie van de gemeente Wijdemeren vastgesteld. De omgevingsvisie is de komende jaren de gids voor ruimtelijk maatschappelijke vraagstukken en geeft ruimte aan initiatieven uit de samenleving of markt. Hierin staat hoe de gemeente samen met inwoners, ondernemers en anderen de komende jaren samen verder bouwen aan een mooie gemeente. De omgevingsvisie geeft de gemeente aan waar ze op in wil zetten en hoe ze daar op hoofdlijnen uitvoering aan willen geven. De Omgevingsvisie geeft richting aan toekomstige ontwikkelingen, initiatieven en beleid.
Op basis van de visie op Wijdemeren in 2040 en de diverse trends en ontwikkelingen die op de gemeente afkomen zijn drie integrale kernopgaven geformuleerd. Drie verhaallijnen die ingaan op de uitdagingen die voorliggen en de bijbehorende ambities. Dit zijn:
- Vitale en gezonde leefomgeving; behoud en versterking van de woon- en leefkwaliteit in de kernen en linten.
- Ruimte voor ondernemerschap en bereikbaarheid; het vergroten van het verdienvermogen door ruimte te bieden aan (nieuwe) economische activiteiten en te investeren in bereikbaarheid.
- Waardevol landschap: Vormgeven van natuurbehoud, landschapsbeheer en vergroting van de biodiversiteit.
De gemeente streeft naar inzichtelijk en voorspelbaar beleid voor de woongebieden, werkgebieden en het buitengebied. Per gebied wordt stil gestaan bij de ambitiebepaling op het gebied van milieu, gezondheid en veiligheid. De gebiedsgerichte vertaling biedt de benodigde detaillering voor doorwerking in onder andere programma’s en het omgevingsplan en is essentieel voor de functionaliteit als afwegingskader.
Planspecifiek
De beoogde ontwikkeling ziet toe op het planologisch vastleggen van twee evenemententerreinen in het centrum van Nederhorst den Berg. Evenementen leiden (indirect) tot verbetering van de vitaliteit en de leefbaarheid van de kern. Met het vastleggen van de evenemententerreinen kunnen regels aan de evenemententerreinen worden verbonden, wat ten goede komt van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving ter plaatse.
Daarmee is de beoogde ontwikkeling in lijn met de Omgevingsvisie Wijdemeren 2040.
3.2.2 Evenementenbeleid 2019-2022
Op 17 november 2019 is het evenementenbeleid door de raad van de gemeente Wijdemeren vastgesteld. Met het ‘Evenementenbeleid Wijdemeren 2019-2022’ wil de gemeente duidelijkheid creëren voor inwoners, organisatoren en de gemeente zelf met betrekking tot de te houden evenementen in de gemeente. Het evenementenbeleid Wijdemeren 2019-2022 bouwt voort op het voorgaande 'Evenementenbeleid Wijdemeren 2014-2019'.
In de gemeente Wijdemeren worden evenementen georganiseerd, die door hun omvang of door de risico’s die zij met zich meebrengen, tijdelijk een grote invloed hebben op de omgeving. Deze evenementen vragen aandacht en capaciteit van de gemeente en de hulpverleningsdiensten. Evenementen met veel bezoekers zorgen voor verkeersdrukte, meer afval en hogere geluidsproductie. Hierdoor kan er op locaties waar evenementen plaatsvinden sprake zijn van (enige) overlast voor milieu en bewoners. Om een goede balans te vinden tussen de aantrekkelijke en overlast gevende effecten van evenementen in de gemeente, zijn afspraken en regels nodig om het totaalaanbod aan evenementen te laten plaatsvinden.
In het evenementenbeleid wordt ingegaan op de begin- en eindtijd van evenementen. De begintijd zal in geen geval vóór 7.00 uur zijn, met uitzondering van evenementen die naar hun aard of traditie voor dit tijdstip starten. Het advies ten aanzien van de locatieprofielen is globaal om voor evenementen op de dagen zondag tot en met donderdag een eindtijd van 23.00 uur te hanteren en voor evenementen op vrijdag, zaterdag en een dag waarop een feestdag volgt een eindtijd van 24.00 uur. Hierbij is de “Nota evenementen met een luidruchtig karakter” het toetsingskader geweest en is een onderscheid gemaakt tussen de verstoring van spraakverstaanbaarheid en slaapverstoring. In het evenementenbeleid is afwijkend van dit advies gekozen voor het toelaten van ruimere eindtijden van evenementen. Voor de specifiek in dit bestemmingsplan beoogde evenementlocaties wordt wel aangesloten bij het advies van de OFGV en de "Nota Evenementen met een luidruchtig karakter" van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg.
Het evenementenbeleid werkt in samenhang met de 'Beleidsregel evenementen 2020', die op 29 juli 2020 is vastgesteld. In deze beleidsregel is een categorisering van evenementen opgenomen en zijn regels gesteld waaraan (aanvragen voor) evenementen dienen te voldoen in het belang van de openbare orde en veiligheid. Te denken valt aan verkeer, parkeren, vervuiling, sanitaire voorzieningen en dergelijke.
Vergunningplichtige evenementen worden, op basis van de (inter)regionale handreiking van de Veiligheidsregio’s Flevoland en Gooi en Vechtstreek, onderverdeeld in drie categorieën, namelijk:
- Categorie A: een evenement, waarbij het (zeer) onwaarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
- Categorie B: een evenement, waarbij het mogelijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
- Categorie C: een evenement, waarbij het (zeer) waarschijnlijk is dat die gebeurtenis leidt tot risico’s voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu en maatregelen of voorzieningen vergen van het daartoe bevoegd gezag om die dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
Om te zorgen dat bepaalde locaties in de gemeente niet te veel worden belast met evenementen en er voldoende spreiding plaatsvindt en de evenementen tegelijk ook qua aard en omvang passend zijn voor een locatie, werkt de gemeente al enige tijd met ‘locatieprofielen’. In het evenementenbeleid is voor beide locaties een locatieprofiel opgesteld. Hierin is het aantal evenementdagen per jaar, het maximale bezoekersaantal per dag, het soort evenementen en het maximaal aantal evenementen per jaar opgenomen. In de locatieprofielen wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele/kortdurende evenementen en omvangrijke/luidruchtige evenementen.
Onderstaande tabellen tonen de locatieprofielen van de twee evenemententerrein zoals die opgenomen zijn in het evenementenbeleid.
Plein aan de Voorstraat | |
Aantal evenementdagen per jaar per evenement | 8 (7 dagen kermis, 1 dag koningsdag) |
Maximale bezoekersaantal per dag | Max: 800. Verwacht aantal: 800. |
Soort evenement | Lentespektakel (kermis en Koningsdag) |
Maximaal aantal evenementen per jaar | Incidentele/ kortdurende evenementen: 3 Omvangrijke/ luidruchtige evenementen: 2 Met inachtneming van de rustperiode van minimaal 14 dagen tussen evenementen |
Parkeerterrein bij de Blijklaan | |
Aantal evenementdagen per jaar per evenement | Afhankelijk van de aard van het evenement. |
Maximale bezoekersaantal per dag | Max: 800. Verwacht aantal: 500. |
Soort evenement |
|
Maximaal aantal evenementen per jaar | Incidentele/ kortdurende evenementen: 3 Omvangrijke/ luidruchtige evenementen: 2 Met inachtneming van de rustperiode van minimaal 14 dagen tussen evenementen |
Aan de Voorstraat en bij de Blijklaan worden twee omvangrijke/luidruchtige evenementen per jaar mogelijk geacht. Tevens worden per evenemententerrein drie incidentele/kortdurende evenementen als passend beschouwd. In de regels van onderhavig bestemmingsplan zijn de locatieprofielen overgenomen.
4 Planbeschrijving
Het voorliggende bestemmingsplan ziet toe op het juridisch-planologisch verankeren van het evenementenbeleid voor twee locaties in Nederhorst den Berg. De twee evenementenlocaties zijn opgenomen in het 'Evenementenbeleid Wijdemeren 2019-2022’. Met onderhavig bestemmingsplan worden meerdere regels verbonden aan het gebruik van de twee locaties voor evenementen. Hiermee wordt duidelijkheid geboden aan omwonenden en andere betrokkenen over de impact van (meerdaagse) evenementen op het woon- en leefklimaat.
Ter plaatse van de evenemententerreinen kunnen enkel evenementen plaatsvinden die voldoen aan locatiespecifieke regels. Deze regels zijn gebaseerd op beleid van de gemeente en de uitgevoerde onderzoeken voor de locaties. Met de regels worden onder andere het totaal aantal evenementen, het aantal evenementendagen en het bezoekersaantal vastgelegd. Met name van belang zijn de criteria omtrent de aspecten geluid en verkeer. Deze zijn behandeld in toelichting paragraaf 5.2 en toelichting paragraaf 5.4.
Plein aan de Voorstraat
Het plein aan de Voorstraat biedt de mogelijkheid om evenementen te organiseren. Het voornemen is om aan de Voorstraat maximaal 8 evenementendagen per evenement en maximaal 5 evenementen per jaar, waarvan 3 incidentele/kortdurende en 2 omvangrijke/luidruchtige evenementen, toe te laten.
De omvangrijke/luidruchtige evenementen betreffen het Lentespektakel en Koningsdag. Dit betreft een evenement van 8 dagen met een kermis, een vrijmarkt voor kinderen, kleine braderie en activiteiten met muziek op Koningsdag. Tijdens het Lentespektakel worden maximaal 800 bezoekers per etmaal toegestaan.
Tijdens de resterende 5 dagen per kalenderjaar zijn kleinschaligere evenementen toegestaan.
Voor alle evenementen geldt dat het evenement op een dag voor een werkdag uiterlijk om 23:00 uur beëindigd dient te worden en uiterlijk om 24:00 uur op een dag voor een vrije dag of feestdag.
Parkeerterrein aan de Blijklaan
Met dit bestemmingsplan wordt geregeld dat op 3 evenementendagen per kalenderjaar het Zomerspektakel mogelijk is. Dit betreft een omvangrijk evenement. Het Zomerspektakel vindt plaats op het grasveld gelegen ten oosten van de Warinschool aan de Blijklaan, op een vrijdag, zaterdag en zondag. Op de drukst bezochte dag worden, verspreid over de hele dag, ca. 2.000 tot 3.000 mensen verwacht, terwijl het maximum aantal personen dat tegelijkertijd aanwezig zal zijn ca. 200-400 personen bedraagt.
De ijsbaan is 6 weken per jaar, 7 dagen per week open. De ijsbaan wordt op maandag tot en donderdag niet als evenement beschouwd. Op enkele weekenddagen vinden, verspreid over de 6 weken, evenementen bij de ijsbaan plaats onder de naam 'Nederhorst on Ice'. Bij de ijsbaan worden maximaal 12 evenementendagen per jaar toegelaten. Gezamenlijk worden de evenementendagen bij de ijsbaan als één langdurig evenement beschouwd. Op een evenementendag worden ca. 300-400 mensen verwacht, tot een maximum van 800 personen op enkele dagen. In de ijshal vinden verspreid over de weken activiteiten plaats, zoals 'disco on ice', livemuziek of curling. De ijsbaan heeft afwisselende openingstijden tussen 09:00 en 24:00 uur, afhankelijk van de dag en het soort activiteit.
Het voorliggende bestemmingsplan maakt het gebruik van de gronden aan de Blijklaan voor en de bouw van een seizoensgebonden bouwwerk (november - februari) mogelijk. Dit seizoensgebonden bouwwerk (tent) mag gebruikt worden voor een ijsbaan, met de verkoop van voedsel en drank (koek en zopie).
Tijdens de resterende 5 dagen per kalenderjaar zijn kleinschaligere evenementen toegestaan.
Voor alle evenementen geldt dat het evenement op een dag voor een werkdag uiterlijk om 23:00 beëindigd dient te worden en uiterlijk om 01:00 uur op een dag voor een vrije dag of feestdag.
Tijdens de 5 resterende dagen per kalenderjaar zijn kleinschaligere evenementen toegestaan.
5 Milieu- En Omgevingsaspecten
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, ecologie, etc.) van het plan. Het voorliggende bestemmingsplan richt zich uitsluitend op het juridisch-planologisch reguleren van twee evenemententerreinen.
In het onderliggend bestemmingsplan worden in de navolgende paragrafen de aspecten geluid, ecologie en verkeer en parkeren nader behandeld. Door de planologische wijziging treden er geen wezenlijke gevolgen op voor de aspecten bodem, archeologie, cultuurhistorie, externe veiligheid en luchtkwaliteit op. Wel zijn deze omgevingsaspecten hieronder kort beschouwd.
Bodem
Met de beoogde ontwikkeling is er geen sprake van een wijziging naar een gevoeliger bodemgebruik ten opzichte van de huidige (planologische) situatie. De bodem wordt niet geroerd. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Archeologie en cultuurhistorie
Er zijn geen grondwerkzaamheden voorzien waarbij de bodem wordt geroerd, waardoor het uitgesloten is dat archeologische waarden als gevolg van het beoogde plan verloren gaan. Gezien het ontbreken van fysieke wijzigingen is er geen sprake van afbreuk van cultuurhistorische waarden.
Externe veiligheid
Met de beoogde ontwikkeling wordt geen kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object mogelijk gemaakt. Daarmee is het aspect externe veiligheid niet relevant voor de beoogde ontwikkeling.
Luchtkwaliteit
Uit het verkeersonderzoek (Goudappel, 1 juni 2023, bijlagen bij toelichting, bijlage 2) blijkt dat de evenementen zorgen voor een toename in de verkeersdruk met ca. 1.565 voertuigbewegingen per etmaal. Het project is daarmee aan te merken als een project van 'niet in betekenende mate'. Toetsing van het aspect luchtkwaliteit is daardoor niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is met behulp van de 'Atlas leefomgeving' gekeken naar de luchtkwaliteit in en rondom het plangebied. Bij het plangebied wordt ruimschoots voldaan aan de wettelijke grenswaarden van fijnstof en stikstofdioxide.
5.1 Milieueffectrapportage
De milieueffectrapportage (m.e.r.) is een hulpmiddel om bij diverse procedures het milieubelang een volwaardige plaats in de besluitvorming te geven. Een m.e.r. is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van publieke en private partijen die belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De m.e.r. is wettelijk verankerd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. Naast de Wet milieubeheer is het Besluit m.e.r. belangrijk om te kunnen bepalen of bij de voorbereiding van een plan of een besluit de m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Bij toetsing aan het Besluit m.e.r. zijn er vier mogelijkheden:
- het plan of besluit is direct m.e.r.-plichtig;
- het plan of besluit bevat activiteiten uit kolom 1 van onderdeel D, en ligt boven de (indicatieve) drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 ‘gevallen’, van onderdeel D. Het besluit moet eerst worden beoordeeld om na te gaan of er sprake is van m.e.r.-plicht: het besluit is dan m.e.r.-beoordelingsplichtig. Voor een plan in kolom 3 ‘plannen’ geldt geen m.e.r-beoordelingsplicht, maar direct een (plan-)m.e.r.-plicht;
- het plan of besluit bevat wel de activiteiten uit kolom 1, maar ligt beneden de drempelwaarden, zoals beschreven in kolom 2 ‘gevallen’, van onderdeel D: er dient in overleg met de aanvrager van het bijbehorende plan of besluit beoordeeld te worden of er aanleiding is voor het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling (als sprake is van een besluit) of het direct uitvoeren van een m.e.r. (als sprake is van een plan). Deze keuze wordt uiteindelijk in het bijbehorende plan of besluit gemotiveerd;
- de activiteit(en) of het betreffende plan en/of besluit worden niet genoemd in het Besluit m.e.r.: er geldt geen m.e.r.-(beoordelings)plicht.
Sinds 16 mei 2017 geldt er een directe werking van het Europees recht. Daarom is per 7 juli 2017 het gewijzigde Besluit m.e.r. in werking getreden. In de gewijzigde Besluit m.e.r. staat de nieuwe procedure voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling. Voor elke aanvraag, waarbij een vormvrije m.e.r.-beoordeling aan de orde is, moet:
- door de initiatiefnemer een aanmeldingsnotitie worden opgesteld;
- het bevoegd gezag binnen 6 weken een m.e.r.-beoordelingsbesluit nemen. Dit besluit hoeft niet in de Staatscourant gepubliceerd te worden;
- de initiatiefnemer het (vormvrije) m.e.r.-beoordelingsbesluit bij de vergunningaanvraag voegen (artikel 7.28 Wet milieubeheer).
De artikelen 7.16 tot en met 7.20a Wm zijn in de nieuwe wetgeving voor alle in het Besluit m.e.r. genoemde activiteiten van de D-lijst van toepassing.
Planspecifiek
Uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2018:2414, 18 juli 2018) dat het antwoord op de vraag of er sprake is van een (wijziging van een) stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit milieueffectrapportage afhangt van de concrete omstandigheden van het geval, waarbij onder meer aspecten als aard en omvang van de voorziene wijzigingen van de stedelijke ontwikkeling een rol spelen. Daarbij mogen de bestaande planologische mogelijkheden worden meegewogen bij de vraag of er sprake is van een stedelijke ontwikkeling.
Met het voorliggende plan worden twee evenemententerreinen geregeld. Er is nauwelijks sprake van een toename in de bebouwingsmogelijkheden vergeleken met de bestaande (planologische) situatie, omdat er uitsluitend een seizoensgebonden bouwwerk mogelijk wordt gemaakt. Gelet op de aard en de omvang van de beoogde ontwikkeling kan gesteld worden dat er geen sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject. Dit betekent dat het Besluit milieueffectrapportage niet van toepassing is en dat er geen m.e.r.-(beoordelings)plicht geldt.
Desondanks zijn in het kader van dit ruimtelijk plan de belangrijkste milieuaspecten, waaronder geluid, ecologie en verkeer en parkeren, in beeld gebracht. Hieruit is niet gebleken dat er sprake is van een ontwikkeling die een forse invloed heeft op het milieu. Belangrijke milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. De huidige onderzoeken geven voldoende inzicht in de milieugevolgen om een gewogen besluit omtrent dit ruimtelijke plan te nemen.
5.2 Geluid
Voor evenementen met een luidruchtig karakter bestaan geen landelijk geldende geluidnormen. Wat aanvaardbaar wordt geacht, is ter beoordeling van het lokale gezag. Bij de invulling van het geluidniveau dat voor een luidruchtig evenement aanvaardbaar wordt geacht maken lokale bestuursorganen in de praktijk veelal gebruik van de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter' van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg van januari 1996.
Nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter'
In het nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter' van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg zijn maximaal aanvaardbare geluidbelastingen opgenomen. Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 à 25 dB(A) leidt deze benadering tot maximaal toelaatbare gevelbelastingen voor hinder/spraakverstaanbaarheid (één minuut LAeq) zoals in de onderstaande tabel is weergegeven.

Normering op basis van hinder/spraakverstaanbaarheid (één minuut LAeq)
Een dagperiode loopt van 07:00-19:00 uur, de avond van 19:00-23:00 uur en de nacht van 23:00-07:00 uur. Met betrekking tot de onderscheiden perioden van het etmaal waarover de beoordeling plaats vindt is het gebruikelijk en lijkt het verdedigbaar, dat voor dagen waarop een vrije dag volgt het tijdstip waarop de normstelling voor de nachtperiode ingaat, met 1 of 2 uur wordt verschoven naar respectievelijk 24.00 en 01.00 uur.
Evenementenbeleid gemeente Wijdemeren
Voor evenementen is sinds 2014 in het evenementenbeleid van de gemeente Wijdemeren een algemene geluidnorm gehanteerd voor alle evenementen. In het Evenementenbeleid 2019-2022 van de gemeente Wijdemeren zijn deze geluidnormen overgenomen. Voor een evenement geldt volgens het evenementenbeleid Wijdemeren 2019-2022 een maximaal geluidbelasting van 80 dB(A) en 95 dB(C) op de gevels van geluidgevoelige objecten. dB(A) gaat over de gemiddelde gehoorde geluidsterkte van alle toonhoogtes. Lage tonen dringen verder door en om deze reden wordt er ook dB(C) gemeten. Dit is een gemiddelde van toonhoogtes waar lage tonen sterker zijn.
Planspecifiek
De beoogde ontwikkeling ziet toe op het planologisch mogelijk maken van evenementen. Omdat evenementen voor geluidoverlast kunnen zorgen, dient het volgende vastgesteld te worden:
- bij woningen in de omgeving een goed woon- en leefklimaat is gewaarborgd;
- de evenemententerreinen niet worden beperkt in hun mogelijkheden als gevolg van de aanwezigheid van woningen in de omgeving.
Om het bovenstaande vast te kunnen stellen, is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Adviesburo Van der Boom, 8 juni 2023, bijlagen bij toelichting, bijlage 1). Daartoe zijn de activiteiten gemodelleerd en is de geluidbelasting op de omgeving berekend. Vervolgens is bezien welke normstelling passend is. De maatgevende activiteiten op de evenemententerreinen omvatten:
- Lentespektakel (Voorstaat): kermis: lokale bandjes, kindervrijmarkt, braderie en diverse evenementen voor alle leeftijden.
- Nederhorst on Ice (Blijklaan): overdekte ijsbaan met luxe koek en zopie.
- Zomerspektakel (Blijklaan): jaarmarkt, kerkdienst, sportieve evenementen, spectaculaire attractie, muzikale optredens, (kinder)attracties en sprinttriatlon.
Muziek zal maatgevend zijn voor de geluidbelasting op de omgeving.
Resultaten
- Lentespektakel
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT ten gevolge van de maatgevende muziekactiviteiten tijdens dit evenement bedraagt in de immissiepunten 1-11 bij de woningen hooguit 79 dB(A) overdag, 80 dB(A) in de avond en 62 dB(A) in de nacht. Muziekgeluid op de podia is maatgevend in alle punten, de bijdrage van het publiek is beperkt. Muziek ten gevolge van de kermis leidt overdag, in de avond en in de nacht tot een geluidbelasting van 72 dB(A). Het op- en afbouwen op het terrein leidt tot een geluidbelasting van hooguit 60 dB(A) (worst case).
- Nederhorst on Ice
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT ten gevolge van de maatgevende muziekactiviteiten tijdens Nederhorst on Ice bedraagt in de immissiepunten 21-27 bij de woningen hooguit 77 dB(A) overdag, 77 dB(A) in de avond en 52 dB(A) in de nacht. Muziekgeluid op de podia is overdag en in de avond maatgevend in alle punten, de bijdrage van het publiek is beperkt. Muziek ten gevolge van de ijsbaan leidt in de nacht tot een geluidbelasting van hooguit 52 dB(A). Deze waarde geldt ook in de dag en avond wanneer er geen podium met live muziek is. Het op- en afbouwen op het terrein leidt tot een geluidbelasting van hooguit 52 dB(A) overdag en 53 dB(A) in de avond (worst case).
- Nederhorst on Ice
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT ten gevolge van de maatgevende muziekactiviteiten tijdens Nederhorst on Ice bedraagt in de immissiepunten 21-27 bij de woningen hooguit 50 dB(A) overdag, 53 dB(A) in de avond en 52 dB(A) in de nacht. Muziekgeluid in de tent van de ijsbaan is maatgevend in alle punten. De bijdrage van het publiek is beperkt. Het op- en afbouwen op het terrein leidt tot een geluidbelasting van hooguit 52 dB(A) overdag en 53 dB(A) in de avond (worst case).
- Zomerspektakel
Tijdens het Zomerspektakel wordt naar berekening voldaan aan de hierboven genoemde norm, behalve tijdens livemuziek op het podium. Mogelijke beperking van hinder tijdens het Zomerspektakel kan worden gerealiseerd via begrenzing van het muziekgeluidniveau op het podium, de positionering van het podium en/of het soort muziek dat op het podium gespeeld wordt. Hieromtrent kunnen via een evenementenvergunning voorwaarden worden opgenomen.
- Maximale geluidniveaus
De maximale geluidniveaus LAmax ten gevolge van het maatgevende op- en afbouwen bedragen in de immissiepunten bij de woningen tijdens het Lentespektakel hooguit 97 dB(A) overdag en tijdens Nederhorst on Ice en het Zomerspektakel 91 dB(A) in de dag en avond.
De maximale geluidniveaus ten gevolge van publiek en muziek liggen tijdens het Lentespektakel niet hoger dan 75 dB(A) (dag, avond en nacht) en tijdens Nederhorst on Ice en het Zomerspektakel op hooguit 69 dB(A) (dag, avond en nacht).
Maatregelen en normstelling
De geluidbelasting wordt volledig bepaald door muziekgeluid in het onderzochte (maximale geval) ten gevolge van de podia op de terreinen. Uitgegaan is van een redelijk volume passend bij de evenementen.
Bij de normstelling buiten voor de gevels kan in de situatie rond het evenemententerrein uitgegaan worden van een worst case geluidwering van de gevels van 20 dB(A). Op basis daarvan kan een ‘voorkeursnorm' voor het invallende muziekgeluidniveau worden gesteld van 70 dB(A) buiten voor de gevels voor een muziekevenement tot uiterlijk 01:00 uur en 40 dB(A) in de nacht – dat wil zeggen na 01:00 uur – in verband met slaapverstoring.
Wanneer het muziekgeluidniveau op de podia wordt beperkt (tot een bronvermogen van 107 tot 110 dB(A) tijdens respectievelijk het Lentespektakel en het Zomerspektakel) kan aan de eis van 70 dB(A) bij de woninggevels worden voldaan.
Mogelijke beperking van hinder tijdens het Zomerspektakel kan worden gerealiseerd door beperking van tijden voor zowel muziek als op- en afbouw. Ook kan overwogen het podium met livemuziek 90° te draaien. Aan een eis van 70 dB(A) kan dan bij alle woningen (nagenoeg) worden voldaan.
In de regels van het voorliggende bestemmingsplan is vastgelegd wat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op geluidgevoelige objecten in de omgeving mag zijn. Daarbij is uitgegaan van maximaal 70 dB(A) en 90 dB(C). De dB(C) waarden liggen bij muziek veelal ca. 20 dB hoger dan de dB(A) waarden.
Met inachtneming van het voorgaande is er sprake van een acceptabel hinderniveau bij de woningen in de omgeving. In het kader van de evenementenvergunning zal bij ieder evenement afzonderlijk beoordeeld worden of er sprake is van een acceptabel hinderniveau. In de evenementenvergunning zullen specifieke regels vastgelegd worden omtrent het geluidsniveau, opdat sprake is van een acceptabel hinderniveau bij geluidgevoelige objecten in de omgeving.
5.3 Ecologie
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Ter bescherming van de natuurwaarden is per 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming (Wnb) van toepassing. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingsweg 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet. Doel van de Wet natuurbescherming is drieledig:
- bescherming van de biodiversiteit in Nederland;
- decentralisatie van verantwoordelijkheden;
- vereenvoudiging van regels.
Gebiedsbescherming
Wat betreft de gebiedsbescherming richt de Wet natuurbescherming zich op de bescherming van Natura 2000-gebieden. Per Natura 2000-gebied zijn (instandhoudings)doelen (voor soorten en vegetatietypen) opgesteld. Iedereen die vermoedt of kan weten dat zijn handelen of nalaten, gelet op de instandhoudingdoelen, nadelige gevolgen voor een Natura 2000-gebied kan hebben, is verplicht deze handelingen achterwege te laten of te beperken.
Naast de bescherming vanuit de Wet natuurbescherming is in hat kader van de gebiedsbescherming het Natuurnetwerk Nederland (NNN) van belang. Het NNN vormt een samenhangend netwerk van belangrijke natuurgebieden in Nederland en omvat bestaande natuurgebieden, nieuwe natuurgebieden en ecologische verbindingszones. Het NNN draagt bij aan het bereiken van de hoofddoelstelling van het Nederlandse natuurbeleid, namelijk: 'Natuur en landschap behouden, versterken en ontwikkelen, als bijdrage aan een leefbaar Nederland en een duurzame samenleving'. Hiertoe zijn de volgende uitgangspunten van belang:
- vergroten: het areaal natuur uitbreiden en zorgen voor grotere aaneengesloten gebieden;
- verbinden: natuurgebieden zoveel mogelijk met elkaar verbinden;
- verbeteren: de omgeving zo beïnvloeden dat in natuurgebieden een zo hoog mogelijke natuurkwaliteit haalbaar is.
Soortenbescherming
De Wet natuurbescherming is gericht op het bereiken of herstellen van een gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten. Op basis van de wet zijn activiteiten die schadelijk zijn voor beschermde dier- en plantsoorten verboden. Waar de voormalige Flora- en faunawet echter uitging van drie beschermingsniveaus, verdeelt de Wet natuurbescherming beschermde soorten in twee groepen:
- strikt beschermde soorten waaronder soorten uit de Vogel- en Habitatrichtlijn;
- andere soorten, bijvoorbeeld uit de Rode Lijst.
Ten opzichte van de Flora- en faunawet zijn circa 200 soorten (vooral vaatplanten en vissen) niet langer beschermd en zijn enkele bedreigde soorten (met name bepaalde vlinders en vaatplannen) toegevoegd.
Planspecifiek
De beoogde ontwikkeling ziet toe op het juridisch-planologisch mogelijk maken van evenementen. De locatie aan de Voorstraat is momenteel volledig verhard. De locatie aan de Blijklaan betreft deels een kortgemaaid grasveld en deels een parkeerterrein. Het beoogde plan heeft geen invloed op beschermde flora en fauna. Het plangebied bevindt zich ook niet in de nabijheid van het Natuurnetwerk Nederland of een Bijzonder Provinciaal Landschap. Wel bevindt het plangebied zich op een korte afstand van een Natura 2000-gebied. Een evenement is echter tijdelijk van aard. Gezien beperkte grootte van de evenementen, de lokale schaal en het ontbreken van stikstofgevoelige habitattypen in de omgeving, worden significante effecten op Natura 2000-gebieden niet verwacht en wordt het uitvoeren van een stikstofberekening in het kader van het voorliggende bestemmingsplan niet nodig geacht.
Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het voorliggende bestemmingsplan uitvoerbaar is vanuit het aspect ecologie.
5.4 Verkeer En Parkeren
In het kader van het aspect verkeer en parkeren dient er op beide evenemententerreinen sprake te zijn van een acceptabele parkeerbezetting en verkeerssituatie. Derhalve is er voor de planlocatie een onderzoek uitgevoerd (Goudappel, 1 juni 2023, bijlagen bij toelichting, bijlage 2).
Verkeer
Op basis van de maximale invulling is de verkeersgeneratie bepaald. De verkeersdruk op de Voorstraat neemt slechts beperkt toe. De verkeersdruk op de Blijklaan neemt toe tot circa 1.200 motorvoertuigbewegingen per etmaal. De verkeersveilige wegvakcapaciteit is 2.000 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Er is daarmee sprake van een acceptabele verkeerssituatie.
Meer bezoekers dan het bovenstaande zijn in theorie mogelijk. De organisator moet dan door middel van een vervoersplan aantonen op welke wijze bezoekers op afstand kunnen parkeren en met collectief vervoer naar het evenement worden gebracht. Het organiseren van collectief vervoer is in een dergelijk geval noodzakelijk, omdat de kwaliteit van het openbaar vervoer beperkt is. In het kader van de evenementenvergunning zal beoordeeld worden of een vervoersplan nodig is en welke eisen hieraan gesteld worden. Als dit benodigd is, zal de aanvrager een vervoersplan op moet stellen, dat vervolgens door de gemeente beoordeeld zal worden.
Parkeren
Uit het door Goudappel uitgevoerde onderzoek blijkt dat het aantal beschikbare parkeerplaatsen in de omgeving van de Voorstraat beperkt is. Gelet op het lokale karakter van de evenementen op het plein bij de Voorstraat komen veel bezoekers per fiets of te voet. Fietsparkeren is mogelijk op speciaal daarvoor aangegeven plaatsen waar hekken zijn geplaatst waartegen de fietsen kunnen worden geparkeerd. De ervaring van voorgaande jaren leert dat een capaciteit van 200 fietsparkeerplaatsen voldoende is. Indien fietsen buiten de aangewezen plaatsen worden geparkeerd, worden deze op initiatief van de organisatie verwijderd.
Als gevolg van het evenement Nederhorst On Ice vervalt een deel van de parkeercapaciteit op het terrein van Blijklaan. De restcapaciteit rondom de Blijklaan bedraagt op zaterdagmiddag en -avond respectievelijk 87 en 59 parkeerplaatsen. Het aantal beschikbare parkeerplaatsen in het gebied rondom de Blijklaan is groter dan in de omgeving van de Voorstraat. Aan de Blijklaan is fietsparkeren tevens mogelijk. De ervaring uit het verleden leert dat de capaciteit voldoende is.
Conclusie
Gezien het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het aspect verkeer en parkeren geen belemmering vormt voor het beoogde plan.
6 Juridische Toelichting
6.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
6.2 Wijze Van Bestemmen
Navolgend worden per artikel kort de belangrijkste aspecten weergegeven.
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze bepaling zijn omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Begripsbepalingen zijn alleen nodig voor begrippen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
Artikel 2 Administratieve bepaling
De administratieve bepaling van artikel 2 is van toepassing op gronden met de aanduiding 'overige zone - administratieve bepaling', die is opgenomen voor beide evenemententerreinen. Met artikel 2 is geregeld dat de regelingen bij de aanduidingen 'overige zone - evenementen 1' en 'overige zone - evenementen 2' de aanvullingen ten opzichte van het bestemmingsplan zijn en dat de overige regels blijven gelden.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Deze regel is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Artikel 4 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel wordt verwezen naar de aanduidingen die zijn opgenomen voor de twee evenemententerreinen, te weten 'overige zone - evenementen 1' en 'overige zone - evenementen 2'. Voor beide terreinen zijn regels opgenomen met betrekking tot het maximum aantal evenementendagen per evenement, het maximum aantal evenementen per jaar, het maximum aantal bezoekers en de maximale duur van evenementen per evenementendag. Tevens is in de regels de eindtijd van een evenement opgenomen.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
In deze regels wordt vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht voor bebouwing en gebruik.
Artikel 6 Slotregel
Als laatste wordt de slotregeling opgenomen. Deze regeling bevat zowel de titel van het plan als de vaststellingsregeling.
7 Uitvoerbaarheid
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro, kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planspecifiek
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen (nieuw) bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro mogelijk. Voor de gemeente zijn er geen kosten verbonden aan de betreffende planologische wijziging. Er is daarmee geen verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan of het anderszins verzekeren van de gemeentelijke kosten.
7.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
7.2.1 Algemeen
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub c Wro overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
Een ontwerp bestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens de dag na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
7.2.2 Vooroverleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Bro is het bestemmingsplan voorgelegd aan de relevante vooroverlegpartners. De vooroverlegpartners hebben geen reacties ingediend.
7.2.3 Zienswijzen
Het ontwerp bestemmingsplan heeft met ingang van 20 juli 2023 gedurende een termijn van 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode is één zienswijze ingediend. Deze zienswijze is in de nota van beantwoording zienswijzen samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien (gemeente Wijdemeren, 25 september 2023, bijlagen bij toelichting, bijlage 3).