KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Tuin
Artikel 5 Wonen
Artikel 6 Waarde - Archeologische Verwachting 2
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 12 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
Artikel 14 Slotregel
Bijlage 1 Inrichtingsschets, Burocollou, Mei 2011
Bijlage 2 Bodemonderzoek, Econsultancy, April 2011
Bijlage 3 Natuurtoets, Natuurbank Overijssel, Maart 2011

Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011

Bestemmingsplan - gemeente Berkelland

Onherroepelijk op 25-07-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. 1. plan

het bestemmingsplan 'Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011, van de gemeente Berkelland;

  1. 2. bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1859.BPBGB20110025-1000 met bijbehorende regels en bijlagen;

  1. 3. verbeelding
  1. a. de analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011' bestaande uit de kaart(en) met tekeningnummer NL.IMRO.1859. BPBGB20110025-0100;
  2. b. de digitale verbeelding van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011';
  1. 4. aan- of uitbouw

een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw dat ruimtelijk en/of architectonisch ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw;

  1. 5. afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

  1. 6. bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

  1. 7. bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;

  1. 8. bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, niet zijnde de vrije beroepen, die in een gedeelte van de woning en/of de daarbij behorende (bij)gebouwen worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

  1. 9. bestaand
  1. a. bij gebruik: het gebruik zoals aanwezig op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij bouwwerken: de bebouwing die op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  1. 10. bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

  1. 11. bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  1. 12. bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

  1. 13. bijgebouw

een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

  1. 14. bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  1. 15. bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

  1. 16. bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

  1. 17. bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

  1. 18. bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  1. 19. bouwwerk, geen gebouw zijnde

alle overige bouwwerken die geen gebouw zijn;

  1. 20. coffeeshop

een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, en van verdovende en/of hallucinogene stoffen als bedoeld in bijlage II van de Opiumwet;

  1. 21. dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

  1. 22. detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;

  1. 23. erf

het gedeelte van het bouwperceel voor zover dat behoort tot het zijerf of het achtererf, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;

  1. 24. erfgrens

de grens van een erf;

  1. 25. erker

een ondergeschikte uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, hoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed;

  1. 26. extensieve dagrecreatie

vormen van recreatief medegebruik van het agrarisch en/of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes;

  1. 27. functie

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

  1. 28. gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  1. 29. gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

  1. 30. hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel in ruimtelijk en architectonisch opzicht, of gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

  1. 31. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit

de in de bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', ontleend aan de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering", genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

  1. 32. landschappelijke inpassing

een zodanige vormgeving en inpassing dat deze optimaal is afgestemd op bestaande danwel nog te ontwikkelen ruimtelijke, natuurlijke en cultuurhistorische landschapskwaliteiten;

  1. 33. maaiveld

het oppervlak (of de gemiddelde hoogte daarvan) het terrein dat een bouwwerk omgeeft;

  1. 34. mantelzorg

het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;

  1. 35. nadere eis

een nadere eis zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d, van de Wet ruimtelijke ordening;

  1. 36. omgevingsvergunning

een vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  1. 37. ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een functie die als hoofdactiviteit geen detailhandel heeft en waarvan de detailhandelsfunctie aantoonbaar ondergeschikt en gelieerd is aan die functie;

  1. 38. overkapping

een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet met meer dan één wand is uitgevoerd;

  1. 39. parkeervoorziening

voorzieningen ten behoeve van het parkeren, zoals parkeerplaatsen en in- en uitritten;

  1. 40. peil
  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. als in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
  1. 41. prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een

ander persoon tegen vergoeding;

  1. 42. seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

  1. 43. voorgevellijn

de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan;

  1. 44. vrij beroep

een beroep of het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied;

  1. 45. werk

een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;

  1. 46. wijzigingsbevoegdheid

de bevoegdheid van burgemeester en wethouders om het bestemmingsplan te wijzigen zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

  1. 47. woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

  1. 48. wooneenheid

zie: woning.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als:

  1. a. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en aan- of uitbouwen met een oppervlakte van 2 m2 of kleiner;
  2. b. overstekende daken;
  3. c. luifels als geïntegreerd onderdeel van een gebouw of een uitbouw;
  4. d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 meter ten

opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn, tenzij anders aangegeven:

  1. a. voor lengten in meters (m);
  2. b. voor oppervlakten in vierkante meters (m2);
  3. c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m3);
  4. d. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

2.4 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot en/of vanuit het hart van de lijn.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  2. b. het weiden van vee;
  3. c. het verbouwen van gewassen;
  4. d. recreatief medegebruik in de vorm van voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  5. e. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van parkeer- en picknickvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen;
  6. f. infrastructurele voorzieningen die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  7. g. de waterhuishouding;

met daarbij behorende:

  1. h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde – niet zijnde voorzieningen voor de opslag van mest;
  2. i. doeleinden van openbaar nut.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van de naaste omgeving;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de ongestoorde ligging van kabels en leidingen.

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  1. a. bij een paardenbak is het gebruik van verlichting door middel van lichtmasten niet toegestaan;
  2. b. detailhandel is niet toegestaan;
  3. c. het gebruik van een gebouw voor het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  4. d. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen is niet toegestaan;
  5. e. teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan.

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuin, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. b. erkers ten dienste van de aangrenzende bestemming 'Wonen';
  3. c. met daarbij behorende:
  4. d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  5. e. voorzieningen, zoals wegen, paden en parkeervoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  3. c. terras, tuinen en erven;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting;
  6. f. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  7. g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals water en
  8. h. waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen;
  9. i. het is pas toegestaan om deze bestemming te gebruiken en bebouwen als de vereiste sloop van vrijgekomen agrarische bebouwing heeft plaatsgevonden en de groenzones worden gerealiseerd en in stand gehouden conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan, dit geldt niet voor de op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan bestaande woningen.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende bepalingen:

  1. a. bedrijfsmatige activiteiten aan huis zijn toegestaan, met dien verstande dat de omvang van de activiteit niet meer mag bedragen dan 30% van de oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m2;
  2. b. detailhandel is niet toegestaan;
  3. c. het gebruik van een gebouw behoeve van het ontvangen of verlenen van mantelzorg is niet toegestaan;
  4. d. het gebruik van gronden ten behoeve van kleinschalig kamperen is niet toegestaan

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 6 Waarde - Archeologische Verwachting 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Bestaande afstanden en maten

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte of afstand van bouwwerken, die rechtens tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in of krachtens het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal voorgeschreven respectievelijk maximaal toegestaan.

8.2 Ondergronds bouwen

Voor het ondergronds bouwen gelden de volgende regels:

  1. a. ondergronds bouwen mag alleen binnen het bouwvlak, dan wel onder aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat minimaal 1 meter uit de perceelsgrens gebouwd moet worden;
  2. b. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk mag niet meer dan 3,50 meter beneden peil bedragen.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

10.1 Afwijkingsbevoegdheid

Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels

11.1 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Algemene Procedureregels

12.1 Nadere eisen

Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:

  1. a. het voornemen ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
  3. c. de bekendmaking meldt de mogelijkheid voor belanghebbenden om schriftelijk en/of mondeling hun zienswijze over het voornemen bij burgemeester en wethouders kenbaar te maken gedurende de onder a genoemde termijn;
  4. d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

12.2 Wijzigingen

Burgemeester en wethouders geven in geval van wijziging van het bestemmingsplan toepassing aan de procedureregels van artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

13.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 13.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 13.1 met maximaal 10%.

13.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Artikel 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

13.4 Gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

13.5 Strijdig gebruik

  1. a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 13.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  2. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 13.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

13.6 Uitzonderingen op het overgangsrecht gebruik

Artikel 13.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

Deze planregels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan 'Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011'.

Het bestemmingsplan 'Buitengebied, Haneveldsweg 2 Beltrum 2011' heeft van 8 februari tot en met 20 maart 2012 in ontwerp ter inzage gelegen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Berkelland, gehouden op 22 mei 2012

, voorzitter.

, griffier.

Bijlage 1 Inrichtingsschets, Burocollou, Mei 2011

Bijlage 1 Inrichtingsschets, BuroCollou, mei 2011

Bijlage 2 Bodemonderzoek, Econsultancy, April 2011

Bijlage 2 Bodemonderzoek, Econsultancy, april 2011

Bijlage 3 Natuurtoets, Natuurbank Overijssel, Maart 2011

Bijlage 3 Natuurtoets, Natuurbank Overijssel, maart 2011