KadastraleKaart.com

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 10 Recreatie - Jachthaven
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 21 Anti-dubbeltelregel
Hoofdstuk 4 Overgang- En Slotregels
Artikel 24 Overgangsrecht
Artikel 25 Slotregel
Hoofdstuk 1 Planbeschrijving
1.1 Aanleiding
1.2 Probleemstelling
1.3 Oplossingsrichting
1.4 Definiëring Plangebied
1.5 Onderzoek
1.6 Juridische Vormgeving
1.7 Procedure
1.8 Uitvoerbaarheid

Bestemmingsplan Terherne - reparatieplan woonboten nabij Terhernsterdyk 2a te Terherne

Bestemmingsplan - gemeente De Fryske Marren

Vastgesteld op 25-04-2018 - geheel onherroepelijk in werking

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

Voor zover gronden binnen deze partiële herziening zijn gelegen, zijn de regels van artikel 1 van het bestemmingsplan Terherne - Kom van de voormalige gemeente Boarnsterhim, thans zijnde de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.0055.BPTerhernekom-OH01, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2010 en onherroepelijk geworden op 21 december 2010 van overeenkomstige toepassing.

Aan artikel 1 van het bestemmingsplan Terherne - Kom van de voormalige gemeente Boarnsterhim, thans zijnde de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.0055.BPTerhernekom-OH01, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2010 en onherroepelijk geworden op 21 december 2010 worden de onderstaande begrippen toegevoegd.

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan (nieuw)

het Bestemmingsplan Terherne - reparatieplan woonboten nabij Terhernsterdyk 2a te Terherne met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPTHN17WOONBOOTTHN-VA01 van de gemeente De Fryske Marren;

1.2 bestemmingsplan (nieuw)

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Voor zover gronden binnen deze partiële herziening zijn gelegen, zijn de regels van artikel 2 van het bestemmingsplan Terherne - Kom van de voormalige gemeente Boarnsterhim, thans zijnde de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.0055.BPTerhernekom-OH01, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2010 en onherroepelijk geworden op 21 december 2010 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 10 Recreatie - Jachthaven

De bestemming 'Recreatie-Jachthaven' zoals opgenomen in artikel 10 van het bestemmingsplan Terherne - Kom van de voormalige gemeente Boarnsterhim, thans zijnde de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.0055.BPTerhernekom-OH01, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2010 en onherroepelijk geworden op 21 december 2010 is van overeenkomstige toepassing.

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor “Recreatie-Jachthaven” aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een jachthaven met vaste ligplaatsen en passantenplaatsen voor recreatievaartuigen en bijbehorende voorzieningen;

  2. overdekte ligplaatsen en winterstalling voor recreatievaartuigen ter plaatse van de aanduiding “schiphuis”,

en tevens voor:

  1. horeca, categorie 1 en 2 uit de bij deze regels als bijlage 2 gevoegde lijst van horecabedrijven, ter plaatse van de aanduiding “horeca tot en met horecacategorie 2”;

  2. een ligplaats voor een woonschip, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - woonschip”;

  3. ligplaatsen voor recreatiewoonschepen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van recreatie - recreatiewoonschepenligplaats”;

  4. bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

  5. een straalpad ten behoeve van een straalverbinding voor telecommunicatie ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - straalpad”,

alsmede voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. verkeers- en verblijfsdoeleinden;

  3. nutsvoorzieningen.

In de bestemming is detailhandel uitsluitend begrepen voor zover deze ondergeschikt is aan en betrekking heeft op aan de jachthaven gerelateerde producten.

10.2 Bouwregels

  1. Voor het bouwen van de gebouwen gelden de volgende regels:

  1. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak,

  2. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste de bestaande hoogte dan wel ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)” aangegeven maten;

  3. de dakhelling bedraagt tenminste de bestaande dakhelling dan wel ten minste de ter plaatse van de aanduiding “minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m) en dakhelling (graden)” aangegeven dakhelling;

  4. het aantal woonschepen en recreatiewoonschepen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal woonschepen” aangegeven aantal;

  5. het aantal bedrijfswoningen bedraagt maximaal één per bestemmingsvlak.

  1. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouw van steigers is toegestaan;

  2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m, met uitzondering van hijswerktuigen en vlaggenmasten waarvoor een maximale bouwhoogte van 15 meter geldt.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  • het straat- en bebouwingsbeeld;

  • de verkeersveiligheid;

  • de sociale veiligheid,

nadere eisen stellen aan:

  • de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  • het straat- en bebouwingsbeeld;

  • de verkeersveiligheid;

  • de sociale veiligheid,

ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 10.2, sub a, onder 5 ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning met dien verstande dat de in de gemeentelijke nota “Criteria voor de realisatie van bedrijfswoningen” genoemde criteria van toepassing zijn. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

  1. de ondernemer moet in een bedrijfsplan aantonen dat het niet gaat om een hobbymatig bedrijf en dat het bedrijf op langere termijn levensvatbaar is;

  2. de bedrijfswoning moet noodzakelijk zijn in verband met de aard van de producten die worden geproduceerd of verwerkt (levende, bederfelijke, kostbare goederen, goederen met een specifiek productieproces) of de diensten die worden geleverd (verblijfsaccommodaties, verhuur van roerende zaken);

  3. de gevels en daken moeten zodanig worden geïsoleerd dat binnen de woning in elk geval een binnenniveau van 35 dB(A) wordt bereikt. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien in de directe omgeving alleen bedrijven uit de bedrijfscategorieën 1 en 2 zijn toegestaan;

  4. de bedrijfswoning moet voldoen aan de eisen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder voor wat betreft wegverkeerslawaai, industrielawaai en/of spoorweglawaai;

  5. de bedrijfswoning mag niet leiden tot beperking van de ontplooiingsmogelijkheden van andere bedrijven;

  6. de realisatie van een bedrijfswoning mag geen negatieve gevolgen hebben voor de toekomstige verkaveling van een bedrijventerrein of mogelijke toekomstige uitbreidingen daarvan;

  7. de oppervlakte van de bedrijfswoning niet meer dan 120 m² mag bedragen en voor de daarbij horende aan-, uit- en bijgebouwen de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;

  8. de bouwhoogte van de bedrijfswoning niet meer dan 9 m mag bedragen;

  9. de bedrijfswoning is ondergeschikt aan de bedrijfsbebouwing; de inhoud van de bedrijfswoning is kleiner dan die van de bedrijfsgebouwen;

  10. de bedrijfswoning moet worden georiënteerd op de aangrenzende ontsluitingsweg dan wel de hoofdontsluiting binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wro wordt in ieder geval aangemerkt:

  • het innemen van een ligplaats met een woonschip of een recreatiewoonschip, anders dan ter plaatse van de aanduidingen “specifieke vorm van recreatie - recreatiewoonschepenligplaats” of “specifieke vorm van recreatie - woonschip”;

  • permanente bewoning van de recreatiewoonschepen;

  • niet-permanente bewoning van woonschepen.

10.6 Wijzigingsbevoegdheid

  1. Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1” wijzigen ten behoeve van de realisatie van een bedrijfsgebouw met een maximale omvang van 100 m². Daarbij geldt de volgende bepaling:

  1. in de bedrijfsloods zijn bedrijfsactiviteiten toegestaan conform de bij deze planregels in bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijven onder categorie 1 en 2.

  1. De onder a bedoelde wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

  • landschappelijke kwaliteiten;

  • het straat- en/of bebouwingsbeeld;

  • de verkeersveiligheid.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Voor zover gronden binnen deze partiële herziening zijn gelegen, zijn de regels van Hoofdstuk 3 van het bestemmingsplan Terherne - Kom van de voormalige gemeente Boarnsterhim, thans zijnde de gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.0055.BPTerhernekom-OH01, vastgesteld door de gemeenteraad op 7 september 2010 en onherroepelijk geworden op 21 december 2010 van overeenkomstige toepassing. Dit met uitzondering van artikel 21 'Anti-dubbeltelregel'.

Artikel 21 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgang- En Slotregels

Artikel 24 Overgangsrecht

24.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het gestelde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  1. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

24.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  1. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  1. Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  1. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 25 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

“Regels van het Bestemmingsplan Terherne - reparatieplan woonboten nabij Terhernsterdyk 2a te Terherne .”

Hoofdstuk 1 Planbeschrijving

1.1 Aanleiding

Voorliggend reparatieplan is opgesteld om een omissie te herstellen in het geldende "Bestemmingsplan Terherne – Kom", als vastgesteld op 7 september 2010 door de raad van de toenmalige gemeente Boarnsterhim. In dit plan is in de opgenomen mogelijkheden van de bestemming ‘Recreatie – Jachthaven’ ten behoeve van de woonboten nabij de Terhernsterdyk 2a te Terherne een fout ontdekt.

Abusievelijk is bij het opstellen van het komplan voor Terherne namelijk een maximum aantal van 12 toegelaten woonschepen vastgelegd, terwijl dit er echter 13 ter plaatse van de functieaanduiding “specifieke vorm van recreatie – recreatiewoonschepenligplaats” hadden moeten zijn.

[image]

Figuur 1. Kaartfragment luchtfoto met kadastrale informatie en positionering van ligplaatsen in blauw waarbij elke oranje stip een ligplaats representeert (bron: PDOK-viewer)

Uit documentatie en onderzoek naar het voorgaande bestemmingsplan is gebleken dat er in het verleden ook 13 woonboten waren toegestaan. Een verandering van 13 naar 12 woonboten is echter nergens te herleiden en betreft naar alle waarschijnlijkheid een fout in het tellen van het aantal woonboten bij het opstellen van het nu geldende bestemmingsplan. Geconcludeerd is dat de bijstelling naar beneden geen bewuste keuze is geweest. Een herstelactie uit ruimtelijk-functioneel oogpunt is dan ook geoorloofd.

1.2 Probleemstelling

Door het vastleggen van het verkeerde maximum aantal recreatiewoonschepen is één woonboot onbedoeld onder het overgangsrecht komen te vallen. Dit leidt tot problemen bij de eerstvolgende vervanging van een recreatiewoonschip; bij het weghalen van één van de 13 boten kan deze namelijk niet meer bij rechte worden teruggeplaatst.

Het moment doet zich nu voor dat twee booteigenaren willen overgaan tot het vervangen van een recreatiewoonschip. Hierom dient een oplossing te worden gevonden in het toestaan van opnieuw 13 woonboten ter plaatse.

1.3 Oplossingsrichting

De meest pragmatische en juridisch houdbare oplossing betreft het opstellen van een partiële herziening ter plaatse van het als recreatiewoonschepenligplaats aangeduide gebied. Juridisch is enkel een reparatie van de functieaanduiding nodig en ook toegestaan waarbij de maatvoeringsaanduiding voor het maximum aantal toegelaten woonschepen van 12 naar 13 wordt bijgesteld. Omdat het technisch echter niet mogelijk is om alleen deze handeling voor een aanduiding door te voeren, is ook de onderliggende enkelbestemming 'Recreatie - Jachthaven' in het voorliggende reparatieplan betrokken.

1.4 Definiëring Plangebied

Voorgaande oplossingsrichting leidt er toe dat het plangebied van dit reparatieplan wordt gevormd door het via de functieaanduiding "specifieke vorm van recreatie - recreatiewoonschepenlig- plaats" omkaderde deel van het geldende bestemmingsplan. Dit plangebied omvat de kadastrale percelen 2539 (geheel), 2540 (deels), 1956 (deels) en 3183 (deels; betreft oever van de Nije Sânsleat).

[image]

Figuur 2. Kaartfragment geldend bestemmingsplan Terherne-Kom (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

1.5 Onderzoek

Met voorliggend reparatieplan worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt, maar wordt een fout in het geldende bestemmingsplan hersteld. Daarnaast gaat het om een bestaande al in het plangebied aanwezige situatie van 13 woonschepen (vergund en legaal). Het uitvoeren van onderzoek naar milieukundige dan wel planologische aspecten is daarom niet noodzakelijk geacht voor dit reparatieplan.

1.6 Juridische Vormgeving

Het voorliggende reparatieplan heeft een rechtstreekse doorwerking op het geldende "Bestemmingsplan Terherne - Kom". Met van toepassing verklaringen naar dat plan zijn de noodzakelijke verbindingen gelegd.

De enkelbestemming ‘Recreatie – Jachthaven’ uit het geldende bestemmingsplan is verder in het plangebied gecontinueerd en de maatvoeringsaanduiding "maximum aantal woonschepen" in kwestie - die tot de problemen leidde - is bijgesteld van 12 naar 13. De bijbehorende regels in de bestemmingsregels waarop deze bijstelling betrekking heeft (Artikel 10: Recreatie - Jachthaven), zijn weergegeven in artikel 10.1 onder e en 10.2 onder a, sub 4.

Voor dit reparatieplan is overigens de IMRO2012-standaard gehanteerd terwijl het geldende bestemmingsplan nog was opgesteld onder de IMRO2008-standaard. Het gaat hierbij echter uitsluitend om technische handelingen, bedoeld voor een correcte digitale uitwisselbaarheid, die inhoudelijk voor het reparatieplan verder niet relevant zijn.

1.7 Procedure

De procedure om tot de gewenste herziening van het geldende bestemmingsplan te komen bestaat uit twee fasen waarbij invloed op het plan kan worden uitgeoefend, te weten:

1. Vaststellingsfase

Na aankondiging in de Staatscourant, het Gemeenteblad en de website www.officielebekendmakingen.nl, wordt het ontwerp voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode kan een ieder zienswijzen indienen. Daarbij geldt dat het alleen mogelijk is om een zienswijze in te dienen tegen de reparatie zoals die is opgenomen in voorliggend plan. Na de zienswijzenprocedure neemt de gemeenteraad een besluit over het vaststellen van het plan. Zowel tijdens de tervisielegging als na vaststelling wordt het bestemmingsplan op het landelijke portaal voor ruimtelijke plannen geplaatst en is het voor iedereen in te zien.

2. Beroepsfase

Het besluit waarin het bestemmingsplan is vastgesteld, wordt door de gemeenteraad bekend gemaakt. Het vastgestelde bestemmingsplan wordt ter inzage gelegd. Binnen 6 weken na het bekendmaken van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Er kan een beroep worden ingesteld door mensen die in de vaststellingsfase een zienswijze hebben ingediend of mensen die kunnen aantonen dat ze daar redelijkerwijs niet toe niet in staat waren. Wanneer de gemeenteraad het plan gewijzigd vaststelt, kunnen alle belanghebbenden tegen de wijzigingen beroep instellen.

1.8 Uitvoerbaarheid

Economische uitvoerbaarheid

Omdat sprake is van het herstellen van een omissie ten aanzien van een bestaande situatie mag worden geconcludeerd dat voorliggend reparatiebestemmingsplan niet door een onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Als aangegeven in voorgaande onder 1.7 kan bij de tervisielegging van het bestemmingsplan op dit reparatieplan worden gereageerd. Vervolgens staat eventueel nog de mogelijkheid van beroep open.