Chw bestemmingsplan Middengebied Zuidplaspolder 1
Bestemmingsplan - Gemeente Zuidplas
Vastgesteld op 14-05-2024 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het Chw bestemmingsplan Middengebied Zuidplaspolder 1 met identificatienummer NL.IMRO.1892.NL.IMRO.1892.BpMiddenZuidplasp1-Va01 van de gemeente Zuidplas.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Het in de woning en bijbehorende bouwwerken uitsluitend door de bewoners van de betreffende woning uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in categorie 1 zoals genoemd in de bijbehorende Staat van Bedrijfsactiviteiten en/of het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied alsmede zakelijke dienstverlening, voor zover geen sprake is van horeca of detailhandel. De bedrijfsactiviteiten dienen plaats te vinden met behoud van de woonfunctie en daaraan qua oppervlakte ondergeschikt te zijn.
1.4 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 aaneengebouwd
Een hoofdgebouw dat deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdgebouwen die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdgebouwen zijn begrensd met uitzondering van de hoofdgebouwen die de aldus gevormde rij beëindigen.
1.7 afhankelijke woonruimte
Een extra woonruimte in een bijgebouw bij een woning waarin een huishouding gevestigd is dat mantelzorg ontvangt van de bewoners in de zelfstandige woonruimte; onder mantelzorg wordt verstaan langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
1.8 agrarisch deskundige
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen adviseur inzake landbouw en tuinbouw.
1.9 agrarisch loonbedrijf
Een bedrijf waarbij de bedrijfsactiviteiten zijn gericht op agrarisch gemechaniseerd loonwerk zoals het uitvoeren van cultuurtechnische werken, mestdistributie, grondverzet of soortgelijke dienstverleningen.
1.10 antenne-installatie
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.11 antennedrager
Antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.12 archeologisch onderzoek
Onderzoek verricht door of namens een bedrijf dat beschikt over het in artikel 1, eerste lid, van de Erfgoedwet, bedoelde certificaat.
1.13 archeologische waarden
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.14 bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.15 bebouwingspercentage
Het met een aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat aangeeft hoeveel van het desbetreffende bestemmingsvlak, bouwperceel of bouwvlak ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken.
1.16 bed & breakfast
Een kleinschalige overnachtingsgelegenheid ondergeschikt aan een woning die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf voor korte tijd en waarbij het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten (daaraan) ondergeschikt is. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
1.17 bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of bij een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op het legaal gebruik van het gebouw of terrein, gewenst en/of noodzakelijk is.
1.18 beperkt kwetsbaar object
- a. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
- b. kantoorgebouwen, voor zover niet aan te merken als een object als bedoeld in lid 1.64;
- c. horeca, voor zover niet aan te merken als een object als bedoeld in lid 1.64;
- d. sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
- e. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover niet aan te merken als een object als bedoeld in lid 1.64;
- f. bedrijfsgebouwen, voor zover niet aan te merken als een object als bedoeld in lid 1.64.
1.19 Besluit hogere waarde
Besluit waarin de ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting op grond van de Wet geluidhinder is vastgesteld.
1.20 bestaand
- a. voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of de Woningwet);
- b. voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels.
1.21 bestaande stikstofdepositie
Stikstofdepositie (in mol stikstof per ha per jaar) ten gevolge van het ten tijde van de vaststelling van het plan aanwezige planologisch legale gebruik van de gronden en bouwwerken behorend tot een agrarisch bedrijf, conform de bestaande dieraantallen en diercategorieën zoals opgenomen in Bijlage 3 van de regels.
1.22 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.23 bestemmingsplanactiviteit
Een bestemmingsplanactiviteit is een activiteit die voldoet aan de regels van dit plan, waar een vergunning op grond van dit plan is vereist en de beoordelingsregels voor de activiteit in dit plan zijn opgenomen.
1.24 bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.25 betaalbare koopwoning
Betaalbare koopwoning zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de 'Doelgroepenverordening Gemeente Zuidplas 2023' of diens opvolger(s).
1.26 bewoonbare kapverdieping
Een verdieping van een woning dat zich bevindt onder een schuin dak en waarin zich ruimtes bevinden die bewoond kunnen worden of die daarvoor in aanmerking komen. Deze verdieping is met een vaste trap bereikbaar en voorzien van voldoende hoogte en lichttopeningen.
1.27 bijbehorend bouwwerk
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.28 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.29 bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.30 bouwlaag
Een voor verblijf geschikt deel van een gebouw, gelegen tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en dak), met uitzondering van onderbouw (kelder), kap of kapverdieping.
1.31 bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.32 bouwperceelsgrens
Een grens van een bouwperceel.
1.33 bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.34 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de grond is verbonden.
1.35 bruto vloeroppervlak
De totale vloeroppervlakte, gemeten conform NEN 2580, van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw.
1.36 buitenplaats
Een buitenplaats kenmerkt zich door landelijk wonen, in lage dichtheden in een bosrijk gebied. Dit kunnen verspreide vrijstaande woningen zijn, clusters met vrijstaande woningen, compacte clusters met geschakelde woningen rond een gemeenschappelijke tuin of appartementen. De buitenplaats is onderdeel van het boslandschap, blijft openbaar toegankelijk en zal met (opgaand) groen worden ingericht.
1.37 centrumcluster
Een compact en aaneengesloten gebied dat door de aanwezigheid van winkels en andere openbare of commerciële voorzieningen een centrumfunctie vervult en waarbij de begane grond van de gebouwen in overgrote mate is ingevuld met niet-woonfuncties.
1.38 commerciële dienstverlening
Dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus e.d.. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.
1.39 compacte woonbuurt
Een afgebakend gedeelte van het dorp dat op basis van stedenbouwkundige, architectonisch en/of sociale kenmerken een samenhangend geheel vormt rond een centrale groene ontmoetingsplek.
1.40 dagelijks aanbod
De branche dagelijks aanbod bevat detailhandel overwegend op het gebied van levensmiddelen en dagelijkse gebruiksgoederen, waaronder voedings- en genotsmiddelen.
1.41 dagrecreatie
Recreatie in de open lucht of in een bouwwerk uitsluitend gedurende een dagperiode op speciaal daarvoor ingerichte terreinen, zoals een wandelbos, wandelpark, strandbad, vis- en zwemvijvers, speel- en ligweide, speelterrein, kinderspeelplaats, buitensportcentrum, volkstuinen of nutstuinen.
1.42 dark store
Een ruimte die wordt gebruikt om voorraad te houden voor producten/boodschappen die via flitsbezorging aan en bij de consument wordt geleverd. Een dark store is niet toegankelijk voor consumenten en richt zich niet primair op het door middel van de uitstalling ter verkoop aanbieden van producten/boodschappen aan het winkelend publiek.
1.43 detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.44 detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit
Detailhandel die niet zelfstandig is en rechtstreeks voortvloeit uit de hoofdactiviteit die is toegestaan, en ondergeschikt is aan die hoofdactiviteit.
1.45 ecologische voorziening
Voorziening ten behoeve van het behoud, het herstel en/of ontwikkeling van natuurwaarden zoals faunapassages, faunaduikers en kleinschalige natuurontwikkeling zowel in de vorm van bouwwerken geen gebouwen zijnde als werken geen bouwwerk zijnde.
1.46 extensief recreatief medegebruik
Een extensief recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers.
1.47 flitsbezorging
Een specifieke vorm van detailhandel annex bezorgdienst, waarvan de bedrijfsvoering hoofdzakelijk is gericht op de online verkoop en snelle levering van elektronisch aangeboden producten/boodschappen, welke vanuit een distributiecentrum danwel een dark store, door een koeriersdienst aan en bij de consument worden geleverd, danwel ter plaatse door de consument kunnen worden afgehaald. Flitsbezorging richt zich niet primair op het door middel van de uitstalling ter verkoop aanbieden van producten/boodschappen aan het winkelend publiek.
1.48 gebiedsinvesteringen
Kosten als bedoeld in artikel 6.2.4 Besluit ruimtelijke ordening zoals deze gold voor de invoering van de Omgevingswet.
1.49 gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.50 geluidsgevoelig object
Een woning, geluidsgevoelig terrein of ander geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.51 geluidzoneringsplichtige inrichting
Een inrichting, bij welke ingevolge artikel 41 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
1.52 gestapeld
Een gebouw dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen/appartementen bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.53 glastuinbouw
De teelt van tuinbouwgewassen en/of van siergewassen, (nagenoeg) geheel met behulp van kassen.
1.54 groepsrisico
De kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in één keer (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico kan worden uitgedrukt in een logaritmische grafiek, de FN-curve. Voor de toetsing van het groepsrisico geldt geen wettelijke norm, maar een oriënterende waarde.
1.55 grondgebonden agrarisch bedrijf
Een agrarisch bedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel, hieronder vallen in elk geval niet: intensieve veehouderij, glastuinbouw, paardenhouderij, manege en paardenfokkerij.
1.56 harde beschoeiing
Een kerende constructie gemaakt van hout, staal, kunststof of beton die een oever of waterkant beschermt.
1.57 hoofdgebouw
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.58 (hoogfrequente) niet-dagelijkse detailhandel
Detailhandel in niet-dagelijks aanbod in de branches 'vrije tijd' en 'mode & luxe', dat voornamelijk hoogfrequent nodig is.
1.59 horeca
Het bedrijfsmatig verstrekken van drank en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het exploiteren van zaalaccommodatie.
1.60 huishouden
Eén persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep van personen van beperkte omvang, die bij verblijf in een zelfstandige woning of een recreatiewoning de daar aanwezige essentiële woonvoorzieningen deelt.
1.61 intensieve veehouderij
Een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
1.62 kelder
Het doorlopende gedeelte van een gebouw, dat geheel onder het peil ligt.
1.63 kunstwerk
Bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw.
1.64 kwetsbaar object
- a. woningen, woonschepen en woonwagens;
- b. gebouwen waarin minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten al dan niet een gedeelte van de dag verblijven, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen, verpleeghuizen;
- 2. scholen en kinderopvang;
- c. gebouwen waarin grote aantallen personen een groot deel van de dag verblijven, zoals:
- 1. kantoren en hotels van meer dan 1.500 m2 bruto vloeroppervlakte;
- 2. complexen met meer dan 5 winkels en een gezamenlijk bruto vloeroppervlakte van meer dan 1000 m2;
- 3. winkels met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.000 m2, als daar een supermarkt, hypermarkt of warenhuis in gevestigd is;
- d. kampeer- en recreatieterreinen voor verblijf van meer dan 50 personen.
1.65 landschapsdeskundige
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen adviseur inzake landschap.
1.66 maatschappelijke voorzieningen
Voorzieningen op het gebied van:
- 1. openbaar bestuur en overheidsdiensten;
- 2. sociaal cultureel terrein waaronder begrepen verenigingsgebouwen, gemeenschapshuizen en/of clubhuizen;
- 3. religieus of levensbeschouwelijke terrein;
- 4. onderwijs en educatie;
- 5. gezondheidszorg, veterinaire diensten en welzijnszorg;
- 6. sport en sportieve recreatie; en
- 7. detailhandel en horeca als ondergeschikte nevenactiviteit bij deze voorzieningen.
1.67 middeldure lage koopwoning I
Middeldure lage koopwoning zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 onder a van de 'Doelgroepenverordening Gemeente Zuidplas 2023' of diens opvolger(s).
1.68 middeldure lage koopwoning II
Middeldure lage koopwoning zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 onder b van de 'Doelgroepenverordening Gemeente Zuidplas 2023' of diens opvolger(s).
1.69 middenhuurwoning
Middenhuurwoning zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van de 'Doelgroepenverordening Gemeente Zuidplas 2023' of diens opvolger(s).
1.70 mobiliteitshub
Een gebouwde of ongebouwde parkeervoorziening waarin of waarbij mag worden voorzien in ondersteunende functies, waaronder in ieder geval verstaan:
- voorzieningen om auto's, scooters en motors emissievrij te laten functioneren;
- voorzieningen ten behoeve van de realisatie van mobiliteitsdeelconcept;
- (elektrische)laadvoorzieningen voor auto's en fietsen;
- voorzieningen voor opwek en opslag van energie voor verkeer en woningen;
- groenvoorzieningen;
met hieraan ondergeschikt de mogelijkheid tot het realiseren van:
- voorzieningen voor pakketbezorgdiensten;
- maatschappelijke voorzieningen.
1.71 mode & luxe
De branche mode en luxe bevat detailhandel op het gebied van mode, schoenen, sport, lingerie, sieraden, uurwerken, optiek, huishoudelijke artikelen, glas- en aardewerk, tassen, lederwaren, cadeau-artikelen, kookartikelen, antiek en kunst.
1.72 natuurlijke erfafscheiding
Een erfafscheiding bestaande uit beplanting (een heg, een haag of ander groen), al dan niet in combinatie met een hekwerk of met metselwerk.
1.73 nutsvoorzieningen
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie en voorzieningen voor de opwekking alsmede het transport van warmte en koude, met uitzondering van zonnevelden
1.74 omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.75 onderbouw
Een kelder of een souterrain.
1.76 onderkomen
Een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
1.77 ontwikkelde deel
Het gedeelte van het plangebied waar, na vaststelling van dit plan, ontwikkeling heeft plaatsgevonden, waarbij de bouw- en aanlegactiviteiten zijn afgerond, de openbare ruimte is ingericht en die in gebruik zijn genomen.
1.78 overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een openconstructie met maximaal één gesloten wand al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een ander bouwwerk.
1.79 peil
- a. Voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg.
- b. Indien in of op het water wordt gebouwd het plaatselijk aan te houden waterpeil.
- c. Voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
- d. Voor gebouwen die grenzen aan een dijk: de hoogte van de kruin van de dijk ter plaatse van het bouwwerk.
- e. In alle andere gevallen de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
1.80 plaatsgebonden risico
- a. op de grens van of op een plaats buiten een inrichting aanwezige kans op overlijden van een persoon die gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven als gevolg van een ongeval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel is betrokken, waarbij deze kans is bepaald op grond van regels die hiervoor gelden als vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- b. op een locatie buiten een buisleiding, weg of spoorweg aanwezige kans op overlijden van een persoon die gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven als gevolg van een ongeval door getransporteerde gevaarlijke stoffen.
1.81 prostitutie
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling.
1.82 risicovolle inrichting
Een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.83 SBR-richtlijn
Meet- en Beoordelingsrichtlijn voor trillingen, deel B, 'Hinder voor personen in gebouwen 2006' van Stichting Bouwresearch Rotterdam.
1.84 seksinrichting
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.85 sociale huurwoning
Huurwoning zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van de 'Doelgroepenverordening Gemeente Zuidplas 2023' of diens opvolger(s).
1.86 stedenbouwkundig supervisor
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen adviseur inzake stedenbouw en ruimtelijke kwaliteit.
1.87 supermarkt
Detailhandel met een winkelvloeroppervlakte van tenminste 350 m2 en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten.
1.88 tiny house
Een vrijstaande woning met een maximum bruto vloeroppervlakte van 50 m2.
1.89 transport- en distributiebedrijf
Bedrijf dat zich voornamelijk bezighoudt met het vervoer en/of de opslag van goederen en/of personen.
1.90 twee aaneen
Een hoofdgebouw dat naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdgebouw is begrensd.
1.91 vloerpeil
De hoogte van de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw weergegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
1.92 voorgevel
De naar openbare zijde gekeerde gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.93 voorzieningen van openbaar nut
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie, met uitzondering van zonnevelden.
1.94 vrije tijd
De branche vrije tijd bevat detailhandel op het gebied van sport, speelgoed, modelbouw, foto en film, hobby en handvaardigheid, muziek, boeken, tijdschriften en kranten, kantoorartikelen, posters en kaarten.
1.95 vrijstaand
Een hoofdgebouw dat niet is begrensd door scheidsmuren van andere hoofdgebouwen.
1.96 vuistregel 3 - 30 - 300
Inrichtingsprincipe waarbij:
- vanuit elke woning minimaal 3 bomen zichtbaar zijn;
- minimaal 30% van de oppervlakte van een wijk onder bladerdek valt, waarbij voor de berekening wordt uitgegaan van volwassen bomen (eindsituatie) in de zomerperiode; en
- de afstand vanuit elke woning tot een park of groene ruimte die geschikt is voor recreatie maximaal 300 meter bedraagt.
1.97 wonen
Het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
1.98 woning
Een complex van aaneengesloten ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
1.99 woonwagen
Voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel en daarvoor aangewezen standplaats is geplaatst.
1.100 zeer kwetsbaar gebouw
Een categorie kwetsbare objecten waarbij gebouwen gebruikt worden door personen die door geestelijke of lichamelijke beperkingen of door zeer jonge leeftijd of door opsluiting voor langere tijd, niet in staat zijn om zich zelfstandig binnen korte tijd in veiligheid te brengen of bescherming te zoeken voor een dreigend gevaar door het vrijkomen van een gevaarlijke stof, zoals basisscholen, kinderdagverblijven, verzorgingstehuizen, opvang gehandicapten en penitentiaire inrichtingen.
1.101 zendmast
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop antenne-installaties worden geplaatst.
1.102 zonneveld
Een zonne-energiesysteem van minimaal 50 m2 dat niet op een dakvlak ligt of aan een gebouw is bevestigd, maar op een frame of ander soort drager rechtstreeks op de grond staat of in een waterpartij drijft.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties, voorzieningen voor het opwekken en leveren van duurzame energie en overige technische installaties worden als ondergeschikt bouwonderdeel gezien voor zover deze dakopbouw op minimaal 1 meter uit de dakrand is geplaatst en:
- a. niet hoger is dan 0,85 meter; of
- b. niet hoger is dan 2,5 meter en de gezamenlijke oppervlakte van de dakopbouwen hoger dan 0,85 meter niet meer bedraagt dan 20% van het dakoppervlak waarop zij worden geplaatst.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Ter verduidelijking: indien de goot-/de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel lager zijn gemonteerd dan het snijvlak van de gevel en het dakvlak, geldt de hoogte tot aan het snijvlak.
2.3 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen, gemeten volgens de NEN2580.
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.5 de toepassing van maten
De regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, koekoeken, balkons en overstekende daken en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen, mits de overschrijding van bouwgrenzen en grenzen van werkingsgebieden niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
2.6 anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een grondgebonden agrarisch bedrijf;
- b. het beweiden van gronden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' tevens voor bomenteelt;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel in agrarische goederen die ter plaatse worden vervaardigd, met dien verstande dat:
- 1. de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit;
- 2. de detailhandelsfunctie een maximum bruto vloeroppervlakte heeft van 150 m2 bvo;
- 3. de openingstijden van de detailhandelsfunctie vallen binnen de openingstijden van de hoofdactiviteit; en
- 4. toegang tot de detailhandelsfunctie uitsluitend mogelijk is via het erf of de toegang van de hoofdactiviteit;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. wegen en paden;
- h. erven en parkeervoorzieningen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, kunstwerken en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels voor vergroten bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak tot maximaal 2 hectare, met dien verstande dat:
- a. een doelmatige bedrijfsvoering een overschrijding van de maatvoering noodzakelijk maakt; deze noodzaak is in ieder geval aanwezig, wanneer overschrijding van het bouwvlak noodzakelijk is om aan milieuregels of regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn te kunnen voldoen;
- b. het bouwvlak niet verder mag worden overschreden dan vanwege milieuregels of dierenwelzijn noodzakelijk is; indien overschrijding om andere redenen mogelijk wordt gemaakt, mag het bouwvlak aan één zijde met niet meer dan 500 m2 worden overschreden;
- c. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet onevenredig mogen worden beperkt;
- d. het leefmilieu van nabij gelegen woningen niet onevenredig aangetast mag worden;
- e. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid ter toetsing wordt voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van deze regel wordt voldaan.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen naar:
- a. de bestemming 'Bos' en/of 'Gemengd' voor zover het gronden betreft die direct grenzen aan de bestemming 'Bos';
- b. de bestemming 'Woongebied' en/of 'Gemengd' voor zover het gronden betreft die direct grenzen aan de bestemming 'Woongebied';
als:
- het agrarische gebruik ter plaatse niet langer plaatsvindt of een doelmatige agrarische bedrijfsvoering van een volwaardig agrarisch bedrijf niet langer mogelijk is, ter toetsing hiervan dient in zo'n geval vooraf schriftelijk advies in te worden gewonnen bij een agrarischdeskundige;
- vooraf advies is ingewonnen bij de Omgevingsdienst Midden-Holland; en
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. het stedenbouwkundig beeld;
- 2. de woonsituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de parkeergelegenheid;
- 5. de milieusituatie;
- 6. de groenstructuur; en
- 7. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 4 Agrarisch - Energielandschap
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Energielandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het opwekken van duurzame energie met de daarbij behorende voorzieningen waaronder begrepen ondergrondse transportkabels en -leidingen, met daarbij als nevenfunctie het beweiden van gronden;
- b. behoud, herstel en versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden;
- c. de aanleg en (verdere) ontwikkeling van een ecologische verbindingszone met natuurwaarden alsmede het behoud, de bescherming en het herstel ervan;
- d. groenvoorzieningen;
- e. watergangen en waterpartijen met natuurvriendelijke oevers, plas- en draszones en poelen;
- f. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en natuurlijke waterzuivering;
- g. extensieve recreatie;
- h. wegen, fiets- en voetpaden;
- i. erven en parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, kunstwerken en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een grondgebonden agrarisch bedrijf;
- b. het beweiden van gronden;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' tevens voor een intensieve veehouderij;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning;
- e. behoud, herstel en versterking van de aanwezige natuur- en landschapswaarden;
- f. extensieve recreatie;
- g. wegen, fiets- en voetpaden;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. erven en parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, kunstwerken en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels voor vergroten bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak tot maximaal 2 hectare, met dien verstande dat:
- a. een doelmatige bedrijfsvoering een overschrijding van de maatvoering noodzakelijk maakt; deze noodzaak is in ieder geval aanwezig, wanneer overschrijding van het bouwvlak noodzakelijk is om aan milieuregels of regelgeving met betrekking tot dierenwelzijn te kunnen voldoen;
- b. het bouwvlak niet verder mag worden overschreden dan vanwege milieuregels of dierenwelzijn noodzakelijk is; indien overschrijding om andere redenen mogelijk wordt gemaakt, mag het bouwvlak aan één zijde met niet meer dan 500 m2 worden overschreden;
- c. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven niet onevenredig mogen worden beperkt;
- d. het leefmilieu van nabij gelegen woningen niet onevenredig aangetast mag worden;
- e. een verzoek om toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid ter toetsing wordt voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van deze regel wordt voldaan.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4.2 en de type diercategorieën en/of aantallen als opgenomen in bijlage 3 voor de daarin opgenomen intensieve veehouderij wijzigen, mits:
- a. de wijziging van de diercategorieën en/of aantallen niet leidt tot een toename van de stikstofdepositie ten opzichte van de bestaande stikstofdepositie;
- b. wordt aangetoond dat het woon- en leefklimaat als gevolg van deze wijziging niet zal verslechteren; en
- c. de afwijking past binnen de vigerende milieuregelgeving.
5.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bestaande bedrijfsmatige activiteiten;
- b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in categorie 1 en/of 2 van de als Bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor één bedrijfswoning;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'groothandel' tevens voor een groothandelsbedrijf in voedingsmiddelen en/of landbouwproducten;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf 1' tevens voor een aannemersbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 zoals opgenomen in de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009);
- f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf 1' tevens voor een transportbedrijf uit ten hoogste categorie 3.1 zoals opgenomen in de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009);
- g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groot hoveniers- en/of groenvoorzieningenbedrijf' een hoveniers- en/of groenvoorzieningenbedrijf uit ten hoogste milieucategorie 3.1 zoals opgenomen in de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009);
- h. niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a t/m sub h, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 1.500 m2;
- i. tuinen;
- j. parkeervoorzieningen;
- k. fiets- en voetpaden;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. groenvoorzieningen;
- n. voorzieningen van openbaar nut;
- o. bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen als bedoeld in lid g onder d tot en met h te verwijderen als de betreffende activiteit beëindigd is en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.
- b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de Staat vanbedrijfsactiviteiten zoals opgenomen als Bijlage 2 bij deze regels wordt gewijzigd door het onderbrengen van een bedrijf in een andere categorie, dan wel door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
Artikel 7 Bedrijventerrein
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de in Bijlage 2 opgenomen 'Staat vanbedrijfsactiviteiten' met:
- categorie 3.1 of categorie 3.2; en
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' tevens categorie 4.1;
waarbij geldt dat:
- 1. het bedrijf op voldoende afstand van omliggende (bedrijfs)woningen ligt -zowel bestaande woningen als woonfuncties die planologisch mogelijk zijn- waarbij per bedrijfscategorie de volgende minimale afstand tussen de grens van de bedrijfskavel en de dichtstbijzijnde bouwmogelijkheid van de woonfunctie in acht worden genomen:
Bedrijfscategorie Minimaal aan te houden afstand 4.1 100 meter 3.2 50 meter 3.1 30 meter - 2. de omvang van het kavel per bedrijf bedraagt:
- minimaal 0,5 hectare;
- maximaal 5 hectare;
- b. niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van bedrijven als genoemd onder a, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak, met een maximum van 3.000 m2;
- c. verkeers- en verblijfsgebied, voor zover de wegen geen wettelijke geluidszone kennen op basis van de Wet geluidhinder;
- d. (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen;
- f. voorzieningen van openbaar nut;
- g. infrastructurele voorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waarbij geldt dat watergangen aan minimaal één zijde:
- 1. een taludhelling kennen tussen 1:3 en 1:7; en
- 2. geen harde beschoeiing is toegepast;
- j. erven en terreinen;
- k. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming;
met dien verstande dat:
- l. bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
- m. transport- en distributiebedrijven niet zijn toegestaan;
- n. nieuwe geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan;
- o. sociale werkvoorzieningen niet zijn toegestaan;
- p. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan.
7.2 Nieuwe activiteiten alleen met vergunning
- a. Het is verboden om zonder bestemmingsplanactiviteitvergunning een nieuwe activiteit als genoemd in lid 7.1 onder a en b te starten of een gebouw te realiseren.
- b. De bestemmingsplanactiviteitvergunning als bedoeld onder a wordt alleen verleend als de aanvraag voldoet aan het in lid 7.3 vastgelegde 'beoordelingskader vergunningaanvraag'.
7.3 Beoordelingskader vergunningaanvraag
7.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, alsmede aan de inrichting van de openbare ruimte, ten behoeve van:
- a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
- b. de ruimtelijke kwaliteit;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. het stimuleren van duurzame mobiliteit;
- e. de sociale veiligheid;
- f. de bescherming van de groenstructuur;
- g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.5 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.1 en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot maximaal 25 meter ten behoeve van een reclamemast.
- b. Ter plaatse van de aanduiding 'silo' kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.1 en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot maximaal 22 meter ten behoeve van de bouw van één of meerdere silo's voor zover deze voor de bedrijfsvoering ter plaatse noodzakelijk zijn.
7.6 Specifieke gebruiksregel
7.7 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 8 Bos
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg, instandhouding en (verdere) ontwikkeling van bos voor natuur, recreatie, landschap en houtteelt;
- b. het beweiden van gronden, al dan niet in het kader van de agrarische bedrijfsvoering;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - buitenplaats 1' en 'specifieke vorm van bos - buitenplaats 2' wonen;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'sport' maximaal 2 hectare aan maatschappelijke voorzieningen op het gebied van sport;
- e. dagrecreatie;
- f. groenvoorzieningen;
- g. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en natuurlijke waterzuivering, waarbij geldt dat watergangen aan minimaal één zijde:
- 1. een taludhelling kennen tussen 1:3 en 1:7; en
- 2. geen harde beschoeiing is toegepast;
- h. in- en uitritten, voet-, fiets- en ruiterpaden en verkeers- en verblijfsgebied, voor zover de wegen geen wettelijke geluidszone kennen op basis van de Wet geluidhinder;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. kabels en leidingen;
- k. verhardingen en parkeervoorzieningen;
- l. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
8.2 Nieuwe activiteiten alleen met vergunning
- a. Het is verboden om zonder bestemmingsplanactiviteitvergunning een nieuwe activiteit als genoemd in lid 8.1 onder c tot en met e te starten of een gebouw te realiseren.
- b. De bestemmingsplanactiviteitvergunning als bedoeld onder a wordt alleen verleend als de functie past binnen de bestemmingsomschrijving in artikel 8.1, binnen het maximum ontwikkelprogramma zoals opgenomen in artikel 30.3, waarbij in deze bestemming niet meer dan 125 woningen zijn toegestaan en uitsluitend als de aanvraag voldoet aan het in lid 8.3 vastgelegde 'beoordelingskader vergunningaanvraag'.
8.3 Beoordelingskader vergunningaanvraag
8.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, alsmede aan de inrichting van de openbare ruimte, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. het stimuleren van duurzame mobiliteit;
- d. de bezonningssituatie;
- e. de sociale veiligheid; en/of
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
8.5 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. artikel 8.3.1 onder a, nummer 1 en een gebouw met een woonfunctie toestaan met minder dan drie bouwlagen of twee bouwlagen en een bewoonbare kapverdieping , mits:
- 1. minimaal een derde deel van de gebouwen met een woonfunctie in het bestemmingsvlak minimaal drie bouwlagen en/of twee bouwlagen en een bewoonbare kapverdieping kent.
8.6 Specifieke gebruiksregels
8.7 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. artikel 8.6.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B van de Lijst van Bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A van de Lijst van Bedrijven 'functiemenging'.
Artikel 9 Gemengd
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bestaande bedrijfs- en of burgerwoningen,
- 1. met de bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, (open) erven, brandgangen, in- en uitritten;
- 2. in combinatie met de uitoefening van aan huis gebonden beroepsmatige activiteiten door de hoofdbewoner(s) van het hoofdgebouw tot maximaal 70 m2;
- b. bedrijven c.q. het uitoefenen van bestaande bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat het bedrijf/de bedrijfsactiviteit behoort tot de milieucategorie 1 en 2 van de Staat vanbedrijfsactiviteiten als opgenomen in Bijlage 2;
- c. woon-werk combinaties, waarbij het bedrijf/ de bedrijfsactiviteit behoort tot de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in Bijlage 2;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - informatiecentrum' een informatiecentrum waar informatie wordt verschaft over de ontwikkeling zoals voorzien in dit plan;
- e. tuinen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. fiets- en voetpaden;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. groenvoorzieningen;
- j. kunstwerken;
- k. voorzieningen van openbaar nut;
- l. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
9.4 Afwijken van de gebruiksregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 onder b en c en bedrijven toestaan, die niet zijn vermeld in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. De omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt alleen verleend als:
- 1. de bedrijven wat betreft milieuhinder vergelijkbaar zijn met bedrijven in milieucategorie 1 of 2;
- 2. vooraf advies is ingewonnen bij de Omgevingsdienst Midden-Holland; en
- 3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- het stedenbouwkundig beeld;
- de woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de parkeergelegenheid;
- de milieusituatie;
- de groenstructuur; en
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'sport' maatschappelijke voorzieningen op het gebied van sport;
- c. voet-, fiets- en ruiterpaden;
- d. kruisende wegen
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen en -voor zover geen sprake is van constructies- natuurlijke waterzuivering, waarbij geldt dat watergangen aan minimaal één zijde:
- 1. een taludhelling kennen tussen 1:3 en 1:7; en
- 2. geen harde beschoeiing is toegepast;
- f. objecten van beeldende kunst;
- g. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
- h. bruggen en overige kunstwerken;
- i. dijken, taluds, dammen en/of duikers;
- j. hondenuitlaatplaatsen;
- k. in- en uitritten;
- l. voorzieningen van openbaar nut;
- m. de landschappelijke inpassing van infrastructuur;
- n. ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer;
- o. bermen, bermsloten en greppels;
- p. (boom)beplanting en overig groen;
- q. verhardingen;
- r. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
- s. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - afsluiterlocatie' een afsluiterlocatie ten behoeve van een gastransportleiding;
- t. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
10.2 Bouwregels
10.3 Gebruiksregels
Artikel 11 Natuur
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de aanleg en (verdere) ontwikkeling van een ecologische verbindingszone met natuurwaarden alsmede het behoud, de bescherming en het herstel ervan;
- b. (boom)beplanting en overige groenvoorzieningen, bermen, bermsloten en greppels;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waarbij geldt dat watergangen aan minimaal één zijde:
- 1. een taludhelling kennen tussen 1:3 en 1:7; en
- 2. geen harde beschoeiing is toegepast;
- d. fiets- en voetpaden.
11.2 Bouwregels
11.3 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. het opslaan, opgeslagen houden, en storten of lozen van mest en/of andere landbouwproducten;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
Artikel 12 Verkeer
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, waaronder begrepen busbanen, inclusief de daarbij behorende vluchtstroken, in- en uitvoegstroken en rotondes, met tevens een functie van ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' de aanleg en (verdere) ontwikkeling van een ecologische verbindingszone (inclusief een ecologische voorziening) met natuurwaarden alsmede het behoud, de bescherming en het herstel ervan;
- c. voet- en fietspaden, in- en uitritten;
- d. bermen en groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. natuur en ecologische voorzieningen;
- g. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. geluidwerende voorzieningen en geluidreducerende maatregelen;
- j. (ondergrondse) afvalverzamelingspunten;
- k. voorzieningen van openbaar nut;
- l. overige kleinschalige infrastructurele voorzieningen;
- m. verhardingen;
- n. dammen en/of duikers;
- o. straatmeubilair;
- p. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 13 Verkeer - Langzaam Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Langzaam verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voet- en fietspaden, in- en uitritten;
- b. bestemmingsverkeer en hulpdiensten;
- c. tijdelijk bouwverkeer;
- d. bermen en groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. natuur en ecologische voorzieningen;
- g. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. geluidwerende voorzieningen en geluidreducerende maatregelen;
- j. (ondergrondse) afvalverzamelingspunten;
- k. voorzieningen van openbaar nut;
- l. overige kleinschalige infrastructurele voorzieningen;
- m. verhardingen;
- n. dammen en/of duikers;
- o. straatmeubilair;
- p. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen;
- b. spoorwegovergangen;
- c. spoorwegvoorzieningen;
- d. bruggen, viaducten en overige kunstwerken;
- e. (kruisende) wegen, paden, in- en uitritten;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,
- g. geluidwerende voorzieningen;
- h. voorzieningen van openbaar nut;
- i. bermen en groenvoorzieningen;
- j. bouwwerken, werken en werkzaamheden, infiltratievoorzieningen, infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder mede begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
14.2 Bouwregels
14.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
- d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
- e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel 15 Water
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterlopen en waterberging;
- c. de aan- en afvoer van oppervlaktewater, met bijbehorende voorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. voet- en fietspaden;
- f. kruisende wegen;
- g. voorzieningen van openbaar nut;
- h. extensieve recreatie met bijbehorende voorzieningen;
- i. vlonders en steigers;
- j. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, alsmede aan de inrichting van de openbare ruimte, ten behoeve van:
- a. een samenhangend stedenbouwkundig beeld;
- b. de ruimtelijke kwaliteit;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de sociale veiligheid;
- e. de bescherming van de groenstructuur;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- g. de waterkwaliteit en ecologie.
Artikel 16 Wonen
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in een woning, al dan niet in combinatie met het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of aan-huis-verbonden bedrijf;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' tevens voor een kantoor en bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in categorie 1 van de Staat vanbedrijfsactiviteiten als opgenomen in Bijlage 2;
- c. voorzieningen die bij de bestemming horen zoals parkeervoorzieningen, tuinen, erven, groen- en watervoorzieningen en nutsvoorzieningen;
- d. bouwwerken, werken en werkzaamheden die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
16.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 16.3.3 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B van de Lijst van bedrijfsactiviteitenfunctiemenging, indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A van de Lijst van bedrijfsactiviteitenfunctiemenging;
- b. lid 16.3.1 onder b ten behoeve van het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijkewoonruimte, mits:
- 1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
- 2. het gebruik geen onevenredige aantasting van het woongenot van omwonenden oplevert, noch leidt tot beperkingen in de bedrijfsvoering van naburige bedrijven;
- 3. de afhankelijke woonruimte binnen de bebouwingsregeling als bedoeld in lid 16.2 wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 70 m²;
- 4. mantelzorg aantoonbaar van tijdelijke aard is en dat de aanpassingen omkeerbaar moeten zijn;
- 5. burgemeester en wethouders stellen bij de omgevingsvergunning nadere eisen die gericht zijn op eindigheid en het vervallen van de omgevingsvergunning, zodra de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Artikel 17 Woongebied
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in een woning, tiny house of woonwagen, eventueel met een aan-huis-verbonden beroep, aan-huis-verbonden bedrijf, waarbij geldt dat woonwagens in maximaal 3 clusters van minimaal 2 en maximaal 3 woonwagen per cluster zijn toegestaan;
- b. maatschappelijke voorzieningen, waarbij geldt dat maximaal 50% van het ontwikkelprogramma voor maatschappelijke voorzieningen dat in lid 30.3 is opgenomen buiten de aanduiding 'centrum' is toegestaan;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'centrum' is tevens toegestaan:
- 1. commerciële dienstverlening en commerciële leisure/sport;
- 2. supermarkten;
- 3. overige detailhandel in de branches dagelijks aanbod en (hoogfrequente) niet-dagelijksedetailhandel;
- 4. horeca tot maximaal categorie 3 zoals opgenomen in de Staat van horeca-activiteiten;
- 5. bedrijven tot en met categorie A, zoals opgenomen in de Lijst van bedrijfsactiviteitenfunctiemenging;
waarbij geldt dat de functies genoemd onder 2 en 3 alleen geconcentreerd in één centrumcluster zijn toegestaan;
- a. verkeers- en verblijfsgebied, voor zover de wegen geen wettelijke geluidszone kennen op basis van de Wet geluidhinder;
- b. parkeervoorzieningen al dan niet in de vorm van mobiliteitshubs;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en natuurlijke waterzuivering, waarbij geldt dat watergangen aan minimaal één zijde:
- 1. een taludhelling kennen tussen 1:3 en 1:7; en
- 2. geen harde beschoeiing is toegepast;
- e. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecologischevoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
17.2 Nieuwe activiteiten en voorzieningen alleen met vergunning
- a. Het is verboden om zonder bestemmingsplanactiviteitvergunning een nieuwe activiteit als genoemd in lid 17.1 onder a tot en met c te starten of een voorziening te realiseren.
- b. De bestemmingsplanactiviteitvergunning als bedoeld onder a wordt alleen verleend als de functie past binnen de bestemmingsomschrijving in artikel 17.1, binnen het maximum ontwikkelprogramma zoals opgenomen in lid 30.3 en uitsluitend als de aanvraag voldoet aan het in lid 17.3 vastgelegde 'beoordelingskader vergunningaanvraag'.
17.3 Beoordelingskader vergunningaanvraag
17.4 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, alsmede aan de inrichting van de openbare ruimte, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. het stimuleren van duurzame mobiliteit;
- d. de bezonningssituatie;
- e. de klimaatadaptatie;
- f. de sociale veiligheid; en/of
- g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.
17.5 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. artikel 17.3.1 onder a, nummer 1 en een gebouw met een woonfunctie toestaan met minder dan drie bouwlagen of twee bouwlagen en een bewoonbare kapverdieping, mits:
- 1. minimaal een derde deel van de gebouwen met een woonfunctie in het bestemmingsvlak minimaal drie bouwlagen en/of twee bouwlagen en een bewoonbare kapverdieping kent;
- b. artikel 17.3.1 onder a, nummer 2 en een gebouw toestaan met een hogere bouwhoogte, mits:
- 1. het stedenbouwkundig karakter van het gebied niet aangetast wordt, waarbij in ieder geval het hoogteverschil tussen twee buurpanden niet meer dan twee bouwlagen bedraagt;
- 2. het aantal bouwlagen niet meer dan 6 bedraagt;
- 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 20 meter;
- 4. maximaal 30% van de gebouwen hoger is dan 13 meter;
- 5. het grondvlak van de bebouwing niet meer bedraagt dan 45 meter bij 30 meter;
- 6. het woon- en leefklimaat van aangrenzende percelen niet onevenredig aangetast wordt;
- 7. het gebouw op minimaal 50 meter afstand van de bestemming 'Wonen' is voorzien; en
- 8. het gebouw op minimaal 175 meter afstand van de as van de Middelweg, Bredeweg, Knibbelweg en/of Derde Tochtweg is voorzien;
- c. artikel 17.3.1 onder a, nummer 2 en ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen 8' een gebouw toestaan met een hogere bouwhoogte, mits:
- 1. het stedenbouwkundig karakter van het gebied niet aangetast wordt;
- 2. het aantal bouwlagen niet meer dan 8 bedraagt;
- 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 26 meter;
- 4. maximaal 30% van de gebouwen hoger is dan 13 meter;
- 5. maximaal 10 gebouwen hoger zijn dan 6 bouwlagen;
- 6. het grondvlak van de bebouwing niet meer bedraagt dan 40 meter bij 25 meter;
- 7. in een zone van 100 meter rondom een gebouw geen ander gebouw aanwezig is met meer dan 6 bouwlagen;
- 8. in een zone van 25 meter rondom een gebouw van meer dan 6 bouwlagen geen andere bebouwing aanwezig is en uit een inrichtingsschets blijkt dat hier ook geen andere bebouwing zal worden gerealiseerd; en
- 9. het woon- en leefklimaat van aangrenzende percelen niet onevenredig aangetast wordt;
- d. artikel 17.3.1 onder a, nummer 2 en ter plaatse van de aanduiding 'centrum' maximaal één gebouw toestaan met een hogere bouwhoogte, mits:
- 1. het een iconisch gebouw betreft, met een alzijdige oriëntatie, dat functioneert als stedenbouwkundig landmark/oriëntatiepunt in het centrum;
- 2. het aantal bouwlagen niet meer dan 8 bedraagt;
- 3. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 35 meter, waarbij geldt dat het grondvlak van de bebouwing hoger dan 26 meter maximaal 100 m2 bedraagt; en
- 4. het woon- en leefklimaat van aangrenzende percelen niet onevenredig aangetast wordt;
- e. artikel 17.3.2 onder a, nummer 1 en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - zeer kwetsbaar gebouw' een kwetsbaar object in de vorm van een zeerkwetsbaar gebouw wordt gerealiseerd, mits:
- 1. vooraf advies is verkregen van de veiligheidsregio; en
- 2. de veiligheidssituatie aanvaardbaar wordt bevonden, waarbij burgemeester en wethouders ter verhoging van de zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid nadere eisen kunnen stellen ten aanzien van:
- de situering van gebouwen;
- de inrichting van terreinen;
- het ontwerp van gebouwplattegronden of de indeling van gebouwen; en/of
- de plaats, de afmeting en de inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.
17.6 Specifieke gebruiksregels
17.7 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. artikel 17.6.2 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B van de Lijst van Bedrijven 'functiemenging', indien en voor zover deze naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A van de Lijst van Bedrijven 'functiemenging'.
Artikel 18 Bedrijventerrein - Agrarisch Voorlopig
18.1 Voorlopige bestemming
Op de voor 'Bedrijventerrein - Agrarisch voorlopig' aangewezen gronden geldt de bestemming 'Agrarisch met waarden' zoals opgenomen in artikel 5.
18.2 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 18.1 geldt tot 1 juni 2029.
18.3 Definitieve bestemming
Op de voor 'Bedrijventerrein - Agrarisch voorlopig' aangewezen gronden, geldt, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 18.2, de bestemming 'Bedrijventerrein' zoals opgenomen in artikel 7.
18.4 Afwijken
Met een omgevingsvergunning kan het college van burgemeester en wethouders tijdelijk afwijken van het bepaalde in lid 18.2 en lid 18.3 en toestaan dat het gebruik mogelijk is op grond van de voorlopige bestemming zoals is bepaald in lid 18.1 ook na 1 juni 2029 kan worden voortgezet tot maximaal 10 jaar na vaststelling van dit plan.
Artikel 19 Bedrijventerrein - Wonen Voorlopig
19.1 Voorlopige bestemming
Op de voor 'Bedrijventerrein - Wonen voorlopig' aangewezen gronden geldt de bestemming 'Wonen' zoals opgenomen in artikel 16.
19.2 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 19.1 geldt tot 1 januari 2033.
19.3 Definitieve bestemming
Op de voor 'Bedrijventerrein - Wonen voorlopig' aangewezen gronden, geldt, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 19.2, de bestemming 'Bedrijventerrein' zoals opgenomen in artikel 7.
19.4 Afwijken
Met een omgevingsvergunning kan het college van burgemeester en wethouders tijdelijk afwijken van het bepaalde in lid 19.2 en lid 19.3 en toestaan dat het gebruik mogelijk is op grond van de voorlopige bestemming zoals is bepaald in lid 19.1 ook na 1 januari 2033 kan worden voortgezet tot maximaal 10 jaar na vaststelling van dit plan.
Artikel 20 Bos - Voorlopig 1
20.1 Voorlopige bestemming
Op de voor 'Bos - Voorlopig 1' aangewezen gronden geldt de bestemming 'Agrarisch met waarden' zoals opgenomen in artikel 5.
20.2 Geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming
De voorlopige bestemming als bedoeld in lid 20.1 geldt tot 1 januari 2033.
20.3 Definitieve bestemming
Op de voor 'Bos - Voorlopig 1' aangewezen gronden, geldt, na het verstrijken van de geldigheidstermijn als bedoeld in lid 20.2, de bestemming 'Bos' zoals opgenomen in artikel 8.
20.4 Afwijken
Met een omgevingsvergunning kan het college van burgemeester en wethouders tijdelijk afwijken van het bepaalde in lid 20.2 en lid 20.3 en toestaan dat het gebruik zoals mogelijk is op grond van de voorlopige bestemming zoals is bepaald in lid 20.1 ook na 1 januari 2033 kan worden voortgezet tot maximaal 10 jaar na vaststelling van dit plan.
Artikel 21 Leiding - Brandstof
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Brandstof’ aangewezen gronden zijn, aanvullend op de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse brandstofleiding(en) (inclusief voorzieningen) met de daarbij horende belemmeringenstrook.
21.2 Bouwregels
- a. In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in lid 21.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding - Brandstof' mogen worden gebouwd;
- b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 3 meter.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf een schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de leidingen.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.5 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), de gronden met de dubbelbestemming ‘Leiding - Brandstof’ te wijzigen door de bestemmingsvlakken met de dubbelbestemming ‘Leiding - Brandstof’ te verkleinen en/of te verwijderen met inachtneming van het bepaalde in lid 21.5 onder b;
- b. de wijzigingsbevoegdheid kan alleen worden toegepast:
- 1. voor verwijdering: als de leiding definitief is verwijderd;
- 2. voor verkleining: als de leiding niet is verwijderd, mits:
- geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding; en
- na voorafgaand advies van de betreffende leidingbeheerder.
Artikel 22 Leiding - Buisleiding
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Buisleiding' aangewezen gronden zijn, aanvullend op de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
- b. een mogelijke toekomstige aanleg van infrastructuur ten behoeve van ondergrondse buisleidingen.
22.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding -Buisleiding' mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
22.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
- b. de mogelijkheden voor de ontwikkeling van toekomstige leidingen niet beperkt;
- c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder; en
- d. de bebouwing geen kwetsbaar object (een zeer kwetsbaar gebouw daaronder begrepen) betreft.
22.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
- b. het gebruik van de gronden ten behoeve van scholen en/of schoolpleinen.
22.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Leiding - Gas
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, aanvullend op de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstrook.
23.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding -Gas' mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
23.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- 1. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
- 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant; en
- 3. de bebouwing geen kwetsbaar object (een zeer kwetsbaar gebouw daaronder begrepen) betreft.
- b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- 1. de leiding ter plaatse niet langer in gebruik is.
23.4 Specifieke gebruiksregels
23.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Leiding - Gas' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, als:
- a. ter plaatse geen leiding meer in gebruik is.
Artikel 24 Leiding - Riool
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, aanvullend op de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse rioolpersleiding (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende beschermingszone.
24.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in lid 24.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding -Riool' mogen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. het functioneren, het onderhoud en de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de leiding.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de rioolleiding.
24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Leiding - Water
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, aanvullend op de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse waterleiding (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende beschermingszone.
25.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in lid 25.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding -Water' mogen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. het functioneren, het onderhoud en de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
- b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de leiding.
25.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de waterleiding.
25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Waarde - Archeologie 2
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
26.2 Bouwregels
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- b. een bouwwerk met een oppervlakte van niet meer dan 100 m2;
- c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 0,3 meter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. de aanvrager aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad, of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden die gericht zijn op:
- 1. het treffen van maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. het doen van opgravingen;
- 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
- d. op basis van een archeologische onderbouwing van het bevoegd gezag geconcludeerd kan worden dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, als:
- a. uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
- b. de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
Artikel 27 Waarde - Archeologie 3
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
27.2 Bouwregels
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- a. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- b. een bouwwerk met een oppervlakte van niet meer dan 1.000 m2;
- c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 3 meter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 27.2 en toestaan dat wordt gebouwd overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), als:
- a. de aanvrager aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- b. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- c. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad, of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden die gericht zijn op:
- 1. het treffen van maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- 2. het doen van opgravingen;
- 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
- d. op basis van een archeologische onderbouwing van het bevoegd gezag geconcludeerd kan worden dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, als:
- a. uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
- b. de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 29 Algemene Bouwregels
29.1 Gebouwen
29.2 Parkeren
29.3 Ondergrondse bouwwerken
Artikel 30 Algemene Gebruiksregels
30.1 Strijdig gebruik
30.2 Doelgroepen
In het plangebied geldt dat:
- a. geen activiteiten zijn toegestaan die in strijd plaatsvinden met de 'Doelgroepenverordening 2023' van de gemeente Zuidplas of diens opvolger(s);
- b. lid 30.2 onder a geldt niet voor zover sprake is van een bestaande activiteit.
30.3 Ontwikkelprogramma
Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels
31.1 geluidzone-industrie
Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bouwgrenzen met maximaal 3 meter, indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 meter;
- d. de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 50 meter;
- e. de bestemmingsregels en toestaan dat bij een (bedrijfs)woning een bed & breakfast wordt gerealiseerd, mits de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 33 Overige Regels
33.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan.
33.2 Voorrangsregels
33.3 Monitoring
33.4 Kostenverhaal
- a. Een omgevingsvergunning voor een activiteit die kwalificeert als een bouwplan waarvoor kostenverhaal is vereist (ingevolge 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening zoals deze gold voor de invoering van de Omgevingswet), wordt alleen verleend als het kostenverhaal is verzekerd overeenkomstig artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening zoals deze gold voor de invoering van de Omgevingswet.
- b. Voor het kostenverhaal als bedoeld onder a geldt dat:
- 1. kosten van gebiedsinvesteringen worden verhaald ten laste van de gronden, gelegen binnen het exploitatiegebied, waarop bouwplannen zijn voorzien;
- 2. het exploitatiegebied is als zodanig aangewezen op de verbeelding als 'overige zone - exploitatiegebied'.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 34 Overgangsrecht
34.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- 2. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %;
- 3. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
34.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- 2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- 3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- 4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 35 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Chw bestemmingsplan Middengebied Zuidplaspolder 1 van de gemeente Zuidplas.
Bijlage 1 Lijst Van Bedrijfsactiviteiten Functiemenging
Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten functiemenging
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Bestaande Dieraantallen En Diercategorieën Per Veehouderij
Adres | Diercategorieën | Dieraantallen |
Zuidelijke Dwarsweg 8 | Vleesvarkens Paarden | 960 8 |
Bijlage 4 Staat Van Horeca-activiteiten
Bijlage 4 Staat van horeca-activiteiten
Bijlage 1 Masterplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 1 Masterplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 2 Milieueffectrapportage Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 2 Milieueffectrapportage Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 3 Ladderonderbouwing Wonen Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 3 Ladderonderbouwing Wonen Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 4 Marktonderzoek Bedrijventerrein Gouweknoop
Bijlage 4 Marktonderzoek bedrijventerrein Gouweknoop
Bijlage 5 Behoefteraming Bedrijventerreinen Provincie Zuid-holland
Bijlage 5 Behoefteraming bedrijventerreinen provincie Zuid-Holland
Bijlage 6 Nadere Analyse Marktanalyse Bedrijventerrein In De Gouweknoop
Bijlage 6 Nadere analyse Marktanalyse bedrijventerrein in de Gouweknoop
Bijlage 7 Kwalitatieve Bedrijventerreinenstrategie Midden-holland
Bijlage 7 Kwalitatieve bedrijventerreinenstrategie Midden-Holland
Bijlage 8 Dpo Publieksvoorzieningen Vijfde Dorp Zuidplas
Bijlage 8 DPO Publieksvoorzieningen Vijfde Dorp Zuidplas
Bijlage 9 Dpo Zorgvoorzieningen Vijfde Dorp Zuidplas
Bijlage 9 DPO Zorgvoorzieningen Vijfde Dorp Zuidplas
Bijlage 10 Laddertoets Centrumplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 10 Laddertoets centrumplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 11 Ruimtelijke Verkenning Voorzieningen
Bijlage 11 Ruimtelijke verkenning voorzieningen
Bijlage 12 Reactie Zienswijze Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 12 Reactie zienswijze Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 13 Mer Deelrapport Mobiliteit
Bijlage 13 MER Deelrapport mobiliteit
Bijlage 14 Bp Deelrapport Akoestiek
Bijlage 14 BP Deelrapport akoestiek
Bijlage 15 Mer Deelrapport Luchtkwaliteit
Bijlage 15 MER Deelrapport luchtkwaliteit
Bijlage 16 Mer En Bp Deelrapport Stikstofdepositie
Bijlage 16 MER en BP Deelrapport stikstofdepositie
Bijlage 17 Mer En Bp Deelrapport Externe Veiligheid
Bijlage 17 MER en BP Deelrapport externe veiligheid
Bijlage 18 Mer Deelrapport Archeologie, Cultuurhistorie En Landschap
Bijlage 18 MER Deelrapport archeologie, cultuurhistorie en landschap
Bijlage 19 Mer Deelrapport Water, Bodem En Klimaat
Bijlage 19 MER Deelrapport water, bodem en klimaat
Bijlage 20 Watertoets
Bijlage 21 Waterstructuurplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 21 Waterstructuurplan Middengebied Zuidplaspolder
Bijlage 22 Mer Deelrapport Natuur
Bijlage 22 MER Deelrapport natuur
Bijlage 23 Mer Deelrapport Duurzaamheid
Bijlage 23 MER Deelrapport duurzaamheid
Bijlage 24 Mer Deelrapport Akoestiek
Bijlage 24 MER Deelrapport akoestiek
Bijlage 25 Mer Deelrapport Wonen En Werken
Bijlage 25 MER Deelrapport wonen en werken
Bijlage 26 Nota Van Beantwoording Zienswijzen En Ambtshalve Wijzigingen
Bijlage 26 Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve wijzigingen