Bestemmingsplan Benzineservicestation Lorentzstraat/A7
Bestemmingsplan - gemeente Súdwest-Fryslân
Vastgesteld op 02-07-2015 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
| plan: |
het Bestemmingsplan Benzineservicestation Lorentzstraat/A7 met identificatienummer NL.IMRO.1900.2014oostBPtankstA7-vast van de gemeente Súdwest-Fryslân; | |
| bestemmingsplan: |
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels; | |
| aanduiding: |
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; | |
| aanduidingsgrens: |
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; | |
| bebouwing: |
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; | |
| bedrijfsgebonden reclamemast: |
een reclamemast voor de diensten of producten van een of enkele bedrijven die op of aangrenzend aan het perceel waarop de reclamemast staat, aanwezig zijn; | |
| bedrijfswoning: |
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; | |
| beperkt kwetsbaar object: |
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden; | |
| bestaand: |
het legale gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning voor het bouwen; | |
| bestemmingsgrens: |
de grens van een bestemmingsvlak; | |
| bestemmingsvlak: |
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming; | |
| bouwen: |
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; | |
| bouwgrens: |
de grens van een bouwvlak; | |
| bouwperceel: |
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; | |
| bouwperceelgrens: |
de grens van een bouwperceel; | |
| bouwvlak: |
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; | |
| bouwwerk: |
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; | |
| dak: |
iedere bovenbeëindiging van een gebouw; | |
| detailhandel: |
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten; | |
| erotisch getinte vermaaksfunctie: |
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; | |
| gebouw: |
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; | |
| geluidzoneringsplichtige inrichtingen: |
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; | |
| kampeermiddel: |
een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; | |
| kantoor: |
een gebouw dat door indeling en inrichting kennelijk is bestemd te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden; | |
| kwetsbaar object: |
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen; | |
| mobiel en/of demontabel kampeermiddel: |
| |
| |
| nadere eis: |
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening; | |
| ondersteunende horeca: |
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ondergeschikt deel van de ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren; | |
| omgevingsvergunning: |
een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); | |
| onderkomens: |
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen; | |
| overkapping: |
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een dak en maximaal één wand; | |
| peil: |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| prostitutie: |
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding; | |
| risicovolle inrichting: |
een inrichting, bij welke in gevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; | |
| seksinrichting: |
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; | |
| straatmeubilair: |
andere bouwwerken ten behoeve van de inrichting en het gebruik van openbare ruimte zoals straatlantaarns, bankjes, afvalbakken en paaltjes; | |
| vast kampeermiddel: |
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken; | |
| voorgevel: |
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel; | |
| woning: |
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, krachtens aard en indeling geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden. |
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten:
| de bouwhoogte van een bouwwerk: |
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen, antennes en daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; | |
| de goothoogte van een bouwwerk: |
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; | |
| de dakhelling van een bouwwerk: |
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansardekappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen; | |
| de inhoud van een bouwwerk: |
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; | |
| de oppervlakte van een bouwwerk: |
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. |
Bouwvlak of bestemmingsvlak
Bij de toepassing ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken en ten aanzien van het berekenen van de bouwhoogte en oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
Oppervlakte
Overstekende daken worden bij de berekening van de oppervlakte van bouwwerken uitsluitend buiten beschouwing gelaten, mits de overstekken niet breder zijn dan 0,5 m.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf – Verkooppunt Motorbrandstoffen Met Lpg
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf – Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
| een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg; |
| een lpg-afleverzuil, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – afleverzuil”; |
| een lpg-vulpunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “vulpunt lpg”; |
| autowasvoorzieningen; |
| de opslag van lpg, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding "opslag"; |
| één bedrijfsgebonden reclamemast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – reclamemast”, |
met de daarbij behorende:
| detailhandel en ondersteunende horeca in de vorm van een tankshop, met een maximale oppervlakte van 150 m²; |
| kantoorfunctie; |
| service- en onderhoudsvoorzieningen; |
| openbare nutsvoorzieningen; |
| verkeers- en verblijfsvoorzieningen; |
| groenvoorzieningen; |
| water. |
3.2 Bouwregels
| Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: |
| |
| |
| |
| Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels: |
| |
| |
|
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
| het straat- en bebouwingsbeeld; |
| de milieusituatie; |
| de woonsituatie; |
| de verkeersveiligheid; |
| de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; |
| de sociale veiligheid; |
| de externe veiligheid. |
nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van bouwwerken.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder met deze bestemming strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
| het gebruik van gronden en gebouwen voor detailhandelsactiviteiten anders dan ondergeschikt aan en direct voortvloeiend uit de activiteiten van een bedrijf; |
| het gebruik van gronden en gebouwen voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen; |
| het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een risicovolle inrichting, met uitzondering van een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg; |
| het gebruik van gebouwen voor bewoning; |
| het gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren. |
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
| wegen met een functie voor het verkeer met een doorgaand karakter, met dien verstande dat het aantal rijstroken van wegen niet meer dan 4 mag bedragen; |
| groenvoorzieningen; |
| openbare nutsvoorzieningen; |
| waterlopen en waterpartijen. |
4.2 Bouwregels
| Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: |
| |
| Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, geldt de volgende regel: |
|
Artikel 5 Leiding - Gas
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met de daarbij behorende belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijden van de aanduiding “hartlijn leiding - gas”.
5.2 Bouwregels
| In afwijking van het bepaalde in de aangegeven andere bestemmingen mag op of in deze gronden niet worden gebouwd, anders dan voor deze bestemming. |
| Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. |
| Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: |
|
5.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de aardgastransportleiding, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
| het bepaalde in lid 5.2 sub a en lid 5.2 sub b en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder; |
| het bepaalde in lid 5.2 sub a en lid 5.2 sub c en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. |
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
| Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| De onder a bedoelde vergunning is niet vereist werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: |
| |
| |
| |
| |
| |
| De onder a bedoelde vergunning wordt slechts verleend nadat vooraf schriftelijk advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. |
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
| ten aanzien van gronden, voor zover zij onbebouwd blijven: |
| |
| |
| |
| |
| |
| ten aanzien van bouwwerken: |
| |
| het bepaalde onder a is niet van toepassing op: |
| |
|
Artikel 8 Algemene Aanduidingsregels
8.1 veiligheidszone - lpg
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
| Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van: |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| Een onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
| Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan zodanig te wijzigen dat de afmeting, situering en vorm van een in één van de bestemmingen aangewezen bouwvlak wordt gewijzigd, met dien verstande dat: |
| |
| |
| Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de onder a bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
| Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: |
| |
| |
| Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%. |
| Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. |
11.2 Overgangsrecht gebruik
| Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. |
| Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. |
| Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. |
| Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. |
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Bestemmingsplan Benzineservicestation Lorentzstraat/A7, gemeente Súdwest-Fryslân".