KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Horeca
Artikel 5 Verkeer
Artikel 6 Water
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 11 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 12 Overgangsrecht
Artikel 13 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
1.3 Juridische Opzet En Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk Kader
2.1 Bestemmingsplan
2.2 Beleid
2.3 Inpasbaarheid Project
Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten
3.1 Verkeer En Parkeren
3.2 Wet Geluidhinder
3.3 Wet Milieubeheer / Bedrijven En Milieuzonering
3.4 Luchtkwaliteit
3.5 Bodemkwaliteit
3.6 Externe Veiligheid
3.7 Ecologie
3.8 Archeologie En Cultuurhistorie
3.9 Zwerfvuil
3.10 Water
3.11 Duurzaamheid
3.12 Gezondheid
3.13 Milieueffectrapportage
Hoofdstuk 4 Economische Uitvoerbaarheid
4.1 Kostenverhaal
4.2 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking
Hoofdstuk 5 Bestemmingen En Planuitgangspunten
5.1 Het Juridisch Systeem
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.1 Participatie / Inspraak
6.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
Bijlage 1 Verkeersnotitie (Goudappel Coffeng, 19-05-2020)
Bijlage 2 Partijkeuring Grond Ter Plaatse Van De Lauwersseewei In Dokkum (Wmr Rinsumageest Bv, 04-06-2020)
Bijlage 3 Verkennend Bodem- En Asfaltonderzoek Ter Plaatse Van De Carpoolplaats Aan De Lauwersseewei In Dokkum (Wmr Rinsumageest Bv, 04-06-2020)
Bijlage 4 Notitie Externe Veiligheid (Aviv, 30-04-2020)
Bijlage 5 Advies Brandweer (10 Maart 2020)
Bijlage 6 Quick-scan Ecologie (Els & Linde, 27-04-2020)
Bijlage 7 Memo Stikstof (Els & Linde, 16 Februari 2021)
Bijlage 8 Aerius Berekening, Gebruiksfase (Els & Linde, 16 Februari 2021)
Bijlage 9 Aerius Berekening, Realisatiefase (Els & Linde, 16 Februari 2021)
Bijlage 10 Besluit Mer Beoordeling (26 Mei 2020)
Bijlage 11 Laddertoets (Stec, 19-12-2019)

Wegrestaurant Dokkum

Bestemmingsplan - gemeente Noardeast-Fryslân

Vastgesteld op 07-07-2021 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Wegrestaurant Dokkum met identificatienummer NL.IMRO.1970.BP01214-VG01 van de gemeente Noardeast-Fryslân;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daar bijbehorende bijlagen;

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.6 bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein of perceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.7 bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.8 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.9 bestaand

  1. a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan;
  2. b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;

1.10 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijbehorend bouwwerk

een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.13 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.14 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.16 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.17 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.19 cultuurhistorische waarden

de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.20 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.21 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.22 horecabedrijf

een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt dan wel kunnen worden afgehaald of bezorgd en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.23 horecabedrijf categorie 1

een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, lunch- en tearooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;

1.24 horecabedrijf categorie 2

een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals restaurants;

1.25 horecabedrijf categorie 3

een horecabedrijf dat zowel is gericht op het verstrekken van etenswaren en/of dranken en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals cafetaria's, snackbars, automatieken, en shoarmazaken;

1.26 horecabedrijf categorie 4

een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken, zoals cafés, bars en discotheken;

1.27 horecabedrijf categorie 5

een bedrijfsactiviteit waarbij de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en dranken en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals pensions, hotels en hotel-restaurants;

1.28 horecaterras

een al dan niet overdekt terras, behorende bij een al dan niet zelfstandig horecabedrijf en zich bevindend in de directe nabijheid van het betreffende bedrijf;

1.29 kunstobject

voortbrengsel van de beeldende kunsten;

1.30 landschappelijke waarden

waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied;

1.31 nutsgebouw

een gebouw ten behoeve van een nutsvoorziening, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en telefooncellen;

1.32 nutsvoorziening

een voorziening ten behoeve van milieuvoorzieningen, de telecommunicatie, de waterhuishouding, natuurbeheer en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval wordt verstaan bergbezinkbassins, centrale voorzieningen voor de afvalinzameling en zendmasten;

1.33 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;

1.34 pand

een (hoofd)gebouw of een deel van een (hoofd)gebouw op een zodanige wijze gebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in de parcellering, goothoogte, dakvorm en/of gevelindeling;

1.35 peil

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil;
  4. d. in het geval de hoogte van het terrein op een perceel grote verschillen vertoont: de door burgemeester en wethouders bepaalde hoogte;

1.36 perceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.37 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.38 speelvoorziening

een voorziening waar gelegenheid wordt geboden om te kunnen spelen, zoals een speeltuin of speelweide, een trapveld of een speelkooi of een daarmee vergelijkbare voorziening;

1.39 verwijsmast

een mast die geplaatst wordt met als doel specifiek te verwijzen naar een bedrijf dat op die locatie is gevestigd;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk, niet bedoeld een overkapping:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 de oppervlakte van een overkapping:

tussen de buitenwerkse constructiedelen, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de hoogte van een verwijsmast

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de verwijsmast (inclusief verwijzing).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. bosschages, bebossing en beplanting;
  3. c. voet- en fietspaden;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. waterlopen en waterpartijen;
  6. f. een gebouw ten behoeve van de stalling van fietsen, ter plaatse van de aanduiding 'fietsenstalling';

met daaraan ondergeschikt:

  1. g. infrastructurele voorzieningen;

met de daar bijbehorende:

  1. h. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder:
    1. 1. een verwijsmast ten behoeve van de horecavestiging, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - verwijsmast';
    2. 2. kunstobjecten.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de sociale veiligheid
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
  4. d. de landschappelijke waarden;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub b in die zin dat gebouwen en overkappingen (gedeeltelijk) buiten het aanduidingsvlak worden gebouwd, mits:

  1. a. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
  2. b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het aanduidingsvlak mogen worden gebouwd.

Artikel 4 Horeca

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van:
    1. 1. horecabedrijf categorie 2;
    2. 2. horecabedrijf categorie 3;
    3. 3. horecaterras;

waaronder in ieder geval begrepen wordt een fastfoodrestaurant met een bijbehorende drive-lane;

  1. b. parkeervoorzieningen;

met de daar bijbehorende:

  1. c. nutsvoorzieningen;
  2. d. tuinen, erven en terreinen;
  3. e. speeltoestellen;
  4. f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de sociale veiligheid
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
  4. d. de landschappelijke waarden;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:

  1. a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding;
  2. b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gebouwen voor bewoning.

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. parkeervoorzieningen en overige verhardinge;
  3. c. voet- en rijwielpaden;
  4. d. groenvoorzieningen;
  5. e. sloten, bermen en beplanting;
  6. f. speelvoorzieningen;
  7. g. nutsvoorzieningen;
  8. h. overige bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder kunstobjecten, bruggen, dammen en/of duikers.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de sociale veiligheid
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
  4. d. de landschappelijke waarden;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen en waterpartijen;
  2. b. oevers;
  3. c. bermen en beplanting;

met de daar bijbehorende:

  1. d. nutsvoorzieningen;
  2. e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.

6.2 Bouwregels

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. de sociale veiligheid
  2. b. de verkeerssituatie;
  3. c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
  4. d. de landschappelijke waarden;
  5. e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

8.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen mogen in afwijking van het bestemmingsplan, uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, hellingbanen, funderingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m.

8.2 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen etc.

Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, openbaar vervoer, bediening van kunstwerken, sanitaire voorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes mogen worden gebouwd, mits:

      • de oppervlakte per gebouwtje ten hoogste 50 m² mag bedragen;
      • de bouwhoogte van een gebouwtje ten hoogste 3,00 m mag bedragen.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
  2. b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve voorzieningen;

9.2 Toegestaan gebruik

Tot een binnen de gegeven bestemmingen toegestaan gebruik wordt gerekend, het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen.

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

10.1 Afwijkingsregels

  1. a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
    1. 1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
    2. 2. de in de aanduidingen aangegeven maatvoeringseisen met betrekking tot goot- en bouwhoogte tot ten hoogste 20% van die maatvoeringseisen;
    3. 3. de regels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
    4. 4. de regels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
    5. 5. de regels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m;
    6. 6. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
      • trappen, trappenhuizen en galerijen;
      • entreeportalen, luifels, veranda's en balkons;
      • overstekende daken;

mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend;

      • andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de bouwgrens met niet meer dan 1,00 m overschrijdend.
  1. b. De in 10.1 geboden afwijkingsbevoegdheden zijn niet van toepassing op de in 3.2.2 onder b, 4.2.2 onder a en 5.2.2 onder b bepaalde maximum bouwhoogte van 6,00 meter.

10.2 Toetsingscriteria

De in lid 10.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

  1. a. de milieusituatie;
  2. b. de woonsituatie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
  5. e. de landschappelijke waarden;
  6. f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 11 Overige Regels

11.1 Voldoende parkeergelegenheid

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 12.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
  3. c. Lid 12.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

12.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 12.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 12.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Lid 12.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplanWegrestaurant Dokkumvan de gemeente Noardeast-Fryslân.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

McDonald's Nederland B.V. is voornemens om op het carpoolterrein aan de zuidkant van Dokkum een nieuwe vestiging te realiseren en het parkeerterrein uit te breiden. Het perceel is gelegen aan de rotonde ten noorden van de N361, Lauwersseewei, en ten oosten van de N356, de Murmerwoudsterweg.

De planlocatie ligt in het bestemmingsplan 'Dokkum Regiostad' (vastgesteld op 28 juni 2018). Het perceel heeft hierin de bestemming 'Verkeer'. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor wegen en straten; voet- en rijwielpaden parkeervoorzieningen en overige verharding; groenvoorzieningen; sloten; bermen en beplanting en gebouwen en overkappingen ten behoeve van parkeervoorziening. De realisatie van een McDonald's restaurant met drive-lane en ook de verwijsmast 6 m) past niet binnen de bestemming 'Verkeer'. Het geldende bestemmingsplan staat de vestiging van het restaurant op de locatie niet toe. De gemeente wenst medewerking te verlenen aan de vestiging van dit bedrijf. Voorliggende bestemmingsplan 'Wegrestaurant Dokkum' heeft tot doel daar in te voorzien.

1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied

Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel ter plekke van de carpool parkeerplaats naast de rotonde ten noorden van de N361 (Lauwersseewei) en ten oosten van de N356 (Murmerwoudsterweg). Op onderstaande afbeeldingen is de ligging ten opzichte van de omgeving weergegeven en op de ingezoomde luchtfoto de globale begrenzing van de projectlocatie waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0001.png"

afbeelding: liggen en begrenzing plangebied

1.3 Juridische Opzet En Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding, dit gaat vergezeld van een toelichting. Op de verbeelding zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de regels opgenomen juridische regeling. De verbeelding en de regels vormen samen de bestemmingsplanregeling zoals deze door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Op de landelijke website "www.ruimtelijkeplannen.nl" moeten de relevante regels zichtbaar zijn bij het 'aanklikken' van de desbetreffende gronden. De digitale verbeelding waarop de herziening betrekking heeft, geeft weer op welke gronden het bestemmingsplan betrekking heeft. Daarop zijn tevens de van toepassing zijnde bestemming, de bouw- en maatvoeringsaanduidingen en de (eventuele) functieaanduidingen zichtbaar. In de regels is aangegeven welke wijzigingen er als gevolg van het nieuwe bestemmingsplan worden doorgevoerd ten opzichte van het onderliggende bestemmingsplan 'Dokkum Regiostad' en wordt tevens benoemd dat aan overige artikelen van het onderliggende bestemmingsplan geen wijzigingen worden aangebracht. De toelichting van dit bestemmingsplan bestaat uit vijf hoofdstukken. Na dit eerste inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het ruimtelijk kader waarin de uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn beschreven en wat de gevolgen zijn van de wijzigingen die voorzien zijn in het plan. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de omgevingsaspecten in relatie tot de wijzigingen van deze herziening. De economische uitvoerbaarheid volgt in hoofdstuk 4 en tot slot behandelt hoofdstuk 5 de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

Hoofdstuk 2 Ruimtelijk Kader

2.1 Bestemmingsplan

2.1.1 Bestemmingsplan 'Dokkum Regiostad'

Op 28 juni 2018 is het bestemmingsplan 'Dokkum Regiostad' vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Dongeradeel. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de gehele stad Dokkum.

De projectlocatie is bestemd als 'Verkeer'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0002.png"

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn in artikel 26.1 bestemd voor wegen en straten; voet- en rijwielpaden; parkeervoorzieningen en overige verharding; groenvoorzieningen; sloten; bermen en beplanting; gebouwen en overkappingen ten behoeve van parkeervoorzieningen alsmede enkele daaraan ondergeschikte / bijbehorende functies.

De ontwikkeling van het restaurant is in dit bestemmingsplan op deze locatie niet toegelaten.

2.1.2 Ontwerpbestemmingsplan 'Reparatieplan Dokkum Regiostad'

Het bestemmingsplan Reparatieplan Dokkum Regiostad is in de raadsvergadering van 4 juni 2020 vastgesteld. Het nieuwe bestemmingsplan betreft een reparatie van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad en heeft tot doel het herstellen van omissies, maar ook verleende omgevingsvergunningen op het geldende bestemmingsplan Dokkum Regiostad worden verwerkt. Het bestemmingsplan Reparatieplan Dokkum Regiostad heeft onder meer betrekking op:

  1. 1. het herstel van een aantal onvolkomenheden in de planverbeelding en in de planregels van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad;
  2. 2. het opnemen van een aantal (onherroepelijke) ruimtelijke ontwikkelingen c.q. projecten en vergunningen in de planverbeelding die tijdens dan wel sinds de vaststelling van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad met een aparte planologische procedure zijn gerealiseerd;
  3. 3. update van de lijst en de regeling voor karakteristieke panden en het laten vervallen van de regeling voor de rijksmonumenten.

Dit reparatieplan heeft geen gevolgen voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van de onderhavige projectlocatie.

2.2 Beleid

2.2.1 Rijksbeleid

2.2.2 Provinciaal beleid

2.2.3 Gemeentelijk beleid

2.3 Inpasbaarheid Project

Hieronder is een weergave van de vermoedelijke nieuwe terreininrichting getoond.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0005.png"

2.3.1 McDonald's restaurant

De ontwikkeling bestaat uit de nieuwbouw van een McDonald's restaurant met drive-thru (auto-afhaalloket). De omvang van het gebouw is in het huidige ontwerp (afgerond) 540 m2 bruto vloeroppervlak. Uitgangspunt is verder dat alle activiteiten die verband houden met het restaurantbezoek, met inbegrip van de verkeersafwikkeling, op eigen terrein moet plaatsvinden. Dit betekent dat er een terreinbehoefte is van circa 7.000 m2 voor de bedrijfsvoering van de McDonald's en de carpoolparkeerplaats samen.

Het onderhavige kavel heeft een oppervlakte van circa 7.000 m2 en is hierdoor groot genoeg voor een McDonald's restaurant met brede groene randen, voldoende parkeerplaatsen en een ruim terras. Uitbreiding in de toekomst naar een bruto vloeroppervlak van 620 m2 is op dit perceel nog mogelijk.

Voor een McDonald's vestiging is een goede bereikbaarheid en zichtbaarheid vanuit de omgeving van essentieel belang. De locatie is gelegen aan de N361 en is vanuit de omgeving goed zichtbaar. De N356 bevindt zich op korte afstand, waardoor de locatie goed bereikbaar is voor passerende reizigers.

De binnenstad van Dokkum voldoet niet aan deze vestigingscriteria, nog afgezien van de vraag of een restaurant met drive-thru daar wenselijk zou zijn. Om zich te kunnen vestigen is McDonald's daarom aangewezen op locaties zoals de carpoolparkeerplaats

Daarnaast bevinden zich in de directe omgeving diverse bedrijven en woongebieden. De locatie is gezien de perceeloppervlakte, bereikbaarheid en ligging ideaal voor een McDonald's vestiging.

2.3.2 Carpool parkeerplaats

Een carpoolplaats is door de week het drukst bezet en in het weekend wat minder. Het omgekeerde geldt voor een McDonald's restaurant waardoor efficiënter gebruik gemaakt kan worden van de beschikbare plaatsen. Daarnaast levert het restaurant de gebruikers van de carpoolplaats een stuk sociale controle voor de geparkeerde auto's en kan men het restaurant gebruiken voor een kop koffie dan wel een sanitaire stop. Er worden voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd voor zowel de McDonalds als de carpoolfucntie (zie ook 3.1.2).

2.3.3 Doorsteek Tolhuispark

De planlocatie bevindt zich naast het Tolhuispark dat tevens voor onder andere evenementen gebruikt wordt. Het is belangrijk dat de huidige voorziening in stand wordt gehouden en dat de al bestaande doorsteek vanaf de planlocatie naar het Tolhuispark ingepast wordt. Hier wordt in voorzien. Het gaat niet om een 'openbare' en vrij toegankelijke doorsteek. Op navolgende afbeelding wordt de huidige doorsteek weergeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0006.png"

2.3.4 Afweging

De carpoolparkeerplaats is bedoeld als parkeerplaats voor potentiële autodelers. Functieverruiming naar horeca was op deze locatie weliswaar niet voorzien, maar een McDonald's restaurant met drive-thru is een functie waarvoor de vestigingsmogelijkheden schaars zijn. De vestiging van deze functies op deze locatie is daarom inpasbaar. Realisatie van een combinatie met de carpoolparkeerplaats is de ideale oplossing.

Het provinciale beleid en de ruimtelijke verordening staan aan de verwezenlijking van het project niet in de weg. Aan de voorwaarden die in de Toekomstvisie Binnenstad Dokkum gesteld worden, wordt voldaan:

  • de locatie ligt zodanig vrij dat voldoende afstand tussen woningen en de horeca-inrichting kan worden gehouden.
  • er kan voldoende parkeergelegenheid gecreëerd worden.
  • de doorsteek naar het Tolhuispark wordt ingepast in het situatieplan

2.3.5 Bestemmingen

De ontwikkeling voorziet in de realisatie van een nieuw restaurant en een parkeerterrein. Het geldende bestemmingsplan kent aan het plangebied reeds de bestemming 'Verkeer' toe. Ten behoeve van het parkeerterrein wijzigt de bestemming dan ook niet. Alleen het restaurant en de direct aangrenzende gronden, die worden ingericht ten behoeve van terreas en drive-lane, vergen herbestemming van gronden. Daarnaast is er aanleiding om het bestaande en nieuw te graven water (bijna 300 m2) te bestemmen als 'Water', ter zekerstelling van de realisatie van voldoende waterberging. De planverbeelding is daarom als volgt weergegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0007.png"

De wijziging van bestemmingen betreft daardoor 2.050 m2 ten behoeve van de horecabestemming en ca. 300 m2 ten behoeve van nieuw te graven water.

Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten

In het kader van het te ontwikkelen bestemmingsplan Wegrestaurant Dokkum moeten diverse (milieu)onderzoeken uitgevoerd worden naar de haalbaarheid van de ontwikkeling van horeca op deze locatie.

3.1 Verkeer En Parkeren

3.1.1 Ontsluiting en inrichting

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0008.png"

De ontsluiting vanaf de N361 blijft bestaan zoals de bestaande ontsluiting van de huidige carpoolplaats. Op het noorden van de projectlocatie wordt de ontsluiting naar het Tolhuispark verbeterd. De bestaande ontsluiting voor voetgangers en fietsers vanaf de Murmerwoudsterweg blijft intact.

3.1.2 Parkeren

Verkeerskundig adviesbureau Goudappel Coffeng heeft onderzoek uitgevoerd naar het verkeers- en parkeereffect voor het restaurant en de carpoolparkeerplaats. Zie Bijlage 1 voor de notitie van 19 mei 2020.

McDonald's

De parkeerbehoefte wordt doorgaans berekend aan de hand van kencijfers. CROW parkeerkencijfers van publicatie 381 (‘Toekomstbestendig parkeren’) zijn algemeen erkend en worden vaak toegepast als referentie of uitgangspunt voor gemeentelijke parkeernormen. In de CROW publicatie 381 is echter geen specifiek parkeerkencijfer voor fastfoodrestaurants opgenomen, terwijl er wel een ‘algemeen’ kengetal voor de verkeersgeneratie beschikbaar is. CROW geeft in de publicatie aan dat de parkeervraag van dergelijke functies dermate verschillend is dat sprake is van maatwerk bij het bepalen van de parkeervraag.

Er zijn wel parkeerkencijfers voor een ‘restaurant’. Een normaal restaurant is echter niet vergelijkbaar met een fastfood restaurant vanwege een andere doelgroep, verblijfstijd en bezoekfrequentie. Fastfoodrestaurants zijn dermate specifiek, dat voor het bepalen van de parkeerbehoefte moet worden uitgegaan van maatwerk; in dit geval specifieke cijfers van McDonald's restaurants.

Om de parkeerbehoefte te bepalen is daarom gebruik gemaakt van parkeerbehoeftecijfers zoals aangeleverd door McDonald’s. Het prognosemodel van McDonald’s houdt wel rekening met de omvang, locatie en stedelijkheidsgraad. Voor McDonald’s is het van groot belang dat er voldoende parkeercapaciteit beschikbaar is voor de klanten. Om die reden is een prognosemodel voor restaurants opgesteld. De gemiddelde verblijfstijd bij een fastfood restaurant is, conform ervaringen van CROW (publicatie 272), McDonald’s en Goudappel Coffeng, 20 minuten. Bij een normaal restaurant is dat vele malen hoger. Dit betekent dat een parkeerplaats bij een fastfood restaurant op het drukste moment (weekend tussen 17.00 en 19.00 uur) 3 keer per uur gebruikt kan worden. Werknemers van McDonald’s zijn relatief jong (leerlingen van middelbaar of hoger onderwijs) en komen daarom voor het grootste deel met de (brom-)fiets. Zij veroorzaken daarmee geen (auto-)parkeerbehoefte. In onderstaande tabel is de parkeerbehoefte per moment van de week weergegeven. Tot 10.00 uur is het aantal bezoekers van McDonald’s minimaal. Om die reden zijn geen prognosecijfers voor de periode tot 10.00 uur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0009.png"

De maximale parkeerbehoefte van restaurantbezoekers is 35 parkeerplaatsen. Op eigen terrein zijn in ieder geval 82 parkeerplaatsen beschikbaar. Er is daarmee voldoende parkeercapaciteit beschikbaar.

Carpoolparkeerplaats

Naast voldoende parkeercapaciteit voor de parkeerbehoefte van de McDonald's kan de restcapaciteit gebruikt worden voor personeel en enkele gebruikers van de McDrive, die op het parkeerterrein hun hamburger willen opeten. Daarnaast kan de carpool functie van de locatie behouden blijven. Op de rustige dagen van het restaurant, de werkdagen, is de maximale parkeerbehoefte 16 parkeerplaatsen. Hierdoor zijn minimaal 66 parkeerplaatsen beschikbaar voor carpool. Op de drukkere dagen is de maximale parkeerbehoefte 35 parkeerplaatsen. Dan zijn er 47 parkeerplaatsen beschikbaar voor carpool. Op dit moment zijn er 40 parkeerplaatsen beschikbaar op het carpool terrein.

Fietsparkeren

Er is geen gemeentelijke norm voor fietsparkeren en het kennisinstituut CROW geeft voor een voorziening als McDonald's geen richtlijn. Voor personeel en een klein deel van de bezoekers zullen niettemin voldoende fietsparkeerplekken worden gerealiseerd. Er wordt nu uitgegaan van 20 fietsparkeerplekken.

De bestaande fietsenstalling ten behoeve van de bushalte / het carpoolterrein wordt vervangen en komt terug met een gelijke of grotere capaciteit.

3.1.3 Verkeer

McDonald's

Om te bepalen wat de effecten zijn voor de verkeersafwikkeling zijn ritgeneratiecijfers van McDonald’s en landelijk gebruikte kengetallen van het CROW geanalyseerd. In de CROW-publicatie ‘Toekomstbestendig parkeren’ (publicatie 381, 2018) is voor een fastfoodketen zoals de McDonald’s weliswaar een kengetal voor de verkeersgeneratie opgenomen, echter is bij dit kengetal geen rekening gehouden met: een bandbreedte, de ligging binnen of buiten de bebouwde kom en de mate van stedelijkheid. Tevens wordt geen onderscheid gemaakt tussen een gemiddelde weekenddag en gemiddelde werkdag. CROW geeft over de gepresenteerde kencijfers bij een fastfoodrestaurant aan dat alleen globale kencijfers gegeven kunnen worden. Bij het toepassen van deze cijfers moet een forse marge in acht worden genomen.

Er is niet gerekend met CROW om de volgende redenen:

  • Het is nodig dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een werk- en weekenddag. Een McDonald's heeft in het weekend substantieel meer verkeer te verwerken dan op werkdagen. Dit is aantoonbaar zichtbaar in de Google Maps druktebeelden bij elk restaurant van McDonald's. McDonald's neemt dergelijke aspecten wel mee in haar parkeer- en verkeersmodel.
  • Het is belangrijk dat de ligging wordt meegenomen (o.a. de stedelijkheid en de ligging ten opzichte van de infrastructuur speelt een rol). McDonald's kan op basis van vele voorbeelden in het land een veel betere prognose maken dan CROW. Dat is ook van groot belang: als een restaurant van McDonald's te weinig parkeerplaatsen zou hebben, dan heeft dat een direct effect op de omzet van het restaurant.

Om die reden wordt aangesloten bij het prognosemodel van McDonald’s. Dit model houdt wel rekening met de omvang, locatie en stedelijkheidsgraad. Het model van McDonald's is gecontroleerd door Goudappel Coffeng en is goed bevonden.

In onderstaande tabel is de verkeersgeneratie van het McDonald’s restaurant weergegeven. De verkeersgeneratie geeft weer hoeveel motorvoertuigritten het restaurant genereert. Het drukste moment is op zaterdag en zondag tussen 17 en 19 uur: 104 vertrekkende en 104 aankomende ritten per uur.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0010.png"

Uit de tabel blijkt dat tijdens het drukste (avondspits-)uur op de werkdag 49 motorvoertuigen per rijrichting te verwachten zijn. Dit komt neer op maximaal 1 aankomende en 1 vertrekkende auto per minuut. De bezoekers komen uit verschillende richtingen naar het restaurant. Niet al het verkeer van McDonald’s is ‘nieuw’ verkeer. Bezoekers van McDonald’s zitten in de meeste gevallen al op de weg van een herkomst naar een bestemming. Slechts 24% van de bezoekers gaat bewust naar een McDonald’s restaurant vanuit huis. Het onderzoek van Ipsos is gehouden voor drie restaurants, die qua ligging en omvang ongeveer gelijk zijn aan het toekomstige restaurant voor Dokkum. De overige bezoekers combineren het met een ander reisdoel (werk/school/winkelen). De verkeersstromen op de omliggende wegen zullen derhalve niet volledig met de verkeersgeneratie van het McDonald’s (zie tabel 3.1) vermeerderd worden.

Het verkeer van/naar de McDonald’s zal via verschillende routes rijden. In figuur 3.1 is dat weergegeven. De verwachting is dat het meeste verkeer van de McDonald’s aankomt en vertrekt van/naar de provinciale wegen. De aanname in deze studie is dat dat in elke richting 25% is. Dit komt neer op 13 aankomende en 13 vertrekkende motorvoertuigen per richting. Als ‘worst case’ is dat opgeteld bij de huidige verkeersintensiteiten. Het is een ‘worst case’ benadering, omdat een groot deel van de bezoekers van McDonald’s al op de weg zit.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0011.png"

Verkeersafwikkeling

In het rapport van Goudappel Coffeng is de verkeersafwikkeling op de rotonde N361 – N356 en op de aansluiting van het parkeerterrein van McDonald’s op de N361 onderzocht.

Uit de berekeningen blijkt dat in de planvariant er sprake is van een (zeer) goede doorstroming op de rotonde N361 – Hoofdweg – N356. Dit betekent dat er slechts gering tijdsverlies is. Het merendeel van de motorvoertuigen hoeft niet te wachten.

Uit de berekeningen blijkt ook dat in de planvariant er sprake is van een (zeer) goede doorstroming op de aansluiting N361 – parkeerterrein McDonald’s. Dit betekent dat er slechts gering tijdsverlies is. Het merendeel van de motorvoertuigen hoeft niet te wachten.

Conclusie

Uit de studie van Goudappel Coffeng blijkt dat de komst van de McDonald’s naast het huidige parkeerterrein van de P&R langs de N361 geen negatief effect heeft op de kruispunten N361 – N356 en N361 – P&R terrein. Tevens is gebleken, dat op eigen terrein ruim voldoende parkeercapaciteit beschikbaar is voor zowel de P&R (carpool) als het restaurant van McDonald’s.

3.2 Wet Geluidhinder

In de Wet geluidhinder zijn geluidsnormen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai opgenomen. Wanneer er een nieuwe geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd op een locatie waar momenteel geen geluidsgevoelige functie aanwezig is en deze locatie binnen de geluidszones van industrie, rail- of wegverkeer valt moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet niet in een nieuwe geluidsgevoelige bestemming. Het voorziet evenmin in een nieuwe vestiging van bedrijven die op grond van de Wet geluidhinder een geluidzone kennen. Akoestisch onderzoek is daarom niet nodig.

3.3 Wet Milieubeheer / Bedrijven En Milieuzonering

Op grond van de VNG publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' geldt voor een restaurant een indicatieve afstand tot nabijgelegen woningen van 30 meter voor wat betreft de aspecten geur en geluid, in het geval van een 'rustige woonwijk'.

3.3.1 Geluid

De afstand van de projectlocatie tot woningen bedraagt meer dan 150 meter. Het terras van het restaurant wordt gerealiseerd aan de zijde die van de meest nabije woningen is afgekeerd. Conform de VNG-richtlijnen is de minimale afstand van horeca (restaurant) tot woningen in een gemengde situatie, zoals dat hier het geval is, 10 meter. Daar wordt dus ruim aan voldaan. Onderzoek naar de geluidseffecten van het restaurant op woningen is niet nodig.

3.3.2 Geur

In principe dienen alle geurgevoelige objecten te worden beschermd tegen geuroverlast. Het restaurant is geen milieugevoelige object. Het restaurant kan wel zelf geurhinder veroorzaken. De afzuiging uit het restaurant wordt gefilterd. De afblaas van de luchtbehandelingskast is verticaal en met een dermate snelheid dat deze zeer snel verdunt en er van geur niet of nauwelijks sprake kan zijn. In het kader van de milieumelding zal aangetoond worden dat wordt voldaan aan de desbetreffende bepalingen uit het Activiteitenbesluit.

3.4 Luchtkwaliteit

In Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer worden normen gesteld aan de luchtkwaliteit wat betreft een zestal stoffen. Voor de normen voor zwaveldioxide, koolmonoxide, benzeen en lood geldt dat overschrijding daarvan in Nederland nauwelijks valt te verwachten. De norm voor stikstofdioxide (NO2) wordt in Nederland met name in de directe omgeving van drukke (snel)wegen overschreden. De norm voor fijn stof (PM10) wordt eveneens op diverse locaties overschreden.

In de Wet milieubeheer is een koppeling gelegd met ruimtelijke plannen. Deze koppeling houdt in dat bij het voorbereiden van ruimtelijke plannen, waaronder een bestemmingsplan, de gevolgen voor de luchtkwaliteit moeten worden onderzocht. De gevolgen hangen direct samen met de eventuele verkeersaantrekkende werking van het plan ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Bij de start van een project moet onderzocht worden of het effect relevant is voor de luchtkwaliteit. Hierbij moet aannemelijk gemaakt worden, dat luchtkwaliteit 'niet in betekende mate' aangetast wordt. Daartoe is een algemene maatregel van bestuur 'Niet in betekenende mate' (Besluit NIBM) vastgesteld waarin de uitvoeringsregels zijn vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. 'Niet in betekende mate' is sinds de inwerkingtreding van het nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL) gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor NO2 en PM10.

In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" wordt aangegeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwproject op de luchtkwaliteit valt onder de term 'niet in betekende mate'. De bijlage geeft een harde omschrijving van een aantal gevallen. Voor woningbouw geldt bij één ontsluitingsweg een aantal van 1.500 nieuwe woningen netto, bij twee ontsluitingswegen geldt een aantal van 3.000 woningen. Voor de bouw van kantoren geldt bij één ontsluitingsweg een bedrijfsvloeroppervlak van 100.000 m2 en bij twee ontsluitingswegen geldt een bedrijfsvloeroppervlak van 200.000 m2.

De vastgestelde grenzen voor woningen en kantoren komen beiden overeen met een maximale concentratietoename van 1,2 microgram/m3. Op basis daarvan kan worden bepaald of een plan dat zowel woningen als kantoren omvat, niet in betekenende mate bijdraagt.

De totale verkeersgeneratie van de McDonald's en de carpool parkeerplaats is 30-208 motorvoertuigen per (werkdag)etmaal. De zelfstandige verkeersaantrekkende kracht van het project is geringer en zonder twijfel veel geringer dan wat de verkeersaantrekkende werking van 1.500 woningen is (7.500 tot 9.000 verkeersbewegingen per etmaal) of 100.000 m2 kantoren. De bijdrage aan de luchtkwaliteit ten gevolge van het nu voorliggende ruimtelijke besluit is nihil. In onderstaande weergave van de berekening met de NIBM-tool wordt dit bevestigd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0012.png"

Het voorliggende plan draagt daarom niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit, dat wil zeggen dat het geen bijdrage levert aan een eventuele verslechtering van de luchtkwaliteit in de directe omgeving. Derhalve hoeft er ook geen onderzoek en geen verdere toetsing aan de normen uit de Wet milieubeheer plaats te vinden.

Voor de berekening stikstofdepositie zie paragraaf 3.7

3.5 Bodemkwaliteit

Algemeen

De milieuhygiënische bodemkwaliteit mag geen belemmering zijn voor de economische uitvoerbaarheid van het planvoornemen. Verder behoort de aanwezige bodemkwaliteit te passen bij het huidig of toekomstig gebruik van de bodem. De bodemkwaliteit mag immers geen onaanvaardbare risico's opleveren voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag door menselijk handelen de bodemkwaliteit niet verslechteren (zorgplicht).

Algemene informatie over verdachte locaties, uitgevoerde bodemonderzoeken en -saneringen staan vermeld op de Bodeminformatiekaart (via www.bodemloket.nl).

Grondverzet

Voor het hergebruik van grond, baggerspecie en bouwstoffen gelden de regels van het Besluit bodemkwaliteit. In opdracht van de gemeente Noardeast-Fryslân is door WMR Rinsumageest bv een partijkeuring grond (in situ) uitgevoerd ter plaatse van een perceel aan de Lauwersseewei in Dokkum (rapportage 'Partijkeuring grond ter plaatse van de Lauwersseewei in Dokkum' d.d. 4 juni 2020; zie Bijlage 2). Uit de toetsing van de analyseresultaten blijkt dat de partijen voldoen aan de bodemkwaliteitsklasse Achtergrondwaarde. De grond is daarmee altijd toepasbaar.

Bodemtoets

Bij graafwerkzaamheden, bouwactiviteiten, uitbreiding of verandering van bedrijfsactiviteiten dient de initiatiefnemer na te gaan of de bodemkwaliteit voldoende in beeld is gebracht of dat er een actueel bodemonderzoek ingediend moet worden, de zogenaamde bodemtoets.

Historisch gebruik

Er zijn geen historische aspecten aanwezig volgens het voorheen geldende bestemmingsplan.

Toekomstig gebruik

Op 4 juni 2020 is door WMR Rinsumageest bv rapport uitgebracht (Verkennend bodem- en asfaltonderzoek ter plaatse van de carpoolplaats aan de Lauwersseewei in Dokkum; zie Bijlage 3) waaruit blijkt dat vanwege de verhoogde gehalten en concentraties de onderzoekshypothese, een onverdachte locatie, formeel gezien niet juist is. De gemeten gehalten en concentraties zijn echter dusdanig dat een aanvullend onderzoek niet noodzakelijk is. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt zijn er geen belemmeringen voor de voorgenomen transactie en bestemmingswijziging.

Conclusie

Het planvoornemen is voor wat betreft het aspect bodemkwaliteit uitvoerbaar.

3.6 Externe Veiligheid

Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door:

  • het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen);
  • het transport van gevaarlijke stoffen (buisleidingen, wegen, waterwegen en spoorwegen);
  • het gebruik van luchthavens.

Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico's voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving, waaronder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt).

Risicobronnen worden opgesplitst in:

  • inrichtingen waar risicovolle activiteiten kunnen plaatsvinden;
  • transportroutes van gevaarlijke stoffen;
  • buisleidingen.

Uit de professionele risicokaart blijkt dat binnen en in de directe nabijheid van het plan risicovolle inrichtingen en buisleidingen aanwezig zijn.

Risicovolle inrichtingen

Op ca. 660 m ten noorden van het plangebied bevindt zich het LPG-tankstation de Rondweg-west 160 te Dokkum met een vergunde doorzet van maximaal 1000 m3 LPG per jaar. Het plangebied ligt daarmee ruimschoots buiten de plaatsgebonden risicocontour 10-6 en het invloedsgebied van 150 m rond het LPG-vulpunt en de -tank. Deze risicobron kan verder buiten beschouwing worden gelaten.

Op ca. 340 m ten noordoosten van het plangebied ligt een zwembad met een chloorbleekloogtank van 2000 liter. Hiervoor gelden geen veiligheidsafstanden. Deze risicobron kan buiten beschouwing worden gelaten.

Buisleiding

Op ca. 70 m ten westen van het plangebied ligt aardgasleiding N-505-90 van de Gasunie. De leiding heeft een diameter van 7 inch en een druk van 40 bar. De PR-contour van de leiding ligt op de buisleiding zelf. Het invloedsgebied van deze leiding is 75 m. Het restaurant ligt echter op 90 meter afstand en dus buiten het invloedsgebied. Deze risicobron kan buiten beschouwing worden gelaten.

afbeelding "i_NL.IMRO.1970.BP01214-VG01_0013.jpg"

Transport

De projectlocatie ligt op ongeveer 45 m van de N356 waarover incidenteel transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt ten behoeve van de bevoorrading van het LPG-tankstation gelegen ten noorden van het plangebied. Inzicht in de externe veiligheidsrisico's is daarom gewenst. Daartoe is door AVIV een notitie opgesteld (zie Bijlage 4).

Er is vanuit gegaan van dat het transport van LPG bij het kruispunt ten zuidwesten van het plangebied de route vervolgd in oostelijke richting. In zuidelijke en westelijke richting nauwelijks sprake van bevolking binnen het invloedsgebied en derhalve geen sprake van een bestaand groepsrisico.

Het groepsrisico neemt toe van 0.003 naar 0.025 keer de oriëntatiewaarde. Dit betekent dat in zowel de huidige als de toekomstige situatie het groepsrisico lager is dan 10% van de oriëntatiewaarde.

Advies Brandweer

Op 10 maart 2020 heeft Brandweer Fryslan gereageerd op de adviesaanvraag van de gemeente over de notitie externe veiligheid bij het conceptontwerpbestemmingsplan McDonald's (zie Bijlage 5). Daarin adviseert Brandweer Fryslan om:

  1. a. op basis van de aanwezige hogedruk aardgastransportleiding en de transportroutes, het gebouw zo ver mogelijk van de risicobronnenaf te situeren in het plangebied;
  2. b. vluchtroutes uit het plangebied te realiseren van de risicobronnenaf;
  3. c. de Brandweer te betrekken bij de exacte invullingvan het plangebied, zodat zij kunnen meedenken over de bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid van het plangebied;
  4. d. bij de invulling van het plangebied alvast rekening te houden met de in het advies aangegeven punten genoemd onder bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid.

ad a: De positie van het gebouw volgt uit de doelstelling een goed en veilig ingericht parkeerterrein te realiseren en het restaurant op een goed zichtbare locatie te positioneren. Het gebouw ligt buiten het invloedsgebied va nde buisleiding en het groepsrisico is na realisatie van het plan nog steeds zeer laag.

ad b: De vluchtroute uit het restaurant bevindt zich aan de oostzijde van het gebouw en is van de transportroute af gericht. Er kan worden gevlucht in noordelijke richting, van de transportroute af.

ad c: hieraan zal in de bouwplanuitwerking gevolg worden gegeven.

ad d: hieraan zal in de bouwplanuitwerking gevolg worden gegeven.

Conclusie

Het plaatsgebonden risico vormt geen belemmering voor de ontwikkeling van het restaurant.

Voor de bepaling van de hoogte van het groepsrisico is het risico berekend met RBM II. Het groepsrisico is in zowel de huidige als toekomstige situatie kleiner dan 10% van de oriëntatiewaarde.

Een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico kan achterwege blijven. Wel dient het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid te worden gesteld om advies uit te brengen. In de toelichting bij het besluit dient in elk geval in te worden gegaan op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen indien een ramp zich voordoet.

3.7 Ecologie

Onderdeel van de voorbereiding is een onderzoek naar de potentiële aanwezigheid van beschermde soorten en een analyse van de mogelijke effecten op die soorten als gevolg van de werkzaamheden. Hiervoor is door bureau Els & Linde een quick-scan Ecologie uitgevoerd (zie Bijlage 6). Het rapport geeft een beschrijving van het oriënterend onderzoek naar de effecten op natuurwaarden. Onderzocht is of er effecten op beschermde natuurwaarden zijn te verwachten. Uit de resultaten van de quick scan ecologie van 25 november 2019 is gebleken dat de aanwezigheid van vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen niet mogelijk is op de planlocatie. Voor werkzaamheden is een vervolg onderzoek niet noodzakelijk. Binnen de planlocatie zijn mogelijk amfbieën (bruine kikker, bastaardkikker, kleine watersalamander) aanwezig. Plaatselijk wordt er aan de oever van de waterpartij gewerkt. Als de soorten daadwerkelijk aanwezig zijn is een ontheffing van de Wet natuurbescherming noodzakelijk. Voor deze dieren is ook voor ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffng mogelijk. Een aanvullend onderzoek/ontheffing is niet benodigd indien een ecologisch werkprotocol opgesteld wordt, dat voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de Verordening Wet natuurbescherming Fryslân (artikel 5.1 & Bijlage 1). Daarom zal voorafgaand aan werkzaamheden aan de oever van de waterpartij een ecologisch werkprotocol worden opgesteld dat voldoet aan de Verordening en is nader onderzoek en een ontheffing niet nodig.

Op de planlocatie zijn mogelijk algemeen voorkomende broedvogels aanwezig. Er moet rekening gehouden worden met het broedseizoen, dat globaal van half maart tot eind juli is.

Voor de bouw- en de gebruiksfase is een berekening van de toename van stikstofdepositie op beschermde Natura 2000-gebieden noodzakelijk. Hiervoor is door bureau Els & Linde een Aerius-berekening uitgevoerd (zie Bijlage 7, Bijlage 8 en Bijlage 9). De depositie is berekend op de Natura 2000-gebieden:

  • Lauwersmeer: ca. 11 km afstand;
  • Groote Wielen: ca. 10 km afstand;
  • Waddenzee: ca. 9 km afstand.

De overige Natura 2000-gebieden liggen op meer dan 20 km van het perceel. Het berekeningsresultaat is dat er geen verhoogde depositie is. Een ontheffing van de Wet natuurbescherming is niet noodzakelijk.

3.8 Archeologie En Cultuurhistorie

3.8.1 Archeologie

Voor het plangebied van het moederplan is op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg onderzocht of er archeologische waarden aanwezig zijn. Hiervoor is de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE) van de provincie Fryslân gebruikt. Op deze kaart is op basis van zowel de aanwezige archeologische monumenten als de te verwachten archeologische waarden een advies aangegeven. De FAMKE bestaat uit twee provinciedekkende advieskaarten, één voor de periode Steentijd - Bronstijd, en één voor de periode IJzertijd - Middeleeuwen. Deze kaart is ook gekoppeld aan de provinciale ruimtelijke verordening.

Het blijkt dat in Dokkum voor beide tijdvakken in grote gebieden onderzoek noodzakelijk is.

Er geldt voor IJzertijd-Middeleeuwen: De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer 5.000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele Romeinse sporen en/of vroeg-middeleeuwse ontginningen.

En voor Steentijd-Bronstijd: De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 2.500 m² een karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren, waarbij minimaal zes boringen per hectare worden gezet, met een minimum van zes boringen voor gebieden kleiner dan een hectare.

Onder een ‘grootte van een ingreep' wordt verstaan de totale oppervlakte van een bestemmingswijziging ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Mocht een ingreep kleiner zijn dan de oppervlakte die in de desbetreffende advieszone wordt aangegeven, dan is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Bij een overschrijding van die grens is dat natuurlijk wel het geval. Met de oppervlakte van een ‘ingreep' wordt dus niet de letterlijke omvang van de verstoring van de bodem bedoeld, maar de oppervlakte waarvan de bodem door bestemmingswijziging nu of in de toekomst verstoord kan gaan worden. Met andere woorden: de grootte van de ingreep is gelijk aan oppervlakte van de eventuele verstoring die planologisch wordt mogelijk gemaakt. Bovenstaande geldt ook voor projectbesluiten. In geval van een bodemsanering of ontgronding geldt de oppervlakte van het te ontgraven gebied als de ingreep.

De bestemming wijzigt alleen ter plaatse van het restaurant en de direct aansluitende gronden (2.050 m2) en het nieuw te graven water (bijna 300 m2). Dat oppervlak is minder dan 2.500 m2. De parkeervoorzieningen worden in dt bestemmingsplan bestemd als 'Verkeer', zoals dat ook in het geldende bestemmingsplan is bestemd. Er is dan ook geen archeologisch onderzoek nodig.

3.8.2 Cultuurhistorie

De binnenstad van Dokkum is aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van de Monumentenwet. De projectlocatie is gelegen buiten het beschermd stadsgezicht. Daarnaast bevinden zich geen eventuele overige cultuurhistorische waarden binnen het projectgebied.

3.9 Zwerfvuil

Hoewel mogelijk zwerfvuil in de omgeving van een McDonald's restaurant niet wordt veroorzaakt door McDonald's zelf, voelt het lokale McDonald's restaurant zich wel degelijk verantwoordelijk voor het ontstaan daarvan. Het bestrijden van zwerfvuil is voor McDonald's dan ook een prioriteit in de bedrijfsvoering. Het zwerfvuil probleem is niet met een enkele maatregel te voorkomen of op te lossen. McDonald's gebruikt dan ook een pakket van maatregelen. Op eigen terrein plaatst zij ruim voldoende afvalbakken en leegt die regelmatig. Indien het ruimtelijk wordt toegelaten worden ook in de nabijheid van het restaurant, nabij de belangrijkste loop- en rijroutes afvalbakken geplaatst. Daarnaast heeft McDonald's medewerkers die op eigen terrein en in een ruime straal rondom het restaurant het zwerfvuil verwijderen. Aan de omwonenden zal een telefoonnummer beschikbaar worden gesteld, waar zij bij klachten over zwerfvuil naar kunnen bellen. Medewerkers van McDonald's zullen dan zorgen voor verwijdering van dit zwerfvuil. Mochten deze maatregelen niet voldoende zijn, dan heeft McDonald's goede ervaringen met een "samenwerkingsverband" met de lokale overheid. In overleg met die overheid wordt dan een aanvullend plan van aanpak overeengekomen, waarbij McDonald's een bijdrage in de kosten daarvan doet. De laatste stap in de aanpak van dit probleem is het stimuleren van handhaving.

3.10 Water

Bij vaststelling van het geldende bestemmingsplan is de watertoetsprocedure al doorlopen. Het voorliggend nieuwe bestemmingsplan heeft betrekking op afwijkend gebruik. Ten aanzien van het bouwen worden er wel nieuwe mogelijkheden geboden dan wat al bij recht is toegelaten. Het bestemmingsplan heeft dan ook mogelijk wel nieuwe effecten op de waterhuishouding.

Algemeen

Het plangebied valt onder het beheer van het Wetterskip Fryslân, dat zorg draagt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater in het gebied en dat de grotere boezemwateren en sloten beheert, alsmede de waterkeringen, zoals geregeld in de Waterwet. Ook is het waterschap belast met het peilbeheer in het plangebied.

Voor de watergangen en waterpartijen in het moederplan geldt dat de bestaande situatie wordt gecontinueerd. De kwaliteit- en kwantiteitsfunctie van het water in het plangebied is hiermee gewaarborgd. Het moederplan werd in het kader van de watertoets voor een wateradvies naar Wetterskip Fryslân gestuurd. De resultaten hiervan zijn in het moederplan opgenomen.

Keur

Op basis van de Keur van het Wetterskip Fryslân is het onder meer verboden zonder watervergunning, neerslag versneld tot afvoer te laten komen indien daarbij meer dan 200 m² in stedelijk gebied en meer dan 1.500 m² in landelijk gebied onverharde grond bebouwd of verhard wordt. In dat geval dient de initiatiefnemer contact op te nemen met Wetterskip Fryslân. Dit om afspraken te maken over de waterhuishouding, bijvoorbeeld over compensatie van verhard oppervlak, maar ook over objecten van Wetterskip Fryslân zoals hoofdwatergangen die in of langs het plangebied liggen.

Ten behoeve van het nieuwe bestemmingsplan Wegrestaurant Dokkum is overleg gevoerd met Wetterskip Fryslân over de waterhuishouding. De resultaten daarvan zijn hieronder weergegeven.

Meerlaagse veiligheid

Het klimaat verandert en wordt steeds grilliger. Langere perioden van droogte, afgewisseld met korte periodes met intensieve buien, zeespiegelstijging en zwaardere stormen. De dynamiek van het natuurlijke systeem neemt toe en hierdoor volstaan alleen verdedigingswerken niet meer om de veiligheid te garanderen. Naast de verdedigingswerken moet worden ingezet op aanpassingen in de ruimtelijke ordening en calamiteitenbeheersing. Er is in dit verband sprake van meerlaagse veiligheid. Meerlaagse veiligheid staat voor Veiligheid in drie lagen:

  • De eerste laag is het voorkómen van overstromingen met sterke dijken, duinen en stormvloedkeringen (meer robuust en toekomstgericht). Preventie blijft de primaire pijler van het beleid;
  • De tweede laag is het realiseren van duurzame ruimtelijke planning. Een zorgvuldige ruimtelijke planning (locatiekeuze en inrichtingsvraagstukken) kan slachtoffers en schade bij eventuele overstromingen beperken. Overstromingsrisico's gaan daarom een sterkere rol spelen bij afwegingen die in de ruimtelijke planning gemaakt worden;
  • De derde laag is rampbeheersing bij overstromingen. Een goede voorbereiding is essentieel om effectief te kunnen handelen bij een eventuele overstromingsramp. Zo kunnen slachtoffers en schade worden beperkt.

Het veiligheidsbeleid van het waterschap en de ruimtelijke ordening ontmoeten elkaar op verschillende momenten. Als in bestemmingsplannen nieuwbouw plaatsvindt op locaties boven 'maatgevend boezempeil', wordt een toename van de gevolgschade bij een overstroming vanuit de Friese boezem voorkomen. Dit geldt voor ontwikkelingen in gebieden die niet door een regionale waterkering worden beschermd, maar ook in gebieden die wel door een regionale waterkering worden beschermd (polders). Ook is meer aandacht voor waterveilig bouwen nodig om toename van de gevolgschade vanuit de waterkeringen (laag 2 van de meerlaagse veiligheid) te voorkomen. Voor realisatie van plannen kan het bevoegd gezag informatie geven over de maatgevende waterstanden.

Klimaatadaptie

Om ook in de toekomst prettig te kunnen wonen, werken en recreëren moeten steden en dorpen ingericht worden met het oog op de toekomst. Kansen moeten benut worden om het gebied klimaat robuust in te richten. Zo is het mogelijk om het bebouwd gebied beter bestand te maken tegen hevige regenbuien, periodes van droogte en hitte en de gevolgen van een mogelijke overstroming.

De Klimaateffectatlas (http://www.ruimtelijkeadaptatie.nl/nl/klimaateffectatlas) kan worden geraadpleegd om (toekomstige) dreigingen van overstromingen, wateroverlast, droogte en hittestress te beoordelen. Bij de inrichting van het plangebied kan hierop worden geanticipeerd door bijvoorbeeld het percentage verhard oppervlak te verminderen en het plangebied groener in te richten.

Objecten en belangen van Wetterskip Fryslân

In de Leidraad Watertoets staan de uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden bij ruimtelijke ontwikkelingen vanuit het aspect water. Ook staat hier de informatie beschreven over de objecten die van toepassing zijn voor het plangebied. De Leidraad Watertoets is te raadplegen op www.wetterskipfryslan.nl/watertoets. Waar de regionale waterkering, hoofdwatergangen en schouwwatergangen liggen is raadpleegbaar op www.wetterskipfryslan.nl/leggerkaart. In het onderhavige plangebied liggen onder meer de volgende objecten:

  • vrij voor de boezem;
  • regionale waterkering;
  • hoofdwatergangen, schouwwatergangen en overig oppervlaktewater;
  • rioolwaterzuivering, RWZI Dokkum;
  • rioolpersleidingen.

Watercompensatie

Er dient 10% van het extra verhard oppervlak te worden gecompenseerd door nieuw oppervlaktewater te creëren. Indien groene maatregelen worden getroffen mag dit worden teruggebracht naar 7,5%, bijvoorbeeld door een halfverharding van grasbetonstenen.

Waterdoorlatende bestrating voor dit gebied is geen optie omdat de onderlaag uit klei bestaat en er geen watervoerende laag aanwezig is.

Het huidige verhard oppervlak van het terrein is 1.800 m2. De toename van het volledig verhard oppervlak van het terrein is 1.381 m2 (rijbanen, dakoppervlak en terras; compensatie 10%) en de toename van het halfverhard oppervlak is 1.034 m2 (parkeervakken; compensatie 7,5%). Daardoor moet de compensatie 216 m2 groot worden. In het plan wordt 282 m2 nieuw wateroppervlak gerealiseerd zodat ruim voldoende gecompenseerd wordt.

Grondwater

Het Wetterskip heeft aangeven dat er een minimale drooglegging van 0,70 m moet zijn. Omdat een kruipruimte wordt aangelegd wordt een minimale drooglegging van 1,20 m aangehouden om te voorkomen dat de kruipruimte onder water komt te staan.

3.11 Duurzaamheid

McDonald's voert zowel op wereldwijd als op landelijk niveau een actief duurzaamheidsbeleid. Dat houdt in dat de inkoop van grondstoffen, logistiek, (ver)bouw en operatie van de restaurants gestuurd worden op vermindering van milieu-impact en verbetering van sociaal-economische impact.

Ter versterking van dit wereldwijde en landelijke beleid, wordt er altijd gekeken met de ondernemers en medewerkers hoe men ook lokaal op restaurantniveau duurzaamheid vorm kunnen geven. Afhankelijk van de vragen en prioriteiten vanuit de gemeente Noardeast Fryslân, zou men bijvoorbeeld extra kunnen inzetten op de thema's verpakkingen, circulariteit, zwerfafval, energie en sociale betrokkenheid:

  • Verpakkingen: een testlocatie voor nieuwe, duurzame verpakkingen waar men over in gesprek gaat met gasten.
  • Circulariteit: een restaurantontwerp waarin gebruik wordt gemaakt van circulaire en groene materialen, op een manier die zichtbaar toonaangevend is voor de gemeente en McDonald's.
  • Zwerfafval: een programma waarin inzichten vanuit de gedragswetenschap ingezet wordt om meer van de gasten op een creatieve manier motiveren te bewegen en hun afval in de afvalbak in plaats van op straat te gooien.
  • Energie: een restaurant waarin bij de bouw en inrichting wordt ingezet op een zo laag mogelijk energieverbruik, en/of investeren in lokale energie-opwek en/of opslag.
  • Sociale betrokkenheid: een ondernemer die naast werving van medewerkers uit de omgeving extra inzet op social return door het betrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in de operatie van het restaurant.

McDonald's streeft er naar om per Drive-restaurant een tweetal parkeerplaatsen te reserveren voor elektrische laadpalen. Bij de vestiging van Dokkum behoeft de parkeerbehoefte niet te worden herberekend, gezien het overschot aan parkeerplaatsen dat we hier realiseren. Zie hiervoor de berekeningen in het verslag van Goudappel Coffeng.

McDonald's wil een pilot uitvoeren met een watertappunt van of met bijvoorbeeld join the pipe. Gasten kunnen zo gebruik maken van een eigen flesje om gratis water te tappen op het buitenterrein. Deze voorgenomen proef sluit aan bij de beweging die McDonald's maakt in het verminderen en verduurzamen van verpakkingen en het voorkomen en verminderen van zwerfafval.

3.12 Gezondheid

McDonald's kiest ervoor om verantwoorde keuzes voor haar gasten leuk en makkelijk te maken om voor te kiezen. Ze heeft binnen haar duurzaamheidsprogramma Scale for Good daarom ook vijf beloftes gedaan die ze Commitment to Families noemt. Zo biedt ze in het Happy Meal altijd Groente of Fruit aan en maakt ze de verantwoorde keuzes in proteïne, drankjes en sides makkelijker om voor te kiezen door de Cheeseburger, Fristi, Chocomel, Frisdranken, Milk Shakes niet meer actief maar op aanvraag aan te bieden. Bovendien houdt ze zich aan de EU Pledge en reclamecode voor voedingsmiddelen gericht op kinderen en neemt ze zo nodig stappen die verder gaan.

Restaurant-eigenaren zijn vrij om bovenop de wettelijke verplichtingen van rookvrije horeca iets extra's te doen. Daarom gaat McDonald's Nederland middelen ontwikkelen waarmee restaurants een rookvrij terras en/of rookvrije entree kunnen aanduiden.

3.13 Milieueffectrapportage

In het Besluit milieueffectrapportage wordt onderscheid gemaakt in MER-beoordelingsplichtige activiteiten en MER-plichtige activiteiten. Voor stedelijke ontwikkelingsprojecten waar op grond van het Besluit niet direct een MER-beoordelingsplicht of MER-plicht geldt, moet een toets worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd.

Of sprake is van een stedelijke ontwikkeling, afhangt van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij spelen onder meer aspecten als de aard en de omvang van de voorziene wijziging van de stedelijke ontwikkeling een rol. Uit die rechtspraak volgt voorts dat of per saldo aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan, daarbij niet van belang is. (vgl. de uitspraak van de Afdeling van 7 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR6907).

Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op afwijkend gebruik. Ten aanzien van het bouwen worden wel nieuwe mogelijkheden geboden dan wat al bij recht is toegelaten. De functie wordt gewijzigd en bebouwing wordt toegelaten. Het voornemen is aan te merken als een 'stedelijk ontwikkelingsproject' zoals bedoeld in het Besluit milieueffectrapportage. Er is dan ook aanleiding een (vormvrije) MER-beoordeling uit te voeren. Daartoe een Aanmeldnotitie opgesteld en ingediend. Op 26 mei 2020 heeft het college op basis daarvan besloten dat er geen aanleiding is voor het opstellen van een MER (zie Bijlage 10).

Hoofdstuk 4 Economische Uitvoerbaarheid

4.1 Kostenverhaal

Gelet op artikel 6.12, eerste lid, Wro jo. 6.2.1, aanhef en onder b, Bro, dient in beginsel een exploitatieplan te worden vastgesteld vanwege het voorgenomen bouwplan.

De kosten die samenhangen met verwezenlijking van dit bestemmingsplan zijn voor rekening van de initiatiefnemer(s). Daarmee is bovendien een overeenkomst afgesloten waardoor de kosten van eventuele planschade niet voor rekening zijn van de gemeente maar voor de initiatiefnemer(s).

De grond is nu eigendom van de gemeente. McDonald's wil de locatie inclusief de carpoolplaats (ca. 7.000 m2) kopen met gezamelijk gebruik van de carpoolplaats. Er zal opdracht worden gegeven tot een taxatie van de waarde van het perceel zodra het college een besluit heeft genomen ten aanzien van het verzoek in principe planologische medewerking te verlenen aan de vestiging van een McDonald's met drive-lane mogelijkheid op de carpoolplaats in Dokkum.

4.2 Ladder Voor Duurzame Verstedelijking

In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.

Op 1 juli 2017 is het Besluit ruimtelijke ordening gewijzigd, waarbij een nieuwe laddersystematiek is ingevoerd ter vervanging van de voorheen geldende.

Het aangepaste artikel 3.1.6, lid 2 Bro luidt als volgt:

"De toelichting bij een bestemmingsplan (of uitgebreide omgevingsvergunning, red.) dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien."

Een stedelijke ontwikkeling is gedefinieerd als: ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.

Het voorliggende nieuwe bestemmingsplan laat een ontwikkeling toe die een nieuw planologisch ruimtebeslag mogelijk maakt. Er is dus sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling. In het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking zal de behoefte aangetoond moeten worden. Deze opdracht is op 19 december 2019 door bureau Stec uitgevoerd (zie Bijlage 11).

Het verzorgingsgebied beschikt momenteel nog niet over een fastservicerestaurant (zoals een McDonald's). Afgaande op de benchmark concludeert Stec dat er gemiddeld één fastservicerestaurant per 40.000 tot 50.000 inwoners is gevestigd. Op basis hiervan blijkt dat er in het verzorgingsgebied (op basis van inwoneraantallen) nog ruimte is voor toevoeging van maximaal twee fastservicerestaurants. Ook wanneer Stec het aantal McDonald's restaurants per inwoner in Nederland bekijkt, concluderen ze dat er marktruimte bestaat voor de toevoeging van een McDonald's restaurant. Gemiddeld genomen bedient één McDonald's restaurant zo'n 68.500 inwoners. Afgaande op het inwonertal van het verzorgingsgebied (circa 95.000) en het feit dat het gebied nog niet beschikt over een fastservicerestaurant, bestaat er nog marktruimte voor de toevoeging van een fastservicerestaurant / McDonald's restaurant.

Hoofdstuk 5 Bestemmingen En Planuitgangspunten

In dit hoofdstuk wordt een motivering gegeven van de gehanteerde bestemmingen en de daarbij behorende uitgangspunten van het bestemmingsplan. Alleen voor de gronden waar ander gebruik dan 'Verkeer' wordt voorzien - dat betreft in dit bestemmingplan dus het gebruik voor 'Horeca' - is de bestemming gewijzigd ten opzichte van het geldende bestemmingsplan.

5.1 Het Juridisch Systeem

5.1.1 Digitaal plan

Het bestemmingsplan omvat de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels. Dit is opgenomen in een GML-bestand. De bestemmingen zijn juridisch vastgelegd in de regels behorende tot dit plan en zijn vertaald naar de verbeelding.

Het bestemmingsplan is opgezet als een digitaal raadpleegbaar plan. Deze digitale versie is bedoeld om de burger 'online' informatie te verschaffen omtrent het bestemmingsplan. Bovendien is de digitale versie bedoeld voor uitwisseling van gegevens binnen de gemeente en met andere overheidsinstanties. Het bestemmingsplan is opgezet volgens de landelijke Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP). Deze standaard is wettelijk verplicht en is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Zo voorziet de SVBP in een standaardopbouw van een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is afgestemd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

5.1.2 De regels

De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrijving. Hierin staat beschreven voor welke functie(s) de gronden mogen worden ingericht, gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van functies is. Door middel van aanduidingen worden op enkele specifieke locaties extra bestaande functiemogelijkheden geboden. Naast de bestemmingsomschrijving zijn in de regels bouwregels en gebruiksregels opgenomen. In de bouwregels is - gerelateerd aan de toegelaten gebruiksfuncties - aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken in principe zijn toegestaan en welke maatvoering daarbij moet worden aangehouden.

De gebruiksregels verbieden bepaalde vormen van gebruik of begrenzen toegelaten vormen van gebruik binnen een bestemming (specifieke gebruiksregels) dan wel verbieden alle gebruik in strijd met de gegeven bestemming (algemene gebruiksregels).

In de toekomst kunnen zich omstandigheden voordoen (die op dit moment nog niet zijn voorzien), waaruit blijkt dat de bouw- en gebruiksregels niet voldoende blijken te zijn. In deze gevallen kan door het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouw- en gebruiksregels. Van geval tot geval zal een afweging worden gemaakt. Er zijn ook gebruiksvormen die beleidsmatig wel mogelijk zijn, maar die vanwege een zorgvuldige afweging onder een afwijking zijn gebracht. Deze wordt afgegeven na een zorgvuldige afweging van waarden en functies in de bestemmingen.

Het overgangsrecht is gericht op bouwwerken die ooit met een bouwvergunning of een melding zijn gebouwd, of een gebruik dat ooit is toegestaan, maar die nu, vanwege een bestemmings- of beleidswijziging onder het overgangsrecht zijn gebracht. Ook tientallen jaren aanwezige bouwwerken, die niet met een vergunning zijn gebouwd, of langdurig aanwezig gebruik worden met het overgangsrecht beschermd. Het overgangsrecht is er op gericht dat deze bouwwerken uiteindelijk zullen verdwijnen of het gebruik ervan wordt beëindigd, zodat de situatie in overeenstemming geraakt met de gegeven bestemming.

Tenslotte bestaan er vanuit de wetgeving (buiten het bestemmingsplan om) ook vergunningsvrije mogelijkheden, zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht.

5.1.3 Toelichting op de regels

Deze paragraaf geeft een toelichting op de uitgangspunten en de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de regels, zoals die in dit bestemmingsplan zijn opgenomen.

Artikel 3 Groen en Artikel 6 Water

De randen het plangebied is in de bestaande situatie al ingericht als openbaar groen en water, met een fietsenstalling. Het geldende bestemmingsplan kende aan deze gronden de bestemming 'Verkeer' toe, wat deze inrichting mogelijk maakte. In dit nieuwe bestemmingsplan zijn de randen bestemd als 'Groen' en 'Water', opdat zeker gesteld is dat deze randen als groen en water behouden blijven. Bovendien wordt hiermee de te realiseren watercompensatie van ca. 300 m2 zekergesteld.

Op de hoek van het perceel en bij de inrit wordt, als nieuwe elementen, binnen de bestemming 'Groen' toegelaten dat een verwijsmast en een welkomsbord (totem) van elk 6 meter hoogte worden opgericht en maximaal 2 vlaggenmasten van eveneens maximaal 6 meter hoogte.

Op deze nieuwe bouwwerken na zijn de bestemmingen 'Groen' en 'Water' niet anders dan deze bestemmingen in het voorgaande bestemmingsplan.

Artikel 4 Horeca

De gronden waar het nieuwe restaurant wordt gerealiseerd en waarop de drive-lane wordt gerealsieerd zijn bestemd als 'Horeca'. Het toegelaten gebruik is gekoppeld aan de horeca-categorisering die in de gemeente wordt gehanteerd. Toegelaten zijn een horecabedrijf van categorie 2 (restaurant) en 3 (fastfood). Het gebouw dient binnen het op de planverbeelding weergegeven bouwvlak te worden gerealiseerd en mag maximaal 6 meter hoog worden.

De komst van een fastfoodrestaurant als beoogd is hiermee mogelijk.

Artikel 5 Verkeer

Het plangebied zijn in de bestaande situatie grotendeels ingericht als carpoolterrein en ten dele als agrarisch weiland. Het geldende bestemmingsplan kende aan deze gronden de bestemming 'Verkeer' toe, wat de inrichting als parkeerterrein mogelijk maakte maar aghgrarisch gebruik niet. In dit nieuwe bestemmingsplan is het deel van het plangebied dat als parkeerterrein is/wordt ingericht wederom bestemd als 'Verkeer'. Het strijdige agrarische gebruik wordt nu opgeheven en behoeft dan ook niet alsnog een positieve bestemming.

Op de hoek van het perceel en bij de inrit wordt, als nieuwe elementen, binnen de bestemming 'Groen' en 'Verkeer' toegelaten dat een verwijsmast en een welkomsbord (totem) van elk 6 meter hoogte worden opgericht en maximaal 2 vlaggenmasten van eveneens maximaal 6 meter hoogte.


Op deze nieuwe bouwwerken na is de bestemmingen 'Verkeer' niet anders dan deze bestemming in het voorgaande bestemmingsplan.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.1 Participatie / Inspraak

6.1.1 Formele procedure

Voor deze herziening is de wettelijke 'uniforme openbare voorbereidingsprocedure' gevolgd zoals vastgelegd in artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening jo. afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. In het kader daarvan is het ontwerp van de bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd van 25 maart 2021 tot en met 5 mei 2021. Gedurende de inzagetermijn is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. Daarvan is geen gebruik gemaakt, er zijn geen zienswijzen ingekomen.

6.1.2 Overleg vooraf

Het voorontwerp bestemmingsplan heeft vanaf 6 augustus 2020 gedurende een periode van 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Dat heeft geleid tot één inspraakreactie van een bewoner aan de Iepenlaan te Dokkum.

Opmerking: Inspreker vraagt of het de bedoeling is om het mogelijk te maken om hier ook een tankstation te vestigen.

Verwerking: In de plantoelichting is dit abusievelijk vermeld, maar dat is niet de intentie en evenmin in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Deze onjuistheid is inmiddels gecorrigeerd in de plantoelichting.

Opmerking: Verzocht wordt duidelijker aan te geven dat de totale hoogte van zowel de verwijsmast alsmede het welkomsbord maximaal 6 meter mag bedragen. Dus niet de mast 6 meter en dan nog een bord er boven op.

Verwerking: De binnenplanse afwijkingsbevoegheden zijn in de planregels (zie 10.1 onder b) zodanig aangepast dat deze bouwwerken (welkomsbord en mast) niet hoger mogen worden dan 6 meter. Er komt niet nog een bord boven die hoogte.

Opmerking: Aandacht behoeft de ontsluiting van het terrein. De doorstroming op de rotonde wordt negatief beïnvloed door links afslaand verkeer richting carpoolplaats. Dit omdat na de rotonde niet snel wordt doorgereden maar al geanticipeerd wordt om voor te sorteren op de invoegstrook om linksaf te slaan naar de carpoolplaats. Er is voor de veiligheid en voor de doorstroming destijds een rotonde aangelegd, maar nu ontstaat er een situatie waarin er veel kruisend (door afslaand) verkeer is en aan de andere kant van de weg veel invoegend verkeer met slechts een korte invoegstrook. Beide bevorderen de veiligheid bepaald niet. Het bijgevoegde rapport van Goudappel gaat helemaal niet in op deze situatie ter plaatse.

Verwerking: In hoofdstuk 4 van de rapportage van Goudappel Coffeng is ingegaan op de verkeersafwikkeling (doorstroming) op de rotonde N361 – N356, In hoofdstuk 5 van het rapport is ingegaan op de verkeersafwikkeling (doorstroming) op de N361 en de aansluiting op het parkeerterrein. Voor beide is geconcludeerd dat de komst van het restaurant naast het huidige parkeerterrein van de P&R langs de N361 geen negatief effect heeft op de kruispunten N361 – N356 en N361 – P&R terrein.

Opmerking: Om vervuiling van het Tolhuispark en overlast in het Tolhuispark te voorkomen moet het heel duidelijk zijn c.q. worden gemaakt dat er geen doorgang voor voetgangers, (brom)fietsers naar het Tolhuispark komt.

Verwerking: De huidige ontsluiting van het Tolhuispark voor evenementen blijft behouden en wordt verbeterd, maar zal niet van karakter veranderen. Zoals in paragraaf 3.9 van deze plantoelichting is beschreven is het bestrijden van zwerfvuil voor McDonald's een prioriteit in de bedrijfsvoering, warvoor een pakket van maatregelen wordt aangewend.

6.2 Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

Artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening regelt dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.

Ter voldoening aan deze bepalingen is reactie op het voorontwerp bestemmingsplan ontvangen van de Provincie Fryslân en de Veiligheidsregio (Brandweer Fryslân).

Provincie Fryslân

Opmerking: Men zit graag duidelijk terug komen dat de binnenplanse afwijkingsbevoegheden de bouw van welkomsborden en de verwijsmast hoger dan 6 meter achter niet alsnog mogelijk maken.

Verwerking: De binnenplanse afwijkingsbevoegheden zijn in de planregels (zie 10.1 onder b) zodanig aangepast dat deze bouwwerken (welkomsbord en mast) niet hoger mogen worden dan 6 meter.

Opmerking: Er ontbreekt nog een bodemrapport bij dit voorontwerpbestemmingsplan. Daarmee is niet duidelijk of de beoogde ontwikkeling daadwerkelijk uitvoerbaar is.

Verwerking: Er is inmiddels een bodemonderzoek uitgevoerd. Dit bodemonderzoek is inmiddels verwerkt in paragraaf 3.5 en de onderzoeken zijn als bijlage bij deze plantoelichting gevoegd.


Opmerking: In de ecologische quickscan is geadviseerd om aanvullend onderzoek uit te voeren naar de mogelijke aanwezigheid van amfibieën. De provincie adviseert om aanvullend onderzoek uit te laten voeren.

Verwerking: Een aanvullend onderzoek/ontheffing is niet benodigd indien een ecologisch werkprotocol opgesteld wordt, dat voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de Verordening Wet natuurbescherming Fryslân (artikel 5.1 & Bijlage 1). Daarom zal voorafgaand aan werkzaamheden aan de oever van de waterpartij een ecologisch werkprotocol worden opgesteld dat voldoet aan de Verordening en is nader onderzoek en een ontheffing niet nodig.

Veiligheidsregio (Brandweer Fryslân)

Opmerking: In haar brief van 10 maart 2020 met kenmerk: UIT/20012132/BRW/BR/RB heeft de Brandweer haar bevindingen beschreven omtrent de risicobronnen. In het voorontwerpbestemmingsplan is gereageerd op de adviespunten uit het advies. Aan het punt om de gebouwen zo ver mogelijk van
de risicobronnen te situeren wordt geen invulling gegeven. Aanvullend wil de Brandweer adviseren om de bedrijfshulpverlening van het restaurant te laten voorbereiden op de diverse scenario’s behorende bij de buisleiding en de transportroute voor gevaarlijke stoffen.

Verwerking: De positie van het gebouw volgt uit de doelstelling een goed en veilig ingericht parkeerterrein te realiseren en het restaurant op een goed zichtbare locatie te positioneren. Uitgaand van die doelstelling is het gebouw zo ver mogelijk van de risicobronnen geplaatst. De beoogde situering van het bouwwerk voldoet aan de regels en het gebouw valt buiten de risicocontouren. Het groepsrisico is na realisatie van het plan nog steeds zeer laag.


Opmerking: Brandweer Fryslân heeft de mogelijkheid een advies risico’s en brandweerzorg te geven in het kader van bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen. In een dergelijk advies komen aspecten aan bod die van belang zijn voor de basisbrandweerzorg. Hierbij valt te denken aan onder meer bereikbaarheid, de beschikbaarheid van bluswater en de opkomsttijden. In het voorontwerpbestemmingsplan wordt gereageerd op de punten omtrent de risico’s en brandweerzorg. Hierin wordt beschreven dat bij de bouwplanuitwerking de Brandweer wederom wordt betrokken om mee te denken over de aspecten bereikbaarheid en bluswatervoorziening. De Brandweer adviseert om hen in een vroeg stadium te betrekken en alvast rekening te houden met de punten genoemd in haar brief van 10 maart 2020.

Verwerking: Aan dit advies wordt gevolg gegeven.

Bijlage 1 Verkeersnotitie (Goudappel Coffeng, 19-05-2020)

Bijlage 1 Verkeersnotitie (Goudappel Coffeng, 19-05-2020)

Bijlage 2 Partijkeuring Grond Ter Plaatse Van De Lauwersseewei In Dokkum (Wmr Rinsumageest Bv, 04-06-2020)

Bijlage 2 Partijkeuring grond ter plaatse van de Lauwersseewei in Dokkum (WMR Rinsumageest bv, 04-06-2020)

Bijlage 3 Verkennend Bodem- En Asfaltonderzoek Ter Plaatse Van De Carpoolplaats Aan De Lauwersseewei In Dokkum (Wmr Rinsumageest Bv, 04-06-2020)

Bijlage 3 Verkennend bodem- en asfaltonderzoek ter plaatse van de carpoolplaats aan de Lauwersseewei in Dokkum (WMR Rinsumageest bv, 04-06-2020)

Bijlage 4 Notitie Externe Veiligheid (Aviv, 30-04-2020)

Bijlage 4 Notitie Externe veiligheid (AVIV, 30-04-2020)

Bijlage 5 Advies Brandweer (10 Maart 2020)

Bijlage 5 Advies Brandweer (10 maart 2020)

Bijlage 6 Quick-scan Ecologie (Els & Linde, 27-04-2020)

Bijlage 6 Quick-scan Ecologie (Els & Linde, 27-04-2020)

Bijlage 7 Memo Stikstof (Els & Linde, 16 Februari 2021)

Bijlage 7 Memo stikstof (Els & Linde, 16 februari 2021)

Bijlage 8 Aerius Berekening, Gebruiksfase (Els & Linde, 16 Februari 2021)

Bijlage 8 Aerius berekening, gebruiksfase (Els & Linde, 16 februari 2021)

Bijlage 9 Aerius Berekening, Realisatiefase (Els & Linde, 16 Februari 2021)

Bijlage 9 Aerius berekening, realisatiefase (Els & Linde, 16 februari 2021)

Bijlage 10 Besluit Mer Beoordeling (26 Mei 2020)

Bijlage 10 Besluit MER beoordeling (26 mei 2020)

Bijlage 11 Laddertoets (Stec, 19-12-2019)

Bijlage 11 Laddertoets (Stec, 19-12-2019)