Omgevingsplan gemeente Waadhoeke;

begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van overeenkomstige toepassing op dit TAM-omgevingsplan;

het TAM-omgevingsplan 22a Karakteristieke panden Felsumerleane 32 Spannum en Wommelserweg 84 Tzum met identificatienummer NL.IMRO.1949.TAMOP22A-ONT1 van de gemeente Waadhoeke.

1. a. De regels in dit TAM-omgevingsplan vullen de regels van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke aan, op de locaties als bedoeld onder c, zoals opgenomen in artikel 36 'Wonen - Agrarisch' van het bestemmingsplan Bûtengebiet (zoals dat is vastgesteld op 29 september 2015) en artikel 3 'Agrarisch' van het bestemmingsplan Buitengebied 2013 (zoals dat is vastgesteld op 25 juni 2015) waarbij de regels van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke onverminderd van toepassing blijven voor zover de regels in dit TAM-omgevingsplan deze regels niet hebben aangevuld;
2. b. De regels van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke, met daarbij inbegrepen afdeling 22.2 en afdeling 22.3, blijven buiten toepassing indien er sprake is van strijdigheid met de regels van dit TAM-omgevingsplan;
3. c. De regels in dit TAM-omgevingsplan zijn van toepassing op de locatie Felsumerleane 32 te Spannum en Wommelserweg 84 te Tzum, waarvan de geometrische planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1949.TAMOP22A-ONT1.

Ter plaatse van de locatie 'Waarde - Karakteristiek gebouw', geldt dat de instandhouding van de bestaande karakteristieke waarden van bouwwerken wordt nagestreefd.

Het bouwen van andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van kleinschalige duurzame energie op daken van gebouwen is verboden.

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning (delen) van een karakteristiek pand te slopen.

Een omgevingsvergunning is niet nodig indien sprake is van:

1. a. normaal onderhoud;
2. b. inpandige wijzigingen.

De omgevingsvergunning wordt verleend indien:

1. a. de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is danwel door een calamiteit de karakteristieke delen geheel of gedeeltelijke verloren zijn gegaan, waardoor volgens het college van burgemeester en wethouders geen sprake meer is van karakteristiek pand; of
2. b. het delen van een pand betreft, die op zichzelf niet als waardevol zijn aan te merken, en door het verwijderen daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke waarden plaatsvindt zoals opgenomen in bijlage 1 Karakteristieke panden.

Bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het (gedeetelijk) slopen van een karakteristiek pand worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:

1. a. de volgende kleurenfoto’s die een duidelijke indruk geven van het karakteristieke gebouw in relatie tot de voorgenomen sloop:
   1. 1. overzichtsfoto’s van de bestaande situatie; en
   2. 2. foto’s van de bestaande toestand;
2. b. de volgende tekeningen:
   1. 1. als sprake is van het slopen van een deel van het karakteristieke gebouw waarbij de omvang van het gebouw wijzigt: situatietekeningen van de bestaande en de nieuwe situatie;
   2. 2. opnametekeningen van de bestaande toestand met, voor zover noodzakelijk voor de beoordeling van de aanvraag:
      • plattegronden;
      • doorsneden;
      • gevelaanzichten; of
      • een dakaanzicht; en
   3. 3. slooptekeningen; en
3. c. een omschrijving van de sloopmethode en de aard en bestemming voor het vrijkomend materiaal; en
4. d. Indien de technische staat of de gebruiksmogelijkheden van het karakteristieke gebouw ten grondslag liggen aan de voorgenomen sloopactiviteit: een rapport van een onafhankelijke deskundige, dat de volgende gegevens bevat:
   1. 1. een onderbouwde beschrijving van de technische staat van het karakteristieke gebouw of het onderdeel van het karakteristieke gebouw waarop de voorgenomen activiteit betrekking heeft; of
   2. 2. een beschrijving van de mate waarin het karakteristieke gebouw geschikt is of door het treffen van voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor zinvol gebruik overeenkomstig de ter plaatse toegestane gebruiksactiviteiten of een ander, uit het oogpunt van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, passend gebruik.
5. e. Het verstrekken van een deskundigenrapport als bedoeld onder d, is niet nodig indien de technische staat of de gebruiksmogelijkheden naar het oordeel van het bevoegd gezag uit andere beschikbare informatie afdoende blijken.
6. f. De commissie, bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet, wordt om advies gevraagd bij een aanvraag omgevingsvergunning zoals bedoeld onder 3.3 van dit artikel.

Voor de voormalige gemeenten Franekeradeel en Littenseradiel zijn in de bestemmingsplannen voor het buitengebied karakteristieke panden aangewezen. Tijdens de inventarisatie van deze karakteristieke panden, zijn de panden op de percelen plaatselijk bekend Felsumerleane 32 te Spannum en de Wommelserweg 84 te Tzum abusievelijk niet meegenomen.

De panden zijn door Steunpunt Monumentenzorg Fryslân beoordeeld en gebleken is dat de panden ter plaatse van de bovengenoemde percelen beschermingswaardig zijn als karakteristiek pand. De panden beschikken in de beoordeling over meer dan 15 punten. Deze grens hanteerde de voormalige gemeente Franekeradeel in het buitengebied om een pand als karakteristiek aan te merken. Deze grens wordt nu wederom aangehouden. Deze bescherming moet nu juridisch worden geborgd. De eigenaren van beide panden hebben de gemeenteraad verzocht om het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke hierop aan te passen.

De bestemmingsplannen maken onderdeel uit van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke. Aan de wijziging moet een goede motivering ten grondslag liggen, waaruit moet blijken dat het plan in overeenstemming is met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties en dat het plan uitvoerbaar is. Hiervoor is deze motivering opgesteld.

Het plangebied bestaat uit de percelen plaatselijk bekend Felsumerleane 32 te Spannum en de Wommelserweg 84 te Tzum.

Het plangebied is weergegeven in onderstaande figuur.

Figuur 1: Ligging plangebied (bron: Pdok viewer)

Voor het plangebied is het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke van toepassing. Deze geldt per 1 januari 2024, bij inwerkingtreding van de Omgevingswet, van rechtswege.

De juridisch- planologische regelingen uit de volgende bestemmingsplannen maken onderdeel uit van het omgevingsplan en zijn van toepassing op het plangebied:

• Felsumerleane 32, Spannum: het bestemmingsplan Bûtengebiet, gemeente Littenseradiel (vastgesteld op 29 september 2015) voor het perceel Felsumerleane 32 met de bestemming 'Wonen - Agrarisch' (artikel 36), dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' en de aanduidingen 'luchtvaartverkeerzone - invliegfunnel' en 'vrijwaringszone - radaverstoringsgebied' met de maatvoeringen 'maximum hoogte luchtvaartverkeerzone invliegfunnel: 151 m', 'maximum hoogte vrijwaringszone radarverstoringsgebied: 80 m'.
• Wommelserweg 84, Tzum: het bestemmingsplan Buitengebied 2013, gemeente Franekeradeel (vastgesteld op 7 november 2013 en partieel hervastgesteld op 25 juni 2015), met de bestemmingen 'Agrarisch', dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 2' (op een deel van het karakteristieke pand) en 'Waarde - Landschap verkaveling', de aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel grondgebonden agrarisch bedrijf' en 'vrijwaringszone - radarverstoringsgebied'.

Figuur 2: Geldende regels bestemmingsplan Bûtengebiet, gemeente Littenseradiel (bron: Regels op de kaart), Felsumerleane 32 Spannum

Figuur 3: Geldende regels bestemmingsplan Buitengebied 2013, gemeente Franekeradeel (bon: Regels op de kaart), Wommelserweg 84, Tzum

De Omgevingswet zoals deze op 1 januari 2024 in werking is getreden werkt door in vier algemene maatregelen van bestuur. Dit zijn het Omgevingsbesluit, het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Voor de aanwijzing van de karakteristieke panden moet beoordeeld worden aan welke instructieregels uit het Bkl moet worden voldaan. In het Bkl staan regels over omgevingswaarden, instructieregels, beoordelingsregels en monitoring. Deze regels gelden voor gemeenten, provincies en waterschappen bij het opstellen van omgevingsplannen en verordeningen.

De instructieregels van het Rijk ten aanzien van cultureel erfgoed en werelderfgoed staan in artikel 5.130 respectievelijk 5.131 van het Bkl. In artikel 5.130 wordt bepaald dat in een omgevingsplan rekening moet worden gehouden met het belang van het behoud van cultureel erfgoed, met inbegrip van bekende of aantoonbaar te verwachten archeologische monumenten. Met het oog hierop worden er in ieder geval regels gesteld ter bescherming van daarvoor in aanmerking komend cultureel erfgoed, waarbij rekening wordt gehouden met de volgende beginselen:

1. a. het voorkomen van ontsiering, beschadiging of sloop van op grond van het omgevingsplan beschermde monumenten en archeologische monumenten;
2. b. het voorkomen van verplaatsing van op grond van het omgevingsplan beschermde monumenten of een deel daarvan, tenzij dit dringend is vereist voor het behoud van die monumenten;
3. c. het bevorderen van het gebruik van monumenten, zo nodig door wijziging van die monumenten, rekening houdend met de monumentale waarden;
4. d. het voorkomen van aantasting van:

1. 1. de omgeving van rijksmonumenten, voorbeschermde rijksmonumenten en monumenten die op grond van het omgevingsplan zijn beschermd, voor zover die monumenten door die aantasting worden ontsierd of beschadigd; en
2. 2. het karakter van in het omgevingsplan beschermde stads- of dorpsgezichten of beschermde cultuurlandschappen door de sloop van bestaande gebouwen, de bouw van nieuwe gebouwen of andere belangrijke veranderingen; en

5. e. het conserveren en in stand houden van archeologische monumenten, bij voorkeur in situ.

In artikel 5.131 staat dat in een omgevingsplan rekening wordt gehouden met het belang van het behoud van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed.

Wat onder cultureel erfgoed wordt verstaan is opgenomen in bijlage A (begrippen) van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. De Erfgoedwet bevat de wet- en regelgeving voor behoud en beheer van het cultureel erfgoed en archeologie in Nederland. Het is op basis hiervan verplicht om de facetten historische (steden)bouwkunde en historische geografie mee te nemen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Het gaat bij de aanwijzing van de karakteristieke panden niet om gemeentelijke monumenten. In de gemeente is één gemeentelijk monument aanwezig: de fabrieksschoorsteen in Winsum. De instructieregels werken echter ook door voor deze karakteristieke panden omdat ze onderdeel uitmaken van het cultureel erfgoed. Bij het opstellen van de regels wordt rekening gehouden met de beginselen met betrekking tot monumenten zoals bedoeld in het Bkl. Cultureel erfgoed is onderdeel van de omgevingskwaliteit, net als de architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en de kwaliteit van natuur en landschap. Een goede omgevingskwaliteit is één van de maatschappelijke doelstellingen van de Omgevingswet. De gewaardeerde panden worden dan ook voorzien van een beschermingsregime. Voor deze wijziging van het omgevingsplan wordt verder zoveel mogelijk aangesloten op de regeling zoals nu opgenomen voor de karakteristieke panden die al onderdeel zijn van het omgevingsplan.

Op 9 oktober 2024 is de Omgevingsverordening Fryslân 2022 in werking getreden. In de verordening zijn regels opgenomen die ervoor moeten zorgen dat de provinciale ruimtelijke belangen doorwerken in de gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Voor de aanwijzing van karakteristieke panden zijn er geen specifieke regels opgenomen in de Omgevingsverordening die door moeten werken in het omgevingsplan.

Bij nieuwe ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de omgevingskwaliteiten (artikel 2.1, omgevingskwaliteiten als basis). Deze omgevingskwalititeiten bevatten op grond van de verordening aspecten zoals cultureel erfgoed, beeldkwalitet van bouwwerken en stedenbouwkundige kwaliteit, kwaliteit van natuur, cultuurhistorie en landschap inclusief openheid, donkerte, stilte en rust, kwaliteit van het watersysteem, kwaliteit van het verkeers- en vervoerssysteem, kwaliteit van de bodem, het netwerk van dorpen en steden met voldoende voorzieningen en verschillende woon- en werkmilieus, milieuhygiëne en een gezonde en veilige leefomgeving.

De gewaardeerde (delen) van de karakteristieke panden maken onderdeel uit van de omgevingskwaliteiten. Steunpunt Monumentenzorg Fryslân wordt ondersteund door de provincie Fryslân in samenwerking met de rijksoverheid. Steunpunt Monumentenzorg heeft als doelstelling het bevorderen van de kwaliteit van de integrale zorg voor onroerend cultureel erfgoed in de provincie Fryslân.

In de Omgevingsvisie Fryslân - De romte diele is de ambitie voor de provincie voor 2030-2050 uitgesproken. Hierbij wordt gewerkt met 9 principes die richting geven bij het maken van keuzes. Enerzijds zijn de principes inhoudelijk van aard, zoals zuinig ruimtegebruik, omgevingskwaliteit als ontwerpbasis, koppelen van ambities, gezondheid en veilig. Anderzijds zijn er samenwerkingsprincipes, zoals rolbewust, decentraal wat kan, het ja, mits principe, aansluiting zoeken en sturen op proces, ruimer op inhoud.

Om de ambities te realiseren met de basis op orde zijn. Dit betekent dat wordt ingezet op het behoud en ontwikkeling van het Friese erfgoed.

In de omgevingsvisie is aangegeven dat de onderwerpen van het Friese erfgoed de volgende zijn:

1. a. gebouwd erfgoed, zoals rijksmonumenten, karakteristieke bouwwerken, stads- en dorpsgezichten;
2. b. archeologisch erfgoed;
3. c. cultuurlandschappelijk en groen erfgoed.

In het Ontwerp Programma Erfgoed 2025 - 2028 (zoals vastgesteld op 10 september 2024) wordt verder gebouwd aan deze ambities. De omgevingsvisie is gekoppeld aan de structuurvisie Grutsk op ‘e Romte. Hierin zijn de landschappelijke en cultuurhistorische structuren en elementen van provinciaal belang beschreven. Het programma bouwt hierop door.

Binnen de gemeente Waadhoeke is geen specifiek beleid ten aanzien van de bescherming van karakteristieke panden aanwezig. Wel is de gemeente bezig met de ontwikkeling van de omgevingsvisie Waadhoeke, waarbij één van de speerpunten voor de gemeente is: een gemeente met een waardevol landschap waarin de landbouw in balans is met de natuur. Een onderwerp binnen dit speerpunt is het behoud en versterking van landschap en erfgoed. De gewaardeerde (delen) van de karakteristieke panden als onderdeel van dit erfgoed worden beschermd door voorliggend wijzigingsbesluit. Daarbij wordt aangesloten op de bestaande regelingen zoals nu aanwezig in de bestemmingsplannen buitengebied.

De wijziging van het omgevingsplan zorgt voor een aanvulling op de bestaande regels. De wijziging betreft het toewijzen van de functie 'Waarde karakteristiek - gebouw' op de locaties Felsumerleane 32, te Spannum en Wommelserweg 84 te Tzum. De wijziging vloeit voort uit de waardering van (een deel) van de gebouwen door Steunpunt Monumentenzorg Fryslân. Het gevolg hiervan is dat de gebouwen strenger worden beschermd, door een vergunnningplicht op te nemen voor het slopen van karakteristieke delen van het gebouw (voor het slopen was eerder geen vergunning nodig). De wijziging van het omgevingsplan heeft daarom geen gevolgen voor de fysieke leefomgeving.

In voorliggende planvorming zijn geen nadere onderzoeken nodig om de uitvoerbaarheid te onderbouwen.

De wijziging van het omgevingsplan moet economisch uitvoerbaar zijn. Dit houdt in dat:

1. 1. de ruimtelijke ontwikkeling niet evident financieel onuitvoerbaar mag zijn en
2. 2. als de ruimtelijke ontwikkeling kostenverhaalplichtige activiteiten omvat, het kostenverhaal verzekerd moet zijn.

Bij de wijziging van het omgevingsplan is sprake van het toekennen van een karakteristieke waarde aan deze bestaande panden en betreft het geen ruimtelijke ontwikkeling met nieuwbouw activiteiten.

Wie een woning, bedrijfspand of ander gebouw bouwt of verbouwt, moet hiervoor in veel gevallen een bijdrage betalen aan het bevoegd gezag. Deze bijdrage is onder andere voor de kosten van het opstellen van plannen, het aanleggen van openbare voorzieningen en het inrichten van de openbare ruimte. Dit wordt kostenverhaal genoemd.

Er is geen sprake van een kostenverhaalplichtige activiteit. Kostenverhaalplichtige activiteiten zijn bijvoorbeeld de bouw van één of meer gebouwen met een woonfunctie en de verbouwing van één of meer aangesloten met andere gebruiksfuncties dan een woonfunctie tot gebouwen met een woonfunctie, met het ten minste tien woonfuncties betreft (artikel 8.13, Omgevingsbesluit).

In het vaststellingsbesluit van het omgevingsplan moet worden aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere bestuursorganen bij de voorbereiding

van het omgevingsplan zijn betrokken.

De eigenaren van beide panden hebben de gemeenteraad verzocht om het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke hierop aan te passen om de aanwijzing tot karakteristiek pand juridisch te borgen (zie ook paragraaf 1.1). De aanwijzing geeft de eigenaren mogelijkheden om de gewaardeerde elementen te behouden.

Onder de Omgevingswet is informeel vooroverleg over plannen mogelijk. Het vooroverleg voor wijzigingen van het omgevingsplan is in de Omgevingswet juridisch niet geregeld. Het vooroverleg is vormvrij. Door bij ruimtelijke ontwikkelingen in een vroeg stadium met elkaar op te trekken, kunnen knelpunten in een vroeg stadium worden gesignaleerd.

Steunpunt Monumentenzorg Fryslân heeft de beoordeling van de panden uitgevoerd. Gelet op de aard en impact van het plan is verder vooroverleg niet noodzakelijk.

Een (wijziging) omgevingsplan moet technisch voldoen aan de Omgevingswet standaarden STOP/TPOD. De wetgever heeft tot 1 januari 2026 gemeenten echter de mogelijkheid geboden om een omgevingsplan onder de Omgevingswet op te stellen op basis van de RO standaarden 2012 en te publiceren via www.ruimtelijkeplannen.nl. Met een overbruggingsfunctie van het Informatiehuis Ruimte wordt het omgevingsplan getoond in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) (regels op de kaart). Dit is het zogenaamde TAM-omgevingsplan. Het omgevingsplan conform TAM maakt dus juridisch wel onderdeel uit van het omgevingsplan, maar wordt technisch ontsloten via de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl.

Met deze wijziging van het omgevingsplan wordt de bestaande juridisch planologische regeling aangevuld met een regeling voor de karakteristieke panden op de locaties Felsumerleane 32 te Spannum en Wommelserweg 84 te Tzum.

Deze wijziging van het omgevingsplan vervangt dus niet de regels die onderdeel uitmaken van het (tijdelijk deel) van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke. De bruidsschat (inclusief vangnetregeling) en de gemeentelijke verordeningen die onderdeel uitmaken van het omgevingsplan worden niet gewijzigd. Wel is aangegeven dat wanneer deze regels een strijdigheid opleveren met de regels uit dit wijzigingsbesluit, de regels uit het wijzigingsbesluit voorgaan.

De begripsbepalingen uit de bijlage van de Omgevingswet zijn van rechtswege van toepassing op het wijzigingsbesluit en hoeven dus niet bij de begrippen te worden opgenomen. De begripsbepalingen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en de Omgevingsregeling zijn niet van van rechtswege van toepassing op het TAM-omgevingsplan. Daarom is in de begrippen hierop aangesloten door deze van toepassing te verklaren.

Aanvullende begripsbepalingen zijn niet nodig. De begrippen uit de onderliggende regelingen blijven van toepassing op de locaties.

In het bestemmingsplan Buitengebied 2013 van de voormalige gemeente Franekeradeel en het bestemmingsplan Bûtengebiet van de voormalige gemeente Littenseradiel is voor het aanwijzen van karakteristieke panden de functieaanduiding 'karakteristiek' gebruikt. Aan deze aanduiding is een juridische regeling gekoppeld.

Dit TAM-omgevingsplan voorziet in een aanvullende regeling voor twee karakteristieke panden. Aan de aanduiding 'karakteristiek' kan onder de RO standaarden 2012 geen directe koppeling worden gemaakt met de juridische regeling. De doorklikmogelijkheden zijn beperkt tot 'enkel- en dubbelbestemmingen' en 'gebiedsaanduidingen'. Om toch zoveel mogelijk aan te sluiten bij het doel van de Omgevingswet is gekozen om de karakteristieke panden aan te wijzen met een dubbelbestemming 'Waarde - Karakteristiek gebouw'. Het is op deze manier mogelijk op basis van de RO standaarden 2012 een directe koppeling te maken tussen de digitale verbeelding en de juridische regeling (doorklikmogelijkheid verbeelding met regels). Dit vergroot de raadpleegbaarheid van dit TAM-omgevingsplan.

De dubbelbestemming 'Waarde - Karakteristiek gebouw' sluit aan op de regelingen zoals opgenomen in de bestemmingsplannen buitengebied. Het verschil is dat de vergunningplicht voor het (gedeeltelijk) verwijderen nu onder de vergunningplicht voor slopen is opgenomen. In de bestemmingsplannen buitengebied is deze opgenomen in de vergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

Een vergunningplicht geldt niet wanneer het normaal onderhoud betreft en/of sprake is van inpandige wijzigingen. De waardering van de karakteristieke gebouwen heeft namelijk geen betrekking op het interieur. Het verlenen van een omgevingsvergunning is alleen mogelijk indien de bouwtechnische kwaliteit zo slecht is dat hergebruik in alle redelijkheid niet mogelijk is of als het delen van een pand betreft, die op zichzelf niet als waardevol zijn aan te merken, en door het verwijderen daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke waarden plaatsvindt zoals bepaald door Steunpunt Monumentenzorg Fryslân. Deze waardering is opgenomen in bijlage 1 van de planregels en gekoppeld aan deze beoordelingsregels.

De dubbelbestemming heeft alleen betrekking op de gewaardeerde delen van de gebouwen. Waarbij in de waardering overigens niet enkel het gebouw de waardering bepaalt, maar waarbij ook de ligging in het landschap is meegenomen.

Voor de aanvraag omgevingsvergunning zijn specifieke aanvraagvereisten opgenomen. Deze gelden aanvullend op de algemene aanvraagvereisten zoals deze zijn opgenomen in artikel 7.3 en 7.4 van de Omgevingsregeling. De aanvraagvereisten zijn soortgelijk en sluiten aan op de systematiek van de aanvraagvereisten voor een omgevingsvergunning voor het slopen van gemeentelijke monumenten. Deze regeling voor gemeentelijke monumenten maakt ook onderdeel uit het van het Omgevingsplan gemeente Waadhoeke (bruidsschat).

De regels in het omgevingsplan moeten leiden tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Om dit te kunnen beoordelen moeten alle voor de fysieke leefomgeving relevante aspecten zorgvuldig worden onderzocht en afgewogen.

Voor de aanwijzing van de karakteristieke panden komt Steunpunt Monumentenzorg Fryslân tot een zorgvuldige waardering, waarbij de gewaardeerde elementen ook in relatie tot de omgeving zijn benoemd. Om deze waarden te behouden zijn regels gesteld om dit deel van de brede omgevingskwaliteit te borgen, om te komen tot een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.