Goudseweg 124, Haastrecht
Wijzigingsplan - Gemeente Krimpenerwaard
Vastgesteld op 14-02-2024 - vastgesteld
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het wijzigingsplan Goudseweg 124, Haastrecht met identificatienummer NL.IMRO.1931.BPW2305BG031-VG01 van de gemeente Krimpenerwaard, zijnde een wijziging van het bestemmingsplan.
1.2 bestemmingsplan
het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalige gemeente Vlist)' met identificatienummer NL.IMRO.0267.BP0057-0003, van de gemeente Krimpenerwaard vastgesteld door de gemeenteraad op 15 december 2015.
1.3 wijzigingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 2 van de regels van het bestemmingsplan is overeenkomstig van toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
Artikel 22 van de regels van het bestemmingsplan is overeenkomstig van toepassing.
Artikel 4 Waarde - Archeologie - 3
Artikel 26 van de regels van het bestemmingsplan is overeenkomstig van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
De regels in hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan zijn van toepassing, waarbij in aanvulling daarop dan wel ter wijziging daarvan de volgende bepalingen gelden.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Bouwen
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %;
- c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Gebruik
- a. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het wijzigingsplan Goudseweg 124, Haastrecht van de gemeente Krimpenerwaard.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Aan de Goudseweg 124 in Haastrecht is een voormalig bedrijfsperceel. Ter plaatse geldt nog de bestemming 'Bedrijf'. Initiatiefnemer wil de bedrijfsbestemming laten wijzigen naar een woonbestemming. De bedrijfswoning wordt dan omgevormd tot burgerwoning. De bestaande bedrijfsgebouwen worden gesloopt. Hiervoor komt een nieuw bijgebouw in de plaats.
Hiervoor is een wijziging van het geldende bestemmingsplan nodig.
1.2 Ligging En Begrenzing
Het perceel Goudseweg 124 is gelegen in Haastrecht, vlakbij de (zuidelijke) rand van Gouda. De locatie is gelegen op circa 2 kilometer vanaf het centrum van Gouda. Kadastraal staat het perceel bekend als gemeente Krimpenerwaard, sectie A, nummer(s) 2349, 2390, 2397, 2403, 2402,1800
Ligging in de omgeving.
Het plangebied van dit bestemmingsplan wordt gevormd door het genoemde perceel en dan alleen voor het deel dat nu een bedrijfsbestemming heeft.
1.3 Geldend Bestemmingsplan
Ter plaatse geldt het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalige gemeente Vlist)', vastgesteld door de gemeenteraad op 15 december 2015.
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Bedrijf'. Hiermee zijn deze gronden in hoofdzaak bestemd voor bedrijven met bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Ook zijn bedrijven toegestaan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de genoemde bedrijfsactiviteiten. Uitgezonderd hiervan zijn detailhandelsbedrijven, zelfstandige kantoorvestigingen en bedrijven zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht.
In het bestemmingsplan 'Landelijk gebied' heeft het plangebied de bestemming 'Bedrijf'. Hiermee zijn deze gronden in hoofdzaak bestemd voor onder andere bedrijven met bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten. Verder rust er op het plangebied een bouwvlak. Gebouwen zijn uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan. Per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, waarvan de inhoud niet meer mag bedragen dan 700 m3. Voor bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning geldt dat de gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2 bedraagt.
Verder geld voor het plangebied de dubbelbestemming ''Waarde - Archeologie'. Hiermee is deze grond mede bestemd voor de veiligstelling van behoudens waardige archeologische waarden.
Het bestemmingsplan Parapluplan parkeernormen is vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2019. Met dit bestemmingsplan zijn als het ware regels en normen voor parkeren toegevoegd aan diverse bestemmingsplannen binnen de gemeente, waar onder het bestemmingsplan "landelijk gebied". In het kort houden deze regels in dat bij het bouwen of aanpassen van gebouwen in voldoende parkeerruimte moet worden voorzien.
Uitsnede verbeelding/plankaart.
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming te wijzigen naar een woonbestemming. Deze wijzigingsbevoegdheid is toereikend om te voorzien in het planvoornemen. In paragraaf 3.2 worden de voorwaarden voor de wijziging aangehaald, en wordt het initiatief getoetst aan deze voorwaarden.
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting vangt in hoofdstuk 2 aan met een beschrijving van het initiatief. In hoofdstuk 3 vindt de toetsing aan de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid plaats. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de uitvoerbaarheid aangetoond en wordt ingegaan op enkele, andere planologische aspecten. In hoofdstuk 5 wordt de juridische planopzet toegelicht. Afsluitend zijn de resultaten van inspraak en overleg opgenomen.
Hoofdstuk 2 Beschrijving Van Het Initiatief
2.1 Omgeving
Het perceel Goudseweg 124 is gelegen aan de rand van Gouda in Haastrecht Zuid in de Krimpenerwaard. De Krimpenerwaard kenmerkt zich door de grote veeneilanden die worden omsloten door de rivieren de Hollandse IJssel en de Lek en de (voormalige) veenstroompjes. Karakteristiek voor het veenweidegebied zijn de tiendwegen en landscheidingen. De tiendwegen staan dwars op de verkaveling en liggen op enige afstand van de rivierdijken.
Luchtfoto van de omgeving van het plangebied.
2.2 Plangebied
Het plangebied is gelegen aan de Goudseweg. Dit is een lokale weg die in het noorden aansluit op de Schoonhovenseweg en in het westen op de N207. Langs de Goudseweg zijn enkele andere bedrijven, woningen en weilanden gelegen.
Het plangebied is momenteel ingericht ten behoeve van het bedrijf. Naast de bedrijfswoning, zijn er 5 bedrijfsgebouwen/opstallen aanwezig. De bedrijfsgebouwen hebben gezamenlijk een oppervlakte van 334 m2.
Vanaf de Goudseweg loopt een inrit richting het erf rondom de woning. Verder is het plangebied voornamelijk groen ingericht, met name boomrijen/-groepen, grasland, sloten en weiland.
Luchtfoto van het plangebied.
Situatietekening bestaande situatie.
2.3 Voornemen
Initiatiefnemer wil de bestemming laten wijzigen naar een woonbestemming. Er is geen intentie om nog gebruik te maken van de bedrijfsbestemming. Alle bedrijfsgebouwen worden gesloopt.
Binnen de nieuwe woonbestemming voor het perceel, is 100m² aan bijgebouwen, aanbouwen, uitbouwen, en overkappingen toegestaan. Daarnaast is een regeling in de bestemming opgenomen voor de situatie dat er een grote oppervlakte aanwezig is. Het bestaande oppervlak mag dan blijven staan. In het geval van vervangende nieuwbouw mag maximaal 50% worden teruggebouwd (van de overschrijding boven de 100%). Na de bestemmingswijziging zal van deze regeling gebruik worden gemaakt. Alle 334m² aan voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt. Daarvan is 234m² een overschrijding van de maximale maat (334-100). De helft van de overschrijding is 117m². Er mag dan in totaal 217m² aan bijgebouwen voor terugkomen (117+100).
Daarnaast wordt het perceel natuurinclusief ingericht. De initiatiefnemer neemt verschillende maatregelen om de leefomgeving aantrekkelijk te maken voor zowel mensen als dieren. Zo wordt er een wateropvang toegevoegd en het hemelwater hergebruikt, zijn er voorzieningen voor vogels, insecten en vleermuizen gepland, en worden de slootranden natuurvriendelijk ingericht. Ook wordt er minimaal gebruik gemaakt van beschoeiing. Deze maatregelen dragen bij aan een gezonde en biodiverse leefomgeving.
Op 14 juli 2021 is er een nieuwe omgevingsvisie opgesteld. De gemeente Krimpenerwaard heeft als visie een vitaal leefbaar gebied. De kernpunten zijn:
* duurzaamheid;
* biodiversiteit;
* ruimtelijke ontwikkeling.
Met een 'ja, mits'- principe wil de gemeente openstaan voor innovatie, om zo een Krimpenerwaard te creëren voor de toekomst. Krimpenerwaard is gefocust op de toekomst, de fysieke leefomgeving is belangrijk. De uitnodiging is naar elke bewoner en ondernemer, om mee te helpen aan het versterken van de kwaliteiten in hun gemeente.
Met het planvoornemen wordt op de volgende wijze bijgedragen aan de ambities uit de omgevingsvisie. Naast het verdwijnen van een bedrijf in het buitengebied, vervalt ook het bedrijfsmatig verkeer. Verder wordt de bedrijfswoning een burgerwoning. Dit past beter in de omgeving. Tot slot komt de landschappelijke inpassing beter tot zijn recht door de sloop van de bedrijfsgebouwen.
Situatietekening nieuwe situatie.
Hoofdstuk 3 Toetsing Aan Wijzigingsregels
3.1 Algemeen
Nu is er alleen een bedrijf met bedrijfswoning toegestaan binnen het plangebied. Aangezien er geen bedrijvigheid meer zal plaatsvinden en de nieuwe eigenaar de woning als burger woning wil gaan gebruiken, is er een nieuwe bestemming voor het plangebied nodig: de bestemming 'Wonen'. Het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalige gemeente Vlist)' bevat daarvoor een wijzigingsbevoegdheid. Daarmee kan de bestemming 'Bedrijf' worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen'. Hierna wordt die wijzigingsbevoegdheid aangehaald en daarna wordt het initiatief getoetst aan de geldende voorwaarden.
3.2 Functiewijziging
4.5.1 Wonen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het wijzigen van de bedrijfsfunctie van het bedrijf bij algehele bedrijfsbeëindiging ten behoeve van een woonbestemming als bedoeld in artikel 22 waarbij het aantal woningen niet mag worden vergroot, onder de voorwaarden dat:
a. voldaan wordt aan de regels bij de bestemming 'Wonen';
b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de in de omgeving gelegen
(agrarische) bedrijven;
c. medewerking kan worden verleend aan een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen dan op grond van de bestemming 'Wonen' is toegestaan,
indien er sprake is van substantiële reductie van de bebouwing. Ten behoeve hiervan kan
medewerking worden verleend aan vervangende nieuwbouw ten behoeve van aan- en
uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, op voorwaarde, dat de oppervlakte ten hoogste
50% bedraagt van de oppervlakte van de te saneren bebouwing.
Toetsing
Het plan voldoet aan de regels die horen bij de bestemming 'Wonen'. De bedrijven die in de omgeving aanwezig zijn, zullen geen last ondervinden van een wijziging naar de bestemming 'Wonen'. Alle bijgebouwen zullen gesloopt worden. Dit initiatief zal geen afbreuk doen aan de waarden van de Krimpenerwaard. Binnen de nieuwe woonbestemming wordt niet voorzien in een groter oppervlak aan bijbehorende bouwwerken dan waarin de woonbestemming al bij recht voorziet.
3.3 Conclusie
De beoogde functiewijziging voldoet aan de voorwaarden uit artikel 4.5.1 uit het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden
4.1 Milieuaspecten
4.1.1 Inleiding
4.1.2 Bodem
In deze paragraaf worden de resultaten van het onderzoek naar de milieukundige uitvoerbaarheid beschreven. Het betreft de thema's bodem, milieuzonering, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Ook is een paragraaf gewijd aan het al dan niet noodzakelijk zijn van een milieueffectrapportage of milieueffectbeoordeling.
4.1.2 Bodem
Onderzocht moet worden of de bodem verontreinigd is en wat voor gevolgen een eventuele bodemverontreiniging heeft voor de uitvoerbaarheid van het plan. Een nieuwe bestemming mag pas worden opgenomen als is aangetoond dat de bodem geschikt (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is. Bodemonderzoeken mogen in de regel niet ouder dan 5 jaar oud zijn. Uitzondering hierop zijn de plannen waar de bodem niet verdacht is op bodemverontreiniging en/of bodemonderzoeken de bodemkwaliteit voldoende weergeven en er geen onoverkomelijke problemen te verwachten zijn bij de bestemmingsplanwijziging.
Dit wijzigingsplan betreft een functiewijziging van bedrijvigheid, met bedrijfswoning naar wonen. Er zijn geen aanwijzingen dat de bodem op deze locatie verontreinigd is of dat er voormalige bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden die de bodemkwaliteit negatief hebben beïnvloed. Daarom is er geen reden om te veronderstellen dat de bodem ongeschikt (of ongeschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Op de locatie vindt geen nieuwbouw plaats waar personen langer dan 2 uur verblijven en de voormalige bedrijfsactiviteiten waren niet bodembedreigend. Het gebruik van de locatie wordt niet gevoeliger. De bestemming van het plangebied kan worden gewijzigd. Ten aanzien van de bodem zijn er geen bezwaren
De bodemkwaliteit staat de uitvoerbaarheid van dit wijzigingsplan niet in de weg.
4.1.3 Bedrijven en milieuzonering
Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast.
Milieuzonering heeft twee doelen:
- het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
- het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.
Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de daarvoor algemeen aanvaarde VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gebruikt. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar.
Dit plan voorziet in een functiewijziging naar een woonbestemming, en daarmee een nieuwe milieugevoelige functie: de burgerwoning. Daarmee is alleen sprake van inwaartse zonering.
De dichtstbijzijnde, milieubelastende functie is het loonbedrijf aan de Goudseweg 170. Hiervoor geldt milieucategorie 3.1, met een bijbehorende richtafstand van 50 meter. Dit bedrijf ligt op ruim 400 meter van het plangebied. Daarmee wordt ruimschoots voldaan aan de richtafstand.
Overige milieubelastende functies zijn op grotere afstand gelegen
Milieuzoneringen vormen geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van dit plan.
4.1.4 Geluid
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de planologische medewerking aan nieuwe ontwikkelingen rekening gehouden dient te worden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai. Het plangebied is alleen gelegen binnen de invloedssfeer van een verkeersweg: de Schoonhovenseweg. Dit is een provinciale weg.
Omgevingsdienst Midden-Holland gebruikt een model om in kaart te brengen wat de geluidseffecten van wegverkeer zijn. Dit model laat zien wat de verkeersintensiteit is en welke effecten van emissies en geluid te verwachten zijn. Dit model wordt jaarlijks bijgehouden. De kaart laat zien dat de locatie effecten ervaart van de naastgelegen provinciale weg. De geluidshinder is tussen de 56 tot 65 dB.Dit is vrij hoog, maar binnen de grenzen van het aanvaardbare. Echter, omdat het een bestaande woning betreft, kan verdere toetsing aan de Wet geluidhinder achterwege blijven. Het is voor het plan niet nodig om akoestisch onderzoek uit te voeren.
Kaart met daarop de geluidsbelasting.
4.1.5 Luchtkwaliteit
In de Wet milieubeheer (verder: Wm) zijn eisen opgenomen waaraan de luchtkwaliteit in de buitenlucht moet voldoen. Hierbij is onderscheid gemaakt in grenswaarden waaraan nu moet worden voldaan en grenswaarden waaraan in de toekomst moet worden voldaan. De meest kritische stoffen zijn stikstofdioxide en fijn stof. Aan de andere stoffen die in de Wet worden genoemd wordt in Nederland, behoudens bijzondere situaties, overal voldaan.
Op grond van artikel 5.16 Wm kan de gemeenteraad een bestemmingsplan met mogelijke gevolgen voor de luchtkwaliteit alleen vaststellen wanneer aannemelijk is gemaakt dat:
- het bestemmingsplan niet leidt tot het overschrijden van de in de wet genoemde grenswaarden, of
- de luchtkwaliteit als gevolg van het bestemmingsplan per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft, of, bij een beperkte toename, door een met de ontwikkeling samenhangende maatregel of effect, per saldo verbetert, of
- het bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie van een stof waarvoor in de wet grenswaarden zijn opgenomen, of
- de ontwikkeling is opgenomen of past in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit.
In de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' zijn categorieën van gevallen aangewezen die in ieder geval niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Wanneer een ontwikkeling valt onder één van die categorieën is het niet nodig een onderzoek naar de luchtkwaliteit uit te voeren.
Dit plan voorziet in een functieverandering waarbij de woning blijft staan en de overige gebouwen afgebroken worden. Door het verdwijnen van het bedrijf neemt ook het aantal verkeersbewegingen van en naar het plangebied af. Voor het initiatief geldt de 'Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)'. Het valt in de categorie '1.500 woningen bij één ontsluitingsweg'. Daarom is het niet nodig een luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren voor dit wijzigingsplan.
4.1.6 Externe veiligheid
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder meer gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico van zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven. Ook kleinere bedrijven als LPG-stations, opslagen van bestrijdingsmiddelen, buisleidingen, transportactiviteiten en luchtverkeer zijn als potentiële gevarenbron aangemerkt.
Op onderstaande kaart van Atlas Leefomgeving staat dat er een opslagtank voor propaangas aanwezig is op het terrein. Deze is verwijderd, de vergunning vervalt als de nieuwe bestemming wordt toegewezen. Op een afstand van 270 meter is een hoogspanningslijn van 150 kV aanwezig (blauwe lijn). Op 870 meter is een hoogspanningslijn van 380 kV aanwezig (rode lijn). Verder is een buisleiding van defensie aanwezig op 300 meter (roze lijn). Ten noordoosten is een bedrijf aanwezig waar ook een propaantank aanwezig is. Dit bedrijf ligt op ruim 900 meter vanaf het plangebied
Uitsnede risicokaart.
Het plaatsgebonden risico voor de buisleiding ligt binnen 15 meter vanaf de leiding. De afstand van de leiding tot de bestaande woning is meer dan 300 m.
Het plangebied ligt niet binnen een indicatieve veiligheidszone van een hoogspanningslijn, waarbinnen beperkingen gelden voor het oprichten van stralingsgevoelige objecten. Volgens de gegevens van de website antenneregister.nl zijn er in de omgeving van het plangebied geen zendmasten aanwezig die overschrijdingen kunnen veroorzaken van de geldende blootstellingslimieten voor elektrische en magnetische veldsterkten.
Externe veiligheidsrisico's staan de uitvoerbaarheid van dit plan niet in de weg.
4.1.7 Milieueffectrapportage
Dit bestemmingsplan maakt geen activiteit mogelijk die is opgenomen in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. De milieueffecten zijn onderzocht in deze paragraaf. Daaruit volgt geen aanleiding om tot een vormvrije m.e.r.--beoordeling over te gaan.
4.2 Archeologie, Cultuurhistorie En Monumenten
Op de archeologische beleids- en verwachtingskaart van de gemeente Krimpenerwaard ligt het plangebied in een zone die op de gemeentelijke archeologische beleidskaart deels is aangeduid als zone met zeer hoge archeologische verwachting. Hier geldt het gemeentelijke archeologiebeleid waarbij een ondergrens is aangegeven van 100 m² voor het uitvoeren van archeologische onderzoek bij bouw- en grondwerkzaamheden. Er geldt een algemene vrijstelling voor werkzaamheden tot een diepte van 30 cm onder het maaiveld. Het is niet nodig een archeologisch onderzoek uit te voeren als er wordt voldaan aan de uitzonderingen.
De verkaveling van het perceel heeft cultuurhistorische waarden. Het plan leidt niet tot veranderingen van de waarden. De functiewijziging vindt binnen de bestaande verkaveling plaats. Er zijn geen monumenten aanwezig in het plangebied.
Met dit plan worden de overtollige gebouwen gesloopt.
Een archeologisch onderzoek is daarom niet noodzakelijk voor de uitvoering van dit plan. Voor het plan zijn geen (nieuwe) bodemingrepen nodig.
4.3 Ecologie
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Per 1 januari 2017 zijn de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora en faunawet en de Boswet opgegaan in de nieuwe Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming beschermt natuurgebieden, inheemse soorten en de houtopstanden in Nederland
Voor de sloop van de bestaande gebouwen is door adviesbureau 'Cozijnsen Flora Fauna Advies' een quickscan in het kader van de Wet natuurbescherming uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen als bijlage 1 van de Bijlagen bij de toelichting.
De uitkomsten van dit onderzoek staan hieronder beschreven.
Effectenbeoordeling
De invloedsfeer van de voorgenomen activiteiten is lokaal. Mogelijk zijn tijdens de werkzaamheden geluid, stof en trillingen waarneembaar buiten het daadwerkelijke plangebied, deze effecten zijn echter incidenteel, kortstondig en hebben geen wezenlijke schadelijke invloed op beschermde soorten, rust- of voortplantingsplaatsen buiten het plangebied.
Soortenbescherming
De inrichting en het gevoerde beheer maken het plangebied tot een weinig geschikt functioneel leefgebied van beschermde dieren en tot een ongeschikte groeiplaats van beschermde planten. Vleermuizen, vogels en amfibieën kunnen het plangebied benutten als foerageergebied. Grondgebonden zoogdieren bezetten er geen vaste rust- en voortplantingsplaats. Amfibieën bezetten er een geen (winter)rustplaats. Er nestelen geen vogels in het plangebied en vleermuizen bezetten er geen vaste rust- of voortplantingsplaats.
Veel algemene en beschermde diersoorten (vleermuizen) zijn vooral actief gedurende de vroege ochtend, late avond en nacht. Indien ook in de schemering en het donker wordt gewerkt dan dient eventuele bouwverlichting afgewend te worden van aanwezige groenstructuren om eventuele aanwezige soorten niet negatief te beïnvloeden.
Gebiedsbescherming
Natura 2000
Bij de aanwijzing van een Natura 2000-gebied worden voor het gebied instandhoudingsdoelstellingen voor te beschermen soorten en/ of Habitats vastgesteld. Het is verboden om zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren of te verrichten die de instandhoudingsdoelstellingen kunnen schaden. Als een plan of project mogelijk negatieve effecten kan hebben op Natura 2000- gebied, vindt eerst een globale toetsing plaats, de voortoets. Als uit de voortoets blijkt dat er zeker geen negatieve effecten zijn, dan kan het betreffende plan worden vastgesteld, of geldt in het geval van een project geen vergunningplicht. Als de kans op significante effecten niet kan worden uitgesloten dan moet, conform artikel 2.8 van de Wet natuurbescherming een passende beoordeling worden gemaakt.
Ten aanzien van stikstof is er een stikstofdepositie-onderzoek uitgevoerd middels Aerius-berekeningen. De aanleiding voor dit onderzoek is de nabijheid van het Natura 2000-gebied ‘Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein’, dat naar verwachting een stikstofgevoelig gebied zal worden in de nabije toekomst. Uit de berekeningen volgen geen toenames die hoger zijn dan 0,00 mol/ha/jaar. Significant negatieve effecten op Natura 2000-gebieden als gevolg van dit plan zijn uitgesloten.
Dit onderzoek is opgenomen als bijlage 2 van de Bijlagen bij de toelichting.
NNN gebieden
De Wet natuurbescherming draagt Gedeputeerde Staten op, om in hun provincie te zorgen voor een landelijk ecologisch netwerk, genaamd Natuurnetwerk Nederland. Voor dit netwerk geldt, op basis van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, een 'nee, tenzij'- beschermingsregime. Activiteiten die de wezenlijke waarden en kenmerken van het netwerk aantasten zijn niet toegestaan, tenzij er sprake is van groot openbaar belang, er geen reële alternatieven zijn, negatieve effecten zoveel mogelijk worden beperkt en overblijvende negatieve effecten worden gecompenseerd. Provincies dienen deze bescherming te regelen bij provinciale verordening. Daarnaast kunnen provincies bij provinciale verordening andere gebieden met bijzondere natuurwaarden beschermen, genaamd bijzondere provinciale natuurgebieden en bijzondere provinciale landschappen.
De locatie is niet in NatuurNetwerkNederland gelegen.
4.4 Waterparagraaf
Met dit wijzigingsplan wordt het totale oppervlakte aan bebouwing aanzienlijk verminderd. In totaal wordt er 334 m2 aan oppervlakte van gebouwen gesloopt. Compenserende maatregelen voor waterging zijn daarom niet nodig.
Het plangebied bevindt zich in een agrarisch gebied waar relatief weinig bebouwing aanwezig is. Hemelwater kan en zal hier in de bodem blijven infiltreren.
Verder is er in het plangebied geen oppervlaktewater aanwezig. Rond het plangebied is een slotenstelsel aanwezig dat zorgt voor de afvoer van hemelwater.
Negatieve effecten op de waterhuishouding zijn niet aan de orde.
4.5 Economische Uitvoerbaarheid
Op grond van artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt de gemeenteraad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen dat in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is aangewezen. Dit wijzigingsplan voorziet niet een bouwplan in de zin van de Bro. Derhalve is het vaststellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk.
Hoofdstuk 5 Juridische Planopzet
Met dit wijzigingsplan wordt de verbeelding van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalig gemeente Vlist) 2015' aangepast. De bestemming op het perceel wordt gewijzigd naar 'Wonen'. Tevens is de archeologische dubbelbestemming overgenomen.
Met de bestemmingswijziging veranderen ook de bestemmingsregels voor het perceel. Voor de nieuwe bestemming gelden de regels voor de bestemming 'Wonen' uit het bestemmingsplan. Verder wordt met dit wijzigingsplan niet in nieuwe bestemmingsregels voorzien. Toch bevat dit plan regels.In artikel 1 zijn drie definities opgenomen (plan, wijzigingsplan, bestemmingsplan), om dit wijzigingsplan goed te definiëren en om daarbij de juridische binding met bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalig gemeente Vlist) 2015 ' aan te geven. Uit de definitie voor wijzigingsplan volgt dat de verbeelding van toepassing is. In artikel 2 is aangegeven dat de verbeelding van dit wijzigingsplan de verbeelding van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied (voormalig gemeente Vlist) 2015 ' geheel vervangt, voor zover het gaat om de gronden die in het wijzigingsplan zijn betrokken.
Wettelijk zijn voor wijzigingsplannen overgangsregels en een anti-dubbeltelbepaling voorgeschreven. Deze zijn opgenomen in de artikelen 3 en 4. Verder heeft dit plan een eigen slotregel: artikel 5.
Hoofdstuk 6 Inspraak En Overleg
6.1 Vooroverleg
Het concept van dit bestemmingsplan is toegezonden aan de provincie Zuid-Holland, het waterschap en/of de Rijksoverheid in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
6.2 Voorontwerp
De ontwikkeling die dit plan mogelijk maakt, heeft een beperkte invloed op zijn omgeving. Daarom heeft geen voorontwerp van dit plan voor inspraak ter inzage gelegen.
6.3 Participatie
Initiatiefnemer heeft in mei 2023 de eigenaren c.q. bewoners van de beide naastgelegen percelen (Goudseweg 126 en ongenummerd perceel ten zuidoosten van planlocatie) geïnformeerd over de gewenste bestemmingswijziging. Beide partijen hebben aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de nieuwe woonbestemming.
6.4 Terinzageligging
Het ontwerp van dit wijzigingsplan heeft van 20 december 2023 tot en met 31 januari 2024 ter inzage gelegen. Toen zijn geen zienswijzen ingediend.
Bijlage 1 Ecologisch Onderzoek
Bijlage 1 Ecologisch onderzoek