Burgemeester Beckersstraat 2 t/m 8, Nuth
Bestemmingsplan - gemeente Beekdalen
Vastgesteld op 20-12-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Burgemeester Beckersstraat 2 t/m 8, Nuth' met identificatienummer NL.IMRO.1954.BPburgbeckstr2tm8-VA01 van de gemeente Beekdaelen.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 aan huis gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar functie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. In bijlage 3 is een overzicht van aan huis gebonden beroepen opgenomen.
1.4 aan huis gebonden bedrijf
het verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend en de desbetreffende bedrijvigheid een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. In bijlage 3 is een overzicht van aan huis gebonden bedrijven opgenomen.
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.7 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
1.8 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
een aangegeven percentage, dat het deel van het bestemmingsvlak dan wel van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
1.10 bedrijfsactiviteiten
vormen van bedrijf vergelijkbaar met of zoals opgenomen in bijlage 2 bij de regels: 'Toegesneden lijst vanbedrijfstypen', overeenkomstig de bijlage uit de brochure Bedrijven en milieuzonering.
1.11 bestaande bebouwing
de bebouwing, zoals deze bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven omgevingsvergunning mag worden gebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
1.12 bestaand gebruik
het gebruik van grond en opstallen, zoals dat bestaat op het tijdstip dat het plan of betreffende planonderdeel rechtskracht heeft gekregen.
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.15 bijgebouw (aangebouwd en vrijstaand)
een gebouw dat in bouwkundig en ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw.
1.16 bijgebouwgrens
de grens van een bouwaanduiding 'bijgebouwen'.
1.17 bouwaanduiding 'bijgebouwen'
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.18 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.19 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.20 bouwlaag (voor woningen)
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder.
1.21 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.22 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.23 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.24 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt op of in de grond.
1.25 carport/overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met ten minste een dak en niet of slechts aan één zijde voorzien van een wand, bestaande wanden van overige gebouwen niet meegerekend.
1.26 cultuurhistorische waarde
de aan het bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.27 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop of te huur of in lease aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, ter verhuur, ter leasing, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen resp. huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.28 dienstverlening
bedrijf of instelling voor het bedrijfsmatig verrichten van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen een kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, uitzendbureau, bank, stomerij, wasserette, apotheek, reisbureau en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf, een horecabedrijf, een centrum voor fysiotherapie of een fitnesscentrum.
1.29 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van het gebouw.
1.30 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.31 groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.32 hoofdgebouw
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.33 horeca(bedrijf)
een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt en/of waarin zaalaccommodatie wordt verstrekt.
1.34 natuurwetenschappelijke/natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.35 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven peil is gelegen.
1.36 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang.
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
- c. voor een bouwwerk, op of aan een van nature geaccidenteerd terrein het gemiddelde aanliggende afgewerkte maaiveld.
1.37 stedenbouwkundig beeld
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de aansluitende terreinen, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen.
1.38 verblijfsgebied
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte.
1.39 woning/wooneenheid
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting van een huishouden;
hiervan is ook sprake bij een kamerverhuurbedrijf, waarbij de kamers afzonderlijke wooneenheden vormen, indien daarbij centrale voorzieningen aanwezig zijn, zoals een keuken, een douche en andere centrale voorzieningen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
de kortste afstand van de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend vergunningplichtige bouwwerk.
2.2 Het bebouwingspercentage
het door bouwwerken bebouwde oppervlak, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat gelegen is binnen de bestemming of een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
2.3 De bedrijfsvloeroppervlakte
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals antennes, schoorstenen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De bruto vloeroppervlakte van een bouwlaag
op de vloer van de bouwlaag, tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren.
2.6 De dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7 De goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.8 De hoogte van een bouwlaag
de afstand tussen de scheidende vloerdelen gemeten van bovenkant afgewerkte vloer (peil) tot bovenkant afgewerkte vloer.
2.9 De inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.10 De lengte, de breedte en de diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren), met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
2.11 De oppervlakte van een bouwwerk
tussen buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.12 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken, vlakken met de bouwaanduiding 'bijgebouwen' of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, lichtkoepels, gevel- en kroonlijsten, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- en/of de bestemmingsgrens met niet meer dan 0,50 m. wordt overschreden. Voor luifels, erkers en balkons geldt dat de bouw- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,00 m. wordt overschreden.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. duurzaam bodem- en waterbeheer, tevens wateropvang/buffering en infiltratie;
- c. met de daarbij behorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, binnen een marge van 5,00 m, nadere eisen stellen ten aanzien van de op grond van in dit artikel toegelaten situering en afmetingen van bouwwerken, ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, parkeerhinder, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingvergunning afwijken van de bouwregels ten behoeve van:
- a. het overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak zoals bepaald in artikel 7.2;
- b. het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen zoals bepaald in artikel 7.3;
- c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte zoals bepaald in artikel 7.4;
- d. het bouwen van bijgebouwen ter hoogte van de voorgevel zoals bepaald in artikel 7.6.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf zoals bepaald in artikel 7.5.
3.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met het bestemmingsplan te wijzigen door het op de verbeelding aangeduide bouwvlak binnen de bestemming 'Wonen' te verwijderen, met dien verstande dat:
- a. een termijn van drie jaar is verstreken na het moment dat dit plan onherroepelijk is geworden;
- b. gedurende die periode op de afzonderlijke bouwpercelen geen woning is of woningen zijn gerealiseerd of is gestart met de realisatie van woningen;
- c. indien een omgevingsvergunning of omgevingsvergunningen voor het bouwen van de woning of woningen is c.q. zijn verleend, deze is c.q. zijn ingetrokken.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Bouwregels
5.1 Bouwverbod
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan.
5.2 Algemene regels over bestaande afstanden en andere maten
5.3 Ondergronds bouwen
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen I
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen I' leidt de aanwezigheid van transportassen tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen deze veiligheidszone (200 m-zone uit deze transportassen) geldt een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico die een berekening omvat (zie bijlage 4 bij de planregels).
Artikel 7 Algemene Afwijkingsregels
7.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende regels van het plan zoals bepaald in artikel 7.2 t/m 7.6, mits in hoofstuk 2 hiernaar verwezen wordt.
7.2 Afwijken voor overschrijden van de bouwgrenzen respectievelijk het vergroten van het bouwvlak
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken voor het overschrijden van de bouwgrenzen, respectievelijk het vergroten van het bouwvlak, mits:
- a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond;
- b. natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en belangen en het aangrenzende woon- en leefmilieu niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind;
- c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad,
met dien verstande, dat:
- 1. bij monumentale en beeldbepalende panden de inhoud van de bebouwing van het agrarisch bebouwingscomplex daardoor met niet meer dan 10% mag toenemen;
- 2. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 m.
7.3 Afwijken voor het overschrijden van het toegestane oppervlakte aan bijgebouwen
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van een groter dan het toegelaten oppervlak aan bijgebouwen, onder de volgende voorwaarden:
- a. het noodzakelijk is voor de realisering van een Wet voorzieningen gehandicapten (WVG)-voorziening;
- b. de maximum oppervlakte aan bijgebouwen met maximaal 10% wordt overschreden;
- c. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het eigen woonmilieu of in de directe omgeving ontstaan of kunnen ontstaan;
- d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.
7.4 Afwijken voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een grotere bouwhoogte, mits:
- a. ten behoeve van de privacy, voldoende afstand tot aangrenzende percelen wordt aangehouden;
- b. ten behoeve van de verkeersveiligheid, voldoende afstand tot de bestemming 'Verkeer' wordt aangehouden;
- c. geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundig beeld plaatsvindt.
7.5 Afwijken voor een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken voor het uitoefenen van een kleinschalig dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. ten minste 50% van het verblijfsgebied met woonfunctie van de woning gehandhaafd blijft alsmede bij woningen met een verblijfsgebied van minder dan 240 m² een verblijfsgebied met woonfunctie van 120 m² behouden blijft;
- b. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
- c. de activiteiten mogen niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
- d. de bedrijfsactiviteiten mogen uitsluitend betreffen: categorie 1-bedrijven volgens de toegesneden Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 2 is opgenomen bij deze regels;
- e. er mag geen detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteiten;
- f. op eigen terrein in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien overeenkomstig het parkeerbeleid;
- g. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad;
- h. uit historisch bodemonderzoek is gebleken dat er vanwege de bodemsituatie geen bezwaren zijn tegen het realiseren van een kleinschalige dienstverlenend of ambachtelijk bedrijf.
7.6 Afwijken voor het bouwen van bijgebouwen ter hoogte van de voorgevel
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken voor het bouwen van bijgebouwen ter hoogte van de voorgevel en niet ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', mits:
- a. de afstand van de bijgebouwen tot de bestemming 'Verkeer' minimaal 5,00 m. bedraagt, en;
- b. het bijgebouw op niet meer dan 1,50 m. voor de voorgevel van de woning is gelegen, en;
- c. het bijgebouw op niet meer dan 3,00 m. voor de voorgevel van de woning op het naastgelegen perceel is gelegen;
- d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad of kunnen worden geschaad.
Artikel 8 Overige Regels
8.1 (Wettelijke) regels
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 9 Overgangsrecht
9.1 Overgangsrecht bouwwerken
- 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.2 Overgangsrecht gebruik
- 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 10 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Burgemeester Beckersstraat 2 t/m 8, Nuth'.
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 2 Toegesneden Lijst Van Bedrijfstypen
Bijlage 2 Toegesneden lijst van bedrijfstypen
Bijlage 3 Overzicht Aan Huis Gebonden Bedrijf En Aan Huis Gebonden Beroep
Bijlage 3 Overzicht aan huis gebonden bedrijf en aan huis gebonden beroep
Bijlage 4 10-puntenlijst Groepsrisico
Bijlage 4 10-puntenlijst groepsrisico
Bijlage 1 Besluitenlijst
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Verkeerslawaai En Milieuzonering
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek verkeerslawaai en milieuzonering
Bijlage 4 Notitie Installatiegeluid
Bijlage 4 Notitie installatiegeluid
Bijlage 5 Notitie Externe Veiligheid
Bijlage 5 Notitie externe veiligheid