KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouw
Artikel 4 Agrarisch - Komgronden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Dijkzone
Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Oeverwallen
Artikel 7 Bedrijf
Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch Verwant
Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 10 Cultuur En Ontspanning
Artikel 11 Detailhandel
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Groen - Landschappelijke Inpassing
Artikel 14 Horeca
Artikel 15 Kantoor
Artikel 16 Maatschappelijk
Artikel 17 Natuur
Artikel 18 Recreatie
Artikel 19 Sport
Artikel 20 Verkeer
Artikel 21 Verkeer - Railverkeer
Artikel 22 Water
Artikel 23 Wonen
Artikel 24 Leiding - Gas
Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 26 Leiding - Riool
Artikel 27 Waarde - Archeologie 1
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
Artikel 30 Waarde - Archeologie 4
Artikel 31 Waarde - Archeologie 5
Artikel 32 Waarde - Archeologie 6
Artikel 33 Waterstaat - Waterkering
Artikel 34 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 35 Overgangsrecht
Artikel 36 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planverbeteringen
2.1 Inleiding
2.2 Aanpassingen Regels
2.3 Watergangen
2.4 Dubbelbestemming 'Leiding - Gas' (Gasunie)
2.5 Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' (1 T/m 6)
2.6 Functieaanduidingen
2.7 Herstellen Onvolkomenheden
Hoofdstuk 3 Nieuwe Ontwikkelingen
3.1 Inleiding
3.2 Verleende Omgevingsvergunningen
3.3 Particuliere Verzoeken
Hoofdstuk 4 Beleid En Sectorale Aspecten
4.1 Inleiding
4.2 Rijks-, Provinciaal, Regionaal En Gemeentelijk Beleid
4.3 Randvoorwaarden
Hoofdstuk 5 Juridische Opzet
5.1 Herziene Onderdelen
Hoofdstuk 6 Haalbaarheid
6.1 Economische Haalbaarheid
6.2 Maatschappelijke Haalbaarheid
Hoofdstuk 7 Procedure
7.1 De Te Volgen Procedure
7.2 Vaststelling
Bijlage 1 Inpassingsplan Karstraat 27
Bijlage 2 Sloop Kassen Karstraat 38
Bijlage 3 Monumenten
Bijlage 1 Voorbeelden Vergelijking Bestemming Water Met Legger
Bijlage 2 Beleid Functieverandering Buitengebied
Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen

Buitengebied Lingewaard eerste herziening

Bestemmingsplan - gemeente Lingewaard

Vastgesteld op 18-05-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

Op het plan zijn de begrippen behorende bij het moederplan, zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant, van toepassing.

1.1 moederplan

het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' met identificatienummer 'NL.IMRO.1705.60-VG01', aldus vastgesteld door de gemeente Lingewaard d.d. 31 oktober 2013.

1.2 plan:

het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 1e herziening' met identificatienummer NL.IMRO.1705.168-VG02 van de gemeente Lingewaard;

1.3 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

De begripsomschrijving van het begrip publieksgerichte bedrijfsactiviteit aan huis wordt verwijderd:

1.4 publieksgerichte bedrijfsactiviteit aan huis:

een publieksgerichte bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksaantrekkend zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een (bedrijfs-)woning en/of daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;

De begripsomschrijving van het begrip woon-/werkeenheid wordt toegevoegd:

1.5 woon-/werkeenheid:

een ruimte, in combinatie met een woning, waarin een al dan niet publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis wordt uitgeoefend;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in artikel 2 van het moederplan zoals genoemd in 1.1.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouw

Hiervoor gelden de regels in artikel 3 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 3.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen.

Artikel 4 Agrarisch - Komgronden

Hiervoor gelden de regels in artikel 4 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 4.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen.

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden - Dijkzone

Hiervoor gelden de regels in artikel 5 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. in artikel 5.1.1 wordt onder sub q toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding 'rijbak' een rijbak met een maximaal oppervlakte van 1.000 m²;
  2. b. artikel 5.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen;
  3. c. artikel 5.7.4 wordt als volgt in zijn geheel gewijzigd:

5.7.4 Extra woningen bij sloop van bedrijfsbebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming 'Wonen', alsmede de bestemming 'Agrarisch met waarden - Dijkzone' zonder bouwvlak, waarbij de bouw van één of twee extra woningen wordt toegestaan, in verband met sloop van voormalige agrarisch bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw';
  2. b. er wordt een passend bestemmingsvlak 'Wonen' toegekend; voor de overige gronden geldt dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt verwijderd;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 750 m² tot 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  4. d. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  5. e. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt dat de gesloopte oppervlakte ook geheel of gedeeltelijk afkomstig kan zijn van gronden, gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch - Komgronden';
  6. f. alle overtollige agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  7. g. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  8. h. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  9. i. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  10. j. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
  11. k. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  12. l. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  13. m. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  14. n. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  15. o. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

d. artikel 5.7.5 wordt als volgt in zijn geheel gewijzigd:


5.7.5 Omschakeling van glastuinbouw naar wonen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van de glastuinbouw omzetten van een agrarisch bouwvlak met de aanduiding 'glastuinbouw' in de bestemming 'Wonen' waarbij de bouw van één of twee extra woningen wordt toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarde:

  1. a. er wordt een passend bestemmingsvlak 'Wonen' toegekend; voor de overige gronden geldt dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt verwijderd;
  2. b. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.000 m² en maximaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand gebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  4. d. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt dat de gesloopte oppervlakte ook geheel of gedeeltelijk afkomstig kan zijn van gronden, gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch - Komgronden';
  5. e. alle overtollige glasopstanden, agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  6. f. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  7. g. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  8. h. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  9. i. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
    4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-omgevingsvergunning extensiveringsgebied' zijn bij voormalige bedrijfswoning glasopstanden toegestaan voor hobbymatig gebruik met dien verstande dat de totale oppervlakte aan bijgebouwen (inclusief het glas), maximaal 150 m². Hiertoe wordt binnen de bestemming 'Wonen' de aanduiding 'glastuinbouw' opgenomen;
  10. j. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  11. k. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  12. l. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  13. m. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  14. n. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

Artikel 6 Agrarisch Met Waarden - Oeverwallen

Hiervoor gelden de regels in artikel 6 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. in artikel 6.1.1 wordt onder q toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' een parkeerterrein;
  2. b. in artikel 6.1.1 wordt onder r toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding 'schuur' een schuur;
  3. c. artikel 6.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen;
  4. d. artikel 6.7.4 wordt als volgt in zijn geheel gewijzigd:

    6.7.4 Extra woningen bij sloop van bedrijfsbebouwing
    Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming 'Wonen', alsmede de bestemming 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' zonder bouwvlak, waarbij de bouw van één of twee woningen wordt toegestaan, in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1. a. de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'glastuinbouw' en 'reserveconcentratiegebied';
  2. b. er wordt een passend bestemmingsvlak 'Wonen' toegekend; voor de overige gronden geldt dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt verwijderd;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 750 m² tot 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  4. d. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  5. e. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt dat de gesloopte oppervlakte ook geheel of gedeeltelijk afkomstig kan zijn van gronden, gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch - Komgronden';
  6. f. alle overtollige agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  7. g. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  8. h. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  9. i. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  10. j. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
  11. k. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  12. l. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  13. m. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  14. n. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  15. o. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

d. artikel 6.7.5 wordt als volgt in zijn geheel gewijzigd:

6.7.5 Omschakeling van glastuinbouw naar wonen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van de glastuinbouw omzetten van een agrarisch bouwvlak met de aanduiding 'glastuinbouw' in de bestemming 'Wonen' waarbij de bouw van één of twee extra woningen wordt toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'reserveconcentratiegebied';
  2. b. er wordt een passend bestemmingsvlak 'Wonen' toegekend; voor de overige gronden geldt dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt verwijderd;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.000 m² en maximaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand gebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  4. d. ter compensatie van de sloop van minimaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  5. e. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt dat de gesloopte oppervlakte ook geheel of gedeeltelijk afkomstig kan zijn van gronden, gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch - Komgronden';
  6. f. alle overtollige glasopstanden, agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  7. g. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  8. h. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  9. i. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  10. j. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
    4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-omgevingsvergunning extensiveringsgebied' is bij voormalige bedrijfswoning glasopstanden toegestaan voor hobbymatig gebruik met dien verstande dat de totale oppervlakte aan bijgebouwen (inclusief glasopstanden), maximaal 150 m². Hiertoe wordt binnen de bestemming 'Wonen' de aanduiding 'glastuinbouw' opgenomen;
  11. k. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  12. l. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  13. m. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  14. n. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  15. o. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

Artikel 7 Bedrijf

Hiervoor gelden de regels in artikel 7 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 7.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen.

Artikel 8 Bedrijf - Agrarisch Verwant

Hiervoor gelden de regels in artikel 8 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. in artikel 8.1.2 over a wordt verwijderd uit de tabel:
Afkorting Aanduiding Aard van activiteit Adres Kern
(sb-38) specifieke vorm van bedrijf - 38 hoveniersbedrijf met kleinschalig grondverzet Kampsestraat 55 Angeren
  1. b. artikel 8.5.2 'mantelzorg' komt te vervallen.

Artikel 9 Bedrijf - Nutsvoorziening

Hiervoor gelden de regels in artikel 9 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 10 Cultuur En Ontspanning

Hiervoor gelden de regels in artikel 10 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. als artikel 10.3 'Afwijken van de gebruiksregels' wordt het volgende toegevoegd:

10.3.1 Recreatieve activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie', door middel van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 10.1 voor het toestaan van recreatieve activiteiten in de vorm van:

  1. a. bed & breakfast, mits:
    1. 1. opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing;
    2. 2. het aantal slaapplaatsen maximaal 20 stuks bedraagt;
    3. 3. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    4. 4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
    6. 6. het bepaalde in artikel 10.1.1 sub d in acht wordt genomen;
  2. b. groepsaccommodatie, mits:
    1. 1. opgericht binnen de op het moment van het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande bebouwing;
    2. 2. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    3. 3. de brandweer is gehoord omtrent de brandveiligheid;
    4. 4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
    5. 5. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
    6. 6. het bepaalde in artikel 10.1.1 sub d in acht wordt genomen.

Artikel 11 Detailhandel

Hiervoor gelden de regels in artikel 11 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 12 Groen

Hiervoor gelden de regels in artikel 12 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 13 Groen - Landschappelijke Inpassing

Hiervoor gelden de regels in artikel 13 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 14 Horeca

Hiervoor gelden de regels in artikel 14 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 15 Kantoor

Hiervoor gelden de regels in artikel 15 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 16 Maatschappelijk

Hiervoor gelden de regels in artikel 16 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 17 Natuur

Hiervoor gelden de regels in artikel 17 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 18 Recreatie

Hiervoor gelden de regels in artikel 18 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 19 Sport

Hiervoor gelden de regels in artikel 19 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 20 Verkeer

Hiervoor gelden de regels in artikel 20 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 21 Verkeer - Railverkeer

Hiervoor gelden de regels in artikel 21 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 22 Water

Hiervoor gelden de regels in artikel 22 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 23 Wonen

Hiervoor gelden de regels in artikel 23 van het moederplan zoals genoemd in 1.1. voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. aan artikel 23.1.1 wordt als sub a onder 5 toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal m² bijgebouwen' maximaal het ter plaatse aangegeven aantal vierkante meters aan bijgebouwen toegestaan en uitsluitend in de bestaande bouwwijze;
  2. b. aan artikel 23.1.1 wordt als sub a onder 6 toegevoegd: ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn slechts gestapelde woningen toegestaan;
  3. c. aan artikel 23.1.2 onder a wordt in de tabel het volgende gewijzigd:
Afkorting Aanduiding Aard van activiteit Adres Kern
(sw-31) specifieke vorm van wonen - 31 tuintechniekbedrijf Diepenstraat 4 Angeren
  1. d. aan artikel 23.1.2 onder a wordt in de tabel het volgende gewijzigd:
Afkorting Aanduiding Aard van activiteit Adres Kern
(sw-37) specifieke vorm van wonen - 37 kano- en fietsverhuur Koffiemolen 1 Doornen-burg
  1. e. aan artikel 23.1.2 onder a wordt aan de tabel toegevoegd:
Afkorting Aanduiding Aard van activiteit Adres Kern
(sw-45) specifieke vorm van wonen - 45 opslagruimte van maximaal 150 m² Karstraat 27 Huissen
  1. f. aan artikel 23.2 wordt sublid 23.2.7 toegevoegd met de volgende voorwaardelijke verplichting:

23.2.7 Sloop kassen en inpassing (voorwaardelijk bepaling)

Karstaat 27

De uitbreiding van de woning en realisatie van de opslagruimte ter plaatse van de locatie Karstraat 27 mag uitsluitend gebouwd en als zodanig gebruikt worden nadat de bestaande kassen gesloopt worden en de gronden worden ingericht comform het in bijlage 1 opgenomen inrichtingsplan.

Karstaat 38

De bestaande woning ter plaatse van de locatie Karstraat 38 mag uitsluitens als zodanig worden gebruikt, nadat het meerdere aan kas boven de 150 m² wordt gesloopt zoals aangeduid in bijlage 2.

  1. g. artikel 23.5.1 'mantelzorg' komt te vervallen;
  2. h. artikel 23.6.1 sub d wordt als volgt gewijzigd: de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen niet wordt vergroot;
  3. i. aan artikel 23.6.1 wordt als sub h toegevoegd: de oppervlakte van de bijgebouwen behorend bij de gesplitste woningen maximaal 75 m² per woning bedraagt;
  4. j. artikel 23.6.2 wordt als volgt in zijn geheel gewijzigd:

    23.6.2 Extra woningen bij sloop van bedrijfsbebouwing
    Burgemeester en wethouders kunnen bij voormalige bedrijven (al dan niet agrarisch) de bestemming van de gronden wijzigen, waarbij de bouw van één of twee extra woningen wordt toegestaan, in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
  1. a. de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied reserveconcentratiegebied', danwel ter plaatse van de aanduiding ;wro-zone-wijzigingsgebied intensiveringsgebied';
  2. b. ter compensatie van de sloop van minimaal 750 m² tot 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.500 m² voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  4. d. alle overtollige agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  5. e. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  6. f. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  7. g. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  8. h. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
  9. i. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  10. j. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  11. k. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  12. l. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  13. m. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;
  14. n. de regels van de bestemming Artikel 23 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.

h. artikel 23.6.3 wordt als volgt toegevoegd:

23.6.3 Extra woningen bij sloop glasopstanden en bedrijfsbebouwing
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging van voormalige glastuinbouwbedrijven de bestemming van de gronden wijzigen, waarbij de bouw van één of twee extra woningen wordt toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarde:

  1. a. de wijzigingsbevoegdheid is niet toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'intensiveringsgebied' en 'reserveconcentratiegebied';
  2. b. er wordt een passend bestemmingsvlak 'Wonen' toegekend; voor de overige gronden geldt dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt verwijderd;
  3. c. ter compensatie van de sloop van minimaal 1.000 m² en maximaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing, mogen worden opgericht:
    1. 1. één woning in één bestaand gebouw of
    2. 2. één woning in een nieuw gebouw;
  4. d. ter compensatie van de sloop van minimaal 8.000 m² glasopstanden en voormalige bedrijfsgebouwen en/of bijgebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, mogen worden opgericht:
    1. 1. maximaal twee woningen in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw of
    2. 2. één woning in één bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw en maximaal één vrijstaande woning of
    3. 3. maximaal twee nieuwe vrijstaande woningen;
  5. e. alle overtollige glasopstanden, agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfsbebouwing dienen gesloopt te worden met uitzondering van de karakteristieke bedrijfsgebouwen en bebouwing;
  6. f. de oppervlakte van te slopen bedrijfsgebouwen tellen uitsluitend mee voor de oppervlakte zoals bedoeld in het bepaalde onder a en b voor zover deze gebouwen gedurende minimaal drie jaar agrarisch in gebruik zijn geweest;
  7. g. de nieuw te realiseren vrijstaande woningen mogen een inhoud hebben van maximaal 850 m³;
  8. h. de nieuw te realiseren woningen in een bestaand bedrijfsgebouw of bijgebouw mogen een inhoud hebben van minimaal 400 m³ en maximaal 1.100 m³;
  9. i. bijgebouwen bij de nieuw te realiseren woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
    1. 1. oppervlakte maximaal 75 m² per woning;
    2. 2. gebouwd op maximaal 25 m afstand van de nieuw te realiseren woning;
    3. 3. indien een bijgebouw bijdraagt aan de instandhouding van het agrarisch landschap en natuurbeheer, bijvoorbeeld door het hierin hobbymatig houden van dieren mag de totale oppervlakte van een bijgebouw maximaal 150 m² bedragen;
  10. j. oppervlakte bijgebouw voormalige bedrijfswoning bedraagt maximaal 75 m², dan wel de bestaande grotere oppervlakte tot maximaal 150 m²;
  11. k. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  12. l. er sprake is van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld. Een deel van de gronden kan ten behoeve van de landschappelijke inpassing worden aangeduid voor 'groen', waarbinnen bebouwing niet is toegestaan;
  13. m. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
  14. n. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
  15. o. de regels van de bestemming Artikel 23 'Wonen' zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24 Leiding - Gas

Hiervoor gelden de regels in artikel 24 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 24.1 wordt als volgt gewijzigd: De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
    1. 1. de aanleg en instandhouding van een afsluitervoorziening ten behoeve van een aardgastransportleiding;
    2. 2. ondergrondse en bovengrondse leidingen en bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    3. 3. bij deze bestemming behorende voorziening, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, erf- en terreinafscheidingen en groen.
  2. b. artikel 24.2 wordt als volgt gewijzigd:
    1. 1. uitsluitend zijn toegestaan gebouwen, geen bouwwerken zijnde, die ten dienste van de bestemming staan;
    2. 2. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 4 m;
    3. 3. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 3m.

Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Hiervoor gelden de regels in artikel 25 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 26 Leiding - Riool

Hiervoor gelden de regels in artikel 26 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 27 Waarde - Archeologie 1

Hiervoor gelden de regels in artikel 27 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 28 Waarde - Archeologie 2

Hiervoor gelden de regels in artikel 28 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 28.4.1 wordt als volgt gewijzigd: Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 28.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het ophogen van de bodem met meer dan 1 m;
    2. 2. grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het verlagen of afgraven van de bodem;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het aanbrengen of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
    6. 6. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
    7. 7. het aanleggen of rooien van bomen en beplanting;
    8. 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

Hiervoor gelden de regels in artikel 29 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 29.4.1 wordt als volgt gewijzigd: Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 29.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een (gebied met een) oppervlakte van meer dan 30 m²:
    1. 1. het ophogen van de bodem met meer dan 1 m;
    2. 2. grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het verlagen of afgraven van de bodem;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het aanbrengen of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
    6. 6. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
    7. 7. het aanleggen of rooien van bomen en beplanting;
    8. 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

Artikel 30 Waarde - Archeologie 4

Hiervoor gelden de regels in artikel 30 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 30.4.1 wordt als volgt gewijzigd: Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een (gebied met een) oppervlakte van meer dan 100 m²:
    1. 1. het ophogen van de bodem met meer dan 1 m;
    2. 2. grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het verlagen of afgraven van de bodem;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het aanbrengen of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
    6. 6. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
    7. 7. het aanleggen of rooien van bomen en beplanting;
    8. 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

Artikel 31 Waarde - Archeologie 5

Hiervoor gelden de regels in artikel 31 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 31.4.1 wordt als volgt gewijzigd: Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 31.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een (gebied met een) oppervlakte van meer dan 500 m²:
    1. 1. het ophogen van de bodem met meer dan 1 m;
    2. 2. grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het verlagen of afgraven van de bodem;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het aanbrengen of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
    6. 6. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
    7. 7. het aanleggen of rooien van bomen en beplanting;
    8. 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

Artikel 32 Waarde - Archeologie 6

Hiervoor gelden de regels in artikel 32 van het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijzigingen:

  1. a. artikel 32.4.1 wordt als volgt gewijzigd: Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 32.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een (gebied met een) oppervlakte van meer dan 2.500 m²:
    1. 1. het ophogen van de bodem met meer dan 1 m;
    2. 2. grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m onder het maaiveld, waartoe worden gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en/of het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    3. 3. het verlagen of afgraven van de bodem;
    4. 4. het verlagen van het waterpeil;
    5. 5. het aanbrengen of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
    6. 6. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
    7. 7. het aanleggen of rooien van bomen en beplanting;
    8. 8. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

Artikel 33 Waterstaat - Waterkering

Hiervoor gelden de regels in artikel 33 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Artikel 34 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

Hiervoor gelden de regels in artikel 34 van het moederplan zoals genoemd 1.1. voor zover relevant.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Hiervoor gelden de algemene regels behorende bij het moederplan zoals genoemd in 1.1 voor zover relevant en met inachtneming van de volgende wijziging:

  1. a. aan artikel 40.2 'Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid' wordt toegevoegd:

Aanvullend op bovenstaande voorwaarden moet bij het wijzigen van gronden naar de bestemming 'Wonen' voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. er moet sprake zijn van een landschappelijke inpassing en versterking van de ruimtelijke structuur, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;
  2. b. overtollige (bedrijfs)bebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning dienen te worden gesloopt tot een oppervlakte van maximaal 150 m².

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 35 Overgangsrecht

35.1 Overgangsrecht bouwwerken

35.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 36 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 1e herziening'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' op 31 oktober 2013 is een aantal (kleine) onvolkomenheden geconstateerd die om verbetering vragen. Onder andere het kleine aanpassen en aanscherpen van de regels in overeenstemming met het nieuwe beleid en het herstellen van omissies. Daarnaast worden enkele verleende omgevingsvergunningen en particuliere verzoeken planologisch-juridisch verankerd met onderhavige 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'.

1.2 Ligging Plangebied

Het buitengebied van de gemeente Lingewaard is onder te verdelen in enkele grotere gebiedseenheden, te weten:

- Glastuinbouwconcentratie gebied Bergerden,

- De uiterwaarden,

- Park Lingezegen,

- Het overige buitengebied.

Het project bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 1e herziening' heeft betrekking op het overige buitengebied. Onderstaande kaart geeft het plangebied aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0001.png"

Afbeelding 1 Plangebied bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard, 1e herziening'

1.3 Bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'

Het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is door de raad van de gemeente Lingewaard vastgesteld op 31 oktober 2013. Tegen dit bestemmingsplan zijn de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: afdeling) 14 beroepschriften ingediend. Op 24 juni 2015 heeft de Afdeling over deze beroepschriften uitspraak gedaan. Daarbij zijn zes beroepschriften gedeeltelijk gegrond verklaard. Het bestemmingsplan is voor het overige onherroeppelijk geworden met deze uitspraak. Zodoende is het bestemmingsplan Buitengebied aangepast door middel van een herstelplan. Dit plan is vastgesteld op 10 maart 2016. Het betreft perceelsgebonden aanpassingen.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk wordt in Hoofdstuk 2 beschreven welke planverbeteringen worden meegenomen in onderhavig bestemmingsplan. In Hoofdstuk 3 worden de nieuwe ontwikkelingen toegelicht. Hoofdstuk 4 gaat in op het vigerend rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleidskader. Vervolgens komt in Hoofdstuk 5 de juridische opzet aan bod. In hoofdstuk 6 wordt stilgestaan bij de economische en maatschappelijke haalbaarheid, gevolgd door de procedure in Hoofdstuk 7.

Hoofdstuk 2 Planverbeteringen

2.1 Inleiding

Na vaststelling en inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is een aantal (kleine) onvolkomenheden geconstateerd die om verbetering vragen. In een aantal gevallen is sprake van een kleine aanpassing en aanscherping op de regels en het beleid, in enkele gevallen is ook sprake van een onjuiste, niet met de bestaande situatie overeenkomende weergave op de verbeelding. Daarnaast worden de te herstellen omissies verwerkt in de regels en op de verbeelding. In deze eerste herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' worden de navolgende verbeteringen aangebracht.

2.2 Aanpassingen Regels

2.2.1 Functieverandering

Binnen het vigerende bestemmingsplan zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen die het mogelijk maken om de functie van een perceel te wijzigen. Het beleid met betrekking tot functieverandering is aangepast, waardoor de regels van het vigerende bestemmingsplan worden aangescherpt.

Aanpassing

De aanscherping vindt plaats op de volgende regelingen:

  • Extra woningen bij sloop van bedrijfsbebouwing (artikel 5.7.4, 6.7.4 en 23.6.2)
  • Omschakeling van glastuinbouw naar wonen (artikel 5.7.5 en 6.7.5)
  • Extra woningen bij sloop glasopstanden en bedrijfsbebowing (artikel wordt toegevoegd als 23.6.3)

Naast de kleine aanpassingen in de regels is op 3 juni 2015 het functieveranderingsbeleid geactualiseerd. In hoofdstuk 4 wordt dit beleid verder toegelicht.

2.2.2 Bijgebouwen bij woningsplitsing

In het vigerende bestemmingsplan is binnen de bestemming 'Wonen' een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het splitsen van een woning. Voor deze wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde gesteld dat de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen en de bijgebouwen niet wordt vergroot. Op basis van de bouwregels is de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen maximaal 75 m². Indien het maximaal oppervlak in het verleden is gerealiseerd, betekent dit dat per woning maximaal 37,5 m² aan bijgebouwen is toegestaan. Dit aantal vierkante meters is in vergelijking met woningen in het buitengebied aan de lage kant.

Aanpassing

Het is wenselijk om een nadere regeling op te nemen voor het aantal vierkante meters aan bijgebouwen bij een woningsplitsing. Door 75 m² aan bijgebouwen toe te staan wordt aangesloten bij de huidige regeling met betrekking tot bijgebouwen bij de bestemming 'Wonen'. Op grond van de bestaande regeling is bij één woning mogelijk om af te wijken tot 150 m² in verband met landschapsbeheer. Deze mogelijkheid blijft bij een gesplitste woning voor één woning bestaan.

2.2.3 Aanpassing Besluit omgevingsrecht

Per 1 november 2014 is de regeling voor het vergunningvrij bouwen verruimd (bijlage II van het Besluit omgevingsrecht). Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de plaatsing van mantelzorgwoningen, dat onder voorwaarden vergunningvrij is. Voor het buitengebied is een specifieke regeling opgenomen zodat verplaatsbare mantelzorgwoningen mogelijk zijn, zonder dat deze invloed hebben op de toelaatbare bebouwingsoppervlakte. Daarnaast is in het Bor een nieuwe regeling opgenomen voor de maximaal toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken. Daarbij wordt gerekend met alle in het achtererfgebied aanwezige bijbehorende bouwwerken, ongeacht of deze met een vergunning zijn gebouwd.

Bij woningen mogen vergunningvrij meer aanbouwen en bijgebouwen (bijbehorende bouwwerken) worden geplaatst. De oppervlakte van deze bijbehorende bouwwerken is afhankelijk van de oppervlakte van het bebouwingsgebied, met een maximum van 150 m². Het bebouwingsgebied is het achtererfgebied inclusief de grond onder het hoofdgebouw, zonder de grond onder het oorspronkelijke hoofdgebouw. Het exacte aantal vierkante meters dat vergunningvrij mag worden gebouwd moet specifiek worden berekend.

Aanpassing

De plaatsing van mantelzorgwoningen is onder voorwaarden vergunningvrij. Daarmee zijn de bepalingen ten aanzien van mantelzorg binnen de bestemmingen 'Agrarisch - Glastuinbouw', 'Agrarisch - Komgronden', 'Agrarisch met waarden - Dijkzone', 'Agrarisch met waarden Oeverwallen', 'Bedrijf' en 'Bedrijf - Agrarisch verwant' overbodig geworden. Deze bepalingen komen dan ook te vervallen.

2.3 Watergangen

De gemeente Lingewaard maakt onderdeel uit van het Waterschap Rivierenland. Het Waterschap Rivierenland is onder andere verantwoordelijk voor het waterbeheer. Het gaat hier om het beheer van kleine slootjes met een waterbergende functie tot en met de grote boezemwateren. De functies van al dit water moeten worden gewaarborgd. Om dit op een adequate wijze te doen, is op wettelijke basis vastgesteld dat de meest essentiële informatie over deze wateren, zoals ligging en afmeting, worden vastgelegd in een legger. Het Waterschap Rivierenland heeft dit vastgelegd in de 'Legger Wateren'. In deze legger zijn wateren (A-, B-, C-wateren), beschermingszones en kunstwerken (aquaducten, bruggen, duikers, etc.) opgenomen. Binnen het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is deze legger door vertaald in de enkelbestemming 'Water' en de dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'.

Naast het vastleggen van essentiële informatie over wateren in de legger, is het doel van leggerbeheer het zo actueel mogelijk houden van leggergegevens in een vastgestelde legger. Het Waterschap Rivierenland heeft daarom een nieuwe legger wateren opgesteld. De nieuwe legger wordt meegenomen in de eerste herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'.

Aanpassing

Gezien de grotere en minder grote verschillen tussen bestemming 'Water' en de dubbelbestemming 'Waterstaat- Waterstaatkundige functie uit het vigerende bestemmingsplan en de nieuwe legger wateren is om misverstanden te voorkomen er voor gekozen om de watergangen met bijbehorende beschermingszones opnieuw te bestemmingen. Daar waar het verloop van de watergang en dus ook van de beschermingszone een ander tracé volgt zijn tevens de gronden die als zodanig bestemd waren (agrarisch) herbestemd conform de aangrenzende bestemming(en). In bijlage 1 is een aantal voorbeelden gegeven van de vergelijking tussen de vigerende bestemming 'Water' en de legger.

2.4 Dubbelbestemming 'Leiding - Gas' (Gasunie)

Door de Gasunie is aangegeven dat in het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' de afsluiterschema's van leidingen niet zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

Aanpassing

Op verzoek van de Gasunie zijn de afsluiterschema's voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' en wordt het artikel behorende bij deze dubbelbestemming aangepast met betrekking tot deze afsluiterschema's.

2.5 Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' (1 T/m 6)

In het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is de archeologische beleidskaart niet helemaal juist verwerkt. Enkele percelen/gebieden binnen het bestemmingsplan zijn namelijk niet voorzien van een archeologische dubbelbestemming, waardoor de eventuele aanwezige archeologische waarden van de gronden niet worden beschermd.

Aanpassing

Door het vullen van de 'gaten' met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' (1 t/m 6) wordt de omissie met betrekking tot archeologie hersteld. Daarnaast vindt een kleine aanpassing plaats binnen de regels met betrekking tot de omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden.

2.6 Functieaanduidingen

De functieaanduidingen zijn in de analoge versie van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' opgenomen. Deze aanduidingen zijn abusievelijk niet in de digitale versie opgenomen. De functieaanduidingen worden conform de tabel zoals opgenomen in artikel 23.1.2 onder a van bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' opgenomen op de digitale verbeelding.

2.7 Herstellen Onvolkomenheden

Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' zijn enkele onvolkomenheden vastgesteld. Het betreft een zevental adressen waar deze onvolkomenheden voorkomen. Bij onderstaande adressen wordt kort toegelicht wat de te herstellen onvolkomenheden inhouden en hoe deze worden hersteld.

2.7.1 Kamervoort 22a te Angeren

Voor dit perceel is in 2006 het bestemmingsplan 'Agrarisch bouwperceel Kamervoort 22A' vastgesteld. Dit bestemmingsplan is opgesteld om het vergroten van het bouwvlak mogelijk te maken. Deze uitbreiding van het bouwvlak is echter niet meegenomen in het vigerende bestemmingsplan. In onderhavig plan wordt het bouwvlak conform het vastgestelde bestemmingsplan 'Agrarisch bouwperceel Kamervoort 22A' vergroot.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0002.png"

Afbeelding 2 Kamervoort 22a te Angeren

2.7.2 Paddepoel 6 te Angeren

De woning aan de Paddepoel 6 te Angeren betreft een bedrijfswoning die in het vigerende bestemmingsplan is bestemd als burgerwoning. De betreffende woning wordt betrokken bij de aangrenzende bestemming 'Bedrijf'. Op basis van deze bedrijfsbestemming is per bestemmingsvlak maximaal één bedrijfswoning toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0003.png"

Afbeelding 3 Paddelpoel 6 te Angeren

2.7.3 Krakkedel 10a te Doornenburg

In het verleden is voor dit perceel een vergunning verleend voor de bouw van een woning. De woning is nog niet gebouwd en abusievelijk niet bestemd. De woning met ruimtebeslag wordt op basis van de verleende omgevingsvergunning alsnog bestemd als 'Wonen'. Door het toevoegen van een bestemmingsvlak 'Wonen' wordt de bouw van de woning mogelijk gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0004.png"

Afbeelding 4 Krakkedel 1-a te Doornenburg

2.7.4 Pannerdenseweg 37, 37a, 37b, 37c te Doornenburg

In het verleden is een vergunning verleend voor splitsing van het pand in appartementen. Deze vergunning is niet verwerkt in het vigerende bestemmingsplan. Door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' (4 woningen) en de aanduiding 'gestapeld', wordt de splitsing van het pand in appartementen gewaarborgd in onderhavig plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0005.png"

Afbeelding 5 Pannerdenseweg 37, 37a, 37b, 37c te Doornenburg

2.7.5 Flierensestraat 60-62 te Gendt

Op de digitale verbeelding is het bouwvlak voor de bestemming 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' niet op de juiste wijze opgenomen. Het perceel kent namelijk geen bouwvlak. Aangezien bebouwing uitsluitend is toegestaan binnen een bouwvlak, wordt er een bouwvlak binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0006.png"

Afbeelding 6 Flierensestraat 60-62 te Gendt

2.7.6 Kommerdijk 48 te Gendt

In het vigerende bestemmingsplan zijn twee bestemmingsvlakken 'Wonen' opgenomen voor het perceel Kommerdijk 48 te Gendt. Op het perceel is slechts één woning aanwezig. Het is niet wenselijk om hier een extra woning te realiseren. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is dit echter mogelijk. Door de bestemmingsvlakken samen te voegen tot één bestemmingsvlak 'Wonen' verdwijnt deze mogelijkheid, aangezien per bestemmingsvlak maximaal één woning is toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0007.png"

Afbeelding 7 Kommerdijk 48 te Gendt

2.7.7 Munnikhofsestraat 4a te Gendt

Op het perceel met bestemming 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' is binnen het bouwvlak geen bedrijfswoning aanwezig. Op grond van het vigerende bestemmingsplan is het mogelijk om een bedrijfswoning toe te voegen, aangezien op de grond van de bestemming één bedrijfswoning is toegestaan. Het is echter niet wenselijk om op dit perceel een bedrijfswoning te realiseren. Door het opnemen van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' verdwijnt de mogelijkheid voor het realiseren van een bedrijfswoning.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0008.png"

Afbeelding 8 Munnikhofsestraat 4a te Gendt

Hoofdstuk 3 Nieuwe Ontwikkelingen

3.1 Inleiding

Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' zijn enkele nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied van de gemeente Lingewaard actueel geworden, die om regeling in het bestemmingsplan vragen. Het betreft enerzijds al verleende omgevingsvergunningen en anderzijds particuliere verzoeken die worden meegenomen in deze eerste herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'. Voor deze particuliere verzoeken is een separate ruimtelijke onderbouwing niet noodzakelijk, aangezien de initiatieven slechts een beperkte ruimtelijke invloed hebben.

3.2 Verleende Omgevingsvergunningen

De verleende omgevingsvergunningen zijn in overeenkomstig het besluit door vertaald op de verbeelding en in de regels. De vergunningen zijn opgenomen in de bijlage bij deze toelichting.

3.2.1 Leutsestraat 26-26a te Angeren

Het perceel Leutsestraat 26-26a te Angeren is bestemd tot 'Wonen'. Voor dit perceel is een omgevingsvergunning verleend voor het splitsen van de woning in twee afzonderlijke woningen, namelijk Leutsestraat 26 en Leutsestraat 26a.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0009.png"

Afbeelding 9 Leutsestraat 26-26a te Angeren

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, de aanduiding maximum aantal wooneenheden '2' wordt opgenomen.

3.2.2 Teselaar 81-83 te Bemmel

Het perceel Teselaar 81-83 te Bemmel is bestemd tot 'Wonen'. Voor het perceel is een plan opgesteld voor het legaliseren van een herindeling voor kamergewijze verhuur van een bestaand woonhuis. Hiervoor is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het splitsen van de woning in 6 appartementen en het mogelijk maken van 1 appartement in een vrijstaand bijgebouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0010.png"

Afbeelding 10 Teselaar 81-83 te Bemmel

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' worden de aanduidingen maximum aantal wooneenheden '7' en de aanduiding 'gestapeld' opgenomen. In de regels van het bestemmingsplan wordt de aanduiding 'gestapeld' opgenomen.

3.2.3 Karstraat 27 te Huissen

Het perceel Karstraat 27 te Huissen is bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' met agrarisch bouwvlak en de aanduiding glastuinbouw. Het perceel is niet meer in gebruik ten behoeve van glastuinbouw. Voor het perceel is een omgevingsvergunning verleend voor het slopen van de bestaande kassen en corridor, het realiseren van een bedrijfsgebouw van 150 m² en het verplaatsen van de inrit ten behoeve van het uitvoeren van een activiteit. Een inpassingsplan is hier onderdeel van.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0011.png"

Afbeelding 11 Karstraat 27 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, dat de bestemming van het perceel Karstraat 27 te Huissen wordt omgezet van 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' naar 'Wonen' met aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 45'. In de regels van het bestemmingsplan wordt de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 45' opgenomen in de tabel behorende bij artikel 23.1.2 onder a van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'. Tevens wordt in artikel 23 een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de sloop van de bestaande kassen en de beoogde inpassing.

3.2.4 Karstraat 53/53a

In het verleden (6 september 2004) is vergunning verleend voor de uitbreiding van de twee woonhuizen: Karstraat 53 en Karstraat 53a te Huissen. Volgens het bestemmingsplan is sprake van één woning, de verleende vergunningen zijn abusievelijk niet verwerkt in het bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0012.png"

Afbeelding 12 Karstraat 53/53a te Huissen

Aanpassing

Om deze omissie te herstellen wordt een aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' met het aantal van 2 op de verbeelding opgenomen.

3.3 Particuliere Verzoeken

Bij de gemeente Lingewaard is een aantal verzoeken binnen gekomen voor planologische medewerking. De verzoeken zijn toegevoegd in de bijlage van deze toelichting. De gemeente wenst aan deze verzoeken medewerking te verlenen.

3.3.1 Kamervoort 54 te Angeren

Het perceel Kamervoort 54 te Angeren is bestemd tot 'Agrarisch - Glastuinbouw', met aanduiding agrarisch bouwvlak iv (intensieve veehouderij). Het perceel is gelegen in het intensiveringsgebied. Op het perceel bevindt zich een intensieve veehouderij (varkensbedrijf) met bedrijfswoning. Om te kunnen voldoen aan dierenwelzijnseisen moet het bedrijf de bestaande stallen voor 320 vleesvarkens uitbreiden, zodat de stalruimte voor de varkens wordt vergroot. Het aantal varkens wordt niet uitgebreid. De meest efficiënte wijze om de stalruimte te vergroten, is het verlengen van de bestaande stal. De veehouder beschikt reeds over een benodigde Natuurbeschermingswetvergunning. Om de stal te kunnen verlengen dient het agrarisch bouwvlak te worden uitgebreid.

Hoewel het gebied is gelegen in het intensiveringsgebied en een uitbreiding van niet-glastuinbouwfuncties in principe niet wordt voorgestaan, levert een uitbreiding van het agrarisch bouwvlak geen belemmering op voor de ontwikkeling van de glastuinbouw in het gebied. Tegen de gevraagde uitbreiding bestaat dan ook geen bezwaar. In verband met de aanpassing van de bestemming van het perceel hoeven geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0013.png"

Afbeelding 13 Kamervoort 54 te Angeren

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het agrarisch bouwvlak Kamervoort 54 te Angelen enigszins wordt uitgebreid.

3.3.2 Kampsestraat 55 te Angeren

Het perceel Kampsestraat 55 te Angeren is bestemd tot 'Bedrijf - Agrarisch verwant'. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is de bestemming gewijzigd van 'Agrarisch' (veehouderij) naar 'Bedrijf - Agrarisch verwant', zodat het perceel gebruikt kan worden ten behoeve van het hoveniersbedrijf Kuba. De milieuvergunning voor de varkensveehouderij is inmiddels ingetrokken. Op het perceel bevinden zich naast het woonhuis diverse voormalige agrarische opstallen. Deze opstallen worden niet gebruikt ten behoeve van het hoveniersbedrijf en er vinden geen bedrijfsactiviteiten meer plaats. Het adres is uitsluitend het postadres van het hoveniersbedrijf. Gelet op dit gebruik ligt het in de rede de woning met bijbehorende opstallen te bestemmen tot 'Wonen'.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van de in omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0014.png"

Afbeelding 14 Kampsestraat 55 te Angeren

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat de bestemming van het perceel Kampsestraat 55 te Angeren wordt gewijzigd van 'Bedrijf - Agrarisch verwant' naar 'Wonen'.

3.3.3 Lodderhoeksestraat 59 te Angeren

Het perceel Lodderhoeksestraat 59 te Angeren is bestemd tot 'Wonen' en is aangeduid tot hobbymatige paardenhouderij (voor het houden van maximaal 7 paarden). Op het perceel is in het verleden zonder vergunning bebouwing opgericht. De oppervlakte van deze bebouwing is van grotere omvang dan op grond van de regels is toegestaan. De eigenaren hebben verzocht de aanwezige bebouwing te legaliseren. Zij hebben aangetoond dat toen het perceel werd gekocht er meer bebouwing aanwezig was dan nu het geval is. Bovendien was toen sprake van een zeer rommelige situatie. Inmiddels is de bebouwing op een compacte wijze gesitueerd, zodat van verrommeling geen sprake is. Bovendien is het perceel landschappelijk zodanig fraai ingepast, dat geen afbreuk aan het karakter van de Dijkzone wordt gedaan.

Zoals al eerder aangegeven, is de paardenhouderij niet van een bedrijfsmatige omvang: het heeft een omvang die bij een semi-professionele hobby past. Desondanks kan, voor het uitoefenen van deze hobby, niet worden volstaan met de maximale toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van 150 m². Verzoekers hebben onderbouwd waarom de aanwezige bebouwing noodzakelijk is.

Bij de beoordeling van het verzoek is het volgende geconstateerd. De functie van de paardenhouderij is planologisch aanvaardbaar en in het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' op deze locatie toegestaan. Daarnaast is de aanwezige bebouwing op een compacte wijze gesitueerd op het perceel en is er geen storende bebouwing aanwezig. Hoewel de bebouwing niet op de juiste wijze tot stand is gekomen, kan worden geconcludeerd dat de aanwezigheid ervan planologisch aanvaardbaar is en de functie bij uitstek past in het buitengebied. Tevens is het perceel door de landschappelijke inpassing zeer passend in het gebied van de Dijkzone. Planologisch bestaat dan ook geen bezwaar tegen een legalisatie van de hobbymatige paardenhouderij in deze omvang.

Het college heeft besloten medewerking te verlenen aan de legalisering van het te grote oppervlakte aan bijgebouwen en de omvang van de paardenbak. Voor het gedeelte dat nu is bestemd als 'Wonen' wordt 450 m² aan bijgebouwen mogelijk worden gemaakt. Verder wordt een aanduiding voor de paardenbak opgenomen. De paardenbak grenst aan de woonbestemming. In afwijking van de gebruikelijke 800 m² wordt hier een paardenbak van 1.000 m² toegestaan.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. De feitelijke situatie verandert niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0015.png"

Afbeelding 15 Lodderhoeksestraat 59 te Angeren

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat door middel van de aanduiding maximum aantal m² aan bijgebouwen 450 m² aan bijgebouwen bij het perceel Lodderhoeksestraat 59 te Angeren is toegestaan. Daarnaast wordt door middel van de aanduiding 'rijbak' een paardenbak van 1.000 m² toegestaan. Naast de verbeelding worden tevens de regels van het bestemmingsplan zodanig aangepast dat bovenstaande ontwikkelingen passen binnen onderhavig plan.

3.3.4 Duistersestraat 35-37 te Doornenburg

Het perceel Duisterestraat 35-37 te Doornenburg is bestemd tot 'Agrarisch met waarden – Oeverwallen' met aanduiding bouwvlak en grondgebonden veehouderij. Binnen het agrarisch bouwvlak bevindt zich een bedrijfswoning die nu is aangeduid als plattelandswoning. In 1972 is met vergunning een uitbreiding aan voornoemde voormalige bedrijfswoning gebouwd. Deze uitbreiding is gerealiseerd zonder verbindingsstuk naar de bedrijfswoning en functioneert derhalve sinds oprichting als zelfstandige woning. Aanvankelijk werd het in 1972 gebouwde pand bewoond door vader (rustende boer) en de bedrijfswoning werd bewoond door zoon. Na het verlaten van het pand door vader (wegens overlijden) is dit pand altijd als afzonderlijke woning bewoond gebleven. Er is vanaf 1972 altijd sprake geweest van twee afzonderlijke woningen.

Het college heeft op 21 oktober 2014 de notitie dubbele (be)woning vastgesteld. De gemeenteraad is door middel van een informatienota van 21 oktober 2014 hierover geïnformeerd. In bovengenoemde situatie heeft de gemeente geoordeeld, dat gelet op het feit dat de woning al vele jaren geleden is “gesplitst”, deze situatie als bijzondere situatie kan worden aangemerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0016.png"

Afbeelding 16 Duistersestraat 35/37 te Doornenburg

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' wordt gesplitst over twee woningen, de aanduiding '2' wordt opgenomen, hetgeen inhoudt dat de twee plattelandswoningen tevens het maximum aantal woningen voor dit bouwvlak betreft. In de regels van het bestemmingsplan wordt de aanduiding 'plattelandswoning' opgenomen. Daarnaast wordt de op 21 oktober 2014 vastgestelde notitie 'Dubbele (be)woning in het Buitengebied' opgenomen in deze toelichting.

3.3.5 Kerkstraat 27 te Doornenburg

De gronden rondom het kasteel Doornenburg zijn bestemd tot 'Natuur'. Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' gold de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Op basis van deze verordening en de ontwerp Omgevingsverordening Gelderland die op dat moment ter inzage lag, zijn deze gronden bestemd tot 'Natuur'. Inmiddels is de Omgevingsverordening Gelderland inwerking getreden. De betreffende gronden zijn in deze verordening aangemerkt als 'Groene ontwikkelingszone'. Bij deze aanduiding is een bestemming 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' meer op zijn plaats. De aanduiding in verband met het houden van evenementen wordt gehandhaafd. Het voorterrein waar activiteiten in relatie tot het kasteel plaatsvinden wordt overeenkomstig de bestaande situatie bestemd tot Cultuur en Ontspanning.

De Stichting tot Behoud van den Doornenburg zoekt naar mogelijkheden om activiteiten in en rondom het kasteel te kunnen uitbreiden. Dit in verband met de toekomstige exploitatie van het kasteel. Omdat nog niet exact duidelijk is welke activiteiten zullen plaatsvinden, kan een en ander niet bij recht worden geregeld. In de regels zullen mogelijkheden worden opgenomen om vestiging van een bed & breakfast voor maximaal 20 slaapplaatsen en een groepsaccommodatie mogelijk te maken. Deze mogelijkheden worden beperkt tot alleen het voorste deel van de het kasteel ter plaatse van de voorburg.

Geconstateerd is, dat de bestaande parkeerplaats en een bestaande kapschuur niet zijn opgenomen in het bestemmingsplan. Deze worden door middel van een aanduiding opgenomen op de verbeelding, waarbij de parkeerplaats enigszins wordt verruimd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0017.png"

Afbeelding 17 Kerkstraat 27 te Doornenburg

Aanpassing

De gronden rondom kasteel Doornenburg worden in overeenstemming met de Omgevingsverordening Gelderland bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen'. De bestaande parkeerplaats en bestaande kapschuur (inclusief uitbreiding) worden door middel van een aanduiding opgenomen op de verbeelding. De regels van het bestemmingsplan worden zodanig aangepast dat ter plaatse van de aanduiding 'recreatie' door middel van een afwijking van het bestemmingsplan de vestiging van een bed & breakfast (maximaal 20 bedden) en een groepsaccommodatie binnen de bestaande bebouwing mogelijk is (artikel 10).

3.3.6 Rijndijk 57-59 te Doornenburg

Het perceel Rijndijk 59 te Doornenburg is bestemd tot 'Wonen'. In 2003 is het perceel kadastraal gesplitst, waardoor sprake is van twee eigenaren.

Het college heeft op 21 oktober 2014 de notitie dubbele (be)woning vastgesteld. De gemeenteraad is door middel van een informatienota van 21 oktober 2014 hierover geïnformeerd. Op basis van de beleidsnotitie is splitsing van de woning niet toegestaan. Op dit moment is in principe sprake van een met het bestemmingsplan strijdige situatie. Handhaven zou hier betekenen dat één van de twee gezinnen de bewoning moet beëindigen. Gelet op belangen van de eigenaren en vanwege het feit dat de situatie al 13 jaar bestaat, kan deze situatie worden aangemerkt als bijzondere situatie. Deze aanpassing leidt niet tot een toename van extra bebouwing. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met de aanpassing van het bestemmingsplan geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0018.png"

Afbeelding 18 Rijndijk 57-59 te Doornenburg

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' is de aanduiding maximum aantal wooneenheden '2' opgenomen, hetgeen inhoudt dat de bestaande dubbele woning is toegestaan. Daarnaast wordt de op 21 oktober 2014 vastgestelde notitie 'Dubbele (be)woning in het Buitengebied' opgenomen in deze toelichting.

3.3.7 Langstraat 52 te Gendt

Het perceel aan de Langstraat 52 te Gendt is bestemd tot 'Wonen' en 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen'. Het verzoek is om de woonbestemming te vergroten. Het bestemmingsvlak wordt 30 meter dieper en aan beide zijden 10 meter breder.

Deze aanpassing leidt niet tot toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0019.png"

Afbeelding 19 Langstraat 52 te Gendt

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het bestemmingsvlak 'Wonen' 30 meter dieper en aan beide zijden 10 meter wordt verbreed.

3.3.8 Bredestraat 76 te Huissen

Het perceel Bredestraat 76 te Huissen is bestemd tot 'Wonen' en deels tot 'Agrarisch glastuinbouw'. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' is het bestemmingsvlak 'Wonen' niet op de juiste plaats gesitueerd. De eigenaar heeft verzocht het bestemmingsvlak op een andere wijze te situeren. Hiertegen bestaat bij de gemeente Lingewaard geen bezwaar.

Deze aanpassing leidt niet tot toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. In het kader van de bouwplanprocedures zullen de benodigde onderzoeken moeten worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0020.png"

Afbeelding 20 Bredestraat 76 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, dat het bestemmingsvlak 'Wonen' van het perceel Bredestraat 76 te Huissen op de juiste wijze is gesitueerd.

3.3.9 De Geer 3 te Huissen

Het perceel De Geer te Huissen is bestemd tot 'Agrarisch - Glastuinbouw' met agrarisch bouwvlak. Op het perceel bevindt zich een bedrijfswoning en glasopstanden en overige bebouwing ten behoeve van het glastuinbouwbedrijf. De eigenaar van het perceel heeft grond met glasopstanden en bebouwing verkocht aan de eigenaar van kwekerij 't Kleintje (De Geer 16a te Huissen). Met de aankoop van glasopstanden van De Geer 3 kan 't Kleintje zijn bedrijf verder uitbreiden en tevens moderniseren (de glasopstanden worden vervangen). Deze transactie is dan ook van belang voor herstructurering.

De woning zal na de transactie worden gebruikt als burgerwoning. De afstand tussen de woning en de (nieuwe) glasopstanden wordt ca. 10 meter. Indien de woning aan De Geer 3 wordt bestemd tot 'Wonen', vormt dit geen belemmering voor het glastuinbouwbedrijf. De wens bestaat om de bestaande corridor voorlopig te handhaven en als (gedeeltelijk) bijgebouw bij de woning te bezien. Het heeft de voorkeur dat de corridor op termijn verdwijnt. Om deze transactie tot stand te laten komen kan worden ingestemd dat de corridor op een later tijdstip verdwijnt. De corridor wordt daarom niet expliciet bestemd.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0021.png"

Afbeelding 21 De Geer 3 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast, dat de woning aan De Geer 3 te Huissen (met bijgebouw) wordt bestemd tot 'Wonen'. Om de ontsluiting van de toekomstige uitbreiding via de toerit van De Geer 3 mogelijk te houden, blijft een klein deel van het bouwvlak behouden. Door middel van een relatieteken wordt dit bouwvlak aan het bouwvlak van De Geer 16a gekoppeld.

3.3.10 Hoeve 19 te Huissen

Het perceel Hoeve 19 te Huissen is bestemd tot 'Wonen'. Geconstateerd is dat de woning niet geheel binnen het bestemmingsvlak 'Wonen' is gesitueerd. Het bestemmingsvlak wordt daarom aangepast.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0022.png"

Afbeelding 22 Hoeve 19 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het bestemmingsvlak 'Wonen' van het perceel Hoeve 19 te Huissen op de juiste wijze is gesitueerd.

3.3.11 Karstraat 38 te Huissen

Het perceel Karstraat 38 te Huissen is bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' met aanduidingen bouwvlak en glastuinbouw. Dit perceel is gelegen in het extensiveringsgebied Het Zand. In het extensiveringsgebied zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan voormalige glastuinbouwbedrijven (zonder glasopstanden) bestemd tot 'Wonen'. In casu is geen sprake meer van een glastuinbouwbedrijf. Het wijzigen van de bestemming naar 'Wonen' levert geen belemmering op voor toekomstige glastuinbouw. Gelet daarop bestaat tegen de gevraagde aanpassing van het bestemmingsplan geen bezwaar, mits het aanwezige glas wordt gesloopt (max. 150 m² laten staan). Contractueel wordt met de initiatiefnemers afgesproken dat het meerdere aan kas boven de 150 m² moet worden gesloopt.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0023.png"

Afbeelding 23 Karstraat 38 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het perceel Karstraat 38 te Huissen wordt bestemd tot 'Wonen'. In de regels wordt een sloopverplichting opgenomen, zodat het meerdere aan kas boven de 150 m² gesloopt dient te worden.

3.3.12 Rietkamp 3c te Huissen

Het perceel Rietkamp 3c te Huissen is bestemd tot 'Agrarisch - Glastuinbouw' met aanduiding agrarisch bouwvlak. Het perceel is gelegen in het intensiveringsgebied. In het intensiveringsgebied zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan voormalige glastuinbouwbedrijven bestemd tot 'Wonen'. In casu is geen sprake meer van een glastuinbouwbedrijf. Gelet daarop bestaat tegen de gevraagde aanpassing van het bestemmingsplan geen bezwaar, mits de bestaande kas buiten het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt gelaten.

Deze aanpassing leidt niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0024.png"

Afbeelding 24 Rietkamp 3c te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het perceel Rietkamp 3c te Huissen wordt bestemd tot 'Wonen'. Tevens is in de algemene regels onder de gebruiksregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen met betrekking tot de landschappelijke inpassing en de sloop van overtollige (bedrijfs)gebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning.

3.3.13 Nieuwediep 1 te Huissen

Het perceel Nieuwediep 1 te Huissen is bestemd tot 'Agrarisch met waarden - Oeverwallen' met aanduidingen agrarisch bouwvlak en glastuinbouw. Voor de percelen 604, 605 en 734 rondom de woning Nieuwediep 1 te Huissen wordt de bestemming omgezet naar 'Wonen'. Het agrarisch bedrijf waar deze woning onderdeel van heeft uitgemaakt gaat verdwijnen en worden er in een seperate planologische procedure vijf nieuwe woningen mogelijk gemaakt.

Deze aanpassing leidt in eerste instantie niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Feitelijk verandert de situatie niet. Gelet hierop behoeven in verband met een aanpassing van de bestemming van het perceel geen onderzoeken te worden uitgevoerd. In het kader van de seperate planologische procedure die vijf woningen mogelijk maakt, zullen de benodigde onderzoeken moeten worden uitgevoerd. De aanpassing van het bestemmingsplan leidt niet tot aantasting van in de omgeving aanwezige functies en waarden dan wel op belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1705.168-VG02_0025.png"

Afbeelding 25 Nieuwediep 1 te Huissen

Aanpassing

De verbeelding van het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat de percelen 604, 605 en 734 rondom de woning Nieuwediep 1 te Huissen worden bestemd tot 'Wonen'. Tevens is in de algemene regels onder de gebruiksregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen met betrekking tot de landschappelijke inpassing en de sloop van overtollige (bedrijfs)gebouwen en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning.

Hoofdstuk 4 Beleid En Sectorale Aspecten

4.1 Inleiding

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgestelde beleid de kaders aan waarbinnen gemeeten kunnen opereren. In dit hoofdstuk wordt aangetoond dat de planverbeteringen en nieuwe ontwikkelingen niet strijdig zijn met het voor het plangebied relevante nationale en provinciale beleid en dat het in lijn is met het van toepassing zijnde beleid van de gemeente Lingewaard.

4.2 Rijks-, Provinciaal, Regionaal En Gemeentelijk Beleid

4.2.1 Planverbeteringen

Het beleid van de diverse overheidsinstanties, zoals Rijk, provincie, regio en gemeente, is uitvoerig behandeld in de toelichting van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'. Hieruit is gebleken dat planologische mogelijkheden voor het buitengebied van Lingewaard passen binnen de beleidskaders van de verschillende overheidsinstanties.

Als gevolg van deze bestemmingsplanherziening wijzigen de standpunten met betrekking tot deze beleidskaders niet. Onderhavig bestemmingsplan is overwegend opgesteld om fouten en omissies te repareren. Het betreffen hier dermate marginale aanpassingen van het bestemmingsplan dat deze van ondergeschikte aard zijn. Hiermee wordt geen afbreuk gedaan aan de oorspronkelijke planologische mogelijkheden voor het buitengebied van Lingewaard. Het Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid zijn hiermee niet in het geding.

4.2.2 Nieuwe ontwikkelingen

Naast het herstellen van fouten en omissies zijn enkele ontwikkelingen opgenomen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen de toepassing zijnde beleidsaspecten zijn afgewogen. Daarnaast hebben de particuliere verzoeken een dusdanige beperkte ruimtelijke invloed, dat het Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid hiermee niet in het geding zijn.

4.3 Randvoorwaarden

4.3.1 Milieuaspecten

De aanpassingen van deze bestemmingsplanherziening hebben geen milieuhygiënische consequenties. De aanpassingen hebben betrekking op omissies ten opzichte van de bestaande situatie en leiden derhalve niet tot nieuwe situaties, dan wel betrekking hebben op ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen de milieuconsequenties reeds zijn beoordeeld. Daarnaast hebben de particuliere verzoeken een dusdanige ruimtelijke invloed, dat er geen milieuaspecten in het geding komen. Voor enkele particuliere verzoeken worden in het kader van de bouwplanprocedures de benodigde onderzoeken uitgevoerd.

4.3.2 Waterhuishouding

De aanpassingen van deze bestemmingsplanherziening hebben geen consequenties voor de waterhuishouding. De aanpassingen hebben betrekking op omissies ten opzichte van de bestaande situatie en leiden derhalve niet tot nieuwe situaties, dan wel betrokken hebben op ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen de consequenties voor de waterhuishouding reeds zijn beoordeeld.

4.3.3 Archeologische, cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden

In het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' zijn de aanwezige archeologische waarden door vertaald in de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 1' t/m 'Waarde - Archeologie 6'. Deze dubbelbestemmingen blijven van toepassing en waar sprake is van verschillen met het vigerende bestemmingsplan en de archeologische beleidskaart aangevuld. De aanpassingen van deze bestemmingsplanherziening hebben verder geen consequenties voor de aanwezige waarden van het buitengebied Lingewaard. De aanpassingen hebben betrekking op omissies ten opzichte van de bestaande situatie en leiden derhalve niet tot nieuwe situaties, dan wel betrekking hebben op ontwikkelingen waarvan in eerdere planvorming, eerder doorlopen procedures of eerdere afwegingen de consequenties voor de eventueel aanwezige waarden reeds zijn beoordeeld. Daarnaast hebben de particuliere verzoeken een dusdanige beperkte ruimtelijke invloed, dat de eventueel aanwezige waarden niet in het geding komen. Voor enkele particuliere verzoeken worden in het kader van de bouwplanprocedure de benodigde onderzoeken uitgevoerd.

Hoofdstuk 5 Juridische Opzet

5.1 Herziene Onderdelen

Zoals uit voorgaande hoofdstukken moge blijken, bestaan geen overwegende bezwaren tegen de genoemde wijzigingen en aanpassingen. Het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' wordt dan ook conform de genoemde, te herziene onderdelen aangepast.

Qua regels worden de aanpassingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' vastgelegd. De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' worden integraal van toepassing verklaard, met dien verstande dat daarop een aantal aanpassingen van toepassing zijn. Deze worden vervolgens opgesomd.

Daarnaast worden de aanpassingen ook integraal verwerkt in de bestaande regels bij het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard'. Door middel van markeringen wordt duidelijk gemaakt wat de aanpassingen zijn. Voordeel van deze werkwijze is dat direct een 'geconsolideerde versie' van de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' beschikbaar is, met daarin de actueel geldende regels. Zo ontstaat er een optimaal raadpleegbaar bestemmingsplan.

Met betrekking tot de verbeelding is ervoor gekozen slechts die onderdelen, die aanpassing behoeven opnieuw op kaart vast te leggen. Op schaal van het buitengebied Lingewaard betreffen de aanpassingen slechts ondergeschikte onderdelen. Aldus wordt direct duidelijk op welke percelen/perceelsgedeelten de 1e herziening van het bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' betrekking heeft. In een later stadium wordt alsnog een geconsolideerde versie van de verbeelding gemaakt.

Hoofdstuk 6 Haalbaarheid

6.1 Economische Haalbaarheid

6.1.1 Planverbeteringen

De economische haalbaarheid voor de plangebieden in het buitengebied is reeds in het vigerende bestemmingsplan aangetoond. Aangezien sprake is van het herstellen van enkele geconstateerde knelpunten, zijn voor de gemeente Lingewaard, behoudens de kosten voor ambtelijke voorbereiding en procesbegeleiding, geen kosten aan de realisering van het plan verbonden.

6.1.2 Nieuwe ontwikkelingen

Bij geen van de hiervoor beschreven aanpassingen van het bestemmingsplan is sprake van een aangewezen bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Er behoeft dan ook geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Kosten verband houdend met de planherziening worden via leges verhaald op de initiatiefnemers. Daarnaast is met elke initiatiefnemer een overeenkomst ter zake van planschade gesloten.

6.2 Maatschappelijke Haalbaarheid

6.2.1 Planverbeteringen

Tegen de planverbeteringen bestaan naar verwachting geen maatschappelijke bezwaren aangezien het hier verbeterpunten betreft die betrekking hebben op de bestaande situatie. Door het oplossen van de knelpunten wordt beter aangesloten op de daadwerkelijke situatie, zodat sprake is van een correct planologisch-juridisch regime.

6.2.2 Nieuwe ontwikkelingen

De eerste wijziging van het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Lingewaard' maakt een dertiental ontwikkelingen mogelijk. Deze ontwikkelingen leiden niet tot een toename van het aantal woningen dan wel tot (extra) bouwactiviteiten. Zodoende mag worden aangenomen dat tegen het planvoornemen geen overwegende bezwaren bestaan.

Het bestemmingsplan wordt conform de gebruikelijke procedure gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende dit termijn kan een ieder reageren op het planvoornemen en zijn of haar zienswijzen indienen.

Hoofdstuk 7 Procedure

7.1 De Te Volgen Procedure

In het kader van vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening wordt het voorontwerp-bestemmingsplan toegezonden naar de vooroverlegpartners. Naar aanleiding van de vooroverlegperiode is er wel/geen noodzaak het bestemmingsplan aan te passen.

Het ontwerp-bestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode heeft een ieder de mogelijkheid zienswijze in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. De ingekomen zienswijzen worden vervolgens betrokken bij hun besluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. De gemeenteraad is bevoegd het bestemmingsplan vast te stellen.

Na vaststelling wordt het bestemmingsplan, samen met het besluit tot vaststelling hiervan, opnieuw zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden tegen dit besluit beroep aantekenen bij de Afdeling van de Raad van State.

7.2 Vaststelling

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 15 december 2016 tot en met 25 jauari 2017, gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende de termijn van de ter inzage legging zijn 16 zienswijzen ingediend. Een aantal van deze zienswijzen leidt tot aanpassing van deze 1e herziening. Het bestemmingsplan is dan ook gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan in de raadsvergadering van 18 mei 2017. Tijdens deze raadsvergadering zijn tevens twee amendementen aangenomen en verwerkt in het vastgestelde bestemmingsplan.

Bijlage 1 Inpassingsplan Karstraat 27

Bijlage 1 Inpassingsplan Karstraat 27

Bijlage 2 Sloop Kassen Karstraat 38

Bijlage 2 Sloop kassen Karstraat 38

Bijlage 3 Monumenten

Bijlage 3 Monumenten

Bijlage 1 Voorbeelden Vergelijking Bestemming Water Met Legger

Bijlage 1 Voorbeelden vergelijking bestemming water met legger

Bijlage 2 Beleid Functieverandering Buitengebied

Bijlage 2 Beleid functieverandering buitengebied

Bijlage 3 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 3 Nota van zienswijzen