Bestemmingsplan Bolsward
Bestemmingsplan - gemeente Súdwest Fryslân
Ontwerp op 17-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het Bestemmingsplan Bolsward met identificatienummer NL.IMRO.1900.2023noosBPBolsward-ontw van de gemeente Súdwest Fryslân
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
de uitoefening van een beroep of bedrijf (dan wel het verlenen van diensten) op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Bijlage 1, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij in overwegende mate de woonfunctie blijft behouden en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.6 aangebouwd bijbehorend bouwwerk
Een op de grond staand gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
1.7 aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten
Het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitvoeren van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omgeving in een woning met behorende gebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
1.8 aanlegplaats
een ruimte voor het tijdelijk afmeren van een vaartuig;
1.9 achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
1.10 afhankelijke woonruimte
Een aanbouw of bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin uit een oogpunt van mantelzorg een gedeelte van de huishouding is gehuisvest;
1.11 activiteitenruimte
ruimte waarin de volgende activiteiten plaatsvinden:
- a. repeteren voor een optreden;
- b. werkbesprekingen;
- c. ontwikkelen van nieuwe theatervoorstellingen;
- d. coachen en consulten;
en soortgelijke activiteiten.
1.12 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.13 archeologisch monument
een terrein dat op basis van de Erfgoedwet door het Rijk is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.14 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.15 bebouwingspercentage
Een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bebouwingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.16 bêd en brochje
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
1.17 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
1.18 bedrijfswoning
een woning behorend bij en onlosmakelijk verbonden met een op hetzelfde perceel gelegen bedrijf, bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon die verantwoordelijk is voor de bedrijfsmatige activiteiten in dat bedrijf, dan wel die activiteiten uitvoert;
1.19 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.20 beperkt kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.21 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten, en dergelijke;
1.22 beschermd gezicht
aangewezen gronden mede bestemd voor behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht zoals dat is verwoord in het daarbij behorende aanwijzingsbesluit;
1.23 bestaand(e)
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.24 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.25 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.26 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofgebouw verbonden, al dan niet vrijstaand bouwwerk;
1.27 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats);
1.28 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.29 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.30 bouwmarkt
Een al dan niet geheel overdekte verkoopplaats, waarop het volledige assortiment aan grove bouwmaterialen, bouwgrondstoffen, alsmede materialen voor het verrichten van bouw en verbouwwerkzaamheden waaronder begrepen doe-het-zelf producten uit voorraad ter verkoop worden aangeboden;
1.31 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.32 bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.33 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en en andere bouwwerken zijn toegelaten;
1.34 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.35 cultuurgrond
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die worden gebruikt voor het agrarische bedrijf, dan wel hobbymatig agrarisch in gebruik zijn;
1.36 cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.37 dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.38 dakkapel
Een uitbouw binnen het dakvlak van een gebouw met kapconstructie, welke uitbouw doorgaans geen wijziging van de vorm en het profiel van het dak veroorzaakt;
1.39 dakopbouw
Het door een gevel of nokverhoging vergroten van een bestaande ruimte welke leidt tot een wijziging van de vorm en het profiel van het dak;
1.40 dakvormen
dakvormen:
- a. afgeknot schilddak: een schilddak met deels een platte afdekking, zoals hieronder is afgebeeld;
- b. lessenaarsdak: een éénzijdige kapconstructie, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het hoogste punt over de gehele, of nagenoeg de gehele lengte in één gevel is gelegen;
- c. mansardedak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dakvlak bestaat uit twee vlakken die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten;
- d. schilddak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit vier vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten;
- e. zadeldak / tentdak: een kap, zoals hieronder is afgebeeld, waarbij het dak bestaat uit twee vlakken die elkaar in een nok(lijn) ontmoeten.
![]() |
1.41 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
1.42 dienstverlenend bedrijf en/ of dienstverlenende instelling
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.43 dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.44 doe het zelf producten
- hout en houtwaren;
- tegels, stenen, dakpannen en dergelijk;
- bouwgrondstoffen en installatiemateriaal, waaronder sierpleisters, isolatiemateriaal,
- p.v.c.-artikelen, elektriciteitskabels/-snoeren, fittingen en overige
- elektrische artikelen, voor zover ze als bouwmaterialen zijn aan te merken;
- pijpen, zand en cement;
- kozijnen, deuren;
- sanitair;
- (inbouw)keukens, badkamers en kasten;
- verf en verfwaren, lijmen en kit;
- ijzerwaren;
- behang en behangbenodigdheden;
- buitenzonwering;
- open haarden;
- gereedschappen ten behoeve van de bouw,
- en overige hiermee gelijk te stellen producten;
1.45 eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
1.46 eerste verdieping
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
1.47 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt;
1.48 erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.49 evenement
een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend;
1.50 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.51 geluidsgevoelige objecten
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.52 geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.53 groepsaccommodatie
(deel van) een gebouw dat bestemd is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf voor groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers en waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
1.54 hogere grenswaarde
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximum waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.55 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen als belangrijkste bouwwerk is aan te merken, met dien verstande dat aangebouwde en/of vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet tot het hoofdgebouw worden gerekend;
1.56 hoofdvorm
een gebouw dat op een bouwperceel architectonisch als belangrijkste gebouw valt aan te merken exclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken
1.57 horecabedrijf
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor verkoop aan het publiek wordt bereid en verstrekt, al dan niet voor consumptie ter plaatse, en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
horecabedrijf categorie 1: een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, croissanterie, koffiebar, lunchroom, ijssalon, petitrestaurant, snackbar, snack-kiosk, tearoom, traiteur en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 2: een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zalencentrum;
horecabedrijf categorie 3: een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
horecabedrijf categorie 4: een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant;
1.58 huishouden
de bewoning van een woning door:
- a. één persoon;
- b. twee of meerdere personen in de vorm van een samenlevingsverband, die een duurzame (gemeenschappelijke) huishouding voeren of willen voeren, waar bij een gemeenschappelijke huishouding sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, waaronder geen kamerbewoning begrepen.
1.59 kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.60 kampeerplaats
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorzieningen, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf;
1.61 kampeerterrein
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en – blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
1.62 kap
Een kap is een afdekking van een gebouw waarbij bij in een horizontale projectie ten minste 50% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken;
1.63 karakteristiek pand of object
panden of objecten die cultuurhistorisch waardevol zijn door hun stedenbouwkundige ligging, architectonische beeldwaarde, materiaaltoepassing in relatie met de authenticiteit en de streekhistorische waarde van het pand en/of haar bewoners;
1.64 kwetsbaar object
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
1.65 ligplaats
het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dat doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan voor aanleggen;
1.66 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van overheidsdienstverlening - als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.67 manege(bedrijf)
een bedrijf met activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak gericht op het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden, met ondergeschikte horeca;
1.68 mantelzorg
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt;
1.69 milieusituatie
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
1.70 monument
een pand of object dat op basis van de geldende wetgeving door het Rijk is aangewezen als beschermd monument;
1.71 natuurtoets
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een ontheffing op grond van de Wet Natuurbescherming kan worden verleend;
1.72 Normaal Amsterdams Peil
Het Normaal Amsterdams Peil (afgekort tot NAP) is de referentiehoogte ofwel peil waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd. Het NAP staat sinds 1891 voor Normaal Amsterdams Peil.
1.73 normaal onderhoud
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.74 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen openbare sanitaire voorzieningen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.75 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde bestaande uit een dak en ten hoogste één wand;
1.76 paardenhouderij
een bedrijf, niet zijnde een agrarisch bedrijf, dat gericht is op het houden, stallen of africhten van paarden en/of pony's, alsmede de handel in paarden en/of pony's, waar geen manege-activiteiten worden uitgevoerd;
1.77 paardrijbak
buitenrijbaan ten behoeve van paardrij-activiteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
1.78 pand
de kleinste bij de totstandkoming en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.79 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Normaal Amsterdams Peil of de hoogte van het terrein ter plaatse van de meest nabij gelegen locatie waar het water grenst aan het vaste land;
1.80 pension
een horecabedrijf dat als hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere of kortere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten, een en ander zonder vermaaksfunctie;
1.81 permanente bewoning
het gebruiken van een woning of recreatiewoning als hoofdverblijf, zijnde de vaste woon- en verblijfsplaats, waarbij de woning voor de bewoners het reële hoofdverblijf vormt en derhalve niet een adres is waar men tijdelijk en/of recreatief verblijft;
1.82 praktijkruimte
een ruimte, zijnde (een zelfstandige eenheid van) een gebouw of indien onderdeel uitmakende van een woning, dat dient voor de uitoefening van een vrij beroep dan wel voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
1.83 productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.84 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.85 recreatieappartement
het geheel van bijeen behorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, in een groter gebouw;
1.86 risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.87 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.88 silo
een ander bouwwerk, dat dient voor het opslaan van (kunst)mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van het agrarisch bedrijf;
1.89 standplaats
een in of op het terrein aangegeven plek voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeerplaats of standplaats mobiele verkoopinrichting;
1.90 standplaats mobiele verkoopinrichting
een standplaats met een mobiele verkoopinrichting die wordt ingenomen op vaste dagen of dagdelen, zoals vergund.
1.91 supermarkt
een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak die vanwege de grootschaligheid van het aanbod een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling;
1.92 tuincentrum
een detailhandelsbedrijf met een al dan niet overdekte verkoopvloeroppervlakte, waar levende en niet-levende artikelen voor tuininrichting, tuindecoratie, planten en daaraan verwante artikelen ten verkoop worden aangeboden;
1.93 verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.94 volkstuin
gronden waarop niet-bedrijfsmatige teelt van groenten en/of fruit en het kweken van siergewassen wordt uitgeoefend;
1.95 volumineuze detailhandel
detailhandel in goederen, die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, woning- en tuininrichtingsartikelen, tuinmeubels, meubels, grove bouwmaterialen/bouwmarkten, kampeermiddelen, keukens en sanitair;
1.96 voorerfgebied
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
1.97 voorgevel
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevellijn, met dien verstande dat indien een bouwvlak gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.98 voorkeursgrenswaarde
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximum waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.99 vrijstaand bijbehorend bouwwerk
een op zichzelf staand, vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist, tenzij in de voorschriften anders is bepaald;
1.100 vuurwerkbedrijf
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.101 waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit; hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, gemalen, inlaten, etc.;
1.102 webwinkel
een winkel op een perceel waarbij de verkoop van op de eindgebruiker gerichte goederen uitsluitend plaatsvindt via internet, waarbij geen klanten op het perceel langskomen (om goederen af te halen of uit te proberen of te betalen) en er geen ruimtelijke uitstraling uitgaat van de webwinkel;
1.103 windturbine
een op zichzelf staand bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie;
1.104 winkel
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.105 wonen
het huisvesten van één (afzonderlijk) huishouden in een woning, waarbij een woning uitsluitend gebruikt mag worden voor permanente bewoning;
1.106 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.107 woonboerderij
een gebouw, zijnde een voormalig agrarisch bedrijf, met tenminste één woning, dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.108 woongebouw
een gebouw met een gemeenschappelijke toegang, dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat (al dan niet in combinatie met bergruimte) en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.109 woonhuis
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.110 woonschip
een zich in het water bevindend object, dat dient als woning;
1.111 zorgaccommodatie
sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 de hoogte van een antenne-installatie
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de antenne installatie.
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen.
2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.6 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
2.7 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.8 uitzondering wijze van meten
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilaster, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, reclameborden, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. agrarische cultuurgronden
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen;
- c. recreatief medegebruik;
- d. infrastructurele voorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
3.2 Bouwregels
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de als Bijlage 2 bijgevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. een autoschadeherstelbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autoschadeherstelbedrijf';
- c. een machine en apparatenfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machine en apparatenfabriek';
- d. een bedrijf in het vervaardigen van kleding, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardigen van kleding';
- e. een houtzagerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtzagerij'
- f. een scheepswerf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf';
- g. een distilleerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - distilleerderij';
- h. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- i. een slachterij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - slachterij';
- j. een verkooppunt van motorbrandstoffen exclusief lpg, uitsluitende ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- k. een horecabedrijf categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- l. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- m. een steenhouwerij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - steenhouwerij';
- n. een bouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwbedrijf'
met de daarbij behorende:
- o. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
- p. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- q. mantelzorg in de bedrijfswoning;
- r. bêd en brochje in de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
- s. tuinen, erven en terreinen;
- t. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
- u. groenvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- v. nutsvoorzieningen;
- w. wegen en paden
- x. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
- y. bestaande steigers.
4.2 Bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- b. wonen in een bedrijfswoning, anders dan in de begripsbepaling (artikel 1.18) is omschreven;
- c. detailhandel, met uitzondering van toegestane vormen van detailhandel als bedoeld in artikel 4.1 onder o;
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, tenzij dit specifiek is toegestaan;
4.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel e sub a ten behoeve van:
- a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie dan genoemd in artikel 4.1 wanneer deze, gelet op de milieubelasting, naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.1;
- b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die niet in de als Bijlage 2 opgenomen Staat vanbedrijfsactiviteiten, maar gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 4.1;
Bij een afwijking zoals bedoeld onder a en b worden de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten en ook de aspecten geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, luchtverontreiniging en bodemverontreiniging beoordeeld en wordt gekeken naar de diversiteit, het continue karakter van het bedrijf, de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
- b. terreinen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. wegen en paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Bedrijventerrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van Staat vanbedrijfsactiviteitent uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- a. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' ;
- b. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- c. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
- d. bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
- e. een bedrijf in poedercoating, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - poedercoating';
- f. een verkooppunt van motorbrandstoffen exclusief lpg, uitsluitende ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- g. een windturbine, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
- h. een horecabedrijf categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- i. een escaperoom, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - escaperoom'
- j. een groothandel in machines en apparaten ten behoeve van de bouwnijverheid, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding, 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines en apparaten bouwnijverheid';
- k. een loodgieters- en installatiebedrijf tot en met milieucategorie 3.1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loodgieters- en installatiebedrijf milieucategorie 3.1;
- l. een sportschool, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sportschool';
- m. kantoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- n. een bouwmarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt';
- o. een touringcarbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - touringcarbedrijf';
- p. vuurwerkopslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vuurwerkopslag';
- q. een tuincentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
- r. een bouwbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwmarkt';
- s. een constructiebedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf';
- t. een zuivelfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuivelfabriek';
- u. een groothandel in vrachtwagens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vrachtwagens';
- v. een kringloopwinkel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kringloopwinkel';
- w. een waterzuiveringsinstallatie, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie';
- x. een koffiebranderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - koffiebranderij';
- y. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotsmiddelen;
- z. bestaande bedrijven in de bestaande milieucategorie;
met de daarbij behorend:
- aa. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- ab. mantelzorg in de bedrijfswoning;
- ac. bêd en brochje in de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
- ad. terreinen;
- ae. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
- af. groenvoorzieningen;
- ag. nutsvoorzieningen;
- ah. wegen en paden;
- ai. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 ten behoeve van:
- a. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie dan genoemd in artikel 6.1 wanneer deze, gelet op de milieubelasting, naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.1;
- b. de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, maar gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 6.1;
- c. Bij een afwijking zoals bedoeld onder a en b worden de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten en ook de aspecten geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, luchtverontreiniging en bodemverontreiniging beoordeeld en wordt gekeken naar de diversiteit, het continue karakter van het bedrijf, de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Artikel 7 Bos
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos/bebossing;
- b. groenvoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- d. nutsvoorzieningen;
- e. paden en wegen;
- f. parkeervoorzieningen;
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
- a. op de gronden zijn uitsluitend andere bouwwerken toegestaan;
- b. de maximum hoogte van andere bouwwerken bedraagt 1,00 meter.
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Centrum
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. bedrijven, voor zover genoemd in de milieucategorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
- c. maatschappelijk;
- d. cultuur en ontspanning;
- e. dienstverlening;
- f. kantoren;
- g. horeca, categorie 1 en 2;
- h. wonen;
- i. mantelzorg in de woning;
- j. bêd en brochje in de woning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
met daarbij behorende:
- k. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
- l. nutsvoorzieningen;
- m. wegen en paden;
- n. groenvoorzieningen;
- o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- p. sport- en speelvoorzieningen;
8.2 Bouwregels
8.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik van:
- g. woonhuizen voor meer dan één woning, tenzij hiervan in de bestaande situatie sprake is.
Artikel 9 Detailhandel
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. een supermarkt alleen ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- c. een bedrijfswoning;
- d. mantelzorg in de bedrijfswoning;
- e. bêd en brochje in de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
met de daarbij behorende:
- f. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
- g. wegen en paden;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. sport- en speelvoorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. perifere detailhandel;
- b. verkooppunten voor motorbrandstoffen.
Artikel 10 Dienstverlening
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dienstverlening;
met de daarbij behorende
- b. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 52.1;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. wegen en paden
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. sport- en speelvoorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Gemengd
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen, eventueel in combinatie met een bedrijf aan huis waarbij bedrijfsactiviteiten uit de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. ambachtelijke bedrijven
- c. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotsmiddelen;
- d. een supermarkt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';
- e. maatschappelijk;
- f. dienstverlening;
- g. bestaande horeca;
- h. bestaande kantoren;
- i. mantelzorg in de woning;
- j. bêd en brochje in de woning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
met de daarbij behorende:
- k. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
met daaraan ondergeschikt:
- l. nutsvoorzieningen;
- m. wegen en paden;
- n. groenvoorzieningen;
- o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- p. sport- en speelvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van lid 11.2.3 sub a voor een grotere oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mits:
- a. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 150 m2, waarbij de voorwaarde vervalt dat de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerk niet meer dan 90% van de hoofdvorm van het hoofdgebouw bedraagt, én;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. verkooppunten voor motorbrandstoffen;
- b. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- c. recreatieve bewoning van woonhuizen en bijbehorende bouwwerken;
- d. horeca, tenzij sprake is van bestaande horeca.
Artikel 12 Groen
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bermen en beplanting;
- c. paden;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. speelterreinen;
- f. een woonschepenligplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen;
- h. wegen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. sport- en speelvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de verkeersveiligheid;
- b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 13 Horeca
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een horecabedrijf categorie 1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- b. een horecabedrijf categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- c. een horecabedrijf categorie 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- d. een horecabedrijf categorie 4 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- e. een horecabedrijf categorie 1 of 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- f. een horecabedrijf categorie 1, 2 of 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3'
- g. één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- h. bestaande woningen;
- i. mantelzorg in de (bedrijf)swoning;
met de daarbij behorende:
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
met daaraan ondergeschikt:
- l. nutsvoorzieningen;
- m. wegen en paden;
- n. groenvoorzieningen;
- o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- p. sport- en speelvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
- a. meer dan één woning, tenzij hiervan in de bestaande situatie sprake is.
Artikel 14 Kantoor
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren, al dan niet in combinatie met aan de kantoorfunctie ondergeschikte dienstverlening;
met de daarbij behorende:
- b. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- g. sport- en speelvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Maatschappelijk
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
- c. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- d. mantelzorg in de bedrijfswoning;
- e. bêd en brochje in de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
- 1. per hoofdgebouw ten hoogste 2 slaapkamers en maximaal 5 personen zijn toegestaan;
- 2. de logiesverstrekking uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en/of in de aangebouwde bijbehorende bouwwerken;
- 3. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet worden gebruikt of ingericht ten behoeve van een bêd en brochje;
- 4. de oppervlakte van bêd en brochje maximaal 30% van de begane grond vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning bedraagt, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;
- 5. geen reclame-uitingen worden aangebracht;
- 6. voor de uitoefening van de bêd en brochje wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 52.1 en parkeren bij voorkeur op eigen erf plaatsvindt.
met de daarbij behorende:
- f. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen;
- h. wegen en paden;
- i. groenvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- k. sport- en speelvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Sport
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sport- en speelterreinen;
- b. gebouwen voor binnensporten, zoals sporthallen, zwembaden en tennishallen;
met de daarbij behorende:
- c. horeca, in de vorm van een kantine behorende bij en rechtstreeks voortvloeiend uit de bedrijfsactiviteiten van de sportvoorziening;
- d. voorzieningen als een was- en kleedruimten, verenigingsgebouwen, bergings- en stallingsruimten;
- e. terreinen;
- f. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
met daaraan ondergeschikt:
- g. wegen en paden;
- h. groenvoorzieningen;
- i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- j. nutsvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van overige (zelfstandige) horecadoeleinden.
Artikel 17 Tuin
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen;
met de daarbij behorende:
- b. wegen en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- e. nutsvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Artikel 18 Verkeer
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. sloten, bermen en beplanting;
waarbij de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van het verkeer
met de daarbij behorende:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer;
met daaraan ondergeschikt:
- f. nutsvoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Artikel 19 Verkeer - Verblijf
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer - Verblijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. bermen en beplanting;
- e. straatmeubilair;
met daaraan ondergeschikt:
- f. oeververbindingen en bruggen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. geluidswerende voorzieningen;
- i. groen;
- j. terrassen;
- k. standplaatsen;
- l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- n. bruggen ter plaatse van de aanduiding 'brug';
19.2 Bouwregels
Artikel 20 Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water;
- b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- c. een woonschepenligplaats ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- d. gebouwen voor bijzondere recreatieve voorzieningen in de vorm van overdekte aanleggelegenheid voor schepen, ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis'
met daarbij behorende:
- e. waterberging;
- f. bermen en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
- g. nutsvoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. wegen en paden.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de verkeersveiligheid.
20.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als ligplaats voor woonschepen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'woonschepenligplaats', in welk geval een ligplaats voor één woonschip is toegestaan ;
- b. het gebruik van gronden als ligplaats voor (recreatie)vaartuigen, behalve daar waar het op grond van de gemeentelijke ligplaatsenverordening is toegestaan.
20.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Wonen
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- 2. mantelzorg;
- 3. bêd en brochje;
met de daarbij behorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder tevens begrepen steigers.
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
21.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.3 sub b voor het vergroten van het te bebouwen oppervlak tot ten hoogste 70% van het erf buiten het bouwvlak, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
21.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 22 Wonen - Woonboerderij
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Woonboerderij aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woonboerderijen, al dan niet in combinatie met:
- 1. ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- 2. mantelzorg;
- 3. bêd en brochje;
met de daarbij behorende:
- b. tuinen, erven en terreinen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder tevens begrepen steigers.
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid; en
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
22.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 23 Wonen - Woongebouw
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- e. het wonen in een woongebouw, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
- 2. mantelzorg;
- 3. bêd en brochje;
met de daarbij behorende:
- f. erven en terreinen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen, waarbij voldaan wordt aan de bepalingen in artikel 39.1;
met daaraan ondergeschikt:
- i. nutsvoorzieningen;
- j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de goede woonsituatie;
- b. de sociale veiligheid;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 23.2 en toestaan dat bijbehorende bouwwerken en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en overkappingen ten hoogste 100 m² per bouwvlak bedraagt;
- b. de goot- en bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk of overkapping ten hoogste 3,00 en 5,00 meter bedragen;
- c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
23.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 24 Leiding - Gas
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de veiligheid van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding en de brandweer;
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 25 Leiding - Hoogspanningsverbinding
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse hoogspanningsverbinding ten behoeve van de aansluiting op het hoogspanningsnet (ontsluitingkabel) en uitbreiding van het hoogspanningsnet (netuitbreiding , bestaande uit maximaal twee circuits met een maximum spanning van 110 kV per circuit);
- b. ondergrondse kabels en leidingen;
- c. bijbehorende voorzieningen.
25.2 Bouwregels
Op de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de in lid 25.1 bedoelde bestemming met in achtneming van de volgende bepalingen:
- d. in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
- e. in afwijking op het bepaalde in sub a geldt dat ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels mag worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder gedurende drie weken in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 26 Leiding - Riool
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van rioolpersleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
26.2 Bouwregels
26.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2, en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 27 Leiding - Water
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse watertransportleidingen met de daarbij behorende belemmeringsstroken.
27.2 Bouwregels
27.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2, en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 28 Waarde - Archeologie 1
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe gecertificeerde instantie en/of het bevoegd gezag is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwwerken kunnen worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2.3 mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
- a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de uitvoering van de bouwwerkzaamheden de archeologische resten in de (water)bodem kunnen worden behouden, en/of
- b. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen, en/of;
- c. de verplichting de bouwwerkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een archeologisch deskundige op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 29 Waarde - Archeologie 2
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), ook bestemd voor het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische (verwachtings)waarden.
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan, indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe gecertificeerde instantie en/of het bevoegd gezag is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwwerken kunnen worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2.3 mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
- a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de uitvoering van de bouwwerkzaamheden de archeologische resten in de (water)bodem kunnen worden behouden, en/of
- b. de verplichting tot het doen van opgravingen op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen, en/of
- c. de verplichting de bouwwerkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring te laten begeleiden door een archeologisch deskundige op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een daartoe bevoegde instantie is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Artikel 30 Waarde - Beschermd Gezicht
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Beschermd gezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de in Bijlage 3 bij deze regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
30.2 Bouwregels
30.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de bescherming en het behoud van de in bijlage 3 bij deze regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing nadere eisen te stellen aan:
- a. de plaats en afmetingen van bouwwerken;
- b. het materiaal- en kleurgebruik van bouwwerken.
30.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de in 30.2.2 genoemde bouwregels voor het veranderen van het bouwwerk, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in bijlage 3 bij deze regels aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing.
30.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
30.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie Stinzen, Staten, Buitenplaatsen En Kloosters
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorie Stinzen, Staten, Buitenplaatsen en Kloosters aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud van de archeologische en cultuurhistorische waarden van stinzen, states, buitenplaatsen en kloosters met eventuele bijbehorende tuinen, erven en waterpartijen.
31.2 Bouwregels
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Cultuurhistorisch Waardevolle Lijnen
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Cultuurhistorisch waardevolle lijnen aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. het behoud en versterking van de landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van dijken, strekdammen, kapglooiingen, historische paden en (vaar)wegen.
32.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden:
- a. geen nieuwe gebouwen worden gebouwd, behalve ter vervanging van bestaande gebouwen; of
- b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd of ter vervanging van bestaande bouwwerken.
32.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken van dijken en historische paden en wegen voor tuin- en/of akkerbouw.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 33 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 34 Algemene Bouwregels
34.1 Monumenten
34.2 Karakteristieke bouwwerken
34.3 Bestaande maatvoering
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand en/of situering tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van met vergunning tot stand gekomen bouwwerken, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand en/of situering in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
34.4 Vlonders en steigers
In geval dat op basis van Hoofdstuk 2 vlonders en steigers zijn toegestaan dan geldt dat de bouwhoogte ten hoogste 1,00 meter bedraagt, gemeten vanaf het Normaal Amsterdams Peil, tenzij in Hoofdstuk 2 anders is aangegeven.
Artikel 35 Algemene Gebruiksregels
35.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de in dit plan gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
- b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen (met uitzondering van gronden aangeduid met ‘verkooppunt motorbrandstoffen met lpg’), vuurwerkbedrijven en geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, tenzij uitdrukkelijk in Hoofdstuk2 toegestaan.
35.2 Bestaand afwijkend gebruik
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat met vergunning tot stand gekomen is mag worden voortgezet, onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 2.
35.3 Evenementen
Het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties is toegestaan, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel een melding is gedaan.
Artikel 36 Algemene Aanduidingsregels
36.1 Geluidzone - industrie
36.2 Vrijwaringszone - molenbiotoop
Artikel 37 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit om bouwtechnische redenen of om redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is;
- b. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. het bestemmingsvlak met ten hoogste 1,50 m worden overschreden door:
- 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
- 2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
- 3. ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen.
Artikel 38 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door:
- a. aan gronden alsnog de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 1 toe te kennen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
- b. aan gronden alsnog de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 toe te kennen indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat de begrenzing van de gronden met deze medebestemming, gelet op ter plaatse aanwezige archeologische waarden, aanpassing behoeft.
Artikel 39 Overige Regels
39.1 Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een nieuw bouwwerk, verandering van een bouwwerk, verandering van gebruik van een bouwwerk of van gronden (al dan niet gecombineerd), waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, is niet toegestaan wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden;
- b. bij een omgevingsvergunning, dan wel bij de beoordeling of het gebruik in overeenstemming is met het bestemmingsplan wordt op basis van de op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
- c. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 40 Overgangsrecht
40.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sub a. met maximaal 10%.
- c. Sub a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
40.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 41 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan Bolsward
Bijlage 1 Lijst Met Beroepen En Bedrijven
Bijlage 1 Lijst met beroepen en bedrijven
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Aanwijzing Beschermd Stadsgezicht Bolsward
Bijlage 3 Aanwijzing beschermd stadsgezicht Bolsward
Bijlage 4 Lijst Karakteristieke Bouwwerken En Monumenten
Bijlage 4 Lijst karakteristieke bouwwerken en monumenten
Bijlage 1 Aanwijzingsbesluit Beschermd Stadsgezicht
Bijlage 1 Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht
Bijlage 2 Asbest- En Bodemonderzoek
Bijlage 2 Asbest- en bodemonderzoek
Bijlage 3 Archeologisch Vooronderzoek
Bijlage 3 Archeologisch vooronderzoek
Bijlage 4 Stikstofonderzoek
Bijlage 5 Quickscan Ecologie
Bijlage 6 Aanvullend Onderzoek Vleermuizen, Huismussen En Gierzwaluwen
Bijlage 6 Aanvullend onderzoek vleermuizen, Huismussen en Gierzwaluwen