Partiële herziening Joure - Wyldehoarne 3B
Bestemmingsplan - gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld op 28-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen (Artikel 1)
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan (nieuw):
het bestemmingsplan Partiële herziening Joure - Wyldehoarne 3B met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPJRE20PARWYLDEH3B-VA01 van de gemeente De Fryske Marren.
Artikel 2 Toepassingsregel
Deze herziening ziet op hetgeen opgenomen is in de bestemmingsregels wat betreft de overige inleidende regels en de overige algemene regels is het bestemmingsplan Joure - Wyldehoarne 3B van 28 september 2016, NL.IMRO.1940.BPJRE16JOUREWYLH3B-VA01, van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen - 2 (Artikel 8)
De regels van het bestemmingsplan Joure - Wyldehoarne 3B van 28 september 2016, NL.IMRO.1940.BPJRE16JOUREWYLH3B-VA01 van de bestemming 'Wonen - 2 (artikel 8)' zijn ongewijzigd van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht (Van Toepassing Voor Deze Herziening)
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening Joure - Wyldehoarne 3B van de gemeente De Fryske Marren.
Hoofdstuk 1 Aanleiding
Op 28 september 2016 is het bestemmingsplan 'Joure - Wyldehoarne 3B' vastgesteld. Dit vormt onderdeel van de woonuitbreiding Wyldehoarne in Joure waar de gemeente vanaf eind jaren '90 mee is gestart. Het bestemmingsplan 'Wyldehoarne' maakte de realisatie van het eerste deel van de nieuwe woonwijk Wyldehoarne mogelijk. Het tweede deel van de wijk diende in verband met de beschikbare woningbouwcontingenten te wachten. Wyldehoarne 3A maakt deel uit van de derde woonbuurt in dit deel van de wijk, en is inmiddels volledig gerealiseerd. Vervolgens is Wyldehoarne 3B ontwikkeld, waarvoor het op 28 september 2016 vastgestelde bestemmingsplan voor is opgesteld. Dit plan is oorspronkelijk opgezet met een gedeelte bestemd voor particuliere uitgifte en een gedeelte bestemd voor projectmatige uitgifte. De projectmatige kavels bevinden zich aan de overzijde van het water bij de Jannahoeve. De kavels bestemd voor particuliere uitgifte zijn reeds allemaal verkocht en bebouwd. De 10 kavels voor projectmatige uitgifte zijn dat tot op heden nog niet.
De oorspronkelijk opzet voor dit gebied, de ontwerpgedachte om het water wat structuur en kwaliteit geeft aan het plan, optimaal beleefbaar te houden en de oevers daarvoor openbaar toegankelijk te houden. Om deze reden werden de 10 kavels met de voorkant op het water georiënteerd en aan deze zijde alleen via een openbaar voet-/ fietspad ontsloten. De voordeur en brievenbus bevinden zich ook aan deze (water)zijde. Met een auto zijn de kavels aan de straatzijde ontsloten door een openbare weg waar ook mogelijkheden zijn voor parkeren en een eventuele garage. De kavels hebben daardoor eigenlijk 2 voorkanten. Bij de gemeente is het verzoek ingediend om de kavelindeling en de oriëntatie van de woningen te wijzigen. Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente besloten om:
- de oriëntatie van de woningen om te draaien en ze met de voorkant naar de openbare weg oriënteren;
- het openbaar pad langs het water op te heffen en een groensingel ter afscherming aan te planten.
Met deze partiële herziening worden deze gewijzigde uitgangspunten juridisch-planologisch geregeld. De partiële herziening omvat het volgende plangebied.
Ligging van het plangebied (zalmkleurige deel)
In het plangebied is tevens het 'Paraplubestemmingsplan parkeernormen' van toepassing, dat op 27 juni 2018 is vastgesteld. De partiële herziening brengt hier geen wijzigen in te weeg, de regeling van het paraplubestemmingsplan blijft onverkort van kracht na vaststelling van deze partiële herziening.
Na deze aanleiding, gaat de toelichting kort in op het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten (voor zover nog niet beschreven in het vigerende bestemmingsplan) en de nieuwe juridische regeling van de partiële herziening.
Hoofdstuk 2 Beleid En Milieu- En Omgevingsaspecten
2.1 Beleid
Het vigerende bestemmingsplan is getoetst aan het destijds geldende beleid. Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is op verschillende niveaus nieuw beleid in werking getreden.
Op provinciaal niveau is de 'Verordening Romte Fryslân 2014' in 2018 aangepast. Wat betreft het thema 'wonen' geeft de verordening aan dat een ruimtelijk plan mogelijkheden voor woningbouw kan bevatten indien de aantallen en de kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft. Met deze partiële herziening worden geen extra woningen gerealiseerd. In de juridische regeling van het vigerende bestemmingsplan is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om nieuwe woningen te realiseren mits aantal woningen in overeenstemming is met een woningbouwprogramma dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft. Deze regeling is in overeenstemming met de provinciale verordening.
Op gemeentelijk niveau is op 27 maart 2019 is Woonvisie De Fryske Marren 2019 - 2023 vastgesteld. De gemeente wil dat in de drie grootste kernen Joure, Lemmer en Balk voor iedere doelgroep woonruimte aanwezig is. Deze kernen vertonen een grotere vraag dan de andere kernen, dus is een groter deel van het Uitvoeringsprogramma Woningbouw De Fryske Marren in deze drie kernen voorzien. Dit project is in het uitvoeringsprogramma opgenomen.
Samengevat is de partiële herziening in overeenstemming met het beleid op verschillen bestuurslagen.
2.2 Milieu- En Omgevingsaspecten
Het vigerende bestemmingsplan biedt een toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten, bedrijven en milieuzonering, wegverkeerslawaai, bodem, water, ecologie, cultuurhistorie, luchtkwaliteit en externe veiligheid en tevens is hier een vormvrije m.e.r.-beoordeling in opgenomen.
Met deze partiële herziening betreft wordt alleen het bouwvlak op een andere locatie neergelegd en worden de tuin- en de woonbestemming en een klein deel van de waterbestemming gewijzigd. Er worden geen extra woningen mogelijk gemaakt. In het vigerende bestemmingsplan is aangetoond dat de woonfunctie uitvoerbaar is. Echter is een nieuwe toetsing aan ecologie in deze voorliggende plantoelichting wel noodzakelijk.
2.2.1 Ecologie
Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omgevingen met beschermde plant- en diersoorten. Bij de gebiedsbescherming gaat het om op Europees niveau aangewezen Natura 2000-gebieden. In de provinciale verordening worden gebieden die van belang zijn voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) beschermd. De bescherming van de natuurgebieden en ook de bescherming van soorten en hun verblijfplaatsen is geregeld in de Wet natuurbescherming.
Gebiedsbescherming
Natura 2000
Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 met betrekking tot het Programma Aanpak Stikstof wordt bij vrijwel ieder plan stilgestaan bij de mogelijke stikstofemissie en het effect daarvan op Natura 2000-gebieden. Er moet daarom worden beoordeeld of de ontwikkeling per saldo leidt tot een toename van stikstofdepositie op de relevante stikstofgevoelige habitatten in de Natura 2000-gebieden. Het Sneekermeergebied is het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied. Echter, kent het Sneekermeergebied geen stikstofgevoelige habitats. De Alde Feanen kent een stikstofgevoelig habitat op zo'n 17 kilometer afstand. Door de kleinschaligheid van dit plan en de grote afstand tot Natura 2000-gebieden zijn negatieve effecten op Natura 2000-gebieden door stikstofdepositie tijdens de aanleg- en exploitatiefase van dit project onwaarschijnlijk. Toch is er een stikstofonderzoek uitgevoerd (bijlage 1). Uit dit stikstofonderzoek blijkt dat de stikstofdepositie 0,00 mol/ha/jaar bedraagt en er derhalve geen relevant effect is.
Soortenbescherming
Voor de soortenbescherming gelden onder andere algemene verboden voor het verwijderen van groeiplaatsen van beschermde plantensoorten, het beschadigen, vernielen, wegnemen of verstoren van voortplantings- of vaste rustplaatsen of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten of het opzettelijk verontrusten van een beschermde diersoort.
Voor het vigerende bestemmingsplan is een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat er aanvullend visonderzoek noodzakelijk is indien er werkzaamheden aan bestaande watergangen plaatsvinden. Ook blijkt uit dit onderzoek dat de realisatie van de woonwijk Wyldehoarne 3B ten aanzien van de overige soorten geen conflict veroorzaakt met de Wet natuurbescherming, mits er geen verstoring plaatsvindt van broedende vogels en hun nesten. Voor de ontwikkelingen op de 10 kavels aan de overzijde van het water aan de Jannahoeve vinden geen ingrepen plaats aan bestaande watergangen. Ook vindt er geen verstoring plaats van broedende vogels en hun nesten.
Samengevat gelden er voor de milieu- en omgevingsaspecten geen belemmeringen.
Hoofdstuk 3 Juridische Toelichting En Uitvoerbaarheid
3.1 Juridische Regeling
Deze partiële herziening bevat een verbeelding waarmee de bestemming 'Wonen - 2' en het daarin opgenomen bouwvlak opnieuw zijn ingetekend op basis van de in hoofdstuk 1 genoemde uitgangspunten. In het vigerende bestemmingsplan is een uitleg opgenomen van deze bestemming. De bestemming 'Tuin' en een klein deel van de bestemming 'Water' komt te vervallen.
De andere artikelen in deze partiële herziening zijn opgenomen omdat dat op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht is. Het betreft de volgende artikelen. In artikel 1 (begrippen) is aangegeven wat het identificatienummer van het plan is en welke onderdelen het juridische deel van het plan omvat. Voor het overige zijn de begrippen uit het vigerende bestemmingsplan van toepassing. Ook wat betreft de wijze van meten zijn de bepalingen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. In artikel 4 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt. Tenslotte is er nog een standaardbepaling voor het overgangsrecht opgenomen (artikel 5) en een slotregel (artikel 6).
3.2 Uitvoerbaarheid
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie.
3.2.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Zienswijzen
De ontwerpversie van dit bestemmingsplan is zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kon een ieder zienswijzen tegen het bestemmingsplan kenbaar maken. Er zijn geen zienswijzen ingediend.
Vaststelling
Vervolgens heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan op 28 oktober 2020 ongewijzigd vastgesteld. De raadsstukken zijn opgenomen in bijlage 2. Uiteindelijk is tegen het bestemmingsplan beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.2.2 Economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie
Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de manier van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).
Financiële haalbaarheid
De kosten voor de uitvoering van dit plan worden gedragen door gemeente. De uit te geven gronden worden tegen marktconforme prijzen aangeboden. Hiermee is de financiële haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond.
Grondexploitatie
Deze partiële herziening biedt ten opzichte van het geldende bestemmingsplan geen extra bouwmogelijkheden. Gelet hierop is een exploitatieplan niet nodig.