KadastraleKaart.com

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Projectgebied
1.3 Geldend Bestemmingsplan
2 Projectbeschrijving
2.1 Wenselijke Afwijking Van Het Bestemmingsplan
2.2 Ruimtelijke Aspecten
2.3 Verkeer
3 Beleidskader
3.1 Beleidskader
3.1.1 Gemeentelijk Beleid
3.1.2 Regionaal Beleid
3.1.3 Provinciaal Beleid
3.1.4 Rijksbeleid
3.1.5 Conclusie
4 Onderzoek
4.1 Bedrijven En Milieuzonering
4.2 Geluid
4.3 Luchtkwaliteit
4.4 Externe Veiligheid
4.5 Water
4.6 Bodem
4.7 Ecologie
4.8 Cultuurhistorische Aspecten
5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
5.2.1 Overleg
5.2.2 Zienswijzen
6 Bijlage
7 Planverbeelding
8 Vaststellingsbesluit

Langestraat 31 te 's-Gravenzande

Projectbesluit - gemeente Westland

Onherroepelijk op 31-08-2012 - geheel onherroepelijk in werking

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Ter plaatse van een gedeelte van de locatie van de voormalige Opelgarage van P.A. van der Kooij is een omgevingsvergunningsaanvraag (W-AV-2011-1883) gedaan voor het oprichten van een woning. De projectlocatie is gelegen aan de Langestraat 25 t/m 39 te 's-Gravenzande.
Na vertrek van de voornoemde garage is het bedrijfsgebouw bestaande uit een autoshowroom met kantoor, garagebedrijf en twee bovenwoningen leeg komen te staan. Het bedrijfsgebouw verkeerde in slechte toestand en is inmiddels gesloopt. Door de heer J.D. Krijgsman is het plan opgevat om op hetgedeelte van de voormalige autoshowroom met kantoor gelegen aan de Langestraat een woning op te richten. Hiertoe is dit gedeelte van het perceel in eigendom verkregen en zal de bestaande bebouwing aan de Langestraat tevens gesloopt gaan worden. Op 16 maart 2012 is hiervoor een sloopaanvraag gedaan.
Het projectgebied bestaat uit twee kavels. Kavel 1 heeft een oppervlakte van 331m2 en wordt bebouwd met een woning bestaande uit twee bouwlagen met een kap. De woning heeft een goot- en nokhoogte van 6,70 meter respectievelijk 10,80 meter en beschikt over een garage met een goot- en nokhoogte van 3,00 meter respectievelijk 4,00meter. In totaal worden er ten behoeve van de woning op kavel 1 ca. 73 m2 aan aan- en bijgebouwen gebouwd. De woning beschikt over één vanaf de Sand Ambachtstraat te bereiken parkeerplaats op eigen terrein.
Kavel 2 heeft een oppervlakte van 161m2. Ten behoeve van de al op dit kavel aanwezige woning Langestraat 23 wordt een garage, berging en een afvalopslag gebouwd. De bijgebouwen hebben een goot- en nokhoogte van 3,00 meter respectievelijk 4,00meter. In totaal worden er ten behoeve van de woning op kavel 2 ca. 48 m2 aan aan- en bijgebouwen gebouwd.

1.2 Ligging Projectgebied

Het binnen de kern van 's-Gravenzande gelegen projectgebied is gelegen aan de Langestraat tegenover de historische grote kerk en het daaromheen gelegen parkje. Het bouwperceel is kadastraal bekend onder sectie I nummers 3176, 3885 (ged.), 5007, 5008 en 5591.
afbeelding
Figuur 1: Ligging plangebied

1.3 Geldend Bestemmingsplan

Het project is gelegen binnen het bestemmingsplan “Dorp” van 's-Gravenzande. Volgens genoemd bestemmingsplan geldt ter plaatse van het terrein waarop het bouwplan is gesitueerd ingevolge artikel 7 de bestemming 'Centrumvoorzieningen (CT), artikel 8 de bestemming “Wonen (W)", ingevolge artikel 10 de bestemming "Bedrijven (B)" en ingevolge artikel 11 de bestemming "Erf (E)".
Ingevolge artikel 8 lid 3 sub b. van genoemd bestemmingsplan mag de inhoud van woningen niet meer dan 600 m3 bedragen, met dien verstande dat de inhoud van vrijstaande dienstwoningen niet meer dan 1.000 m3 mag bedragen.
De gevraagde woning betreft geen dienstwoning en is niet vrijstaand en mag dus maximaal 600 m3 zijn. De gevraagde woning heeft een inhoud van 3.192 m3.
Ingevolge artikel 10 lid 1 zijn gronden met een bedrijven bestemming bedoeld voor het uitoefenen van een bedrijf.
Het gebruik van voormelde gronden ter plaatse van een gedeelte van de garage/bergingen voor wonen is hiermee in strijd.
Ingevolge artikel 11 lid 3 sub. b.1. bedraagt het toegelaten gezamenlijk grondoppervlak van gebouwen 40% van de gronden met de bestemming "erf" alsmede op de gronden gelegen dicht achter de hoofdgebouwen op het aangrenzende bestemmingsvlak, met een maximum van 40 m2.
Het totaal aan bijgebouwen en aanbouwen op kavel 1 en kavel 2 bedraagt ca. 130 m2 (overkapping niet meegerend). Kavel 1 heeft een oppervlakte van 71,21 m2 aan vergunningsplichtige erfbebouwing (inclusief overkappingen). Kavel 2 heeft een oppervlakte van 48,28 m2 aan vergunningsplichtige erfbebouwing (inclusief overkappingen). Het totaal aan bijgebouwen en aanbouwen op kavel 1 en kavel 2 is in strijd met de ten hoogste toegestane oppervlakte.
Ingevolge artikel 11 lid 3 sub. d.1. mag de bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen. De gevraagde garage 1 en 2 hebben een bouwhoogte van 5,00 meter en het op de aanbouw aan de eetkeuken gesitueerde balkon heeft een hoogte van 4 meter. .
Het bestemmingsplan kent geen mogelijkheden om de bestemming te wijzigen.
- Ontwerpbestemmingsplan "Centrum 's-Gravenzande".
Tevens is ter plaatse van het project het medio september 2012 vast te stellen bestemmingsplan “Centrum 's-Gravenzande" van toepassing. Het project is in overeenstemming met de plankaart behorende bij voornoemd bestemmingsplan.

2 Projectbeschrijving

2.1 Wenselijke Afwijking Van Het Bestemmingsplan

Een bedrijfsfunctie verdwijnt uit het op overwegend wonen gerichte gebied. Het voorgestelde bouwplan is passend binnen de planontwikkeling voor het centrum van 's-Gravenzande.

2.2 Ruimtelijke Aspecten

De entrée en de bouwmassa van de woning zijn gericht op de Langestraat. Architectonisch is met het gebouw aansluiting gezocht met de bestaande, naastgelegen bebouwing waardoor een waardevolle toevoeging aan de bestaande gevelwand in dit deel van de Langestraat ontstaat.
De goot- en bouwhoogte van de woning is ca. 7 meter respectievelijk 10,8 meter. De bijgebouwen hebben een goot- en bouwhoogte van 3 meter respectievelijk 5 meter. Ten behoeve van de bereikbaarheid van de hoofdentree van de woning Langestraat 25 en het achtergelegen erf wordt links naast Langestraat 23 in de gevelwand een gemetselde toegangspoort gebouwd. Hierdoor blijft de functie van de achtergelegen ruimte zichtbaar en wordt er een fysieke verbinding gemaakt tussen beide bouwblokken.
.

2.3 Verkeer

Het project betreft de bouw van een grote woning waar voorheen 3 woningen, kantoorruimte en een showroom zaten. Tevens worden binnen het projectgebied twee garages gebouwd.
Gelet hierop neemt met het project de parkeerbehoefte binnen het openbare gebied af waardoor er vanuit verkeerskundig oogpunt geen bezwaar tegen deze ontwikkeling bestaat.

3 Beleidskader

3.1 Beleidskader

3.1.1 Gemeentelijk Beleid

Visie Greenport Westland
Door de gemeente Westland is de Greenportvisie ontwikkeld. De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten in woord en beeld. Op de plankaart is het plangebied aangegeven als compact dorps.
Een groot deel van de woningbouwproductie dient opgevangen te worden binnen de bestaande ruimtelijke mogelijkheden. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de bebouwingscontouren van de Provinciale Structuurvisie, want verdichting van de kernen door het toevoegen van woningen gaat steeds belangrijker worden. De verdichting komt mede voort uit het vergroten van het draagvlak voor het voorzieningenniveau en het behouden van duurzaam glas in het buitengebied.
Evaluatie Greenport Visie Westland 2020 (2010)
Deze evaluatie verwoordt het standpunt van de raad over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1 januari 2004 tot 1 januari 2009 met besluiten per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie. Voor het wonen (de belangrijkste functie in het plangebied) zijn de volgende beleidsuitgangspunten relevant.
Analyse van de woningbouw laat zien dat de woningvoorraad tussen 2004 en 2009 met 2.000 is toegenomen. De uitleglocaties zijn vrijwel allemaal in ontwikkeling genomen, maar de verdichting van de kernen blijft achter bij het gestelde doel. Tot 2020 kan de woningbehoefte opgevangen worden met de bestaande locaties zoals aangegeven op de plankaart van de Greenportvisie inclusief een bijgestelde verdichtingsopgave.
De woningbouwopgave blijft ambitieus, maar wel realistisch. De oorspronkelijke woningbouwopgave tot 2020 is naar beneden bijgesteld. Voor de periode 2009 tot 2020 is de ambitie om 6.300 woningen netto aan de woningvoorraad, inclusief Westlandse Zoom, toe te voegen. Het gaat daarbij om 2.000 woningen op inbreidingslocaties in de kernen.

3.1.2 Regionaal Beleid

Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020
Op 16 april 2008 is door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor de regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor locale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen etc. In het structuurplan is het betrokken gebiedsdeel aangewezen voor “Verdichten binnen stedelijk gebied" (kaart Ontwikkelbeeld 2030 wonen en werken).

3.1.3 Provinciaal Beleid

Provinciale Staten hebben op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. In de Visie op Zuid Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie.
In ‘Visie op Zuid-Holland’ staat hoe de provincie samen met haar partners wil omgaan met de beschikbare ruimte. Met de structuurvisie werkt de provincie aan een vitaal Zuid-Holland, met meer samenhang en verbinding tussen stad en land. Hierdoor is in Zuid-Holland goed wonen, werken en recreëren voor iedereen binnen handbereik. De provincie onderscheidt vijf hoofdopgaven:
- aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel
- duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie
- divers en samenhangend stedelijk netwerk
- vitaal, divers en aantrekkelijk landschap
- stad en land verbonden.
Ook de instrumenten van de provincie komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten, ontwikkelt programma’s en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: ‘Lokaal wat kan, provinciaal wat moet'. Volgens de kaart van de Structuurvisie zijn de onderhavige gronden aangewezen als "stads en dorpsgebied". Binnen de voornoemde aanduiding wordt ruimte geboden aan wonen, werken en andere stedelijke voorzieningen. Het slopen van de bestaande woon- en bedrijfsbebouwing en de nieuwbouw van het betreffende pand voor de woonfunctie past hier binnen.

3.1.4 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte & AMvB ruimtelijke ordening
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.
Doelen
In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.
Het Westland is op de kaart van de nationale ruimtelijke hoofdstructuur aangewezen als Greenport (zie figuur 2).
afbeeldingafbeelding
Figuur 2: Uitsnede kaart nationale ruimtelijke hoofdstructuur
Nationale belangen
De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in de AMvB ruimtelijke ordening. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij de AMvB kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit. Voor het projectgebied zijn geen nationale belangen in het geding.

3.1.5 Conclusie

Gelet op het voorgaande kan worden geconcludeerd dat afwijken van de centrum- en bedrijfsbestemming van het perceel ten behoeve van wonen past in het overheidsbeleid.

4 Onderzoek

4.1 Bedrijven En Milieuzonering

Bij het realiseren van nieuwe milieugevoelige functies (zoals woningen) dient rekening te worden gehouden met milieuhinderlijke activiteiten in de omgeving. Het bouwplan maakt onderdeel uit van een woningbouwgebied. Gelet hierop kan geconcludeerd worden dat omliggende functies niet conflicteren met de woonfunctie en milieuzonering niet van toepassing is.

4.2 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder dient bij afwijking van een bestemmingsplan ten behoeve van geluidgevoelige objecten, een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd binnen zones van wegen. De Wet geluidhinder stelt regels ten aanzien van de maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor gevels van geluidsgevoelige bestemmingen, zoals woningen, ziekenhuizen, bejaardenhuizen en scholen.
De Langestraat is een 30-km weg zonder zone. Derhalve is de Wet geluidhinder niet van toepassing en is een akoestisch onderzoek niet benodigd.

4.3 Luchtkwaliteit

Het doel van de Wet luchtkwaliteit (Wlk) is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging en is primair gericht op het voorkomen van effecten op de gezondheid van de mens. Daartoe zijn in het Besluit normen (grenswaarden en plandrempels) voor zes luchtverontreinigende stoffen opgenomen: zwaveldioxide, stikstofdioxide, lood, koolmonoxide, benzeen en fijn stof (PM10). Deze normen dienen door de bestuursorganen in Nederland (rijk, provincies en gemeenten) in acht te worden genomen. Dit geldt o.a. voor het uitoefenen van taken en bevoegdheden op basis van de Wet ruimtelijke ordening.
Luchtkwaliteitseisen vormen geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- Er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde.
- Een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit.
- Een project draagt “niet in betekende mate (NIBM)” bij aan de luchtverontreiniging.
- Een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU toestemming heeft verleend.
Het omzetten van een centrum- en bedrijfsbestemming naar wonen leidt niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het is niet noodzakelijk om een onderzoek te verrichten naar de luchtkwaliteit ter plaatse.
Gelet op het voorgaande staat de Wlk de uitvoering van het plan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.

4.4 Externe Veiligheid

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen en -zoneringen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen. Dit betreft o.a. chemische fabrieken, LPG-tankstations en het vervoer van gevaarlijke stoffen (inclusief transportleidingen). In het kader van de Wet milieubeheer volgen uit het Bevi en de bijbehorende regeling (Regeling externe veiligheid inrichtingen) veiligheidszoneringen tussen inrichtingen en, al dan niet geprojecteerde, (beperkt) kwetsbare objecten (o.a. woningen). Op grond van bovengenoemde regelgeving dienen de verplichte afstandsnormen tussen al dan niet geprojecteerde milieugevaarlijke inrichtingen/ activiteiten en de zogenaamde (beperkt) kwetsbare objecten in acht te worden genomen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Er bevinden zich geen LPG-stations in de directe omgeving. Tevens is het perceel niet gelegen binnen een zone van een transportroute voor gevaarlijke stoffen. Vastgesteld wordt dat er in het kader van externe veiligheid geen belemmeringen zijn voor het bouwplan.
Kabels en leidingen
Er bevinden zich geen belangrijke (transport-)leidingen in het projectgebied, die in het kader van de uitvoering van dit bouwplan beschermd moeten worden.

4.5 Water

De waterkwantiteit
De locatie gelegen aan de Langestraat te 's-Gravenzande is gelegen in de waterstaatkundige eenheid boezemland. Door voltooiing van de ABC-boezemmaatregelen geldt voor het boezemland geen waterbergingstekort. Ingevolge de nieuwe Handreiking watertoets voor gemeenten (2012) geldt als aanvullende richtlijn dat bij nieuwe ontwikkelingen de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Doordat in dit plan het verhard oppervlak afneemt is er in deze situatie geen sprake van een verslechtering. Derhalve geldt er vanuit het Hoogheemraadschap van Delfland geen verplichting tot het vergroten van de waterbergingsopgave in het boezemgebied.
In het kader van klimaatbestendig ontwikkelen wordt hierbij geadviseerd maatregelen te nemen om neerslagwater vast te houden binnen het projectgebied.
De waterkwaliteit.
Binnen het projectgebied vinden geen activiteiten plaats die schadelijk kunnen zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit en het afstromend water van schone dakverhardingen zal naar verwachting een positief effect hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit. De bestemmingswijziging zal naar verwachting geen negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Aanbevolen wordt het afstromend hemelwater van de daken en erfverhardingen gescheiden af te voeren.
Afvalwater en riolering
Het huishoudelijk afvalwater en het hemelwater dient tot de perceelsgrens gescheiden afgevoerd te worden. In de toekomst zal het gemengd riool vervangen worden door een gescheiden systeem.

4.6 Bodem

Vrijwel alle gebruiksvormen van gronden kennen in meerdere of mindere mate interactie met de bodem. Uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin toegestane gebruiksvormen. Daarmee is het aspect bodemkwaliteit ook van invloed op de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat het aspect bodemkwaliteit voor vrijwel alle nieuwe ontwikkelingen die met ruimtelijke plannen mogelijk worden gemaakt relevant is en daarom onderzocht, beoordeeld en beschreven moet worden. De mate waarin beoordeling van de bodemkwaliteit aan de orde is, is met name afhankelijk van aard en omvang van de functiewijziging. Het plan betreft een functiewijziging van centrum- en bedrijfsdoeleinden naar wonen.
Nadat de aanwezige bouwwerken zijn gesloopt en voordat met de bouw wordt begonnen dient een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd te worden. De resultaten van het verkennend bodemonderzoek, verricht volgens de NEN 5740 voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek (onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond moet worden bijgevoegd) dienen bij de afdeling Ruimte, Omgeving en Veiligheid van de gemeente Westland ter goedkeuring te worden overgelegd

4.7 Ecologie

In het kader van de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitatrichtlijn is er ten behoeve van het project een Eco-effectenscan uitgevoerd (Ecoeffectscan Langestraat 31-41 te 's-Gravenzande, Aqua Terranova, kenmerk: 211323/AQT301 FF/TG, datum 19 januari 2012). De Eco-effectenscan heeft als doel de ecologische waarden van de projectlocatie te bepalen aan de hand van inventarisatie en verkregen informatie. Met de Eco-effectenscan wordt nagegaan of er op de planlocatie planten en / of dieren voorkomen of verwacht worden die:
- bedreigd zijn;
- op een zogenaamde “Rode lijst” voorkomen;
- anderszins beschermd zijn in het kader van de Flora- en faunawet.
Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied niet ligt- of grenst aan een beschermd natuurgebied van natura 2000 of de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Hoewel het project niet ligt binnen een zone waarop het gemeentelijk natuurbeleid van toepassing is, komen binnen het projectgebied ingevolge de Flora- en faunawet beschermde soort of soortgroepen voor.
Gierzwaluw en huismus
Op de projectlokatie en directe omgeving zijn geen gierzwaluw en huismus waargenomen en worden hier ook niet verwacht.
Ingevolge de Flora- en faunawet is het verboden om broedvogels te verontrusten. Deze vogels zijn ingevolge de voormelde wet beschermd. Voor verstoring van broedvogels wordt geen ontheffing verleend voor activiteiten van ruimtelijke ontwikkeling

4.8 Cultuurhistorische Aspecten

In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De Cultuur Historische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Delfland en Schieland (Provincie Zuid-Holland 2003) laat zien dat het projectgebied is gesitueerd in een gebied met een zeer grote kans op archeologische sporen. Om de middelhoge verwachting op bewonerssporen te toetsen en nader te specificeren wordt geadviseerd alvorens met de bouw aan te vangen de locatie door middel van proefsleuven nader te onderzoeken. Voordat gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten dienen de resultaten van het onderzoek met bijbehorende rapportage waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie in voldoende mate vastgesteld wordt, door de gemeente Westland beoordeeld te zijn.

5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische Uitvoerbaarheid

Ten behoeve van het project is tussen de gemeente en de aanvrager op 4 juni 2012 een anterieure overeenkomst overeengekomen.

5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

5.2.1 Overleg

Als onderdeel van de omgevingsvergunning heeft ingevolge artikel 6.18 Besluit omgevingsrecht over de afwijking van het bestemmingsplan tussen 3 april 2012 en 2 mei 2012 vooroverleg met instanties plaats gevonden. Hierbij zijn in het kader van het voorliggende verzoek de volgende instanties ingelicht:
1. Inspectie VROM;
2. Provincie Zuid Holland;
3. Hoogheemraadschap Delfland;
4. Stadsgewest Haaglanden.
Binnen de gestelde termijn zijn de navolgende reacties ingediend. De overlegreacties zijn als bijlage aan deze onderbouwing toegevoegd. Hieronder volgt een samenvattend overzicht van de reacties/vragen alsmede de beantwoording daarvan door het college van burgemeester en wethouders.
1. Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
De betrokken rijksdiensten hebben aangegeven op adviesverzoeken in het kader van artikel 3.1.1/5.1.1. inhoudelijk niet meer te reageren.
2. Provincie Zuid Holland
Van de provincie Zuid-Holland is geen reactie ontvangen.
3. Hoogheemraadschap Delfland
Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft aangegeven in te kunnen stemmen met omgevingsvergunning.
4. Stadsgewest Haaglanden
Van het Stadsgewest Haaglanden is geen reactie ontvangen.

5.2.2 Zienswijzen

Het ontwerpbesluit en onderbouwing hebben vanaf 18 mei 2012 zes weken voor zienswijzen terinzage gelegen. Binnen de voormelde termijn zijn geen reacties ingediend.

6 Bijlage

- Ecoeffectscan Langestraat 31-41 te 's-Gravenzande, Aqua Terranova, kenmerk: 211323/AQT301 FF/TG, datum 19 januari 2012

7 Planverbeelding

8 Vaststellingsbesluit