Verzamelplan Zuidplas 2023
Bestemmingsplan - Gemeente Zuidplas
Vastgesteld op 05-09-2023 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Verzamelplan Zuidplas 2023 van de Gemeente Zuidplas als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.BpVerzamelp04Zpl-Va01;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 verbeelding
de verbeelding van het bestemmingsplan Verzamelplan Zuidplas 2023, met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1892.BpVerzamelp04Zpl-Va01;
1.4 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 aan-huis-verbonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid in ten hoogste categorie A van de als bijlage 1. opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', geheel of overwegend door handwerk, alsmede kappers, schoonheidssalons, hondentrimsalons en pedicures die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.7 aan-huis-verbonden beroep
het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied, die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.8 antenne-installatie
Installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
1.9 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.10 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of bij een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.12 bestaand
- voor bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (of de Woningwet);
- voor gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan met de daarbij behorende gebruiksregels;
1.13 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.14 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.15 dakkapel
een op een schuin dakvlak uitgebouwde uitstulping met een eigen dak, met dien verstande dat de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter boven de dakvoet is gelegen;
1.16 beperkt kwetsbaar object
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.17 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.21 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.22 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.23 dakopbouw
een vergroting van een gebouw welke een onzelfstandige uitbreiding vormt van de onder het dak gelegen woning of andere daar gevestigde rechtmatige functie, en daarvan deel uitmaakt en de goothoogte verhoogt;
1.24 dark store
een ruimte die wordt gebruikt om voorraad te houden voor producten/boodschappen die via flitsbezorging aan en bij de consument geleverd. Een dark store is niet toegankelijk voor consumenten en richt zich niet primair op het door middel van de uitstalling ter verkoop aanbieden van producten/boodschappen aan het winkelend publiek;
1.25 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.26 ecologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
1.27 flitsbezorging
een specifieke vorm van detailhandel annex bezorgdienst, waarvan de bedrijfsvoering hoofdzakelijk is gericht op de online verkoop en snelle levering van elektronisch aangeboden producten/boodschappen, welke vanuit een distributiecentrum, door een koeriersdienst aan en bij de consument worden geleverd, danwel ter plaatse door de consument kunnen worden afgehaald. Flitsbezorging richt zich niet primair op het door middel van de uitstalling ter verkoop aanbieden van producten/boodschappen aan het winkelend publiek;
1.28 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.29 grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel; hieronder vallen in elk geval niet: intensieve veehouderij, glastuinbouw, paardenhouderij, manege en paardenfokkerij;
1.30 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een perceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk is aan te merken;
1.31 huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en
continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen;
1.32 jongerenontmoetingsplaats
een plaats in de openbare ruimte waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en kunnen recreëren;
1.33 kunstwerk
bouwwerken ten behoeve van weg- en waterbouw;
1.34 kwetsbaar object
object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.35 maatschappelijke voorzieningen
het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting;
1.36 nutsvoorziening
een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding, de distributie van gas, water en elektriciteit, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, gemalen en zendmasten;
1.37 objecten van beeldende kunst
de vorm van kunst waarbij het beeldende voorop staat. Een afbeelding in de zin van een uitbeelding, die een platte of een ruimtelijke vorm kan aannemen met een zichtbaar resultaat;
1.38 onderkomen
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, loodsen, keten en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
1.39 peil
- voor hoofdgebouwen: het bouwkundig peil dat maximaal 0,1 m boven of onder de wegkruin van de voorliggende weg ligt;
- voor aan - en uitbouwen: de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw;
- in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;
- indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil;
1.40 perceelsgrens
grens van een perceel;
1.41 plattelandswoning
een voormalige agrarische bedrijfswoning die door derden, die geen functionele binding hebben met het bedrijf, mag worden bewoond;
1.42 recreatiewoning
een tot bewoning bestemd gebouw dat gelegen is op een officieel voor recreatie aangewezen terrein en-of bestemd is voor bewoning gedurende de vakantie;
1.43 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.44 voorgevel
de gevel van het (oorspronkelijke) hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.45 voorgevellijn
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen; bij een hoekperceel wordt de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel, die naar de weg of openbaar groen is gekeerd, ook beschouwd als voorgevellijn.
1.46 voorziening van openbaar nut
voorziening ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.47 warmtehub
een centraal punt in het warmtenet dat pieken en dalen opvangt in de warmtedistributie voor glastuinbouwbedrijven;
1.48 wonen
het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
1.49 woning of wooneenheid
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden; onder woning wordt mede een zorgwoning begrepen.
1.50 (zeer) kwetsbare groepen
doelgroepen met een permanente functionele beperking. Concreet groepen van personen, die door geestelijke of lichamelijke beperkingen of door zeer jonge leeftijd of door detentie, niet in staat zijn om zichzelf zonder daadwerkelijke hulp van buitenaf, binnen korte tijd in veiligheid te brengen (vluchten) of bescherming te zoeken tegen de nadelige effecten van een calamiteit (schuilen). Voorbeelden van functies bedoeld voor deze doelgroepen zijn: basisscholen, kinderdagverblijven, verzorgingstehuizen, opvang gehandicapten, penitentiaire inrichtingen, enz.;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 bebouwingspercentage
het deel van het bouwblok uitgedrukt in procenten dat gebouwd mag worden;
2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4 de breedte van een gebouw
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.
2.5 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel lager is gemonteerd dan het snijvlak van de gevel en het dakvlak, geldt de hoogte tot aan het snijvlak.
2.6 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. De inhoudsmaten zijn derhalve exclusief ondergrondse bouwwerken, zoals kelders.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 de verticale bouwdiepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer.
2.9 het bruto vloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een vastgoedobject gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen. Ter aanvulling op bovenstaande geldt het volgende:
- Indien een binnenruimte aan een andere binnenruimte grenst, moet worden gemeten tot het hart van de betreffende scheidingsconstructie;
- Indien een gebouwgebonden buitenruimte aan een binnenruimte grenst, moet het grondvlak van de scheidingsconstructie volledig worden toegerekend aan de bruto-vloeroppervlakte van de binnenruimte.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- grondgebonden agrarische bedrijven c.q. -bedrijfsactiviteiten;
- één plattelandswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';
met de daarbij behorende:
- parkeervoorzieningen;
- fiets- en voetpaden;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- recreatief medegebruik;
- kunstwerken.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- een glastuinbouwgebied met volwaardige tuinbouwbedrijven en sierteeltbedrijven voor alle typen glastuinbouwteelt (groenten, bloemen, substraat, belicht en niet-belicht), met de daarbij behorende kassen, klimaathallen, warenhuizen, of andere opstallen van glas, alsmede hulpgebouwen, stookhuizen en/of ketelhuizen en warmteopslagtanks;
- één agrarische bedrijfswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning';
- één plattelandswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning';
- alsmede uitsluitend een agrogerelateerd bedrijf, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – agrogerelateerd bedrijf';
- gietwaterbassins en overige waterberging;
- alsmede uitsluitend een overslagbedrijf voor agrarische producten, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – overslag agrarische producten';
- voorzieningen van algemeen nut behorende bij de glastuinbouwbedrijven als bedoeld in sub a;
- collectieve energievoorzieningen, collectieve voorzieningen ten aanzien van KWO's alsmede collectieve en/of individuele voorzieningen ten aanzien van inzameling en verwijdering van afval;
met de daarbij behorende:
- erven en terreinen;
- verhardingen;
- parkeervoorzieningen;
- bermen, bermsloten en greppels;
- groenvoorzieningen;
- watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming;
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van de ontwikkeling van een duurzaam modern grootschalig gesloten glastuinbouw-bedrijvenlandschap met:
- volwaardige tuinbouwbedrijven en sierteeltbedrijven voor alle typen glastuinbouwteelt (groenten, bloemen, substraat, belicht en niet-belicht), met de daarbij behorende kassen, klimaathallen, warenhuizen, of andere opstallen van glas, alsmede hulpgebouwen, stookhuizen en/of ketelhuizen met een hogere bouwhoogte dan toegestaan in artikel 4 lid 2;
- bedrijven, direct of indirect verbonden of ten dienste aan de glastuinbouw, waaronder in elk geval begrepen logistieke bedrijvigheid, voor zover deze voorkomen in milieucategorie 1 t/m 3.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 2 ten behoeve van meervoudig ruimtegebruik met glastuinbouwbedrijven;
met dien verstande dat;
- de toegelaten bouwhoogte maximaal 15 meter bedraagt;
- de wijziging slechts wordt toegepast als daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bouwwerken;
- de gebouwen ter plaatse nodig dienen te zijn ten behoeve van meervoudig ruimtegebruik;
- de wijziging pas wordt toegepast indien de navolgende milieukwaliteiten worden gerealiseerd:
- realisering van optimaal ruimtegebruik door uit te gaan van, indien mogelijk, clustering van voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan:
- de aanleg en het gebruik van collectieve voorzieningen ten aanzien van de inzameling en afvoer van vrijkomende afvalstromen;
- de aanleg en/of het gebruik van collectieve energiesystemen zoals warmtekracht-koppelingen (wkk) of Koude/Warmteopslag (KWO);
- realisering van intensief en meervoudig ruimtegebruik (optimaliseren bruto-netto verhouding) met tenminste 20% (dubbel ruimtegebruik) in de vorm van stapeling van kassen met bedrijven direct of indirect verbonden of ten dienste aan de glastuinbouw, waaronder in elk geval begrepen logistieke bedrijvigheid en agrogerelateerde bedrijvigheid. Hierbij kan gedacht worden aan:
- opslagruimten in of onder de kas;
- bedrijven of bedrijfsfuncties in of onder de kas;
- loodsen met een grotere hoogte zodat efficiënt gestapeld kan worden;
- combi van bedrijven, waarbij beschikbare ruimte voor meerdere functies gezamenlijk worden gebruikt;
- indien van toepassing gebruik maken van energiezuinige kassystemen met gevelventilatiesystemen in combinatie met een (semi)gesloten kasventilatiesysteem, tenzij blijkt dat dit systeem niet van toepassing is voor de uit te oefenen bedrijfsactiviteiten;
- gebruik wordt gemaakt van duurzame energiebronnen, zoals:
- de opslag van warmte en koude (KWO);
- warmte-uitwisseling tussen kassen onderling en tussen kassen en bedrijven en/of woningen;
- het benutten van duurzame bronnen zoals windenergie en geothermie;
- realisering van optimaal ruimtegebruik door uit te gaan van, indien mogelijk, clustering van voorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan:
Nagestreefd wordt om tenminste 10% van het energieverbruik afkomstig te laten zijn van duurzame energiebronnen;
- indien uitvoerbaar/mogelijk, zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de externe levering van CO2, bijvoorbeeld via Ocap;
- nagestreefd wordt een efficiënte energieproductie via warmtekrachtkoppeling (WKK) te realiseren door clustering van activiteiten, waaronder begrepen een combinatie van warmteteelt en lichtteelt;
- bij toepassing van assimilatiebelichting in de kassen de lichtuitstralingsbepalingen toepassen als weergegeven in bijlage 3.
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- een bedrijf en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2;
- in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de functieaanduiding 'hovenier' uitsluitend een hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf toegelaten;
- in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – warmtehub' uitsluitend een warmtehub toegelaten;
alsmede ook voor:
- watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
- groenvoorzieningen;
- voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten van brandstoffen;
met de daarbij behorende:
- tuinen, erven en terreinen;
- parkeervoorzieningen en overige verhardingen;
- bermen, bermsloten en greppels;
- (boom)beplanting, oeverbeschoeiingen en overig groen;
- bouwwerken, werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken, infiltratievoorzieningen en overige voorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming;
met uitzondering van:
- risicovolle inrichtingen, die niet zijn toegestaan.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
- de uitoefening van enige tak van handel, bedrijf (waaronder begrepen een risicovolle inrichting, inclusief propaantanks) of dienstverlening anders dan volgens het bepaalde in artikel 5 lid 1, sub a is toegestaan;
- geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
- wonen, met uitzondering van de bedrijfswoning als bedoeld in artikel 5 lid 1, sub b;
- (permanente) buitenopslag van goederen en materialen voor de voorgevellijn en tot 3 meter erachter;
- opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
- seksinrichtingen;
- de opslag en verkoop van vuurwerk;
- het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 6 Bedrijventerrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorie 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd onder a en b, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 3.000 m²;
- tuinen;
- bijbehorende bouwwerken;
- parkeervoorzieningen;
- wegen;
- fiets- en voetpaden;
- water;
- groenvoorzieningen;
- kunstwerken;
- objecten van beeldende kunst;
- bouwwerken, geen gebouw zijnde.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 7 Groen
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- groenvoorzieningen;
- (ondergrondse) afvalinzamelpunten;
- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': een bijgebouw uitsluitend voor opslag;
met de daarbij behorende:
- wegen en paden;
- voorzieningen van openbaar nut;
- waterlopen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- objecten van beeldende kunst;
- speelvoorzieningen;
- kunstwerken.
7.2 Bouwregels
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 24 lid 1 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- een jongerenontmoetingsplaats.
Artikel 8 Lintzone
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Lintzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- bestaande (glastuinbouw)bedrijven;
- bestaande bedrijfsactiviteiten mits legaal, waarbij het bedrijf/de bedrijfsactiviteit behoort tot milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten als opgenomen in bijlage 2, dan wel het een bedrijf/bedrijfsactiviteit betreft die niet is vermeld in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar naar aard en invloed vergelijkbaar is met de in bijlage 2 genoemde bedrijven en bedrijfsactiviteiten;
- uitsluitend een agrogerelateerd bedrijf, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – agrogerelateerd bedrijf';
- uitsluitend een overslagbedrijf voor agrarische producten, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – overslag agrarische producten';
- één bedrijfswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning';
- één plattelandswoning ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning';
- aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven;
met de daarbij behorende:
- tuinen en erven;
- paden en wegen;
- parkeervoorzieningen;
- water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- kunstwerken.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8 lid 2.1 sub b ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen met een hogere bouwhoogte, behorende bij duurzame en modern grootschalig volwaardige tuinbouwbedrijven en sierteeltbedrijven voor alle typen glastuinbouwteelt in het achterliggende bestemmingsgebied, met dien verstande dat:
- de toegelaten bouwhoogte maximaal 15 meter bedraagt;
- de afwijking slechts wordt toegepast als daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden en bouwwerken;
- de gebouwen ter plaatse nodig dienen te zijn ten behoeve van de optimale duurzame bedrijfsvoering van het daaraan verbonden (achterliggende) glastuinbouwbedrijf of vanwege meervoudig ruimtegebruik;
- de afwijking pas wordt toegepast indien de navolgende milieukwaliteiten worden gerealiseerd:
- realisering van ruimtebesparing (optimaal ruimtegebruik) door uit te gaan van, indien mogelijk, clustering van bedrijvigheid en voorzieningen;
- realisering van intensief en meervoudig ruimtegebruik (optimaliseren bruto-netto verhouding), in de vorm van verticale stapeling van functies. Hierbij kan gedacht worden aan;
- loodsen met een grotere hoogte zodat efficiënt gestapeld kan worden;
- combi van bedrijven, waarbij beschikbare ruimte voor meerdere functies gezamenlijk worden gebruikt.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- maatschappelijke voorzieningen en bijbehorende nutsvoorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - begeleid wonen': tevens begeleid wonen met bijbehorende ondersteunende voorzieningen zoals ondergeschikte gemeenschapsruimten;
met de daarbij behorende:
- tuinen en groenvoorzieningen;
- parkeer- en stallingsvoorzieningen;
- wegen, voet- en fietspaden
- waterlopen en waterpartijen;
- kunstwerken.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Recreatie
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- recreatieve voorzieningen;
- extensieve dagrecreatie;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'parkeerterrein': tevens een parkeerterrein;
met de daarbij behorende:
- wegen en fiets- en voetpaden;
- onverharde paden;
- speelvoorzieningen;
- waterlopen en waterpartijen;
- groenvoorzieningen;
- kunstwerken.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Verkeer
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wegen, straten en paden;
- parkeervoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- voet- en fietspaden;
- groen- en speelvoorzieningen;
- straatmeubilair;
- water en kunstwerken;
- voorzieningen van openbaar nut;
- ondergrondse afvalinzameling.
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- watergangen met natuurlijke oevers, oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
met de daarbij behorende:
- voorzieningen ten behoeve van waterafvoer en waterberging;
- bermen en groenvoorzieningen;
- bruggen en kunstwerken.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 24 lid 1 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- woonschepen en drijvende woningen als ligplaats.
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- wonen;
- aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport': tevens voor een carport;
- uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - paardenbak': voor een paardenbak met bijbehorende hekwerken;
met de daarbij behorende:
- tuinen;
- ontsluiting en parkeervoorzieningen;
- fiets- en voetpaden;
- groenvoorzieningen;
- water;
- kunstwerken.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 14 Leiding - Hoogspanning
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- de aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende belemmerde strook en voorzieningen;
en de daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 lid 2 en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 13, indien:
- geen aantasting plaats vindt van het doelmatig en veilig functioneren van de hoogspanningsverbinding;
- vooraf schriftelijk advies is ingewonnen van de netbeheerder.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Leiding - Hoogspanningsverbinding
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- het bovengrondse transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende belemmerde strook en voorzieningen;
en de daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 2 en toestaan dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 13, indien:
- geen aantasting plaats vindt van het doelmatig en veilig functioneren van de hoogspanningsverbinding;
- vooraf schriftelijk advies is ingewonnen van de netbeheerder.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Leiding - Rivierwatertransport
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Rivierwatertransport' aangeduide gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de aanleg, het herstel en de instandhouding van een ondergrondse rivierwaterleiding ten behoeve van het transport van rivierwater.
Waar een basisbestemming samenvalt met een dubbelbestemming, zoals aangegeven, geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming. De bepalingen met betrekking tot de basisbestemming zijn uitsluitend van toepassing voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
16.2 Bouwregels
Op de tot 'Leiding - Rivierwatertransport' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leidingen met een maximale hoogte van 3 meter.
16.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 16 lid 2 en toestaan dat in de andere bestemming bouwwerken worden gebouwd, mits:
- door de bouwwerken geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding;
- vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 17 Leiding - Water
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor
- het ondergrondse transport van water door een hoofdwaterleiding;
met daarbij behorende:
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Leiding - Water' worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2,5 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17 lid 2 voor het toestaan dat er gebouwd wordt, mits:
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- vooraf schriftelijk toestemming is verkregen van de beheerder van de leidingen.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 18 Waarde - Archeologie - 2
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- een bouwwerk met een oppervlakte van niet meer dan 100 m²;
- een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 30 centimeter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bouwwerken in andere bestemmingen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 4.2 en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
- de aanvrager aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad, of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden die gericht zijn op:
- het treffen van maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- het doen van opgravingen;
- begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
- op basis van een archeologische onderbouwing van het bevoegd gezag geconcludeerd kan worden dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:
- uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
- de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
Artikel 19 Waarde - Archeologie - 3
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- een bouwwerk met een oppervlakte van niet meer dan 1.000 m²;
- een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 3 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Bouwwerken in andere bestemmingen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19 lid 4.2 en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
- de aanvrager aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad, of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden die gericht zijn op:
- het treffen van maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- het doen van opgravingen;
- begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
- op basis van een archeologische onderbouwing van het bevoegd gezag geconcludeerd kan worden dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:
- uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
- de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
Artikel 20 Waarde - Archeologie - 4
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- een bouwwerk met een oppervlakte van niet meer dan 1.000 m²;
- een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 7 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Bouwwerken in andere bestemmingen
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20 lid 4.2 en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
- de aanvrager aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
- de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd, waaruit blijkt dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet worden geschaad, of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de afwijking regels te verbinden die gericht zijn op:
- het treffen van maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
- het doen van opgravingen;
- begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige;
- op basis van een archeologische onderbouwing van het bevoegd gezag geconcludeerd kan worden dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Waarde - Archeologie - 4' geheel of gedeeltelijk van de verbeelding wordt verwijderd, indien:
- uit archeologisch onderzoek is gebleken, dat ter plaatse géén archeologische waarden aanwezig zijn en de gronden daarom géén bescherming behoeven;
- de archeologische waarden in voldoende mate zijn opgegraven en/of gedocumenteerd.
Artikel 21 Waterstaat - Waterkering
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- waterkeringen;
- waterstaatkundige voorzieningen;
- het onderhoud en instandhouding van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
- watersystemen als fysiek systeem van waterlopen en andere met de waterhuishouding samenhangende voorzieningen.
Waar een basisbestemming samenvalt met een dubbelbestemming, zoals aangegeven, geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
De bepalingen met betrekking tot de basisbestemming zijn uitsluitend van toepassing/toelaatbaar voor zover deze niet strijdig zijn met het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming en het voor zover zulks, gehoord de beheerder van de waterkering, verenigbaar is met het belang van de waterkering/het waterstaatsbelang.
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21 lid 2.1 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering;
- het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad;
- vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerders van de betreffende waterkering.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 23 Algemene Bouwregels
23.1 Toegestane overschrijding
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, (verhoogde) entreepartijen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftopbouwen, antennes, zonnepanelen, airco-units, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van aanduidingsgrenzen, bouwgrenzen dan wel bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.
Artikel 24 Algemene Gebruiksregels
24.1 Verboden gebruik
24.2 Afwijking
Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24 lid 1.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Artikel 25 Algemene Afwijkingsregels
25.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
- de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 50 m;
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de ruimtelijke kwaliteit, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
25.2 Waterstaatkundige objecten
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels in de bestemmingsregels voor het aanbrengen, plaatsen, wijzigen of vervangen van waterstaatkundige objecten in of bij hoofdwatergangen, overige watergangen, peilscheidingen, stuwen, inlaten, kleine gemalen en voor het plaatsen van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde. Voor maatvoering en onderhoud dient te worden voldaan aan de Keur en Legger van Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Artikel 26 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 3 m mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding.
Artikel 27 Overige Regels
27.1 Parkeren en laden en lossen
27.2 Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
- bestaande ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan;
- in afwijking van het bepaalde onder a, zijn nieuwe afvalinzamelpunten en randvoorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding buiten bouwvlakken toegestaan binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer';
- in afwijking van het bepaalde onder a, zijn ondergrondse parkeervoorzieningen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
- de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3,5 m onder peil, met dien verstande dat een randvoorziening ten behoeve van de waterhuishouding (bergbassins) tot maximaal 6 m onder peil gebouwd mag worden;
- bij het berekenen van de bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen voor zover deze buiten de buitenwerkse gevelvlakken van een bovengronds gebouw gelegen zijn.
27.3 Afwijking ondergronds bouwen
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 27 lid 2, voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil onder de voorwaarde dat:
- de waterhuishouding niet wordt verstoord;
- positief advies is ontvangen van de waterbeheerder in casu het Hoogheemraadschap;
- geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
27.4 Ondergrondse werken
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken -geen bouwwerken zijnde- en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
27.5 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
27.6 Geluidzone - spoor
27.7 Geluidzone - weg
27.8 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen
27.9 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg
27.10 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 1
27.11 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2
27.12 Veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 2
27.13 Veiligheidszone - lpg 2
27.14 Milieuzone
27.15 Administratieve bepaling
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 28 Overgangsrecht
28.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
- het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
28.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 29 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Verzamelplan Zuidplas 2023 van de gemeente Zuidplas.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Sinds enkele jaren hanteert de gemeente Zuidplas een 'verzamelplan', waarin plannen van diverse initiatiefnemers en reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen worden gebundeld. Het gaat in het voorliggende verzamelplan ook om omgevingsvergunningen die verleend zijn door de gemeente Zuidplas.
Door de verschillende locaties, reparaties en omgevingsvergunningen in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts eenmaal een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. Het doel van dit bestemmingsplan is het geven van een actueel en correct beeld van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied bestaat uit 29 specifieke locaties verspreid over de gemeente Zuidplas, waaronder 7 nieuwe ontwikkelingen, 1 snippergroenlocatie, 7 correcties en 14 omgevingsvergunningen. Het betreft de volgende locaties:
Ontwikkelinitiatieven
1. Hoofdweg-Noord 5, Nieuwerkerk aan den IJssel
2. Prins Bernhardstraat 7a, Nieuwerkerk aan den IJssel
3. Van Hasseltweg 1-3/ Bredeweg 55-61, Moerkapelle
4. Verbindingsweg 3, Nieuwerkerk aan den IJssel
5. Parallelweg-Noord 14/16, Nieuwerkerk aan den IJssel
6. Zuidplasweg 23, Zevenhuizen
7. Zuideinde 12/13, Zevenhuizen
Snippergroen
8. Goudmos 68, Nieuwerkerk aan den IJssel
Reparaties
9. Deel van Zevenhuizerplas bij Nieuwerkerk aan den IJssel
10. Westringdijk 18, Nieuwerkerk aan den IJssel
11. Beeldkwaliteitplan Gouwe Park
12. Rottekade 10a, Zevenhuizen
13. Noordeinde 27, Zevenhuizen
14. 's-Gravenweg 121, Nieuwerkerk aan den IJssel
15. Kortenoord naast 100, Nieuwerkerk aan den IJssel
Omgevingsvergunningen
16. 2e Tochtweg 51, Nieuwerkerk aan den IJssel
17. Vierde Tochtweg 3, Moordrecht
18. Rottedijk 4, Moerkapelle
19. Raadhuisplein 1, Nieuwerkerk aan den IJssel
20. 's-Gravenweg 32a, Nieuwerkerk aan den IJssel
21. 's-Gravenweg 114, Nieuwerkerk aan den IJssel
22. Hennipgaarde Eendragtspolder
23. Herenweg 56, Moerkapelle
24. Hoofdweg-Noord 47, Nieuwerkerk aan den IJssel
25. Knibbelweg 9c, Zevenhuizen
26. Noordelijke Dwarsweg 3/5, Zevenhuizen
27. West Ringdijk 43b, Moordrecht
28. Vergunningaanvraag N219a
29. Westeinde - Weteringstraat, Moordrecht
1.3 Geldende Planologisch Regimes
Voor de locaties die deel uitmaken van het plangebied gelden diverse planologische regimes. In de volgende tabel is voor elke locatie het geldende bestemmingsplan weergegeven.
Locatie | Planologisch regime | Vastgesteld | |
1. | Hoofdweg-Noord 5, Nieuwerkerk aan den IJssel | Kleine Vink en omgeving | 18 december 2018 |
2. | Prins Bernhardstraat 7a, Nieuwerkerk aan den IJssel | Esse-Kleinpolder | 30 oktober 2012 |
3. | Van Hasseltweg 1-3/ Bredeweg 55-61, Moerkapelle | Zuidplas Noord en Herziening Zuidplaspolder 2 | 16 juni 2009 en 16 oktober 2018 |
4. | Verbindingsweg 3, Nieuwerkerk aan den IJssel | Zuidplas West | 2 juli 2009 |
5. | Parallelweg-Noord 14/16, Nieuwerkerk aan den IJssel | Zuidplas West | 2 juli 2009 |
6. | Zuidplasweg 23, Zevenhuizen | Herziening Zuidplaspolder 1 | 16 oktober 2018 |
7. | Zuideinde 12/13, Zevenhuizen | 1e partiele herziening beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas | 16 februari 2022 |
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan op één snippergroenlocatie. De navolgende tabel toont hiervan het geldende bestemmingsplan.
Locatie | Planologisch regime | Vastgesteld | |
8. | Goudmos 68, Nieuwerkerk aan den IJssel | 1e partiele herziening beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel | 16 februari 2022 |
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan betrekking op de enkele reparaties van geldende bestemmingsplannen. De navolgende tabel toont hiervan een overzicht.
Locatie | Planologisch regime | Vastgesteld | |
9. | Deel van Zevenhuizerplas bij Nieuwerkerk aan den IJssel | beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas | 16 februari 2022 |
10. | Westringdijk 18, Nieuwerkerk aan den IJssel | Zuidplas West | 2 juli 2009 |
11. | Beeldkwaliteitplan Gouwe Park | Bedrijventerrein Gouwe Park e.o. | 11 juni 2013 |
12. | Rottekade 10a, Zevenhuizen | Eendragtspolder | 13 december 2005 |
13. | Noordeinde 27, Zevenhuizen | Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening) | 30 oktober 2012 |
14. | 's-Gravenweg 121, Nieuwerkerk aan den IJssel | 's-Gravenweg 2013 | 6 maart 2013 |
15. | Kortenoord naast 100, Nieuwerkerk aan den IJssel | Kortenoord 2013 | 14 mei 2013 |
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan betrekking op de enkele reparaties van geldende bestemmingsplannen. De navolgende tabel toont hiervan een overzicht.
Locatie | Planologisch regime | Vastgesteld | |
16. | Tweede Tochtweg 51, Nieuwerkerk aan den IJssel | Restveen en Groene Waterparel | 16 december 2008 |
17. | Vierde Tochtweg 3, Moordrecht | Restveen en Groene Waterparel | 16 december 2008 |
18. | Rottedijk 4, Moerkapelle | Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening) | 30 oktober 2012 |
19. | Raadhuisplein 1, Nieuwerkerk aan den IJssel | Beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel | 16 februari 2022 |
20. | 's-Gravenweg 32, Nieuwerkerk aan den IJssel | Groene Zoom | 27 november 2012 |
21. | 's-Gravenweg 114, Nieuwerkerk aan den IJssel | 's-Gravenweg 2013 | 11 juni 2013 |
22. | Hennipgaarde Eendragtspolder | Beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas | 16 februari 2022 |
23. | Herenweg 56, Moerkapelle | Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening) | 30 oktober 2012 |
24. | Hoofdweg-Noord 47, Nieuwerkerk | Groene Zoom | 16 oktober 2013 |
25. | Knibbelweg 9c, Zevenhuizen | Zuidplas Noord | 16 juni 2009 |
26. | Noordelijke Dwarsweg 3 /5, Zevenhuizen | Zevenhuizen Dorp | 27 november 2012 |
27. | West Ringdijk 43b, Moordrecht | Restveen en Groene Waterparel | 16 december 2008 |
28. | Vergunningaanvraag N219a | Verscheidene bestemmingsplannen | - |
29. | Westeinde - Weteringstraat, Moordrecht | Beheersverordening Moordrecht | 16 februari 2022 |
Verder gelden voor de gehele gemeente Zuidplas de bestemmingsplannen 'Parapluherziening Archeologie' en 'Parapluherziening Parkeren'. Het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' vervangt de verschillende dubbelbestemmingen 'Archeologie' uit de hierboven genoemde bestemmingsplannen. Waar nodig zijn de archeologische dubbelbestemmingen uit de 'Parapluherziening Archeologie' overgenomen.
Het doel van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Parkeren' is een eenduidige regeling te treffen voor het aspect parkeren. De betreffende regeling is toegevoegd aan het voorliggende verzamelplan.
Daarnaast zijn het bestemmingsplan 'Parapluherziening Flitsbezorging' en de 2e partiële herziening beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel, Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas en Moordrecht van kracht waarmee een generiek verbod op het gebruik van gronden ten behoeve van flitsbezorging en/of het gebruik van panden als zogenaamde 'darkstores' is geregeld. Het voorziet in een afwijkingsregeling, gekoppeld aan de bestemming 'Bedrijventerrein'.
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de verschillende ontwikkelingen, reparaties en omgevingsvergunningen beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het relevante rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt het bestemmingsplan op haalbaarheid getoetst. Hierbij komt ook het aspect 'handhaving' aan bod. Tot slot bevat hoofdstuk 5 de juridische planbeschrijving.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Nieuwe Ontwikkelingen
Het verzamelplan heeft betrekking op 7 nieuwe ontwikkelingen. De beoogde ontwikkelingen passen niet binnen de mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen. De initiatiefnemers hebben in een eerder stadium principeverzoeken ingediend bij de gemeente Zuidplas. Middels principebesluiten heeft de gemeente Zuidplas aangegeven positief tegenover de beoogde ontwikkelingen te staan.
De ontwikkelingen aan de Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel en de Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen betreffen het omzetten van een voormalige bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Aan de Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel gaat het om het omzetten van twee bedrijfswoningen naar twee burgerwoningen. Aan de Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel worden drie bedrijfsverzamelgebouwen gerealiseerd. Aan de Prins Bernhardstraat 7a te Nieuwerkerk aan den IJssel wordt de maatschappelijke bestemming omgezet in een woonbestemming om daarmee één woning mogelijk te maken. Bij de herontwikkeling van de locatie Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 worden twee glastuinbouwbedrijven herontwikkeld en drie bedrijfswoningen omgezet naar een plattelandswoning. Eén van deze bedrijfswoningen wordt verplaatst binnen het plangebied. De ontwikkeling aan Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen betreft sloop en nieuwbouw van twee woningen.
In toelichting paragraaf 2.1 worden per initiatief de huidige situatie en beoogde situatie beschreven, vervolgens worden de haalbaarheidsaspecten behandeld. In toelichting hoofdstuk 3 wordt toegelicht in hoeverre de beoogde ontwikkelingen passen binnen de gestelde beleidskaders.
2.1.1 Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.2 Prins Bernhardstraat 7a in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.3 Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle
2.1.4 Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.5 Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.6 Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen
2.1.7 Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen
2.2 Snippergroen
2.2.1 Goudmos 68 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.3 Reparatie
2.3.1 Zevenhuizerplas
Een deel van de Zevenhuizerplas maakt onderdeel uit van 'Beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas' (vastgesteld d.d. 16 februari 2022), maar daarin ontbreekt een planologisch regime voor het onderhavige deel. Om die reden wordt nu, in het kader van dit Verzamelplan, een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied vervaardigd, uitgaande van de bestaande situatie. Om die reden wordt uitgegaan van de bestemmingen 'Water' en 'Recreatie'. Het bestaande parkeerterrein ('Parkeerplaats Zevenhuizerplas') aan de Middelweg en een kleinschalige parkeervoorziening nabij de Wollefoppenweg zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer'. Tevens is de dubbelbestemming 'Leiding-Rivierwatertransport' opgenomen.
2.3.2 Westringdijk 18 in Nieuwerkerk aan den IJssel
De bewoners van Westringdijk 18 in Nieuwerkerk aan den IJssel willen graag de bestemming die op hun woning ligt, repareren. Op dit moment geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Zuidplas West', waarin het deel waar zich de bestaande woning bevindt, sprake is van de bestemming 'Verkeer - Uit te werken'. Er is een principeverzoek ingediend om medewerking te verlenen aan de gevraagde reparatie. Op 11 januari 2022 is in een principebesluit (kenmerk: B21.000486) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven in principe medewerking te willen verlenen aan het wijzigingen van de uit te werken verkeersbestemming naar een reguliere woonbestemming.
De onderstaande afbeeldingen tonen een aanzicht en de begrenzing van de planlocatie.

Aanzicht bestaande situatie met de woning Westringdijk 18 centraal in het beeld ( bron: google streetview, september 2021)

Globale begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Geldend bestemmingsplan
Het bestemmingsplan 'Zuidplas West' beoogt in dit deel van Nieuwerkerk aan den IJssel een toekomstige grootschalige woningbouwontwikkeling. In dat verband is ook een wegenstructuur opgenomen middels de bestemming 'Verkeer - Uit te werken'. Er is echter geen overeenkomst of uitkoopregeling getroffen met betrekking tot de grond waar de verkeersbestemming op zou moeten komen. Het is hierdoor niet met zekerheid te stellen dat de toekomstige verkeersbestemming ook daadwerkelijk op deze locatie zal komen.
De uitwerking van het bestemmingsplan dient in een later stadium middels een uitwerkingsplan concreet gemaakt te worden. Een bestemmingswijziging voor de woning aan de Westringdijk 18 zorgt er niet voor dat de uitwerking van het bestemmingsplan in gevaar komt. De woning is immers al aanwezig en bij de uitwerking van het bestemmingsplan dient daar rekening mee gehouden te worden.

Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Zuidplas West' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling naar het bestemmingsplan
Onderhavig bestemmingsplan voorziet het onderhavige perceel van de bestemming 'Wonen'. Ter plaatse van de bestaande woning zal de planlocatie worden voorzien van een bouwvlak. Binnen het bouwvlak zal de bouwaanduiding 'vrijstaand' en maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 1' worden overgenomen. Verder wordt geregeld dat de goot- en bouwhoogte maximaal resp. 7 en 10 m mogen bedragen, overeenkomstig de gangbare mogelijkheden. Voor wat betreft de maximum inhoudsmaat wordt uitgegaan van een maximum volume van 750 m³.
Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de herbestemming van een bestaande woonfunctie zonder bouw-of gebruikswijzigingen, is voor de milieu- en omgevingsaspecten zoals archeologie, ecologie, bodem, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig en vormen deze geen belemmering voor het voorgenomen plan.
2.3.3 Beeldkwaliteitplan Gouwe Park
Het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013' is als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o.' (vastgesteld op 11 juni 2013) gevoegd. Maar er wordt slechts bij het stellen van nadere eisen naar dit beeldkwaliteitplan verwezen. De behoefte is er om het beeldkwaliteitsplan in sterkere mate te verankeren in het bestemmingsplan.
Voor deze locatie is nadien het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o., eerste herziening' (vastgesteld op 11 oktober 2016) vastgesteld, maar op het onderhavige onderdeel blijft het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o.' van toepassing.
In het jaar 2023 wordt de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas (NOZ) vastgesteld. Het BKP Gouwepark wordt opgenomen in de nota.
Vertaling naar het bestemmingsplan
Beoogd wordt dat bij het bouwen van gebouwen en van bouwwerken geen gebouwen zijnde voldaan wordt aan de beeldkwaliteitscriteria uit het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013'. Naast bouwregels wordt hiervoor een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Voorts worden mogelijkheden geboden om af te wijken. Dit gebeurt in de vorm van een administratieve bepaling (zie onder Overige regels'), met een verwijzing naar de gebiedsaanduiding 'Overige zone - Beeldkwaliteit Gouwe Park'.
Aan de bouwregels van Artikel 4 Bedrijventerrein van het geldende bestemmingsplan wordt voor gebouwen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde een regeling toegevoegd: Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt voldaan aan de beeldkwaliteitscriteria zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013 in bijlage 2 bij de regels van het geldende bestemmingsplan 'Gouwe Park e.o.' Indien het beeldkwaliteitsplan gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Tevens wordt een voorwaardelijke verplichting beeldkwaliteitsplan toegevoegd:
Het gebruiken van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, is slechts toegestaan indien deze gronden en bouwwerken worden ingericht en ingericht blijven in overeenstemming met algemene beeldkwaliteitscriteria en aanvullende beeldkwaliteitscriteria per zone zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013 in bijlage 2 bij de regels van het geldende bestemmingsplan 'Gouwe Park e.o.' Indien het beeldkwaliteitsplan gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
Voorts wordt voorzien in een afwijkingsmogelijkheid, om af te wijken van de criteria uit het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013', waarbij de volgende voorwaarden worden opgenomen:
- hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beeldkwaliteitscriteria;
- het afwijkingen betreft van ondergeschikte aard;
- er sprake is van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering.
2.3.4 Rottekade 10a in Zevenhuizen
Ter plaatse van de Rottekade 10a te Zevenhuizen bevindt zich een voormalige agrarische bedrijfswoning. Deze bedrijfswoning zou destijds in de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan omgezet worden in een burgerwoning. Tevens wenste de initiatiefnemer een deel van de bedrijfsbebouwing te handhaven en te vernieuwen. Destijds is aangegeven dat deze wijziging geregeld zou worden in de eerstkomende herziening van het bestemmingsplan.

Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling in bestemmingsplan
Onderhavig plan herstelt de omissie en voorziet in de bestemmingswijziging van de bestemming 'Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden' in de bestemming 'Wonen'. De woning wordt voorzien van een bouwvlak. Het bouwvlak krijgt de aanduidingen maximum aantal wooneenheden 1, de bouwaanduiding 'vrijstaand' en de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' van respectievelijk 4 en 8 m.
2.3.5 Noordeinde 27 in Zevenhuizen
Voor de locatie aan Noordeinde 27 te Zevenhuizen is door middel van het 'Wijzigingsplan Noordeinde 27 te Zevenhuizen' (vastgesteld 12 april 2012) een bouwvlak toegevoegd ten behoeve van het bouwen van een nieuwe schuur. In het daarna vastgestelde bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' is dit bouwvlak per abuis wegbestemd. Daarnaast klopt de locatie van het bouwvlak niet met de werkelijke situatie. Met voorliggend bestemmingsplan wordt het bouwvlak alsnog toegevoegd.
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.

Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling in bestemmingsplan
Ter plaatse van de planlocatie geldt op dit moment het bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' zonder bouwvlak. Dit wordt hersteld door het bouwvlak opnieuw toe te voegen. Het bouwvlak wordt om de feitelijke locatie van de schuur gelegd en aan de zuidkant wordt letterlijk aangesloten bij het bestaande bouwvlak. Op de verbeelding is de maximum goot- en bouwhoogte opgenomen (resp. maximaal 6 en 10 meter). Daarnaast wordt de locatie deels voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' uit het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'.
2.3.6 's-Gravenweg 121 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 121/123' (vastgesteld op 6 maart 2013) is kort na vaststelling vervangen door het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' (vastgesteld op 11 juni 2013). Echter is daarbij de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' per abuis niet overgenomen. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de aanduiding alsnog opgenomen in het bestemmingsplan.
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.

Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling in bestemmingsplan
Middels voorliggend bestemmingsplan zal de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' alsnog in het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' opgenomen worden. Hierbij wordt aangesloten op het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 121/123'. Tevens wordt de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' overgenomen uit het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'.
2.3.7 Kortenoord naast 100 in Nieuwerkerk aan den IJssel
In het bestemmingsplan 'Kortenoord 2013' (vastgesteld op 14 mei 2013) is de locatie aan het Kortenoord, naast nr. 100, voorzien van de bestemming 'Groen' zonder bouwvlak. De schuur maakt van oudsher onderdeel uit van het complex van de (voormalige) sluizen en het gemaal. Om het complex als geheel te behouden zou de schuur voorzien moeten worden van een bouwvlak. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de locatie alsnog voorzien van een bouwvlak.
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.

Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Vertaling in bestemmingsplan
Middels voorliggend bestemmingsplan zal de locatie van een aanduidingsvlak voorzien worden met de aanduiding 'bijgebouwen'. Hierbij wordt qua bestemming aangesloten op het bestemmingsplan 'Kortenoord 2013', waarbinnen voor het aangrenzende perceel een groenbestemming geldt. In betreffende bijgebouw is uitsluitend opslag toegelaten. Er wordt een maatvoering opgenomen voor de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen van respectievelijk maximaal 3 en 5 m. De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' wordt ook in het voorliggende bestemmingsplan voor deze locatie opgenomen.
2.4 Omgevingsvergunningen
2.4.1 2e Tochtweg 51 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 4 april 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 2e Tochtweg 51 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft een aanvraag voor de bouw van een woning met bijgebouwen. De bestaande bebouwing zal worden gesloopt. Het bouwen van een nieuwe woning met bijgebouwen is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Om de woning mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 14. De vergunning is op 27 januari 2015 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 2e Tochtweg 51 wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen. Ter plaatse van de nieuwe woning worden de gronden voorzien van een bouwvlak. De maximale goot- en bouwhoogten voor de woning bedragen resp. 5,7 en 8 m. De inhoud van de nieuwe woning mag ten hoogste 1.490 m³ zijn.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
2.4.2 Vierde Tochtweg 3 in Moordrecht
Op 21 december 2012 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Vierde Tochtweg 3 te Moordrecht. Het initiatief betreft het oprichten van een schuur en de aanleg van een paardenbak. Het bouwen van een nieuwe schuur en de aanleg van een paardenbak is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Er is gebruik gemaakt van de saneringsregeling uit het geldende bestemmingsplan. De sloop van 300 m² wordt ingebracht en daarvoor in de plaats wordt een schuur opgericht van 150 m² en wordt een paardenbak aangelegd. Het nieuw te bebouwen oppervlak blijft ruimschoots onder de 250 m² als bedoeld in de saneringsregeling.

Uitsnede geldend bestemmingsplan, plangebied rood omlijnd (Bron: Ruimtelijke onderbouwing, Adviesbureau IntROview, 11 maart 2014)
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 15. De vergunning is op 11 maart 2014 definitief verleend.

Nieuwe situatie (Bron: Ruimtelijke onderbouwing, Adviesbureau IntROview, 11 maart 2014)
Vertaling in bestemmingsplan
In navolging van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' is voor het perceel de bestemming 'Wonen' opgenomen. Ter plaatse van de nieuwe schuur worden de gronden voorzien van de aanduiding 'bijgebouwen', waarbij de bebouwing qua omvang is geregeld. Dat geldt ook voor de maximale goot- en bouwhoogte van resp. 3 en 5,5 m. De paardenbak. met een afmeting van 40 x 20 m, wordt eveneens aangeduid op de verbeelding, waarbij tevens een hekwerk met een hoogte van 1,5 m.
De bestaande woning is voorzien van een bouwvlak. De opgenomen maximale goot- en bouwhoogten van resp. 4,5 en 8 m zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Daarin was tevens een maximale inhoudsmaat van 750 m³ opgenomen; dat is nu eveneens van toepassing.
Op basis van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
2.4.3 Rottedijk 4 in Moerkapelle
Op 18 september 2017 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Rottedijk 4 te Moerkapelle. Het initiatief betreft het realiseren van een bed & breakfast en bergruimte. Het realiseren van een bed & breakfast en een nieuwe bergruimte buiten het bouwvlak is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 16. De vergunning is op 9 april 2019 definitief verleend.

Begrenzing plangebied (rood omlijnd)
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de Rottedijk 4 worden de bestemmingen 'Wonen' en 'Agrarisch' opgenomen, conform het geldende bestemmingsplan. De hooischuur is binnen de bestemming 'Agrarisch' voorzien van de aanduiding ’bijgebouwen’. De maximum goot- en bouwhoogten (resp. 5 en 8 m) worden in de regels geregeld.
Tevens is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' opgenomen.
2.4.4 Raadhuisplein 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 24 mei 2018 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het uitbreiden van de fietsenberging nabij Raadhuisplein 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het betreft het bouwen van een fietsenberging. Hiermee vindt een ontwikkeling plaats die destijds in strijd was met de 'Beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel' en het bestemmingsplan 'Zuidplaspolder 2008'. De betreffende gronden zijn niet voorzien van een bouwvlak en het beoogde gebruik is niet ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Verblijf' maar betreft een fietsenstalling voor het naastgelegen gemeentehuis (maatschappelijke bestemming). Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlagen bij toelichting bijlage 17. De vergunning is op 30 november 2018 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Met voorliggend bestemmingsplan wordt voor de fietsenberging en voor een noodaggregaat nabij Raadhuisplein 1 de bestemming 'Maatschappelijk' opgenomen. De gronden worden voorzien van een bouwvlak, met een maximum bouwhoogte van 3 m.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
2.4.5 's-Gravenweg 32a in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 31 juli 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 's-Gravenweg 32a te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft een aanvraag voor het vergroten van het parkeerterrein van Autobedrijf Neleman. Het vergroten van het parkeerterrein is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom 2012' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Er is geen sprake van een uitbreiding van de huidige bedrijfsvoering.
Het realiseren van de extra parkeerruimte op een deel van perceel E 787 resulteert in een efficiëntere bedrijfsvoering. De rijbaan ligt aan de oostkant, de kant van het Autobedrijf Neleman om zo de afstand naar de
aangrenzende percelen zo groot mogelijk te houden. Daarbij wil aanvrager op het betreffende perceel een lage aarden wal aanbrengen op de grens met het buurperceel (racketcentrum Gravenhout) met daarop extra bomen en ander groen om enige vorm van overlast richting de recreatieve functie van dat perceel te vermijden. Deze inrichting zal de uitstraling van het gehele terrein verbeteren en beter laten inpassen in het gewenste landschap van de ’s-Gravenweg.
Ten behoeve van deze ontwikkeling is tevens het 'Aanvullend akoestisch onderzoek Autobedrijf Neleman te Nieuwerkerk aan den IJssel' (rapport 20121875-02) opgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 18. De vergunning is op 7 juli 2015 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 's-Gravenweg 32a wordt de bestemming 'Bedrijf' opgenomen, zonder bouwmogelijkheden.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' opgenomen.
2.4.6 's-Gravenweg 114 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 14 december 2015 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 's-Gravenweg 114 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft het plaatsen van een geluidsscherm om de condensors op het dak van het betreffende kalfsvleesproductiebedrijf. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' planologisch niet mogelijk. De bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt overschreden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 19. De vergunning is op 15 september 2016 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 's-Gravenweg 114 dient geregeld te worden dat binnen de bestemming 'Bedrijf' een grotere maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogelijk is van 11 m. Dit gebeurt in de vorm van een administratieve bepaling (zie onder Overige regels), met een verwijzing naar de gebiedsaanduiding 'Overige zone - bouwhoogte geluidscherm' waar een geluidscherm met een hoogte van 11 meter wordt toegestaan.
2.4.7 Hennipgaarde Eendragtspolder in Zevenhuizen
Op 3 januari 2017 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie in de Eendragtspolder te Zevenhuizen. Het betreft en gebied van negen hectare van Recreatieschap Rottemeren. Gebleken was dat als er op de nabijgelegen roeibaan grote evenementen plaatsvinden, er een tekort is aan parkeervoorziening op het terrein. Het doel van de herinrichting van de negen hectare grond is om de twee hectare die dicht bij de Slingerkade gelegen is, te gebruiken als groene parkeervoorziening. De overige zeven hectare worden ingericht als extensief recreatiegebied voor de inwoners van Zevenhuizen en de andere dorpen in Zuidplas. Deze ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Eendragtspolder' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.

Inrichting Hennipgaarde Eendragtspolder (bron: Ruimtelijke onderbouwing, gemeente Zuidplas d.d. 19 december 2016)
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 20. De vergunning is op 16 mei 2017 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel wordt de bestemming 'Recreatie' opgenomen. Tevens wordt de functieaanduiding 'parkeerterrein' gehanteerd. Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' opgenomen. Tevens zijn de dubbelbestemming 'Leiding-Rivierwatertransport' en de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' opgenomen.
2.4.8 Herenweg 56 in Moerkapelle
Op 23 maart 2016 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Herenweg 56 te Moerkapelle. Het initiatief betreft het uitbreiden van de bedrijfsruimte op het perceel. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 21. De vergunning is op 13 maart 2017 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de Herenweg 56 wordt de bestemming 'Bedrijf' opgenomen. Een deel wordt voorzien van een bouwvlak, waarbij een maximale bouwhoogte van 7 m is toegestaan. Hierbij is de aanduiding 'hovenier' opgenomen waarmee geregeld is dat ter plaatse uitsluitend een hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf is toegelaten.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' opgenomen.
2.4.9 Hoofdweg-Noord 47 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 28 februari 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Hoofdweg-Noord 47 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft het realiseren van een schuur ten behoeve van hobbymatig gebruik. Deze schuur met een oppervlakte van 83 m² zal bestaande bijgebouwen met een oppervlakte van 84 m² vervangen. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom' planologisch niet mogelijk. De maximum oppervlakte aan bijgebouwen bij een woning wordt overschreden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 22. De vergunning is op 24 juni 2014 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het onderhavige perceel aan de Hoofdweg-Noord 47 wordt grotendeels de bestemming 'Wonen' opgenomen met een bouwvlak. Conform het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom' is per bouwvlak niet meer dan één woning toegestaan. Verder worden de maximum goot- en bouwhoogten overgenomen: maximaal resp. 4 en 8 meter, uitgaande van één bouwlaag met een kap. De onderhavige schuur valt binnen de mogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken. De grotere oppervlakte is toegestaan, middels de (standaard-)bepaling dat een afwijkende oppervlaktemaat is toegestaan voor legale aanwezige bijbehorende bouwwerken. Daarvan is hier immers sprake.
Tevens is, conform afspraken in het kader van het bestemmingsplan 'Groene Zoom', een bouwvlak voor een vrijstaande woning op perceel A 5529 opgenomen.
Het meest noordwestelijke deel van het onderhavige perceel behoudt de agrarische bestemming, zonder bouwmogelijkheden.
2.4.10 Knibbelweg 9c Zevenhuizen
Op 14 mei 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Knibbelweg 9c (uiteindelijk voorzien van het adres Knibbelweg 9b) te Zevenhuizen. Het initiatief betreft het realiseren van een bedrijfswoning ten behoeve van het naastgelegen bedrijf. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' planologisch niet mogelijk. Er is geen aanduiding 'bedrijfswoning' met bijbehorend bouwvlak aanwezig. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 23. De vergunning is op 21 januari 2014 definitief verleend. De betreffende woning is gebouwd en heeft het adres Knibbelweg 9b.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel wordt de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' opgenomen met een bouwvlak. Er is aangesloten bij de regels voor bedrijfswoningen uit het geldende bestemmingsplan, maar wel met een maximale goot- en bouwhoogte van resp. 4 en 8 m. Het bouwvlak wordt voorzien van de functieaanduiding 'bedrijfswoning'. Verder wordt voor een deel van het plangebied de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg' overgenomen.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
2.4.11 Noordelijke Dwarsweg 3/5 Zevenhuizen
Op 21 november 2011 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Noordelijke Dwarsweg 3/5 te Zevenhuizen. Het initiatief betreft het realiseren van een twee-onder-een-kapwoning. De destijds bestaande leegstaande en enigszins vervallen woning zal worden gesloopt om de nieuwe woning te kunnen realiseren. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Zevenhuizen Dorp' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 24. De vergunning is op 28 mei 2013 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel Noordelijke Dwarsweg 3 en 5 wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen met een bouwvlak voor de beide woningen. Daarnaast wordt een maximale goot- en bouwhoogte van 4 en 10 m opgenomen. Verder wordt de bouwaanduiding 'twee-aaneen' en de maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 2' opgenomen.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' opgenomen.
2.4.12 West Ringdijk 43b in Moordrecht
Op 29 september 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de West Ringdijk 43b in Moordrecht. Het initiatief betreft het realiseren van een schuur. De bestaande schuren en bouwwerken op het perceel worden gesloopt waarvoor in de plaats één schuur wordt gerealiseerd. De schuur heeft een oppervlakte van 90 m². Daarnaast is sprake van een maximale goot- en bouwhoogte van 3 en 7,5 m. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Er is op het betreffende perceel geen sprake van een hoofdgebouw waar deze schuur bij wordt gebouwd en er is op de beoogde locatie geen bouwvlak aanwezig. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 25. De vergunning is op 15 juli 2014 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de West Ringdijk 43b wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen met een aanduiding 'bijgebouwen' voor de nieuwe schuur. Standaard wordt geregeld dat de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 5,5 meter mag bedragen, maar hier is een grotere bouwhoogte (7,5 m) afgesproken; dit wordt als zodanig tekstueel geregeld.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' opgenomen, alsmede de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
2.4.13 Vergunningsaanvraag N219a
Op 9 januari 2012 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de reconstructie van de N219a te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft grootschalig onderhoud aan de N219a met onder andere fysieke wijzigingen aan de rijbaan en rotonde. De ontwikkeling is op basis van de geldende bestemmingsplannen 'Groene Zoom, 's-Gravenweg 1995, Esse Zoom, uitwerkingsplan Esse Zoom hoog, Kleinpolder Hoog en Esse/Kleinpolder' planologisch niet mogelijk. Door middel van een projectbesluit, als bedoeld in artikel 3.10 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening kan de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt worden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 26. De vergunning is op 18 december 2012 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
Het betreffende gebied is voorzien van de bestemming 'Verkeer', wat recht doet aan de vergunde situatie. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen toegestaan.
Tevens zijn de van toepassing zijnde dubbelbestemmingen voor archeologie opgenomen, conform de 'Parapluherziening Archeologie' en zijn de dubbelbestemmingen 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en 'Leiding - Hoogspanning' opgenomen.
2.4.14 Westeinde-Weteringstraat in Moordrecht
Op 6 mei 2010 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Westeinde-Weteringstraat in Moordrecht. Het initiatief betreft het realiseren van 16 woningen en een Zorggebouw met 25 appartementen. Na toetsing aan dat bestemmingsplan bleek dat voor wat betreft het gebouw Burgemeester Snelplein 10-33 sprake is van een tegenstrijdigheid. Opgenomen is dat de maximum bouwhoogte 12 m mag bedragen, terwijl de afspraak was dat dit 13 mocht bedragen. Abusievelijk was geen 10% afwijking opgenomen, dus het was ook niet via een binnenplanse afwijking te regelen. Middels een projectbesluit is overeengekomen de bouwhoogte aan te passen van 12 naar 13 m.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 27. De vergunning is op 1 november 2010 definitief verleend.
Vertaling in bestemmingsplan
In het voorliggende verzamelplan wordt het bestemmingsvlak van 'Maatschappelijk' voor de locatie Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht opnieuw geregeld, maar nu met een hoogtebepaling van 13 m. Tevens worden de geldende mogelijkheden uit het bestemmingsplan 'Westeinde-Weteringstraat' voor begeleid wonen, met bijbehorende ondersteunende voorzieningen zoals ondergeschikte gemeenschapsruimten, gerespecteerd.Hoofdstuk 3 Beleidskader
Het bestemmingsplan omvat verschillende nieuwe ontwikkelingen en een reparatie van verschillende geldende bestemmingsplannen. Wat betreft de reparatie gaat het om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gegeven. Voor de nieuwe ontwikkelingen wordt, waar nodig, ingegaan op de relevante beleidskaders.
3.1 Nationaal Beleid
3.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in werking getreden. Deze visie bevat de hoofdzaken van het strategisch rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving. Dit is een combinatie van beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, en nieuw strategisch beleid. De grote en complexe opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland gaan veranderen. De NOVI schrijft een toekomstperspectief met de ambities van het rijk. In de NOVI zijn 21 nationale belangen met bijbehorende opgaven geformuleerd. Deze nationale belangen komen samen in vier prioriteiten:
- ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
- duurzaam economisch groeipotentieel;
- sterke en gezonde steden en regio's;
- toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.
Voor de vier NOVI-prioriteiten geldt steeds dat zowel voor de lange als de korte termijn maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen dienen in de praktijk voortdurend op elkaar in te spelen. Bij de afweging van de belangen staat een evenwichtig gebruik van de fysieke leefomgeving centraal voor zowel de boven- als de ondergrond.
Planspecifiek
Het voorliggende bestemmingsplan heeft geen directe raakvlakken met de NOVI.
3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Voortaan heeft de wetgever in de Wro, ter waarborging van de nationale of provinciale belangen, de besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien nationale of provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur respectievelijk bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn 14 nationale belangen opgenomen die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zijn herbevestigd. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Een en ander is nader uitgewerkt in de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro).
Planspecifiek
In de Rarro zijn op het grondgebied van de gemeente twee voorkeurstracés buisleidingen aangegeven. Enkele van de planonderdelen liggen in het zoekgebied van deze tracés. Het gaat om Hennipgaarde Eendrachtspolder, Rottedijk 4 in Moerkapelle, Vierde Tochtweg 3 in Moordrecht en een deel van de Zevenhuizerplas. Aangezien het om het zoekgebied gaat wordt verwacht dat dit geen belemmering vormt. De planonderdelen vallen niet binnen één van de andere projecten uit het Barro/Rarro. Derhalve vormt het geen belemmering voor het onderhavige initiatief.
3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.
De 'stappen van de ladder' worden in artikel 3.1.6, leden 2 - 4 Bro als volgt omschreven:
- De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
- Indien in een bestemmingsplan, als bedoeld in het tweede lid, toepassing is gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de wet kan bij dat bestemmingsplan worden bepaald dat de beschrijving van de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling en een motivering als bedoeld in het tweede lid eerst wordt opgenomen in de toelichting bij het wijzigings- of het uitwerkingsplan als bedoeld in dat artikel.
- Een onderzoek naar de behoefte als bedoeld in het tweede lid, heeft, in het geval dat een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid, ziet op de vestiging van een dienst als bedoeld in artikel 1 van de Dienstenwet en dit onderzoek betrekking heeft op de economische behoefte, de marktvraag of de beoordeling van de mogelijke of actuele economische gevolgen van die vestiging, slechts tot doel na te gaan of de vestiging van een dienst in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
Planspecifiek
Stedelijke ontwikkeling
Conform artikel 1.1.1, eerste lid onder i van het Bro wordt onder een stedelijke ontwikkeling verstaan:
een 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.' Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat de ondergrens van wat als nieuwe stedelijke ontwikkeling moet worden gezien, ligt tussen de 9 en 14 nieuwe woningen afhankelijk van de omgeving waarin de ontwikkeling plaatsvindt. Daarnaast geldt voor ontwikkelingen met een ruimtebeslag van minder dan 500 m² of een gebouw met een bruto-vloeroppervlakte kleiner dan 500 m², dat deze ontwikkeling in beginsel niet als een stedelijke ontwikkeling wordt aangemerkt. Aangezien bij onderhavige nieuwe ontwikkelingen steeds niet meer dan drie nieuwe woningen worden gerealiseerd, of een gebouw mogelijk wordt gemaakt met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan 500 m² is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling en is er geen verantwoording noodzakelijk in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking.
De planontwikkeling op de locatie Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel beslaat een grotere oppervlakte dan 500 m². Maar het betreft hier een binnenstedelijke locatie die reeds een bedrijvenbestemming heeft. Het is ook een vorm van intensief ruimtegebruik, wat ook vanuit de provincie bevorderd wordt. Om die redenen past dit initiatief binnen de ladder voor duurzame verstedelijking.Andere ontwikkelingen, zoals die aan de Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 in Moerkapelle is veeleer een herstructurering die niet aan te merken zijn als nieuwe, stedelijke ontwikkeling/
De Ladder voor duurzame ontwikkeling vormt geen belemmering voor het onderhavige verzamelplan.
3.2 Provinciaal Beleid
3.2.1 Omgevingsvisie Zuid-Holland
De meeste recente versie van de Omgevingsvisie van de provincie Zuid-Holland bestaat uit 4 onderdelen:
- Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:
- het dagelijks stedelijk systeem, dat bestaat uit de stedelijke agglomeratie en de daarmee via hov(hoogwaardig openbaar vervoer) verbonden regiokernen;
- de hoogstedelijke zone tussen Leiden en Dordrecht;
- het logistiek-industriële systeem van mainport, greenports langs vaarwegen en zware infrastructuur
- de samenhang van grote landschappelijke eenheden met de stedelijke agglomeratie;
- de groene ruimte en de groenblauwe structuur;
- het bodem- en watersysteem;
- energie.
In aanvulling hierop toont de ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond indicatief de ruimtelijke situatie van de ondergrond.
- Ambities en sturing
De provincie wil meer vertrouwen geven aan maatschappelijke initiatieven. De provincie werkt daarom vanuit een aantal sturingsprincipes: opgavegericht, provinciaal belang en maatwerk.
De provincie heeft zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze ambities zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en zijn gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar de regio voor staat. De provincie heeft de volgende ambities:
- Naar een klimaatbestendige delta
- Naar een nieuwe economie: the next level
- Naar een levendig meerkernige metropool
- Energievernieuwing
- Best bereikbare provincie
- Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving
- Omgevingskwaliteit
Onder 'omgevingskwaliteit' wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. De volgende onderdelen vormen de basis van de omgevingskwaliteit:
- Een beschrijving van de unieke kwaliteiten van Zuid-Holland: de drie deltalandschappen, de Zuid-Hollandse steden en de strategische ligging in internationale netwerken.
- Een beschrijving van de bestaande omgevingskwaliteit op basis van de leefomgevingstoets, met aandacht voor aspecten van milieukwaliteit. Hiertoe implementeert de provincie de beleidscyclus en monitor Omgevingskwaliteit.
- Een nadere uitwerking van het provinciale beleid voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, op basis van de 'kwaliteitskaart' en de 'richtpunten ruimtelijke kwaliteit'.
- Beleidskeuzes
De provincie heeft in de Omgevingsvisie een overzicht gemaakt van samenhangende beleidskeuzes (zie Omgevingsvisie Zuid Holland).
Planspecifiek
Functiewijziging van bedrijfswoning naar plattelandswoning
De ontwikkelingen aan de Van Hasseltweg en Bredeweg in Moerkapelle (deels) en aan Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel en Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen omvatten het omzetten van voormalige bedrijfswoningen naar plattelandswoningen. Dit bestemmingsplan maakt alleen een functiewijziging van een bestaande bedrijfswoning naar plattelandswoning mogelijk. Deze ontwikkeling is in overeenstemming is met de provinciale belangen.
Functiewijziging van bedrijfswoning naar burgerwoning
De ontwikkeling aan de Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft het omzetten van twee bedrijfswoningen naar een burgerwoning. Dit bestemmingsplan maakt alleen een functiewijziging van een bestaande bedrijfswoning naar burgerwoning mogelijk. Deze ontwikkeling is in overeenstemming is met de provinciale belangen.
Woningbouwontwikkelingen
De ontwikkelingen aan de Prins Bernhardstraat 7a in Nieuwerkerk aan den IJssel en Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen sluiten aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Met de betreffende ontwikkelingen vindt respectievelijk de realisatie van twee woningen, de omzetting van een maatschappelijke bestemming naar een woonbestemming en de realisatie van twee nieuwe woningen plaats. De ontwikkelingen spelen zich af op het niveau van een kavel, derhalve is er geen sprake van aantasting van de ruimtelijke kwaliteit.
Hoofdweg-Noord 5 realisatie nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen
De ontwikkeling aan de Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel sluit aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Op deze locatie is reeds een bedrijf gesitueerd. De beoogde ontwikkeling voorziet in de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen. De toekomstige bebouwing wordt goed ingepast in de omgeving en zorgt ten opzichte van de huidige situatie voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 Moerkapelle
De ontwikkeling sluit aan bij de beleidskeuze: behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Op deze locatie zijn reeds bedrijven gesitueerd. De beoogde ontwikkeling voorziet o.a. in het verplaatsen van de bedrijven. Met de bebouwing wordt aangesloten op de bestaande bebouwing waardoor er geen sprake is van een verslechtering van de ruimtelijke kwaliteit.
Conclusie
Met de beoogde ontwikkeling zijn er geen belemmeringen vanuit de Omgevingsvisie Zuid-Holland. De ruimtelijke kwaliteit wordt niet aangetast. De beoogde herontwikkelingen passen binnen de Omgevingsvisie en zijn in lijn met de provinciale ambities.
3.2.2 Omgevingsverordening Zuid-Holland
Tegelijk met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening in werking getreden. De Omgevingsverordening omvat in aanvulling op de Omgevingsvisie toetsbare criteria waaraan planvorming moet voldoen.
Ladder voor duurzame verstedelijking
In artikel 6.10 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voldoen aan de volgende eisen:
- de toelichting van het bestemmingsplan gaat in op de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking overeenkomstig artikel 3.1.6, tweede, derde en vierde lid van het Besluit ruimtelijke ordening;
- Indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie groter dan 3 hectare nodig is, wordt gebruik gemaakt van grote buitenstedelijke bouwlocaties waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 19 in bijlage II en wordt rekening gehouden met de voor deze locaties opgenomen gegevens en criteria in bijlage X.
Bij het voorgenomen plan is in toelichting paragraaf 3.1.3 ingegaan op de ladder voor duurzame verstelijking. Sub b is niet van toepassing, omdat de ontwikkeling binnen het bestaand stads- en dorpsgebied is voorzien. Daarmee wordt er voldaan aan artikel 6.10 van de Omgevingsverordening.
Ruimtelijke kwaliteit
In artikel 6.9 lid 5 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat een bestemmingsplan, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit, kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling:
- de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en houdt rekening met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit, zodanig dat de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft. In dit geval is er sprake van inpassen;
- de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, maar veroorzaakt wijziging op structuurniveau. Een dergelijke ontwikkeling wordt alleen toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft door zorgvuldige inbedding van de ontwikkeling in de omgeving, rekening houdend met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit. In dit geval is er sprake van aanpassen;
- de ruimtelijke ontwikkeling past niet binnen de bestaande gebiedsidentiteit. Een dergelijke ontwikkeling wordt uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkeling is gewaarborgd door een integraal ontwerp. Daarin wordt behalve aan de ruimtelijke kwaliteit van het gehele gebied ook aandacht besteed aan de fysieke en visuele overgang naar de omgeving en de fasering in ruimte en tijd en wordt ook rekening gehouden met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit. In dit geval is er sprake van transformeren.
Ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit is sprake van een vorm van inpassen (sub a), omdat de ontwikkeling zich afspeelt op het niveau van een kavel en past bij de aard en de schaal van het gebied. Met de stedenbouwkundige invulling van de beoogde ontwikkelingen is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande gebiedsidentiteit.
Risico's van klimaatverandering
In artikel 6.27a van de Omgevingsverordening is opgenomen dat rekening gehouden moet worden met de gevolgen van de risico’s van klimaatverandering, tenminste voor zover het betreft de risico’s ten aanzien van:
a. wateroverlast door overvloedige neerslag;
b. overstroming;
c. hitte;
d. droogte.
Bij de beoogde ontwikkelingen is in een eerder stadium reeds rekening gehouden met dit aspect of wordt nog zoveel als mogelijk rekening gehouden met de risico's van klimaatverandering.
Greenports
De Omgevingsverordening stelt regels aan de gebieden die op kaart 11 als Greenport staan aangeduid. Een bestemmingsplan voor deze gebieden laat alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen en voorzieningen voor energieopwekking. De locaties Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle en Zuidplasweg 23 Zevenhuizen en Westringdijk 18 Nieuwerkerk aan den IJssel liggen binnen het Greenportgebied.
Er zijn gevallen mogelijk waarin van dit uitgangspunt afgeweken kan worden (zie artikel 6.15 Omgevingsverordening Provincie Zuid-Holland).
Locatie Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle
Voor de locatie Bredeweg 59 wordt voorzien in een herstructurering de glastuinbouwbedrijven met als doel deze bedrijven toekomstbestendiger te maken. Ook de herplaatsing van de bedrijfswoningen heeft tot doel de inrichting van het perceel te optimaliseren, zodat de glastuinbouwfunctie beter kan functioneren. Hierdoor wordt aangesloten op de uitgangspunten van het provinciaal beleid. Tevens maakt een warmtehub onderdeel uit van het initiatief. Dit past binnen het uitgangspunt van de Provincie Zuid-Holland om voorzieningen voor energieopwekking toe te staan.
De mogelijkheden voor agrogerelateerde bedrijvigheid en overslag van agrarische producten zijn overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan “Herziening Zuidplaspolder 2”.
Locatie Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen
Het betreft een bestaande woning waarvan de bewoningsmogelijkheden worden verruimd: bewoning wordt nu ook door derden mogelijk.
Artikel 6.15 lid 4 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om aan de randen van het glastuinbouwgebied rekening houden met lokale omstandigheden en bestaande bedrijven en functies af te wijken van de begrenzing van het Greenportgebied, mits de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied niet wordt aangetast. In voorliggend geval is hiervan sprake.
Locatie Westringdijk 18 Nieuwerkerk aan den IJssel
Het betreft een bestaande woning waarvan de bestemming wordt gerepareerd: de bestaande woning krijgt een woonbestemming.
Artikel 6.15 lid 4 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om aan de randen van het glastuinbouwgebied rekening houden met lokale omstandigheden en bestaande bedrijven en functies af te wijken van de begrenzing van het Greenportgebied, mits de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied niet wordt aangetast. In voorliggend geval is hiervan sprake.
Conclusie
Gezien het voorgaande dient er geconcludeerd te worden dat er geen belemmeringen zijn vanuit de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor de onderhavige kleinschalige nieuwe ontwikkelingen.
3.3 Regionaal Beleid
3.3.1 Recreatieschap Rottemeren
In 2018 is voor de Rottemeren de notitie 'Ruimte voor een groenblauwe toekomst' opgesteld en voorjaar 2019 vastgesteld door de gemeenteraden van de gemeente Lansingerland, Rotterdam en Zuidplas. Hierin is voor de komende 30 à 40 jaar het kader en de koers aan voor het recreatief landschapspark Rottemeren aangegeven. In de notitie 'Ruimte voor een groenblauwe toekomst' worden de volgende vijf ambities genoemd voor het recreatiegebied Rottemeren:
- Centrale schakel in de regionale groenblauwe-structuur.
- Landschapspark met Rotte en polderkamers als dragers.
- Duurzaam buiten zijn: sport en actieve vormen van vrijetijdsbesteding.
- Rondom bereikbaar en optimaal toegankelijk.
- Samenwerken vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
Het Ontwikkelplan landschapspark de Rotte is door het algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren vastgesteld op 17 mei 2020. In het ontwikkelplan heeft het recreatieschap de gewenste ontwikkelingen in het gebied voor de komende tien jaar uitgewerkt en op welke manier het recreatieschap dit samen met andere organisaties wil realiseren. Zodat het gebied inspeelt op grote veranderingen zoals toenemende drukte in het gebied door woningbouw in de omgeving en klimaatverandering. Ook het vergroten van natuurwaarden en biodiversiteit en de functie die het gebied vervult voor maatschappelijke programma’s, zoals gezondheid, jeugdeducatie en zinvol werk voor kwetsbare groepen, zijn in het plan uitgewerkt.
Planspecifiek
Enkele ontwikkelingen liggen binnen het werkingsgebied van het Recreatieschap Rottemeren, zoals het recreatiegebied Hennipgaarde. Deze initiatieven zijn niet strijdig met de belangen van het Recreatieschap Rottemeren.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat met voorliggend bestemmingsplan er geen belemmeringen optreden voor het Recreatieschap Rottemeren.
3.4 Gemeentelijk Beleid
3.4.1 Omgevingsvisie Zuidplas 2040
De gemeenteraad van de gemeente Zuidplas heeft op 13 juli 2021 de 'Omgevingsvisie Zuidplas 2040' vastgesteld voor een groot deel van het gemeentelijk grondgebied. In de omgevingsvisie staan de ambities voor de lange termijn, tot 2040. Met de omgevingsvisie wordt richting gegeven aan toekomstige ontwikkelingen die plaatsvinden in een veilige en gezonde fysieke leefomgeving met een goede omgevingskwaliteit voor inwoners. De fysieke leefomgeving gaat over bijna alles buiten, dus: gebouwen, bodem, water, natuur, lucht, maar ook wegen en duurzame opwek van energie.
In de omgevingsvisie staan de volgende ambities centraal:
- Aantrekkelijk Zuidplas: Ingezet wordt op het bouwen van inbreidingslocaties binnen de dorpen. Daarnaast wordt ingezet op aanpassingen van de bestaande woningvoorraad. Als dorpen in Zuidplas uit willen breiden kan dat, maar alleen als een bijdrage wordt geleverd aan hogere doelen.
- Duurzaam Zuidplas: Nieuwe ontwikkelingen zijn zoveel mogelijk energieneutraal. Voor bestaande gebouwen wordt ook hierop ingezet, hoewel dit niet overal haalbaar zal zijn. Naast de energiedoelstellingen wordt gewerkt aan een klimaatbestendige omgeving. Klimaatadaptatie, onder andere het tegengaan van hittestress, verdroging en wateroverlast, heeft daarbij nadrukkelijk aandacht.
- Ondernemend Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een aantrekkelijk gemeente zijn voor ondernemers en ervoor zorgen dat er voldoende eigen werkgelegenheid is. Een gemeente met een aantrekkelijk vestigingsklimaat en belangrijke speler in de regio.
- Gezond Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een sociale en vitale gemeente zijn. Een gemeente met een gezonde en veilige leefomgeving én met aandacht voor de gezondheid van onze inwoners.
De omgevingsvisie is uitgewerkt in een visie per dorp. Hierin is aangegeven hoe een aantrekkelijk, duurzaam, ondernemend en gezond Zuidplas eruitziet per dorp. De omgevingsvisie geeft per thema, voor heel Zuidplas en per deelgebied en per dorp ambities, opgaven, kansen en te maken keuzes weer.
Planspecifiek
De omgevingsvisie heeft een hoog abstractieniveau waarin op perceelsniveau geen uitspraken worden gedaan. Vanuit planologisch oogpunt zijn de nieuwe ontwikkelingen goed inpasbaar. De ontwikkeling aan Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft het omzetten van bedrijfswoningen naar plattelandswoningen, zonder verdere aanpassingen/werkzaamheden. De overige ontwikkelingen zijn goed inpasbaar omdat het om kleinschalige woningbouwontwikkelingen gaat. De bedrijven zijn goed inpasbaar omdat het gaat om locaties waar al bedrijven gevestigd zijn. Over het algemeen komen de ontwikkelingen de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving ten goede.
Voor de nieuwe woningen wordt aangesloten bij de ambitie 'Duurzaam Zuidplas'. Nieuwe woningen zullen voldoen aan de geldende BENG-eisen. Met de ontwikkelingen gerelateerd aan bedrijven wordt aangesloten bij de ambitie 'ondernemend Zuidplas'. Deze dragen bij aan de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat van Zuidplas.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de beoogde initiatieven in lijn zijn met de ambities van de Omgevingsvisie Zuidplas 2040.
3.4.2 Woonvisie 2025
De 'Woonvisie 2025 - Dorps wonen in Zuidplas, nu en in de toekomst' is op 23 januari 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. In de woonvisie wordt een doorkijk naar het wonen in Zuidplas rond het jaar 2025 gegeven en is richtinggevend van karakter. De woonvisie is tevens het programmatische toetsingskader voor nieuwbouwlocaties. In de woonvisie wordt gekozen voor de volgende strategie:
- Sociale huursector op peil.
- Identiteit vasthouden.
- Langer thuis wonen.
- Duurzaam wonen en leven.
- Innovatieve woonvormen.
Om de visie te realiseren zijn de stappen verwoord in drie speerpunten:
- Een divers en betaalbaar woningaanbod voor alle doelgroepen.
- Duurzaam wonen.
- Experimenten in wonen en ontmoeten.
Met het eerste speerpunt wordt de visie van een evenwichtige bevolkingsopbouw verwezenlijkt. De andere twee dragen bij aan het realiseren van dat divers en betaalbaar woningaanbod.
Woningbouwopgave
Zuidplas bouwt volop nieuwe woningen om bij te dragen aan de woningbouwopgave in de Zuidvleugel. Uit onderzoek blijkt dat de vraag naar diverse woningtypen toeneemt. In de Woonvisie staan uitgangspunten voor de omvang van de diverse woon- en prijssegmenten die in Zuidplas nodig zijn. Deze uitgangspunten voor de woningvoorraad die in de Woonvisie staan, bieden houvast in de onderhandelingen over nieuwbouw met projectontwikkelaars en woningcorporaties.
In de woonvisie staat geen woningverdeling per dorp. Nieuwbouwontwikkeling is maatwerk en daarom komen er randvoorwaarden voor elk nieuwbouwproject. Daarin wordt op basis van de locatie (het dorp), de marktomstandigheden en de grootte van het project aangegeven hoeveel woningen van welk type, prijsklasse, eigendomsverhoudingen (huur of koop) en kwaliteitsniveau gewenst zijn. Het toevoegen van één à twee woningen per perceel is in overeenstemming met de uitgangspunten van de Woonvisie.
Planspecifiek
De voorgenomen nieuwe ontwikkelingen passen binnen de kaders gesteld in de Woonvisie 2025.
3.4.3 Welstandsnota Zuidplas 2015
De gemeenteraad heeft op 13 mei 2015 de Welstandsnota Zuidplas 2015 vastgesteld. De welstandsnota is, kort gezegd, het beleidsdocument dat moet voorzien in de criteria die burgemeester en wethouders hanteren bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning op welstandsvereisten. Middels de Welstandsnota Zuidplas 2015 geeft de gemeente Zuidplas aan hoe de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd. De gemeente hanteert het principe 'welstandsvrij, tenzij...'. Dat betekent dat de gemeente in principe welstandsvrij is. Uitzondering daarop zijn kwetsbare gebieden.
Met de invoering van de Omgevingswet verdwijnt de term 'welstand'. Daarom heeft de gemeente Zuidplas als opvolger de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas in de maak. Hierin wordt aangegeven hoe de gemeente Zuidplas met omgevingskwaliteit om wil gaan. Er worden vier regieniveaus onderscheiden: minimaal (ca. gelijk aan welstandsvrij), basisregie, maatwerkregie (ca. gelijk aan zwaar regime) en eigen regie (ca. gelijk aan beeldkwaliteitplan).
Planspecifiek
De beoogde ontwikkelingen zijn/zullen zonodig getoetst worden aan de redelijke eisen van welstand, zoals die in het welstandsbeleid zijn opgenomen.
In 2023 wordt de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas (NOZ) vastgesteld. Deze nota vervangt de Welstandsnota Zuidplas 2015. In de NOZ is op verschillende schaalniveaus aandacht voor erfgoed, natuur(schoon) en landschap, stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten en inrichting van de openbare ruimte.
3.4.4 Programma Duurzaamheid en Klimaatadaptatie
De gemeente Zuidplas heeft in het programma Duurzaamheid & Klimaatadaptatie 2019 – 2025 het doel gesteld om in 2050 een duurzame en toekomstbestendige gemeente te zijn. De gemeente Zuidplas wil echter verder kijken dan de energietransitie. Er wordt ook gekeken naar het veranderende klimaat en hoe gemeente Zuidplas een aantrekkelijke leefomgeving kan ontwikkelen en behouden. Het programma Duurzaamheid & Klimaatadaptatie 2019 – 2025 bestaat uit de volgende thema’s:
- Energie en warmte: het besparen van energie, het opwekken van hernieuwbare energie en de bebouwde omgeving loskoppelen van aardgas.
- Klimaatadaptatie: inrichten van de openbare ruimte om de gevolgen van klimaatverandering te beperken.
- Circulaire economie: Het bestaande lineaire systeem omzetten naar een nieuw circulair systeem.
- Leefomgeving: De leefomgeving wordt vooral vorm gegeven in de inrichting van de fysieke (openbare) buitenruimte door beplanting en gebruik van materialen. Voor een gezonde leefomgeving is een goede kwaliteit van bodem, lucht en water van belang.
Planspecifiek
De voorgenomen nieuwe ontwikkelingen passen in algemene zin binnen de kaders gesteld in het Programma Duurzaamheid en Klimaatadaptatie.3.4.5 Snippergroen
De beleidsnota 'Snippergroen' is vastgesteld op 31 mei 2011 vastgesteld door college B&W en naderhand aangepast.
Omdat de gemeente regelmatig verzoeken van burgers ontvangt inzake het aankopen, huren of gebruiken van gemeentelijke percelen die zijn ingericht als openbaar groen, ziet de gemeente het als taak om eenduidig beleid vast te stellen. Hierdoor wordt transparantie en uniformiteit in de wijze van behandeling van soortgelijke situaties gewaarborgd. Het doel van de beleidsnota 'Snippergroen' is:
- vastleggen van een duidelijk en eenduidig beleid inzake de uitgifte van groenstroken;
- daar waar mogelijk tot verkoop overgaan (uitsluitend snippergroen onder daarvoor gestelde criteria en voorwaarden);
- zoveel mogelijk nieuwe verhuur-situaties voorkomen. De oude huurovereenkomsten van de drie gemeenten respecteren en toepassen van een uitsterfconstructie
- handhaving van ongewenste ingebruiknemingen eenvoudiger maken door middel van eenduidig beleid.
Om een duidelijk en eenduidig beleid inzake de uitgifte van snippergroen te kunnen waarborgen, dient elk verzoek te worden getoetst aan vooraf vastgestelde criteria. Uitgifte snippergroen is alleen mogelijk indien:
- een strook snippergroen direct grenst aan het eigendom van de aanvrager;
- de strook snippergroen is gelegen tussen de particuliere erfgrens en de openbare verharding;
- de totale oppervlakte van de strook groen niet groter is dan 100 vierkante meter;
- er geen verkeerskundige bezwaren zijn;
- er geen nutsvoorzieningen in het betreffende perceel aanwezig zijn;
- er geen omgevingsbezwaren zijn;
- er geen onderhoudsbezwaren zijn;
- er geen stedenbouwkundige bezwaren zijn;
- er geen bestemmingsplantechnische bezwaren zijn;
- er geen milieutechnische bezwaren zijn.
Planspecifiek
De ontwikkeling aan de Goudmos 68 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft de bestemmingswijziging naar 'Wonen' ten behoeve van een strook snippergroen. De strook snippergroen grenst direct aan het eigendom van de initiatiefnemers. Verder blijkt uit toelichting paragraaf 2.2.1 dat er wordt voldaan aan bovengenoemde criteria.
3.4.6 Milieubeleid
Het bestemmingsplan omvat enkele nieuwe ontwikkelingen en reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen. Wat betreft de reparaties gaat het uitsluitend om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden geboden. Hierbij is niet opnieuw een toetsing aan de haalbaarheidsaspecten vereist. Het betreft immers het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen.
Wat betreft de omgevingsvergunningen is in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen getoetst aan de haalbaarheidsaspecten. Deze zijn opgenomen in de bijlage.
Voor de nieuwe ontwikkelingen is, waar nodig, in hoofdstuk 2 op de noodzakelijke uitvoerbaarheidsaspecten ingegaan.
Milieu effectrapportage (m.e.r.)
De wet- en regelgeving voor milieueffectrapportage (m.e.r.) is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in de AMvB Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). In de Wet milieubeheer zijn vooral de procedurele verplichtingen opgenomen. In Besluit m.e.r. is opgenomen wanneer een m.e.r. verplicht is.
Een m.e.r.-beoordeling is wettelijk verplicht voor de activiteiten in kolom 1 van Bijlage D van het Besluit m.e.r. Indien de activiteit groter is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient de in de wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure beschreven te worden.
Indien de activiteit kleiner is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient beoordeeld te worden of de in de Wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure al dan niet nodig is. Dit noemt men vormvrije m.e.r.-beoordeling.
De voorgenomen ontwikkelingen op de verschillende locaties, die in dit verzamelplan worden mogelijk gemaakt vallen niet onder een van de genoemde activiteiten uit de Bijlage D van het Besluit m.e.r. Een vormvrije m.e.r.-beoordeling voor dit verzamelplan is derhalve niet nodig.
3.5 Waterparagraaf
3.5.1 Generiek beleid
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Water Programma.
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21e eeuw’ (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
- vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd.
- schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.
Waterwet
Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Het doel van de Waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In deze integrale watervergunning zijn zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) opgegaan in één aparte watervergunning.
Nationaal Water Programma
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Water Programma vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Water Programma geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2022-2027 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Water Programma richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2022-2027 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
3.5.2 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Waterbeheerprogramma 2022-2027
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het gebied tussen Zoetermeer, Gouda, Schoonhoven en Rotterdam. Op 26 januari 2022 heeft het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap het Waterbeheerprogramma 2022-2027 vastgesteld. In het Waterbeheerprogramma worden de ambities van het hoogheemraadschap voor de komende jaren weergegeven. Met het waterbeheerprogramma worden allereerst veel van de taken van het waterschap op dezelfde wijze voortgezet. Het waterschap gaat zich de komende jaren richten op ook op de lange termijn te voldoen aan de doelen waarvoor waterschappen zijn opgericht:
- het voorkomen en waar mogelijk beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;
- het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;
- vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen;
- het zuiveren van afvalwater.
Het waterbeheer staat daarnaast voor een grote veranderopgave als gevolg van tal van grote ontwikkelingen. Om te kunnen blijven werken aan ‘droge voeten en schoon water’, moet het hoogheemraadschap zich nog nadrukkelijker en soms met nog meer inzet richten op deze ontwikkelingen. Het hoogheemraadschap gaat aan de hand van drie thema's voor de toekomst aan de slag met deze veranderopgave:
- Een veilige en aantrekkelijke leef- en werkomgeving voorbereid op de verandering van het klimaat in 2027
- Een duurzaam waterschap voor de wereld van morgen in 2027
- Water en waterschap als onderdeel van de samenleving in 2027
Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012
De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap heeft op 27 juni 2012 het Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012 vastgesteld. Dit beleid heeft tot doel om ongewenste effecten van verhardingstoename op het watersysteem te voorkomen. Een belangrijk ongewenst effect van verhardingstoenamen is de versnelde afvoer van neerslag. Voor verschillende ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorwaarden beschreven om de te verwachten effecten op het watersysteem te compenseren.
Toetsingscriteria
Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen plannen: kleine, middelgrote en grote ruimtelijke ontwikkelingen. Onderstaand is per type toegelicht hoe HHSK omgaat met de typen ruimtelijke ontwikkelingen:
- Kleine plannen: Plannen met een verhardingstoename tot 500 m².
- Middelgrote plannen: Plannen met een verhardingstoename groter dan 500 m² en kleiner dan 10 hectare bruto planoppervlak.
- Grote plannen: Een plan groter dan 10 hectare bruto planoppervlak.
Keur en Beleidsregels
Op grond van de Waterwet is Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard als waterschap bevoegd via een eigen verordening, de Keur, regels te stellen aan handelingen die het watersysteem beïnvloeden. Denk hierbij aan handelingen in of nabij:
- waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden);
- watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken);
- andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen);
- de bodem van kwelgevoelige gebieden;
Maar ook aan:
- onttrekken en lozen van grondwater;
- het aanbrengen van verhard oppervlak.
De Keur vermeldt expliciet welke handelingen vergunningplichtig zijn en welke aan algemene regels of aan de zorgplicht moeten voldoen. Wie b.v. op een waterkering wil bouwen, moet een watervergunning aanvragen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (én een omgevingsvergunning bij de gemeente). In de uitvoeringsregels die bij de Keur horen is dit nader uitgewerkt.
Waterplan Zuidplas
Het waterplan, een gezamenlijk project van de gemeente Zuidplas en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, is opgesteld om maatregelen te nemen die zorgen voor droge voeten en een goede waterkwaliteit in de gemeente Zuidplas. Dat laatste is belangrijk voor de in en om het water levende planten en dieren, de landbouw en het recreatief medegebruik. Het waterplan heeft als resultaat een gezamenlijke visie en de uitwerking van de visie tot een concreet maatregelenprogramma met hierin een tijdsplanning, kostenraming en kostenverdeling. Ook de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid worden aangegeven in het waterplan. In het waterplan wordt ingegaan op de bouwstenen: waterkwantiteit, waterveiligheid, waterketen en riolering, grondwater, oppervlaktewater en ecologie, beheer en onderhoud stedelijk water, waterbeleving en recreatie en water en Ruimtelijke Ordening.
Planspecifiek
Waterkwantiteit
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Kleine plannen hebben een gering effect op de waterhuishouding. Daarnaast bestaat er een zekere onzekerheid in berekening door de invoergegevens, berekeningsmethode en gevolgen van de klimaatsverandering. Door rekening te houden met de onzekerheid en om onevenredige belasting van de organisatie door dergelijke plannen te voorkomen, wordt compensatie voor een geringe verhardingstoename kwijtgescholden. Deze kwijtschelding, namelijk de aftrek van 500 m² verhardingstoename, geldt in verband met gelijkheid voor alle ruimtelijke ontwikkelingen binnen het beheergebied van HHSK. Bij de onderhavige ontwikkelingen wordt deze grens bij twee ontwikkelingen overschreden. In toelichting paragraaf 2.1 wordt het aspect water voor de desbetreffende nieuwe ontwikkelingen afzonderlijk behandeld.
Afvalwaterketen
De nieuwe ontwikkelingen worden waar mogelijk op een gescheiden rioleringsstelsel aangesloten zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. De afvoer van hemelwater vindt bij voorkeur plaats via infiltratie in de bodem. Bij de uitbreidingen bij bedrijven kan een wijziging van het lozingsbesluit voor de afvoer van bedrijfsafvalwater aan de orde zijn. Hiervoor is HHSK bevoegd gezag.
Bij nieuwe initiatieven dient tevens een rioleringsplan te worden opgesteld, waarin wordt toegelicht welk type riolering wordt toegepast en wat de effecten van de ontwikkeling op de riolering zijn. Het opstellen van het rioleringsplan kan in overleg met de afdeling Afvalwaterketen van het hoogheemraadschap.
Waterkwaliteit
Om verontreiniging van afstromend hemelwater, oppervlaktewater en grondwater te voorkomen wordt geadviseerd duurzaam te bouwen. Dit houdt in dat het niet wenselijk is uitloogbare materialen te gebruiken, zoals lood, zink, koper, bitumineuze materialen en geïmpregneerd hout, vanwege de invloed op de waterkwaliteit.
Tevens bieden ontwikkelingen kansen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Met de afdeling Watersystemen van het hoogheemraadschap kunnen de mogelijkheden voor een natuurvriendelijke inrichting worden besproken.
Waterkering
Op een aantal locaties is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planspecifiek
Voor de nieuwe ontwikkelingen sluit de gemeente met alle initiatiefnemers een anterieure overeenkomst af. In deze overeenkomst worden ook de kosten van eventuele planschade, die het nieuwe planologisch regiem kan veroorzaken, geregeld.
Aan de reparatie van een geldend plan en een verankering van reeds vergunde activiteiten zijn geen financiële gevolgen voor de gemeente verbonden.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Eventueel ingediende zienswijzen zullen betrokken worden bij het besluit omtrent vaststelling van het verzamelplan door de gemeenteraad. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
4.2.1 Vooroverleg en zienswijzeprocedure
In het kader van de vaststellingsprocedure heeft het ontwerpbestemmingsplan 'Verzamelplan Zuidplas 2023' vanaf donderdag 23 februari 2023 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze inzageperiode kon een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen indienen.
Tevens is het ontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening aan de wettelijke overlegpartners gezonden met het verzoek om op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan te reageren.
Er zijn 8 zienswijzen en 4 overlegreacties binnengekomen.
In de als bijlagen bij toelichting, bijlage 32 bijgevoegde 'Nota van Beantwoording Zienswijzen (en Wijziging) Bestemmingsplan “Verzamelplan Zuidplas 2023” zijn de samenvattingen van ingediende zienswijzen en vooroverlegreacties en de reactie van de gemeente Zuidplas hierop opgenomen.
4.3 Handhaving
Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen. Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Woningwet.
Bij overtreding van deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder vergunning, bouwen in afwijking van een verleende vergunning, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke aanlegvergunning en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een ontheffing.
Handhaving wordt onderscheiden in preventieve en repressieve handhaving. Preventieve handhaving bestaat uit actief toezicht door of namens de gemeente door bijvoorbeeld regelmatige controles op de uitvoering van vergunningen. Voorts bestaat preventieve handhaving uit het opstellen van duidelijke en maatschappelijk geaccepteerde regels en uit communicatie en voorlichting.
Repressieve handhaving bestaat uit de aanwending van publiekrechtelijke middelen bij geconstateerde overtredingen, zoals het opleggen van een dwangsom of het uitoefenen van bestuursdwang. Daarnaast is het mogelijk strafrechtelijke middelen toe te passen en privaatrechtelijke actie te ondernemen bij inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente. Repressieve handhaving heeft als primaire doel een einde te maken aan een specifieke overtreding van de Wro of de Woningwet.
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
5.2 Toelichting Op De Planregels
De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de geldende bestemmingsplannen. In onderstaande paragrafen zullen de regels nader worden uiteengezet.
5.3 Bestemmingen
De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn afgestemd op de gemeentelijke standaarden en sluiten aan op recente bestemmingsplannen van de gemeente Zuidplas. Daarnaast wordt uiteraard rekening gehouden met de rechten op basis van de nu geldende bestemmingsplannen. Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende (dubbel-)bestemmingen:
Enkelbestemmingen
Agrarisch
Enkele locaties zijn voorzien van de bestemming 'Agrarisch'. Er is op een locatie een plattelandswoning toegestaan, waarvoor de gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden van toepassing zijn. De maximum goot- en bouwhoogten zijn aangegeven op de verbeelding. Tevens is ten behoeve van de situatie aan de Rottedijk in Moerkapelle bebouwing toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', waarbij de maximale goot- en bouwhoogten in de regels zijn weergegeven. Verder zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegelaten.
Agrarisch - Glastuinbouw
Hierbij zijn voor wat betreft de locatie Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle verbijzonderingen opgenomen in de vorm van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten'. Voorts zijn de reguliere bouw- en gebruiksmogelijkheden en afwijkingsmogelijkheden e.d. opgenomen.
Tevens is op een locatie een plattelandswoning toegestaan, waarbij de gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden van toepassing zijn, aangevuld met een bepaling voor die situaties waarin reeds sprake is van meer legaal aanwezige bebouwing.
Bedrijf
Een perceel aan de Bredeweg, bedoeld voor de warmtehub, is voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Hierbij is de regeling uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' overgenomen, waarbij een bebouwingspercentage en een bouwhoogte zijn toegekend aan het bouwvlak op de verbeelding. Tevens is het perceel Herenweg 56 in Moerkapelle voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Dit plangebied is voorzien van de functieaanduiding 'hovenier', waarbij geregeld is dat daar uitsluitend een hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf is toegelaten.
Voor de locatie achter Bredeweg 55 in Moerkapelle is door middel van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – warmtehub' aangegeven dat hier uitsluitend een warmtehub is toegelaten.
Bedrijventerrein
Voor de locatie aan Hoofdweg-Noord is de bestemming 'Bedrijventerrein' gehanteerd. Deze is ontleend aan het geldende bestemmingsplan 'Kleine Vink en omgeving', waarbij de regeling is afgestemd op het onderhavige initiatief.
Op basis van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Flitsbezorging' is een generiek verbod op het gebruik van gronden ten behoeve van flitsbezorging en/of het gebruik van panden als zogenaamde 'darkstores' opgenomen, met een afwijkingsregeling. Onder voorwaarden ten aanzien van o.a. ontsluiting, ligging, inrichting, het gebouw en het gebruik van de locatie, wordt ruimte geboden aan flitsbezorgdiensten op het bedrijventerreinen.
Groen
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en extensieve dagrecreatie, met de daarbij behorende wegen en paden, speelvoorzieningen, objecten van beeldende kunst e.d.
Binnen de bestemming mogen slechts gebouwen worden gebouwd ten dienste van de bestemming met een maximale bouwhoogte van 4 m en een oppervlakte van maximaal 25 m². Tevens zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten, waarvan de maximale maatvoeringen in de regels zijn opgenomen.
Daarnaast is voor de locatie naast Kortenoord 100 in Nieuwerkerk aan den IJssel voorzien in een aanduiding 'bijgebouwen', met een passende bebouwingsregel voor de bestaande situatie. In betreffende bijgebouw is uitsluitend opslag toegelaten.
Lintzone
De locaties waar de functieaanduiding 'bedrijfswoning' van toepassing was, zijn voorzien van de bestemming 'Lintzone'. Hierbij is, naast de aanduiding 'bedrijfswoning, de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' toegevoegd. Tevens zijn delen voorzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten'.
De bestemmingsregeling is ontleend aan bestemmingsplan 'Zuidplas Noord', waar nodig aangevuld met regelingen uit het recente bestemmingsplan 'Herziening Zuidplas 1' (2018). De maatvoeringen zijn ontleend aan de geldende mogelijkheden.
Maatschappelijk
De locatie naast het gemeentehuis aan het Raadhuisplein in Nieuwerkerk aan den IJssel en de locatie Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht worden voorzien van de bestemming 'Maatschappelijk'. Voor wat betreft Raadhuisplein betreft het het gedeelte ter plaatse van de fietsenstalling. Hierbij zijn maatschappelijke voorzieningen en bijbehorende nutsvoorzieningen toegelaten, evenals onder andere parkeer- en stallingsvoorzieningen. Voorts is de maximum bouwhoogte opgenomen op de verbeelding. Specifiek voor perceel Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht is tevens de mogelijkheid voor begeleid wonen met bijbehorende ondersteunende voorzieningen zoals ondergeschikte gemeenschapsruimten opgenomen, conform het bestemmingsplan 'Westeinde-Weteringstraat'.
Recreatie
Voor de oevers en eilanden in het onderhavige deel van de Zevenhuizerplas en voor 'Hennipgaarde’ in de Eendragtspolder is de bestemming 'Recreatie' opgenomen. Er zijn hier uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan. Tevens is voor Hennipgaarde de functieaanduiding 'parkeerterrein' opgenomen.
Verkeer
Ten behoeve van de ontsluiting en parkeerplaatsen wordt de bestemming 'Verkeer' gehanteerd. Binnen deze bestemming zijn bijvoorbeeld ook groenvoorzieningen en straatmeubilair e.d. toegelaten. Er zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten e.d. toegelaten.
Water
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, bermen en groenvoorzieningen en kunstwerken.
Verder mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Wonen
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, inclusief aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven tot maximaal 30% van het grondvloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m². Tevens zijn de daarbij behorende tuinen, bijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, speeltoestellen, water en kunstwerken toegestaan.
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd, waarbij ook de woningtypologie (vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd en gestapeld) is vastgelegd. Ook het maximale aantal wooneenheden en de maximale goot- en bouwhoogten zijn aangeduid. De maten zijn afgestemd op de geldende mogelijkheden danwel de bestaande situatie.
Verder wordt standaard een inhoudsmaat van 750 m³ toegestaan. Als op basis van het geldende bestemmingsplan, of afspraken met de gemeente een afwijkende inhoudsmaat van toepassing is, dan is dat aangeduid op de verbeelding. Zoals bepaald in de 'Wijze van Meten' wordt bij het berekenen van de inhoudsmaat een ondergrondse bouwlaag niet meegerekend.
Voorts zijn er bepalingen opgenomen voor bijbehorende bouwwerken (o.a. ook erkers), met een regeling voor die situaties waar afwijkende afstands- en oppervlaktematen legaal aanwezig zijn. Op de locaties aan de Parallelweg-Noord 14/16 bij Nieuwerkerk aan den IJssel en West Ringdijk 43b in Moordrecht zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' eveneens bijgebouwen toegestaan. Voor laatstgenoemde perceel is tevens een afwijkende bouwhoogte van 7,5 m geregeld.
Bovendien is ten behoeve van de locatie 's-Gravenweg 121 in Nieuwerkerk aan den IJssel de 'specifieke bouwaanduiding - carport' toegevoegd.
Tevens zijn er bepalingen opgenomen voor de diverse bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er zijn ook specifieke gebruiksregels opgenomen waarin het strijdige gebruik is vermeld.
Dubbelbestemmingen
Leiding - Hoogspanning en Leiding - Hoogspanningsverbinding
Binnen het plangebied bevinden zich een ondergrondse en bovengrondse hoogspanningsverbinding. Aan de ondergrondse hoogspanningsverbinding is de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' toegekend, gericht op de aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende belemmerde strook en voorzieningen.
De bovengrondse hoogspanningsleiding is voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Deze gronden zijn bestemd voor het bovengronds transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding. De hoogte van de masten van 55 meter is in de regels opgenomen, terwijl een eventuele afwijkende hoogte op de verbeelding is aangeduid.
Deze bestemmingen gelden primair aan de onderliggende bestemmingen: in geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Hiervan kan worden afgeweken nadat er advies is ingewonnen is bij de beheerder. Voor het verrichten van bodemwerkzaamheden dient er een omgevingsvergunning verkregen te worden. Deze wordt afgegeven nadat er een positief advies verkregen is van de netbeheerder.
Leiding-Rivierwatertransport
Deze dubbelbestemming is opgenomen voor de in de deelgebieden Hennipgaarde Eendragtspolder in Zevenhuizen en Zevenhuizerplas gelegen leiding waardoor rivierwater wordt getransporteerd. De dubbelbestemming beoogt graafschade aan de leiding te voorkómen. Bij werkzaamheden die de bodem verstoren is een omgevingsvergunning nodig.
Leiding - Water
Ter plaatse van de ontsluiting van het bedrijfsperceel Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel is een waterleidingtracé aanwezig. Met de dubbelbestemming 'Leiding - Water' zijn de belangen van die leiding gewaarborgd. Deze wijkt af van het geldende bestemmingsplan, omdat de meest actuele ligging van de leiding gebruikt is.
Waarde - Archeologie - 2,Waarde - Archeologie - 3 en Waarde - Archeologie - 4
De belangen vanuit archeologie zijn veiliggesteld middels de dubbelbestemmingen voor Waarde - Archeologie. De regelingen zijn overgenomen uit de Parapluherziening Archeologie (2018).
Waterstaat - Waterkering
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden binnen de beschermingszone van de waterkering. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen - op enkele uitzonderingen na - uitsluitend met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag worden gebouwd. Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterkering, omtrent de vraag of de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad. Verder is op een vergelijkbare wijze een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Algemeen
Algemene gebruiksregels
Hierin is onder andere een algemeen gebruiksverbod ten aanzien van flitsbezorging opgenomen.
Overige regels
In de Overige regels zijn bepalingen opgenomen over het benodigde parkeren. Deze zijn ontleend aan de 'Parapluherziening Parkeren' (2018), waarbij ook ingegaan wordt op laden en lossen. Tevens zijn hier regels opgenomen over ondergronds bouwen en ondergrondse werken.
Aanduidingsregels
Tevens zijn hier de regelingen voor de gebiedsaanduidingen 'geluidszone - spoor', 'geluidszone - weg', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', ‘veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen – weg’, 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 1' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2', 'veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 2', ‘veiligheidszone – lpg 2’ en 'milieuzone'. De regelingen zijn ontleend aan de geldende bestemmingsplannen, vooral het bestemmingsplan 'Zuidplas West' en 'Zuidplas Noord'.
Overige zones.
Een tweetal administratieve bepalingen is opgenomen in de Overige regels, waarmee geldende regels worden aangepast/aangevuld. Het betreft 'Overige zone - Beeldkwaliteit Gouwe Park' en 'Overige zone - bouwhoogte geluidscherm'.