Elst, Kavels Nieuwe Aamsestraat
Beheersverordening - Gemeente Overbetuwe
Vastgesteld op 20-08-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 verordening
de beheersverordening Elst, Kavels Nieuwe Aamsestraat van de gemeente Overbetuwe.
1.2 verordeningsgebied
het gebied waarop de deze verordening van toepassing is, zoals vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1734.0158ELSTbvnwaamstr-VSG1 met de bijbehorende regels en bijlagen.
1.3 archeologisch deskundige
een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake archeologie.
1.4 archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.5 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.6 besluitvlak
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.7 bestaand legaal gebruik
het (al dan niet aanwezige) gebruik van de gronden en bouwwerken zoals toegestaan conform:
- a. een in werking getreden wijzigingsplan;
- b. een omgevingsvergunning voor het gebruik.
1.8 bestaande legale bouwwerken
bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
- a. aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
- b. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.
1.9 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Artikel 2 Bouw- En Gebruiksregels
In het verordeningsgebied gelden de volgende regels:
- a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt:
- 1. ter plaatse van het besluitvlak I: de regeling zoals opgenomen in Bijlage 3 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in Bijlage 4;
- 2. ter plaatse van het besluitvlak II: de regeling zoals opgenomen in Bijlage 1 en de daarbijbehorende kaart zoals opgenomen in Bijlage 2;
- 3. ter plaatse van het besluitvlak III: de regeling als opgenomen in artikel 3;
- b. in afwijking van het bepaalde onder a, zijn de wijzigingsbevoegdheden zoals opgenomen in artikel 23 van Bijlage 3 en in artikel 2 lid 3, artikel 3 lid 3, artikel 4 lid 4 en artikel 14 van Bijlage 1 niet van toepassing;
- c. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt voor de in het gebied aanwezige archeologische waarden die zijn vastgelegd op de archeologische beleidskaart zoals opgenomen in bijlage 6, de regeling zoals opgenomen in bijlage 5;
- d. in aanvulling op het bepaalde onder a en b geldt, voor zover het bestaande legale gebruik (bouwen en gebruik) afwijkt van hetgeen in artikel 2 is geregeld, het volgende:
- 1. de in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande legale bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande legale gebruik;
- 2. bestaande legale bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie;
- e. daar waar in bijlage 3 'aanlegvergunning' staat, wordt gelezen: 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden';
- f. daar waar in bijlage 3 'vrijstelling te verlenen' staat, wordt gelezen: 'af te wijken';
- g. daar waar in bijlage 1 'vrijstelling verlenen' staat, wordt gelezen: 'afwijken';
- h. daar waar in in bijlage 1 en in bijlage 3 'vrijstelling' staat, wordt gelezen: 'afwijking'.
Artikel 3 Verkeer - Verblijf
3.1 Gebruik
De voor met het besluitvlak III aangewezen kunnen worden gebruikt ten behoeve van:
- a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- b. wegen, voet- en fietspaden, geluidswerende voorzieningen, straatmeubilair, speeltoestellen en parkeervoorzieningen;
- c. gebouwen en bouwwerken ten dienste van de bestemming, waaronder begrepen bouwwerken voor openbaar nut, zoals een abri al dan niet met fietsenstalling, speeltoestellen, telefooncellen, (ondergrondse) afvalcontainers, verlichtingsarmaturen en bebording;
- d. nutsvoorzieningen, wateraanvoer en -afvoer, sierwater, waterberging, taluds en groenvoorzieningen;
met dien verstande dat:
- e. verkooppunten van motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.
3.2 Bouwen
Op deze gronden mogen ten behoeve van het gebruik uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
De bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
- a. van verlichtingsarmaturen: 8 m;
- b. van bebording: 8 m;
- c. van speeltoestellen: 3 m;
- d. van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde: 3 m.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking van het raadsbesluit.
Artikel 5 Looptijd
Deze verordening heeft een geldigheidsduur van zes jaar na de dag van inwerkingtreding.
Artikel 6 Slotregel
Deze verordening wordt aangehaald als: beheersverordening Elst, Kavels Nieuwe Aamsestraat.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 De Beheersverordening
Conform de Wro is de gemeente Overbetuwe bezig haar bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 te actualiseren. Voor een zevental kavels aan de Nieuwe Aamsestraat, gelegen noorden en ten oosten van het parkeerterrein aan de achterzijde van het station, is het vigerende bestemmingsplan nog niet geactualiseerd.
Om op 1 juli 2013 aan de actualiseringsplicht te voldoen, bestaat als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Dit instrument leent zich voor situaties waarbij redelijkerwijs geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien kunnen worden (voor de looptijd van de beheersverordening) of waarbij onduidelijk is op welke termijn ruimtelijke ontwikkelingen verwacht kunnen worden. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de vigerende bestemmingsplannen vast en blijven ook alle legale situaties toegestaan die van die vigerende plannen afwijken. Aangezien het vooralsnog onduidelijk is wanneer en hoe het gebied wordt herontwikkeld en de vigerende regelingen voor de komende jaren afdoende ruimte bieden voor kleinschalige ontwikkelingen, is een beheersverordening voor dit gebied een goed instrument om over een actueel planologisch kader te beschikken.
Een nadere toelichting op het instrument 'beheersverordening' en de keuze hiervoor is opgenomen in paragraaf 4.2. Hierin wordt tevens ingegaan op het type beheersverordening dat voor dit gebied is gekozen.
1.2 Ligging Verordeningsgebied
Het verordeningsgebied wordt omgeven door woongebied Westeraam, bedrijventerrein De Aam en het stationsgebied.
Op hoofdlijnen wordt het gebied van de beheersverordening als volgt begrensd:
- aan de noordzijde: Meiregen en Scholengemeenschap Het Westeraam;
- aan de zuidzijde: grotendeels door de Nieuwe Aamsestraat, met als enige uitzondering het bedrijfskavel ten zuiden van de Nieuwe Aamsestraat;
- aan de oostzijde: Colosseum;
- aan de westzijde: spoorlijn Nijmegen-Elst-Arnhem en het parkeerterrein aan de achterzijde van station Elst.
De exacte begrenzing is opgenomen in figuur 1.1
Figuur 1.1. Ligging verordeningsgebied
1.3 Vigerende Plannen
In het verordeningsgebied zijn de volgende plannen van kracht:
- bestemmingsplan Bedrijvenpark De Aam, vastgesteld op 28 april 1992;
- bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst, vastgesteld op 20 augustus 1979;
- bestemmingsplan Westeraam, vastgesteld op 14 december 1999.
Deze plannen komen, zoals in de Wet ruimtelijke ordening is bepaald en voor zover in het verordeningsgebied gelegen, bij inwerkingtreding van de beheersverordening te vervallen.
Reeds verleende omgevingsvergunningen worden positief bestemd in het kader van het voorliggend beheersverordening.
Voor de gebieden die aangegeven zijn in figuur 1.2, is op 26 september 2011 een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verleend ten behoeve van de realisatie van een tijdelijke parkeerplaats en een tijdelijke fietsenstalling. Deze voorzieningen zijn benodigd voor de realisatie van het plan 'Elst Centraal'. Aangezien sprake is van een tijdelijke afwijking, wordt dit niet meegenomen in deze beheersverordening, met dien verstande dat dit een verleende omgevingsvergunning is en op deze wijze voor de looptijd van de tijdelijke afwijking wel geldig blijft.
Figuur 1.2 Begrenzing omgevingsvergunning 'Elst Centraal, tijdelijke voorzieningen' (2011)
1.4 Leeswijzer
De toelichting bij de verordening is als volgt opgebouwd:
- in hoofdstuk 2 zijn de relevante beleidstukken samengevat en is beoordeeld in hoeverre de uitgangspunten van deze verordening binnen het geldende beleid passen;
- in hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten van de beheersverordening beschreven en wordt uitleg gegeven aan de regeling die bij deze verordening hoort;
- in hoofdstuk 4 wordt een beschrijving van het verordeningsgebied gegeven;
- in hoofdstuk 5 tot slot wordt stilgestaan bij de relevante omgevingsaspecten.
Hoofdstuk 2 Beleidsaspecten
2.1 Inleiding
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening – voortzetting van de bestaande situatie, inclusief de planologische mogelijkheden – is met name stilgestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk. De conclusie is dat deze beleidsaspecten de totstandkoming van de beheersverordening niet in de weg staan.
2.2 Rijksbeleid
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011/2012)
Het besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevat met name opdrachten aan de provincie om bepaalde onderwerpen nader uit te werken. Daarnaast bevat het regels waaraan bestemmingsplannen en beheersverordeningen moeten voldoen.
In en nabij het verordeningsgebied zijn er geen bepalingen uit het Barro relevant.
2.3 Provinciaal Beleid
Streekplan Gelderland (2005)
In het Streekplan Gelderland 2005 is het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland tot 2015 vastgelegd. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.
Het streekplan geeft, vanuit het provinciaal perspectief, op hoofdlijnen aan waar welke ontwikkelingen gewenst zijn. De gemeente Overbetuwe behoort tot de Stadsregio Arnhem - Nijmegen. Deze regio beschikt over een stedelijke dynamiek door onder andere de ligging aan een aantal internationale hoofdverbindingen. Stedelijke transformatie moet bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de Stadsregio als aantrekkelijke regio voor huishoudens, bedrijven en bezoekers. Op de beleidskaart ruimtelijke structuur is het verordeningsgebied aangewezen tot regionaal knooppunt. De stationlocatie van Elst en omgeving zal zich komende jaren ontwikkelen tot brandpunt van nieuwe stedelijke functies.
Het gebied waar de voorliggende beheersverordening betrekking op heeft, zal de komende jaren nog niet herontwikkeld worden, in afwachting van de 1e fase van de herontwikkeling van het stationsgebied. De beheersverordening is daarom in lijn met het streekplan.
Ruimtelijke Verordening Gelderland (2010, 2012)
In de Ruimtelijke Verordening Gelderland worden beperkingen aan bestemmingsplannen en beheersverordeningen gesteld, voor zover het onderwerpen betreffen die een provinciaal belang raken.
Het plangebied is volgens de RVG gelegen binnen bestaand stedelijk gebied. Binnen deze gebieden is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken toegestaan. De beheersverordening biedt geen nieuwe planologische ruimte in vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen. Van de bouwmogelijkheden zoals opgenomen in de vigerende plannen kan nog steeds gebruik worden gemaakt.
2.4 Gemeentelijk Beleid
Toekomstvisie+ (2009)
De Toekomstvisie+ is vastgesteld op 8 september 2009 en is een overkoepelend beleidsdocument dat richting geeft aan het beleid en handelen van de gemeente Overbetuwe. Het is het vertrekpunt voor het uitwerken van het verdere beleid. Aan de hand van uitgewerkt (sectoraal) beleid en actuele gegevens kan de gemeente hier periodiek de prioriteiten bepalen.
In de toekomstvisie zijn de aspecten leefomgeving, vergrijzing, economische gesteldheid (werk en werkgelegenheid) en duurzaamheid opgenomen om een gewenste identiteit uiteen te zetten. De opgave die is vastgelegd in de toekomstvisie is gebaseerd op een lagenbenadering.
Op de visiekaart is ter hoogte van het beheersverordeninggebied het symbool 'OV-knooppunt multimodaal' opgenomen (zie ook figuur 2.1). Station Elst (en omgeving) wordt verder ontwikkeld tot een netwerkstation; een aantrekkelijk stationsgebied met o.a. de functies wonen, werken en parkeren.
Figuur 2.1 Uitsnede visiekaart Toekomstvisie+
Hoofdstuk 3 Beschrijving Bestaande Situatie
Het verordeningsgebied ligt ten noorden en ten zuiden van de Nieuwe Aamsestraat. Dit is één van de oorspronkelijke bebouwingslinten van Elst. Het verordeningsgebied wordt doorsneden door de (tijdelijke) ligging van de Regenboog, één van de ontsluitingswegen van de woonwijk Westeraam. Direct ten (zuid)oosten van het verordeningsgebied is het bedrijventerrein De Aam gelegen.
Het verordeningsgebied ligt in een hoog dynamisch gebied waar zich in de afgelopen periode veel ontwikkelingen hebben voorgedaan en zich in de komende periode ontwikkelingen zullen voordoen.
Ten noorden van het verordeningsgebied wordt de woonwijk Westeraam gerealiseerd. Een groot deel van deze wijk is inmiddels gerealiseerd. De voltooiing hiervan is in de komende jaren voorzien. Direct ten noorden van het plangebied is Scholengemeenschap Het Westeraam gerealiseerd.
Direct ten westen van het verordeningsgebied is de spoorlijn Arnhem-Nijmegen gelegen. In aansluiting hierop wordt in de komende periode het gehele stationsgebied van Elst vernieuwd. In het verordeningsgebied zijn hiervoor tijdelijke maatregelen getroffen (tijdelijke parkeerplaats en tijdelijke fietsenstalling).
Naast de tijdelijke voorzieningen ligt een deel van de gronden op dit moment braak. Ter plaatse van het verordeningsgebied is op korte termijn nog geen ontwikkeling voorzien. Op langere termijn zullen de gronden worden gebruikt voor ontwikkeling. Wat de precieze ontwikkelingen zijn, is op dit moment nog niet bekend. De looptijd van de beheersverordening wordt daarom beperkt, zodat de beheersverordening niet (meer) geldt op het moment dat sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling ter plaatse.
Hoofdstuk 4 Juridische Toelichting
4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de keuze voor het instrument beheersverordening uiteengezet en een uitleg gegeven bij de planologische regeling.
4.2 Keuze Voor Beheersverordening
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening voor een gebied vast te stellen. Een beheersverordening vormt, net als het bestemmingsplan, het kader waaraan onder andere bouwaanvragen worden getoetst en op basis waarvan de gemeente handhavend kan optreden op het moment dat in strijd met bepalingen uit de verordening wordt gehandeld (denk aan illegale gebruiksvormen of illegale bebouwing).
De Wro heeft een bovengrens gesteld voor gebieden waarvoor de verordening kan worden toegepast. Een beheersverordening betreft een regeling voor het beheer van het gebied overeenkomstig het bestaande gebruik. Een beheersverordening is juridisch vergelijkbaar met een bestemmingsplan met een consoliderende inhoud. Onder een beheerregeling wordt zowel een regeling voor de daadwerkelijk aanwezige situatie verstaan, als een regeling waarin de planologische mogelijkheden worden overgenomen.
Voor het verordeningsgebied van de voorliggende beheersverordening geldt dat op dit moment nog niet duidelijk is wat het toekomstperspectief op lange termijn is. In het verleden behoorden de deelgebieden bij het te ontwikkelen stationgebied. De lange termijn doelstellingen zijn ter plaatse van het verordeningsgebied nog onvoldoende concreet en onderbouwd voor wat betreft uitvoerbaarheid en omgevingsaspecten. Het verordeningsgebied kan daarom nog niet van een nieuwe planologische regeling worden voorzien. Aangezien (op langere termijn) wel ontwikkelingen zijn voorzien voor het verordeningsgebied, is de looptijd van de beheersverordening beperkt. Hierdoor zijn voor de looptijd van de beheersverordening geen ontwikkelingen voorzien en is het instrument een adequaat instrument voor deze situatie.
De gemeente is echter gehouden aan de zogenoemde actualiseringsplicht op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening. Deze actualiseringsplicht betekent dat de gemeente ervoor dient te zorgen dat het hele grondgebied is voorzien van actuele bestemmingsplannen of beheersverordeningen, dat wil zeggen niet langer dan 10 jaar geleden vastgesteld.
De gemeente kiest er voor om voor dit gebied een beheersverordening vast te stellen. Deze beheersverordening heeft tot doel de bestaande situatie te beheren. Op een later moment zal, als de ontwikkelingen voldoende concreet zijn, een bestemmingsplan in procedure worden gebracht.
Deze beheersverordening heeft een looptijd van enkele jaren (6 jaar). In deze periode zullen de ontwikkelingen naar verwachting dermate concreet worden, dat deze planologisch mogelijk gemaakt zullen worden. Deze verwachte looptijd wordt juridisch vastgelegd in deze beheersverordening. Na deze 6 jaar komt de beheersverordening te vervallen. De beoogde ontwikkelingen zullen - zoals aangegeven - mogelijk worden gemaakt met een bestemmingsplan. Indien dit bestemmingsplan eerder wordt vastgesteld dan de looptijd van deze beheersverordening, komt de beheersverordening eveneens te vervallen.
Gebleken is dat voor de korte termijn het huidige planologische kader van onderhavig plangebied nog voldoende actueel is. Binnen deze regeling worden geen ongewenste ontwikkelingen en mogelijkheden geboden. Er is daarom voor gekozen uit te gaan van de planologische mogelijkheden zoals nu in de vigerende bestemmingsplannen (en in de verleende omgevingsvergunning) zijn opgenomen.
4.3 Uitleg Van De Regeling
4.3.1 Uitgangspunten regeling
De beheersverordening is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- beheer van de bestaande legale situatie (gebruik en bouwen);
- (in principe) het behoud van de planologische ruimte zoals deze in de geldende plannen is opgenomen en de in de tussentijd verleende ontheffingen/afwijkingen.
Zowel het behoud van de bestaande situatie als het behoud van de planologische ruimte vormen de onderlegger voor de beheersverordening. Om de planologische ruimte uit de vigerende plannen in deze verordening over te nemen, is de regeling uit de vigerende plannen in deze verordening overgenomen.
In de regeling is expliciet bepaald dat indien de bestaande legale situatie afwijkt van hetgeen op het kaartbeeld en/of in de regels is bepaald, de bestaande legale situatie alsnog is toegestaan.
Met de inwerkingstreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een aantal termen die gebruikt werden in de voorgaande bestemmingsplannen niet meer actueel. In plaats van een aanlegvergunning, wordt nu gesproken over een 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden' en in plaats van een vrijstelling, is er nu sprake van een afwijking. De inhoud en de bedoeling van de regels wijzigen echter niet, er is sprake van een nieuwe naam van de vergunningen. In deze verordening is aangegeven hoe deze vergunningen nu moeten worden gelezen.
4.3.2 Bedrijvenpark De Aam
Het vigerende bestemmingsplan Bedrijvenpark De Aam (1992) is het basisplan dat binnen het verordeningsgebied vigeert. De regeling en bijbehorende kaart zijn om die reden in artikel 2 sub a vastgelegd en opgenomen als bijlage bij de regels van de verordening.
Wijzigingsbevoegdheden uit het vigerende plan kunnen binnen een beheersverordening echter niet worden overgenomen. Voor wijzigingsbevoegdheden geldt dat deze ontwikkelingen mogelijk maken die afwijken van ofwel de bestaande ruimtelijke structuur ofwel de bestaande functionele structuur. Om die reden stroken deze regelingen niet met het doel van een beheersverordening als instrument. De wijzigingsbevoegdheden zijn daarom uitgesloten via artikel 2, sub b.
4.3.3 Buitengebied dorp Elst
Voor bijna het gehele gebied van deze beheersverordening is het bestemmingsplan Bedrijvenpark De Aam vastgesteld. Enkel ter plaatse van het Agrarisch perceel aan de noordoostzijde van het plangebied geldt het bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst. Voor dit gebied geldt daarom de regeling uit dit bestemmingsplan dat ter plaatse van toepassing is. De voorschriften en de plankaart van dit bestemmingsplan zijn als bijlage opgenomen in deze beheersverordening. In artikel 2 sub a wordt verwezen naar deze regeling.
Zoals in paragraaf 4.3.2 is aangegeven, kunnen wijzigingsbevoegdheden binnen een beheersverordening echter niet worden overgenomen. Ook voor dit bestemmingsplan geldt dat de wijzigingsbevoegdheden daarom zijn uitgesloten via artikel 2, sub b.
4.3.4 Westeraam
De (tijdelijke) ontsluiting van Westeraam via de Regenboog is met een uit te werken bestemming opgenomen in het bestemmingsplan Westeraam. Deze ontsluiting is op dit moment als zodanig in gebruik. De verkeersfunctie wordt daarom mogelijk gemaakt in deze verordening. Dit is conform het feitelijke gebruik. Voor de gebruiks- en bouwmogelijkheden wordt aangesloten op de algemene regeling die in bestemmingsplannen geldt binnen de bestemming Verkeer - Verblijf.
4.3.5 Archeologie
Na vaststelling van de bovengenoemde plannen is nieuw archeologisch beleid opgesteld door de gemeente Overbetuwe.
De nadere onderbouwing van dit sectorale aspect is opgenomen in paragraaf 5.3, waaruit blijkt dat binnen het verordeningsgebied enkel beleidszone '4' voorkomt.
Voor deze beleidszone is een minimum oppervlakte- en/of dieptemaat bepaald die archeologisch onderzoek verplicht stelt bij ruimtelijke ontwikkelingen van grotere omvang.
Een uitsnede van de archeologische beleidskaart waaruit de zonering van het verordeningsgebied blijkt is opgenomen in de bijlagen bij de regels. Ook de bijbehorende regels die per zone van toepassing zijn, zijn als bijlage opgenomen. Samen zijn ze verankerd in artikel 2 lid c. Deze regeling ter bescherming van de archeologische (verwachtings)waarden geldt ter aanvulling op de bovengenoemde regelingen.
4.3.6 Overige legale situaties
Situaties die niet voldoen aan de ter plaatse geldende regeling, maar wel legaal tot stand gekomen zijn, blijven eveneens toegestaan. Dit is bepaald in artikel 2 sub d.
Het kan daarbij gaan om zowel bouw- als gebruiksmogelijkheden overeenkomstig een eerder doorlopen ruimtelijke procedure.
Hoofdstuk 5 Sectorale Aspecten
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de in en rond het verordeningsgebied voorkomende relevante omgevingsaspecten.
Omdat deze beheersverordening enkel de bestaande planologische situatie voortzet, is de onderzoeksopgave van beperkte omvang. Om die reden is de afweging per aspect beknopt weergegeven in een tabel.
5.2 Afweging
aspect | kader | beoordeling | afweging | |
Verkeer | Ontsluiting en verkeers- generatie | De ontwikkeling mag niet leiden tot een verslechtering van de doorstroming op de ontsluitende wegen. | Omdat uitsluitend de vigerende ruimtelijke mogelijkheden worden overgenomen, leidt de beheersverordening niet tot nieuwe verkeersgeneratie. Ook de wegenstructuur blijft ongewijzigd. De ontsluiting van het gebied is hiermee gewaarborgd. | |
Water | Watertoets | Het plan moet voldoen aan een goede waterkwantiteit en -kwaliteit, wateropvang en -afvoer en bescherming tegen het water. | Los van beperkte uitbreidingsmogelijkheden (op bestaande percelen, binnen bouwvlak) die overeenkomen met de mogelijkheden uit het de vigerende plannen, zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien. De waterkwantiteit en -kwaliteit blijft zodoende ongewijzigd, evenals de opvang en afvoer. | |
Ecologie | Natuur- beschermings- wet 1998 | Is er sprake van significant negatieve effecten? | Aangezien er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, zijn er geen negatieve effecten. | |
Flora- en faunawet | Is er sprake van aantasting, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen? | De beheersverordening gaat uit van de bestaande situatie, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Overtreding van de Flora- en faunawet treedt dan ook niet op. | ||
Archeologie | Archeologische beleidsadvieskaart | Archeologische waarden en verwachtingswaarden dienen beschermd te worden. | De zonering uit de beleidsadvieskaart is, samen met het bijbehorende beschermingsregime overgenomen in de verordening. Dit aspect is nader onderbouwd in paragraaf 5.3. | |
Relatie met omliggende (bedrijfs) functies | Bedrijven en milieuzonering | Zijn er bedrijfsfuncties in de omgeving aanwezig/mogelijk? | De vigerende mogelijkheden voor bedrijven zijn met dezelfde kaders (bestemmingsvlak / bouwvlak) toegestaan. Ook voor de milieugevoelige functies gelden dezelfde kaders. Zodoende leiden de bedrijven en milieugevoelige functies onderling niet tot functionele beperkingen. | |
Bodem- kwaliteit | Besluit bodemkwaliteit | Bodemkwaliteit dient voldoende te zijn voor beoogde functie | De functies wijzigen niet, waardoor dit aspect de uitvoering van de beheersverordening niet in de weg staat. | |
Externe veiligheid | Bevi-inrichtingen en transport gevaarlijke stoffen. | Wordt voldaan aan normen plaatsgebonden risico en groepsrisico? | De verordening staat in het gebied geen nieuwe (milieugevoelige) functies toe en er worden geen nieuwe risicovollebedrijfsactiviteiten mogelijk gemaakt. Over de omliggende wegen (A325, A15) en spoorwegen (Arnhem-Nijmegen, Betuweroute) vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Aangezien de verordening uitsluitend de vigerende mogelijkheden toestaat, is het plaatsgebonden en groepsrisicio niet in het geding. | |
Lucht- kwaliteit | Wet luchtkwaliteit | Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet luchtkwaliteit? | De verordening maakt geen nieuwe functies mogelijk, waardoor de verkeersaantrekkende werking gelijk blijft. De luchtkwaliteit wordt zodoende niet beïnvloed. | |
Weg- verkeerslawaai | Wet geluidhinder | Wordt voldaan aan de genoemde grenswaarden in de Wet geluidhinder? | Op de locatie worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt, waardoor akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder achterwege kan blijven. | |
Kabels en leidingen | Telecommunicatiewet | Zijn er planologisch relevante leidingen en hoogspanningsverbindingen in de directe omgeving aanwezig? | In en rondom het verordeningsgebied zijn geen planologisch relevante leidingen en/of hoogspanningsverbindingen aanwezig. |
5.3 Archeologie
De gemeente Overbetuwe heeft de archeologische waarden op haar grondgebied in beeld gebracht. Deze zijn vastgelegd op de archeologische beleidskaart van de gemeente, waarvan in figuur 5.1 een uitsnede is opgenomen.
Om deze waarden te beschermen is in de verordening een beschermende regeling opgenomen die ertoe leidt dat bij bodemwerkzaamheden vanaf een bepaalde omvang of vanaf een bepaalde diepte eerst archeologisch onderzoek dient plaats te vinden, voordat die werkzaamheden mogen worden uitgevoerd.
Het gehele verordeningsgebied is gelegen in verwachtingszone 4. Aan de zuidzijde van de Nieuwe Aamsestraat is een archeologisch vindplaats (nr 365) met een attentiezone van 50 meter gelegen.
Figuur 5.1 Uitsnede archeologische beleidskaart
Bijlage 1 Regels Bedrijvenpark De Aam
Bijlage 1 regels Bedrijvenpark De Aam
Bijlage 2 Kaart Bedrijvenpark De Aam
Bijlage 2 kaart Bedrijvenpark De Aam
Bijlage 3 Regels Bestemmingsplan Buitengebied Dorp Elst
Bijlage 3 regels bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst
Bijlage 4 Kaart Bestemmingsplan Buitengebied Dorp Elst
Bijlage 4 kaart bestemmingsplan Buitengebied dorp Elst
Bijlage 5 Regels Bescherming Archeologische Waarden
Bijlage 5 regels bescherming archeologische waarden