KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Horeca
Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied
Artikel 6 Water
Artikel 7 Leiding - Riool
Artikel 8 Waarde - Archeologie 2
Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 10 Waterstaat - Beschermingszone Waterstaat
Artikel 11 Waterstaat - Meanderzone
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 17 Algemene Procedure Regels
Artikel 18 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beschrijving Planvoornemen
2.1 Ligging In Breder Verband
2.2 Historische Ontwikkeling
2.3 Ruimtelijke En Functionele Structuur
2.4 Planvoornemen
Hoofdstuk 3 Beleidskaders
3.1 Inleiding
3.2 Rijksbeleid
3.3 Provinciaal Beleid
3.4 Regionaal Beleid
3.5 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Milieu- En Omgevingsaspecten
4.1 Inleiding
4.2 Bodem
4.3 Geluid
4.4 Luchtkwaliteit
4.5 Externe Veiligheid
4.6 Bedrijven En Milieuzonering
4.7 Natuur/ecologie
4.8 Archeologie En Cultuurhistorie
4.9 Verkeer En Parkeren
4.10 Kabels En Leidingen
4.11 Waterparagraaf Plangebied
4.12 Toetsing Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Hoofdstuk 5 Juridische Opzet
5.1 Algemeen
5.2 Toelichting, Regels En Verbeelding
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Procedure
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek 2010
Bijlage 2 Historisch Bodemonderzoek Allee 2
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Kasteel Limbricht
Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Mf-gebouw
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Platz 1
Bijlage 6 Notitie Kasteel Limbricht E.o. Cumulatie Geluid
Bijlage 7 Notitie 24-uurs Equivalent Geluid
Bijlage 8 Notitie Aanvulling Evenementen-geluid
Bijlage 9 Quickscan Ecologische Waarden Kasteel Limbricht
Bijlage 10 Oplegnotitie Flora En Fauna - Quickscan Ecologische Waarden Landgoed De Lemborgh
Bijlage 11 Stikstofdepositie Realisatiefase
Bijlage 12 Stikstofonderzoek Gebruiksfase
Bijlage 13 Verkeersafwikkeling Ontwikkelingen Landgoed En Kasteel
Bijlage 14 Notitie Kasteel Limbricht Analyse Parkeren
Bijlage 15 Verslagen-omgevingsavonden Kasteel Limbricht
Bijlage 16 Explosievenonderzoek
Bijlage 17 Bezoekersaantallen
Bijlage 18 Notitie Kasteel Limbricht E.o.-bezoekersaantallen En Gelijktijdig Gebruik
Bijlage 19 Ecologischprotocol Ecolybrium Volantis
Bijlage 20 Situering Parkeerplaatsen Froz En Detaillering
Bijlage 21 Samenvatting Files Irt Parkeren
Bijlage 22 Nota Van Zienswijzen Behorende Bij Bestemmingsplan Kasteel Limbricht E.o. Def.
Bijlage 23 Nota Van Wijzigingen Behorende Bij Het Bestemmingsplan Kasteel Limbricht E.o.

Kasteel Limbricht e.o.

Bestemmingsplan - Gemeente Sittard-Geleen

Vastgesteld op 12-12-2024 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' met identificatienummer NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01 van de gemeente Sittard - Geleen.

1.2 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.3 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.4 achtererfgebied:

erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1,00 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.

1.5 afhankelijke woonruimte:

een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.

1.6 antenne-installatie:

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie.

1.7 archeologische verwachtingswaarde:

de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische waarden (vondsten en/of informatie) in een gebied, gebaseerd op onder andere bodemtypen, relatieve hoogtes en bekende archeologische vindplaatsen.

1.8 archeologische waarden:

cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, dat als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.

1.9 archeologisch onderzoek:

onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de minister van OCW) en werkend volgens de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).

1.10 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.11 bed en breakfast:

het bedrijfsmatig en op kleine schaal tegen betaling aanbieden van logies/overnachting in een daarvoor geschikte woning gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met ontbijtmogelijkheid. Deze voorziening is nadrukkelijk niet bedoeld voor het laten overnachten van tijdelijke arbeiders of seizoenarbeiders.

1.12 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van aan huis gebonden beroepen.

1.13 bedrijfsgebouw:

een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.14 bedrijfswoning:

een woning in of bij een bedrijfsgebouw behorende tot een volwaardig bedrijf dat binnen het bestemmingsvlak actief is. De woning is bestemd voor bewoning door een persoon of door meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, die feitelijk en duurzaam zijn belast met de dagelijkse bedrijfsvoering en wiens aanwezigheid gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein en de bedrijfsvoering ter plekke noodzakelijk is.

1.15 beeldkwaliteit:

het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing met de karakteristieken van de locatie en omgeving door middel van aandacht voor stedenbouwkundige aspecten, architectuur, cultuurhistorie en landschap.

1.16 bestaand:

  1. a. bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel die mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning;
  2. b. bij gebruik: gebruik zoals aanwezig ten tijde van de inwerkingtreding van het plan, voor zover op een legale wijze tot stand is gekomen.

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.19 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.21 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.

1.22 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.23 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.24 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.25 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.26 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.27 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.28 cultuurhistorische waarde:

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur waaronder monumenten.

1.29 deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg:

een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.

1.30 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.31 dienstverlening:

het verlenen van economische, (para-)medische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek, zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.

1.32 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt.

1.33 erfafscheiding:

afscheiding welke op een grens tussen twee erven is geplaatst.

1.34 evenement:

een publieksgerichte activiteit, die een bijdrage levert aan het economische, culturele, sociale en/of sportieve leven, waarbij sprake kan zijn van onversterkte muziek dan wel van mechanisch versterkte muziek.

1.35 extensieve recreatie:

vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.

1.36 front of house

Positie loodrecht op het midden van de verbindingslijn tussen muziekboxen, op een afstand van 25 m van deze lijn. NB: Dit is de reguliere positie van een mengtafel. Bij positionering van de mengtafel elders of bij het ontbreken ervan geldt de Front-of-house positiebepaling voor controle van de geluidniveau's

1.37 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.38 geluidgevoelig object:

  1. a. woningen;
  2. b. terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  3. c. woonwagenstandplaatsen;
  4. d. onderwijsgebouwen;
  5. e. ziekenhuizen en verpleeghuizen.

1.39 geluidszoneringsplichtige inrichtingen:

een inrichting, waarbij op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.40 gevellijn:

een denkbeeldige lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd.

1.41 hartlijn:

het midden van de leiding.

1.42 hoofdgebouw:

een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel en of meerdere woningen aanwezig zijn, wordt/worden die woning(en) tevens als hoofdgebouw aangemerkt.

1.43 horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.44 horeca van categorie 1:

een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt.

1.45 horeca van categorie 2:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:

  1. a. lunchroom;
  2. b. konditorei;
  3. c. ijssalon/-winkel;
  4. d. koffie- en/of theeschenkerij;
  5. e. restaurant.

1.46 horeca van categorie 3:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden, alsmede de gelegenheid kan bieden tot dansen. Daaronder worden begrepen:

  1. a. café;
  2. b. bar;
  3. c. grand-café;
  4. d. eetcafé;
  5. e. danscafé;
  6. f. pubs.

1.47 horeca van categorie 4:

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen:

  1. a. discotheek/dancing;
  2. b. nacht-café;
  3. c. zalencentrum (met nachtvergunning).

1.48 horeca van categorie 5:

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen:

  1. a. hotel;
  2. b. motel;
  3. c. pension;
  4. d. overige logiesverstrekkers.

1.49 huishouden:

De bewoning van een woning door:

  • een persoon;
  • meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur.

1.50 kamerverhuur

de bedrijfsmatige verhuur van onzelfstandige woonruimten binnen een bestaand (woon)gebouw niet bestemd voor recreatieve bewoning.

1.51 Kantoorruimte

een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, (para)medische en/of ontwerptechnische arbeid.

1.52 kunstwerken:

een civieltechnische constructie of -installatie in de infrastructuur die één of meer functies vervult zoals onderdoorgangen, duikers, overkluizingen.

1.53 kasteel:

gebouwen en de gronden behorende bij Allee 1, 1A en 1B waaraan binnen het plangebied van het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' in de verbeelding de enkelbestemming 'Horeca' is toegekend.

1.54 Landgoed De Lemborgh:

gebouwen en gronden behorende bij Allee 2 waaraan binnen het plangebied van het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' in de verbeelding de enkelbestemming 'Groen' is toegekend.

1.55 landschappelijke waarde:

bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.

1.56 natuurlijke waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren

1.57 nutsvoorziening:

gebouwen en overkappingen ten behoeve van de waterhuishouding, de energievoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.

1.58 omgevingsvergunning:

omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.59 ondergeschikt:

een functie die qua omvang en uitstraling ten dienste staat van een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie.

1.60 overkapping:

een bijbehorend bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.

1.61 peil:

  • voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • voor gebouwen in het talud van de dijk: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de van de dijk afgekeerde zijde van het gebouw;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.

1.62 perceelgrens:

een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.

1.63 permanente bewoning:

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door eenzelfde persoon of een zelfde groep personen die niet elders over een hoofdverblijf beschikken en waardoor die ruimte als reguliere woning is aan te merken.

1.64 recreatie:

vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc..

1.65 recreatief netwerk:

gronden die mede tot doel hebben het ontwikkelen en versterken van de betekenis van die gronden voor het extensief recreatief medegebruik in de vorm van routegebonden recreatieve activiteiten en route-ondersteunende voorzieningen.

1.66 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan, al dan niet in combinatie met elkaar:

  1. a. bordeel;
  2. b. erotische massagesalon;
  3. c. parenclub;
  4. d. (raam)prostitutiebedrijf;
  5. e. seksautomatenhal;
  6. f. seksbioscoop;
  7. g. sekssauna/seksinrichting;
  8. h. sekstheater.

1.67 terras

Het buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid en/of verstrekt.

1.68 tijdelijk bouwwerk:

een bouwwerk dat jaarlijks voor een bepaalde tijdsduur wordt gebouwd, gebruikt en verwijderd en dat niet gebruikt mag worden voor wonen, overnachten en tijdelijke huisvesting.

1.69 verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' bestaande uit de verbeelding NL.IMRO.1883.KasteelLimbricht-VA01

1.70 voorerfgebied:

deel van het erf dat geen onderdeel uitmaakt van het achtererfgebied, gelegen aan de voorkant en de naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant danwel op minder dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.

1.71 voorgevel:

gevel aan de voorzijde van een gebouw gerelateerd aan de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.

1.72 voorgevelrooilijn:

denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.

1.73 voorzieningen van algemeen nut:

voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.

1.74 waterhuishoudkundige voorzieningen:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.

1.75 wet/wettelijke regelingen:

indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.

1.76 winterevenement:

een evenement in de periode november tot en met februari, waaronder wordt verstaand:

  1. a. een kerstmarkt;
  2. b. een winterkermis;
  3. c. een tijdelijke ijsbaan met bijbehorende kraampjes voor onder andere lekkernijen wafels en warme dranken;
  4. d. een winterfestival in de vorm van ijssculpturenfestival, licht(kunst)festival en/of (straat)theaterfestival;
  5. e. of een combinatie hiervan (verzamelnaam: winterfestival).

1.77 wonen:

bewonen van een woning uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.

1.78 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de bouwperceelsgrens:

tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortste is.

2.2 bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.4 goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.5 inhoud van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers, dakkapellen alsmede kelders en/of andere ondergrondse bouwwerken met dien verstande dat bij woonruimten in gebouwen, die niet uitsluitend voor bewoning zijn bestemd, de inhoud van de woning wordt gemeten boven de afgewerkte vloer van de woonlaag c.q. woonlagen.

2.6 ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:

vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

2.7 oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.8 vloeroppervlakte:

de vloeroppervlakte van een gebouw geeft, in bepaalde mate, de grootte van het gebouw weer. Vloeroppervlakte wordt in vierkante meter (m²) uitgedrukt, gemeten vanuit binnenwerks. Berekeningen: Lengten in één richting tenminste in decimeters bepalen. Product van lengten in twee richtingen, tenminste in centimeters bepalen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. horeca op de in de verbeelding aangeduide categorieën , met dien verstande dat een nachtcafé en discotheek niet zijn toegestaan;
  3. c. terrassen;
  4. d. kasteeltuin, erven en terreinen;
  5. e. bermen en beplanting;
  6. f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat op het terrein alleen geparkeerd mag worden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer- p2';
  7. g. een overloopparkeerplaats ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer- p3', met dien verstande dat deze is gekoppeld aan een evenementenvergunning;
  8. h. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', evenementen in de categorie 1 tot en met 3. De regels uit artikel 4.4 zijn van toepassing;
  9. i. speel- en sportvoorzieningen, met dien verstande dat lawaaisporten en gemotoriseerde activiteiten niet zijn toegestaan;
  10. j. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag', uitsluitend opslag ten dienste van kasteel Limbricht en Landgoed De Lemborgh;
  11. k. nutsvoorzieningen;
  12. l. kunstwerken;
  13. m. waterlopen en waterpartijen;
  14. n. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  15. o. ter plaatse van de aanduiding 'recreatief netwerk', een recreatief netwerk. De regels in artikel 14.2 zijn van toepassing.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  6. f. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing;
  7. g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  1. a. permanente of tijdelijke bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, hoofdgebouwen geen woning zijnde en tijdelijk bouwwerken;
  2. b. detailhandel;
  3. c. nachtcafé;
  4. d. discotheek;
  5. e. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn;
  6. f. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  7. g. lawaaisporten;
  8. h. gemotoriseerde activiteiten;
  9. i. seksinrichtingen.

3.5 Evenementen

Van toepassing op de evenementen onder artikel 3 zijn de regels in artikel 4.4 van het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving'.

Artikel 4 Horeca

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca voor op de in de verbeelding aangeduide categorieën, met dien verstande dat:
  1. 1. ter plaatse van Platz 1 maximaal 24 slaapplaatsen binnen de bestaande bebouwing zijn toegestaan;
  2. 2. ter plaatse van het Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) maximaal 14 slaapplaatsen zijn toegestaan;
  3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - nachtcafé', geen nachtcafé is toegestaan;
  4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - buitenpandige horeca-activiteiten', geen buitenpandige horeca-activiteiten mogen plaatsvinden;
  5. 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - kleinschalige brouwerij', een kleinschalige brouwerij met proeflokaal is toegestaan.
  6. 6. ter plaatse van de aanduiding 'discotheek uitgesloten', geen discotheek/dancing is toegestaan;
  1. b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens voor kantoren en dienstverlenende bedrijven;
  2. c. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', evenementen in de categorie 1 t/m 3. De regels uit artikel 4.4 zijn van toepassing;

met daaraan ondergeschikt:

  1. d. terrassen;
  2. e. tuinen, erven en terreinen;
  3. f. groenvoorzieningen;
  4. g. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  5. h. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Evenementen

Artikel 5 Verkeer - Verblijfsgebied

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p1';
  4. d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. e. straatmeubilair;
  6. f. voorzieningen van algemeen nut;
  7. g. kunstwerken;
  8. h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'recreatief netwerk', een recreatief netwerk. De regels in artikel 14.2 zijn van toepassing.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  6. f. in het belang van een goede landschappelijke inpassing;
  7. g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  2. b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding en ecologische en natuurwaarden;
  3. c. waterlopen en daarbij behorende waterhuishoudkundige- en oevervoorzieningen;
  4. d. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatief netwerk', een recreatief netwerk. De regels in artikel 14.2 zijn van toepassing;

met de daarbij behorende:

  1. f. kunstwerken;
  2. g. beheer- en onderhoudspaden;
  3. h. extensieve dagrecreatie;
  4. i. nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering;

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  1. a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  2. b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  3. c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  4. d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  5. e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  6. f. in het belang van een goede landschappelijke inpassing;
  7. g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  1. a. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  2. b. detailhandel;
  3. c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
  4. d. seksinrichtingen;
  5. e. kamperen;
  6. f. horeca;
  7. g. het bevaren van water;
  8. h. opslag van goederen en materialen, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.

Artikel 7 Leiding - Riool

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een rioolleiding.

7.2 Bouwregels

Op de gronden met deze bestemming mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:

  1. a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke noodzakelijk zijn voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de leidingen wel zijn toegestaan;
  2. b. overige bebouwing is uitgesloten, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde - indien de onderliggende bestemming bebouwing toelaat - en die zijn overeengekomen met de leidingbeheerder.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de onderliggende bestemming laat de bebouwing toe;
  2. b. er mag geen aantasting plaatsvinden van het doelmatig functioneren van de leiding;
  3. c. vooraf dient schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding.

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

  1. a. De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het beschermen van de archeologische waarden.
  2. b. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  2. b. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid;
  3. c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;
  4. d. een bouwwerk met een oppervlakte tot ten hoogste 50 m2.

8.3 Afwijken van de bouwregels

  1. a. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2, sub a met in acht neming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  2. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt verleend, indien:
  1. 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  2. 2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn;
  1. c. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt voorts verleend, indien mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de vergunning voorwaarden te verbinden gericht op:
  1. 1. het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. 2. het doen van opgravingen of;
  3. 3. het laten begeleiden van de bodemverstorende activiteit door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  1. 1. grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm - mv en met een omvang van meer dan 50 m2, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en het aanleggen van drainage;
  2. 2. grondwerkzaamheden met een omvang van meer dan 50 m2, waartoe wordt gerekend het ophogen van gronden;
  3. 3. het verlagen van het waterpeil;
  4. 4. het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  5. 5. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  1. b. Het verbod, als bedoeld onder a, is niet van toepassing:
  1. 1. indien mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
  2. 2. indien mede op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat archeologische waarden op de betrokken locatie niet aanwezig zijn;
  3. 3. indien de werken een oppervlakte hebben tot ten hoogste 50 m2 en niet dieper reiken dan 30 cm -mv;
  4. 4. indien de werken of werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd op basis van een reeds eerder verleende vergunning;
  5. 5. indien de werken reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  6. 6. indien de werken behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  7. 7. indien de werken ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  8. 8. indien met feiten en/of bewijsmateriaal wordt aangetoond dat de bodem al zodanig is verstoord door in het verleden uitgevoerde werkzaamheden dat geen sprake meer is van archeologische verwachtingswaarde;
  9. 9. ter plaatse van de figuren 'hartlijn leiding - brandstof', 'hartlijn leiding - gas', 'hartlijn leiding - riool', 'hartlijn leiding - water', hartlijn leiding - aardolieproducten', en hartlijn leiding - gas-etheen';
  1. c. Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de onder a genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
  1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen of;
  3. 3. de verplichting de uitvoering van de bodemverstorende activiteit te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificatie.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:

  1. a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:
  1. 1. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  2. 2. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.

Artikel 9 Waarde - Cultuurhistorie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor

  1. a. het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden;
  2. b. de overige bestemmingen die daaraan zijn toegewezen op basis van de verbeelding, waaronder historische (gebouwde tuin- of landschaps-)elementen, historische patronen en gebieden, zoals beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld. "

9.2 Bouwregels

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 10 Waterstaat - Beschermingszone Waterstaat

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, beheer en onderhoud van:

  1. a. regenwaterbuffers;
  2. b. watergangen;
  3. c. waterkeringen;
  4. d. overig oppervlaktewater.

10.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de doeleinden als aangegeven in artikel 10.1 worden gebouwd.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikle 10.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:

  1. a. geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de beheerzone van het aangrenzende waterstaatkundig werk;
  2. b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming;
  3. c. advies is ingewonnen bij de waterbeheerder.

10.4 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden met deze bestemming is het bepaalde in de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

Artikel 11 Waterstaat - Meanderzone

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, met dien verstande dat:

  1. a. het belang van de meanderzone niet onevenredig wordt aangetast;
  2. b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming;
  3. c. het bevoegd gezag vooraf advies dient in te winnen bij de waterbeheerder.

11.4 Specifieke gebruiksregels

Op deze gronden is de Keur van het Waterschap Limburg van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

13.2 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten

  1. a. Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan op grond van hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
  2. b. In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
  3. c. de maximale hoogte van alarmmasten bedraagt 40 meter.

13.3 Aantal woningen

Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het aantal dat:

  1. a. Op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan plan reeds is gebouwd of waarvoor op de verbeelding een bouwvlak is opgenomen, waarbij het in het betreffende bouwvlak genoemde aantal woningen niet mag worden overschreden.
  2. b. Op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan plan kan worden gebouwd op basis van een reeds verleende omgevingsvergunning.

Artikel 14 Algemene Aanduidingsregels

14.1 milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II

14.2 recreatief netwerk

14.3 specifieke vorm van waarde - rijksmonument

14.4 Vrijwaringszone - spoor

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mag, conform het bepaalde in artikelen 19 tot en met 23 van de Spoorwegwet, niet worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels

15.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:

  1. a. de in de regels voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  3. c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 meter;
  4. d. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 40 meter.

Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels

16.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  1. a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  2. b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  3. c. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.

16.2 Wijziging ten behoeve van ontwikkeling van Natuur, Bos en Water

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen 'Bos', 'Natuur' en/of 'Water', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. wijziging vindt pas plaats nadat verzekerd is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan dan de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
  2. b. de regels van de 'Bos', 'Natuur' en/of 'Water' worden van overeenkomstige toepassing verklaard met dien verstande dat:
  1. 1. wanneer gewijzigd wordt in de bestemming 'Water' dit uitsluitend ten behoeve van de beekdalontwikkeling mag geschieden;
  2. 2. wanneer gewijzigd wordt in de bestemming 'Bos', dit niet ten behoeve van bosbouw mag worden aangewend.

16.3 Vergroten/verkleinen dubbelbestemming Leiding

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vergroten of verkleinen van de dubbelbestemming leiding, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de noodzaak van de aanleg/verplaatsing van leidingen is aangetoond;
  2. b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van de betreffende bestemming;
  3. c. bij de keuze van een traject rekening wordt gehouden met de (externe) veiligheid van andere nabijgelegen bestemmingen.

Artikel 17 Algemene Procedure Regels

17.1 Toepassen nadere eisen regeling

Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 18 Overige Regels

18.1 Prioriteit van dubbelbestemmingen

  1. a. Waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming;
  2. b. Waar dubbelbestemmingen samenvallen gelden:
  1. 1. in de eerste plaats de regels van de bestemming 'Leiding - Riool';
  2. 2. in de tweede plaats de regels van de bestemming 'Waarde - Archeologie 2';
  3. 3. in de derde plaats de regels van de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie';
  4. 4. In de vierde plaats de regels van de bestemming 'Waterstaat - Beschermingszone waterstaat';
  5. 5. In de vijfde plaats de regels van de bestemming 'Waarde - Meanderzone'.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
  1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  1. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
  2. c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

19.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, als bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

19.3 Hardheidsclausule

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving'.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doel

Initiatiefnemer is sinds 1 juli 2017 exploitant van Landgoed Kasteel Limbricht B.V. Initiatiefnemer heeft in diverse Limburgse gemeenten succesvolle Horeca en Leisure ondernemingen. Denk aan de Entertain Group te Echt, Valdeludo te Echt, de Hompesche Molen in Stevensweert en zoals al benoemd Kasteel Limbricht. Ondanks de beperking van Covid die de groei hebben gestagneerd, heeft Landgoed Kasteel Limbricht B.V. het kasteel onder de aandacht weten te houden en tot een attractieve unieke horeca locatie met oneindige mogelijkheden weten te maken. Het klantenbestand is enorm gegroeid en er wordt steeds meer georganiseerd buiten de bestemming 'horeca' om. Denk aan rommelmarkten, wandeltochten, theatervoorstellingen en muziekfeesten. Goed voor de naamsbekendheid van het kasteel en de gemeente Sittard-Geleen. Initiatiefnemer heeft vele ideeën voor de toekomst die het Kasteel en de gemeente ten goede komen. Hij is niet voor niks Ambassadeur van de toekomstvisie Sittard-Geleen. Om aan de toenemende vraag en behoefte van de klanten te kunnen voldoen zullen de ideeën omgezet moeten worden naar concrete plannen. Een welkome aanvulling op de bestaande horeca activiteiten is onder andere het kunnen organiseren van meer evenementen zoals markten, voorstellingen en muziekfeesten, waarbij ook tijdelijke losstaande bouwwerken zoals bijvoorbeeld tenten, kraampjes, overkappingen, kiosken, (blokken)hut, en daarmee vergelijkbare bouwwerken gebruikt worden. Deze staan ten dienste van het gebruik van het terrein. Dit type bouwwerk valt onder een tijdelijk bouwwerk dat telkens gebouwd mag worden met toepassing van de eisen voor tijdelijke bouw, omdat dit bedoeld is om gedurende een bepaalde tijd per jaar op een bepaalde plaats aanwezig te zijn.

Initiatiefnemer heeft hiertoe ook het terrein aan de overzijde van de Allee aangekocht, verder te noemen 'Landgoed De Lemborgh', met de bedoeling om dit als kasteeltuin met een multifunctioneel gebouw te ontwikkelen. De wens is om daar, inspelend op de behoefte van deze tijd, zowel binnen-, maar vooral ook buitenactiviteiten aan te bieden zoals: rouwen, trouwen, vergaderen, bedrijfsfeesten, workshops, sport en spel. Hiervoor is het ook de bedoeling om jaarlijks op buitenterrein enkele tijdelijke bouwwerken te plaatsen zoals tenten, overkappingen, kiosken, (blokken)hutten, kraampjes en daarmee vergelijkbare bouwwerken. Deze worden dus jaarlijks en dienste van het gebruik van het terrein voor een bepaald tijdvak gebouwd, gebruikt en verwijderd. Ook plaatselijke verenigingen en clubs kunnen gebruik maken van deze locatie voor bijvoorbeeld repetities, vergaderen, kienmiddagen of -avonden of het organiseren van evenementen. Voor initiatiefnemer is het sowieso de bedoeling om ook op deze locatie evenementen te organiseren, al of niet in combinatie met het kasteel, zie hiervoor paragraaf 2.4.5. De bestaande woning wordt omgevormd tot een ontmoetingsplek met oefenruimtes, vergaderruimtes en op zolder een afgesloten archiefruimte. De aanwezige loods zal dienst gaan als opslagruimte voor de activiteiten op het binnen- en buitenterrein.

Het pand Platz 1 betreft een rijksmonument en initiatiefnemer wenst het vergunde gebruik van dit pand als hotel voort te zetten als minihotel met in totaal 24 slaapplaatsen en als onderdeel van het totale ensemble.

Zoals uit bovenstaande blijkt worden binnen het kasteel meer activiteiten georganiseerd dan volgens het vigerende bestemmingplan zijn toegestaan. Om meer activiteiten mogelijk te maken, en dan met name meer dan de 3-jaarlijkse evenementen die nu zijn toegestaan, maar ook om tijdelijke losstaande bouwwerken op de binnenplaats van het kasteel toe te staan, dient het bestemmingsplan aangepast te worden. Ook zullen ten behoeve van het planvoornemen op het 'Landgoed De Lemborgh' en het gebruiken van Platz 1 als minihotel, de daar vigerende bestemmingplannen gewijzigd moeten worden om de aldaar gewenste activiteiten mogelijk te maken. Voor Platz 1 geldt dat door de onherroepelijke omgevingsvergunning (afwijken bestemmingsplan) van 6 juli 2023 ter plaatse een hotel is toegestaan met 18 slaapplaatsen. Met het nieuwe bestemmingsplan wordt deze vergunde functiewijziging en de gewenste uitbreiding van 18 naar 24 slaapplaatsen juridische en planologisch vastgelegd. De gewenste planvoornemens vragen echter ook om meer parkeerruimte. Omdat het aspect parkeren in het totale plan een belangrijk onderdeel is, wordt ook de uitbreiding van het bestaande openbaar parkeerterrein bij de sportvelden en gelegen aan de Allee, betrokken bij het nieuwe bestemmingplan.

De wensen van de initiatiefnemer zijn uitvoerig getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Hieruit is gebleken dat deze niet realiseerbaar zijn binnen het vigerende bestemmingsplan. Een nieuw bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk. Daarbij geldt als uitgangspunt een goed woon- en leefklimaat. Het bestemmingsplan stelt hiertoe duidelijke kaders.

Daarnaast worden met het bestemmingsplan structurele verbeteringen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan doorgevoerd, ten dienste van het algemeen belang:

  • De openbare parkeerplaats langs de Allee wordt uitgebreid.
  • Aan het monument Platz 1 wordt de dubbelbestemming "waarde-Cultuurhistorie" toegekend, waarmee de cultuurhistorische waarde van het pand beter wordt beschermd.
  • Van het terrein De Lemborgh (voormalige boerderij Lemans) wordt de bestemming "Agrarisch - intensieve veehouderij" onttrokken.
  • Er is voorzien in een overloopparkeerplaats op het evenemententerrein op het terreindeel van het Landgoed De Lemborgh, waarmee extra parkeercapaciteit beschikbaar komt voor evenementen.

Het totale plan omvat dus 4 locaties en de tussenliggende strook tussen het kasteel met de openbare parkeerplaats en Landgoed De Lemborgh. Om alle gewenste activiteiten op de 4 locaties juridisch en planologisch mogelijk te maken wordt één nieuwe bestemmingplanprocedure doorlopen.

Voorliggend document voorziet in de toelichting op de bijbehorende regels en verbeelding voor onderhavige herziening van de betreffende bestemmingplannen tot één nieuw bestemmingsplan: 'Kasteel Limbricht en omgeving'.

1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied

Het plangebied betreft de volgende percelen:

  • Platz 1: perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard (voorheen Limbricht) onder nummer: LBT00-A-2587;
  • Kasteel, Allee 1, 1A en 1B: perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard onder nummer STD00-T-210;
  • Bestaand openbaar parkeerterrein en sportplaats: perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard onder nummer STD00-T-207 (ged);
  • 'Landgoed De Lemborgh': perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard onder nummer STD00-T-64;
  • Laan, de Allee: perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard onder nummer STD00-T-66 (ged);
  • Strook met groen en beek, zuidoostelijk van de laan: perceel kadastraal bekend als gemeente Sittard onder nummer STD00-T-65 (ged).

Het plangebied heeft een oppervlakte van in totaal ca. 7,73 ha.

Met betrekking tot de laan, de Allee, wordt hierbij opgemerkt dat voor het gedeelte dat gelegen is binnen het plangebied niets wijzigt t.b.v. het planvoornemen. De daar geldende bestemmingen en gebiedsaanduidingen blijven voor dat gedeelte onveranderd van toepassing.

Navolgende figuur geeft een overzicht van het plangebied weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0001.png"

Figuur 1: Weergave plangebied Kasteel Limbricht en omgeving.

1.3 Vigerende Bestemmingsplannen

Binnen het plangebied, ter plaatse van Platz 1, waar het gebruik van het rijksmonument door de onherroepelijke omgevingsvergunning (afwijken bestemmingsplan) van 6 juli 2023 als minihotel is toegestaan, geldt verder het 'Bestemmingsplan Limbricht', vastgesteld op 11 oktober 2012. Van toepassing zijn de volgende bestemmingen en aanduidingen:

  • Enkelbestemming Dienstverlening.
  • Dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1.
  • Bouwvlak.
  • Bouwaanduiding specifieke bouwaanduiding rijksmonument.
  • Maatvoering: maximum bouwhoogte: 14 m., maximum goothoogte: 9 m., minimum bouwhoogte: 4 m. en minimum goothoogte: 6m.
  • Gebiedsaanduiding vrijwaringzone - spoor.

Binnen het overige gedeelte van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied Sittard', vastgesteld op 13 september 2013. Van toepassing zijn de volgende bestemmingen en aanduidingen:

  • Enkelbestemming Agrarisch.
  • Enkelbestemming Agrarisch - Intensieve veehouderij.
  • Enkelbestemming Groen.
  • Enkelbestemming Horeca.
  • Enkelbestemming Sport.
  • Enkelbestemming Verkeer - verblijfsgebied
  • Enkelbestemming Water.
  • Dubbelbestemming Leiding - Riool.
  • Dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 t/m 4.
  • Dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie.
  • Dubbelbestemming Waarde - Beschermingszone waterstaat.
  • Dubbelbestemming Waarde - Meanderzone.
  • Gebiedsaanduiding milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk zone 2.
  • Gebiedsaanduiding specifieke vorm van waarde - rijksmonument.
  • Gebiedsaanduiding recreatief netwerk.
  • Gebiedsaanduiding wro - zone - wijzigingsgebied 1.
  • Gebiedsaanduiding wro - zone - wijzigingsgebied 2.
  • Functieaanduiding discotheek uitgesloten.
  • Functieaanduiding horeca t/m horecacategorie 5
  • Functieaanduiding kantoor.
  • Functieaanduiding specifieke vorm van horeca uitgesloten - nachtcafé.
  • Bouwvlak.

Daarnaast zijn van toepassing:

  • Voorbereidingsbesluit hyperscale datacenter, vastgesteld op 8 november 2022. Dit houdt in dat het verboden is om het gebruik van de gronden en bouwwerken binnen de hierboven genoemde bestemmingplannen zodanig te wijzigen dat een hyperscale datacentrum opgericht kan worden.
  • Facetbestemmingsplan parkeren, vastgesteld op 13 september 2018. Dit houdt in dat de benodigde parkeerruimte voor het planvoornemen moet voldoen aan de parkeernorm zoals vastgesteld in het facetbestemmingsplan parkeren.
  • Facetbestemmingsplan begripsbepaling, vastgesteld op 7 juni 2018. Dit heeft betrekking op het toevoegen dan wel veranderen van enkele begrippen, maar deze zijn verder niet van belang voor onderhavig planvoornemen.

1.4 Leeswijzer

De voorliggende toelichting is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 wordt het planvoornemen beschreven. Vervolgens komen in hoofdstuk 3 de planologische hoofdlijnen van het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid aan de orde. In hoofdstuk 4 komt de toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten aan bod. In hoofdstuk 5 wordt de juridische planbeschrijving verder toegelicht. Hoofdstuk 6 beschrijft de uitvoerbaarheid en in hoofdstuk 7 wordt de procedure beschreven.

Hoofdstuk 2 Beschrijving Planvoornemen

2.1 Ligging In Breder Verband

Het plangebied omvat de locaties Platz 1, Allee 1, 1A en 1B, Landgoed De Lemborgh (Allee 2), het ten noordoosten van het Kasteel gelegen openbaar parkeerterrein met het gedeelte t.b.v. uitbreiding van het pareerterrein en een gedeelte van de tussen deze locaties gelegen laan (de Allee) met bomenrij en beek. Het totale plangebied wordt omringd door locaties voor wonen, maatschappelijk, sport, agrarisch, natuur, verkeer en verblijf. Het plangebied ligt aan de noordzijde in de rand van het dorp Limbricht, behorende tot de gemeente Sittard-Geleen. Limbricht ligt ten westen-noordwesten van Sittard. Ten noordoosten van Limbricht ligt op grotere afstand Nieuwstadt. Verder naar het oosten, net achter Sittard komt men al in Duitsland (De Selfkant). Verder naar het westen en zuidwesten van het plangebied zijn de dorpen Guttecoven en Einighausen gelegen. In noordoostelijke richting komt men via de Bornerweg-Sittarderweg in Born. Noordelijk van het plangebied bevindt zich op ruim 500 meter afstand het Limbrichterbos.

In onderstaande topografische kaartuitsnede is de ligging van het plangebied, zoals weergegeven in figuur 1, weergegeven met een rode omkadering.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0002.png"

Figuur 2. Ligging plangebied t.o.v. omgeving in breder verband.

Onderstaande afbeeldingen geven een beeld van de plangebied en de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0003.png"

Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied (rood omkaderd).

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0004.png"

Figuur 4. Luchtfoto met ligging van de 4 locaties binnen het plangebied (oost richting west).

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0005.png"

Figuur 5. Luchtfoto met ligging plangebied (west richting oost).

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0006.png"

Figuur 6. Zicht op de voorgevel locatie Platz 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0007.png"

Figuur 7. Luchtfoto met locatie Platz 1 (oost - richting west) met op de voorgrond het rijksmonumentale pand en naar achter toe de taps toelopende historisch ingerichte tuin.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0008.png"

Figuur 8. Zicht (richting noordoost) op de Allee met links de gebouwen van het kasteel en rechts op de voorgrond de woning (Allee 2) behorende bij het Landgoed De Lemborgh.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0009.png"

Figuur 9. Zicht (richting zuidwest) op de Allee en gracht met gebouwen van het kasteel (rechts).

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0010.png"

Figuur 10. Luchtfoto van het kasteel met bijbehorende gebouwen en gracht.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0011.png"

Figuur 11. Zicht (richting zuidwest) op Allee en links het Landgoed De Lemborgh en bijbehorende gebouwen op de achtergrond. Rechts, gracht en gebouw behorende bij het kasteel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0012.png"

Figuur 12. Op de voorgrond de aanvang van het inrichten van het Landgoed De Lemborgh (zicht: oost richting west) met op de achtergrond (links van het midden) het dorp Limbricht en (rechts van het midden) het kasteel met het openbaar parkeerterrein en de sportvelden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0013.png"

Figuur 13. Toegang tot de openbare parkeerplaats ten noordoosten van het kasteel met links een gebouw van het kasteel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0014.png"

Figuur 14. Zicht op Allee (richting zuidwest) met rechts het openbaar parkeerterrein en geheel op de achtergrond een fractie van het kasteel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0015.png"

Figuur 15. Luchtfoto met het openbaar parkeerterrein (rechtsonder), een gedeelte van het sportveld en linksonder een gedeelte van de gebouwen bij het kasteel.

2.2 Historische Ontwikkeling

Limbricht is ontstaan langs een Romeinse weg die vanuit het oosten richting de Maas liep. Omstreeks het jaar 1000 is de Sint-Salviuskerk opgericht, naast het mottekasteel. Dit kasteel bestond aanvankelijk uit een houten toren op een heuvel, met aan de voet, naast de Sint- Salviuskerk, een neerhof. Het geheel was omgracht. Rond 1200 werd de houten toren vervangen door een stenen toren (donjon), waarvan fragmenten nog zijn terug te vinden in de kelder van het huidige kasteel. Van het midden van de 13e eeuw dateert de oudste vermelding van 'de heren van Lemborch. Kort daarna werd de toren uitgebreid. Het huidige kasteel dateert uit de 17e eeuw.

Opgravingen hebben aangetoond dat het gebied rond Limbricht in de Romeinse tijd bewoond is geweest. In Limbricht zelf zijn Romeinse vondsten aangetroffen, waaronder twee askisten waarvan er thans één in het oude Sint-Salviuskerkje te zien is. Onlangs zijn bij het inrichten van het Landgoed De Lemborgh ook Romeinse graven aangetroffen.

Op historisch kaartmateriaal uit het begin van de 19e eeuw, is het kasteel met motteburcht en het Sint-Salviuskerkje duidelijk zichtbaar. Het noordelijk deel van het plangebied (nu sportvelden) behoorde tot de kasteeltuinen en viel binnen de omgrachting (en deels in de gracht). Het zuidelijke deel, waaronder de gronden van het Landgoed De Lemborgh, staat beschreven als 'Huys Weijde' en 'Moole Weijde'. Zie figuur 16 hieronder. Langs de Allee stond ook een klein gebouw dat omschreven is als molen bij de Limbrichterbeek. Het betrof de 'Onderste Molen'

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0016.png"

Figuur 16. Uitsnede Kadastraal minuutplan 1811-1832, gemeente Limbricht, sectie A, blad 01, met in de rode cirkel de locatie van de Onderste Molen.

Deze situatie bleef bestaan tot omstreeks 1960 toen de grachten rondom het noordelijke deel van het plangebied gedempt werden. De molen verdween ook in die periode. Rond 1980 werd het ingericht als sportcomplex, terwijl het zuidelijke deel van het plangebied (Landgoed De Lemborgh) werd gebruikt als akker. In de zuidwesthoek verschenen gebouwen (intensieve veehouderij (IV) locatie) Deze situatie bleef onveranderd tot medio 2023. De stal behorende bij de IV-locatie is inmiddels gesloopt en een groot gedeelte van de gronden is inmiddels naar eigen inzicht ingericht als kasteeltuin, zie figuur 12 en figuur 18, waarbij ook rekening is gehouden met ruimte voor het houden van evenementen, buitenactiviteiten zoals: rouwen, trouwen, vergaderen, bedrijfsfeesten, workshops, sport en spel en voor tijdelijke bouwwerken t.b.v. van voornoemde evenementen en buitenactiviteiten.

Kasteel Limbricht heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het dorp. De dorpen Limbricht en Einighausen vormden samen de vrije rijksheerlijkheid Limbricht. In oude bronnen wordt ook wel gesproken van 'Limburg', maar om verwarring te voorkomen is de naam gewijzigd in 'Limbricht'. De oudste heren van Limbricht, bekend sinds de 13e eeuw, waren waarschijnlijk afkomstig uit het geslacht Born of Van Elsloo.

In de middeleeuwen kwam Limbricht te liggen aan een belangrijke oost-westverbinding tussen Gulik, Sittard en de Maas bij Stokkem. Limbricht was een 'vrijheerlijkheid' in het Guliks gebied. Dat betekent dat de heren van Limbricht geen verplichtingen hadden ten opzichte van de Gulikse hertog. Zowel op bestuurlijk als op kerkelijk gebied viel ook Einighausen oorspronkelijk onder Limbricht (kerkelijk tot 1836). In 1800 werd Limbricht een gemeente, waar naast Einighausen ook Guttecoven tot ging behoren. De gemeente Limbricht werd als gevolg van een gemeentelijke herindeling in 1982 onderdeel van de gemeente Sittard, die in 2001 weer opging in de gemeente Sittard-Geleen.

Geraadpleegde bronnen 'Historische ontwikkeling': Wikipedia, Heemkundevereniging De Lemborgh, Stichting Kasteel Limbricht, Beeldbank.cultureelerfgoed.nl, Programma van Eisen RAAP-PVE 2859 - Plangebied Kasteel Limbricht tuinaanplant.

2.3 Ruimtelijke En Functionele Structuur

Het plangebied omvat Platz 1, gelegen aan Platz en is verder ook gelegen aan de Allee. De Allee is de voornaamste ontsluitingsroute van het plangebied en sluit in noordoostelijke richting aan op de N276, die een doorgaande verkeersroute vormt langs Sittard in zowel zuidelijke als noordelijke richting.

Platz 1

Platz 1 betref een rijksmonument en is gelegen naast de spoorlijn Sittard-Born. De locatie ligt nog net binnen het bestemmingsplan 'Limbricht' en wordt omgeven door woonbestemmingen. Op de hoek Platz- Beekstraat ligt een horeca onderneming, ook wel bekend als café Salden. Platz 1 ligt op een afstand van ca. 50 meter van de rest van het plangebied. Initiatiefnemer wenst daarom het gebruik van dit pand voort te zetten als minihotel en als onderdeel van het totale ensemble.

Op 6 juli 2023 is middels een onherroepelijke omgevingsvergunning ter plaatse van Platz 1 een hotel vergund met in totaal 18 slaapplaatsen. Daarbij is een afwijking van de enkelbestemming 'Dienstverlening' vergund en is een hotel toegestaan. Met dit nieuwe bestemmingsplan wordt de vergunde functiewijziging en de gewenste uitbreiding met 6 slaapplaatsen binnen de bestaande bebouwing juridisch en planologisch vastgelegd. Het totaal aantal slaapplaatsen bij Platz 1 komt daarmee op 18 + 6 = 24 slaapplaatsen. Voor het behoud van het rijksmonument heeft het vanwege de ligging, maar ook economisch gezien, de voorkeur om in het pand overnachtingsactiviteiten toe te staan. Het wijzigen van het bestemmingsplan om het gebruik als minihotel juridisch planologisch vast te leggen heeft geen invloed op het gebouw en bijbehorende tuin zelf. Vanuit de functiewijziging bestaat, getoetst aan het parkeerbeleid van de gemeente Sittard-Geleen, geen noodzaak tot het realiseren van extra parkeergelegenheid. Het plangebied wordt integraal beschouwd ten aanzien het aspect verkeer en parkeren, zie verder paragraaf 2.4.6 en 4.9.

Allee 1, 1A en 1B en openbaar parkeerterrein

Het kasteel met omliggende gebouwen is eveneens een rijksmonument. Binnen de gebouwen van het kasteel is horeca t/m cat. 5 toegestaan. In de voorburcht en burcht van het kasteel zijn 6 ruimtes luxueus en sfeervol ingericht en toegestaan als Bed & Breakfast. Dit betreft 4 ruimtes voor twee personen en 2 ruimtes voor drie personen. In totaal zijn er 14 slaapplaatsen aanwezig. Hieraan verandert niets. Binnen een ander gedeelte van de gebouwen, de voormalige bowlingbanen, vindt inpandige verbouwing plaats t.b.v. een kleinschalige brouwerij met proeflokaal en feestzaal. De verbouwing is vergund (omgevingsvergunning d.d. 25 juni 2022, kenmerk Om20.0141) en omvat geen ingrijpende wijziging van het monument. Voor de functietoevoeging 'kleinschalige brouwerij' is een vergunningsprocedure lopende. Verwacht wordt dat deze binnenkort verleend zal worden. Het organiseren en houden van evenementen omvat geen ingrijpende wijziging van het monument. Bij het inzetten van tijdelijke bouwwerken t.b.v. evenementen of buitenactiviteiten worden deze los van de monumentale gebouwen geplaatst. De tijdelijke bouwwerken worden dus jaarlijks voor een bepaalde buitenactiviteit/evenement voor een bepaalde tijd gebouwd, gebruikt en vervolgens weer verwijderd. Ruimtelijk heeft dit dan ook geen impact op de omgeving en heeft het ook geen verdere negatieve gevolgen voor de monumentale - en de aanwezige cultuurhistorische waarden. De mix van tijdelijke bouwwerken en horeca op de binnenplaats geeft de onderneming maximale flexibele ruimte om, met in achtneming van de monumentale waarde, conform pagina 7 van de beleidsnota monumenten en archeologie 2012, zijn activiteiten te ontplooien. Een van de evenementen zal ook ten dienste staan van het cultuurhistorische karakter. Denk aan een toneelvoorstelling over de historie (heksenvervolging) en boekpresentaties. Wel zullen er t.b.v. van de gewenste evenementen extra parkeerplaatsen gerealiseerd worden en zal ontsluiting geregeld worden via de Allee naar de N276. Ook op het terrein van Landgoed De Lemborgh worden parkeerplaatsen gerealiseerd. Ten behoeve van de gewenste evenementen binnen het kasteel zal gebruik gemaakt moeten worden van de openbare parkeerplaats. De gemeente zal zorgdragen voor uitbreiding van deze parkeerplaats. Deze uitbreiding zal plaatsvinden tussen de huidige parkeerplaats en de buitenpistes voor de ruiterclub. Tot die tijd is het voor parkeren bedoelde gedeelte tussen de huidige parkeerplaats en de buitenpistes als overloopparkeerplaats in gebruik met welbevinden van de gemeente Sittard-Geleen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0017.png"

Figuur 17. Locatie met gewenste uitbreiding openbaar parkeerterrein.

Verder zal er in de noordoosthoek van het Landgoed De Lemborgh ook nog worden voorzien in een overloopparkeerplaats, zodat er ook bij druk bezochte evenementen voldoende parkeerruimte is en er geen verkeershinder en verkeersgevaarlijke situaties zullen ontstaan op de Allee. Voorwaarde is wel dat bij de evenementen het verkeer en parkeren geregeld zal worden met behulp van verkeersregelaars en route-, parkeer- en rijrichting aanduidingen.

Landgoed De Lemborgh

Landgoed De Lemborgh omvat de voormalige bedrijfswoning, loods en voormalige landbouwgronden. Met uitzondering van de bebouwing in de zuidwesthoek is het een overwegend open terrein. Totaal betreft het een oppervlakte van ca. 4,4 ha. Ontsluiting vindt eveneens plaats op de Allee. De voormalige varkensstal is inmiddels gesloopt en nagenoeg op dezelfde plaats zal worden voorzien in een bij de omgeving passend multifunctioneel gebouw van ca. 1.000 m2 t.b.v. de gewenste activiteiten ter plaatse. Om rekening te houden met de zichtlijnen vanuit het kasteel, wordt het multifunctionele gebouw parallel hieraan gebouwd. Verder blijft het volume beperkt en wordt het gebouw gerealiseerd met circulaire, natuurlijke materialen en met veel gebruik van hout. De zichtlijnen vanuit het kasteel blijven aldus gerespecteerd. Zoals eerder al is vermeld, is het ook de bedoeling om ten behoeve van de diverse activiteiten jaarlijks op het buitenterrein enkele tijdelijke bouwwerken te plaatsen. De bestaande woning zal dienst gaan doen als bijeenkomstruimte voor kleinere groepen en als oefen-, vergader- en archiefruimte. De bestaande loods zal dienst gaan doen als opslagruimte voor het kasteel, het landgoed en de benodigdheden voor de diverse gewenste activiteiten op deze locaties. De ruimtelijke impact zal qua vaste gebouwen dan ook minimaal zijn en zich beperken tot het zuidelijke gedeelte van de locatie.

Het vigerende bestemmingsplan biedt middels een wijzigingsbevoegdheid al de mogelijkheid tot de aanleg van een kasteeltuin en diverse mogelijkheden voor wat betreft de gewenste activiteiten. Ook voor de alhier gewenste activiteiten is het van belang dat er voldoende parkeergelegenheid is en dat ook het verkeer via de Allee wordt ontsloten richting de N276. Hiertoe is de te realiseren parkeerplaats nabij de loods en het te realiseren multifunctioneel gebouw voorzien. Deze parkeerplaats is in beginsel bedoeld voor eigen personeel, bezoekers van het kasteel, de gasten van minihotel Platz 1 en voor lokaal gebruik, maar in basis ook bedoeld voor bezoekers van Landgoed De Lemborgh, het multifunctioneel gebouw en de gezamenlijke ruimtes in de voormalige bedrijfswoning. Er zijn minimaal 75 parkeerplaatsen voorzien (zie paragraaf 2.4.6). Verder geldt dat bij druk bezochte bijeenkomsten en/of evenementen gebruik kan worden gemaakt van de noordoostelijk gelegen overloopparkeerplaats en dat het verkeer wordt geregeld met behulp van verkeersregelaars en verkeersborden.

Een groot gedeelte van het terrein is al ingericht als tuin (zie ook figuur 12). Er zijn diverse paden aangelegd en ca. 15.000 planten geplant. Het is eveneens de bedoeling dat er veel bomen worden aangeplant, maar vanwege de recente archeologische vondsten zal het planten van deze bomen het archeologisch vervolgonderzoek moeten afwachten en mogelijk zelfs geheel of gedeeltelijk onder archeologische begeleiding plaats moeten vinden. Voorlopig staan deze bomen in grote kisten op het terrein. Het overige gedeelte is overwegend ingezaaid met grasland en in de randen met bloemrijke mengsels. Een gedeelte ten noordoosten van Landgoed De Lemborgh zal tevens dienst doen als overloopparkeerplaats bij evenementen. Een impressie van een groot gedeelte van Landgoed De Lemborgh wordt in onderstaande figuur 18 weergegeven. Het noordoostelijk gedeelte waar ook de overloopparkeerplaats is voorzien, net voorbij de knik, blijft voorlopig grasland.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0018.png"

Figuur 18. Impressie Landgoed De Lemborgh (rood omkaderd) binnen het plangebied.

Al met al moet het planvoornemen bijdragen aan het behoud van de waardevolle monumentale gebouwen en de cultuurhistorische waarde voor de omgeving van het kasteel, nu en in de toekomst, waarbij door realisatie van voldoende parkeervoorzieningen op afstand van het dorp en ontsluiting van het verkeer over de Allee naar de N276, de druk op het dorp fors wordt verminderd. Met de toevoeging van het Landgoed De Lemborgh ontstaat een mooi en duurzaam cultuurhistorisch waardevol ensemble met vele mogelijkheden van rust en ontspanning voor jong en oud.

2.4 Planvoornemen

Het planvoornemen betreft het planologisch en juridisch mogelijk maken van de gewenste activiteiten bij Platz 1, Landgoed Kasteel Limbricht, Landgoed De Lemborgh en de uitbreiding van het openbare parkeerterrein bij de sportvelden.

2.4.1 Platz 1

Het pand betreft een rijksmonument en initiatiefnemer wenst het gebruik van dit pand voort te zetten als minihotel en als onderdeel van het totale ensemble. Ter plaatse is de locatie bestemd voor dienstverlenende bedrijven, kantoren en instellingen op financieel, juridisch of (ontwerp)-technisch gebied dan wel op het gebied van communicatie, informatie en adviezen. Een minihotel valt hier niet onder. Vooruitlopend op dit bestemmingsplan is ten behoeve van het omvormen van Platz 1 naar een hotel een procedure gestart - afwijken bestemmingsplan en verbouw.

Op 6 juli 2023 is middels een onherroepelijke omgevingsvergunning het hotel op Platz 1 vergund. Hiermee wordt het rijksmonument behouden en krijgt het pand en tuin een duurzame functie. Aan de locatie zal daarom ook de dubbelbestemming “Waarde – Cultuurhistorie” worden toegevoegd.

Om het gebruik als minihotel mogelijk te maken heeft het de voorkeur om de locatie binnen het nieuwe bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' te bestemmen als 'Horeca' met functieaanduiding: 'horeca categorie 5'. Dit betreft een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers. Het uitoefenen van buitenpandige horeca-activiteiten valt daar niet onder en is derhalve ook niet toegestaan. Dit is ook in de regels onder artikel 4.1 vastgelegd.

Binnen het pand Platz 1 zijn momenteel 7 luxe en sfeervolle kamers gerealiseerd. Dit betreft 2 familiekamers met 4 slaapplaatsen per kamer en 5 tweepersoonskamers. In totaal kunnen er in het boetiekhotel momenteel 18 personen overnachten. Naast deze kamers zijn een 3 tal ruimten thans ingericht als kantoor. De initiatiefnemer is voornemens ook deze kamers in gebruik te nemen voor overnachtingen. Derhalve is deze ontwikkeling ook meegenomen in onderhavig bestemmingsplan.

De huidige hotelkamers zijn gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing en volume van Platz 1. De gewenste uitbreiding naar 12 kamers met elk 2 slaapplaatsen zal eveneens plaatsvinden binnen het bestaande pand, dus géén uitbreiding van het pand. Dit wordt gerealiseerd door de 2 familiekamers op te splitsen in 4 afzonderlijke tweepersoonskamers waardoor zonder bouwkundige ingrepen in plaats van 7 kamers, 9 tweepersoonskamers ontstaan. Verder worden op de begane grond 3 bestaande ruimtes inpandig verbouwd naar 3 tweepersoons hotelkamers, waardoor het totaal op 12 kamers komt. Het totaal aantal slaapplaatsen komt dan op 12 x 2 = 24 slaapplaatsen bij Platz 1. Deze 24 slaapplaatsen zijn als maximum vastgelegd in artikel 4.1 van de regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan.

Provinciale Verordening - Vrijetijdseconomie

Met betrekking tot het totaal aantal slaapplaatsen bij Platz 1 en op het Kasteel wordt hierover het volgende opgemerkt.

In het huidige nog vigerende bestemmingsplan geldt voor het Kasteel Limbricht (voorburcht en burcht) de bestemming horeca, tot en met horecacategorie 5 inclusief nachtverblijf. Dit is horeca, inclusief nachtverblijf. Het aantal slaapplaatsen is niet gemaximeerd.

Voor terreindelen Landgoed Lemborgh geldt in het oude bestemmingsplan geen horecabestemming. In het voorliggende bestemmingsplan is op deze gronden nachtverblijf uitgesloten.

Ter plaatse van Kasteel Limbricht (voorburcht en burcht) zijn thans 14 slaapplaatsen aanwezig in de vorm van 6 luxe sfeervolle B&B-kamers. Op kasteel Limbricht (voorburcht en burcht) wordt niet voorzien in additionele slaapplaatsen.

Ten opzichte van de feitelijk aanwezige situatie wordt het aantal slaapplaatsen met 6 uitgebreid tot maximaal 38 slaapplaatsen:

  • 14 bestaande slaapplaatsen in 6 kamers op Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) , blijft hetzelfde;
  • 24 slaapplaatsen in 12 kamers bij Platz 1 (miniboetiekhotel), 24 - 18 (aanwezig) = 6 slaapplaatsen extra.

Ter plaatse van het kasteel kan meer nachtverblijf gerealiseerd worden; het huidige en nog vigerende bestemmingsplan laat dit toe. Dit heeft niet de voorkeur van de initiatiefnemer, omdat de combinatie van meer nachtverblijven op het kasteel met de overige activiteiten op het kasteel dan minder ideaal wordt. Op basis van de marktervaringen van de initiatiefnemer is met het handhaven van de bestaande B&B-activiteiten ter plaatse van het kasteel (burcht en voorburcht) en de invulling van de 12 kamers in Platz 1 een capaciteit gerealiseerd (in totaal 38 slaapplaatsen), die in overeenstemming is met de activiteiten op het kasteel (met name gerelateerd aan vergaderingen/seminars door de weeks en feesten/bruiloften in het weekend). In de planregels (artikel 4.1) van onderhavig bestemmingsplan zijn daarom ook de 14 bestaande slaapplaatsen in Kasteel Limbricht (burcht en voorburg) vastgelegd als het maximale aantal. In totaal zijn hierdoor voor Platz 1 en Kasteel Limbricht maximaal 38 slaapplaatsen juridisch en planologisch vastgelegd.

Zoals hiervboven als is vermeld bedraagt de netto uitbreiding ten opzichte van de huidige feitelijk gerealiseerde capaciteit bij Platz 1 en Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) in totaal 6 slaapplaatsen. Ten opzichte van het huidige nog vigerende bestemmingsplan is er echter geen sprake van een toename, maar van een vermindering. Het aantal slaapplaatsen in Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) is namelijk op basis van het huidige nog vigerende bestemmingsplan niet gemaximeerd. De burcht en voorburcht kunnen geheel worden ingericht voor nachtverblijf, met tientallen hotelkamers en slaapplaatsen.

Met de maximering van het aantal slaapplaatsen in het voorliggende bestemmingsplan is er derhalve sprake van een vermindering van het aantal slaapplaatsen ten opzichte van het huidige en vigerende bestemmingsplan. Gelet op de regels van de Provinciale Verordening met betrekking tot de 'Vrijetijdseconomie' is een nadere onderbouwing (vraag en aanbodanalyse en bedrijfsontwikkelingsplan) derhalve niet van toepassing.

Indien, op basis van een waargenomen trend, de initiatiefnemer in de toekomst op het kasteel (burcht danwel voorburcht) meer nachtverblijf zou willen realiseren, zal als dan een toetsing aan het logies-beleid van de gemeente Sittard-Geleen en aan het provinciaal beleid moeten plaatsvinden. Een en ander zal geformaliseerd moeten worden middels een Buitenplanse Omgevingsplan-procedure, met instemmingsrecht van de Provincie Limburg (conform de huidige Omgevingswet, die per 1.1.2024 in werking is getreden).

Vanuit de functiewijziging bij Platz 1 bestaat, getoetst aan het parkeerbeleid van de gemeente Sittard-Geleen, geen noodzaak tot het realiseren van extra parkeergelegenheid. De bezoekers van het minihotel kunnen echter gebruik maken van het parkeerterrein op Landgoed De Lemborgh. Deze parkeerplaats zal op de verbeelding van bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' worden aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p2'. Ontsluiting vindt plaats via de Allee richting de N276. Zie verder ook paragraaf 2.4.6 en 4.9 'Verkeer en parkeren'

2.4.2 Kasteel Limbricht

Zoals hierboven is vermeld vinden er op het Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) geen veranderingen plaats in het aantal slaapplaatsen. De huidige aanwezige 14 slaapplaatsen zijn in de planregels onder artikel 4.1 van onderhavig bestemmingsplan vastgelegd als het maximale aantal. De overige regels en mogelijkheden binnen Kasteel Limbricht blijven in de basis hetzelfde en zijn, met uitzondering van het toegestane aantal evenementen, als zodanig overgenomen en vastgelegd in het nieuwe bestemmingsplan. Daarnaast wordt de bouwaanduiding 'Specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwwerken' toegevoegd voor de binnenplaats, om te kunnen voorzien in tijdelijke losstaande bouwwerken zoals bijvoorbeeld tenten, kraampjes, overkappingen, kiosken, (blokken)hutten, en daarmee vergelijkbare bouwwerken tijdens evenementen en buitenactiviteiten en tijdelijk ter ondersteuning van de reguliere activiteiten.

Op dit moment loopt Landgoed Kasteel Limbricht B.V. tegen wettelijke beperkingen aan om het kasteel optimaal te benutten. Hoewel de vraag steeds groter wordt, is expansie niet mogelijk, omdat er volgens het vigerende bestemmingsplan maar 3 evenementen per jaar zijn toegestaan. De wens van de initiatiefnemer is om er meer evenementen per jaar te organiseren dan de vastgelegde 3 en bij meldingen en kleine evenementen geen vergunningentraject te hoeven doorlopen. Voor een evenement zoals een filmvoorstelling is het namelijk niet werkbaar en reëel om een vergunningentraject van minimaal 8 weken te doorlopen.

Met betrekking tot de plannen voor de evenementen bij het kasteel is door de initiatiefnemer in 2022 een principeverzoek ingediend bij de gemeente Sittard - Geleen. De gemeente Sittard - Geleen heeft hierop vervolgens kenbaar gemaakt om daar onder voorwaarden aan mee te willen werken. Daarbij geldt als uitgangspunt een goed woon- en leefklimaat. Het bestemmingsplan stelt hiertoe duidelijke kaders. Nu Landgoed De Lemborgh aan het geheel is toegevoegd en initiatiefnemer daar ook evenementen wenst te organiseren, worden de aantallen en soorten evenementen zoals ze in het principeverzoek zijn vermeld, op beide locaties gehouden. Hierbij worden de evenementen: a - of afzonderlijk op een van beide locaties gehouden of b - in combinatie over beide locaties of in alle varianten daar tussen in, waarbij het totaal van alle evenementen niet overschreden wordt. Met betrekking tot de te houden evenementen, al of niet in combinatie met het Landgoed De Lemborgh, zie verder onder paragraaf 2.4.5.

2.4.3 Openbaar parkeerterrein

In het plangebied zullen extra parkeerplaatsen gerealiseerd worden en zal ontsluiting geregeld worden via de Allee naar de N276. Zoals hierboven al is aangegeven zullen in de zuidwesthoek van Landgoed De Lemborgh parkeerplaatsen worden gerealiseerd voor de bezoekers van Landgoed De Lemborgh, het multifunctioneel gebouw en de gezamenlijke ruimtes in de voormalige bedrijfswoning en voor het personeel en de bezoekers aan het kasteel. Er zijn minimaal 75 parkeerplaatsen voorzien (zie papragraaf 2.4.6 en 4.9.2).

Ter plaatse van de huidige openbare parkeerplaats zijn 114 parkeerplaatsen aanwezig. De gemeente zal starten met de uitbreiding van deze parkeerplaats met minimaal 108 plaatsen, zodat er 222 plaatsen zijn. Deze uitbreiding zal plaatsvinden tussen de huidige parkeerplaats en de buitenpistes voor de ruiterclub, zie ook figuur 17 in paragraaf 2.3. Hiermee zouden voldoende parkeerplaatsen aanwezig moeten zijn voor de reguliere activiteiten binnen het kasteel, in combinatie met het gebruik van de sportvelden. Zie verder ook paragraaf 4.9 'Verkeer en parkeren'. De openbare parkeerplaats krijgt in het nieuwe bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' met de aanduiding: 'specifieke vorm van verkeer- p1'.

Om bij druk bezochte evenementen ook zeker te zijn van voldoende parkeerruimte, wordt er ter plaatse van het Landgoed De Lemborgh in het noordoostelijk deel ook nog voorzien in een overloopparkeerplaats, waar overigens ook bussen kunnen parkeren. Dit gedeelte krijgt binnen de nieuwe bestemming van het landgoed de aanduiding: 'specifieke vorm van verkeer- p3'. Bij de evenementen zal het verkeer en parkeren geregeld worden met behulp van verkeersregelaars en verkeersborden.

2.4.4 Landgoed De Lemborgh

Initiatiefnemer heeft deze gronden aangekocht met het doel dit in te richten als kasteeltuin met een multifunctioneel gebouw. De wens is om daar, inspelend op de behoefte van deze tijd, zowel binnen- maar vooral ook buiten activiteiten aan te bieden zoals: rouwen, trouwen, vergaderen, workshops, besloten bijeenkomsten, bedrijfsfeesten en sport en spel. Hiervoor is het ook de bedoeling om jaarlijks op het buitenterrein enkele tijdelijke bouwwerken te plaatsen zoals tenten, kraampjes, overkappingen, kiosken, (blokken)hutten, en daarmee vergelijkbare bouwwerken. Deze worden dan jaarlijks voor een bepaald tijdvak gebouwd, gebruikt en vervolgens verwijderd. Dit type bouwwerk valt onder een tijdelijk bouwwerk dat telkens gebouwd mag worden met toepassing van de eisen voor tijdelijke bouw, omdat dit bedoeld is om gedurende een bepaalde tijd per jaar op een bepaalde plaats aanwezig te zijn. In de tijdelijke bouwwerken worden geen overnachtingen toegestaan en ze mogen ook niet gebruikt worden als tijdelijke huisvesting of wonen. Het aantal, de afmetingen, de tijdelijke duur per jaar van deze tijdelijke bouwwerken en het uitsluiten als nachtverblijf of tijdelijk huisvesting is in de regels van onderhavig bestemmingplan vastgelegd. Ook plaatselijke verenigingen en clubs kunnen gebruik maken van deze locatie voor bijvoorbeeld repetities, vergaderen, kienmiddagen of -avonden of het organiseren van bijvoorbeeld markten en evenementen. Voor initiatiefnemer is het sowieso de bedoeling om ook op deze locatie evenementen te organiseren, waaronder ook een zogenaamd winterevent (schaatsbaan), al of niet in combinatie met het kasteel, zie hiervoor paragraaf 2.4.5. De bestaande woning wordt omgevormd tot een ontmoetingsplek, oefenruimtes, vergaderruimtes en op zolder een afgesloten archiefruimte. De aanwezige loods zal dienst gaan als opslagruimte voor Landgoed De Lemborgh, maar ook voor het kasteel.

Realisatie van Landgoed De Lemborgh en de daarbij gewenste activiteiten is voorzien in 3 fases welke hieronder schematisch worden weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0019.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0020.png"

Op de huidige locatie van Landgoed De Lemborgh gelden volgens het vigerende bestemmingsplan de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch - Intensieve veehouderij'. De gewenste ontwikkeling op deze locatie is niet rechtstreeks toegestaan. Binnen het vigerende bestemmingsplan geldt voor deze locatie ook de 'Gebiedsaanduiding wro - zone - wijzigingsgebied 1'. Dit houdt in dat burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard - Geleen bevoegd zijn de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Groen' ten behoeve van de aanleg van een kasteeltuin, een bospark en parkeerterrein, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de betreffende gronden op vrijwillige basis in eigendom zijn gekomen van de gemeente of van de Stichting Kasteel Limbricht B.V.;
  2. b. de kasteeltuin en het bospark een bijdrage leveren voor recreatief medegebruik en natuurversterking ter plaatse;
  3. c. de noodzaak van de aanleg van een parkeerterrein is aangetoond;
  4. d. het parkeerterrein landschappelijk goed moet worden ingepast met gebiedseigen beplanting, ter beoordeling van burgemeester en wethouders;
  5. e. aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad;
  6. f. op de gronden maximaal 100 m² bebouwing mag worden opgericht.

De gronden van Landgoed De Lemborgh zijn op vrijwillige basis aangekocht en in eigendom van de Stichting Kasteel Limbricht B.V. De gewenste activiteiten sluiten ook aan op voorwaarde b. Wat betreft het aspect parkeren, zie hierboven onder paragraaf 2.4.3 en paragraaf 4.9 'Verkeer en parkeren'. In het vervolg van deze toelichting wordt onderbouwd dat de aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad. Aan voorwaarde f kan echter niet worden voldaan. In de zuidoosthoek is bestaande bebouwing al aanwezig en een stal is inmiddels ook gesloopt. Ter plaatse van de gesloopte stal zal een multifunctioneel gebouw van ca. 1.000 m2 worden gerealiseerd ten behoeve van de gewenste activiteiten binnen Landgoed De Lemborgh. Het gebouw volgt qua positionering de zichtlijn die vanuit het kasteel - brug ontstaat en wordt aan de zuidwestzijde van deze zichtlijn gepositioneerd. Zodanig dat er geen conflict is met deze zichtlijn en waarmee optimaal rekening wordt gehouden met de cultuurhistorie van het terrein. Voor een impressie van het multifunctionele gebouw zie onderstaande figuren 19 en 20. Ook de voormalige bedrijfswoning en loods worden ten dienste gesteld van de gewenste activiteiten binnen het Landgoed De Lemborgh. Het huidige vigerende bouwvlak zal qua vorm en oppervlak (ca. 3.594 m2) hetzelfde blijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0021.png"

Figuur 19. Impressie multifunctioneel gebouw (gevelaanzicht noordoostzijde).

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0022.png"

Figuur 20. Impressie multifunctioneel gebouw (gevelaanzicht noordwestzijde).

Mede gelet op de gewenste bebouwing, maar ook vanwege de diverse gewenste activiteiten en evenementen, kan voor de locatie Landgoed De Lemborgh geen gebruik worden gemaakt van de betreffende wijzigingsbevoegdheid. Derhalve is het planologisch en juridisch mogelijk maken van de gewenste activiteiten binnen Landgoed De Lemborgh ook opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan "Kasteel Limbricht en omgeving'. Binnen dit nieuwe bestemmingsplan wordt aan het Landgoed De Lemborgh de bestemming 'Groen' toegekend. Dit, omdat veel van de gewenste activiteiten binnen de bestemming 'Groen' rechtstreeks zijn toegestaan. Activiteiten die niet worden toegestaan zullen in de regels van het nieuwe bestemmingplan worden uitgesloten.

2.4.5 Evenementen

Met betrekking tot de te houden evenementen op Kasteel Limbricht en Landgoed De Lemborgh geldt het volgende:

Soort evenementen

Met betrekking tot het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' worden dezelfde categorieën (naar geluidsniveau) aangehouden, zoals in het bestemmingsplan Schootsvelden, namelijk:

  • Categorie 1 grootste evenementen (80 dB(A) – 94 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen);
  • Categorie 2 middelmaat evenementen (70 dB(A) – 84 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen);
  • Categorie 3 kleinste evenementen (55dB(A) – 69 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen).

In categorie 1 valt bijvoorbeeld livemuziek van bijvoorbeeld een Limburgstalige artiest. In categorie 2 zullen events zoals een theatervoorstelling, een harmonieconcert of een bioscoopvoorstelling goed passen. In categorie 3 zal bijvoorbeeld een rommelmarkt vallen of een event met akoestische muziek.

Het betreft een indeling op basis van akoestische impact en sluit aan bij de gevolgde systematiek die voor het bestemmingsplan Noordelijke Schootsvelden is gehanteerd.

De categorieën in het bestemmingsplan moeten niet verward worden met de risicoclassificering van evenementen:

  • C-evenementen (hoogste risico evenement, vaak de grootste evenementen);
  • B-evenementen (middel risico evenementen, vaak de middelmaat evenementen);
  • A-evenementen (lage risico evenementen, vaak de kleinste evenementen)

Er worden op het kasteel en bij Landgoed De Lemborgh geen dance events of soortgelijk georganiseerd. Het maximaal gelijktijdig aanwezige aantal bezoekers op de buitenterreinen van het kasteel en Landgoed De Lemborgh bedraagt 1.500 - 3.000 per dag. Het betreft dan een categorie 3 - event.

In bijlage 17 is een analyse opgenomen van de bezoekrsaantallen bij maximaal regulier gebruik, bij een reguliere weekdag en een regulier weekend . In bijlage 18 is dit vervolgens verder uitgewerkt naar een analyse van bezoekersaantallen bij gelijktijdig gebruik van de diverse accomodaties en evenementen. (Deze bijlage is is eveneens in het stikstofonderzoek van de gebruiksfase (bijlage 12) opgenomen als bijlage 2 en naar aanleiding van de zienswijzen aangepast tot bijlage 18).

Het maximaal aantal bezoekers bij een evenement bedraagt 3.000. Bij een maximum van 3.000 bezoekers per dag gaat het om categorie 3 evenementen. Dit genoemde aantal van 3.000 bezoekers is inclusief eventuele het aantal bezoekers van andere activiteiten. Het maximum aantal bezoekers op een dag zal, voor het kasteel en Landgoed de Lemborgh, inclusief een evenement, dan ook maximaal 3.000 bedragen.

De evenementen bij het kasteel en het landgoed vallen in de regel in de risicoclassificaties A en B. Dit zijn evenementen zoals rommelmarkten, filmavonden, theatervoorstellingen en livemuziek.

Aantal events per jaar

In tegenstelling tot de evenementen die op het Schootsveld plaatsvinden zijn de voorgenomen evenementen kort van duur. Daarnaast kunnen er op het terrein niet zoveel mensen terecht als op de Schootsvelden. Op de Schootsvelden wordt een maximum van 40.000 bezoekers op de gehele dag aangehouden.

Desalniettemin komt het er in de praktijk op neer dat er evenveel evenementendagen zijn als in het bestemmingsplan van de Schootsvelden exclusief het winterevenement.

  • Categorie 1 (grootste evenementen): niet meer dan 6x per jaar (*);
  • Categorie 2 (middelgrote evenementen): niet meer dan 30x per jaar met daarbinnen harmonie/schuttersfeest of daaraan gelijkwaardige activiteiten max. 12 x / jaar (*);
  • Categorie 3 (kleinste evenementen): niet meer dan 24x per jaar(*).

(*)kasteel en Landgoed De Lemborgh samen.

Duur evenement

  • Categorie 1 (grootste evenementen. Voorbeeld: Limburgstalige livemuziek):

Maximale duur niet meer dan 3 aaneengesloten dagen, met dien verstande dat het totaal aantal evenementendagen per jaar niet meer bedraagt dan 6 exclusief op- en afbouwdagen.

  • Categorie 2 (middelgrote evenementen. Voorbeeld: theatervoorstelling of filmavond):

Maximale duur niet meer dan 3 aaneengesloten dagen, met dien verstande dat het totaal aantal evenementdagen per jaar niet meer bedraagt dan 30, exclusief op- en afbouwdagen.

  • Categorie 3 (kleine evenementen. Voorbeeld: rommelmarkt, wandeltocht, foodevent):

Maximale duur niet meer dan 3 aaneengesloten dagen, met dien verstande dat het totaal aantal evenementdagen per jaar niet meer bedraagt dan 24, exclusief op- en afbouwdagen;

In afwijking van het bovenstaande wil initiatiefnemer ook (net als op de Schootsvelden, maar dan kleiner) graag een winterevenement organiseren van een aaneengesloten periode van 31 dagen.

Tijden event

Tabel : Overzicht tijden event

Wat Dagen Tijden
Begintijd event/muziek Maandag tot en met zondag 12:00 uur
Eindtijd voor categorie 1 en 2 evenementen Zondag tot en met donderdag 23:00 uur
Vrijdag en zaterdag 01:00 uur
Versterkte muziek tot 00.00 uur
Eindtijd voor categorie 3 evenementen: Zondag tot en met donderdag 01:00 uur
Vrijdag en zaterdag 02:00 uur

Dit overzicht is gelijk aan de tijden die in het bestemmingsplan 'Schootsvelden' worden benoemd.

Volgens de reguliere exploitatievergunning mag het kasteel van maandag tot en met donderdag open zijn tot 02:00 uur en van vrijdag tot en met zondag tot 03:00 uur.

Geluid

Conform een publicatie van de NSG (Nederlandse Stichting Geluidshinder) over horeca geluid is een geluidsniveau van 85-95 dB(A) noodzakelijk voor de beleving van muziek tijdens feesten en uitvoeringen.

Geluidbeleid evenementen gemeente Amsterdam
Het geluidbeleid beschrijft de geluidsnorm, de maximale geluidsbelasting voor omwonenden en de geluidsruimte op de festivals zelf in verband met gehoorschade. De maximale gevelnorm voor omwonenden is vastgesteld op 85dB(C) en de maximale geluidruimte voor het festivalpubliek op 110-115 dB(C). Let op dit gaat dus om de dB(C) en nog niet eens om de dB(A).

Geluidbeleid evenementen gemeente Heerlen
Het geluidbeleid van de gemeente Heerlen stelt voor een evenement in de openlucht waarbij elektronisch versterkte muziek wordt geproduceerd, een maximale geluidsbelasting van 85 dB(A) en een maximale geluidsbelasting van 100 dB(C), gemeten op de gevel van de meest nabij gelegen woning of een ander geluidsgevoelige bestemming;

Geluid Kasteel Limbricht
Op basis van het bestemmingsplan Schootsvelden, het geluidbeleid van de gemeente Amsterdam en de gemeente Heerlen, wordt bij deze onderstaand per categorie het geluidsniveau van de evenementen bij het kasteel aangegeven.

  • Categorie 1 (grootste evenementen): geluid 95 dB(A) 105 dB(C) – in het publiek (*);
  • Categorie 2 (middelgrote evenementen): geluid 85 dB(A) 95 dB(C) – in het publiek (*);
  • Categorie 3 (kleine evenementen): geluid 75 dB(A) 85dB(C) – in het publiek (*).

(*) De duiding "in het publiek" is in de bestemmingsplanregels aangegeven met "Front-Of-House": Positie loodrecht op het midden van de verbindingslijn tussen muziekboxen, op een afstand van 25 m van deze lijn. Dit is de reguliere positie van een mengtafel. Bij positionering van de mengtafel elders of bij het ontbreken ervan geldt de Front of house positiebepaling voor controle van de geluidniveau's.

Daarnaast zijn de evenementen getoetst aan de Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg 1996:

  • Met betrekking tot categorie 1 evenementen is sprake van een (lichte) overschrijding van de waarden uit de Nota. Omdat het hier maar om een beperkt aantal evenementendagen gaat waarover uitvoerig in de omgevingsdialoog is afgestemd, is deze geringe overschrijding aanvaardbaar.
  • Categorie 2 evenementen voldoen in ieder geval aan de uitgangspunten van de hiervoor aangehaalde nota. Aanvullend geldt voor cat. 2 activiteiten dat in deze categorie door de weeks geen geluidbelastende activiteiten zijn toegestaan in de nachtperiode (na 23.00 uur) waarmee in deze categorie geen sprake is van verstoring van de nachtrust.
  • Categorie 3 evenementen zijn geen evenementen met een luidruchtig karakter.

In de planregels (art. 4.4) van bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' is de regeling opgenomen ten aanzien van de toegestane evenementen waarin per categorie evenement (1 t/m 3) het aantal evenementen, de duur per keer, de geluidsbelasting, de begin- en eindtijden voor muziekgeluid en het aantal bezoekers is vastgelegd.

Uit onderzoek, zie paragraaf 4.3, is gebleken dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor onderhavige ontwikkelingen. Er is sprake van een goed woon- en leefklimaat.

2.4.6 Integrale beschouwing

De gewenste activiteiten/voornemens, zoals in bovenstaande paragrafen beschreven, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en bedoeld voor de gehele upgrade van Kasteel Limbricht en omgeving, maar ook voor het behoud van de waardevolle monumentale gebouwen en de cultuurhistorische waarde voor de omgeving. Het ruimtebeslag vanwege de door de initiatiefnemer voorgestane plannen neemt toe; evenwel neemt de ruimtelijke kwaliteit van het kasteel en omgeving ook toe, waarbij recht gedaan wordt aan de cultuurhistorie.

Het samenspel van de aangegeven activiteiten/voornemens is primair bedoeld vanuit een kwaliteitsimpuls en om in te spelen op de huidige en toenemende behoeften vanuit de samenleving en om daarin (steeds) flexibel te kunnen participeren.

Hoewel het oppervlak waarop de activiteiten worden gebezigd meer dan verdubbeld, is er geen sprake van vergroting van de bezoekersaantallen in die mate. In bijlage 17 is een analyse van het aantal bezoekers opgenomen. Op jaarbasis wordt een toename van ca 20-25% verwacht ten opzichte van het huidig, reëel gebruik (in beginsel kunnen elke dag > 1500 mensen op het kasteel aanwezig zijn op basis van de vergunde situatie). Ten opzichte van het huidig maximaal regulier gebruik (niet zijnde evenementen) bedraagt de toename ruim < 10%. Deze situatie is maximaal 18 x/jaar aanwezig.

Vanuit dit gegeven zijn de aspecten parkeren en verkeersafwikkeling belangrijke aspecten.

  • Door de aanleg van de 75 parkeerplaatsen nabij het multifunctioneel gebouw op Landgoed De Lemborgh wordt voldaan aan de parkeerbehoefte van het planvoornemen (Zie paragraaf 4.9);
  • Bij het maximaal regulier gebruik, wordt door middel van verkeersbegeleiding het verkeer afgeleid naar de N276;
  • Door de overloopparkeerplaats op het noordelijk deel van Landgoed De Lemborgh wordt voorzien in de verkeersbehoefte bij evenementen.

Een en ander is verder uitgewerkt in paragraaf 4.9.

Hoofdstuk 3 Beleidskaders

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het Rijks-, provinciale- en gemeentelijke beleid. Het Rijksbeleid wordt besproken aan de hand van de Nationale omgevingsvisie (NOVI). Voor de beschrijving van het provinciale beleid is gebruik gemaakt van de Provinciale omgevingsvisie (POVI) en de Omgevingsverordening Limburg. Het gemeentelijke beleid is ontleend aan het bestemmingsplan 'Limbricht', het bestemmingsplan 'Buitengebied Sittard' en de “Omgevingsvisie 2016”.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nationale omgevingsvisie (NOVI)

Voorsorterend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet is op 11 september 2020 de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld. Met de NOVI biedt het Rijk een duurzaam toekomstperspectief voor onze leefomgeving. Met ruim 17 miljoen mensen op ruim 41.500 km2 is het zaak goede keuzes te maken ten aanzien van ruimtebeslag, om Nederland over 30 jaar nog steeds een plek te laten zijn waar het goed wonen, werken en recreëren is.

De NOVI richt zich op die ontwikkelingen waarin meerdere nationale belangen bij elkaar komen en keuzes in samenhang moeten worden gemaakt tussen de 21 nationale belangen die in de NOVI worden onderscheiden. De belangrijkste keuzes zijn:

  • De inpassing van duurzame energie(opwekking) met oog voor omgevingskwaliteit.
  • Het bieden van ruimte voor een overgang naar een circulaire economie
  • Woningbouw faciliteren in een stedelijk netwerk van gezonde en groene steden.
  • Landgebruik meer in balans laten zijn met natuurlijke systemen.

Het realiseren van deze wensen, het benutten van kansen en het oplossen van knelpunten vraagt om samenwerking tussen overheden. Zowel bij nationale vraagstukken als bij gebiedsgerichte regionale opgaven.

De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) richt zich op onderstaande vier prioriteiten. Deze onderwerpen hebben onderling veel met elkaar te maken en ze hebben gevolgen voor hoe de fysieke leefomgeving wordt ingericht. De Nationale Omgevingsvisie helpt bij het maken van de noodzakelijke keuzes.

  1. 1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
  • Nederland is in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust. We reserveren voldoende ruimte voor toekomstige waterveiligheidsmaatregelen.
  • We maken de energie-infrastructuur geschikt voor duurzame energiebronnen en reserveren daarvoor ruimte.
  • We passen duurzame energie in met oog voor de kwaliteit van de omgeving en combineren deze zo veel mogelijk met andere functies, zoals zonnepanelen op daken en clustering van windmolens. Voor de inpassing van duurzame energie op land worden regionale energiestrategieën opgesteld.
  1. 2. Duurzaam economisch groeipotentieel
  • De Nederlandse economie verandert van karakter en is in 2050 geheel circulair en de broeikasgasemissies zijn dan met 95% gereduceerd, met 55% reductie als beoogd tussendoel in 2030.
  • We zetten in op optimale (inter)nationale bereikbaarheid van steden en economische kerngebieden in het Stedelijk Netwerk Nederland.
  • Overheden investeren in een aantrekkelijke, gezonde en veilige leefomgeving in steden en regio's en bevorderen een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
  1. 3. Sterke en gezonde steden en regio's
  • We versterken het Stedelijk Netwerk Nederland door de ontwikkeling van de stedelijke regio's te ondersteunen en te zorgen voor goede onderlinge en externe verbindingen. Verstedelijking koppelen we aan de ontwikkeling van de (ov-) infrastructuur en vindt plaats in de regio's waar er vraag is.
  • Het Rijk hanteert een integrale verstedelijkingsstrategie. Dit is een samenhangende aanpak van wonen, werken, mobiliteit, gezondheid, veiligheid en leefomgevingskwaliteit. Zo kunnen steden zich duurzaam ontwikkelen.
  • Verstedelijking vindt geconcentreerd plaats in de regio. Toe te voegen nieuwe woon- en werklocaties worden zorgvuldig en op efficiënte wijze ingepast met oog voor beschikbare ruimte en mobiliteit. Het woningaanbod in de regio's sluit aan bij de vraag naar aantallen en typen woningen, woonmilieus en prijsklasse.
  • We richten de leefomgeving zo in dat deze een actieve, gezonde leefstijl en maatschappelijke participatie bevordert. We verbeteren de luchtkwaliteit, zodat in 2030 wordt voldaan aan de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie.
  • We versterken het aanbod en de kwaliteit van het groen in de stad en verbeteren de aansluiting op het groene gebied buiten de stad. Een natuurinclusieve ontwikkeling van de stedelijke regio's en natuurinclusief bouwen zijn het uitgangspunt.
  • We richten steden en regio's klimaatbestendig in.
  • Het stedelijke mobiliteitssysteem levert een goede bereikbaarheid op. De auto, het ov, fietsen en lopen zijn onderling verknoopt. Het systeem draagt zo bij aan een gezonde leefomgeving en een gezonde leefstijl.
  • Voor gebieden buiten het Stedelijk Netwerk Nederland, die liggen aan de grens van het land en/of waar vraagstukken rond bevolkingsdaling spelen, ontwikkelen de overheden gezamenlijk een integrale gebiedsgerichte aanpak.
  1. 4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied
  • Unieke landschappelijke kwaliteiten worden versterkt en beschermd. Nieuwe ontwikkelingen in het landelijk gebied voegen landschapskwaliteit toe. Omgevingsbeleid wordt landschapsinclusief.

Conclusie

Met betrekking tot het planvoornemen is er raakvlak met: '4. Toekomstige ontwikkelingen van het landelijk gebied', ook al betreft een kleinschalige ontwikkeling. Verder zijn er weinig directe en concrete raakvlakken tussen deze visies en het planvoornemen, anders dan de meer algemene uitgangspunten ten aanzien van een veilige en gezonde leefomgeving, duurzaam ruimtegebruik, etc. Op deze onderwerpen wordt in navolgende paragrafen en hoofdstukken nader ingegaan. Vanuit NOVI bestaan er derhalve geen belemmeringen.

3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Barro voorziet in de juridische borging van het nationale ruimtelijke beleid. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken.

Onderwerpen waarvoor het Rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken.

In oktober 2012 is het besluit aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen veiligheid op Rijksvaarwegen, toekomstige uitbreiding van infrastructuur, de elektriciteitsvoorziening, de ecologische hoofdstructuur (thans Nationaal Natuurnetwerk), de veiligheid van primaire waterkeringen, reserveringsgebieden voor hoogwater langs de Maas en maximering van de verstedelijkingsruimte in het IJsselmeer. Ook is het onderwerp duurzame verstedelijking in regelgeving opgenomen.

Op dit bestemmingsplan zijn geen van deze belangen van toepassing.

3.2.3 Ladder van duurzame verstedelijking

De zogenaamde 'ladder voor duurzame verstedelijking' is opgenomen in artikel 3.1.6, tweede lid, Besluit ruimtelijke ordening en luidt als volgt:

De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling en indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

De ladder voor duurzame verstedelijking is door de provincie verankerd in de Omgevingsverordening Limburg 2014 (OvL2014) in artikel 2.2.2, lid 1. Aanvullend op deze ladder heeft de provincie in de Omgevingsverordening bepaald dat tevens de mogelijkheden van herbenutting van leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen worden onderzocht.

Uitgangspunt voor toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking is dat sprake dient te zijn van een stedelijke ontwikkeling. Conform artikel 2.2.1 van de OvL2014 is de definitie van een stedelijke ontwikkeling een 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'.

Onderhavige ontwikkeling is een aanvullingen op de bestaande horeca-activiteiten van het kasteel om zo te kunnen blijven voldoen aan de wensen en toenemende behoefte van de klanten. Door de wisselwerking tussen de activiteiten bij het kasteel en Landgoed De Lemborgh zal de klant in een ontspannen sfeer nog meer de gewenste beleving ervaren van de rijke cultuurhistorie met het omliggende landschap. Van stedelijke ontwikkeling is in voorliggende planontwikkeling geen sprake, waardoor toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking niet aan de orde is.

3.2.4 Nationaal Water Programma 2022-2027

Het Nationaal Water Programma2022-2027 (NWP) beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de uitvoering ervan in de rijkswateren.

Het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 is op 18 maart 2022 vastgesteld. Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2022-2027, met een vooruitblik richting 2050. Het kabinet speelt proactief in op de verwachte klimaatveranderingen op lange termijn, om overstromingen te voorkomen. In het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 wordt allereerst de nationale belangen opgesomd:

  • waarborgen van de waterveiligheid en de klimaatbestendigheid (inclusief vitale infrastructuur voor water en mobiliteit);
  • waarborgen van een goede waterkwaliteit, duurzame drinkwatervoorziening en voldoende beschikbaarheid van zoetwater;
  • waarborgen en realiseren van een veilig, robuust en duurzaam mobiliteitssysteem;
  • in stand houden en ontwikkelen van de hoofdinfrastructuur voor mobiliteit;
  • realiseren van een betrouwbare, betaalbare en veilige energievoorziening die in 2050 CO2-arm is, en de daarbij benodigde hoofdinfrastructuur;
  • Verbeteren en beschermen van natuur en biodiversiteit;
  • Behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van (inter)nationaal belang.

Deze nationale belangen worden aangevuld met drie hoofdambities:

  1. 1. Een veilige en klimaatbestendige delta: Naast bescherming tegen overstromingen is de ambitie dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust ingericht is. In het Deltaprogramma is afgesproken dat overheden stresstesten uitvoeren om de risico's in kaart te brengen en een adaptatiestrategie met een uitvoeringsprogramma opstellen.
  2. 2. Een concurrerende, duurzame en circulaire delta: een goede zoetwatervoorziening is van groot belang voor de economie. Nederland moet in 2050 weerbaar zijn tegen zoetwatertekorten. Daarom werkt het Rijk in de planperiode van het NWP samen met de zoetwaterregio's en de gebruikers aan maatregelen om ervoor te zorgen dat Nederland ook in droge perioden over voldoende zoetwater beschikt voor bijvoorbeeld landbouw, natuur, historisch groen, industrie en scheepvaart.
  3. 3. Een schone en gezonde delta met hoogwaardige natuur: Het Rijk werkt aan schoon en ecologisch gezond (grond)water voor duurzaam gebruik en een leefomgeving van hoge kwaliteit. In de planperiode van het NWP wordt gewerkt aan structurele vermindering van lozingen en verspreiding van opkomende stoffen, onder andere via het Actieprogramma PFAS in water. Het beleid voor grondwaterkwaliteit is erop gericht verontreiniging van bodem en grondwater zo veel mogelijk te voorkomen.

De wateropgaven staan niet op zichzelf; een integrale aanpak met andere opgaven in de fysieke leefomgeving, zoals de energietransitie, de woningbouw, herstel natuur en de landbouwtransitie is noodzakelijk. Daarnaast hebben de vijf volgende thema's een centrale rol in dit waterprogramma:

  1. 1. Klimaatadaptatie;
  2. 2. Waterveiligheid;
  3. 3. Zoetwater;
  4. 4. Grondwater;
  1. 1. Scheepvaart.

Een integrale aanpak van samenhangende nationale en regionale opgaven vereist een gebiedsgerichte aanpak. Daarom zijn voor de rijkswateren in dit Nationaal Waterprogramma gebiedsgerichte uitwerkingen opgenomen. Het gaat om de Noordzee, de Zuidwestelijke Delta, de Rijn-Maasmonding, de grote rivieren, het IJsselmeergebied, de Waddenzee en Eems-Dollard en de Kanalen in het beheer van het Rijk. Deze zijn verbonden met de diverse gebiedsgerichte programma's en uitwerkingen onder het Nationaal Waterprogramma, zoals de Gebiedsagenda's Grote Wateren. Voor de overige wateren van Nederland wordt in andere programma's de gebiedsgerichte uitwerking van het waterbeleid meegenomen. In de eerste plaats in de Omgevingsagenda's onder de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). In het coalitieakkoord van eind 2021 is aangegeven dat de komende jaren structureel meer budget wordt uitgetrokken voor instandhouding van wegen, spoor, hoofdwatersysteem en vaarwegen. Het structureel extra budget loopt op via een geleidelijk ingroeimodel. De budgettaire kaders voor instandhouding zijn daarmee verruimd. Voor het Hoofdwatersysteem en het Hoofdvaarwegennet zal I en W binnen deze budgettaire kaders nog aanvullende keuzes moeten maken om de instandhoudingsopgaven op termijn beheersbaar te houden.

Het bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' is in lijn met het bepaalde in het waterprogramma. In paragraaf 4.11 wordt nader ingegaan op de waterhuishoudkundige aspecten ter plaatse van het plangebied.

3.3 Provinciaal Beleid

3.3.1 Omgevingsvisie Limburg (POVI)

Op 1 oktober 2021 hebben Provinciale Staten van Limburg de Omgevingsvisie Limburg vastgesteld, met inachtneming van de aanvaarde amendementen. De Omgevingsvisie Limburg vervangt de Omgevingsvisie POL 2014. De Omgevingsvisie is een strategische en lange termijn (2030-2050) visie op de fysieke leefomgeving en beschrijft onderwerpen zoals wonen, infrastructuur, milieu, water, natuur, landschap, bodem, ruimtelijke economie, luchtkwaliteit en cultureel erfgoed. Daarnaast worden ook de aspecten gezondheid, veiligheid en een gezonde leefomgeving in de Omgevingsvisie meegenomen.

De Omgevingsvisie is een visie in tekst en bevat geen specifiek kaartmateriaal. De begrenzingen van de zoneringen en andere werkingsgebieden die voortkomen uit de Limburgse principes en de uitwerkingen in de thema’s in deze Omgevingsvisie, zijn verankerd in het kaartmateriaal behorende bij de Omgevingsverordening Limburg. Daarna dienen deze tevens ter ondersteuning van deze visie.

Uit de betreffende kaarten blijkt dat de locaties Platz 1, het kasteel (Allee 1, 1A, 1B), het openbaar parkeerterrein en het zuidoostelijke deel van Landgoed De Lemborgh (het gedeelte met de gebouwen) van onderhavig plangebied zijn gelegen in de zone 'Landelijke kernen'. Het overige gedeelte van Landgoed De Lemborgh is gelegen in de zone 'Buitengebied'. Vanuit beleidsmatig oogpunt in relatie tot het planvoornemen is geen sprake van relevante wijzigingen.

Over 'Buitengebied' is in het POVI het volgende opgenomen:

Het buitengebied betreft de landelijke gebieden op de Zuid-Limburgse plateaus en op de hogere zandgronden in Noord- en Midden-Limburg, samen zo’n 85.000 hectaren groot. Vergeleken met Noord- en Midden-Limburg zijn er in Zuid-Limburg minder mogelijkheden voor intensieve vormen van grondgebruik op de plateaus. Dit komt door de aard van de ondergrond en de aanwezige omgevingskwaliteiten. Op de hogere zandgronden van Noord- en Midden-Limburg is, rekening houdend met de natuurlijke omstandigheden en de ruimteclaims vanuit verschillende transitieopgaven, een breed scala aan grondgebruiksvormen mogelijk.

Over 'Landelijke kernen' is in het POVI het volgende opgenomen:

De leefbaarheid en vitaliteit van de kernen in het landelijk gebied is belangrijk. Een aantal kernen vervult op sommige terreinen een regionale verzorgende functie met onderwijs, zorg, cultuur, winkels en werklocaties. De zorg voor een goede kwaliteit van de leefomgeving en een goede bereikbaarheid zijn hier belangrijke uitgangspunten.

Provinciale omgevingsvisie en vrijetijdseconomie.

De vrijetijdseconomie wordt in de Omgevingsvisie benoemd als een belangrijke economische pijler in Limburg. Voor een florerende vrijetijdseconomie zijn de kwaliteiten van landschap en natuur, aantrekkelijke steden en een goede bereikbaarheid van belang. Een stabiele balans is nodig tussen beleving en bescherming van landschap en natuur, tussen belangen van toeristen, recreanten en inwoners, tussen uiteenlopende wensen van verschillende groepen recreanten en tussen verschillende groepen in het landelijk gebied die gebruik maken van dezelfde infrastructuur. Vraag en aanbod van verblijfsaccommodaties dienen beter in balans gebracht te worden, zowel kwantitatief als kwalitatief. Meer van hetzelfde leidt tot verdringing en leegstand. Een voortdurende kwaliteitsslag van verblijfsaccommodaties is nodig om nieuw en bestaand aanbod aan te passen aan de veranderende vraag van zowel vaste als nieuwe gasten.

De bestaande verblijfsaccommodaties met 14 slaapplaatsen in Kasteel Limbricht en de uitbreiding met 6 slaapplaatsen tot in totaal 24 slaapplaatsen bij Platz 1, dragen bij aan het behoud van het monumentale Kasteel Limbricht en het monumentale pand van Platz 1 en draagt hierdoor bij aan het versterken van de kwaliteit van het cultuurhistorisch verleden van Sittard-Geleen. De verblijfsaccommodaties maken onderdeel van het totaalconcept gericht op het trouwen, rouwen en werken in het groen dat wordt voorzien voor het landgoed van Kasteel Limbricht. Er is geen sprake van een kwantitatieve toevoeging van verblijfsaccommodaties. Het aantal slaapplaatsen wordt verminderd. Zie ook paragraaf 2.4.1.

Naar aanleiding van bovenstaand mag geconcludeerd worden dat het planvoornemen aanvaardbaar en passend is binnen het provinciale beleid. Het planvoornemen past goed in het landschap en vormt een duurzame ontwikkeling voor een cultuurhistorische waardevolle locatie.

3.3.2 Omgevingsverordening

Provinciale Staten hebben de nieuwe Omgevingsverordening vastgesteld d.d. 17 december 2021. Deze Omgevingsverordening is gebaseerd op de nieuwe Omgevingswet en treedt derhalve niet eerder in werking dan de Omgevingswet zelf. De inwerkingtreding van de Omgevingswet is voorzien per 1 januari 2024. Daarmee is de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingsverordening Limburg automatisch uitgesteld tot de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Tot die tijd blijft de Omgevingsverordening Limburg 2014 gelden. Deze Omgevingsverordening is op 16 december 2022 geconsolideerd tot de ‘Geconsolideerde versie Omgevingsverordening Limburg 2014 (GC 10)' Dit betreft zodoende het huidige provinciale toetsingskader.

Omgevingsverordening Limburg 2014 en overgangsrecht.

Voor een ontwerpbestemmingsplan dat ter inzage is gelegd vóór 1 januari 2024, dat wil zeggen vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, geldt op grond van artikel 4.6, tweede lid, van de lnvoeringswet Omgevingswet dat in dat geval het oude recht van toepassing blijft tot het besluit van kracht is. Onder het oude recht moet in dat verband niet alleen de landelijke wetgeving worden verstaan (o.a. de Wro) maar ook de lagere regelgeving, waaronder de provinciale regels. Dat betekent dat ook de instructieregels van de tot 1 januari 2024 geldende Omgevingsverordening Limburg 2014 hieronder vallen.

Uit de kaarten behorende bij de Omgevingsverordening Limburg 2014 blijkt dat het plangebied niet is gelegen binnen beschermde natuurgebieden, stiltegebieden, en waterwingebieden. Het plangebied is wel in zijn geheel gelegen in de grondwaterbeschermingszone 'Boringsvrije zone Roerdalslenk 2'.

Binnen de 'Boringsvrije zone Roerdalslenk 2' is het niet toegestaan om:

  1. a. boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld;
  2. b. de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slecht doorlatende bodemlagen kunnen aantasten;
  3. c. een bodemenergiesysteem op te richten, welke dieper reikt dan 30 meter beneden het maaiveld;
  4. d. boorputten op te richten wanneer de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, niet worden afgedicht met klei of bentoniet.

In onderhavig planvoornemen is niet voorzien in het aanbrengen van dergelijke boorputten of bodem- energiesystemen. Vanuit dit kader bestaan er geen belemmeringen.

Vrijetijdseconomie

Zoals toegelicht in paragraaf 2.4.1 is het maximaal aantal slaapplaatsen op Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) en bij Platz 1 vastgelegd in de planregels van onderhavig bestemmingsplan. Met de maximering van het aantal slaapplaatsen is er sprake van een vermindering van het aantal slaapplaatsen ten opzichte van het huidige en vigerende bestemmingsplan. Gelet op de regels van de Provinciale Verordening met betrekking tot de 'Vrijetijdseconomie' is een nadere onderbouwing (vraag en aanbodanalyse en bedrijfsontwikkelingsplan) derhalve niet van toepassing.

Na-ijlende effecten

Provinciale Staten hebben in hun vergadering van 30 september 2022 het besluit genomen waarmee de Omgevingsverordening Limburg 2014 is aangevuld met een viertal instructieregels die zich richten tot de Limburgse gemeenten. Het gaat om de instructieregels over:

  1. 1. Wonen;
  2. 2. Huisvesting internationale werknemers;
  3. 3. Na-ijlende effecten steenkoolwinning;
  4. 4. Zonne-energie.

Ten aanzien van het planvoornemen kan mogelijk sprake zijn van na-ijlende effecten steenkoolwinning en dient te worden voldaan aan de nieuw geformuleerde instructieregel neergelegd in artikel 2.16.1:

Artikel 2.16.1 Instructieregel na-ijlende effecten steenkoolwinning

De toelichting bij een ruimtelijk plan dat het bouwen van een nieuw bouwwerk in de gemeenten Brunssum, Beekdaelen, Heerlen, Landgraaf, Voerendaal, Kerkrade, Simpelveld, Beek, Sittard-Geleen en Stein mogelijk maakt, beschrijft op welke wijze rekening is gehouden met de na-ijlende effecten van de voormalige steenkoolwinning.

Uit de geraadpleegde gegevens, waaronder de rapportage 'Na-ijlende gevolgen steenkolenwinning Zuid-Limburg, d.d. 31 augustus 2016, opgesteld door Ingenieurbüro Heitfeld Schetelig GmbH (IHS)' en de kaart met risicogebieden, zie onderstaade figuur, blijkt dat onderhavig plangebied niet gelegen is binnen de concessiegrens van een van de mijnen. Die van de mijn Maurits reikt net tot de onderkant van Sittard en ligt op ruime afstand van het plangebied. Met na-ijlende effecten van de steenkoolwinning hoeft derhalve binnen het plangebied geen rekening te worden gehouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0023.png"

Figuur 21. Kaart na-ijlende effecten steenkoolwinning met ligging plangebied binen rode cirkel.

3.3.3 Ladder van duurzame verstedelijking

De ladder voor duurzame verstedelijking is door de provincie verankerd in de Omgevingsverordening Limburg 2014 (OvL2014) in artikel 2.2.2, lid 1. Aanvullend op deze ladder heeft de provincie in de Omgevingsverordening Limburg bepaald dat tevens de mogelijkheden van herbenutting van leegstaande monumentale en beeldbepalende gebouwen moet worden onderzocht.

Onder subparagraaf 3.2.3 (rijksbeleid) is reeds aangegeven dat de ladder voor duurzame verstedelijking niet van toepassing is op het planvoornemen.

3.4 Regionaal Beleid

3.4.1 Visie Vrijetijdseconomie Zuid-Limburg 2030

In deze visie, die gezamenlijk is samengesteld door 16 Zuid-Limburgse gemeenten, is verwoord hoe de regio gezamenlijk wil werken aan een toekomstbestendige toeristisch-recreatieve bestemming Zuid-Limburg. De regio heeft hierin gezamenlijke ambities opgesteld voor 2030:

  1. 1. Toerisme blijft bijdragen aan duurzame economische structuurversterking van de regio.
  2. 2. Kwalitatieve groei boven kwantitatieve groei.
  3. 3. Landschappelijke en stedelijke kwaliteiten versterken elkaar.
  4. 4. De vrijetijdseconomie helpt om natuur en landschap te ontwikkelen.
  5. 5. Inwoners en gasten kunnen heel Zuid-Limburg beleven.

De strategie voor de realisatie van deze ambities is opgebouwd uit 5 pijlers:

  1. 1. Kwaliteit.
  2. 2. Verleiden.
  3. 3. Beleving.
  4. 4. Vernieuwing.
  5. 5. Ondernemerschap.

Het planvoornemen voldoet aan de regionale Visie Vrijetijdseconomie Bestemming Zuid-Limburg 2030. Ten eerste geeft dit initiatief invulling aan pijler 4 'Duurzame vernieuwing' door het opnieuw benutten van een rijksmonument (Platz 1). Tevens wordt met dit initiatief ingezet op de groei in kwaliteit (pijler 1) door het verbeteren van de kwaliteit van het monumentaal pand door de nieuwe verblijfsaccommodaties te combineren met de (dag-)recreatieve voorzieningen die Kasteel Limbricht te bieden heeft.

Het planvoornemen geeft een kwalitatieve en duurzame impuls aan het al reeds bestaande Landgoed Kasteel Limbricht B.V. en horeca, maar draagt ook bij aan een duurzame economische structuurversterking van de regio. Voor de inwoners, bezoekers en gasten wordt een mooi stukje Zuid Limburg nog mooier en wordt waardevol cultureel erfgoed op een functionele en rendabele wijze in stand gehouden.

3.5 Gemeentelijk Beleid

3.5.1 Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016

De Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016, vastgesteld 15-12-2016, is de opvolger van de Structuurvisie uit 2010. Het is één van de instrumenten om de doelen en prioriteiten van de gemeente te realiseren. Met de omgevingsvisie Sittard-Geleen wordt ingespeeld op de doelstellingen en uitgangspunten van de Omgevingswet, die naar verwachting in 2023 van kracht wordt. Binnen het huidige wettelijke kader van de Wro (art. 2.1) is de Omgevingsvisie feitelijk de Structuurvisie voor Sittard-Geleen.

In de omgevingsvisie komen alle aspecten aan bod die te maken hebben met de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van - en binnen de gemeente. Van wonen en werken tot recreatie en mobiliteit. Van economische en technologische ontwikkelingen tot natuur en milieu. Het geheel wordt verduidelijkt aan de hand van kaarten die een goed beeld geven van de toekomst van Sittard-Geleen en de opgaven waaraan de gemeente werkt om dat beeld te realiseren. In de uitwerking is nadrukkelijk gekozen voor de lijn ‘ruimte waar mogelijk, sturing waar nodig’, een uitnodiging aan alle partners om samen met de gemeente doorlopend te ontwikkelen naar een gemeente waar het goed wonen, leven en werken is.

De omgevingsvisie omschrijft ook de instrumenten die men wil inzetten om de komende periode richting te geven aan de uitvoering van gestelde doelen en prioriteiten. Doelen en prioriteiten die samen met inwoners, ondernemers en partners zijn gesteld om ruimte te bieden aan groei en ontwikkeling, zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit van de (leef)omgeving. De nadruk ligt daarbij op gebieden waar veel gebeurt, zoals stadscentra, VDL Nedcar en Chemelot, maar ook op het 'groene hart' om daar de landelijke en dorpse kwaliteit te behouden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0024.png"

Figuur 22. Uitsnede kaart Omgevingsvisie met ligging plangebied.

Onderhavig plangebied is gelegen in het 'Groene Hart', bestaande uit o.a. een open coulisselandschap en nat bosrijk landschap waarbinnen ook het plangebied is gelegen.

Kenmerkend voor het coulisselandschap is de afwisseling van open gebieden, bomenlaantjes, landwegen, kleine dorpen en buurtschappen. Het uiterlijk van dit cultuurlandschap is historisch gegroeid en een veelheid aan cultuurhistorische elementen is nog herkenbaar. De verschillende delen van het landschap vormen een samenhangend geheel. Het gebied is grotendeels in gebruik als agrarisch gebied. Hier is de open landschappelijke kwaliteit en daarmee het aantrekkelijke woonklimaat bewaard gebleven, omdat nieuwe bebouwing hier al jaren niet zomaar is toegelaten en dat wil men voor de toekomst ook zo behouden.

Het Limbrichterbos en de Rollen (het nat bosrijk landschap) zijn bosgebieden en zorgen samen met de grootschalige akkers voor een afwisseling van open en gesloten ruimten en doorzichten. Binnen dit grootschalige landschap bevinden zich een aantal grote agrarische bedrijven, waarvan de landschappelijke inpassing regelmatig onvoldoende is.

Met voorgenomen planontwikkeling worden aan bestaande locaties meer mogelijkheden geboden zonder dat de bestaande landschapsstructuur aldaar verloren gaat. Ontwikkeling vindt plaats binnen bestaande gebouwen en terreinen. Daarnaast wordt met de ontwikkeling van Landgoed De Lemborgh een agrarische locatie omgevormd naar een mooie kasteeltuin met diverse mogelijkheden voor horeca, cultuur, ontspanning en recreatie, waarbij de indeling, de groenvoorzieningen alsook de vormgeving van het nieuwe gebouw een belangrijke positieve rol spelen in de uitstraling van het geheel naar de omgeving. Het nieuwe gebouw wordt grotendeels gecompenseerd door de sloop van de bestaande stal.

Gelet op de vorenstaande uiteenzetting mag geconcludeerd worden dat het planvoornemen passend is binnen het gemeentelijk beleid zoals is vastgelegd in de ‘Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016’

3.5.2 De Veiligheidsvisie Spoorzone Sittard-Geleen (2012)

In het beleid is sprake van een aantal zones langs het spoor waaraan verschillende voorwaarden zijn gekoppeld:

PR-contour

De PR-contour is normatief en wordt situationeel berekend, dan wel door de Wet Basisnet aangegeven. Binnen deze zone gelden de volgende restricties en randvoorwaarden:

  • Binnen de contour worden geen beperkt kwetsbare bestemmingen en kwetsbare bestemmingen gerealiseerd;
  • Aanwezige kwetsbare bestemmingen dienen te worden gesaneerd;
  • Situationeel dient sanering van aanwezige beperkt kwetsbare bestemmingen te worden overwogen.

50-meter zone

Sittard-Geleen onderkent met de 50-meterzone het economische belang van het vervoer van gevaarlijke stoffen, maar ook de daaraan verbonden risico’s. Deze zone omvat mede de zone van de PR-contour met de hierboven genoemde restricties en randvoorwaarden.Buiten de PR-contour én binnen de 50 meter van een vrij baanvak of een emplacement, gelden de volgende restricties en randvoorwaarden:

  • Binnen de contour worden geen kwetsbare bestemmingen gerealiseerd;
  • In beginsel worden geen beperkt kwetsbare bestemmingen gerealiseerd;
  • Waar mogelijk richt zich het sloopbeleid van de gemeente Sittard-Geleen op binnen de zone gelegen kwetsbare en beperkt kwetsbare bestemmingen.

200-meter zone

Deze zone omvat ook de zone van de PR-contour en de 50-meter zone met de hierboven genoemde restricties en randvoorwaarden. Buiten de 50-meter zone én binnen de 200-meter zone van een vrij baanvak of een emplacement, gelden de volgende restricties en randvoorwaarden:

  • De realisatie van nieuwe kwetsbare bestemmingen voor groepen mensen met geen dan wel een beperkte mate van zelfredzaamheid dient zoveel mogelijk te worden voorkomen;
  • Overige nieuwe kwetsbare bestemmingen worden zover mogelijk van het spoor geprojecteerd en dienen – gelegen binnen 200 meter – te worden voorzien van adequate bouwkundige, effectbeperkende maatregelen;
  • Worden in het gebied beperkt kwetsbare bestemmingen gerealiseerd, dan dienen bouwkundige, effectbeperkende voorzieningen te worden geïmplementeerd bij nieuwe ontwikkelingen;
  • Het gemeentelijk beleid richt zich op een verplaatsing buiten de 200 meter van kwetsbare bestemmingen met mensen die niet of beperkt zelfredzaamheid zijn.

Invloedsgebied

Deze zone omvat de zone van de PR-contour, de 50-meter zone en de 200-meter zone met de hierboven genoemde restricties en randvoorwaarden. Binnen het effectgebied geldt de volgende randvoorwaarde:

  • De gemeente verplicht zich bij de planopzet van nieuwe ontwikkelingen in het effectgebied rekening te houden met infrastructurele maatregelen in de openbare ruimte (waaronder vluchtwegen, opstelplaatsen, blusvoorzieningen) en draagt zorg voor een goede voorlichting op het gebied van rampbestrijding.

De gestelde zoneringen zijn cumulatief. Voor elke zone geldt dat de restricties en randvoorwaarden van de cumulatieve ‘onderliggende’ zones gelden, tenzij binnen de desbetreffende zone een zwaardere restrictie of randvoorwaarde geldt. Dit betekent bijvoorbeeld, dat de randvoorwaarde die geldt in het effectgebied, ook geldt voor de 200 meter, 50 meter en PR-contour zone.

De toetsing van het aspect externe veiligheid, inclusief een toets aan het gemeentelijke beleid, is opgenomen in paragraaf 4.5 'Externe veiligheid'.

3.5.3 Nota Ruimtelijke Kwaliteit

De Nota Ruimtelijke Kwaliteit is het gemeentelijk beleidsdocument voor het borgen van de kwaliteit van de bebouwde en onbebouwde omgeving. De Nota bevat ambitie, inspiratie en een toetsingskader voor zowel particuliere plannenmakers als voor de gemeentelijke organisatie zelf.

De Nota bevat de ruimtelijke kwaliteitscriteria waaraan elk ruimtelijk initiatief in de gemeente Sittard-Geleen moet voldoen. Het is de opvolger van de gemeentelijke Welstandsnota. De Nota Ruimtelijke Kwaliteit is complementair en volgend aan de oude (Structuurvisie2010 en Groenstructuurvisie) maar ook nieuwe provinciale beleidsstukken zoals het POVI en Omgevingsverordening waarin de hoofdlijnen voor het ruimtelijke beleid voor de komende periode zijn vastgelegd.

De gemeente streeft naar ruimte voor nieuwe initiatieven en transformatie, maar binnen een sterk en hoogwaardig ruimtelijk raamwerk, waarin ruimte is voor innovatieve ideeën met betrekking tot ruimtelijke kwaliteit. De Nota Ruimtelijke Kwaliteit sluit aan op dit streven en maakt de gewenste kwaliteit van dat raamwerk duidelijk.

De gemeente Sittard-Geleen heeft ervoor gekozen om de Nota Ruimtelijke Kwaliteit breed in te zetten op het vlak van ruimtelijke (omgevings)kwaliteit.

De Nota Ruimtelijke Kwaliteit wordt als adviesinstrument gebruikt voor het beoordelen van:

  • Omgevingsvergunningen voor bouwen:
  • Bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is, moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand. Voor bouwwerken die hier niet aan voldoen, wordt geen omgevingsvergunning voor bouwen verleend. Of bouwplannen voldoen aan de redelijke eisen van welstand wordt door de ARK (Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit) beoordeeld aan de hand van de vaste criteria en de gebiedskarakteristieken zoals vastgesteld in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit.
  • Omgevingsvergunningen voor het wijzigen van monumenten:
  • Monumenten worden allereerst getoetst aan het monumentenbeleid. Vervolgens adviseert de ARK. Daarbij zal, anders dan de monumententoets, worden gekeken naar de verschijningsvorm van het plan in relatie tot het monument op zichzelf.
  • Repressief toezicht op initiatieven, zowel in bestaande bouw als bij vergunningsvrije bouwwerken die inbreuk maken op de omgevingskwaliteit: op basis van de in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit opgenomen 'excessenregeling' of bestaand beleid (bijvoorbeeld reclames).
  • (Tijdelijke) reclame, terrassen en uitstallingen in de openbare ruimte.
  • Zogenaamde 'signing': niet-commerciële reclame van bijvoorbeeld theater of bibliotheek.
  • Kunst in de openbare ruimte.
  • De gemeente is niet altijd het bevoegde gezag over een gebied, dit kan ook in handen zijn van bijvoorbeeld het Rijk of de Provincie. In dat geval is het college van burgemeester en wethouders aangewezen als adviseur van het Rijk of de Provincie inzake het advies van de ARK (art. 2.26 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht). Concreet doet zich dit binnen deze gemeente voor bij de ontwikkelingen rond VDL Nedcar, op de Chemelotsite en in het bijzonder bij plannen voor de realisatie van de Brightlands Chemelot Campus. Dit is een semiopenbaar terrein, waar de betrokken partijen, waaronder de gemeente, zich als representanten van de kenniseconomie en hoogwaardig onderwijs wensen te presenteren. Daarmee geeft dit terrein mede identiteit aan de gemeente en is het ook vanuit het vraagstuk van de omgevingskwaliteit belangrijk. De ARK heeft hier een belangrijke rol.

Kleine plannen hebben een relatief grote impact op de ruimtelijke kwaliteit, omdat ze veelvuldig voorkomen. De gemeente wil inwoners zoveel mogelijk vrijheid geven om een eigen keuze te maken. Het is echter ook haar taak om in het algemeen belang een bepaalde kwaliteit te borgen. Daarom is een handboek ontwikkeld met aparte delen voor kleine bouwinitiatieven, terrassen, uitstallingen, tijdelijke reclame en winterserres, waarin voor de meest voorkomende bouwplannen en objecten in de openbare ruimte voorbeelden zijn uitgewerkt, die de gewenste basiskwaliteit waarborgen en goed gestandaardiseerd kunnen worden toegepast. Hiermee wordt bewerkstelligd dat vooraan in het traject de initiatiefnemer weet wat op voorhand kan. Maatwerk blijft uiteraard mogelijk: een initiatief gaat dan ter beoordeling naar de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK). Ook een initiatief aan een monument of een initiatief in een beschermd stads- of dorpsgezicht gaat altijd naar ARK.

Voor alle initiatieven die niet beschreven worden in het voorgenoemde handboek, gelden de vaste criteria. Deze criteria geven in grote lijnen aan waar een initiatief, ongeacht op welke plek in de gemeente, altijd aan moet voldoen. Met de term 'initiatief' worden alle ruimtelijke plannen bedoeld: van gebiedsvisies, ingrepen in de buitenruimte tot nieuwbouw of verbouwplannen. Bovendien zijn gebiedskarakteristieken opgesteld. De gebiedskarakteristieken nodigen initiatiefnemers uit om bepaalde ruimtelijke kwaliteitsaspecten te betrekken in hun planvorming.

Voor wat betreft het planvoornemen binnen het plangebied bij Platz 1 en Allee 1, 1A en 1B geldt, dat deze geen betrekking heeft op bouwactiviteiten of activiteiten in de openbare ruimte. Bij Platz 1 gaat het om het mogen gebruiken van een bestaand pand als minihotel met 12 kamers en 24 slaapplaatsen. Bij Allee 1, 1A en 1B gaat het om het mogen organiseren en uitvoeren van meer dan de huidige 3 evenementen en het mogen plaatsen en gebruiken van tijdelijke bouwwerken. Aan de monumentale gebouwen zelf gebeurt dus niets.

Voor wat betreft de uitbreiding van het openbare parkeerterrein binnen het plangebied geldt, dat aldaar geen bouwwerken worden opgericht en deze uitsluitend voor parkeren wordt gebruikt.

Voor wat betreft het planvoornemen van Landgoed De Lemborgh binnen het plangebied geldt, dat hier wel activiteiten plaatsvinden waarbij voldaan moet worden aan de Nota Ruimtelijke Kwaliteit. Of het bouwplan van het nieuw te realiseren multifunctionele gebouw zal voldoen aan de redelijke eisen van welstand wordt door de ARK (Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit) beoordeeld aan de hand van de vaste criteria en de gebiedskarakteristieken zoals vastgesteld in de Nota Ruimtelijke Kwaliteit, zodra hiervoor een aanvraag omgevingsvergunning bouwen wordt ingediend.

Verder geldt dat een initiatief in het landschap rekening houdt met:

  • het herkenbaar houden van de specifieke eigenschappen van het landschapstype nat en bosrijk landschap waarbinnen het plangebied gelegen is. Het Limbrichterbos en de Rollen zijn bosgebieden en zorgen samen met de grootschalige akkers voor een afwisseling van open en gesloten ruimten en doorzichten. Met de inrichting van het Landgoed De Lemborgh mag gesteld worden dat voldaan wordt aan het herkenbaar houden van de open ruimte en doorzicht van het landschap;
  • het behoud van de nog bestaande elementen van het oorspronkelijke landschap, zoals die hierboven zijn beschreven. Ter plaatse van het kasteel en het parkeerterrein wijzigt er niets aan het landschapstype. Ter plaatse van Landgoed De Lemborgh verandert landbouwgrond in een kasteeltuin, waarbij doorzicht en openheid behouden blijven;
  • het behouden van de zachte overgangen tussen het landschap en de dorpen. Door het planvoornemen wijzigt hier niets aan;
  • het behoud van kenmerkende zichtlijnen. Met het planvoornemen blijven kenmerkende zichtlijnen behouden en zelfs versterkt. De zichtlijn vanuit het kasteel via de brug naar het naastgelegen terrein van Landgoed De Lemborgh wordt versterkt. De al gerealiseerde terreinprofilering maakt dit nu reeds duidelijk door de aangelegde paden. Het nieuwe multifunctioneel gebouw wordt parallel gerealiseerd aan deze paden en versterkt daarmee de zichtlijn;
  • de sfeer van de plek die soms niet alleen aan de beplanting is af te lezen, maar ook aan kenmerkende gebouwde elementen in het landschap, zoals kastelen. Dat hiermee in het planvoornemen rekening is gehouden spreek voor zich;
  • de natuur- en ecologische waarden en de natuurbeleving. Het planvoornemen draagt juist bij aan versterking van deze waarden en de natuurbeleving;
  • de functie van het landschap als drager van/schakel binnen de ecologische structuur van Sittard- Geleen. Met onderhavig planvoornemen wordt hier de functie van het landschap in deze niet aangetast, maar juist versterkt;
  • de agrarische functie van het cultuurlandschap. Met het planvoornemen verdwijnt ter plaatse van Landgoed De Lemborgh een intensieve veehouderij locatie wat juist ten goede komt aan de leefomgeving en het milieu. Er verdwijnt een agrarische functie, maar de invulling ervan past wel weer binnen het landschap ter plaatse en zeker bij het kasteel;
  • de functie van het landschap als recreatiegebied voor de bewoners van de gemeente. Het planvoornemen zal juist bijdragen aan het versterken van deze functie;
  • het feit dat (tijdelijke) reclame-uitingen in het landschap al snel ontsierend werken, denk aan reclames in weilanden en groenvoorzieningen. Reclames in het landschap dienen daarom beperkt te blijven. Dergelijke reclame-uitingen in weilanden en groenvoorzieningen zijn niet voorzien.

Uit bovenstaande toetsing van de 'Nota Ruimtelijk Kwaliteit' kan geconcludeerd worden dat dit geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen.

3.5.4 Parkeerbeleid Sittard-Geleen

Het parkeerbeleid heeft de gemeente Sittard - Geleen samengevat in de 'Beleidsregels nota parkeernormen' en de 'Nota Parkeernormen Sittard - Geleen - Parkeernormensystematiek'. Het doel van de nota luidt als volgt: “Het vaststellen van gemeentelijke parkeernormen voor nieuwe ruimtelijke plannen en (herstructurering) projecten in Sittard-Geleen om in de toekomst de parkeerbehoefte te kunnen faciliteren en de bereikbaarheid en leefbaarheid van Sittard-Geleen te waarborgen.” In de nota wordt overeenkomstig de CROW-publicatie “Parkeerkencijfers”, onderscheid gemaakt naar een drietal stedelijke zones, te weten ‘centrum’, ‘schil/overloopgebied’ en ‘rest bebouwde kom’. Daarnaast wordt voor wat betreft de toe te passen parkeernormering rekening gehouden met de stedelijkheidsgraad van een gebied.

Het plangebied is gelegen in de zone ‘rest bebouwde kom’.

In het Facetbestemmingsplan Parkeren van de Gemeente Sittard-Geleen (vastgesteld op 13 september 2018) zijn de normen uit bovenstaande nota parkeernormen afdwingbaar gemaakt.

In paragraaf 4.9 ‘Verkeer en parkeren’ in het volgende hoofdstuk wordt nader ingegaan op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de eisen ten aanzien van parkeervoorzieningen.

Hoofdstuk 4 Milieu- En Omgevingsaspecten

4.1 Inleiding

Bij de realisering van een planontwikkeling moet in de eerste plaats rekening worden gehouden met aspecten uit de omgeving die een negatieve invloed kunnen hebben op het plangebied. Dit geldt omgekeerd ook voor de uitwerking die het planvoornemen heeft op zijn omgeving. Voor het plangebied worden in dit hoofdstuk de relevante milieu- en omgevingsaspecten nader onderzocht.

4.2 Bodem

In verband met de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan is inzicht nodig in de bodem- en grondwaterkwaliteit van de gronden waarop (bouw)werkzaamheden zijn voorzien en functiewijziging plaats vindt. De bodem moet geschikt zijn, of geschikt te maken zijn, voor het voorgenomen gebruik van de gronden. Een bodemonderzoek is niet alleen gekoppeld aan een bestemmingsplan of inpassingsplan, maar is ook onderdeel van omgevingsvergunningaanvragen voor bouwen.

Voor de locatie Platz 1 binnen het plangebied geldt dat ter plaatse het gebruik van het pand voor dienstverlenende bedrijven, kantoren en instellingen op financieel, juridisch of (ontwerp)-technisch gebied dan wel op het gebied van communicatie, informatie en adviezen is toegestaan. De functie hiervan is vergelijkbaar met de functie wonen. Er verblijven immers meerdere personen gedurende langere tijd binnen het pand. Het planvoornemen, het gebruik van het pand als minihotel, voorziet niet in een gevoeligere functie. Een bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk. Voor de locatie Alleen 1, 1A en 1B binnen het plangebied geldt dat er ten behoeve van het planvoornemen geen gevoelige functies worden toegevoegd. Een bodemonderzoek is ook hier niet noodzakelijk.

Voor de uitbreiding van het openbare parkeerterrein geldt eveneens dat er geen sprake is van het toevoegen van een gevoelige functie. Ook hier is en bodemonderzoek derhalve niet noodzakelijk.

Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een vooronderzoek verricht naar de bodem- en grondwaterkwaliteit. (Vooronderzoek bodem Aelmans - zie bijlage 2). Het vooronderzoek heeft tot doel eventuele bekende en te verwachten bodemverontreinigingen binnen het plangebied, en daarmee potentiele risico's inzichtelijk te maken. Het vooronderzoek is verricht op basis van de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van milieuhygiënisch vooronderzoek). Het voor-onderzoek asbest (NEN 5707) is gecombineerd uitgevoerd met het vooronderzoek volgens de NEN 5725.

Samenvatting onderzoeksresultaten

In 2010 heeft voor het deelgebied De Lemborgh reeds verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden conform NEN 5740. Dit onderzoek is bijgevoegd als bijlage 1. In 2012 heeft een aanvullend onderzoek plaatsgevonden, gericht op de terreindelen binnen de aanwezige bebouwing en direct omliggende gebouwen. Dit onderzoek is als bijlage bijgevoegd bij het hierboven genoemde vooronderzoek en is daarmee integraal opgenomen in bijlage 2.

Uit de fysiek uitgevoerde onderzoek blijkt het navolgende:

  • De bovengrond in de agrarische gronden (terreindeel ten oosten van de (voormalige) bebouwing bevat licht verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en PCB's;
  • Verder zijn geen verhoogde concentraties aan onderzochte parameters aangetroffen;
  • In het grondwater zijn alleen licht verhoogde gehalten aan onderzochte parameters gedetecteerd;
  • De grond rond de opstallen, waarvan thans een deel gesloopt is, voldoet aan de achtergrondwaarde (AW2000);
  • Ter plaatse van dieseltank en olievatenopslag zijn geen verontreinigingen aangetoond;
  • Ter plaatse van de voormalige bovengrondse dieseltank zijn geen verhoogde gehalten aangetroffen;
  • In de fundatielaag zijn verhoogde gehalten aangetroffen aan zware metalen, PAK, minerale olie en PCB tot boven de AW2000. Dit betreft echter geen bodem; De onderliggende bodem is vrij van verontreinigingen;
  • Ter plaatse van het direct rondom de gebouwen gelegen akkerland zijn zware metalen aangetroffen tot boven de AW2000, welke in verband gebracht worden met het bemesten van de terreinen;
  • Ter plaatse van 1 proefgat wordt de toetsingswaarde voor sanering voor asbest overschreden. Het aanwezige asbest wordt in verband gebracht met verontreinigingen in de ophooglaag ter plaatse;
  • Aan het oppervlak zijn asbestverdachte plaatjes waargenomen. Niet vastgesteld is of deze zich alleen oppervlakkig bevinden en/of deze zich niet ook in de bodem bevinden.

Uit het vooronderzoek 2023 zijn geen asbestverdachte materialen aan het oppervlak meer waargenomen. Wel is geconstateerd dat er ter plaatse een 3-tal (voormalige) drupzones aanwezig zijn (potentieel verdacht op asbest / PCB's. Er is geen verdachtheid voor PFAS in de bodem in d gemeente Sittard-Geleen. Wel is bij een brand in de varkensstal mogelijk brandblusschuim gebruikt (PFOS-verdacht).

Zoals genoemd zijn er binnen het plangebied een aantal verdachte gebieden c.q. locaties waarbij sprake is van een potentiële risico's. Het daadwerkelijk risico kan vooralsnog (op basis van vooronderzoek) niet volledig worden gekwalificeerd. Wel kan worden gesteld dat:

  • De aangetroffen verontreiniging met asbest beperkt blijft tot 1 proefgat, met een maximaal volume van 125 m3 (250 m2 a 0,5 m). De saneringskosten hiervan bedragen ca. € 35.000,-- (270,-/m3). Een en ander kan gereguleerd worden middels een BUS-melding.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0025.png"

Figuur 23 Locatie aangetroffen verontreiniging asbest.

  • Gelet op de aard van de stoffen zal een eventuele verontreiniging tot boven de interventiewaarde ten gevolge van de drupzones en/of eventueel gebruikt blusschuim beperkt zijn.

Gelet hierop wordt geadviseerd om een fysiek bodemonderzoek uit te voeren. De genoemde verdachte locaties bevinden zich in de directe omgeving van het nieuw te realiseren multifunctioneel gebouw. Dit onderzoek zal plaats kunnen vinden in het kader van de omgevingsvergunning voor het aspect bouwen van het Multifunctioneel gebouw.

Hoewel nog verkennend bodemonderzoek moet worden verricht, mag, gelet op het bovenstaande, ervan worden uitgegaan dat de bodem- en grondwaterkwaliteit de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staan. De kosten voor afvoer van verontreinigde grond zijn beperkt en worden meegenomen in de exploitatieopzet voor het nieuwe gebouw. Een en ander wordt geregeld via een BUS-melding, hetgeen procedureel en planningstechnisch niet tot belemmeringen leidt.

Explosieven onderzoek

Het gebied van Landgoed De Lemborgh is in 2010 ook onderzocht op de aanwezigheid van mogelijke explosieven, zie voor dit onderzoek bijlage 16.

Op basis van de onderzoeksresultaten is geconcludeerd dat er geen feitelijke aanwijzingen zijn aangetroffen die erop duiden dat er binnen het onderzoeksgebied een aantoonbaar verhoogd risico op het aantreffen van Conventionele Explosieven is.

Naar aanleiding van bovenstaande uiteenzetting kan geconcludeerd worden dat het aspect 'bodem' geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van onderhavig plan.

4.3 Geluid

Bij het ontwikkelen van een ruimtelijk plan dient rekening gehouden te worden met geluidbronnen en de mogelijke hinder of overlast daarvan voor de omgeving. De beoordeling van het aspect geluid vindt zijn grondslag vooral in de Wet geluidhinder maar daarnaast ook in de Wet ruimtelijke ordening wanneer het gaat om de beoordeling of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

Met betrekking tot de ontwikkeling van Platz 1 naar minihotel geldt, dat een hotel geen geluidgevoelig object is in de zin van de Wet geluidhinder. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet wel een aanvaardbaar akoestische kwaliteit worden bereikt.

Met betrekking tot het planvoornemen bij Platz 1, binnen de muren van het kasteel, de uitbreiding van het openbare parkeerterrein en het planvoornemen bij Landgoed De Lemborgh, zal de invloed van het geluid afkomstig van verkeer en parkeerterrein alsook het geluid afkomstig van muziek tijdens feesten, evenementen en uitvoeringen beoordeeld moeten worden. In het kader van het nieuwe bestemmingsplan dient een goed woon- en leefklimaat te worden gewaarborgd.

Hiertoe zijn door Volantis voor al de 3 locaties binnen het plangebied afzonderlijke akoestische onderzoeken uitgevoerd en is, teneinde te waarborgen dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat, de cumulatie van de 3 locaties ter plaatse van de geluidgevoelige objecten inzichtelijk gemaakt.

Onderstaand worden de belangrijkste conclusies uit de afzonderlijk onderzoeken en de cumulatie van het geluid beschreven.

4.3.1 Conclusie akoestisch onderzoek Kasteel Limbricht

Om de geluiduitbreiding vanuit Kasteel Limbricht in kaart te brengen heeft Volantis Consultants B.V. in opdracht van Stel Party-en Kartcentrum een akoestisch onderzoek uitgevoerd.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de (reken)regels uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (HMRI) van 1999.

Aan de hand van drie representatieve bedrijfssituaties is voor het plan een akoestisch rekenmodel opgesteld. Middels dit rekenmodel is de totale geluiduitstraling naar de omgeving bepaald.

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus inclusief muziekstrafcorrectie van 10 dB voldoen aan de gestelde eisen van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen, zijnde woningen. Opgemerkt wordt dat de verkeersbewegingen op de naastgelegen openbare parkeerplaats in de berekening zijn meegenomen.

De maximale geluidniveaus (pieken) voldoen ruimschoots aan de gestelde eisen van 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus als gevolg van de verkeersaantrekkende werking tijdens zowel een reguliere weekenddag als een maximale bedrijfssituatie (maximaal 18x per jaar) voldoen aan de richtlijn van 50 dB(A) etmaalwaarde zoals gesteld in de “Schrikkelcirculaire”.

Het volledig rapport is opgenomen als bijlage 3 bij deze toelichting.

4.3.2 Conclusie akoestisch onderzoek Multifunctioneel gebouw

Om de geluiduitbreiding vanuit Kasteel Limbricht in kaart te brengen heeft Volantis Consultants B.V. in opdracht van Stel Party-en Kartcentrum een akoestisch onderzoek uitgevoerd.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de (reken)regels uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (HMRI) van 1999.

Aan de hand van de representatieve bedrijfssituatie is voor het plan een akoestisch rekenmodel opgesteld. Middels dit rekenmodel is de totale geluiduitstraling naar de omgeving bepaald.

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus voldoen aan de gestelde eisen van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen, zijnde woningen.

De maximale geluidniveaus (pieken) voldoen aan de gestelde eisen van 70, 65 en 60 dB(A) in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus als gevolg van de verkeersaantrekkende werking tijdens zowel een reguliere weekenddag als een maximale bedrijfssituatie (maximaal 18x per jaar) voldoen aan de richtlijn van 50 dB(A) etmaalwaarde zoals gesteld in de "Schrikkelcirculaire".

Het volledig rapport is opgenomen als bijlage 4 bij deze toelichting.

4.3.3 Conclusie akoestisch onderzoek Platz 1 Limbricht - Mini botique hotel

In opdracht van Kasteel Limbricht B.V. is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidemissie van een mini boutique hotel (logies) met kantoorgedeelte naar de directe omgeving.

Aanleiding voor het onderzoek is het plan om in het bestaande pand aan de Platz 1 nabij Kasteel Limbricht te Limbricht een mini hotel met kantoorgedeelte te realiseren. Aan de hand van de representatieve bedrijfssituatie is voor het plan een akoestisch rekenmodel opgesteld. Middels dit rekenmodel is de totale geluiduitstraling naar de omgeving bepaald.

De langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus voldoen aan de gestelde eisen van 50 dB(A) etmaalwaarde ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen, zijnde woningen.

Gezien de aanwezige bronnen is van maximale geluidniveaus (pieken) geen sprake.

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau als gevolg van de verkeersaantrekkende werking voldoet aan de richtlijn van 50 dB(A) etmaalwaarde zoals gesteld in de "Schrikkelcirculaire".

Het volledig rapport is opgenomen als bijlage 5 bij deze toelichting.

4.3.4 Conclusie Cumulatie geluid

In het kader van dit nieuw bestemmingsplan dient een goed woon- en leefklimaat te worden gewaarborgd. Een van de aspecten die in dat kader beoordeeld dienen te worden is het aspect geluid: de te verwachten geluidbelasting ter plaatse van de geluidgevoelige bestemmingen binnen het invloedsgebied van de activiteiten.

Bij de cumulatieve beoordeling van de geluidaspecten zijn ook de geluidnviveau's in de tuinen van de omliggende woningen bepaald. Primair wordt getoetst op de gevels van geluidgevoelige objecten. In het kader van het bestemmingsplan zijn deze berekeningen aangevuld, waarbij rekenpunten in de tuinen van de omliggende woningen zijn gepositioneerd, voor de dag- en avondperiode. Dit om – in het kader van een goed woon- en leefklimaat- het verblijven in de buitenlucht van de omwonenden eveneens te beschouwen.

Bij deze cumulatieve beoordeling van de geluidniveau's is ook de geluidbelasting afkomstig van de sportvelden betrokken, om een integraal inzicht te geven in de geluidbelasting bij de woningen, niet alleen vanwege het bestemmingsplan, maar daarbij ook de aanpalende activiteiten te betrekken (sportvelden).

Uit onderhavige notitie blijkt dat:

  • Voor alle drie de locaties, waarop het nieuwe bestemmingsplan betrekking heeft, wordt voldaan aan de wettelijke grenswaarden, zoals die voor elk van de drie locaties gelden (Wettelijke eisen Activiteitenbesluit, milieuspoor);
  • De geluidsniveaus gecumuleerd volgens Methode Miedema, leiden tot een geluidbelasting bij de woningen en de bijbehorende tuinen < 50 Letm,MKM, hetgeen leidt tot de kwalificatie Milieukwaliteit Goed. Zelfs bij beschouwing van nabijgelegen padel- en tennisbanen (inclusief verkeersaantrekkende werking).

Vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is er met de realisatie van het nieuwe bestemmingsplan sprake van een goed woon- en leefklimaat.

De volledig 'Notitie Kasteel Limbricht e.o. – Cumulatie geluid' is opgenomen als bijlage 6 bij deze toelichting.

Gelet op de resultaten uit de 3 bovenstaande akoestische onderzoeken en het onderzoek naar de cumulatie hiervan, kan geconcludeerd worden dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen. Er is sprake van een goed woon- en leefklimaat.

4.3.5 Akoestisch onderzoek evenementen

Notitie Aanvulling evenementen geluid

In aanvulling op de akoestische onderzoeken voor het kasteel en het multifunctioneel gebouw, waarin de geluidimmissie ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen is beoordeeld voor zowel de reguliere situatie als voor het maatgevende evenement, zijn – op verzoek van de gemeente Sittard-Geleen – aanvullende akoestische berekeningen uitgevoerd voor overige evenementen, die representatief zijn voor de categorie (op basis van geluid), waartoe zij behoren.

Daarnaast is -op eigen initiatief- nader inzicht verschaft in de geluidemissie/-immissie van een aantal buitenactiviteiten op het Landgoed De Lemborgh.

Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen zijn de evenementen aanvullend getoetst aan de Nota “Evenementen met een luidruchtig karakter” van de Inspectie Milieuhygiene Limburg 1996.

Met betrekking tot het bestemmingsplan “Kasteel Limbricht en omgeving” worden voor de evenementen dezelfde categorieën (naar geluidsniveau’s) aangehouden, zoals in het bestemmingsplan Schootsvelden, te weten:

  • Categorie 1 – Grootste evenement – 80 dB(A) – 94 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Voorbeeld: versterkte livemuziek;
  • Categorie 2 – Middelmaat evenement – 70 dB(A) – 84 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Voorbeeld: theater of bioscoopvoorstelling, harmonie-optreden, schuttersfeest;
  • Categorie 3 – kleinste evenement – 55 dB(A) – 69 dB(C) ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen. Voorbeeld: rommelmarkt.

Voor de beoordeling van de beschouwde situaties zijn de aangegeven dB(A)’s per categorie aangehouden.

In onderstaande tabel zijn de beschouwde situaties opgenomen. Daarbij is tevens aangegeven:

  • Categorie-indeling op voorhand;
  • Maximale geluidbelasting in dB(A)’s, overeenkomstig paragraaf 1.2;
  • Berekende geluidbelasting;
  • Categorie-indeling op basis van de berekende geluidbelasting.

In de bijlagen 1 t/m 8 bij deze notitie, zie bijlage 8, zijn de diverse situaties nader omschreven, gevisualiseerd en zijn de invoergegevens alsmede rekenresultaten per situatie opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0026.png"

Als aangegeven zijn op overeenkomstige wijze een tweetal reguliere situaties beschouwd op het buitenterrein van Landgoed De Lemborgh:

  • Rouw-/trouwplechtigheid op buitenterrein;
  • Diner op buitenterrein/BBQ met achtergrondmuziek.

In onderstaande tabel zijn deze situaties opgenomen. Voor deze situaties zijn “getoetst” de geluidniveau’s bij de categorie-indeling evenementen, als ware dit evenementen. In de bijlagen bij deze notitie (zie bijlage 8) zijn de diverse situaties nader omschreven, gevisualiseerd, en zijn de invoergegevens alsmede rekenresultaten per situatie opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0027.png"

Als aangegeven is van de evenementen berekend hoe deze evenementen zich verhouden tot de reguliere langtijd gemiddelde geluidniveau's uit het Activiteitenbesluit (art 2.17)/Omgevingsplan (art. 22.63) uitgaande van een real-case.

Bij deze berekeningen zijn de evenementen beschouwd met een real-case bedrijfsduur en zijn elementen die overeenkomstig het Activiteitenbesluit niet in ogenschouw genomen hoeven te worden, in casu menselijk stemgeluid, niet meegenomen. De berekeningen zijn door de gemeente gevraagd om een vergelijk te hebben met de zogenaamde 12-dagen regeling, die uit het Activiteitenbesluit volgt. Derhalve zijn de akoestische berekeningen hiervoor uitgevoerd overeenkomstig de Handleiding rekenen en meten industrielawaai en de daarin bepaalde rekenregels.

In de bijlagen 9 t/m 14 bij deze notitie (zij bijlage 8) zijn de diverse situaties nader omschreven, gevisualiseerd, en zijn de invoergegevens alsmede rekenresultaten per situatie opgenomen.

In onderstaande tabel zijn de resultaten opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0028.png"

In de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter van de Inspectie Milieuhygiene Limburg 1996 is een kader uitgewerkt dat de hinderbeleving door muziekgeluid afkomstig van evenementen kwalificeert.

Rekening houdend met een gemiddelde gevelisolatie van 20 à 25 dB(A), ligt de grens van het optreden van “onduldbare hinder” bij het ontstaan van een geluidbelasting van 20 dB(A) boven de referentiewaarde met een max. van 50 dB(A). Voor de dagperiode bedraagt het referentieniveau 35 dB(A), voor de avondperiode 30 dB(A) en voor de nachtperiode 25 dB(A) (pag. 8 nota). Dit betekent dat moet worden uitgegaan van een maximaal equivalent geluidsniveau (LAeq) op de gevel van woningen (vergelijkbaar met LAr,lt) overdag en 's avonds van 70 -75 dB(A) en 's nachts van 65 - 70 dB(A).

In onderstaande tabel zijn de maximaal berekende geluidbelastingen vergeleken met de toetsingswaarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0029.png"

Toets aan beoordelingskader evenementen

Uit de berekeningen volgt dat de evenementen, zoals deze op voorhand akoestisch zijn geclassificeerd, alle in de juiste categorie blijken te zijn ingedeeld. De berekende geluidniveau's voldoen aan de toetsingsniveau's.

Voor de middelgrote evenementen geldt dat de berekende geluidniveau's voor bioscoop/theatervoorstellingen meer dan 10 dB(A) onder de toetsingswaarde evenementen valt. Vanuit akoestisch oogpunt leidt het houden van 30 voorstellingen per jaar dan ook niet tot belemmeringen.

De middelgrote evenementen als harmonie-concert of schuttersfeest (en daarmee vergelijkbare evenementen) voldoen eveneens aan de toetsingsniveau's voor evenementen maar vallen in de bandbreedte van 0-5 dB(A) onder de toetsingswaarde. Binnen de 30 evenementen van deze categorie worden derhalve maximaal 12 evenementen harmonie-concert/schuttersfeest of daarmee vergelijkbaar per jaar gehouden.

Voor kleine evenementen geldt een lage toetsingswaarde van 55 dB(A) voor evenementen. Hieraan wordt voldaan. Vanuit akoestisch oogpunt leidt het houden van 24 van deze evenementen dan ook niet tot belemmeringen.

Vergelijking met Activiteitenbesluit (art 2.17)/Omgevingsplan (art. 22.63)

De vergelijking met de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus uit het Activiteitenbesluit/Omgevingsplan leidt tot de navolgende beoordeling:

  • Een harmonieconcert (cat 2) op het kasteel valt binnen de reguliere etmaal waarden uit het Activiteitenbesluit. Op landgoed Lemborgh wordt hier ook aan voldaan, met uitzondering ter plaatse van het woonwagenterrein. De belasting blijft binnen wat met maatwerkvoorschriften (tot 55 dBA) via het activiteitenbesluit geregeld kan worden.
  • Bioscoopvoorstelling/theater/schuttersfeesten liggen bij de woningen en woonwagenterrein boven de reguliere etmaalwaarden doch binnen het maximaal niveau-maatwerkvoorschriften.
  • Categorie 3 evenementen passen binnen de reguliere etmaal waarden. Daarvoor kan het aantal van 24 op jaarbasis gehandhaafd blijven;
  • Vergeleken met de 12-dagen regeling en rekening houdend met het gegeven dat er 6 cat-1 evenementen worden gehouden (waardoor nog 6 dagen resteren) is er sprake van een situatie waarbij nog gedurende 6 dagen extra per jaar sprake is van een geringe verhoging ten opzichte van de reguliere geluidniveaus uit het Activiteitenbesluit/Omgevingsplan

Toets aan Nota Evenementen met een luidruchtig karakter

Met betrekking tot categorie 1 evenementen is sprake van een (lichte) overschrijding van de waarden uit de Nota. Omdat het hier maar om een beperkt aantal evenementendagen waarover uitvoerig in de omgevingsdialoog is afgestemd, is deze geringe overschrijding aanvaardbaar.

Categorie 2 evenementen voldoen in ieder geval aan de uitgangspunten van de hiervoor aangehaalde nota. Aanvullend geldt voor cat. 2 activiteiten dat in deze categorie door de weeks geen geluidbelastende activiteiten zijn toegestaan in de nachtperiode (23.00 uur) waarmee in deze categorie geen sprake is van verstoring van de nachtrust.

Categorie 3 evenementen zijn geen evenementen met een luidruchtig karakter.

Op basis hiervan is onderstaand een overzicht opgenomen van de evenementen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0030.png"

Uit de resultaten van de beschouwde 2 reguliere situaties op het buitenterrein volgt dat het rouwen-/trouwen akoestisch niet relevant is. De waarden liggen 10 dB(A) onder de reguliere waarden uit het activiteitenbesluit. Voor de beschouwde situatie van diner in buitenlucht geldt dat in de dagperiode aan 50 dB(A) wordt voldaan. In de avondperiode, die qua tijdsduur, volledig is beschouwd wordt eveneens dit niveau van 50 dB(A) berekend, hetgeen echter resulteert in een etmaalwaarde van 55 dB(A). Deze activiteiten zullen in de praktijk regulier niet tot 23 u plaatsvinden. Realistisch is tot 20:00 of 21:00 u, waarna de activiteiten worden voortgezet op het terras bij het multifunctioneel gebouw (beschut, afkoeling). Daarmee is ook deze reguliere activiteit vanuit akoestisch oogpunt niet belemmerend.

Notitie 24-uurs equivalent geluid

In aanvulling op de akoestische onderzoeken voor het kasteel en het multifunctioneel gebouw, waarin de geluidimmissie ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen is beoordeeld voor zowel de reguliere situatie als voor het maatgevende evenement, is in eerste instantie de geluidimmissie vanwege de maatgevende evenementen (lees: evenementen met hoogste geluidemissie) ter plaatse van de omliggende terreinen inzichtelijk gemaakt in het kader van de analyse Flora en Fauna.

Hierbij is aangesloten bij de algemeen toegepaste systematiek van 24-uurs equivalenten voor verstoring in plaats van geluidbelastingen. Deze notitie beschrijft de gehanteerde uitgangspunten en bevindingen van het uitgevoerde onderzoek. De berekeningen zijn uitgevoerd conform het gestelde in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.

Voor het volledige onderzoek zie bijlage 7 'Notitie 24 uurs equivalent geluid'.

In navolgende tabel zijn de berekende 24-uurs equivalente geluidniveaus voor een aantal aan de rand van het natuurgebied gelegen rekenpunten weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0031.png"

Uit de berekeningen en figuren zoals opgenomen in het onderzoek (zie bijlage 7), blijkt dat de 24-uurs equivalente ten gevolge van de maatgevende evenementen bij zowel het kasteel als op de evenementenlocatie Landgoed De Lemborgh de toetswaarden voor bos en open ruimte overschrijden.

Vervolgens zijn de resultaten geëxtrapoleerd naar de overige evenementen, zoals deze akoestisch zijn uitgewerkt in notitie 0201433-071-NO-002_C_aanvulling evenementen geluid d.d. 6 september 2024 (zie bijlage 8).

In onderstaande tabel zijn de geluidniveau’s vanwege deze akoestisch maatgevende evenementen op de geluidgevoelige bestemmingen, op basis van de onderzoeken als genoemd in paragraaf 1.2 van deze notitie, afgezet tegen de berekende geluidniveau’s vanwege de overige evenementen, als uitgewerkt in de genoemde notitie in paragraaf 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0032.png"

Uit de tabel blijkt dat de geluidbelasting vanwege de overige evenementen, uitgezonderd harmonie-concert, significant lager is, in casu meer dan 10 dB(A) in vergelijking tot de categorie 1 evenementen.

Geëxtrapoleerd naar de drempelwaarden van 42 dB(A) en 47 dB(A) voor respectievelijk bos en open gebied als aangegeven in paragraaf 1.3 van de notitie, zullen de 24-uurs equivalente geluidniveau’s dan ook lager liggen dan de drempelwaarden. Ter onderbouwing van de extrapolatie, zijn aanvullende contouren opgenomen in bijlage 7, die horen bij een categorie 2-evenement.

Voor het harmonie-concert (en schuttersfeest) blijft het aantal evenementen op jaarbasis beperkt tot 12 evenementen (kasteel & Lemborgh gesommeerd). Voor de categorie 1 evenementen bedraagt het maximaal gezamenlijk aantal voor kasteel/Lemborgh 6.

Het aantal evenementen dat kan zorgdragen voor een (gedeeltelijke) overschrijding van de toetswaarden voor Flora en Fauna bedraagt daarmee maximaal 18/jaar.

De toetsingswaarden voor 24-uurs equivalente geluidniveau’s hebben betrekking op een jaarrond, dagdagelijkse geluidbelasting. Gezien het beperkt aantal keren per jaar (maximaal 12) dat deze niveau’s ten gevolge van de ontwikkelingen in het plangebied (gedeeltelijk) overschreden worden, zal er geen sprake zijn van een verstorend effect op Flora en Fauna in open weilanden/bossen in de directe omgeving van het plangebied.

4.4 Luchtkwaliteit

4.4.1 Algemeen

Sinds 15 november 2007 zijn de belangrijkste bepalingen inzake de luchtkwaliteit opgenomen in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna ook: Wm). Omdat de luchtkwaliteitseisen op zijn genomen in titel 5.2 van de Wm, staat deze ook wel bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'.

Het doel van titel 5.2 Wm is om de mensen te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging op hun gezondheid. In de wet- en regelgeving zijn de richtlijnen uit de Europese regelgeving opgenomen, waaraan voorgenomen ontwikkelingen dienen te voldoen.

Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen de luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid van een bestuursorgaan ex. artikel 5.16 Wm:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;
  • een project leidt al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) of een regionaal programma van maatregelen.

4.4.2 Luchtkwaliteit binnen het plangebied

Ten behoeve van het bepalen van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied en de omgeving is de monitoringstool van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), Atlas leefomgeving geraadpleegd. Hieruit blijkt dat de concentraties luchtverontreinigende stoffen voor stikstofdioxide (NO2) tussen de 12 en 14 µg/m3 en voor fijn stof (PM10) tussen de 15 en 16 µg/m3 liggen. Deze liggen hiermee ruim lager dan de vastgestelde grenswaarde van 40 µg/m3 voor beide.

4.4.3 Invloed verkeer op fijnstof en stikstofdioxide

Het besluit NIBM

Deze Algemene maatregel van Bestuur (AmvB) legt vast wanneer een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de toename van concentraties van bepaalde stoffen in de lucht. Een project is NIBM wanneer het aannemelijk is dat het een toename van de concentratie veroorzaakt van maximaal 3%. De 3% grens wordt gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2.

Het NSL is vanaf augustus 2009 van kracht, zodat de 3% grens aangehouden dient te worden.

NIBM-projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Met behulp van de NIBM-tool 2022 van InfoMil kan doorgerekend worden wat de invloed is van het extra aantal voertuigbewegingen van en naar de inrichting op de emissies van fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). De NIBM-tool berekent in een worst-case situatie de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit.

Het aantal extra voertuigbewegingen als gevolg van onderhavig planvoornemen mag toenemen tot 1.610 per etmaal (weekdaggemiddelde) met een aandeel in vrachtverkeer van 2% om nog tot 'niet in betekende mate' aangemerkt te worde. Zie onderstaande figuur 24. In werkelijkheid liggen deze aantallen lager, zie ook paragraaf 4.9 'Verkeer en parkeren'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0033.png"

Figuur 24. Uitdraai NIBM-tool versie GCN 2022.

4.4.4 Besluit gevoelige bestemmingen

Dit besluit is gericht op de beperking van de vestiging in de nabijheid van provinciale en rijkswegen van gevoelige bestemmingen, zoals gebouwen voor kinderopvang, scholen, verzorgings- of verpleegtehuizen.

Dit besluit is op onderhavig planvoornemen niet van toepassing.

4.4.5 Conclusie luchtkwaliteit

Gelet op vorenstaande vormt het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen voor onderhavige planontwikkeling.

4.5 Externe Veiligheid

Het beleid in het kader van de externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving voor wat betreft handelingen met gevaarlijke stoffen. Deze handelingen kunnen zowel betrekking hebben op het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen, als op het vervoer van deze stoffen. Uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de richtlijnen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, vloeit de verplichting voort om in het kader van ruimtelijke plannen in te gaan op de risico's in het plangebied als gevolg van handelingen met gevaarlijke stoffen. Deze risico's worden beoordeeld op twee soorten risico: het groepsrisico en het plaatsgebonden risico.

4.5.1 Groepsrisico

Het groepsrisico beschrijft de kans dat een groep van 10 of meer personen tegelijkertijd komt te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico geeft een indicatie van de maatschappelijke ontwrichting in geval van een ramp. Het groepsrisico wordt uitgedrukt in een grafiek. In het Bevi is een verantwoordingsplicht binnen het invloedsgebied opgelegd, i.c. het gebied binnen de zogenaamde 1%-letaliteitsgrens, zijnde de afstand vanaf een risicobedrijf waarop nog slechts 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving overlijdt bij een ongeval op het risicobedrijf.

Voor elke verandering van het groepsrisico, dit kan een af- of toename zijn, in het invloedsgebied moet verantwoording worden afgelegd. Deze verantwoording ziet toe op de wijze waarop de toelaatbaarheid van de verandering van het groepsrisico in de besluitvorming is betrokken. Samen met de hoogte van het groepsrisico, worden ook andere aspecten meegewogen in de beoordeling van het groepsrisico. Hieronder vallen onder meer de zelfredzaamheid en de bestrijdbaarheid van een calamiteit.

4.5.2 Plaatsgebonden risico

Het plaatsgebonden risico beschrijft de kans dat een onbeschermd individu in een jaar komt te overlijden als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in risicocontouren rondom de risicobron. Voorbeelden van risicobronnen zijn bedrijven, wegen en spoorlijnen. De 10-6-contour is de maatgevende grenswaarde. Dit houdt in dat er een kans van 1 op 1 miljoen is op overlijden.

4.5.3 Risicovolle bronnen omgeving plangebied

In onderstaande figuren 25 en 26 zijn risicobronnen in de omgeving weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0034.png"

Figuur 25. Risicobronnen omgeving plangebiedmet binnen de groene omkadering de ligging van het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0035.png"

Figuur 26. Uitsnede kaart 5 Externe Veiligheid Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016.

Plaatsgebonden risico

Risicovolle bedrijven:

Tankstation
Ten Noordoosten van het plangebied, op een afstand van circa 1.500 meter, bevindt zich bij de entree van Sittard-Noord een tankstation met een brandstof-vulpunt. Deze risicobron heeft een risicocontour van 45 meter. Gezien de ruime afstand tussen de projectlocatie en deze risicobron vormt de aanwezigheid van deze risicobron geen belemmering voor de realisatie van het onderhavige plan.

Chemelot
Op een afstand van ca. 3,5 km ten zuidwesten van het plangebied is het bedrijventerrein Chemelot gelegen. Volgens kaart 5 'Externe Veiligheid' van de 'Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016', zie bovenstaande figuur 26, ligt het plangebied buiten het invloedsgebied van Chemelot. Chemlot vormt derhalve geen belemmering voor onderhavige plan.

Emplacement Sittard
Het plangebied ligt op circa 2 km afstand van het goederenemplacement Sittard. Daarmee ligt het ruim buiten de risicocontouren voor plaatsgebonden risico's. Volgens kaart 5 'Externe Veiligheid' van de 'Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016', zie bovenstaande figuur 26, ligt het plangebied ook niet binnen de effectafstand 1% letaliteit. Het emplacement vormt geen belemmering voor onderhavige plan.

Transport gevaarlijke stoffen:

Spoorlijn Sittard – Born
Het plangebied is ter plaatse van Platz 1 en Landgoed De Lemborgh op korte afstand gelegen van de goederenspoorlijn tussen Born en emplacement Sittard. Voor dit traject geldt op basis van het Basisnet Spoor dat er geen plaatsgebonden risicocontour 10-6 aanwezig is, noch dat er sprake is van een plasbrandaandachtsgebied. Volgens kaart 5 'Externe Veiligheid' van de 'Omgevingsvisie Sittard-Geleen 2016' heeft deze spoorlijn ook geen veiligheidszone spoor. Hieruit kan worden afgeleid dat over dit traject geen frequent transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Het plangebied ligt conform “Veiligheidsvisie Spoorzone Sittard-Geleen” binnen de beleidsmatige 50 meter (Platz 1) en 200 meter zone Kasteel en Landgoed De Lemborgh) van het spoor.

Voor Platz 1 geldt geen wijziging in de kwalificatie, omdat hier in de huidige situatie al sprake is van een beperkt kwetsbaar object. In de nieuwe situatie als minihotel is geen sprake van toeving van een beperkt kwetsbaar object, maar blijft het een beperkt kwestbaar object (bruto vloeroppervlak < 1.500 m2). Het gemeentlijk beleid zoals vastgelegd in de “Veiligheidsvisie Spoorzone Sittard-Geleen” vormt derhalve geen belemmering voor de ontwikkeling bij Platz 1.

Binnen de 200 meter zone wordt extra rekening gehouden met locaties waar het gaat om grote aantallen mensen en kwetsbare bestemmingen. Als gevolg van de activiteiten binnen het kasteel is aldaar in de huidige situatie reeds sprake van een kwetsbare locatie. In de nieuwe situatue vindt er geen toevoeging plaats van een kwetsbare objecten. Het planvoornemen zal naar verwachting niet gaan zorgen voor grote veranderingen in het bezoekersaantal op één moment. Wel wordt door toevoeging van Landgoed De Lemborgh het gebied vergroot waar de bezoekersaantallen zich kunnen bevinden. Van grote bezoeksaantallen bij Landgoed De Lemborgh is echter alleen sprake wanneer er evenementen worden georganiseerd. Het aantal evenementen is echter beperkt en vastgelegd in artikel 4.4 van de bijhorende regels van onderhavig bestemmingsplan. Het te realiseren multifunctionele gebouw krijgt een oppervlak van 1.000 m2. Ter plaatse van Landgoed De Lemborgh kan derhalve uitgegaan worden van de kwalificatie 'beperkt kwetsbare locatie'.

De 200 meterzone omvat ook de zone van de PR-contour en de 50-meter zone met de genoemde restricties en randvoorwaarden, zie paragraaf 3.5.2. Buiten de 50-meter zone én binnen de 200-meter zone van een vrij baanvak gelden de volgende restricties en randvoorwaarden waarbij per randvoorwaarden wordt ingegaan op de invloed en verantwoording hiervan voor onderhavige planontwikkeling:

  • De realisatie van nieuwe kwetsbare bestemmingen voor groepen mensen met geen dan wel een beperkte mate van zelfredzaamheid dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Zoals bovenstaand is aangeven is met betrekking tot onerhavig planvoornemen geen sprake van de realisatie van een nieuw kwetsbaar object, maar wel van een beperkt kwetsbaar object;
  • Overige nieuwe kwetsbare bestemmingen worden zover mogelijk van het spoor geprojecteerd en dienen – gelegen binnen 200 meter – te worden voorzien van adequate bouwkundige, effectbeperkende maatregelen. Er is geen sprake van een realisatie van een kwetsbaar object;
  • Worden in het gebied beperkt kwetsbare bestemmingen gerealiseerd, dan dienen bouwkundige, effectbeperkende voorzieningen te worden geïmplementeerd bij nieuwe ontwikkelingen. Bij de aanvraag omgevingsvergunning bouwen voor het multifunctionele gebouw zullen de van belang zijnde bouwkundige, effectbeperkende voorzieningen worden opgenomen in het bouwplan. Dit geldt ook voor tijdelijke bouwwerken zoals opgenomen in de regels onder artikel 3.2.3 van onderhavig bestemmingsplan wanneer deze gerealiseerd worden binnen de 200 meter zone van het spoor.
  • Het gemeentelijk beleid richt zich op een verplaatsing buiten de 200 meter van kwetsbare bestemmingen met mensen die niet of beperkt zelfredzaamheid zijn. Binnen het plangebied zijn geen functies voorzien die specifiek bedoeld zijn voor minder zelfredzame personen. Indien minder zelfredzame personen aanwezig zijn, wordt ervan uitgegaan dat zij met behulp van zelfredzame personen in veiligheid kunnen worden gebracht.

Over de weg
In de omgeving van het plangebied is geen sprake van vervoer van gevaarlijke stoffen. De dichtstbijzijnde grote transportas voor gevaarlijke stoffen is de autosnelweg A2. De autosnelweg A2 bevindt zich ten westen van het plangebied op een afstand van circa 1.800 meter. Gezien deze afstand heeft de aanwezigheid van deze transportas geen invloed op het plaatsgebonden risico. Aangezien de afstand tussen de transportas en de planlocatie meer dan 200 meter bedraagt, zijn er ook geen gevolgen voor het groepsrisico. Hieruit kan worden geconcludeerd dat externe veiligheid vanwege het wegverkeer geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen.

Over het water
Ten westen van het plangebied, op circa 3.200 meter afstand, is het Julianakanaal gelegen. Gezien deze afstand heeft de aanwezigheid van deze transportas geen invloed op het plaatsgebonden risico. Aangezien de afstand tussen de het Juliankanaal en de planlocatie meer dan 200 meter bedraagt, zijn er ook geen gevolgen voor het groepsrisico. Hieruit kan worden geconcludeerd dat externe veiligheid vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over het water geen belemmering vormt voor onderhavig planvoornemen.

Transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen
Op een afstand van ca. 400 meter ten oosten en ca.600 m. ten zuiden van het plangebied liggen buisleidingen. Het plangebied ligt buiten de risicocontouren van deze buisleidingen (10-6 risico-contour en 100% lethaliteitsgrens). Wel ligt het binnen het invloedsgebied van deze leidingen. Het multifunctioneel gebouw wordt daarom aan de zuidzijde voorzien van een nagenoeg blinde gevel (minimalisatie ramen). Het gebouw wordt dusdanig ontworpen dat ontvluchting in westelijk richting zal plaatsvinden. Dit wordt in detail uitgewerkt in het kader van de omgevingsvergunning voor het aspect bouwen.

Het maatgevende scenario voor ongevallen met aardgastransportleidingen is fakkelbrand. Slachtoffers kunnen vallen door de warmtestraling en een drukgolf. Alle aanwezigen die door de vuurbal worden getroffen, komen te overlijden. Hiernaast kunnen rondvliegende brokstukken en glasscherven plaatselijk zware schade aanbrengen aan personen en gebouwen.

Voor het buitenterrein bij Landgoed Lemborg geldt dat daar alleen grote aantallen bezoekes verblijven tijdens evenementen welke ook dan op dat terrein georganiseerd worden. Het aantal evenementen per jaar is gering. er is dan ook geen sprake van grote bezoeksaantallen gedurende alle dagen in het jaar. Daarbij kunnen bij een fakkelbrand bezoeker vluchten naar het multifunctionele gebouw en het kasteel, waar ze beschermd worden van mogelijke rondvliegende brokstukken. Moet vervolgens het gebied ontruimd worden, dan zijn er voldoende vluchtwegen in diverse richtingen. Afhankelijk van de locatie van de calamiteit kan gevlucht worden via bijvoorbeeld de route Allee, Platz en Michiels van Kessenichstraat richting het noordwesten en/of via de Kievitsweg naar het noorden of via de Allee naar de N276 en vandaar veder richting het noorden. Via deze wegen is het plangebied bij calamiteiten overigens ook goed bereikbaar voor hulpdiensten.

Bij de bestrijding van een dreigende breuk van een hogedruk aardgasleiding richt de brandweer zich op het veilig stellen van het effectgebied en het voorkomen van een ontsteking. Als onverhoeds uitstroming plaatsvindt, zal de Gasunie de leiding inblokken. Afhankelijk van het systeem en de afstand tot de breuk kan het enkele uren duren voor de leiding is leeg gelopen. In geval van een directe ontsteking kunnen hulpdiensten door de enorme hittestraling de fakkel maar beperkt benaderen om gewonden te helpen. De fakkel kan door de brandweer niet zelf worden geblust. Er dient te worden gewacht tot het ingeblokte leidingdeel leeg is gelopen.

Met in achtname van de nodige maatregelen en het beschikbaar zijn van voldoende vluchtroutes, maar ook de aanwezigheid van een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten, vormen de buisleidingen geen belemmering voor onderhavig planvoornemen.

Hoogspanningslijnen
Het plangebied is niet gelegen binnen een straalpad. De ligging van het plangebied vormt dan ook geen belemmering voor de realisatie van het plan.

Groepsrisico

Zoals hierboven al is aangegeven is het plangebied gelegen binnen de invloedsgebieden van enkele risicobronnen, waardoor een nadere motivering van het groepsrisico aan de orde is. Van belang in kader van verantwoording van risicobronnen zijn de aspecten zeflredzaamheid en bestrijdbaarheid.

Binnen het plangebied zijn geen functies voorzien die specifiek bedoeld zijn voor minder zelfredzame personen. Indien minder zelfredzame personen aanwezig zijn, wordt ervan uitgegaan dat zij met behulp van zelfredzame personen in veiligheid kunnen worden gebracht. In de nieuwe gebouwen worden de van belang zijnde bouwkundige, effectbeperkende voorzieningen en veilgheidsvoorzieningen aangebracht en worden vluchtwegen naar het westen geprojecteerd. Bovenstaand is ook al aangegeven dat bezoekers kunnen vluchten naar gebouwen waar ze beschutting kunnen vinden voor dreigend gevaar. Bij eventuele ontruiming zijn voldoende vluchtwegen in diverse richtingingen voorhanden en ook voor de hulpdiensten is het plangebied goed bereikbaar. Binnen het plangebied is overigens door de aanweziheid van de gracht rondom het kasteel voldoende bluswater aanwezig om een eventuele brand, al of niet als gevolg van een calamiteit, te kunnen blussen.

4.5.4 Conclusie externe veiligheid

Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de realisatie van het planvoornemen. Vanuit externe veiligheid is sprake van een goede ruimtelijke ordening.

4.6 Bedrijven En Milieuzonering

Indien door middel van een plan nieuwe, milieuhindergevoelige functies mogelijk worden gemaakt, dient te worden aangetoond dat deze niet worden gerealiseerd binnen de hinderzone van omliggende bedrijven. Anderzijds mogen milieuhindergevoelige functies in de directe omgeving van het plangebied niet negatief worden beïnvloed door de ontwikkelingen die met het plan mogelijk worden gemaakt en mogen omliggende bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden aangetast.

De gemeente beslist zelf of zij op een bepaalde locatie bedrijven of woningen mogelijk wil maken. Dit besluit dient echter wel zorgvuldig te worden afgewogen en te worden verantwoord.

Ontwikkeling Platz 1 naar minihotel:

Om te bepalen of een goed woon- en leefklimaat bij de ontwikkeling van Platz 1 binnen het plangebied aanwezig is, dient bestaande bedrijvigheid in de (directe) omgeving te worden beoordeeld. Daartoe kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering (editie 2009)'.

De directe omgeving kan worden gekenmerkt als een gemengd gebied omdat diverse functies, namelijk woon- en bedrijfsfuncties, op korte afstand van elkaar zijn gelegen.

Bij Platz 9 is café Salden gelegen, waar conform het vigerend bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Limbricht' horeca van de cat. 5 is toegestaan. Volgens de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering (editie 2009)' en de omschrijving van cat. 5 in de 'Staat van horeca-activiteiten' in bijlage 2 van 'Bestemmingsplan Limbricht', bedraagt de grootste richtafstand voor dit café 10 meter. De aftand tot Platz 1 bedraagt ca. 25 meter.

Bij Beekstraat 31 en Steenstraat 11 is conform het vigerende bestemmingplan "Bestemmingsplan Limbricht" detailhandel toegestaan. De grootste richtafstand bedraagt volgens de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering (editie 2009)' 10 meter. De afstand van Beekstraat 31 en Steenstraat 11 bedraagt respectievelijk ca. 88 meter en ca. 57 meter.

In noordelijke richting ligt op ca. 23 meter afstand van Platz 1 een kerkgebouw (Oud Slaviuskerkje). Als richtafstand geldt een aftand van 10 meter (rekening houdend met omgevingstype gemengd gebied).

Vervolgens ligt op ca 100 meter afstand een bedrijfsbestemming (taxibedrijf), de grootste richtafstand bedraagt hiervoor 30 meter.

Omgekeerd geldt als richtafstand voor het planvoornemen bij Platz 1 tot de nabij gelegen gevoelige functies aan de Michiels Kessenichstraat 2 en 4 een richtafstand van 10 meter. De afstand tot deze woningen is kleiner dan 10 meter. Gelet op de huidige bestemming 'Dienstverlening' en de voorgenomen planontwikkeling bij Platz 1 wijzigt er aan de huidige afstanden tot de nabijgelegen woningen niets.

Gelet op bovenstaande bevindingen kan gesteld worden dat de ontwikkeling van Platz 1 binnen het plangebied niet wordt gehinderd door de aanwezigheid van bedrijven en woningen in de omgeving. De bedrijven in de omgeving worden niet belemmerd door onderhavig planvoornemen, omdat deze al rekening dienen te houden met andere maatgevende gevoelige objecten. Wat betreft het aspect geluid is de ontwikkeling van Platz 1 ook beoordeeld in een apart akoestisch onderzoek, zie paragraaf 4.3. Uit dit onderzoek en het onderzoek naar de cumulatie van dit akoestisch onderzoek met de akoestische onderzoeken van het Kasteel en het Multifunctioneel gebouw blijkt, dat ook het aspect geluid de ontwikkeling binnen dit gedeelte van het plangebied niet belemmert. Er is sprake van een goed woon- en leefklimaat.

Ontwikkeling Allee 1, 1a en 1B, Allee 2 (Landgoed De Lemborgh) en openbare parkeerplaats.

In de naaste omgeving van dit deel van het plangebied zijn geen andere bedrijven gelegen dan genoemd bij de ontwikkeling bij Platz 1. Die bedrijven liggen ook hier op ruim voldoende afstand zodat zij geen belemmering vormen voor de ontwikkeling in dit gedeelte van het plangebied. Deze bedrijven worden ook niet belemmerd door onderhavig planvoornemen, omdat deze al rekening dienen te houden met andere maatgevende gevoelige objecten.

Voor de ontwikkelingen bij Allee 1, 1a, 1b, Allee 2 (Landgoed De Lemborgh) en de uitbreiding van de openbare parkeerplaats is naar de omgeving (gevoelige objecten) het aspect geluid bepalend. Hiertoe zijn dan ook 2 aparte akoestisch onderzoeken uitgevoerd, zie paragraaf 4.3. Uit deze onderzoeken en het onderzoek naar de cumulatie van deze onderzoeken blijkt, dat ook het aspect geluid de ontwikkelingen binnen dit gedeelte van het plangebied niet belemmeren. Ter plaatse van de gevoelige bestemmingen is sprake van een goed woon- en leefklimaat.

In aanvulling op de akoestische onderzoeken voor het kasteel en het multifunctioneel gebouw, waarin de geluidimmissie ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen is beoordeeld voor zowel de reguliere situatie als voor het maatgevende evenement, zijn – op verzoek van de gemeente Sittard-Geleen – aanvullende akoestische berekeningen uitgevoerd voor overige evenementen, die representatief zijn voor de categorie, waartoe zij behoren. Daarnaast is -op eigen initiatief- nader inzicht verschaft in de geluidemissie/-immissie van een aantal buitenactiviteiten op het Landgoed De Lemborgh. Zie hiervoor paragraaf 4.3.5 en bijlage 8 'Notitie Aanvulling evenementen - geluid'. Uit de berekeningen voor de overige evenementen, die representatief zijn voor de categorie waartoe zij behoren en uit de berekeningen voor de beschouwde reguliere situaties kan geconcludeerd worden, dat deze vanuit akoestisch oogpunt niet belemmerend zijn voor onderhavig planvoornemen.

4.7 Natuur/ecologie

Bij het opstellen van ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met de gevolgen van de ontwikkeling voor de natuur. Het natuurbeschermingsrecht is te vinden in verdragen, Europese en nationale regelgeving en in nationaal en provinciaal beleid. Vanuit de Europese regelgeving wordt met name nadruk gelegd op de bescherming van plant- en diersoorten (Vogelrichtlijn) en leefgebieden (Habitatrichtlijn). Ten behoeve hiervan zijn dan ook diverse beschermingsgebieden aangewezen. De belangrijkste beschermingszones zijn Natura 2000-gebieden. In het vervolg van deze paragraaf wordt specifiek ingegaan op respectievelijk gebiedsbescherming en soortenbescherming.

4.7.1 Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden is geregeld in de Omgevingswet (Voorheen Wet natuurbescherming, die de implementatie vormt van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De Natura 2000-gebieden vormen samen een Europees netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van natuurwaarden binnen een Natura 2000-gebied, moet een vergunning worden aangevraagd. Gedeputeerde staten van de provincie zijn het bevoegd gezag voor verlening van deze vergunning. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen het Natuurnetwerk Nederland geldt het 'nee, tenzij-principe'.

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van Natuurnetwerk Nederland (NNN). Aan de noordoostzijde van Landgoed De Lemborgh grenst het wel aan Natuurnetwerk Nederland. Daarnaast zijn volgens de provinciale verordening geen natuurwaarden binnen het projectgebied aanwezig. Het meest nabijgelegen Natura 2000-gebied is 'Grensmaas'. Dit betreft een Habitatrichtlijngebied en ligt op ruim 4 km afstand ten westen van het plangebied. De Grensmaas is echter niet voor verzuringsgevoelig. Het meest nabij gelegen buitenlands gebied is het Belgische Natura 2000-gebied 'Uiterwaarden langs de Limburgse Maas met Vijverbroek' Dit ligt op ca. 4.400 meter afstand van het plangebied.

Gelet op deze aftanden kan op voorhand al geconcludeerd worden dat de overige effecten zoals: licht, geluid, trillingen, oppervlakteverlies, versnippering, verdroging, vernatting, verontreiniging, soortensamenstelling etc., als gevolg van de planontwikkelingen binnen het plangebied niet van toepassing zijn en/of geen nadelige invloed hebben op de Natura 2000-gebieden.

Ook met betrekking tot verzuring (als gevolg van stikstofemissies) is de verwachting dat de planontwikkelingen binnen het plangebied geen nadelige invloed zullen hebben op de Natura 2000-gebieden. Voor wat betreft de invloed van stikstofemissie tijdens de realisatie- en gebruiksfase van onderhavige planontwikkelingen is volledigheidshalve een stikstofonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek van de realisatiefase is bijgevoegd als bijlage 11. Het onderzoek van de gebruiksfase is bijgevoegd als bijlage 12.

Uit de resultaten van het onderzoek naar de invloed van NOx- en NH3-emissie van de realisatie- en gebruiksfase op Natura 2000-gebieden blijkt, dat er als gevolg van de realisatiefase en de gebruiksfase in de nieuwe situatie geen sprake is van een toename van stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden. Een vergunning Natura 2000-activiteit is derhalve niet nodig.

4.7.2 Soortenbescherming

Behalve de mogelijke effecten op natuurgebieden moet tevens duidelijk zijn of het betreffende plan effecten heeft, en zo ja welke, op beschermde soorten. De soortenbescherming is eveneens vastgelegd in de Wet natuurbescherming. Deze wet is de implementatie van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn voor wat betreft de soortenbescherming.

In verband met de uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met soortenbescherming en dan met name de aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. In ruimtelijke plannen mogen geen mogelijkheden worden geboden voor ruimtelijke ontwikkelingen waarvan op voorhand redelijkerwijs kan worden ingezien dat in het kader van de Wet natuurbescherming geen ontheffing zal worden verleend.

Standaard geldt voor het plangebied de algemene zorgplicht zoals die in Wet natuurbescherming centraal staat (artikel 1.11 Wnb). Dit houdt in dat voorafgaand aan een ingreep alle maatregelen genomen dienen te worden om nadelige gevolgen voor in het wild levende dieren en planten zoveel mogelijk te voorkomen, beperken of ongedaan te maken. Bovendien moeten de handelingen in logisch verband staan met de ontwikkeling en geen doel op zich vormen. Deze zorgplicht geldt te allen tijde, ook indien een ontheffing of vrijstelling is verleend.

Soortenbescherming Platz 1

Voor Platz 1 geldt dat onderzoek naar soortenbescherming binnen dit deel van het plangebied niet noodzakelijk is. Er wijzigt immers niets aan het pand en de tuin. Alleen inpandig zullen 3 bestaande en in gebruik zijnde ruimtes worden verbouwd tot 3 hotelkamers met elk 2 slaapplaatsen. Vanwege het huidige gebruik en bedrijvigheid is de aanwezigheid van mogelijke beschermde soorten in die ruimtes uitgesloten. Er vinden verder ook geen ingrepen plaats die mogelijk van invloed zijn op de aanwezigheid en/of leefgebieden van mogelijk aanwezige beschermde soorten.

Soortenbescherming Allee 1, 1a en 1 b

Ten behoeve van de gewenste evenementen binnen de kasteelmuren is een Quickscan Ecologische Waarden uitgevoerd, zie bijlage 9.

Uit dat onderzoek kan worden geconcludeerd dat:

  • Er geen effecten optreden met het in gebruik nemen van het binnenterrein als evenemententerrein op beschermde vaatplanten, broedvogels, amfibieën, vissen, grondgebonden zoogdieren, libellen, dagvlinders, reptielen en overige ongewervelden.
  • Er geen effecten optreden ten aanzien van foeragerende vleermuizen tijdens het gebruik, mits er maatregelen getroffen worden die de verlichting en geluidsbelasting beperken op de belangrijkste foerageergebieden (grachten en bomen).
  • Er geen nader soortgericht onderzoek nodig is omdat er geen knelpunten te verwachten zijn op de aanwezige soorten en soortgroepen.
  • Er geen overtredingen plaatsvinden in het kader van de Omgevingswet (voorheen Wet natuurbescherming).
  • Er geen gevolgen zijn ten aanzien van het NNN-gebied inzake de wezenlijke aantasting van kernkwaliteiten van het gebied en dat er geen blijvende uitstralingseffecten zijn naar omliggende gebieden.

Soortenbescherming Allee 2 (Landgoed De Lemborgh)

Naar aanleiding van de Quickscan Ecologische Waarden evenemententerrein Kasteel en de afstemming met de gemeente Sittard-Geleen is de 'Oplegnotitie Flora en Fauna – Bestemmingsplan Kasteel Limbricht e.o opgesteld , zie bijage 10.

In deze oplegnotitie is aangegeven op welke wijze in de Quickscan invulling is gegeven aan de vragen van de gemeente Sittard-Geleen. Waar noodzakelijk is de rapportage op basis van de uitwerking van deze notitie aangevuld. De aangepaste rapportage is aangehecht aan de oplegnotitie.

Uit de Quickscan Ecologische Waarden , aangehecht aan bijlage 10, kan worden geconcludeerd dat:

  • Er geen effecten optreden met het in gebruik nemen van de terreinen als evenemententerrein op beschermde vaatplanten, broedvogels, amfibieën, vissen, grondgebonden zoogdieren, libellen, dagvlinders, reptielen en overige ongewervelden.
  • Er geen effecten optreden ten aanzien van foeragerende vleermuizen tijdens het gebruik, mits er maatregelen getroffen worden die de verlichting en geluidsbelasting beperken op de belangrijkste foerageergebieden en vliegroutes (bomen).
  • Er geen nader soortgericht onderzoek nodig is omdat er geen knelpunten te verwachten zijn op de aanwezige soorten en soortgroepen.
  • Er geen overtredingen plaatsvinden in het kader van de Omgevingswet (voorheen Wet natuurbescherming).
  • Er geen gevolgen zijn ten aanzien van het NNN gebied inzake de wezenlijke aantasting van kernkwaliteiten van het gebied en dat er geen blijvende uitstralingseffecten zijn naar omliggende gebieden.
  • Door de reeds aangebrachte nieuwe beplanting is er sterke toename te verwachten van de biodiversiteit op en rond het gehele gebied. Dit zal, met goed beheer, in de toekomst alleen maar gaan toenemen.

In de Quicscan met oplegnotie (bijlage 10) zijn maatregelen/voorzieningen aangegeven bij evenementen. Deze worden in acht genomen en zijn verder uitgewerkt in een werkprotocol. Dit werkprotocol is in overleg met de gemeente Sittard-Geleen opgesteld en bijgevoegd als bijlage 19 .

Soortenbescherming uitbreiding parkeerterrein

Het terrein waar de uitbreiding van de openbare parkeerplaats is voorzien betreft grond welke is ingezaaid met gras dat regelmatig wordt gemaaid en wordt gebruikt bij ruiterevenementen aldaar. Binnen de locatie staan geen bomen of planten. Door het intensieve maaien en gebruik ligt het niet in de verwachting dat aldaar beschermde soorten voorkomen. Langs de randen staan bomen, maar die worden niet gekapt. Dus ook dat geeft geen verstoring of vernietiging van leefgebied en/of verblijfsgebieden. Ook zal uitbreiding van het parkeerterrein niet leiden tot verstoring van het foerageergebied van bijvoorbeeld vleermuizen. De openheid van de locatie blijft immers aanwezig.

Het parkeerterrein is overigens ook opgenomen in het onderzoek naar soortenbescherming bij Landgoed De Lemborgh. Het ligt namelijk in de straal van 100 meter van de omgeving avn Landgoed De Lemborgh dat onderzocht en beoordeeld is op het voorkomen en/of gebruik ervan door beschermde natuurwaarden, zie bijlage 10. Bovenstaande conclusies zijn derhalve ook van toepassing op de uitbreiding van het betreffende parkeerterrein.

4.7.3 Invloed geluidimmissie evenementen op Flora en Fauna

In aanvulling op de akoestische onderzoeken voor het kasteel en het multifunctioneel gebouw, waarin de geluidimmissie ter plaatse van geluidgevoelige bestemmingen is beoordeeld voor zowel de reguliere situatie als voor het maatgevende evenement, is in eerste instantie de geluidimmissie vanwege de maatgevende evenementen (lees: evenementen met hoogste geluidemissie) ter plaatse van de omliggende terreinen inzichtelijk gemaakt in het kader van de analyse Flora en Fauna. .Zie hiervoor paragraaf 4.3.5 en bijlage 7 'Notitie 24-uurs equivalent geluid'. Hieruit kan geconcludeerd worden dat van een verstorend effect geen sprake zal zijn op de Flora en Fauna in open weilanden/bossen in de directe omgeving van het plangebied als gevolg van de evenementen, in aantallen per categorie en per jaar, zoals opgenomen in paragraaf 2.4.5.

4.7.4 Conclusie natuur/ecologie

Gelet op vorenstaande uiteenzetting kan gesteld worden dat het aspect natuur/ecologie onderhavig planvoornemen niet in de weg staat.

4.8 Archeologie En Cultuurhistorie

De Nederlandse wetgeving ten aanzien van archeologische waarden is momenteel aan veranderingen onderhevig. De Monumentenwet 1988 is vanaf 1 juli 2016 deels overgegaan in de Erfgoedwet. De onderdelen over omgevingsrecht uit de Monumentenwet gaan (naar verwachting) 1 januari 2024 over naar de Omgevingswet. Voor deze onderdelen is een overgangsregeling in de Erfgoedwet opgenomen.

De Erfgoedwet en de Omgevingswet regelen de omgang met het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van de wetgeving is om het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk ter plekke te bewaren en beheermaatregelen te nemen om dit te bewerkstelligen. Op grond van deze wetten worden gemeenten verantwoordelijk geacht voor de bescherming van archeologische waarden.

Artikel 9.1 (overgangsrecht omgevingswet) van de Erfgoedwet zegt:

Voormalig artikel 38a: De gemeenteraad houdt bij de vaststelling van een bestemmingsplan of een beheersverordening als bedoeld in artikel 3.1, onderscheidenlijk artikel 3.38, van de Wet ruimtelijke ordening en bij de bestemming van de in het plan begrepen grond, rekening met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (lees: archeologische resten).

Voormalig artikel 41: De aanvrager van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (o.a. gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan) kan in het belang van de archeologische monumentenzorg worden verplicht een rapport over te leggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van die wet in voldoende mate is vastgesteld.

In 2012 heeft de gemeente Sittard-Geleen de “beleidsnota Archeologie en Monumenten gemeente Sittard-Geleen” vastgesteld1). Onderdeel van deze beleidsnota is een archeologische beleidskaart, die gebaseerd is op een aantal archeologische verwachtingskaarten2). De archeologische verwachtingskaarten geven inzicht in de (verwachte) aanwezigheid van archeologische resten. De verwachtingskaarten zijn vervolgens omgezet naar één beleidskaart. Op de archeologische beleidskaart zijn gebieden waarvoor dezelfde beleidsuitgangspunten gelden samengevoegd. Zo zijn er 7 archeologische beleidscategorieën ontstaan (zie onderstaande tabel).

________________________________________________

1 Gemeente Sittard-Geleen, 2012. Beleidsnota Archeologie en Monumenten gemeente Sittard-Geleen.

2 Verhoeven, M.P.F. & G.R. Ellenkamp, 2010. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Sittard-Geleen. RAAP-rapport 2144. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0036.png"

Uit de archeologische kaarten blijkt dat het plangebied in een archeologisch interessant gebied ligt. Het hele plangebied ligt in het Provinciaal archeologisch aandachtsgebied Graetheide. Dit gebied is archeologisch interessant vanwege de hoge verwachting die daarbinnen geldt voor nederzettingen en grafvelden van de Lineair Bandkeramische cultuur (vroeg neolithicum), maar ook voor andere perioden. Daarnaast ligt het uiterste westelijke deel binnen de historische kern van Limbricht. De historische kernen hebben een monumentstatus vanwege hun hoge archeologische waarde (ARCHIS monumentnr. 16540). Dit, omdat binnen deze kernen de wortels van de huidige dorpen worden verwacht. De begrenzing van deze kernen is gebaseerd op 19e eeuwse en vroeg 20e eeuwse kaarten. Binnen deze contouren kunnen in de bodem resten van vroegmoderne en waarschijnlijk ook van laatmiddeleeuwse (vanaf circa 1300 AD) bewoning worden aangetroffen. Ook sporen van oudere bewoning kunnen aanwezig zijn.

Kasteel Limbricht is een archeologisch monument met een zeer hoge archeologische waarde (ARCHIS monumentnr. 11585). Het betreft een terrein met resten van een motte, daterend uit de late middeleeuwen. De heuvel stamt waarschijnlijk uit de 11e-12e eeuw. Tijdens illegale graafwerkzaamheden aan de gracht en de motte in 1986 en/of 1987-1988 zijn archeologische waarnemingen gedaan (ARCHIS zaakid. nr. 2847567100). Het monument wordt omsloten door ARCHIS monumentnr. 11601, dat de resten van de voorburcht herbergt. Direct ten zuiden van het plangebied ligt een archeologisch monument van hoge archeologische waarde (ARCHIS monumentnr. 11249). Het betreft een terrein met nederzettingssporen uit de Romeinse tijd die zich zeer waarschijnlijk voortzetten buiten de contouren van het monument. Op het terrein zijn onder meer bronzen voorwerpen uit de Romeinse tijd aangetroffen, waaronder munten, een fibula en een haarnaald (ARCHIS zaakid. nr. 3042281100). Voorts wordt in ARCHIS melding gemaakt van twee sarcofagen die vermoedelijk afkomstig zouden zijn van het terrein rondom de Sint Salviuskerk, direct ten westen van kasteel Limbricht (ARCHIS zaakid.nrs. 3130555100). Ten slotte, zijn in de jaren 90 van de vorige eeuw binnen het plangebied twee gouden objecten met donkerrood sierglas uit de vroege middeleeuwen en een bronzen munt en gesp uit de Romeinse periode gevonden (ARCHIS zaakid. nrs. 3177893100 en 3236900100).

Recent is door SAGA een inventarisatie uitgevoerd van de vondsten uit de gracht en omgeving van het kasteel (straal van 1 km)3. De vondsten betreffen zowel gemelde vondsten bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vondsten van de WAS4, meldingen in de database van PAN5 en vondsten van amateurarcheologen. Op basis van de vondsten wordt in de directe omgeving van het kasteel een of meerdere Romeinse en merovingische grafvelden vermoed. Ter hoogte van Platz zou het om nederzettingsresten uit de Romeinse tijd vroege middeleeuwen gaan6.

Direct ten zuiden van de Allee, in het 'Landgoed De Lemborgh', is recent door RAAP een noodonderzoek uitgevoerd ter plaatse van aangelegde rioleringssleuven. Hier zijn in de profielen van de opengelegde sleuven nederzettingsresten uit de volle middeleeuwen (11e-12e eeuw) en vier Romeinse graven aangetroffen. De nederzettingsresten stammen uit dezelfde periode als de motte aan het kasteel Limbricht. Omdat binnen het terrein nog meerdere graafwerkzaamheden zouden plaatsvinden, is vervolgens een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Hier zijn naast volmiddeleeuwse nederzettingsresten nog meerdere Romeinse en merovingische graven aangetroffen. De uitwerking van het onderzoek is nog lopend

Op basis van landschappelijke en historische gegevens, in combinatie met de bekende archeologische vindplaatsen in de directe omgeving, geldt voor het plangebied een zeer hoge archeologische verwachting. In het plangebied moet vooral rekening worden gehouden met de aanwezigheid van nederzettingsterreinen met bijbehorende grafvelden ('droge archeologie'), in het bijzonder uit de Romeinse tijd, vroege middeleeuwen en de volle middeleeuwen.

De bekende archeologische vindplaatsen binnen het bestemmingsplangebied kennen een grote mate van bescherming en zijn volgens de archeologische beleidskaart van de gemeente ingedeeld in beleidscategorie 2. Grote delen van het plangebied hebben op de huidige beleidskaart beleidscategorie 4. Echter, vanwege de reeds aangetoonde vindplaatsen (door RAAP) en de verwachte vindplaatsen rondom het kasteel op basis van het vondstmateriaal (SAGA), geldt voor het hele plangebied beleidscategorie 2. Concreet betekent dit dat voor deze gebieden een archeologische onderzoeksplicht geldt indien de bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm -mv én de omvang van het gebied groter is dan 50 m².

__________________________________________

1 Gemeente Sittard-Geleen, 2012. Beleidsnota Archeologie en Monumenten gemeente Sittard-Geleen.

2 Verhoeven, M.P.F. & G.R. Ellenkamp, 2010. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Sittard-Geleen. RAAP-rapport 2144. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.

3 Janssen, M. & L. van Diepen, 2023 (concept). Inzichten in kasteel Limbricht. Archeologische vondsten uit de gracht en de omgeving van het kasteel en een bouwhistorisch onderzoek. SAGA 33, Landgraaf.

4 Werkgroep Archeologie Sittard

5 Portable Antiquities Netherlands

6 Janssen & van Diepen, 2023 (concept).

4.8.1 Gevolgen archeologische waarden voor het planvoornemen

Platz 1

'Waarde – Archeologie 1' (Vigerend bestemmingsplan), wordt 'Waarde - Archeologie 2' in nieuwe bestemmingsplan.

Platz 1 betreft een rijksmonument en de mogelijke aanwezigheid van archeologische resten worden beschermd door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. (terrein van zeer hoge archeologische waarde). Grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm - mv of werken die een oppervlakte hebben groter dan 50 m2, zijn o.a. zonder een voorafgaand archeologisch onderzoek verboden.

Onderhavig planvoornemen voor Platz 1 heeft geen betrekking op grondwerkzaamheden of werken zoals voornoemd in de regels van vigerend bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Limbricht' en het nieuwe bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' die dienen ter bescherming van de zeer hoge archeologische waarden. Een archeologisch onderzoek ter plaatse van Platz 1 is derhalve niet noodzakelijk.

Allee 1, 1A, 1B, Landgoed De Lemborgh en uitbreiding openbaar parkeerterrein

Allee 1, 1A, 1B, Landgoed De Lemborgh en de uitbreiding openbaar parkeerterrein binnen het plangebied hebben momenteel de volgende dubbelbestemmingen: 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 4'. Echter, vanwege de reeds aangetoonde vindplaatsen (door RAAP) en de verwachte vindplaatsen rondom het kasteel op basis van het vondstmateriaal (SAGA), geldt voor het hele plangebied nu beleidscategorie 2. Concreet betekent dit dat voor deze gebieden een archeologische onderzoeksplicht geldt indien de bodemingrepen dieper reiken dan 30 cm -mv én de omvang van het gebied groter is dan 50 m².

  • Ter plaatse van Allee 1, 1A en 1B ziet het planvoornemen niet op het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm of andere verstoringen van archeologisch waardevolle elementen. Een archeologisch onderzoek bij Allee 1, 1A en 1B is derhalve niet noodzakelijk. Er gelden qua archeologie dan ook geen beperkingen voor het organiseren van een aantal kleine-, middelgrote en grootschalige evenementen binnen dit gedeelte van het plangebied.
  • Ter plaatse van Landgoed De Lemborgh heeft de beleidscategorie 2 tot gevolg dat bij de nog uit te voeren werkzaamheden die dieper reiken dan 30 cm- mv en groter zijn dan 50 m2 een archeologische onderzoeksplicht geldt. Wanneer voor de aanleg van de parkeerplaatsen aldaar dus bodemingrepen nodig zijn die dieper reiken dan 30 cm, dient vooraf eerst een archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Uit de gegevens (o.a. tekeningen) van de aan te leggen nieuwe parkeerplaatsen zal moeten blijken of een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het multifunctionele gebouw wordt voor een groot gedeelte geprojecteerd op de locatie van de voormalige en reeds gesloopte stal. Deze stal was geheel onderkelderd. Na de sloop is de bodem aldaar weer opgevuld met grond en dus zodanig verstoord dat t.b.v. fundering en leidingwerk voor het nieuw op te richten gebouw een archeologisch onderzoek naar verwachting niet noodzakelijk is. Of voor de realisatie van het multifunctionele gebouw naar aanleiding van het toekennen van de beleidscategorie 2 aan het gehele plangebied toch een archeologisch onderzoek noodzakelijk is, zal in overleg met de gemeentelijk archeoloog afgestemd moeten worden. Op basis van het waarderend proefsleuvenonderzoek dat inmiddels deels is uitgevoerd is duidelijk geworden dat archeologische resten verder doorlopen tot binnen het onderzoeksgebied en er sprake is van een behoudenswaardige vindplaats. Ook voor de nog aan te planten bomen heeft dit gevolgen. Tot nu toe heeft dit er onder andere toe geleid dat van de aan te planten bomen er inmiddels 3 onder begeleiding van een archeoloog zijn geplant en dat voor de overige aan te planten bomen, die nu verspreid binnen dit gedeelte van het landgoed voorlopig in grote kisten staan, nog bekeken moet worden of deze op een soortgelijke wijze aangeplant mogen worden.
  • Voor de uitbreiding van de openbare parkeerplaats geldt dat een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is als de bodem niet dieper wordt verstoord dan 30 cm. De uitbreiding van de openbare parkeerplaats wordt uitgevoerd door de gemeente Sittard-Geleen. Uit de gegevens (o.a. tekeningen) van de aan te leggen nieuwe parkeerplaatsen zal moeten blijken of een archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De verantwoording hiervan ligt bij de gemeente.

Voor wat betreft cultuurhistorie kan worden opgemerkt dat het planvoornemen niet leidt tot aantasting van de rijksmonumenten bij Platz 1 en Allee 1, 1A en 1B en de laan Allee zelf. Er wordt immers niets gewijzigd aan de cultuurhistorische bouwwerken en de laan. De dubbelbestemming 'Waarde-Cultuurhistorie' zoals die nu al gelden binnen het plangebied op basis va het vigerende bestemmingsplan, blijven onveranderd van toepassing in het nieuwe bestemmingsplan van Kasteel Limbricht en omgeving. Hieronder valt ook de Allee met de bomenrij met als toevoeging dat nu ook voor Platz 1 de dubbelbesetmming 'Waarde-Cultuurhistorie' is opgenomen. Het planvoornemen bij Landgoed De Lemborgh leidt juist tot een verruiming en verrijking van het cultuurhistorisch ensemble. De voorziene en gewenste aanvullingen van activiteiten, waaraan ook een toenemende behoefte is, dragen bij aan de verrijking en beleving van een mooi en waardevol cultuurhistorisch ensemble. Het wordt een plek waar jong en oud graag zullen vertoeven.

Gelet op bovenstaande uiteenzetting kan geconcludeerd worden dat archeologie en cultuurhistorie onderhavig planvoornemen niet in de weg zullen staan.

4.9 Verkeer En Parkeren

Met betrekking tot onderhavige planvoornemen binnen het plangebied vormt het verkeer en parkeren een belangrijk aspect, zeker in relatie met de aanvulling van de evenementen. Vanuit de onderhavige procedure, alsook eerdere procedures en de dialoog met de omwonenden zijn vragen gesteld omtrent de parkeer- en verkeerssituatie rondom het Kasteel Limbricht.

Met het planvoornemen wordt gestreefd om het dorp Limbricht te ontzien van het verkeer van de bezoekers die een bezoek brengen aan het kasteel en/of aan Landgoed De Lemborgh. Duidelijk is dat uitbreiding van het openbare parkeerterrein en de beschikbaarheid van een overloopparkeerplaats noodzakelijk zijn, dat voor de realisatie van het multifunctioneel gebouw voorzien moet worden in parkeerplaatsen en dat onderzocht moet worden of de bestaande verkeersstructuur van de Allee in noordoostelijke richting aangepast moet worden om de Allee als ontsluitingsweg te kunnen gebruiken.

4.9.1 Verkeer

Met betrekking tot de verkeersafwikkeling is door 'RA+ ingenieurs' uit Sittard een onderzoek uitgevoerd. Hierin wordt het volgende geconcludeerd:

De ontwikkelingen leiden tot extra verkeer. Deze verkeerstoename bedraagt in totaal maximaal 114 tot 224 extra verkeersbewegingen per auto (heen en terug). Parkeren is voorzien op de parkeerplaats bij de sportvoorzieningen. In overleg met de gemeente wordt bekeken of de uitbreiding van de bestaande parkeerplaats een meer definitieve inrichting kan krijgen. Op het Landgoed De Lemborgh ontstaat tevens ruimte voor een overloop-parkeerterrein dat bij evenementen kan worden ingezet. Daarnaast is extra parkeerruimte voorzien nabij het multifunctionele gebouw.

Gezien de routeinformatie uit Google Maps is de verwachting dat het merendeel van het bezoekersverkeer via de Allee (buiten de bebouwde kom) rijdt naar de N276. Dit is de snelste route van/naar de A2. Dit betekent uitgaande van een gemiddelde situatie voor de Allee een verkeerstoename van 14%. In totaal zijn dit ruim 1.300 mvt/etmaal. De route via de Beekstraat laat een toename zien van 12% tot ca. 660 mvt/etmaal. Bij deze relatief geringe verkeerstoename, in combinatie met de (maatgevende) momenten, worden geen noemenswaardige knelpunten verwacht als het gaat om de verkeersafwikkeling.

De aansluiting van de Allee op de N276 is en blijft een aandachtspunt. De bestaande inrichting in combinatie met de verkeersdrukte kan leiden tot verkeersonveilige situaties. Vanwege de bestaande problematiek kan dit los van de ontwikkelingen op het landgoed worden gezien. Dit geldt ook voor de gereden snelheden op de Allee buiten de bebouwde kom. Aanvullende snelheidsremmende maatregelen moeten worden overwogen om de snelheden te beperken.

Jaarlijks worden ook kleine en grote evenementen op het Landgoed georganiseerd. Met name voor de grotere evenementen met maximaal 1.500 bezoekers wordt aanbevolen om een verkeersplan op te maken om de verkeerssituatie voor de kern Limbricht controleerbaar te houden.

Voor de inhoud van het volledig rapport, zie bijlage 13 bij deze toelichting.

Het maximum aantal bezoekers op een dag zal, voor het kasteel en Landgoed de Lemborgh,inclusief een evenement, maximaal 3.000 bedragen. Dit is in planregel 4.4.4 onder f opgenomen, zie ook bovenstaand onder paragraaf 2.4.5.

Bij 3.000 bezoekers per dag is er sprake van ca 2.300 extra voertuigbewegingen. Dit is gebaseerd op een worst-case uitgangspunt dat 85% van de bezoekers met de auto komt en dat de gemiddelde autobezetting 2,2 is.

In onderstaande tabel is een overzicht aangegeven van de beschikbare capaciteit van het wegennet en de belasting vanwege nieuwe bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0037.png"

De cijfers als weergegeven in de tabel zijn daarbij een worst case beschouwing:

  • Het huidig gebruik van het kasteel is al verdisconteerd in de huidige belasting. Deze voertuigen worden daarmee dubbel geteld.
  • Met name bij evenementen is de bezetting per auto eerder 2.5 dan 2.2 en is het aandeel mensen per fiets > 15%.

Uit de tabel blijkt (bij een worst case beschouwing) dat het omliggend wegennet geschikt is voor afhandeling van het verkeer.

Het merendeel van de evenementen blijft binnen het huidig aantal bezoekers dat ook al bij een huidig regulier gebruik aanwezig kan zijn op het kasteel. Deze situatie leidt niet problemen met de verkeersafhandeling. De evenementen met de maximale bezoekersaantallen (3.000 – als hierboven genoemd) omvatten markten/braderieën ed. De bezoekers komen en gaan verspreid over de dag en zullen dus ook niet leiden tot een verkeersstagnatie ten gevolge van piekbelastingen.

De toename in de reguliere verkeersafwikkeling, zo blijkt uit het bovenstaande, leidt niet tot extra verstoring in de doorstroming en veiligheid op de N276. Dit is door de Provincie Limburg bevestigd (in haar zienswijzen).

Het is de gemeente bekend dat de aansluiting Allee/N276 een aandachtspunt is en dat het in de toekomst wenselijk dan wel noodzakelijk is om wijzigingen door te voeren aan de N276 om de veiligheid en doorstroming te borgen.

Bij het verlenen van evenementenvergunningen rondom Kasteel Limbricht zal de gemeente extra aandacht schenken aan de afwikkeling van verkeer. En moet daarbij ook de afwikkeling via de N276 meenemen.

4.9.2 Parkeren

Voor het personeel/bezoekers kasteel, gasten minihotel Platz 1 en in basis ten behoeve van de bezoekers van het multifunctioneel gebouw, wordt voorzien in een parkeerplaats met minimaal 75 parkeerplaatsen nabij de loods bij Allee 2 van het Landgoed De Lemborgh. In onderstaande figuur 27 is een indicatief inrichtingsplan opgenomen. Initiatiefnemer overweegt daarbij om deze parkeerplaats open te stellen voor medegebruik, bijvoorbeeld voor omwonenden om mede een oplossing te bieden voor de ervaren parkeerdruk bij de omwonenden. Dit is ter nadere uitwerking en afstemming met de gemeente Sittard-Geleen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0038.png"

Figuur 27. Indicatie inrichtingsplan parkeervoorzieningen rondom bebouwing bij Landgoed De Lemborgh, zie ook bijlage 20.

Met betrekking tot het aspect parkeren is verder een integraal beeld uitgewerkt, zie bijlage 14, omtrent de parkeersituatie aan de hand van de vigerende parkeernormen van de gemeente Sittard-Geleen, waaruit volgt dat voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn gerelateerd aan het planvoornemen van initiatiefnemer. Ook is er sprake van een integrale verbetering (kasteel-ensemble en sportvelden), omdat er door de gemeente gewerkt wordt aan een (formele) uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen ter plaatse van het terrein ten noorden van de bestaande openbare parkeerplaats aan de Allee (bij het sportterrein). Daarmee ontstaan hier dan in totaal 222 parkeerplaatsen. Daarnaast bevinden zich aan de Allee zelf nog 20 parkeerplaatsen. Om parkeerproblemen bij extreme drukte bij bijvoorbeeld evenementen te voorkomen, zal aan de noordoostzijde bij Landgoed De Lemborgh ook worden voorzien in een overloopparkeerplaats. Hierop kunnen eventueel ook bussen parkeren.

Zoals blijkt uit bijlage 14 wordt met het nieuwe bestemmingsplan het aantal parkeerplaatsen in de directe omgeving van het kasteel meer dan verdubbeld: van 164 naar 347. Zie onderstaande tabel.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0039.png"

Voor een totaaloverzicht van de locaties van de diverse parkeerplaatsen en de daar te realiseren parkeercapaciteit, zie bijlage 20. De nummers in de bovenstaande en onderstaande tabel verwijzen naar de nummers op de 1e tekening in bijlage 20.

Bij evenementen wordt extra aandacht besteedt aan het aspect parkeren. Voor kleine- en middelgrote evenementen zijn de huidige parkeerplaatsen met de voorgenomen extra parkeerplaatsen voldoende en er zijn geen obstructies voor de hulpdiensten te verwachten. Echter, bij een groot evenement waar 1.500 mensen op af komen (waarvan 15% per fiets of te voet) en grofweg uitgaande van 2,5 tot 3 personen per auto, zijn 400 tot 500 parkeerplaatsen benodigd. Dit wordt opgevangen op de overloopparkeerplaats bij Landgoed De Lemborgh. Daarnaast blijft er ook de overloopparkeerplaats bij de sportvelden. Ook worden er verkeersregelaars ingezet. De verkeersregelaars zorgen voor een goede doorstroom en begeleiding naar de juiste parkeerplaats en zullen er ook voor zorgen dat de hulpdiensten ten alle tijden snel ter plaatse kunnen zijn. Verder is van belang dat tijdens evenementen middels routeborden aan het begin van toegangswegen naar Limbricht wordt aangegeven via welke route motorvoertuigen het terrein kunnen bereiken en dat het terrein ook alleen bereikbaar is via de N276 en de Allee. Ter ondersteuning van de verkeersregelaars worden bij de uitgang(en) van de parkeerplaatsen tijdelijk borden geplaats met verplichte rijrichting naar de N276.

In onderstaande tabel is een totaaloverzicht opgenomen van de beschikbare parkeerplaatsen. Het aantal parkeerplaatsen op de overloopparkeerplaats II is een indicatieve inschatting.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0040.png"

Aan de hand van het uitgevoerde verkeer- en parkeeronderzoek kan geconcludeerd worden dat dit het planvoornemen niet belemmert.

In bijlage 21 is vervolgens nog een samenvatting opgenomen over recente evenementen/feesten in relatie tot de verkeersafhandeling. Hieruit blijkt dat er voldoende parkeercapaciteit aanwezig is, waarbij, door inzet van verkeersregelaars, een adequate afhandeling naar de diverse parkeerfaciliteiten heeft plaatsgevonden. Hierbij is, in een aantal gevallen, gebruik gemaakt van overloopmogeijkheden in de directe omgeving ter plaatse van de sportvelden. Dit is ook steeds afgestemd met de gebruikers van de sportvelden. Met de bestemde overloopparkeerplaats op het terrein van Landgoed De Lemborgh wordt deze situatie verder verbeterd.

Verder wordt opgemerkt dat voor evenementen een evenementenvergunning noodzakelijk is. Hierin moeten niet alleen de parkeer- en (ontsluitings)aspecten meegenomen worden, maar ook de eventuele gelijktijdigheid met andere evenementen in de directe nabijheid worden betrokken.

Indien noodzakelijk wordt voor een evenement, in het kader van de benodigde evenementenvergunning, een (standaard)verkeersplan opgesteld.

4.10 Kabels En Leidingen

Door het plangebied loopt ter plaatse van Landgoed De Lemborgh een rioolleiding. Deze vormt verder geen belemmeringen voor onderhavig planvoornemen. Bij toekomstige ontwikkelingen, anders dan nu al zijn uitgevoerd, dienen de regels uit het bestemmingplan m.b.t. de dubbelbestemming 'Riool' in acht te worden genomen.

4.11 Waterparagraaf Plangebied

4.11.1 Provinciaal beleid: Het regionale Waterprogramma Limburg 2022-2027

Het Regionaal Waterprogramma (RWP) 2022 – 2027 Provincie Limburg is op 17 december 2021 vastgesteld. Uitgangspunt is een robuust en ecologisch gezond watersysteem. In het Provinciaal Waterprogramma 2022-2027 zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationaal Waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Limburg. Het Waterplan is onderverdeeld in vier deelprogramma's:

  1. 1. Hoogwaterbescherming Maasvallei: Dit programma draait om de bescherming tegen overstromingen vanuit het primaire (de Maas) en het regionale watersysteem. Het motto is als volgt: rivierverruiming waar dat kan, waterkeringen waar het moet. Verder vormt een toekomstig bestendige waterhuishouding het beleidsuitgangspunt;
  2. 2. Klimaatbestendig watersysteem: Het programma draait om een goed functionerend watersysteem in normale én in extreem droge en natte situaties: klimaatbestendig, robuust, veerkrachtig en stuurbaar. Daarbij let de provincie op de hoeveelheid :goede waterpeilen, het vasthouden van water en het omgaan met wateroverlast en droogte;
  3. 3. Een ecologisch gezond watersysteem: Het waterschap hecht veel belang aan schoon water voor zowel een goed ecosysteem als drinkwater. De kwaliteit van het water wordt steeds beter onderzocht en de opgaven worden natuurinclusiever oppakken;
  4. 4. Duurzaam gebruik en bescherming van grondwater: Dit programma draait om de bescherming van drinkwatervoorzieningen en het eerlijk verdelen tussen de gebruikers.

In het plan zijn deze programma's verder uitgewerkt in maatregelen, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit heeft geleid tot een integrale visie op de ontwikkeling van de provincie Limburg.

In de Omgevingsverordening is onder andere regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Voor bestemmingsplannen c.q. wijzigingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken. Dit geldt voor de beschermingszone en de kernzone die hoort bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van het waterschap.

4.11.2 Beleid Waterschap: Waterbeheerprogramma 2022-2027 Waterschap Limburg

Op 17 december 2021 is het waterbeheerprogramma (WBP) van waterschap Limburg vastgesteld. In dit plan is beschreven welke doelstellingen het waterschap nastreeft in de periode 2022-2027 en hoe zij die doelstellingen wil gaan halen. Het waterbeheerplan is uitgewerkt in de volgende vier programma's:

  • Hoogwaterbescherming Maasvallei: Dit programma draait om de bescherming tegen overstromingen vanuit het primaire (de Maas) en het regionale watersysteem. Het motto is als volgt: rivierverruiming waar dat kan, waterkeringen waar het moet. Verder vormt een toekomst bestendige waterhuishouding het beleidsuitgangspunt;
  • Klimaatadaptatie: Het programma draait om een goed functionerend watersysteem in normale én in extreem droge en natte situaties: klimaatbestendig, robuust, veerkrachtig en stuurbaar. Daarbij let het waterschap op de hoeveelheid :goede waterpeilen, het vasthouden van water en het omgaan met wateroverlast en droogte;
  • Waterkwaliteit en ecologie: Het waterschap hecht veel belang aan schoon water voor zowel een goed ecosysteem als drinkwater. De kwaliteit van het water wordt steeds beter onderzocht en de opgaven worden natuurinclusiever oppakken;
  • Zuiveren en waterketen: Het afvalwatersysteem is circulair en klimaatneutraal. Dit betekent dat het bestaande afvalwatersysteem zo ver wordt doorontwikkeld dat steden uiteindelijk helemaal geen afval(water) meer produceren.

Deze programma's zijn verder uitgewerkt in het WBP naar concrete doelstellingen en onderverdeeld in werkrichtingen voor de komende jaren. Deze doelstellingen vinden onder andere een doorwerking in de beschikbare instrumenten van het waterschap; verordening, legger, communicatie en stimuleringsmiddelen.

4.11.3 Beleid gemeente: Beleidsplan Water en klimaatadaptatie 2022 - 2027

Het gemeentelijke beleid ten aanzien van water en klimaatadaptatie is opgenomen in het Beleidsplan Water en klimaatadaptatie 2022-2027 en bedraagt voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen als volg:

  • Bij nieuwbouw wordt hemel- en grondwater door de particulier op eigen terrein verwerkt of gebufferd. Alleen als aantoonbaar is gemaakt dat het niet mogelijk is deze verwerking tot stand te brengen mag van dit uitgangspunt afgeweken worden. Door toezicht te houden en te registreren houden we zicht op wat er gebeurt.
  • Bij nieuwbouw wordt aangesloten op de vereisten in de Keur van het waterschap Limburg. Hierin staat dat bij vergunningplichtige lozingen op een oppervlaktewater een dynamisch berging van minimaal 80mm/2 uur moet worden aangelegd. Dit betekent dat:
    1. 1. grote ontwikkelingen die onder de Keur vallen moeten voldoen aan de 80mm/2 uur die in de Keur staan genoemd;
    2. 2. kleine ontwikkelingen en aanpassingen aan de openbare ruimte moeten streven om aan de 80mm/2 uur te voldoen.
  • Hanteren van de trits vasthouden - bergen - afvoeren. Dit betekent eerst proberen om hemelwater tijdelijk vast te houden op de plek waar het valt, als dat niet mogelijk is proberen het hemelwater te bergen op een plek waar het valt en daarna proberen het hemelwater zo af te voeren dat het geen problemen geeft.
  • Hanteren van ook de trits schoonhouden - scheiden - zuiveren. Dit betekent eerst proberen om schoon hemelwater niet vervuild te laten worden, ten tweede proberen om het schone hemelwater gescheiden af te voeren en ten derde proberen om het water dat vervuilt is geraakt te zuiveren.

4.11.4 Afvalwater en hemelwater plangebied

Op welke wijze wordt omgegaan met het afval- en hemelwater binnen het onderhavige plangebied wordt hierna uiteengezet.

Afvalwater algemeen

Het huishoudelijk afvalwater als gevolg van onderhavig planvoornemen zal zowel bij Platz 1, Allee 1, 1a, 1B en Allee 2 (Landgoed De Lemborgh) worden geloosd op de gemeentelijke riolering. Dat is niet anders dan nu het geval is en vanuit milieuhygiënisch oogpunt is het afvoeren van dit afvalwater via de gemeentelijke riolering vereist en daarmee tevens de beste optie.

Hemelwater verhardingen

Het hemelwater dat valt op de daken en terreinverharding zal bij Platz 1 en Allee 1, 1a en 1B worden opgevangen en worden afgevoerd zoals dat nu ook al gebeurt. Daaraan wijzigt niets. Er wijzigt immers ook niets aan het verhard oppervlak binnen deze locaties in het plangebied.

Bij de woning, de loods en de bestaande verharding bij Landgoed De Lemborgh wijzigt ook niets aan de afvoer van het hemelwater. Dit zal daar op dezelfde wijze worden afgevoerd zoals het nu ook wordt afgevoerd. Voor de aldaar te realiseren nieuwe parkeerplaatsen worden grastegels gebruikt, zodat het hemelwater ter plaatse kan infiltreren in de bodem. Vanwege de ligging en de keuze van het peil zullen gebouwen op het terrein en buren geen hinder ondervinden van eventuele wateroverlast bij extreme buien. Bij de geplande nieuwbouw van het multifunctionele gebouw zal het hemelwater worden opgevangen en worden behandeld overeenkomstig het gemeentelijk beleid. Naar verwachting is buffering op eigen terrein niet (geheel) mogelijk. Afvoer naar de kasteelgracht, welke meer dan voldoende groot is om de hoeveelheid hemelwater van dit gebouw op te vangen is een reële optie. De berekening van de hoeveelheid hemelwater die afgevoerd dient te worden is afhankelijk van de grootte van het gebouw en omliggende (half)verhardingen (parkeerterrein bij multifunctioneel gebouw). Deze informatie wordt in het kader van de omgevingsvergunning bouwen en aanleg-toestemmingen uitgewerkt, waarbij het systeem van waterberging, volgens de trits vasthouden-bergen-(vertraagd) afvoeren wordt gedimensioneerd (overeenkomstig het gemeentelijk beleid). Uitgaande van een gebouw met een oppervlak van ca 1.000 m2 dient overeenkomstig beleid een buffer van 80 m3 gerealiseerd te worden. Dit kan een verlaging in het terrein zijn van 10 bij 10 bij 1 m. Daarvoor is voldoende ruimte aanwezig. Danwel een -vertraagde- afvoer naar de kasteelgracht (bij onvoldoende infiltratie). Als aangegeven, zal dit uit een nadere dimensionering blijken bij de aanvraag omgevingsvergunning.

De uitbreiding van de openbare parkeerplaats zal in beginsel worden uitgevoerd met grastegels, zodat ook hier het hemelwater ter plaatse kan infiltreren in de bodem. Bij zeer extreme buien kan het overtollige hemelwater afvloeien naar de kasteelgracht waarin opvang van dit hemelwater ook geen problemen veroorzaakt voor de omgeving en het kasteel zelf. Aangezien de gemeente Sittard-Geleen de uitbreiding van deze openbare parkeerplaats zelf uitvoert, is de opvang en afvoer van het hemelwater ter verantwoording aan de gemeente Sittard -Geleen zelf. Ook hiervoor geldt dat bij de aanlegvergunning het systeem van waterberging overeenkomst het gemeentelijk beleid wordt gedimensioneerd en uitgewerkt. Uitgaande van een oppervlak van ca 2.900 m2 zou een hemelwatervoorziening ca 230 m3 bedragen. Middels profilering naar de gracht (gootsysteem, met berging en evt. infiltratie). Infiltratie zou tot mogelijkheden kunnen behoren, middels grondkolommen tot in de veronderstelde grindlaag op ca 2-4 m-mv. Als aangegeven zal dit bij de aanlegvergunning nader gedimensioneerd worden.

Binnen het plangebied is een strook aangewezen als zoekgebied water. Onderhavig planvoornemen heeft hierop geen invloed/effecten

4.11.5 Conclusie waterhuishouding plangebied

Gelet op vorenstaande uiteenzetting vormt het aspect waterhuishouding geen onoverkomelijke belemmeringen voor voorliggende planontwikkeling.

4.12 Toetsing Vormvrije M.e.r.-beoordeling

Met de vaststelling van voorliggend bestemmingplan wordt een permanent juridisch-planologisch kader vastgelegd voor de reeds bestaande bestemmingen en functies en de verdere ontwikkelingen binnen het plangebied. Er is verder geen sprake van negatieve effecten voor het milieu zoals ook blijkt uit de bovenstaande behandeling van de milieuaspecten.

Het Besluit milieueffectrapportage 1994, zoals gewijzigd bij Besluit van 7 mei 1999, Stb 224 (ook wel Besluit MER), beschrijft in bijlage C activiteiten waarvoor een milieueffectrapportage benodigd is. Daarnaast worden in bijlage D de activiteiten beschreven waarvoor, bij het overschrijden van de grenswaarden uit kolom 2, het opstellen van een vormvrije m.e.r.-beoordeling noodzakelijk wordt geacht. De voorgenomen activiteit komt het meest overeen met het in bijlage D 9 gestelde: “Een landinrichtingsproject dan wel een wijziging of uitbreiding daarvan”. De activiteit overschrijdt echter niet de grenswaarde van 125 hectare of meer in kolom 2. D. Zie onderstaande uitsnede uit het Besluit MER.

afbeelding "i_NL.IMRO.1883.BPKasteelLimbricht-VA01_0041.png"

28. Uitsnede tabel uit het besluit MER.

Gelet op bovenstaande uiteenzetting kan het beoogde planvoornemen niet worden gezien als een ontwikkelingsproject in de zin van het Besluit m.e.r.. Het opstellen van een aanmeldnotitie Vormvrije m.e.r.-beoordeling is hierdoor niet noodzakelijk.

Hoofdstuk 5 Juridische Opzet

5.1 Algemeen

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Behalve een vernieuwd stelsel voor processen voor de ruimtelijke ordening in Nederland, worden met de inwerkingtreding van de nieuwe Wro ook de resultaten van DURP (Digitale Uitwisseling in Ruimtelijke Processen) wettelijk verankerd. Dit houdt in dat nagenoeg alle instrumenten uit de Wro door bronhouders digitaal beschikbaar zijn, waardoor de bestemmingsplannen onderling vergelijkbaar worden. Hiervoor is het pakket 'RO Standaarden 2012' ontwikkeld, dat wettelijk is vastgelegd in de bij de Wro behorende 'Regeling standaarden ruimtelijke ordening'.

Vergelijkbaarheid van bestemmings- en inpassingsplannen wordt door de SVBP2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012) op drie manieren gerealiseerd:

  • er is een begrippenkader gegeven dat in de plannen toegepast moet worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om lijsten van bestemmingshoofdgroepen met mogelijke gebruiksdoelen, dubbelbestemmingen, aanduidingen, indeling van regels etc. Voor het hanteren van het begrippenkader is geen specifieke software vereist;
  • er is een verplichte 'analoge verbeelding' voorgeschreven, hetgeen inhoudt de manier waarop het plan op papieren kaarten moet worden getoond. Er zijn dwingende regels inzake de opmaak van het plan. Voor het opmaken van plannen is in de praktijk speciale software benodigd;
  • er is een verplichte 'digitale verbeelding' voorgeschreven, waarmee wordt gedoeld op het tonen van het plan in een digitale omgeving (website).

Vanaf 1 januari 2010 dient een bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar en uitwisselbaar te zijn. Voorliggend bestemmingsplan voldoet aan deze digitaliseringverplichting.

5.2 Toelichting, Regels En Verbeelding

Een bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De regels en verbeelding vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderling verband te worden bezien. De regels en de verbeelding zijn namelijk onlosmakelijk met elkaar verbonden, aangezien op de verbeelding de bestemmingen visueel zijn weergegeven en de regels onder andere het gebruik en de bouwmogelijkheden bij deze bestemmingen geven.

5.2.1 Toelichting

De toelichting van het bestemmingsplan heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het totale plan. De toelichting geeft namelijk een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten zoals deze aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting een belangrijk hulpmiddel bij de interpretatie van het bestemmingsplan.

5.2.2 Regels

Conform de SVBP2012 dienen de regels van een bestemmingsplan volgens een bepaalde opbouw te worden opgesteld, waarbij opgemerkt dient te worden dat niet elk bestemmingsplan alle elementen van navolgende opbouw bevat:

  1. 1. Hoofdstuk 1: Inleidende regels
  • Begrippen
  • Wijze van meten
  1. 2. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
  • Bestemmingen
  • Voorlopige bestemmingen
  • Uit te werken bestemmingen
  • Dubbelbestemmingen
  1. 3. Hoofdstuk 3: Algemene regels
  • Anti-dubbeltelregel
  • Algemene bouwregels
  • Algemene gebruiksregels
  • Algemene aanduidingsregels
  • Algemene afwijkingsregels
  • Algemene wijzigingsregels
  • Verwezenlijking in de naaste toekomst
  • Algemene procedureregels
  • Overige regels
  1. 4. Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
  • Overgangsrecht
  • Slotregel

De regels van de verschillende bestemmingen worden als volgt opgebouwd, waarbij eveneens geldt dat een bestemmingsregel niet alle elementen hoeft te bevatten:

  • Bestemmingsomschrijving
  • Bouwregels
  • Nadere eisen
  • Afwijken van de bouwregels
  • Specifieke gebruiksregels
  • Afwijken van de gebruiksregels
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • Wijzigingsbevoegdheid

Vorenstaande gestandaardiseerde opbouw is gehanteerd bij het opstellen van de regels behorende bij voorliggend bestemmingsplan.

5.2.3 Verbeelding

De 'vroegere' plankaart wordt in het kader van het huidige planologische regime aangeduid als 'verbeelding'. Op een verbeelding wordt de grens van het plangebied weergegeven waarbinnen onder meer de verschillende (dubbel)bestemmingen, bouwvlakken en bouw-/functie-/maatvoeringaanduidingen (en de ligging daarvan) visueel zijn weergegeven.

De verbeelding met betrekking tot voorliggend bestemmingsplan is digitaal raadpleegbaar via www.ruimtelijkeplannen.nl.

De verbeelding is direct (juridisch) verbonden met de bijbehorende regels. In deze regels worden de condities en voorwaarden gesteld behorende bij de verschillende bestemmingen.

5.2.4 Beschrijving van de bestemmingen

Onderstaand worden de bestemmingsregels zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van de planegels kort toegelicht.

Artikel 3: Enkelbestemming 'Groen'

De buitenrand van de locatie Allee 1, 1A en 1B is in het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied Sittard- Geleen' al bestemd als 'Groen'. Ten behoeve van het planvoornemen wijzigt hieraan niets.

Aan Landgoed De Lemborgh is de enkelbestemming 'Groen' toegekend. In de bestemmingsomschrijving is namelijk al een aantal algemene doeleinden vastgelegd die binnen de bestemming 'Groen' al zijn toegestaan, zoals: groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden, speelvoorzieningen, kunstwerken, waterlopen en waterpartijen en boven- en/of ondergrondse waterpartijen. Ook sluit dit goed aan bij het planvoornemen, omdat door de inrichting als kasteeltuin met het vele groen, een sterke impuls wordt gegeven aan de uitstraling van het kasteel naar zijn omgeving.

Binnen de bestemming 'Groen' is de bestaande bebouwing alsook de geplande nieuwbouw in het zuidwestelijke deel geprojecteerd. Ter plaatse is een bouwvlak van ca. 3.594 m2 aanwezig. In de nieuwe situatie zal dit qua vorm en oppervlakte hetzelfde blijven. Bedrijfsgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak worden opgericht. Ter plaatse van het bouwvlak wordt verder middels maatvoeringaanduidingen aangegeven dat de goothoogte maximaal 6 meter mag bedragen en dat de bouwhoogte maximaal 11 meter mag bedragen. Bezoekers moeten parkeren op de openbare parkeerplaats welke is aangeduid als 'specifieke vorm van verkeer - p1'. Verder wordt in het zuidwestelijk deel de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p2' opgenomen Er zijn minimaal 75 parkeerplaatsen voorzien. In het noordoostelijk deel van Landgoed De Lemborgh wordt middels de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p3' het gebied aangegeven dat dienst zal doen als overloopparkeerplaats bij druk bezochte evenementen. Voor het hele Landgoed De Lemborgh geldt dat het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde is toegestaan zowel binnen als buiten het bouwvlak, mits deze minimaal 3 meter van de perceelgrens zijn gelegen en niet hoger zijn dan 5 meter. Alleen vlaggen en lichtmasten mogen maximaal 12 meter hoog zijn.

Ten behoeve de activiteiten en evenementen en het kunnen verstrekken van drank, voedsel, versnaperingen e.d., is ter plaatse van het multifunctionele gebouw bij Landgoed De Lemborgh ook de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4' opgenomen. Voor het deel van Landgoed De Lemborgh waar de buitenactiviteiten plaatsvinden is de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', ondersteunend aan de buitenactiviteiten, opgenomen Dit is ook In de regels verder vastgelegd waarbij tevens is opgenomen dat een nachtcafé en discotheek/dancing niet is toegestaan.

Omdat het niet de bedoeling is dat er lawaaisporten en gemotoriseerde activiteiten worden georganiseerd, is in de regels opgenomen dat ter plaatse van de bestemming 'Groen' lawaaisporten en gemotoriseerde activiteiten niet zijn toegestaan.

Voor de jaarlijks op het buitenterrein te plaatsen tijdelijke bouwwerken is in de verbeelding van onderhavig bestemmingsplan een vlak ingetekend met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwwerken' waarin deze zijn toegestaan. In de regels en de verbeelding wordt met de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3' uitgesloten dat in de tijdelijke bouwwerken overnachten is toegestaan. In de regels zijn daarnaast ook regels opgenomen dat permanent en tijdelijk bewonen, alsook overnachten in tijdelijke bouwwerken, niet is toegestaan. In de regels zijn ook het aantal tijdelijke bouwwerken, de afmetingen hiervan en de tijdelijke duur per jaar of tijdvak van deze tijdelijke bouwwerken vastgelegd.

Met betrekking tot de evenementen wordt de aanduiding 'evenemententerrein' opgenomen. In de regels is vervolgens vastgelegd dat evenementen tot en met categorie 3' zijn toegestaan. De evenementen worden: a - of afzonderlijk op Landgoed De Lemborgh of op het kasteel gehouden of b - gehouden in combinatie over de beide locaties of in alle varianten daar tussen in, waarbij het totaal van alle evenementen per jaar en per categorie niet overschreden wordt. In de regels (art. 4.4) van bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' is de regeling opgenomen ten aanzien van de evenementen waarin per categorie evenement (1 t/m 3) het aantal evenementen, de duur per keer, de geluidsbelasting, de begin- en eindtijden voor muziekgeluid en het aantal bezoekers is vastgelegd. Op de verbeelding is het evenemententerrein met een aanduiding 'evenemententerrein' aangeduid.

Van toepassing op dit gebied blijft de aanduiding 'recreatief netwerk' en de 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone 2'. Ter plaatse van deze gebiedsaanduiding 'recreatief netwerk' zijn de gronden tevens bestemd voor het ontwikkelen en versterken van de betekenis van de gronden voor het extensief recreatief medegebruik in de vorm van: routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren en route-ondersteunende voorzieningen, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatievoorzieningen. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone 2' is het niet toegestaan om: boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld; de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten; een bodemenergiesysteem op te richten, welke dieper reikt dan 30 meter beneden het maaiveld; boorputten op te richten wanneer de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, niet worden afgedicht met klei of bentoniet.

Artikel 4: Enkelbestemming 'Horeca'

Ter plaatse van Platz 1 is de bestemming 'Horeca' opgenomen. Met de aanduiding 'horeca categorie 5' en 'kantoor' is vervolgens vastgelegd dat dit een inrichting is die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige logiesverstrekkers. Buitenpandige horeca-activiteiten zijn niet toegestaan en is ook vastgelegd in de regels (art. 4.1) . Daarnaast wordt het aantal vergunde slaapplaatsen (18) binnen de bestaande bebouwing uitgebreid met 6 slaapplaatsen tot een totaal van 24 slaapplaatsen. Dit aantal is vastgelegd in de regels (art 4.1.). Een klein gedeelte blijft verder in gebruik als kantoor. Parkeren is alleen toegestaan ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p2' bij Landgoed De Lemborgh. Verder worden de maximale goot- en bouwhoogte, zoals die ook nu al gelden, middels maatvoeringen aangegeven. De geldende bouwregels ter plaatse blijven onveranderd van kracht. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mag, conform het bepaalde in artikelen 19 tot en met 23 van de Spoorwegwet, niet worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.

Ter plaatse van het kasteel, Allee 1, 1A en 1B geldt, net zoals nu al het geval is, de bestemming 'Horeca', met binnen het bouwvlak de aanduidingen 'horeca tot en met categorie 5' en 'kantoor' en binnen de bestemming 'Horeca' de aanduidingen 'discotheek uitgesloten', 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - nachtcafé'. Hieraan wijzigt niets. In artikel 4.1 van de planregels van voorliggende bestemmingsplan is nu wel vastgelegd dat op Kasteel Limbricht (burcht en voorburcht) maximaal 14 slaapplaatsen zijn toegestaan. Dit betreft de reeds aanwezige en toegestane slaapplaatsen. De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: horeca in de aangeduide categorieën, met dien verstande dat: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - nachtcafé', geen nachtcafé is toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'discotheek uitgesloten', geen discotheek/dancing is toegestaan; ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens kantoren en dienstverlenende bedrijven zijn toegestaan; met daaraan ondergeschikt: terrassen; tuinen, erven en terreinen; groenvoorzieningen; paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen; boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen. De bouwregels zoals ze nu al van toepassing zijn, gelden ook in het nieuwe bestemmingplan 'Kasteel Limbricht en omgeving'. Voor de jaarlijks op het binnenterrein te plaatsen tijdelijke bouwwerken is in de verbeelding van het nieuwe bestemmingsplan een vlak ingetekend met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tijdelijke bouwwerken' waarin deze zijn toegestaan. In de regels zijn regels opgenomen dat permanent en tijdelijk bewonen, alsook overnachten, in tijdelijke bouwwerken niet is toegestaan. In de regels zijn ook het aantal tijdelijke bouwwerken, de afmetingen hiervan en de tijdelijke duur per jaar of tijdvak van deze tijdelijke bouwwerken vastgelegd.

Met betrekking tot de gewenste aanvulling van evenementen wordt de aanduiding 'evenemententerrein' opgenomen. In de regels is vervolgens vastgelegd dat evenementen tot en met categorie 3' zijn toegestaan. De evenementen worden: a - of afzonderlijk op Landgoed De Lemborgh of op het kasteel gehouden of b - gehouden in combinatie over de beide locatie of in alle varianten daar tussen in, waarbij het totaal van alle evenementen per jaar en per categorie niet overschreden wordt. In de regels (art. 4.4) van bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' is de regeling opgenomen ten aanzien van de evenementen waarin per categorie evenement (1 t/m 3) het aantal evenementen, de duur per keer, de geluidsbelasting, de begin- en eindtijden voor muziekgeluid en het aantal bezoekers is vastgelegd. Op de verbeelding is het evenemententerrein met een aanduiding aangemerkt. Bezoekers moeten parkeren op de parkeerplaats welke is aangeduid als 'specifieke vorm van verkeer - p1'. In het noordoostelijk deel van Landgoed De Lemborgh wordt middels de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - p3' het gebied aangegeven dat dienst zal doen als overloopparkeerplaats bij druk bezochte evenementen.

Ter plaatse van Platz 1 en Allee 1, 1A en 1B geldt tevens de 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone 2'. en 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument'. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II'. is het niet toegestaan om: boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben dieper dan 30 meter beneden het maaiveld; de grond te roeren dieper dan 30 meter beneden het maaiveld, of deze handeling toe te laten, of anderszins werken of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slechtdoorlatende bodemlagen kunnen aantasten; een bodemenergiesysteem op te richten, welke dieper reikt dan 30 meter beneden het maaiveld; boorputten op te richten wanneer de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, niet worden afgedicht met klei of bentoniet. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'specifieke vorm van waarde - rijksmonument' zijn de gronden primair bestemd voor het behoud en/of herstel van de monumentale waarde van gronden en/of gebouwen.

Artikel 5: Enkelbestemming 'Verkeer-Verblijfsgebied'

De openbare parkeerplaats en de uitbreiding hiervan worden bestemd als 'Verkeer - Verblijfsgebied' met de aanduiding 'specifiek vorm van verkeer - P1). De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor: wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie; voet- en rijwielpaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting; straatmeubilair; voorzieningen van algemeen nut; kunstwerken; water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd waarbij de bouwhoogte van gebouwen maximaal 4 meter bedraagt en de maximale oppervlakte 10 m2 bedraagt. De maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt 10 meter.

Artikel 6: Enkelbestemming 'Water'

Binnen het huidige bestemmingsplan 'Buitengebied Sittard' is de gracht rondom het kasteel bestemd als 'Water' Binnen het nieuwe bestemmingsplan 'Kasteel Limbricht en omgeving' blijft dit hetzelfde. De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: waterberging; waterhuishouding en ecologische en natuurwaarden; waterlopen en daarbij behorende waterhuishoudkundige- en oevervoorzieningen; kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden; met de daarbij behorende kunstwerken; beheer- en onderhoudspaden; extensieve dagrecreatie en nutsvoorzieningen. Op de gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering.

Artikel 7: Dubbelbestemming 'Leiding - Riool'

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een rioolleiding. Op de gronden met deze bestemming mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat: bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke noodzakelijk zijn voor de aanleg en het beheer en onderhoud van de leidingen wel zijn toegestaan; overige bebouwing is uitgesloten, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde - indien de onderliggende bestemming bebouwing toelaat - en die zijn overeengekomen met de leidingbeheerder.

Artikel 8: Dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'

Naar aanleiding van de reeds aangetoonde vindplaatsen (door RAAP) ter plaatse van Landgoed De Lemborgh en de verwachte vindplaatsen rondom het kasteel op basis materiaalvondsten (SAGA), geldt voor het hele plangebied de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2'. Deze gronden zijn hierdoor mede bestemd voor doeleinden ter bescherming van de archeologische waarden. Ter plaatse van deze dubbelbestemming geldt dat een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden wanneer bodemingrepen plaatsvinden die dieper reiken dan 30 cm - mv en de omvang van het gebied groter is dan 50 m2.

Artikel 9: Dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'

Deze dubbelbestemming is toegekend aan het gebied waarbinnen het kasteel gelegen is, aan Platz 1 en ook aan het gedeelte van de laan Allee met de bomenrij dat gelegen is binnen het plangebied. Het omvat de groene rand, de gracht, de gebouwen, de gronden van het kasteel en Platz 1 (met tuin) en de laan Allee met de bomenrij. De met deze dubbelbestemming aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de overige bestemmingen die daaraan zijn toegewezen op basis van de verbeelding, waaronder historische (gebouwde tuin- of landschaps-)elementen, historische patronen en gebieden, zoals beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld.

Op deze gronden mag slechts worden gebouwd indien en voor zover dit nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande dat: gebouwd wordt met in acht name van aanwezige cultuurhistorische waarden; bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming en er geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling.

Dit is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden. Ter plaatse van deze dubbelbestemming is het verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren: veranderingen aan te brengen in het aanwezige verkavelingspatroon; het geheel of gedeeltelijk planten of rooien van bomen, bosschages, houtwallen en singels; het geheel of gedeeltelijk dempen/graven van watergangen; het aanbrengen van verhardingen.

Artikel 10: Dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone waterstaat'

Deze waarde ligt op een klein gedeelte (ca 750 m2) in het plangebied, tussen het kasteel en het zuidelijk deel van Landgoed De Lemborgh. Het ligt onder de weg Allee, en deels aan de zuidoostzijde van deze weg. De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, beheer en onderhoud van: regenwaterbuffers; watergangen; waterkeringen en overig oppervlaktewater. Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de doeleinden zoals hierboven zijn aangegeven worden gebouwd.

Artikel 11: Dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone'

Binnen het plangebied ligt deze waarde voor een klein gedeelte onder de weg Allee en voor het grootste gedeelte direct ten zuidoosten van de Allee, waarvan tevens een smalle strook nog binnen de begrenzing van Landgoed De Lemborgh ligt. De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht. Het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone is mogelijk middels een omgevingsvergunning, met dien verstande dat: het belang van de meanderzone niet onevenredig wordt aangetast; bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming en vooraf eerst advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 6.12 lid 1 Wro stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het tweede lid van artikel 6.12 Wro is aangegeven dat onder andere van het opstellen van een exploitatieplan kan worden afgezien wanneer het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins is verzekerd.

Onderhavig planvoornemen en de daarmee samenhangende kosten zij voor rekening en risico van de initiatiefnemer. Het opstellen van een exploitatieplan is daarmee verder niet aan de orde.

Tussen de initiatiefnemer en de gemeente Sittard - Geleen wordt een anterieure overeenkomst gesloten waarin onder andere het kostenverhaal en planschadeverhaal zullen worden vastgelegd. Eventuele tegemoetkomingen in planschade zijn, met uitzondering van tegemoetkomingen in planschade als gevolg van de uitbreiding van de openbare parkeerplaats, dan ook niet voor rekening van de gemeente Sittard - Geleen. De initiatiefnemer ontwikkelt het plangebied, met uitzondering van de uitbreiding van het openbare parkeerterrein, voor eigen rekening en risico, waarmee sprake is van een financieel uitvoerbaar plan. De uitbreiding van het openbare parkeerterrein is voor rekening en risico van de Gemeente Sittard - Geleen zelf.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

De procedures voor vaststelling van een bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld. Tussen gemeente en verschillende instanties moet overleg worden gevoerd over het plan alvorens een ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven. Daartoe dient een omgevingsdialoog gevoerd te worden. Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan.

6.2.1 Omgevingsdialoog

Initiatiefnemer heeft in het belang van het planvoornemen enkele informatieavonden gehouden.

Op 18 januari 2023 hebben is een informatieavond georganiseerd voor de leden van de klankbordgroep waarin een toelichting is gegeven over de lopende procedures en ontwikkelingen die na de vorige bijeenkomst hebben plaatsgevonden. Ook was de gemeente aanwezig, om hun visie toe te lichten. Van deze bijeenkomst is een verslag gemaakt. De verslaglegging is als bijlage 15 opgenomen bij deze toelichting.

Op 5 april 2023 is een informatieavond georganiseerd voor de leden van de klankbordgroep waarin een toelichting is gegeven over de lopende procedures en ontwikkelingen die na de vorige bijeenkomst op 18 januari hebben plaatsgevonden. Ook was de gemeente aanwezig, om hun visie toe te lichten. De verslaglegging is als bijlage 15 opgenomen bij deze toelichting.

Op woensdagavond 21 juni 2023 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden waarin het planvoornemen is toegelicht en waarbij de omwonenden/belanghebbende hun vragen hebben kunnen stellen en hun reactie hebben kunnen geven. De verslaglegging is als bijlage 15 opgenomen bij deze toelichting.

6.2.2 Wettelijk vooroverleg

Volgens artikel 3.1.1. Bro moet vooroverleg worden gevoerd met diensten van het Rijk, provincie en het Waterschap. De bedoeling van dit vooroverleg is voornamelijk om de opstellers van het plan tijdig de mogelijkheid te geven het plan desgewenst met opmerkingen van andere overheden aan te passen.

6.2.3 Inspraak

Ingevolge artikel 1.3.1 Besluit ruimtelijke ordening dienen burgemeester en wethouders te besluiten en te publiceren of er terinzagelegging van het bestemmingsplan plaatsvindt, of er zienswijzen kunnen worden ingediend en of een onafhankelijke adviesinstantie advies uitbrengt. Ook is in voornoemd artikel bepaald dat het voornemen tot het voorbereiden van een wijzigingsplan, waarbij geen MER wordt opgesteld, dient te worden gepubliceerd conform artikel 3:12, lid 1 en 2 van de Algemene wet bestuursrecht en langs elektronische weg.

Gezien de ruimtelijke impact van het plan zal geen (facultatieve) inspraakprocedure worden opgestart.

6.2.4 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 28 december 2023 t/m 21 februari 2024 voor eenieder ter inzage gelegen. In verband met een technische storing is de inzagetermijn verlengd tot 21 februari 2024. Er zijn tegen het ontwerpbestemmingsplan zienswijzen ingediend. De 'Nota van zienswijzen' is opgenomen in bijlage 22. Naar aanleiding van de zienswijzen is een 'Nota van wijzigingen' opgesteld dat is bijgevoegd als bijlage 23. Deze wijzigingen zijn eveneens doorgevoerd in de regels, verbeelding en toelichting van onderhavig bestemmingsplan.

Hoofdstuk 7 Procedure

De wettelijke (formele) bestemmingsplanprocedure, die circa 26 weken in beslag neemt, bestaat uit navolgende stappen:

  1. 1. Openbare kennisgeving voorbereiding bestemmingsplan. De kennisgeving van de voorbereiding van voorliggend bestemmingsplan conform artikel 1.31. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is geplaatst op [dd-mm-jjjj].
  2. 2. Openbare kennisgeving van het ontwerp bestemmingsplan.
  3. 3. Ter inzage legging van het ontwerp bestemmingsplan met alle bijbehorende stukken gedurende 6 weken. Tevens wordt de bekendmaking toegezonden aan Gedeputeerde Staten, belanghebbenden en betrokken Rijksdiensten.
  4. 4. Gedurende de termijn van ter inzage legging kunnen belanghebbenden zienswijzen naar voren brengen.
  5. 5. Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad binnen 12 weken.
  6. 6. Algemene bekendmaking van het bestemmingsplan door ter inzage legging met voorafgaande kennisgeving en toezending van het besluit tot vaststelling aan Gedeputeerde Staten en betrokken Rijksdiensten, Waterschappen en gemeenten: binnen 2 weken dan wel, indien Gedeputeerde Staten of de inspecteur zienswijzen hebben ingebracht of het wijzigingsplan gewijzigd is vastgesteld, binnen 6 weken na vaststelling.
  7. 7. Mogelijkheid tot beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen 6 weken na bekendmaking voor belanghebbenden.
  8. 8. Inwerkingtreding op de dag na afloop van de beroepstermijn, zijnde 6 weken na de bekendmaking, tenzij binnen deze termijn een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek 2010

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek 2010

Bijlage 2 Historisch Bodemonderzoek Allee 2

Bijlage 2 Historisch bodemonderzoek Allee 2

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Kasteel Limbricht

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek Kasteel Limbricht

Bijlage 4 Akoestisch Onderzoek Mf-gebouw

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek MF-gebouw

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek Platz 1

Bijlage 5 Akoestisch onderzoek Platz 1

Bijlage 6 Notitie Kasteel Limbricht E.o. Cumulatie Geluid

Bijlage 6 Notitie Kasteel Limbricht e.o. Cumulatie geluid

Bijlage 7 Notitie 24-uurs Equivalent Geluid

Bijlage 7 Notitie 24-uurs equivalent geluid

Bijlage 8 Notitie Aanvulling Evenementen-geluid

Bijlage 8 Notitie Aanvulling evenementen-geluid

Bijlage 9 Quickscan Ecologische Waarden Kasteel Limbricht

Bijlage 9 Quickscan Ecologische Waarden Kasteel Limbricht

Bijlage 10 Oplegnotitie Flora En Fauna - Quickscan Ecologische Waarden Landgoed De Lemborgh

Bijlage 10 Oplegnotitie Flora en Fauna - Quickscan Ecologische waarden Landgoed De Lemborgh

Bijlage 11 Stikstofdepositie Realisatiefase

Bijlage 11 Stikstofdepositie realisatiefase

Bijlage 12 Stikstofonderzoek Gebruiksfase

Bijlage 12 Stikstofonderzoek gebruiksfase

Bijlage 13 Verkeersafwikkeling Ontwikkelingen Landgoed En Kasteel

Bijlage 13 Verkeersafwikkeling ontwikkelingen Landgoed en Kasteel

Bijlage 14 Notitie Kasteel Limbricht Analyse Parkeren

Bijlage 14 Notitie Kasteel Limbricht Analyse parkeren

Bijlage 15 Verslagen-omgevingsavonden Kasteel Limbricht

Bijlage 15 Verslagen-omgevingsavonden Kasteel Limbricht

Bijlage 16 Explosievenonderzoek

Bijlage 16 Explosievenonderzoek

Bijlage 17 Bezoekersaantallen

Bijlage 17 Bezoekersaantallen

Bijlage 18 Notitie Kasteel Limbricht E.o.-bezoekersaantallen En Gelijktijdig Gebruik

Bijlage 18 Notitie Kasteel Limbricht e.o.-bezoekersaantallen en gelijktijdig gebruik

Bijlage 19 Ecologischprotocol Ecolybrium Volantis

Bijlage 19 Ecologischprotocol Ecolybrium Volantis

Bijlage 20 Situering Parkeerplaatsen Froz En Detaillering

Bijlage 20 Situering parkeerplaatsen froz en detaillering

Bijlage 21 Samenvatting Files Irt Parkeren

Bijlage 21 Samenvatting files irt parkeren

Bijlage 22 Nota Van Zienswijzen Behorende Bij Bestemmingsplan Kasteel Limbricht E.o. Def.

Bijlage 22 Nota van zienswijzen behorende bij bestemmingsplan Kasteel Limbricht e.o. def.

Bijlage 23 Nota Van Wijzigingen Behorende Bij Het Bestemmingsplan Kasteel Limbricht E.o.

Bijlage 23 Nota van wijzigingen behorende bij het bestemmingsplan Kasteel Limbricht e.o.